5 minute read

De essentie

ADe essentie

Vlaanderen heeft de ambitie een recyclagehub te worden. Deze ambitie moet snel omgezet worden in de praktijk zodat we kunnen evolueren naar een circulaire economie waardoor het sorteren van afval een economische waarde geeft aan het afval. Vandaag is dat niet altijd het geval en worden bedrijven geconfronteerd met een pak maatregelen en doelstellingen die praktisch onhaalbaar zijn. Dit moet bijgestuurd worden en er moet versneld werk gemaakt worden, zowel in Vlaanderen als in Europa, van een goed werkende recyclagemarkt. Zo kunnen we samen een doorstart maken richting circulaire economie.

Scope

In Vlaanderen wordt er jaarlijks 20 miljoen ton afval ingezameld. Het overgrote deel daarvan is afkomstig van de bedrijven. Hiervan bestaat 75% uit onder meer productie-, grond-, bouw- en sloopafval, afvalwater en slib en gevaarlijk afval. Deze afvalstromen volgen omwille van hun specificiteit een apart verwerkingstraject en behalen de vooropgestelde recyclagedoelstellingen. Daarom worden ze in deze paper niet verder behandeld. De overige 25% is algemeen bedrijfsafval. Deze paper focust op dit algemeen bedrijfsafval aangezien alle bedrijven hiermee geconfronteerd worden. Bovendien zijn aan dit type afval ook specifieke en strenge doelstellin

“De complexiteit en de hoeveelheid aan apart in te zamelen afvalfracties zijn belangrijke hinderpalen om efficiënt te kunnen sorteren.”

Structurele partner: gen opgelegd. Dit afval kost de Vlaamse bedrijven 1,8 miljard euro alleen al aan verbranding van het bedrijfsrestafval.

Vlaamse en Europese doelstellingen

Die doelstellingen komen onder meer van Europa dat met zijn ‘circulaire economie’-actieplan tegen 2030 niet-gerecycleerd algemeen bedrijfsafval en huishoudelijk afval wil halveren. Europa verhoogt systematisch de doelstellingen voor het huishoudelijk en algemeen bedrijfsafval: tegen 2025 moet 55% van dit afval selectief ingezameld worden met het oog op recyclage, tegen 2030 60% en tegen 2035 tot 65%. Die aandacht om afval te verminderen komt ook terug op Vlaams niveau. Afval moet meer economische waarde krijgen en mag niet verloren gaan. Een gefaseerde afbouw van afvalverbranding wordt daarom voorbereid. Om de afvalberg te verkleinen, is het doel om tegen 2030 minstens 50% van de recycleerbare fractie van huishoudelijk én algemeen bedrijfsafval bijkomend te recycleren via reductie van het restafval en het investeren in meer recyclagecapaciteit.

In dit kader werd in 2015 het u it voeri ngspla n ‘huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsrestafval’ opgesteld met een doelstelling van -15% tussen 2013 en 2022 voor het bedrijfs -

WIE?

KATELIJNE HASPESLAGH Adviseur milieu en klimaat Katelijne.haspeslagh@voka.be

Katelijne Haspeslagh volgt op het Voka-kenniscentrum de dossiers op rond milieu en klimaat.

restafval. Die doelstelling moet via allerlei maatregelen gehaald worden: • De uitbreiding van de verplicht selectief in te zamelen fracties van 21 naar 23 tegen 2023; • Het blijven inzetten op uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; • De verplichte visuele controle van het bedrijfsrestafval op sorteerfouten.

Uit geschatte cijfers van de OVAM blijkt dat het bedrijfsrestafval is toegenomen. De genomen maatregelen hebben nog niet de vereiste impact. Uit de sorteeranalyses blijkt immers dat er nog recycleerbare fracties (30% tot 40%) in het bedrijfsrestafval zitten. Er is dus nog potentieel om het bedrijfsrestafval te doen dalen. Bedrijven ondervinden barrières die hen weerhouden om de sorteerregels te volgen. In hoofdzaak zijn er drie grote belemmeringen.

Belemmeringen

De belangrijkste is de hoeveelheid en de complexiteit aan afvalfracties die verplicht selectief ingezameld moeten worden. Afval is vaak niet homogeen (gekleurd, bedrukt, gecoat,…), waardoor er ongewild fouten gemaakt worden, ondanks de investering van bedrijven in opleiding.

Ten tweede is er gebrek aan beschikbare ruimte om alle afvalfracties apart in te zamelen. Uit een bevraging van Voka bij meer dan tweehonderd bedrijven blijkt dat er bij een bedrijf gemiddeld elf verplichte fracties vrijkomen. Dit zijn dus elf afvaltypes die apart gesorteerd en gestockeerd moeten worden, wat vaak technisch niet haalbaar is.

Tot slot is er een kost verbonden aan het selectief inzamelen. Het uitgangspunt van de circulaire economie is om afval een economische waarde te geven. Tot op heden is dat voor veel afvalfracties echter geen realiteit, enerzijds omdat de verwerkingsprijs afhangt van factoren waar bedrijven geen grip op hebben (de primaire grondstofprijs, de kwaliteit en de afzetmarkt van het recyclaat) en anderzijds omdat het volume vaak te laag is om het economisch rendabel te maken. Toch worden bedrijven geconfronteerd met wetgeving die hen verplicht om afval met geen of weinig economische waarde selectief in te zamelen. Deze patstelling is nog duidelijker geworden sinds China in 2018 een importverbod heeft uitgevoerd voor belangrijke afvalstromen zoals kunststof, papier en karton, waardoor het verdienmodel zo goed als verdwenen is.

Naar een circulair verdienmodel

Deze drie problemen moeten zo snel mogelijk weggewerkt worden om maximaal te gaan naar een circulaire economie en om zo de vele reductiedoelstellingen op korte en middellange termijn te halen. Voka ziet hiervoor twee mogelijkheden.

Ten eerste moet men de recycleerbare afvalfracties meer economische waarde geven door het herstellen en verder uitbouwen van de recyclagemarkt. In Vlaanderen is er de ambitie om van Vlaanderen een recycling hub te maken. Dat moet nu ook omgezet worden in de praktijk.

Een tweede piste is een versoepeling van de sorteerverplichting op de bedrijfssite. Een doorgedreven sortering is vaak niet haalbaar omwille van plaatsgebrek, de complexiteit en het ontbreken van een verdienmodel. Voka pleit daarom om de sorteerverplichtingen van de niet gevaarlijke fractie te herzien, waarbij dan ook de economische recy cleerbaarheid wordt meegenomen. De mosterd kan hiervoor gehaald worden in Nederland, waar bedrijven kunnen afwijken van sorteerverplichtingen indien ze aantonen dat het economisch niet haalbaar is.

“De recycleerbare afvalfracties zullen meer waarde krijgen als de recyclagemarkt uitgebouwd en hersteld is.”

Voor fracties die enkel technisch recycleerbaar zijn en waarvoor er dus geen verdienmodel is, moet de bestaande uitzonderingsmaatregel toegepast worden. Deze maatregel laat toe om droge en niet-gevaarlijke fracties in één recipiënt (container) in te zamelen, mits nascheiding gewaarborgd wordt. Hiermee zal het immers mogelijk zijn voor bedrijven om plaats te besparen, kleine volumes in te zamelen en vereenvoudigde sorteerregels op te stellen. Hiervoor moeten privé-inzamelaars wel investeren in nieuwe sorteerinstallaties waarbij er voldaan wordt aan de kwaliteitsvereisten van het recyclaat, zodat deze fracties hun economische waarde vergroten.

De impact van het herstel en uitbouw van de recyclagemarkt alsook de opbouw van nieuwe sorteerinstallaties zal echter pas zichtbaar zijn op lange termijn. Een bijstelling van de reductiedoelstelling voor het bedrijfstrestafval (2022) is daarom ook onvermijdelijk.

This article is from: