32 minute read

Laadinfrastructuur voor elektrische bedrijfswagens

Laadinfrastructuur voor elektrische bedrijfswagens

In november 2021 werd het Vlaamse klimaatakkoord voorgesteld met een aantal bijkomende maatregelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Een van die maatregelen is dat tegen 2026 alle bedrijfswagens ‘zero emission’ moeten zijn. De elektrificatie van het wagenpark dringt zich op en doet heel wat vragen rijzen bij de ondernemers. Voka en Smarthub Cleantech nodigden daarom drie experten uit om gedurende twee uur inzichten te delen over de bijhorende laadinfrastructuur. En of er interesse voor was: liefst 160 deelnemers belden in voor de online infosessie.

Als eerste aan het woord was William Stinissen van Volta, de sectorfederatie van elektrotechniek. Hij leerde ons dat er drie manieren zijn om een elektrische wagen op te laden, namelijk via het stopcontact (Mode 2), via een gewoon laadpunt (Mode 3) of via een snellaadpunt (Mode 4). Een volledig opgeladen wagen kan vandaag gemiddeld 300 kilometer afleggen, wat overeenkomt met een verbruik van ongeveer 17 kWh per 100 kilometer. De meer dan 150 deelnemers kregen ook nog tips over de inrichting van hun parking en brandbeveiliging.

Slim netbeheer Tegen 2025 zouden er in Vlaanderen 30.000 laadpunten moeten bijkomen om de vergroening van het wagenpark te realiseren. Volgens Peter Van Strydonck van netbeheerder Fluvius zal mede hierdoor het elektriciteitsverbruik met wel 55% stijgen tegen 2050. Het was geruststellend te horen dat deze toename beheersbaar zal blijven door de geplande netinvesteringen en een slimmer netgebruik. Een mogelijke investering of aanpassing van het net is bijvoorbeeld een spanningswijziging van 230 naar 400 volt. Voor een slim netbeheer is de invoer van de digitale meter en het capaciteitstarief cruciaal. Het capaciteitstarief wordt pas ingevoerd in juli 2022 en geeft een financiële prikkel om het verbruik tijdens de piekuren onder controle te houden. Zo zal men er baat bij hebben om de wagen traag en gespreid in de tijd op te laden. In de toekomst zou men ook bidirectioneel kunnen laden waarbij de wagen elektriciteit terug naar het net kan sturen.

Laadkosten Finaal gaf Bart Massin van Stroohm uitleg over de praktische implementatie van laadinfrastructuur. Ten eerste gaf hij een overzicht van de vele actoren in de markt. Zo zijn er al heel wat producenten van laadpalen in binnen- en buitenland. Vervolgens maakte hij een vergelijking tussen laadkosten thuis, op kantoor en publiek. Op kantoor laden is momenteel het goedkoopst. Wie thuis zijn wagen oplaadt, bespaart ondanks de fel gestegen energieprijzen, ook nog steeds 35% aan kosten vergeleken met een tankbeurt van fossiele brandstoffen. Wel is het zo dat elke leasingmaatschappij andere tarieven hanteert gaande van 0,22 tot 0,99 euro per kWh. Ook werden de verschillende subsidiemogelijkheden toegelicht. Zo zijn voor kantoorgebouwen de installatiekosten nog het hele jaar aan 200% aftrekbaar.

Wil je weten hoe je de stap naar een duurzame bedrijfsvloot kunt zetten?

Schrijf je in voor de opleiding ‘Aan de slag met Total Cost of Ownership’. Daarin leer je waarom (plug-in hybride) elektrische voertuigen in jouw vloot vandaag al interessanter kunnen zijn dan conventionele voertuigen. Er zijn twee startdata: 28 en 30 maart. Scan de QR-code voor meer info.

Uitgelicht

24 AI ook belangrijk voor de Vlaamse kmo: "Het is onontgonnen goud dat in je organisatie zit" 27 Meet the Digihub-partners: Sirris 28 Brussels Airport Company: sneller, beter en... groener dankzij digitalisering 31 Vlaamse ondernemingen worstelen met digitale versnelling 32 "Chips vind je tegenwoordig overal" Het Leuvense

KLA-ICOS is een marktleider in de microchipmarkt

Digitalisatie

AI ook belangrijk voor de Vlaamse kmo: "Het is onontgonnen goud dat in je organisatie zit"

Artificiële intelligentie ofwel AI was de laatste jaren een enorme hype. Het zou de technologie van de toekomst worden, en veel futuristische toepassingen zoals zelfrijdende wagens mogelijk maken. Maar wat betekent dat voor de Vlaamse kmo? Geertrui Mieke De Ketelaere, directeur AI bij imec (IDlab) en adjunct-professor aan de Vlerick Business School, legt uit hoe je best met AI aan de slag gaat.

Eigenlijk is het niet zo moeilijk om te beginnen experimenteren met AI. Veel organisaties hebben erg veel interne data. Je moet dus geen dataset aankopen, en technologisch gezien kan je snel beginnen.

De Ketelaere begint het interview door vast te leggen wat AI betekent. "AI is nog altijd een buzzword", stelt ze. "Daarom is het zo belangrijk om het te definiëren. AI is in eerste plaats een systeem dat in staat is om zelfstandig te leren, zonder vooraf geprogrammeerd te worden. In tweede instantie is AI een autonoom systeem dat in staat is om zelfstandig beslissingen te nemen op basis van wat het geleerd heeft."

In tegenstelling dus tot een manueel geprogrammeerd softwaresysteem zal een AI-systeem nieuwe zaken leren, en zo ook zelf beslissingen nemen. AI is daarom volgens De Ketelaere vooral nuttig om taken over te nemen die onder de vier D's vallen: dull, dirty, difficult en dangerous, ofwel saai, vuil, moeilijk en gevaarlijk. "Waste management is daarvoor een interessant voorbeeld", stelt De Ketelaere. "In Vlaams-Brabant zijn er verschillende partijen bezig met AI en afvalverwerking, want dat is vuil, en soms zelfs gevaarlijk werk. Een batterij of gasfles in vuilnis kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn, maar je kan het niet altijd zien met het blote oog. Daar kan beeldherkenning via AI bij helpen. Ook gebruiken ze in deze regio slimme sensoren op de vuilkar. Zo volgen ze de afvalophaling op, en bovendien brengen de sensoren ook de kwaliteit van de wegen in kaart. Zo kan de provincie zijn wegenwerken beter oriënteren."

Maar ook andere gevaarlijke taken geven we best over aan AI. "Neem het onderhoud van windturbines", vertelt De Ketelaere. "Soms sturen we nog iemand met een trapladder naar boven om te kijken of er corrosie is, een gevaarlijke taak. Daar is het slimmer om sensoren te installeren die via AI automatisch vaststellen of er corrosie optreedt."

En dan zijn er nog de moeilijke taken. "Hier excelleert AI ook", weet De Ketelaere. "In sommige sectoren zit je bijvoorbeeld met enorm veel data, in een complexe, constant veranderende omgeving. E-commerce is daar een voorbeeld van. Daar kan AI inzichten geven, en zaken naar boven brengen die je met het blote oog niet zou zien."

Kant-en-klare AI Dat klinkt natuurlijk interessant, maar hoe relevant is dit voor de gemiddelde Vlaamse kmo? Zo heeft AI nog altijd de bijklank van duur te zijn en vooral nuttig voor grotere bedrijven. "Vroeger was het inderdaad zo dat je een eigen team en dataset nodig had", reageert De Ketelaere. "Dat maakte AI vooral nuttig voor grote bedrijven. Vandaag is AI echter ook toegankelijk voor de kmo. Ik zie veel kleinere bedrijven erop inzetten. Er is geen excuus meer om er niet mee aan de slag te gaan, want je moet geen data scientist hebben of een gigantische dataset. Er bestaat veel kant-en-klare technologie die het makkelijker maakt om AI toe te passen."

Om een eerste stap te zetten rond AI is de traditionele inspiratiesessie alvast een goede zet, maar daarna moet een bedrijf ook de sprong durven wagen. "Er bestaan erg veel sessies en workshops met sectorspecifieke toepassingen", vertelt De Ketelaere. "Daar kan je als bedrijf makkelijk mee beginnen, om inspiratie te halen. Maar eens je dat deed, is het evengoed belangrijk om een

top-down aanpak te hanteren. Je moet je organisatie klaarstomen. Want AI is veel meer dan data en technologie, het gaat ook over people and processes. Een slechte integratie van mensen en processen zorgt ervoor dat AI nog vaak faalt bij bedrijven.”

Tijdens die integratie is het trouwens belangrijk om technische hulp in te roepen. "Je kan het natuurlijk niet allemaal zelf doen", stelt De Ketelaere. "AI werd misschien al toegankelijker, maar hier en daar heb je nog wel ondersteuning nodig. Hier is het handig om samen te werken. België heeft gelukkig een mooi ecosysteem van AI start-ups die daarbij kunnen helpen."

Hype Wie AI zegt, zegt natuurlijk ook hype. De technologie werd de laatste jaren sterk opgehemeld. Kmo's blijven daarom volgens De Ketelaere best met beide voeten op de grond staan. "AI is een heel gemediatiseerde term. Bij kmo's gaat het trouwens vaker over een soort van advanced analytics. De toepassingen die we vaak in de media zien, denk maar aan zelfrijdende wagens, verwachten een erg geavanceerd niveau van AI. Maar voor de gemiddelde organisatie is dat niet altijd relevant. Meestal gaat het meer over hoe je een data-gedreven organisatie wordt. Zoiets groeit gradueel. AI kan je wel niet vergelijken met een ERP- of CRM-systeem. AI duurt geen jaren om te installeren. Het groeit mee met je organisatie. Het is een agile aanpak. Met AI moet je meegroeien, snel falen en lessen leren. Je moet vertrekken van een probleem, en snel kijken of je het kan oplossen met AI."

Wat natuurlijk niet betekent dat bedrijven AI links moeten laten liggen. "Als je met de niet-technische C-level managers over AI praat, dan duikt er al snel aarzeling op", vertelt De Ketelaere. "Het zal wel lang duren en veel geld kosten, zeggen ze vaak. Maar eigenlijk is het niet zo moeilijk om te beginnen experimenteren met AI. Veel organisaties hebben erg veel interne data. Je moeten dus geen dataset aankopen, en technologisch gezien kan je snel beginnen. Het is onontgonnen goud dat in je organisatie zit. De technologie werkt en de data zijn er. Nu moeten kmo's kijken wat dit betekent voor hun business, en hoe ze eraan beginnen vanuit het perspectief van een digitale transformatie."

Weg van de piloot Ondertussen zet Vlaanderen sterk in op AI, en wil het AI verspreiden bij lokale bedrijven. Zo lanceerde het in 2019 nog een Vlaams Actieplan AI. De laatste jaren zag De Ketelaere vooruitgang, maar ze benadrukt dat er nog veel werk te verrichten is. "We moeten meer bruggen bouwen tussen onderzoekers en bedrijven", stelt ze. "Die connectie is waar het vaak fout loopt. Een pilootproject draait misschien erg goed, maar de integratie in de eigenlijke organisatie loopt mis. De stap maken van onderzoek naar de operationele business, blijft erg moeilijk. België is daar trouwens niet uniek in. De operationalisatie van AI gaat wereldwijd vooruit, maar slechts erg traag. Als je kijkt welke budgetten daartegenover staan, dan vind ik dat ondermaats. Er is nog altijd een kloof tussen techneuten en niet-techneuten binnen bedrijven. En ik vrees dat die groter wordt naarmate technologie complexer blijkt."

Om die kloof te dichten, zijn er verschillende zaken nodig. Zo legt De Ketelaere zelf sterk de nadruk op personen die kunnen vertalen. "Je hebt mensen nodig die de vertaalslag tussen de technologie en de business kunnen maken", zegt ze. "Ik noem dat AI-vertalers of data-vertalers. AI is niet zomaar iets dat je bij de technologie-afdeling kan plaatsen, om het dan te vergeten. Niet iedereen moet natuurlijk een mega-expert zijn. Je moet ook geen fysicus zijn om een microgolfoven te gebruiken. Maar AI moet helemaal door de organisatie filteren, van de top naar beneden." Maar ook netwerken van ondernemingen zijn belangrijk. "Ik denk dat de Voka's en Agoria's van deze wereld een belangrijke rol vervullen", stelt De Ketelaere. "De academische wereld kan die rol niet helemaal invullen voor bedrijven. Zij hebben vaak meer operationele begeleiding nodig. Vandaag doen bedrijvenorganisaties vooral inspiratiesessies met een grote bundel aan toepassingen. Maar er moet ook begeleiding komen bij het operationaliseren van AI. Hoe stoom je je business klaar? Hoe ga je de toepassingen operationaliseren? Dat vind je nog te weinig in België."

"AI mogen we niet langer als iets alleenstaand zien", besluit De Ketelaere. "Het moet normaal worden dat er in je processen AI zit. Bij sales krijg je misschien een forecast die mee gegenereerd wordt door AI, of bij de productieafdeling gebruiken ze automatische beeldherkenning. AI kan je niet meer lostrekken van de business. Het moet een saus worden die over je hele organisatie loopt en haar naar een hoger niveau tilt. We hebben AI verkend, we weten dat het werkt, laten we het nu serieus aanpakken."

Meet the Digihub-partners: Sirris

De kennis over digitalisering die we hebben, vertalen naar jouw onderneming. Dat is de insteek van de Digihub. Daarin helpen onze kennispartners jou met advies op maat, met experimenteren rond wat voor jouw bedrijf het beste werkt, en met de implementatie van nieuwe digitale toepassingen. Wie die kennispartners zijn en wat ze kunnen betekenen, leggen ze hier zelf uit. Deze maand: Sirris.

Wat is Sirris? Sirris is het collectief centrum van en voor de technologische industrie. De 165 experten van Sirris helpen elk jaar zo’n 1.300 bedrijven - waarvan het merendeel kmo’s - om hun product, productie en/of business futureproof te maken door de juiste technologische keuze te maken voor marktgerichte oplossingen. We bieden bedrijven die willen innoveren drie belangrijke troeven: een brede multidisciplinaire expertise in uiteenlopende sectoren, een eigen hightech industriële piloot- en testinfrastructuur verspreid over het hele land en een uitgebreid partnernetwerk.

David Gay helpt - samen met zijn collega’s binnen het Business Development & Innovation team - bedrijven op weg met hun innovatietraject. Naast zijn jarenlange ervaring in het begeleiden van bedrijven bij het uitwerken van innovatieprojecten, heeft hij een uitgebreid netwerk van contacten opgebouwd om ondernemingen te ondersteunen. de maakindustrie, hebben we ook een specifiek aanbod voor ondernemingen die een digitaal product of een digitale dienst in de markt willen zetten. Verder hebben we ook heel wat expertise rond de ontwikkeling van slimme producten en het ondersteunen van bedrijven in de transitie naar de circulaire economie. Voor productielijnen die steeds sneller, nauwkeuriger, efficiënter en betrouwbaarder moeten zijn, is digitaliseren een noodzaak. Bedrijven kunnen de haalbaarheid en inzetbaarheid van nieuwe technologieën evalueren onder begeleiding en met ondersteuning van onze experts en industriële infrastructuur.

Do! Wat moet je zeker doen als je wil digitaliseren? Start met kleine projecten. Digitalisering is of lijkt soms overweldigend. Ons advies is om bescheiden te starten. Een eerste project brengt resultaten en lessen voort die je naar een volgend project meeneemt. Don’t! Wat mag je niet doen als je wil digitaliseren? De transformatie door één team of departement laten verwezenlijken. Elk onderdeel, en elke medewerker van de onderneming komt tegenwoordig in aanraking met digitalisering. En die evolutie voltrekt zich zeer snel. De betrokkenheid van alle medewerkers is dan ook een belangrijke voorwaarde. Essentieel in de strategie is de aandacht voor alle partijen in de waardeketen, niet in het minst de eindgebruiker.

Alles zelf doen is vandaag niet meer mogelijk. De vereiste expertises zijn steeds uiteenlopender en specifieker. Daarom is een samenwerking tussen alle divisies en met externe partners onontbeerlijk om een digitale transformatie succesvol aan te pakken. Digitaliseren kan je niet alleen.

Meer info: www.sirris.be

Waarvoor kunnen ondernemers bij Sirris terecht? Naast ruime ervaring met technologische innovaties in en voor

Voka Digihub Vlaams-Brabant

Digitale transformatie betekent investeren. Precies daarom heeft Voka Digihub in het leven geroepen, een begeleidingstraject voor datagedreven digitalisering waar ondernemers terechtkunnen voor advies, expertise, experimenteerruimte en financiële steun dankzij EFRO en VLAIO. Scan de QR-code voor meer info en ga zelf aan de slag!

Dankzij de doorgedreven digitalisering is Brussels Airport Company toonaangevend op vlak van vrachtvervoer en dat maakt van de nationale luchthaven een bijzonder interessante hub voor luchtvaartmaatschappijen en forwarders.

Digitalisering op Brucargo

Sneller, beter en… groener

Sta je er soms bij stil? Haast elke dag kopen of gebruiken we spullen of voedingswaren die per vliegtuig in ons land zijn toegekomen. Een groot deel daarvan passeert via Brussels Airport. Om die enorme goederenstroom in goede banen te leiden, zet Brussels Airport Company volop in op digitale toepassingen. Het motto? Sneller, beter en… groener. Digital Transformation Manager Sébastien Claerhout legt uit wat we daaronder mogen verstaan.

Waarom is digitale transformatie zo belangrijk voor het cargoluik van Brussels Airport Company (BAC)? Sébastien Claerhout: “Bij cargo op de luchthaven komen erg veel partijen kijken: je hebt de truckers die de vracht aanbrengen, de forwarders die de vracht opslaan en verwerken, de grondafhandelaars die de vrachten naar de luchthaven transporteren en ten slotte de luchtvaartmaatschappijen. Wil je een vlotte flow van vrachtvervoer, dan moet elke partij op elkaar afgestemd zijn en moet elke stap in het proces transparant en efficiënt verlopen. Digitalisering kan daarvoor zorgen. Het maakt een snellere afhandeling, sneller vertrek van vliegtuigen en, niet onbelangrijk voor het milieu, minder papierwerk mogelijk. Nog een voordeel is dat door digitaal te werken, transporteurs altijd kunnen weten waar hun vracht zich bevindt in het proces. Dat is vandaag nog niet mogelijk, maar is wel het einddoel.

Een tweede reden is dat de cargoindustrie sinds corona heel sterk gegroeid is. Op Brussels Airport stegen de volumes met 30%. Dat maakt dat we heel wat pieken zien, die we dankzij digitalisatie konden opvangen. We konden er beter op anticiperen doordat we zicht hadden op de geboekte slots en daardoor kun je tussen 24 en 48 uur op voorhand weten wat er van vrachten aankomt en hoeveel personeel er nodig zal zijn om ze te verwerken.

De laatste reden om volop in te zetten op digitalisering is om als organisatie toonaangevend te blijven. Vandaag kijken andere luchthavens naar ons omdat we zo innovatief en vooruitstrevend zijn. Dat maakt van BAC een bijzonder interessante hub voor luchtvaartmaatschappijen en forwarders.”

Hoe past duurzaamheid in dit plaatje? Sébastien Claerhout: “Duurzaamheid is een drijfveer om nog meer te digitaliseren. De impact op het milieu van onze inspanningen is groot: minder wachttijden voor trucks betekent minder stationair draaiende motoren en dus minder CO2uitstoot. Het verminderde papierwerk haalde ik al aan. Dit sluit ook aan bij het Stargate-project dat als doel heeft om met BAC de groene transitie te maken.”

Wat zijn digitale toepassingen die jullie al lanceerden? Sébastien Claerhout: “De basis van onze toepassingen is BRUcloud. Dat is een

platform waarin we open data delen met alle stakeholders op de luchthaven. Op basis van die data bouwen we dan toepassingen die alle leden van de cargocommunity kunnen gebruiken.

Een voorbeeld is de Digital Green Lane. Dat is de verzamelnaam voor een reeks van applicaties die samen zorgen dat het hele proces tussen de vrachtforwarders en grondafhandeling geüniformiseerd en gestandaardiseerd verloopt. Transporteurs boeken op voorhand een slot in, waarna ze zich bij aankomst aanmelden aan een digitale kiosk en doorverwezen worden naar de juiste gate. Daar staan dan mensen klaar om de vracht meteen in ontvangst te nemen en verder te verwerken. Zo kunnen we infrastructuur en mensen efficiënter inzetten, omdat we precies weten hoelang het afhandelen van een slot duurt. De piekmomenten vlakken af en daardoor beperken we ook wachtrijen van trucks.

Een ander voorbeeld is de Perishable Management App. Die laat toe aan de forwarder om bij het Federale Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV) te melden dat er een vracht met bederfbare goederen aankomt en de nodige certificaten mee te sturen. Daardoor kan het FAVV makkelijker en sneller controleren. De forwarder kan dankzij de app zien in welke fase de controle zich bevindt, waardoor hij kan anticiperen. Met deze app zijn we in 2021 gestart en we willen dit concept uitbreiden naar andere soorten van controles, zoals bijvoorbeeld de check op het transport van levende dieren.”

Jullie staan al erg ver. Wat brengt de toekomst nog? Sébastien Claerhout: “We willen onze positie natuurlijk nog versterken. Er zijn tal van gebieden waar nog verbetering mogelijk is. Ik denk aan artificiële intelligentie die forecasting en planning zal vereenvoudigen. Op kortere termijn: tot nu toe richtten we ons op het proces

Sinds corona groeiden de volumes op Brucargo met 30%. Dankzij digitalisering konden we die pieken opvangen.

Sébastien Claerhout, Digital Transformation Manager bij Brussels Airport Company.

tussen transporteur en het afleveren aan de gate en bijhorende controles. Volgend jaar willen we het proces van gate tot vliegtuig gaan stroomlijnen.

Uiteraard kijken we steeds naar de noden van alle betrokken partijen. Air Cargo Belgium - de community van vliegmaatschappijen, grondafhandelaars en forwarders - vertegenwoordigt de stem van de klant, wij bekijken alles vanuit het standpunt van de luchthaven zelf. De ontwikkelingen die we realiseren, hebben enkel nut als ze gebaseerd zijn op de noden van de transporteurs. Die communitywerking is redelijk uniek en maakt ons juist zo sterk ten opzichte van andere luchthavens, dus we mogen dat nooit uit het oog verliezen.”

Welke rol speel jij in dit digitaliseringsverhaal? Sébastien Claerhout: “Er zijn drie grote facetten aan mijn job. In de eerste plaats ga ik in de community de noden capteren en die afstemmen op onze roadmap. Door samen toepassingen uit te werken, slagen we erin ze ook effectief te laten gebruiken. Daarnaast ben ik de tussenpersoon tussen de betrokken partijen bij de technische uitwerking van projecten. Soms zitten niet alle partijen op dezelfde lijn als het over de manier van werken gaat: de ene doet het zus, de andere zo. Mijn rol is dan om een balans te vinden waarin iedereen zich kan vinden. Mijn derde rol is die van inspirator. Ik wil de community voortdurend laten kennismaken met innoverende technologieën en ze leren out of the box te denken. Denk bijvoorbeeld aan het Internet of Things of de mogelijkheden van 5G. Door voortdurend de markt in het oog te houden en de literatuur te volgen, kunnen we onze sterke positie blijven versterken. En dat is ook nodig om voor te blijven op de concurrentie.”

Het is een continu proces, dat is duidelijk. Maar wanneer zal jij tevreden zijn met je werk? Sébastien Claerhout: “Een eerste mooie mijlpaal zou zijn als we een 100% user adoption zien van onze applicaties. Dan kunnen we zeggen dat we op Brucargo volledig digitaal werken. Vandaag hebben we de early adopters al aan boord. Nu komt het erop aan om ook de andere stakeholders te laten instappen. En dat is een taak die voor mij is weggelegd.”

Brucargo in enkele cijfers

• In 2021 werd 840 000 ton vracht vervoerd via Brussels Airport • BAC beschikt over 35 000m² temperatuurgecontroleerde magazijnen voor farma. Dat is de grootste oppervlakte in Europa; • 5000 mensen werken op Brucargo (alle partners samen) • Via BRUcloud biedt BAC vandaag al 12 apps aan, gebruikt door 50 partners

Vlaams-Brabant on the digital move

Stilstaan is achteruit gaan en dat is wat we alvast zeker niet doen in Vlaams-Brabant. Bij Cronos Leuven houden we niet alleen een vinger aan de pols wat betreft nieuwe trends en opkomende technologieën, we staan ook elke dag tal van bedrijven bij met het opstarten of verder uitrollen van digitale projecten. "Want innoveren doe je elke dag, stap voor stap. En ja uiteindelijk zal daar ook de Metaverse of Quantum Computing bijhoren, maar vandaag realiseren we al hele mooie resultaten door in te zetten op IT, digitalisatie en procesoptimalisatie.", zegt Stefan Croimans, co-founder van Cronos Leuven.

Cronos Leuven is onderdeel van De Cronos Groep, de grootste onafhankelijke ICT-speler in België, en kan dus steunen op heel wat expertise en kennis op vlak van technologie, innovatie en ondernemerschap. De lokale hub in Leuven bestaat intussen reeds 5 jaar en is vandaag aan de slag voor verschillende bedrijven zoals onder andere Acerta, Doccle, Brussels Airport Company, UCB en OPC.

Digitale Assistenten zijn geen hype maar vormen een belangrijk instrument in het optimaliseren van bijvoorbeeld je klantencontact. Elke dag vinden we nieuwe manieren om operationele activiteiten te optimaliseren en zo e ciënter te werken.

Digitale Assistenten kunnen interne teams ontlasten met dagdagelijkse vragen die ze krijgen van de eindgebruikers waardoor deze teams onder andere meer focus kunnen leggen op de meer complexe vragen. Een mooi voorbeeld hiervan is het project van Doccy, de digitale assistent bij Doccle. Al draait het soms ook puur om snelheid. Zo hielpen we KBC met hun interne introductie van hun digitale assistent Kate door snel een werkend prototype te bouwen.

Door de toenemende digitalisering van onze economie en maatschappij staat security bij vele bedrijven hoog op de prioriteitenlijst.

We kunnen het belang van een goede beveiliging van software, applicaties en data binnen een bedrijf niet genoeg benadrukken. Als je bedrijf gehackt wordt, loop je namelijk niet alleen het risico op productieverlies, het betekent ook mogelijks een verlies van klanten. Bij onder andere GO! (Gemeenschapsonderwijs) voerden we een security audit uit en werken we sindsdien met hen samen om hun activiteiten op een veilige en efficiëntere manier te laten doorgaan.

Ook dit nemen we stap voor stap op en dit zowel op vlak van IT, business of specifiek marketing. Zo hebben we voor de Stad Leuven hun premieaanvragen geautomatiseerd en hielpen we Acerta met het kiezen en implementeren van één gecentraliseerde tool met een uniform klantbeeld. We organiseerden vervolgens ook interne trainingen om een optimaal gebruik van de tool te garanderen.

Benieuwd naar onze realisaties in de regio? Of wilt u graag visies uitwisselen over de mogelijkheden die huidige en opkomende technologieën voor uw bedrijf kunnen bieden?

Contacteer ons vrijblijvend. We delen graag onze kennis en enthousiasme!

www.CronosLeuven.be

Stefan Croimans

Stefan.Croimans@Cronos.be

Cronos Leuven (opgericht in 2016) is onderdeel van De Cronos Groep, de grootste onafhankelijke Belgische ICT-integrator. Cronos Leuven bestaat uit meer dan 16 expertbedrijven onder één dak en is gekend om zijn digitale projecten, innovatie en ondernemerschap. Men ondersteunt bedrijven van A tot Z: van inspiratie tot strategie, concept/prototype, ontwikkeling en ontzorging.

Vlaamse ondernemingen worstelen met digitale versnelling

Voka voerde afgelopen jaar bij 700 Vlaamse ondernemingen een volledige digitale doorlichting uit. Die digiscan levert een goed beeld op van hoe digitaal matuur ondernemingen zijn. De resultaten leren dat er nog veel verbetering mogelijk is. De digiscan toont aan dat 54% van de Vlaamse ondernemingen minder dan de helft scoort op cruciale parameters. Bijna 7 op 10 ondernemingen heeft nog steeds geen concreet actieplan om werk te maken van de digitale transformatie. En 6 op 10 ondernemingen (62%) zet niet in op training en opleiding van het personeel rond digitale vaardigheden. Nochtans is menselijk kapitaal een van de grootste succesfactoren in een digitale bedrijfstransformatie.

“Onze bedrijven zijn vandaag onvoldoende mee met de digitale omslag. Laat deze resultaten een wake-upcall zijn. Zonder digitale strategie zijn ondernemingen kwetsbaar in een snel digitaliserende omgeving. Bedrijven met een digitale strategie presteren doorgaans beter, kennen een hogere arbeidsproductiviteit, zijn dynamischer en groeien sneller. Voka wil ondernemingen bijstaan en biedt verschillende oplossingen aan. Samen groeien vereist een sterke digitale versnelling”, zegt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka.

700 bedrijven namen deel aan de digitale doorlichting en boden een inkijk in hun digitale strategie. Elke digiscan onderzocht verschillende bedrijfsdomeinen: strategie, organisatie, infrastructuur, klanten en leveranciers, en productie. De doorlichting vond plaats in samenwerking met Deloitte en met ondersteuning van VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen).

De belangrijkste resultaten van de digiscan bij Vlaamse ondernemingen: • 58% heeft geen of geen uitschreven digitale strategie • 62% heeft geen trainingsplan rond digitale vaardigheden • 42% volgt digitale trends in de eigen sector niet actief op

Bedrijven met een digitale strategie presteren doorgaans beter, kennen een hogere arbeidsproductiviteit, zijn dynamischer en groeien sneller.

• 43% heeft enkel een eenvoudige website met contactinformatie • 59% behandelt cyberveiligheid ad hoc en heeft geen gedocumenteerde beveiligingsstrategie

Ondernemingen die meewerkten aan de digitale doorlichting kregen de mogelijkheid om kosteloos een opvolggesprek aan te gaan. Op die manier wil Voka de ondernemingen de weg wijzen naar relevante opleidingen of naar bestaande spelers die bedrijven helpen bij het opmaken en ondersteunen van digitaliseringstrajecten.

De komende jaren blijft Voka de evolutie in digitale maturiteit van de Vlaamse ondernemingen van heel nabij opvolgen.

“Digitalisering start met het opmaken van een digitale strategie. Maak een actieplan met werkpunten op korte en lange termijn. Denk na over hoe je beter kan connecteren met wat je klanten verwachten, en handel daar ook naar. Betrek vooral ook je medewerkers. De krappe arbeidsmarkt noodzaakt ondernemingen om hun eigen mensen digitaal bij te scholen”, besluit Hans Maertens.

Hoe digitaal is jouw onderneming?

Vul de gratis Digitale Quick Scan in en ontvang een diepgaande analyse van hoever jouw onderneming staat in haar digitale transformatie. Je krijgt een score én kunt jouw resultaten naast die van sectorgenoten leggen. Tot slot krijg je aanbevelingen voor actie en kan je je resultaten bespreken met een expert van Voka en Deloitte. Scan de QR-code en doe de test

"Chips vind je tegenwoordig overal"

Het Leuvense KLA-ICOS is een marktleider in de microchipmarkt

Computerchips zijn niet meer weg te slaan uit het nieuws. De overheid investeert er zwaar in, en auto-fabrieken moeten sluiten door een wereldwijd tekort aan deze hoogtechnologische componenten. In Leuven vind je een verborgen parel die centraal staat in die industrie: ICOS Vision Systems. Het bedrijf maakt deel uit van de Amerikaanse groep KLA. Zij maken machines die fouten detecteren op chips. Daarmee surfen ze mee op de golf van de digitalisering.

KLA vult met andere woorden een heel specifieke niche binnen het complexe proces om chips te maken. Pieter Vandewalle, general manager van ICOS, legt uit hoe dat in elkaar zit. "Op een siliciumschijf worden eerst chips gemaakt", begint hij. "Vervolgens wordt die schijf met een diamantzaag in stukken gesneden, wat de individuele chips zijn. Die chips worden verpakt in een component, een plastic mold met contactpunten. Die worden op een moederbord geplaatst. En dat komt terecht in een eindproduct zoals een smartphone, laptop of tv. KLA maakt machines die in al die stappen worden ingezet." De machines controleren automatisch, via intelligente beeldherkenning, of er geen fouten in het proces zijn geslopen. "We inspecteren bijvoorbeeld of er geen defecten of krassen op de chip zitten", vertelt Vandewalle. "Dat is de core business van KLA. Wij maken de machines die de inspectie doen."

Een complex gegeven, want een chip bevat enorm kleine onderdelen. De meest geavanceerde chips bevatten tegenwoordig transistoren van 5 nanometer groot. Ter vergelijking, een menselijk haar is 80.000 tot 100.000 nanometer breed. "Als je een luchtfoto van China zou nemen vanaf 160 kilometer hoogte, dan vinden wij defecten ter grootte van een muntstuk op minder dan 10 seconden", stelt Vandewalle.

In die niche is de ICOS-afdeling van KLA een wereldleider. Ze hebben ongeveer 50% van de markt in handen. Iets dat er niet zonder slag of stoot kwam, maar

Een dure elektrische wagen bevat al snel duizenden chips. Tien jaar geleden waren dat er misschien enkele tientallen. Die immense toename ligt aan de basis van het chip-tekort.

het gevolg is van zware investeringen in R&D. "Dat is de enige manier om voorop te blijven", volgens Vandewalle. "Onze concurrenten zijn allemaal Aziatisch. Soms nemen zij het minder nauw met namaakregels. We moeten daarom continu innoveren en sneller gaan."

Spin-off KLA ontstond origineel uit de KU Leuven. De universitaire spin-off ICOS zag het licht in 1982. "In 1998 ging ICOS naar de beurs", vertelt Vandewalle. "In 2008 kwam er de overname door KLA. We doen eigenlijk nog steeds hetzelfde als daarvoor, maar dan binnen een grotere Amerikaanse groep."

Binnen die groep behoudt het oude ICOS alvast een grote graad van autonomie. Ze staan zelf in voor hun marktsegment, en hebben zelfs eigen kantoren overal ter wereld. "Dat is het mooie", stelt Vandewalle. "Toen ICOS werd verkocht aan KLA, werd al snel geopperd dat we een Vlaamse technologieparel weggaven. Maar we zijn erin geslaagd om binnen de KLA-groep te groeien. Sinds de overname zijn we hier lokaal in grootte verdubbeld. Ik ben trots op ons traject."

De chipmarkt, en ook KLA, groeit ondertussen scherp. Niet verrassend volgens Vandewalle, want chips zijn broodnodig om te digitaliseren. "Chips vind je tegenwoordig overal", stelt hij. "Natuurlijk zitten ze in zaken zoals computers en smartphones, maar het gaat ook verder, denk maar aan e-health, IoT en smarthomes. In sommige wagens zitten er enorme aantallen elektronische componenten. Als één component daarvan faalt, dan kan dat levensgevaarlijke gevolgen hebben. Kwaliteitscontrole wordt dus steeds belangrijker."

Chip-schaarste Tegelijk zagen we recent hoe er handenvol chips tekort waren. Verschillende autofabrieken in België moesten herhaaldelijk hun productie stopzetten omdat er chips ontbraken. Een probleem dat verschillende oorzaken heeft volgens Vandewalle. "We zitten met een versnelling van de digitalisering. Nieuwe zaken worden mogelijk omdat chips sneller worden, denk maar aan zelfrijdende wagens. Een dure elektrische wagen bevat al snel duizenden chips. Tien jaar geleden waren dat er misschien enkele tientallen. Die immense toename ligt aan de basis van het chiptekort. Daarnaast namen de meeste autobouwers tijdens het begin van de coronapandemie de beslissing om de aankopen van elektronica stop te zetten. Dat was een fout, want de rest van de wereld heeft die capaciteit opgekocht, en toen de markt terug aantrok, was er geen capaciteit meer over voor de autosector. Die bestellingen kwamen achteraan in de rij te staan."

Ondertussen zien we meer aandacht voor chips op politiek niveau. Zo kondigde de Europese Unie recent haar Chips Act aan. Die belooft om 43 miljard euro in de chipindustrie te steken, onder andere om meer chips in Europa te produceren. Een goede zet volgens Vandewalle. "Zo kunnen we onze afhankelijkheid van regio's zoals Azië verminderen", stelt hij. "Chipsproductie wordt zo diverser. Ik geloof niet dat je als regio helemaal onafhankelijk kan worden. De chipindustrie is zo gevarieerd en gespecialiseerd dat het onmogelijk is om de hele supplychain lokaal te doen. Maar meer diversiteit zal zeker nuttig blijken."

Digitalisering In die woelige markt leidt Vandewalle ICOS. Over de jaren heen legde hij als manager op een aantal punten de nadruk. "Snel innoveren is erg belangrijk voor ons", vertelt hij. "In onze industrie gaan zaken erg snel. Daarom werken we ook meer en meer samen met partners. Die vind je in allerhande regio's. In Leuven, maar evengoed de VS of Singapore. De enige manier om onze snelheid te behouden, is om samen te werken. De complexiteit van onze producten verwacht ook lokale beslissingsmacht. De experten die het dichtst bij de materie staan, moeten beslissingen kunnen nemen. Selfleadership dragen we hoog in het vaandel. Ten slotte moet je innoveren vanuit het standpunt van de klant. We moeten naar hen luisteren. We praten zelfs met de klanten van onze klanten, om zo klantgedreven mogelijk te innoveren."

De wereld digitaliseert dus snel, maar het zou nog sneller mogen voor Vandewalle. "In Azië stel je vaak vast dat nieuwe technologie sneller wordt opgepikt en sneller wordt vertaald naar toepassingen in het dagelijkse leven. Zo is het in China bijvoorbeeld niet meer mogelijk een koffie of een flesje water uit een automaat te halen met cash of kredietkaart. Alles verloopt via je smartphone. Ik nodig mensen altijd uit om zoveel mogelijk over de grenzen heen te kijken om nieuwe inspiratie op te doen."

Vragen?

Heb je vragen rond digitalisering en innovatie? Neem contact op met Ulrich Petré, Adviseur Digitalisatie en Innovatie via ulrich.petre@voka.be.

Lang stilzitten: niet zo onschuldig als je denkt!

Digitalisatie en het inschakelen van robots in veel bedrijven en voor veel functies, zorgen ervoor dat wij, als werkende mens, veel meer zitten. Dus, beste lezer, sta gerust even recht voor, na of tijdens het lezen van dit artikel. Het draagt bij tot een betere gezondheid!

Vlaamse volwassenen zitten gemiddeld 8,3 uur per dag. Deze cijfers werden bepaald vóór de coronapandemie. Door het vele telewerken en de beperkte sociale contacten, weten we dat deze zittende uren nog verhoogd zijn. Een groot deel van dit zitgedrag gebeurt tijdens de ‘werkuren’. Vlaamse bedienden brengen gemiddeld namelijk 70% van de werkuren al zittend door, waarbij het zitten slechts 4 maal onderbroken wordt.

Studies wijzen uit dat dit zitgedrag nadelige gevolgen kan hebben. Langdurig stilzitten is een risicofactor voor onder andere: • een lager mentaal welbevinden, • spier- en gewrichtsklachten, • cardiovasculaire aandoeningen, • een hogere BMI (Body Mass Index), • diabetes type 2, • darm-, baarmoeder-, en longkanker, • een hoger sterftecijfer. Opvallend is dat de risico’s van langdurig stilzitten onafhankelijk zijn van of iemand daarnaast voldoende beweegt! Een werknemer die tijdens de werkuren langdurig, ononderbroken zit maar wel naar het werk fietst (30 min./ dag), haalt weliswaar de beweegnorm, maar ondervindt nog altijd de negatieve effecten van het langdurige stilzitten. Je kan met andere woorden het lange zitten niet compenseren door elke dag een uurtje aan sport te doen. Het is daarom aanbevolen om het zitten ongeveer om de 20 à 30 minuten te onderbreken.

Onderzoek wijst uit dat werknemers veel belang hechten aan de sociale norm op het werk. Het is bijgevolg essentieel dat interventies om het langdurig zitten te verminderen, ondersteund en gedragen worden door het management en de collega’s. En dus ook, jawel, vanop afstand in deze digitale tijden.

Inspiratie nodig, of een poster met de bewegingstussendoortjes of meer informatie? Mail naar info@premed.be Om het langdurig zitten te verminderen, worden best verschillende strategieën gecombineerd. In de eerste plaats is sensibilisatie van de werknemers van belang. Daarnaast kunnen de omgeving en de sociale norm op het werk aangepast worden om het onderbreken van het zitten en het ‘kleine bewegen’ te stimuleren. De (thuis)printer kan bijvoorbeeld wat verder geplaatst worden zodat de werknemers moeten rechtstaan om een afdruk te nemen. Er kan ook aangeraden worden om al staand of stappend te telefoneren. Korte (digitale) overlegmomenten met collega’s kunnen eveneens staand gebeuren. Het stimuleren van het gebruik of het aanbieden van zit-sta-bureaus behoort ook tot de mogelijkheden. Er zijn ook eenvoudige bewegingstussendoortjes die je kan uitvoeren, een paar keer per dag.

Het is duidelijk dat het langdurig stilzitten diverse gezondheidsrisico’s met zich meebrengt en zo gevolgen kan hebben voor het ziekteverzuim en de gezondheid in zijn geheel. Het loont bijgevolg voor werkgever en werknemer de moeite om aandacht te hebben voor het verminderen van dit langdurig zitten. Afhankelijk van de werkcontext kan een passende combinatie van strategieën gekozen en geïmplementeerd worden om zo de gezondheid van de werknemers te verbeteren.

Premed heeft ook het gezondheidskompas ontwikkeld. Het gezondheidskompas is een instrument dat je een zicht geeft op de belangrijkste gezondheidsrisico’s met betrekking tot hart- en vaatziekten van uw werknemers. Ieder individu krijgt ook een overzicht van zijn of haar individuele scores met betrekking tot de risicofactoren voor deze hart- en vaataandoeningen (roken, een hoge bloeddruk, te hoge cholesterol, slechte eetgewoonten, overgewicht, diabetes en te weinig lichaamsbeweging).

This article is from: