7 minute read

West-Vlaming is toonaangevend met vernieuwende aanpak

Landschapsarchitect

Steven Delva scheert hoge toppen

“Groen wordt nog vaak gezien als een toevoeging in een project. Maar het is eerder de basis om opportuniteiten en zelfs geld op te leveren, als we integraal durven te ontwerpen en durven na te denken.” Aan het woord is landschapsarchitect en stedenbouwkundige Steven Delva, een rasechte WestVlaming die 20 jaar geleden naar Amsterdam trok. Hij laat de kracht van de natuur spreken in ruimtelijke ordening en dat doet de landschapsarchitectuur daveren op haar grondvesten.

Steven Delva, afkomstig uit het West-Vlaamse Zonnebeke, studeerde landschapsarchitectuur in ons land. Na die opleiding trok hij naar Nederland voor… dezelfde opleiding. “In ons land is dat een bacheloropleiding, in Nederland een ruimere master. Het is er ook een véél praktijkgerichtere opleiding: studenten werken 4 dagen per week mee in een landschapsarchitectenbureau, de lessen zijn er ’s avonds en één dag in de week.” Door die 2 opleidingen combineert Delva de schoonheid vanuit de hortus –tuinkunst uit Vlaanderen – met de techniek – werken met de systematiek van de natuur vanuit Nederland. Een unieke cocktail die een antwoord geeft op de urgente actuele vraagstukken.

Groot verschil

Nederland leek Delva ook een interessanter lanceerplatform voor zijn carrière. “Het evolueert in België nu wel in de goede richting, maar op het moment dat ik op de schoolbanken zat, was er op het vlak van landschapsarchitectuur nog een heel groot verschil in ‘klimaat’ tussen beide landen. Een landschapsarchitect in België werd er pas helemaal op het einde van een project bij gehaald om de groenaanleg voor zijn rekening te nemen. In België kozen ze eerst de architect en eens het gebouw er stond, mocht de landschapsarchitect de omgeving afwerken. In Nederland is het omgekeerd, al decennia lang. Een landschapsarchitect is er van bij de start bij en tekent mee de krijtlijnen van het project uit. De landschapsarchitect bepaalt hier hoe het project er kan uitzien; dan pas wordt gezocht naar een architect wiens stijl daarbij zou passen.” Na zijn studie bleef Delva in Nederland plakken. Hij startte met DELVA Landscape Architecture & Urbanism in Amsterdam, een landschapsarchitectenbureau dat intussen al 30 medewerkers telt. In Antwerpen opende hij een tweede hub, om ook in Vlaanderen voet aan land te houden.

Aanwinst

Met het landschapsarchitectenbureau reeg Delva de voorbije jaren het ene toonaangevende project na het andere aan elkaar. Hij laat de kracht van de natuur spreken in de ruimtelijke opdrachten die hij aanneemt. Groen is geen verplicht nummertje. Hij maakt er een echte meerwaarde van, een onderdeel van de businesscase, tot op een punt dat groen zelfs geld opbrengt.

Het project De Ceuvel in Amsterdam, één van de eerste projecten waaraan DELVA meewerkte, is een sprekend voorbeeld geworden van die innovatieve aanpak. Een verlaten scheepswerf in de haven van Buiksloterham zou gesaneerd en bebouwd worden. Maar door de hoge saneringskosten kwam de geplande ontwikkeling stil te liggen. “De gemeente wilde graag een duurzaam ontwerp voor de site, inclusief een exploitatieplan”, zegt Delva. “We besloten een zelfzuiverend park aan te leggen en zo de grond schoner en dus opnieuw waardevoller te maken. In dat park werden afgedankte woonboten geplaatst. Die werden ateliers voor kunstenaars en een café. Het werd een hotspot voor de stad, terwijl de grond er tegelijkertijd vanzelf proper werd gemaakt”, vertelt hij. Diezelfde techniek past DELVA nu toe in de wijk ernaast. Vervuilde industriegrond wordt er ingepakt en gebruikt om het kanaal vlakbij ondieper te maken, om ecologie toe te laten op de bodem van het kanaal. Langs de kades van het kanaal komen drijvende vlonders met parkzones en zelfs sportvoorzieningen. “Dat levert extra groene parkruimte op, waarmee we niet alleen zorgen dat de stad zijn natuurnorm haalt en de buurt kan genieten van extra groenruimte. We faciliteren er meteen ook enorm veel onderwaterecologie mee én werken kostenbesparend, omdat we het project CO2-neutraal maken.”

Méér geven dan strikt gevraagd wordt: het lijkt wel de rode draad doorheen het werk van DELVA. Een ander voorbeeld daarvan is het VDMA-terrein in het centrum van Eindhoven: een zone van zo’n 95.000 m² waar een projectontwikkelaar woningen, designermuseum, horeca en kantoren wil realiseren. Zoals bij elk dergelijk project moet er verplicht groen worden voorzien. “Maar in plaats van een optelsom van kleine lapjes groen aan de bebouwing en groengevels en -schermen om aan het nodige groen te komen, kiezen we resoluut voor een stadsbos van 5000 m². Dat lijkt misschien niet zoveel, maar dat is een fijne grote groenzone pal in een centrum van een stad. Een sterke keuze die ook een bijzonder goeie zaak is voor de biodiversiteit, de verkoelingsstrategie en de wateradaptatie op de site. Om die ruimte vrij te maken, kiezen we ervoor om in de hoogte te bouwen. Een dergelijk project krijg je er in de buurt vlotter door. De buren zien niet enkel de nadelen van ‘die hoogbouw’: ze zien in het stadspark een echte aanwinst voor hun buurt. Het is ook goedkoper dan groen aan gevels te voorzien.”

Naar Rotterdam met de Bouwen Vastgoedcommunity

De bouw- en vastgoedsector staat voor een grote uitdaging om de omslag te maken naar een duurzame en circulaire toekomst. Tijdens deze tweedaagse trip nemen we professionals uit de sector mee naar Rotterdam. We bezoeken verschillende circulaire en duurzame gebouwen en spreken met experts en ondernemers die zich bezighouden met de transitie naar een circulaire economie, onder wie ook Steven Delva.

Meer info: ann.dedecker@voka.be

Casino Middelkerke

DELVA is de hoofdarchitect als landschapsarchitect van het Duincasino in Middelkerke, dat momenteel wordt gebouwd. “We hadden een losstaande ‘doos’ kunnen uittekenen op de dijk, maar we hebben de opdracht als een opportuniteit gezien om de hele zeedijk mee op te waarderen en ook het publieke duinlandschap uit te breiden. Het casino en de noodzakelijke dijkversterking zijn in elkaar verweven als één opgave, waardoor je een multifunctionele dijk krijgt waarop een duinlandschap gelegd wordt. Dat is goedkoper én duurzamer, want het is een energetisch interessante oplossing.”

‘Meekoppelkansen creëren’, noemt Delva die aanpak zelf. “Het is ook gewoon de toekomst: verdichting van bestaande verstedelijkte gebieden als middel om te vergroenen en te verduurzamen. Bestaande gebieden moeten we laten doorontwikkelen naar fijne plekken voor mens, dier en economie. Groen wordt vaak gezien als noodzakelijk kwaad in een project, een kostenpost. Maar het kan geld en opportuniteiten opleveren, als we maar het bredere plaatje bekijken.”

(JM - Eigen foto)

Maison D’Artagnan gaat met staalskeletbouw de circulaire toer op

Andy Busschaert en Veronique Vandewalle maken met Maison D’Artagnan een jeugddroom waar. De projectontwikkelaar realiseert woningen en flatgebouwen hoofdzakelijk met eigen medewerkers en brengt ze pas op de markt als ze voor 80% zijn afgewerkt. “Kopen op plan is niet aan ons besteed. Mensen vinden het belangrijk om concreet te zien welke kwaliteit ze voor hun geld krijgen.”

De zelfstandigheid zit Veronique en Andy in het bloed. Tot voor 2015 had hij een eigen zaak als elektricien en specialist in audiovideo, terwijl zij een publiciteitsbedrijf runde. “Eigenlijk wist ik altijd al dat mijn toekomst in de bouw lag. Als adolescent liep ik graag mee met mijn vader, die gouden handen voor renovatie had en aan mij de elektriciteitswerken toevertrouwde. 8 jaar geleden waren Veronique en ik klaar voor iets nieuws en hebben we ons voluit op de projectontwikkeling gefocust.”

Gecontroleerde groei

Maison D’Artagnan biedt elk project aan investeerders aan om mee te gaan financieren. “Naar dergelijke mensen zijn we steeds op zoek. Voor de toekomst mikken we op een verdere gestage en gecontroleerde groei. Met ons A-team van 14 uitstekende arbeiders en 4 gepassioneerde bedienden zitten we gebeiteld om een hogere capaciteit aan te kunnen. We maken ons sterk dat we met ons eigen team prijsbewust en kwalitatief kunnen bouwen, met het oog op de toekomst van onze kopers en vooral ook het milieu.”

Onder de merknaam Maison D’Artagnan biedt het koppel diverse diensten aan. “De eerste pijler is projectontwikkeling en nieuwbouw. Met een team van eigen mensen zetten we woningen en appartementsblokken, meestal in staalskeletbouw. Alleen voor grond- en dakwerken, ramen, deuren en de plaatsing van de keuken doen we een beroep op gespecialiseerde onderaannemers. We bieden de woningen pas te koop aan als er alleen nog wat afwerking moet gebeuren. Op die manier hebben de latere bewoners of de investeerders een heel goed beeld van waar ze zullen terechtkomen. Die aanpak laat ons ook toe optimaal de kwaliteit te controleren.” De realisaties van het Waregemse bouwbedrijf zijn doorgaans hippe gezinswoningen. “Middelgrote projecten, bijvoorbeeld van een 4-tal woningen of 8 appartementen, doen we heel graag. We hebben altijd circa een dozijn projecten in de portfolio, die samen goed zijn voor bijna 80 woonentiteiten.”

Draaiboekwoningen

Daarnaast verzorgt het bedrijf met Into The Blue zwembaden en wellness op maat. Kwaliteit en gebruiksgemak staan hierbij centraal. “Ook bieden we draaiboekwoningen aan. Dat zijn huizen waarbij de koper kiest om ze zelf te renoveren. Dat gebeurt op basis van een door ons aangereikt draaiboek, dat een goed overzicht biedt over welke werken nog moeten gebeuren en het kostenplaatje dat daaraan vasthangt. Als mensen extra ondersteuning willen, kan dat evenzeer. Zo kunnen ze bij ons bouwmaterialen aankopen of badkamermeubels kiezen in onze ‘Blue deals’-showroom. Blijken bepaalde werkzaamheden toch te uitdagend, kunnen we die ook voor hen uitvoeren.” (BVC - Foto Kurt)

Debaenst neemt tak industriële lichtstraten van Skylux over

Debaenst uit Moeskroen heeft de activiteit rond de industriële lichtstraten van Skylux uit Stasegem overgenomen. Debaenst zal die voortzetten onder de naam Cintralux. CEO Kurt Debaenst realiseert zo zijn eerste overname buiten de voedingssector.

Skylux, een familiebedrijf in de derde generatie, is fabrikant van daglichtoplossingen voor platte en schuine daken en outdoor living. Het werd in de jaren 50 opgericht door Albert Glorieux en wordt vandaag geleid door kleinzoon Jean Glorieux. Omdat het zich voortaan op de residentiële renovatiemarkt wil focussen, zocht het een overnemer voor de activiteiten van de lichtstraten en bijhorende industriële producten, met als klantenbasis industrie en hallenbouwers.

Debaenst is ook een familiebedrijf. Het is al 3 generaties actief in de vleessector. Zaakvoerder Kurt Debaenst en zijn echtgenote Catherine Huyzentruyt hebben door de jaren heen de knowhow opgebouwd om kwaliteit en capaciteit te combineren. Zij investeerden de voorbije jaren aanzienlijk in de automatisatie van hun productielij- nen en verpakkingsafdeling. Op vandaag beleveren zij met hun bedrijf in België en Bocquet in Frankrijk de Belgische en Franse retail met consumentenverpakkingen.

Nauwe samenwerking

Aan dat succesverhaal willen Kurt en Catherine Debaenst-Huyzentruyt de komende jaren een vervolg breien, ook buiten de voedingssector. Ze nemen de industriële activiteiten van Skylux en alle personeelsleden over. Het onafhankelijke bedrijf krijgt de naam Cintralux. “Cintralux is de merknaam van de aluminium lichtstraten en is bij de industriebouwers goed bekend”, legt Kurt Debaenst uit. “We zullen na de overname overigens nauw blijven samenwerken met Skylux. Enerzijds blijft de productie voorlopig gehuisvest in Stasegem. Naast de typische industriële producten zoals lichtstraten, hebben we ook een exclusiviteitscontract met Skylux om bijvoorbeeld koepels en platdakramen aan te bieden aan diezelfde klantenbasis. Zo kunnen de klanten verder op de totaalservice van Cintralux blijven rekenen voor het binnenbrengen van natuurlijk daglicht én voor rook- en warmte-afvoersystemen”, besluiten Kurt en Catherine Debaenst-Huyzentruyt. (JV - Eigen foto) www.debaenst.be

This article is from: