In

Zeebrugge wordt de nieuwe

Scheldetunnel gebouwd

In Zeebrugge draaien de betonmixers voor de Scheldetunnel van de Oosterweelverbinding. In een put van 900 op 200 meter wordt 2 jaar lang gebouwd aan 8 tunnelelementen. Die zullen rechtopstaand 40 meter hoger zijn dan de Brugse Onze-LieveVrouwekerk. Nadat ze over de Noordzee naar Antwerpen gesleept zijn, blijft een nieuw dok over.

Op de hoek van het Boudewijnkanaal en het Verbindingsdok goot Vlaams minister van Openbare Werken Lydia Peeters (Open Vld) het eerste beton in een vormingsstuk. “De Scheldetunnel wordt cruciaal om de mobiliteit rond Antwerpen en daarmee voor heel Vlaanderen opnieuw vlot te trekken”, benadrukten Peeters, havenvoorzitter

Annick De Ridder (N-VA), ondervoorzitter

Dirk De fauw (CD&V) en de Antwerpse schepen Koen Kennis. “In 2013 viel de keuze voor deze bouwplaats op Zeebrugge. Wij vonden hier voldoende ruimte langs het water en het toenmalige havenbestuur van Zeebrugge zou er een dok bij krijgen”, zegt Bart Van Camp, directeur omgeving van bouwheer Lantis. Eerst plaatste aannemer Artes uit Zeebrugge een kaaimuur van 900 meter op ongeveer 200 meter parallel met de oever van het Boudewijnkanaal. Daartussen werd de voorbije 2 jaar een put van maar liefst 200 meter breed en 9 meter diep aangelegd. Voor die huzarenklus werd de Tijdelijke Maatschappij COmbinatie TUnnel (TM COTU) gevormd door de allergrootste aannemers Besix, Stadsbader Contractors, DEME en Jan De Nul.

Nieuwe terminal

“Nu start het maken van 8 reusachtige blokken van 160 meter lang, 40 meter breed en 10 meter hoog. Om een idee te geven: als je zo’n element rechtop zet, torent het 40 meter boven de Brugse Onze-Lieve-Vrouwetoren (van 122 meter) uit. We gebruiken 190.000 kubieke meter beton, verstevigd met 50.000 ton wapeningstaal”, schetst Jan Bauwens, directeur van TM COTU. De komende 2 jaar zullen er tot 200 mensen aan de slag zijn. Bauwens:

“Als alles volgens plan verloopt, zullen de elementen begin 2025 klaar zijn. Dan maken we de openingen dicht, laten we het bouwdok vol met water lopen en graven we de tussenliggende oever met het Boudewijnkanaal weg. Vervolgens slepen we de drijvende elementen over de Noordzee naar Antwerpen. Daar worden ze tot op de bodem afgezonken om een lange tunnel te vormen.” In Zeebrugge worden dan de resterende wanden van de bouwput weggenomen en blijft alleen de op voorhand gebouwde kade van 15 meter diep over. Zo ontstaat langs het Boudewijnkanaal een nieuwe aanlegplaats voor de roroterminal van Wallenius Wilhelmsen. De werf kan bezocht worden op 7 mei, wanneer de Vlaamse Havendag en Open Wervendag samenvallen. (RJ - Foto MVN)w