9 minute read

“Groeien is een must”

Next Article
Van 1 naar 31

Van 1 naar 31

Koen Bossuyt — Publima en COVRR

Bedrijven zichtbaarheid geven door lichtreclame, reclameborden en gevelreclame op de meest esthetische manier te ontwerpen en op meest strategische manier te installeren: dat is de missie van Koen Bossuyt, de CEO van Publima. Met 3 filialen (in Zwevegem, Hasselt en het Nederlandse Tilburg) out Publima zich als een snelgroeier. Zelfs de nieuwbouw van 2020 wordt nu al te klein. Alsof dat nog niet voldoende was, pakt Bossuyt ook nog uit met een nieuw bedrijf, COVRR, dat gevels van bedrijven omturnt tot heuse blikvangers.

Eén vraag brandt meteen op onze lippen. Hoe runt een mens 4 bedrijven?

“Laat ons niet overdrijven, de 3 signbedrijven onder de noemer Publima moet je stilaan als 1 sterk bedrijf zien. In COVRR (zie kader) neemt mijn zoon Anthony ook veel van de uitdagingen op zich. Daarnaast is het superbelangrijk om goede medewerkers in huis te hebben. Zij zijn mijn eerste ambassadeurs. Bovendien hebben we een emotioneel product in huis dat als het ware zichzelf verkoopt. En ik heb gezorgd voor een goed geoliede organisatie. Zelf ben ik eerder het technisch-commerciële type, dus liet ik me voor de structuur bijstaan met professioneel advies.”

Wat drijft u het meest: tomeloze ambitie dan wel de passie om te ondernemen samen met anderen?

“Ik werkte in een eerder leven jarenlang voor Barco en reisde de wereld rond. Maar er komt een dag dat dat een beetje te veel wordt. Binnen een corporate structuur, met nu eens centralisatie en dan weer decentralisatie van bevoegdheden, zag ik mezelf niet langer functioneren. Ook een status als expat zag ik niet meteen zitten. Maar er was meer, passie inderdaad. Ik droomde er al langer van om zelf ondernemer te worden. Het was ook een zeer concrete droom: ik wilde lokaal aan de slag gaan met een product dat kwaliteit en design aan elkaar koppelde. Met dank aan het Kortrijkse bemiddelingskantoor OBA (dat bemiddelt tussen verkopers en kopers van bedrijven, nvdr), kwam ik in 2010 bij Publima terecht. Dat voelde meteen goed aan. Met de hulp van mijn echtgenote en de bank konden we het realiseren.”

Er is een theorie die zegt dat de wijze van managen in wezen altijd hetzelfde blijft, ongeacht de sector waarin je actief bent. Klopt dat?

“Dat klopt maar deels, denk ik. Elk product en dus elke markt is anders, en dat vergt dieptekennis. Elk bedrijf heeft ook zijn eigen mensen en processen. Waar ik wel een parallel in zie, is in de beleving, en het zoeken en aanbieden van oplossingen. De drang naar kwaliteit en het bieden van creativiteit lopen als een rode draad door al mijn activiteiten. Een voorbeeld: wij hebben hier geen gewone deur waardoor bezoekers het bedrijf betreden, maar wel een grote gele schuifpoort, waar bezoekers zichzelf toegang moeten verschaffen met een duw op een rode knop. Dat typeert onze visie: we willen net dat tikkeltje anders zijn in alles wat we doen. Als bezoekers het pand betreden, zie ik alleen maar een brede glimlach op hun gezicht.”

Publima werkt met een veertigtal medewerkers. De meest gehoorde opmerking of klacht van ondernemers is steeds dezelfde: “We vinden geen mensen.” Hoe doet u dat?

“Zorg voor medewerkers is cruciaal. Iedereen aan boord weet dat ik extreem flexibel probeer te zijn voor het invullen van de werkuren. Er kan wat dat betreft heel veel. Maar zorg gaat ook over het kader waarin je werkt. Zittend of staand? De 2 opties zijn open. In een lawaaierige omgeving of zonder de nodige decibels? Ook daarmee werd rekening gehouden. In onze kantoren zal je geluidspanelen vinden die het lawaai danig dimmen en de akoestiek ten goede komen. Het zijn maar enkele voorbeelden. Respect vertaalt zich ook in een open cultuur. De glazen deur van mijn bureau staat altijd open, medewerkers weten dat ze altijd welkom zijn met hun vragen, al wil ik natuurlijk ook geen ‘vuilbakmanager’ zijn. Je moet ook je medewerkers responsabiliseren om zelf met oplossingen te komen als er zich een probleem stelt.”

Wat is het leukste aan ondernemen? En wat het minst leuke?

“Ik vind ondernemen fantastisch. Samen met anderen dagelijks zaken in beweging zetten met een aantrekkelijk product, mooi toch, niet? En dan weten dat er nog groeikansen klaar liggen op de langere termijn. De keerzijde? Groeien is mooi, maar zorgt ook voor de klassieke groeipijnen, we moeten dat niet verstoppen. 3 jaar na de bouw van een nieuw hoofdgebouw annex kantoren zijn we al letterlijk tegen de muren opgegroeid. Dat vraagt al om een oplossing die we snel hopen te vinden in de onmiddellijke buurt. De recente gebeurtenissen hebben ons ook zorgen gebaard. Denk aan de prijsstijgingen of aan het gebrek aan grondstoffen, waardoor we te veel stock moesten vergaren. Tot voor corona kon je basisproducten zoals aluminium als het ware op afroep verkrijgen; nu kan dat tot 2 maanden duren. Maar je hoort me niet klagen: zelfs tijdens covid hebben we geen dag stil gelegen, met inachtname van de nodige preventiemaatregelen. De vraag stokte dan wel een tijdje, maar al te lang heeft dat niet geduurd. Nu is het een gekkenhuis. We kunnen amper de vraag volgen.”

Je kan er tegenwoordig niet meer naast kijken langs de E17: lichtreclames zijn in opmars. Betekent dat dat de WestVlaamse ondernemers het oude adagio ‘Vivons heureux vivons cachés’ hebben afgezworen en hebben ingeruild voor ‘Be good and tell it’?

“Ook uit ons onderzoek blijkt dat er op dat vlak sprake is van een zekere omwenteling. Maar laat het me ook even bekijken van een nog breder perspectief. Van Rijsel tot Amsterdam zie je langs de autosnelwegen inderdaad meer bedrijfsnamen oplichten. En hoe meer je naar het noorden trekt, hoe meer je het aantal ziet stijgen. We zijn dus niet toevallig ook in Nederland beland, waar ze op dat vlak nog verder staan. De grote vaststelling blijft overal dat bedrijfsleiders, maar ook hun medewerkers en consumenten, het graag hebben over beleving enerzijds en naambekendheid anderzijds. Ons product leent zich perfect voor die dubbele vraag. Ik zeg soms: ‘onze lichtreclames staan gelijk aan minstens één advertentie per dag’. Langs een autosnelweg rendeert zo’n investering gegarandeerd. Het zou zonde zijn om zo’n kans te laten liggen.”

Is groeien een must in uw optiek?

“Groei is zeker een must. Het zorgt voor meer flow in de processen en dus meer ren- dement. Het is bovendien ook een aardige motivator voor medewerkers.”

Hoe zou u de strategie van uw bedrijven omschrijven? Heeft u een businessplan in de kast liggen?

“Jawel hoor. Ik wil niet hautain klinken, maar vandaag is Publima dé referentie in Benelux-verband. Dat was het opzet toen we eraan begonnen. We zijn klein en fijn begonnen, maar nu zijn we toch doorgegroeid tot een cruciale speler. Aan de basisprincipes wordt niet geraakt: kwaliteit bieden, creatief zijn, enige schaalgrootte nastreven, rendabel zijn, zoveel mogelijk verticale integratie zodat we niet al te afhankelijk zijn van anderen. Cruciaal in ons verhaal is ook de nabijheid. Ik blijf erbij dat je een zekere taille moet nastreven om rendabel te zijn én kwaliteit na te streven. Veel van de kleine conculega’s hebben geen technische knowhow, kennen het verschil niet tussen stroom en spanning en kopen hun producten in Oost-Europa. Als wij zo snel groeien, heeft dat zijn redenen.”

Hoe heeft u de Limburgse overname verteerd? Overnemen is één zaak, integreren een andere zaak.

“Er was één groot voordeel: het ging ook om een familiebedrijf. Die spirit maakt de zaken toch altijd een ietsje eenvoudiger. Het bedrijf was opgericht in de jaren 50 en had traditie, maar was dringend aan een revival toe. Onze ervaring en ons model in Kortrijk hebben ons geleerd hoe het best de zaken aan te pakken, en dat heeft de zaken toch wel eenvoudiger gemaakt. Een nieuwbouw zorgde ook voor een nieuw elan en dat heeft het lokale team snel mogen ervaren. Limburgers kopen graag lokaal; ook dat was een meevaller. Eén uitdaging blijft echter altijd overeind: naarmate we groeien, moeten we er ook over waken om onze kmo-mentaliteit niet te laten verwateren, want dat zou zonde zijn.”

Waar liggen de groeikansen?

“Puur geografisch geloof ik sterk in een doorbraak richting Frankrijk, zeg maar de as van aan de landsgrens tot Parijs. Daar ligt nog veel onontgonnen terrein. Niet zozeer om er lokaal een ‘fabriek’ op te richten, want de sociale wetgeving daar is niet van de poes. Maar de markt, die is er wel. In eigen land zie ik nog veel onbenutte kansen in hoofdzakelijk 2 sectoren, die nu eerder stiefmoederlijk behandeld worden: de retail enerzijds en de autosector anderzijds. Ook op het vlak van way finding is er nog veel te doen. Denk aan opgelichte signalen in bedrijvenzones of in ziekenhuizen.”

Koen Bossuyt heeft blijkbaar een boontje voor nichebedrijven. Naast Publima richtte hij in 2021, in volle coronaperiode, ook nog COVRR op, een bedrijf dat zich integraal toelegt op het kwalitatief en creatief upgraden van bedrijfsgebouwen met gevelbekleding. COVRR heeft al een sprekende referentielijst, met als sprekendste voorbeelden allicht het nieuwe kleedje van hotel La Réserve in Knokke en de goudgele gevel van Arlu in Ardooie.

Hoe evolueert de sector? Zijn zaken als AI of VR ook aan de orde?

“In onze sector zien we dat nog niet doorbreken. Onze bouwheer wil zijn naam of logo vast aan zijn gebouw in zijn kleur. Daar mag dan in de volgende 15 jaar niets aan veranderen. We zien wel een nood op het vlak van circulariteit, en daar werken we hard aan.”

Tot slot: blij met de Vlaamse context?

“Voka klopt terecht op een aantal nagels die absoluut voor verbetering vatbaar zijn. Van één indruk kan ik me echter nooit ontdoen: dat het discours van de vakbonden in dit land nog altijd te zwaar weegt. Daar kan niemand omheen.”

(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

Digitaliseringsexpert Squadron vindt nieuwe thuis in The Nest

Waregem is een iconisch kantoorgebouw rijker. Aan de afrit van de E17 en voor ze De Vlecht oprijden, bekijken veel automobilisten bewonderend The Nest, dat sinds begin dit jaar de locatie vormt waar de medewerkers van Squadron dagelijks aan de slag kunnen. Ze delen het gebouw met bedienden en ingenieurs van Stas. “Dit is een gedroomde omgeving om dagelijks de juiste oplossingen voor onze klanten te bedenken”, vindt Dries Dewulf, Business Unit Manager bij Squadron.

Squadron ontstond 3 jaar geleden binnen de schoot van Stas. “Al snel rees het idee om de expertise van onze ingenieurs ook ten dienste van andere ondernemingen te stellen”, verduidelijkt Dries Dewulf. “Zo stond Squadron eigenlijk vrij snel op eigen benen, met een eigen kantoor in een gebouw van het bedrijvencentrum E17 West in Waregem.”

De activiteiten van Squadron focussen zich hoofdzakelijk op de maakindustrie in Westen Oost-Vlaanderen. “We helpen bedrijven waarvan het aanbod zich kenmerkt door een ‘high mix’ en een ‘low volume’. Onze klanten zijn dus fabrikanten met een sterke variatie van hun eindproducten.”

“Concreet begeleiden we hen van nabij voor end to end-digitalisering. Vaak gaat het om nogal complexe uitdagingen, die resulteren in transformatie met echte impact en een grote meerwaarde. Dankzij de combinatie van onze verschillende expertises, beschikken we over een brede en diepe functionele kennis van de maakindustrie. Die is eerst nodig om, vooraleer we aan het digitaliseringstraject beginnen, processen te vereenvoudigen en te optimaliseren. Na de vereenvoudiging is de organisatie van onze klant voorbereid om met onze ondersteuning het volledige proces van het aanmaken van een offerte, contractverwerking, sturing van de productie tot en met dienst na verkoop, te automatiseren. Daarvoor hebben we een unieke middleware ontwikkeld die systemen zoals CPQ, PDM, ERP en MES met elkaar integreert.”

Gebouw

Delen

Een tijdje geleden concludeerde de familie Heyse, die voor 100% eigenaar is van zowel Stas als Squadron, dat de gebouwen van de trailerfabrikant geen correcte weerspiegeling waren van de innovatiedrang die er leeft. “Zo groeide het idee om de bedienden van Stas te huisvesten in een gebouw dat die vernieuwingsgeest krachtig uitdraagt. Om de synergie tussen de mensen van Stas en Squadron te bevorderen, viel de beslissing om de creatieve geesten van beide ondernemingen daar een nieuwe thuis te geven. The Nest is daar de beste illustratie van. Het is volledig geconcipieerd om de professionaliteit en persoonlijke ontwikkeling van onze mensen alle kansen te geven.”

Op het gelijkvloers, waar de noordzijde volledig is opgebouwd uit glaspartijen (met uitzicht op de E17), vind je de burelen van Stas. “Daar is voor elke productgroep van de trailerfabrikant een apart kantooreiland gecreëerd, zodat de verantwoordelijken voor onder meer aankoop, verkoop en projecten er heel vlot onderling kunnen communiceren. De eerste verdieping is de professionele thuis van verschillende medewerkers en de directie van Squadron. Je vindt er ook kleine en grotere vergader-

Groei

“De komende jaren wil Squadron zich in eerste instantie verder concentreren op het begeleiden van digitaliseringsprocessen bij maakbedrijven in West- en OostVlaanderen, en bij uitbreiding Vlaanderen”, verklaart Dries Dewulf. “Door onze naamsbekendheid te verhogen, willen we een nog bredere doelgroep bereiken. Momenteel beschikken we over circa 50 medewerkers, quasi evenredig verdeeld over België en NoordMacedonië. Onze Belgische mensen kunnen trouwens ook werken vanuit Oostkamp, waar we een kantoor hebben in O-Forty, een site die we in de komende periode verder willen uitbouwen.” ruimtes. Op de tweede etage kunnen alle andere ‘Squadroniërs’ terecht, terwijl de bovenste verdieping functioneert als een idealab. Het is een grote ruimte, uitgerust met een gigantisch whiteboard, waar we de processen van onze klanten volledig in beeld brengen tijdens een zogenaamde bluepaper-sessie.” Haaks op het trapsgebouw staat De Smisse, de eetzaal die ook beschikt over een bar voor after work-momenten en het vieren van succesvolle projecten. (BVC - Foto Kurt) www.squadron.be

This article is from: