
12 minute read
ATTENTIA
Telewerken vanuit het buitenland, kan dat?
©Fotofelux
Het voorbije jaar heeft ons veel bijgeleerd over de ‘werkplek’. Tijdens de eerste lockdown in maart 2020 was thuiswerken nog nieuw. Het triggerde en medewerkers genoten van de voordelen. “Bij de volgende lockdowns begonnen sommigen zich meer en meer te ergeren aan de vervelende kantjes. Bijvoorbeeld de te kleine werkruimte. Sommigen zochten daarom een vakantieoord op om van daaruit te telewerken”, vertelt Edelhart Kempeneers, Medisch directeur bij HR & Well-being specialist Attentia. Maar telewerken van aan het zwembad, kan dat zomaar?
Veel taken, zeker bureauwerk, zijn vandaag perfect digitaal uit te voeren. Een degelijke laptop en een internetverbinding zijn in principe voldoende om vanop afstand het werk te doen. Voeg daar nog een veilige(re) VPN-toegang aan toe en de werknemer kan aan de slag. Bovendien zijn de (breedband)internetverbindingen in het buitenland, zeker in de toeristische centra, van voldoende kwaliteit en snel om een tekst, presentatie of dossier door te sturen. En een digital native-bedrijf gebruikt uiteraard software in de cloud. Technologisch maakt het dus niet veel uit waar de werkplek is.
Op sociaaljuridisch vlak is dat iets anders. Daar zijn een aantal aspecten waarmee je rekening moet houden. Edelhart Kempeneers zet de belangrijkste even op een rij.
DE WERKPLEK OMSCHRIJVEN IN ARBEIDSOVEREENKOMST
In een arbeidsovereenkomst staat naast het takenpakket ook de arbeidsplaats beschreven. Die kan niet eenzijdig worden gewijzigd, uitgezonderd voor het verplichte telewerken tijdens corona. Jouw werknemer moet hierbij een vaste verblijfplaats opgeven. Als die vanop een andere locatie in binnen- of buitenland wil werken, moet die dit jou melden en jouw toestemming is vereist. Nadien wordt het adres van die andere werkplek (als bijlage) aan de arbeidsovereenkomst toegevoegd.
WAT IN GEVAL VAN EEN ARBEIDSONGEVAL
Elke werkgever is verplicht om zich tegen arbeidsongevallen te verzekeren. Een voorwaarde voor een uitbetaling, is dat het arbeidsongeval zich voordoet op de werkplek die schriftelijk werd overeengekomen. Als jouw werknemer dus vanuit het buitenland telewerkt, moet die locatie in de arbeidsovereenkomst staan. Zoniet kan het met de verzekeraar tot een juridisch steekspel komen. Ga zeker na bij de verzekeringsmaatschappij of jouw werknemer bij een ongeval in het buitenland is verzekerd.
ZIEK ZIJN OP ‘WORKATION’
Jouw werknemer kan ook ziek worden. Net als in België moet die dat melden en is een medisch attest nodig. Ondanks de grotere afstand, blijf je als werkgever wel jouw controlerecht behouden. Dus indien je over het verblijfadres beschikt, mag je een controlearts sturen.
Laat je werknemer bij de hospitalisatieverzekering checken of een ziekenhuisopname in het buitenland geldt. Ook informeert je werknemer zich best bij het ziekenfonds over de terugbetaling van medicijnen, medische consultaties of een eventuele repatriëring.
GELDIGE ARBEIDSVERGUNNING
Tot slot zijn er nog enkele andere formaliteiten. Bepaalde landen vragen een voorafgaandelijke elektronische aangifte van tewerkstelling voor buitenlandse werknemers. Ben je niet in orde, dan riskeer je als werkgever boetes die kunnen oplopen tot 4.000 euro per overtreding. En uiteraard moet jouw werknemer zich ter plaatse aan de geldende coronamaatregelen houden. De details zijn op de website van FOD Buitenlandse Zaken terug te vinden.
In landen buiten de Europese Unie is meestal nog een extra arbeidsvergunning vereist. Wat de duur van de werkperiode betreft, zijn er ook nog een aantal formaliteiten te vervullen, maar in de meeste landen is dat pas nodig als de medewerker meer dan 183 dagen per jaar in het buitenland verblijft.
CONCLUSIE: AANLOKKELIJK, MAAR…
Een ’workation’ in de zon klinkt aanlokkelijk, maar je bent best goed voorbereid. En jouw werknemer ook. Vooraleer je als werkgever een workation toestaat, is het voor beide partijen nuttig om alles goed in kaart te brengen en aan alle nodige formaliteiten te voldoen.
Edelhart Kempeneers, Medisch directeur Attentia
SUCCESVOL TELEWERKEN?
Ontdek de bouwstenen in deze whitepaper. Hier gratis te downloaden: attentia.be/telewerk

Met een opmerkelijke nieuwbouw aan de rand van Kortrijk heeft het nog jonge advocatenkantoor van Bram Stragier en Stijn Lamote een mooi visitekaartje afgeleverd. Het groeide in amper 3 jaar tijd naar 14 medewerkers. In de hedendaagse complexe wereld kunnen advocatenkantoren moeilijk anders dan zich specialiseren en zich toeleggen op één doelgroep. In het geval van Lamote Stragier ligt die focus op fiscaliteit, ondernemingsrecht en overnames, met als favoriete doelgroep bedrijven en bedrijfsleiders.
Stijn Lamote en Bram Stragier
Lamote Stragier Advocaten
Jullie schrijven aan een mooi groeiverhaal: van scratch naar net geen 15 medewerkers in 3 jaar tijd. Het resultaat van een uitgekiend plan? Of onder impuls van de markt?
Bram Stragier: “Stijn en ik leerden elkaar 25 jaar geleden kennen tijdens onze studies, eerst aan KU Leuven campus Kulak Kortrijk en later in Leuven. Met ons diploma op zak zijn we daarna elk onze eigen gang gegaan. In 2011 kruisten onze professionele wegen. We stelden door onze ervaring vast dat we eenzelfde moderne visie op de advocatuur deelden. Wij zagen het als een privilege om een dienst te mogen verlenen. We hanteren korte lijnen en zijn blij als een kind met elke nieuwe zaak. We willen dat de klant tevreden is van onze service, elke dag opnieuw. Dat zit in ons DNA. Met die visie hebben we in 2018 ons kantoor Lamote Stragier Advocaten boven de doopvont gehouden.” Stijn Lamote: “Wij bestempelen het graag als ‘legal as a service’. Ongeacht of het nu om een geschil gaat van ‘a tot z’, of om een review van een document of een snelle gedachtewissel. Dat veronderstelt dat wij ons inleven in de fascinerende wereld van de ondernemers en hen op juridisch vlak bijstaan, volgens een intensiteit die de ondernemers zelf bepalen. We voelen ons zelf ook wat ondernemers. Alle dienstverlening moet bovendien aangeboden worden aan een prijs waarbij je elke klant in de ogen kunt blijven kijken, zodat de samenwerking blijft duren. De vraag naar ons flexibele aanbod bleef sindsdien komen en dat verklaart onze sterke groei.”

Deze verhuis naar een nieuw en fraai kantoor verraadt heel wat ambitie.
Stijn Lamote: “Dat moeten we nuanceren. We zijn dan wel organisch meegegroeid met de vraag vanuit de markt, maar dat wil niet zeggen dat we ongebreideld willen blijven groeien. Voor onszelf hebben we een plafond bepaald: nu zijn we met 14 en we willen groeien tot ongeveer 18. Dit nieuwe kantoorgebouw is daarop voorzien. Meer hoeft voor ons echt niet. We houden het graag beheersbaar, want we zijn allebei ook dat tikkeltje gezonde controlefreak.” Bram Stragier: “Als we dit pad hebben uitgestippeld, dan heeft dat een reden: we willen ons DNA niet verliezen. Wie te groot wordt, holt zichzelf soms voorbij
INTERVIEW en verliest zijn flexibiliteit. Wij willen vooral geen ‘the sky is the limit’-verhaal schrijven.” Stijn Lamote: “Ons kantoorgebouw is ook puur op efficiëntie en toegankelijkheid gericht, in het belang van onze klanten en medewerkers. Het heeft stijl, maar dure kunstwerken of franjes zal je hier niet vinden. Het vertaalt onze aanpak.”
Niet groeien, betekent ook stilstaan, toch?
Stijn Lamote: “Niet noodzakelijk. Onze mensen groeien ook door, worden meer ervaren. Daar verwachten we nog heel veel van. We worden niet veel sterker in getal, maar wel in kracht, kennis en ervaring. Verder sluiten we niet uit dat we in de toekomst ook in andere provincies actief zouden kunnen worden. Dat zou dan in de eerste plaats in Oost-Vlaanderen kunnen zijn. Tot slot krijgen we van bedrijfsleiders vaak de vraag naar andere expertises, bijvoorbeeld in het brede familie- en familiaal vermogensrecht, naast de vermogensplanning die we zelf voor onze rekening nemen. Misschien dat we daar op termijn nog een structurele alliantie zoeken, maar dat zal dan enkel met mensen zijn die ons DNA delen.”
Wat zijn de meest opvallende trends in het landschap van de advocatuur vandaag?
Bram Stragier: “Eén: de verdere opmars van digitalisering is ook in ons vak onmiskenbaar, en dat is in het kader van meer efficiëntie alleen maar toe te juichen. Twee: een advocatenkantoor mag dan al tientallen medewerkers tellen, toch moet het zich ook specialiseren en toeleggen op delen van het recht. In ons geval is dat fiscaliteit, ondernemingsrecht en overnames. We hebben er de voorbije jaren zelf van opgekeken hoe veel dichter je bij de ondernemer kunt komen door uit te blinken in één of meer domeinen, en door voor de rest aan een netwerk te bouwen waarnaar je snel kunt doorverwijzen als het nodig is.” Stijn Lamote: “Ik geef maar één voorbeeld. Met een aantal rasechte fiscalisten in onze rangen hebben wij een vrij unieke positie in het West-Vlaamse advocatenlandschap. Op die manier hebben wij veel ondernemers en accountants de weg naar ons kantoor laten vinden. Dat geldt ook voor andere zaken zoals voor overnames en het ondernemingsrecht.” het bedrijf herbelegd worden (en dus niet naar de aandeelhouders vloeien). Bedrijven die eigen middelen herinvesteren, moeten fiscaal gefavoriseerd worden. Dat zal de staat op korte termijn iets kosten, maar op termijn wordt de economie – en dus de welvaart – er beter van. Het probleem is echter dat beleidsmakers vaak te veel gefocust zijn op de korte termijn van hun regeerperiode en niet of te weinig op de lange termijn. Maar wij doen uiteraard niet aan politiek.”
—Stijn Lamote
Sowieso is het ook bij jullie zoals in elk bedrijf: de medewerkers maken het verschil.
Bram Stragier: “Wat men ook moge beweren over de advocatuur, dit is ‘people business’ pur sang. Zonder onze mensen gaat het niet. En dat veronderstelt dat je veel en goed communiceert met de mensen aan boord. En hen respecteert.” Stijn Lamote: “We willen dat elke medewerker enerzijds een grote betrokkenheid ervaart en anderzijds de nodige vrijheid en zelfstandigheid krijgt om zijn of haar ding te doen en zo door te groeien. En zich goed te voelen. We waken daar elke dag over en we weten ook hoe je het niet moet doen. Wie geen respect en empathie toont voor zijn medewerkers, en enkel zichzelf op de borst klopt, slaat op termijn zijn eigen ruiten in. Ik durf te zeggen dat wij investeren in het welzijn van onze medewerkers. Deze nieuwbouw met onder meer een grote ontspanningsruimte is daar een voorbeeld van, net zoals onze informele teambuildingactiviteiten of drink op vrijdagavond.”
Jullie corebusiness bestaat uit 3 specialiteiten: fiscaal recht, ondernemingsrecht en overnames. Laten we beginnen bij fiscaal recht. Hoe bestaat het dat de fiscale ongelijkheid voor bedrijven zo groot blijft in het Europa van vandaag?
Stijn Lamote: “Laten we ons wat dat betreft vooral geen illusies maken. Een uniform tarief zal nooit lukken in het eengemaakte Europa. Lidstaten bestempelen deze materie als hun prerogatief, op basis van de specifieke behoeften van elke overheid.” Bram Stragier: “En zoals iedereen weet: het overheidsbeslag in ons land is groot, te groot. Ik zie het vennootschapstarief nog niet snel dalen.” Stijn Lamote: “Persoonlijk zou ik durven pleiten voor een afschaffing of minstens beperking van de vennootschapsbelasting in de mate dat de winsten in
Het ondernemersrecht dan. Wat moeten ondernemers vandaag absoluut weten?
Bram Stragier: “Ik denk aan 3 recente initiatieven van de wetgever. Eén: het nieuwe ‘Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen’ heeft voor een positieve wending gezorgd voor de ondernemingsvehikels zelf, de vennootschappen. Flexibiliteit en moderniteit zijn daar de codewoorden geworden, met weliswaar ook meer verantwoordelijkheden voor de

—Bram Stragier
bestuurders. Twee: het samenbrengen van de diffuse ondernemingswetgeving in een nieuw ‘Wetboek van Economisch Recht’. Opnieuw een stap in de goede richting naar meer logica en uniformiteit in de wetgeving, waar ondernemers enkel wel kunnen bij varen. Drie: de pogingen van de wetgever om meer evenwicht in contractuele relaties te brengen, zowel naar de inhoud van commerciële contracten (bijvoorbeeld verboden b2b-bedingen), als naar het bewijs ervan (meer mogelijkheden ingeval van geschillen).”
Werkt de inflatie aan nieuwe wetten en regels de rechtsonzekerheid niet in de hand?
Bram Stragier: “Ja en neen. De maatschappij ‘juridificeert’ en er is een inflatie van regelgeving, dat ziet iedereen. Dat beknot deels de vrijheden van ondernemers. Anderzijds zien we dat men een tegenbeweging probeert in te zetten, door wetgeving te codificeren en te moderniseren. Dat is het soort wetgevend werk dat we willen zien.”
Klopt het dat corona het aantal overnames heeft doen toenemen?
Bram Stragier: “Er is inderdaad sprake van een zekere acceleratie, wij voelen dat ook. De ware reden is allicht niet ver te zoeken: schaalvergroting, wendbaarheid en samenwerking zijn dé manieren om een crisis het hoofd te bieden. Het zorgt ook voor inspiratie, want twee weten meer dan één.” Stijn Lamote: “Crisissen zorgen voor een loutering, een bezinningsmoment, een catharsis, en dat is exact wat nu aan het gebeuren is.”
Wat zijn de do’s en de don’ts bij overnames?
Bram Stragier: “Alles begint bij een goede voorbereiding. Zorg dat wat je verkoopt kant-en-klaar en transparant gestructureerd is. Dat komt niet vanzelf. Dat moet je vooraf organiseren door bijvoorbeeld private zaken zoals woonhuizen uit de target af te stoten. Dan start de onderhandeling, een spel van ervaring. Belangrijk voor de waarde van een bedrijf is dat het bedrijf niet afhankelijk is van één of twee man, maar kan terugvallen op een structuur die op zichzelf draait. En hou de overname simpel: contracten mogen geen boeken zijn, maar moeten leesbaar de wil en de bezorgdheden van de partijen vastklikken.” Stijn Lamote: “Naast de overnames aan derden ontmoeten we ook veel familiale overnames. Opvolgingen, zeg maar. De dynamiek daarvan – menselijk, economisch en juridisch – in teksten vatten, dat geeft ons een kick.”
Is dit een beroep met toekomst?
Stijn Lamote: “100% zeker, omdat advocatuur maatwerk is. Ik weet ook wel dat je een standaardcontract via internet kan kopen voor enkele honderden euro’s. Maar wat dan?” Bram Stragier: “Zolang we toegevoegde waarde bieden, zal de advocatuur blijven bestaan, zo simpel is dat. We schrijven geen standaardcontract. Wij bevragen onze klant, op basis van ervaringen in andere dossiers of in procedures en komen zo tot resultaten waartegen geen enkel internetmodel opgewassen is. Daar maken we ons geen zorgen over.”
Komt er niet meer en meer concurrentie uit onverwachte hoek, zoals financiële instellingen of accountancykantoren die ook met juridisch advies uitpakken?
Stijn Lamote: “De rechtsgang is en blijft hét monopolie van de advocaat en dat zal ook zo blijven. Niemand kan ten gronde dus om ons beroep heen. Wij hebben de procedure-ervaring die anderen niet hebben en ook niet kunnen hebben. Dat is een ontzettende troef bij ons advieswerk. We zijn het probleem voor omdat we het uit de praktijk kennen.”