Onder nemers magazine
Special Vastgoed

‘Kanaal wordt internationaal gezien als de heilige graal voor liefhebbers van kunst en architectuur’ Dick Vervoordt, Axel Vervoordt





‘Kanaal wordt internationaal gezien als de heilige graal voor liefhebbers van kunst en architectuur’ Dick Vervoordt, Axel Vervoordt
Hoe zal Antwerpen er over tien jaar uitzien? Dat hoor je alsmaar meer Antwerpenaren zich afvragen, nu de voetafdruk van de Oosterweelwerf op de Antwerpse rechteroever steeds groter wordt. Een glazen bol om daarop een sluitend antwoord te geven, hebben we jammer genoeg niet. Maar om ons daarvan toch al enig idee te kunnen vormen, hoeven we het echt niet zo ver te zoeken.
In Hamburg zijn ze iets vergelijkbaars aan het realiseren, met een verwachte oplevering in 2028. De Hamburg Deckel is een langgerekte overkapping van de drukke A7 Autobahn die de stad als belangrijke noord-zuidverbinding doormidden snijdt. De constructie moet de Duitse havenstad weer een leefbaar jasje aanmeten. Klinkt bekend in de oren, niet? De werkzaamheden hebben de stadsontwikkeling in Hamburg de jongste tien jaar een nieuwe elan bezorgd. En dat doet in elk geval het beste verhopen voor Antwerpen.
‘Op het internationale vastgoedtoneel speelt Antwerpen mee in de hoogste liga van architectuur en design.’
Goed 500 kilometer verderop even gluren bij de buren, kan dus helpen om ons voor te stellen hoe soortgelijke werken ook onze regio kunnen transformeren. Inspiratie tanken in een metropool met bijna vier keer zoveel inwoners, is vanuit kennersogen trouwens niet zo gek. Op het internationale vastgoedtoneel speelt Antwerpen al decennia mee in de hoogste liga van architectuur en design, zoals je op de volgende pagina’s kan lezen.
Gekoppeld aan een duurzame reflex die de bouwwereld zich de jongste jaren eigen heeft gemaakt, opent dat deuren naar sprekende projecten en samenwerkingen in binnen- en buitenland. Maar niet alleen in de constructie en uitvoering van gebouwen staan ontwikkelaars bewust stil bij keuzes naar materialen. Ook qua inrichting en zelfs keuze van roerende uitrusting vindt het circulaire denken en handelen alsmaar meer ingang bij gespecialiseerde aanbieders en afnemende bedrijven. Die trend maakt in Antwerpen de cirkel overigens mooi rond, bij de lopende ontwikkeling van de Oosterweelverbinding als momenteel ’s lands strafste referentie voor circulair bouwen.
Luc Luwel
Gedelegeerd bestuurder Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland
Dit is een uitgave van Voka –Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland
ZETEL ANTWERPEN: Markgravestraat 12, 2000 Antwerpen tel 03 232 22 19, fax 03 233 64 42
E-mail: info.antwerpen@voka.be
ZETEL WAASLAND: Kleine Laan 28, 9100 Sint-Niklaas, tel 03 776 34 64, fax 03 777 74 34
E-mail: info.waasland@voka.be
Website: www.voka.be/ antwerpen-waasland
Verantwoordelijke uitgever Luc Luwel, Markgravestraat 12, 2000 Antwerpen
Hoofdredactie
Pieter Leuridan
Teksten Ruben Aerts, Jens De Wit, Jan Van de Poel, Katrien Verreyken
Beelden
Vincent Callot, Stefaan Van Hul, Zidis Shutterstock
Opmaak
Stephanie Fraikin
Druk
Drukkerij VD, Temse
De redactionele inhoud van dit nummer werd afgesloten op 12 november 2024.
In 1870 stampte de familie Meeus op het terrein aan het Albertkanaal een bloeiende likeurstokerij uit de grond. Door de gunstige ligging aan het kanaal konden grondstoffen gemakkelijk aangevoerd en sterke drank afgevoerd worden. De stokerij groeide aan het begin van de 20ste eeuw uit tot een van de grootste destilleerderijen van Europa. Maar de Eerste Wereldoorlog legde alles stil; Meeus verhuisde naar de Antwerpse vestiging en na de oorlog nam mouterij Albert de site over. Na een korte passage van Heineken kocht de familie Vervoordt in 2000 de Kanaalsite en vestigde er vaders kunsthandel. ‘We waren al een tijdje op zoek naar een uitbreiding voor de kunstzaak’, vertelt Dick Vervoordt. ‘Aanvankelijk wilden we naar een industrieterrein in Oelegem gaan kijken. Onderweg passeerden we de oude stokerijsite in Wijnegem met een bordje ‘TE KOOP’ op. We zijn afgedraaid, en een paar maanden later zijn we daar begonnen. De site was op ons lijf geschreven qua gevoel en patrimonium, maar was véél te groot om louter als bedrijfsstek in gebruik te nemen. We zijn dan begonnen aan een stedenbouwkundig plan om die grote industriële erfgoedsite bewoonbaar te maken en er de menselijke schaal in te krijgen.’
Dick Vervoordt, Axel Vervoordt:
‘Kanaal: dat is de stad op het platteland’
Kanaal, de oude stokerijsite in Wijnegem, is sinds een paar jaar een bruisende plek waar erfgoed, moderne kunst, design en architectuur samensmelten en die zowel kunstenaars, bewoners als bedrijven aantrekt. Projectontwikkelaar Dick Vervoordt is terecht trots op het herbestemmingsproject. Wereldwijd geldt dat als een schoolvoorbeeld van hoe je op een duurzame manier kan herontwikkelen. door Katrien Verreyken fotografie Zidis
Rondlopen in Kanaal, de verbluffende stokerijsite in Wijnegem, is voor kunst- en architectuurliefhebbers een beetje als rondlopen in de Efteling: oude pakhuizen wisselen af met gigantische witte silo’s en monumentale fabriekshallen. Je wandelt door groene patio’s met Japans aandoende aanplantingen, stuit op een raadselachtig ronde bunker met daarin het enorme, hangende kunstwerk ‘At the Edge of the World’ van Anish Kapoor. En tussen die grote industriële buildings tref je dan een verloren kapelletje waar een slow art video-installatie van de wereldvermaarde lichtkunstenaar James Turrell is ondergebracht. Projectontwikkelaar Dick Vervoordt nam in 2010 een aantal toonaangevende architectenbureaus in de arm om de oudindustriële site om te turnen tot een levendige en kunstige woon/werkwijk met honderd appartementen en een twintigtal kantoren,
met als pronkstuk: de Axel Vervoordt Gallery die wereldwijd de interesse wekt van de groten der aarde.
‘Het klopt dat we bijna dagelijks bezoek uit de hele wereld krijgen om de site te bezichtigen’, vertelt Dick, jongste zoon van de bekende Belgische kunst- en antiekhandelaar, vastgoedmagnaat en filantroop Axel Vervoordt. ‘Internationaal wordt Kanaal gezien als baanbrekend en de heilige graal voor kunst- en architectuurliefhebbers. We krijgen maandelijks architectuurscholen van over de hele wereld op bezoek en om de week wandelen hier stedenbouwkundigen binnen. Ik denk dat het te maken heeft met de interactie tussen oude en nieuwe architectuur, de ruimtelijkheid en het gebruik van het landschap. Kanaal is voor velen een schoolvoorbeeld van hoe je op een duurzame manier kan herontwikkelen.’
Duurzaam is de site absoluut: alle oude gebouwen zijn overeind gebleven en herbestemd. Er mogen ook geen auto’s op. ‘Onze volledige logistiek en alle wagens van bewoners en werknemers bevinden zich ondergronds’, licht Dick Vervoordt toe. ‘Zo moeten we niet met vrachtwagens op het domein rondrijden en krijgt het groen alle ruimte die het verdient.’
Er is absoluut veel groen te vinden op de Kanaalsite. ‘De gebouwen zijn sowieso al erg overheersend. Met het landschap daartussen wilden we vooral rust brengen’, aldus Dick Vervoordt. ‘Het groen verzacht de omgeving; de paden zijn niet recht en afgeboord, maar slingeren tussen de gebouwen. We hebben bewust ook voor bomen gekozen die kronkels en overhangende takken hebben, om dat natuurlijke, nonchalante erin te brengen.
‘De gebouwen zijn sowieso al erg overheersend. Met het landschap daartussen wilden we vooral rust brengen.’
Ontdek onze energiezuinige (duplex)appartementen, in dé nieuwe groene stadsbuurt van Antwerpen.
in de stad?
LAATSTE FASE NU IN VERKOOP! Interesse? Vraag meer info aan via: groenepoort-antwerpen.be of bel ons op 03 290 88 88
Er zijn vierhonderd bomen (over)geplant om de site meteen een vol groen gevoel te geven. Er is voor de lange termijn trouwens een bosbeheersplan opgesteld. Vanaf dag een hebben we nagedacht hoe we binnen twintig tot dertig jaar met de aanwezige fauna en flora wilden omgaan. We willen het hier beter achterlaten dan we het gevonden hebben.’
VERMENGING ALS STERKTE
Dick is met recht trots op de Kanaalsite. ‘Het is altijd een avontuur om aan zoiets omvangrijks te beginnen. De eerste conceptplannen lagen er al in 2001. We waren toen een van de eersten die, buiten de steden om, verschillende functies op één domein met elkaar wilden vermengen. We wilden in Kanaal wonen én
‘Het is de energie van de mensen die een plek
‘maakt’.
Daarom is de moeilijkste oefening om te ontdekken waar mensen nood aan hebben.’
werken én horeca uitbaten én kunst exploiteren. Het heeft ervoor gezorgd dat ons project langer op goedkeuring moest wachten. Maar die vermenging maakt tegelijkertijd een van de sterktes uit: het is the city in the country Het was eveneens een uitdaging om De Scheepvaart (waterwegbeheerder, huidige De Vlaamse Waterweg, red.) ervan te overtuigen dat er zo dicht langs het kanaal ook mocht worden gewoond. De Scheepvaart wilde liever dat alles industrie bleef. Maar al bij al is het project vlot verlopen en kregen we tijdens het bouwproces ook veel positieve respons van de buurtbewoners.’ Het belangrijkste aan een groot herbestemmingsproject zijn volgens Dick de mensen die er wonen en werken. ‘Het is de energie van de mensen die een plek ‘maakt’. Daarom hebben we van in het begin veel gebruikersonderzoek gedaan: hoe wandelen mensen? Wat ervaren ze als ze doorheen Kanaal lopen? Want de moeilijkste oefening is de juiste beweging vinden en ontdekken waar
Kanaal als familiezaak
De hele familie Vervoordt zit mee in het Kanaal-project en ieder heeft zijn eigen rol volgens de individuele talenten. ‘Mijn broer Boris en vader doen vooral de kunstzaak’, licht Dick toe. ‘Boris runt de galerij mee en mijn vader focust meer op de kunstcollecties en een stuk van het interieurdesign. Mijn vrouw Marleen en ik beheren het vastgoed. En mijn moeder doet alles wat met binnenhuisdecoratie te maken heeft. Af en toe komen die domeinen elkaar tegen. Sommige bewoners willen het hele pakket: wonen, interieur en kunst. Anderen weten zelfs niet wie wij zijn en wat we precies doen in de kunst- en antiekwereld, en dat is helemaal goed. Dat wil zeggen dat deze plek sterk genoeg is voor een leven zonder Vervoordt-inmenging (lacht).’
mensen nood aan hebben’, geeft hij aan. ‘We hebben hier en daar wat bijgesteld onderweg, maar de grote lijnen zijn altijd overeind gebleven. Die rode draad van visie tot resultaat goed bewaken, was essentieel.’
Moet je kapitaalkrachtig zijn om hier een woonplekje te bemachtigen? Is het met andere woorden in Kanaal toch vooral exclusief wonen en werken? ‘Dat is zeker niet zo opgezet. In de verkoopsfase hadden de appartementen zeer schappelijke prijzen. Het gaat immers altijd om grote woonoppervlaktes. Daardoor hebben we nu een goede mix van alle leeftijden. Meer dan 70 procent van onze bewoners is onder de 50 jaar oud.’
VASTGOEDTRENDS
De voornaamste kwaliteit van de appartementen in Kanaal is ruimtelijkheid, meent Dick Vervoordt. ‘Mensen onderschatten wat ruimte betekent. Het is niet alleen
‘Onze open ruimte zal de volgende jaren stevig veranderen. De automatisatie en de deeleconomie
zullen een enorme impact hebben op onze steden.’
oppervlakte, het is ook hoogte, zicht en licht, hoe je erin kan bewegen en leven.’
Dat ruimtelijke gevoel is in de hele Kanaalsite doorgetrokken: gangen en traphallen baden in een geheimzinnig contrast van licht en donker, buiten en binnen lopen in elkaar over. Je krijgt een gevoel van tijdloosheid en oneindigheid en je wordt op elk moment verrast door het lichtspel en de bijzondere sfeer. ‘Het is belangrijk dat je in je woonomgeving tot rust kan komen, nu steden alsmaar drukker worden’, aldus de projectontwikkelaar. ‘Ik denk dat onze open ruimte de volgende jaren stevig zal veranderen. De automatisatie en de deeleconomie zullen een enorme impact hebben op onze steden. De auto zal meer en meer uit de centra geweerd worden, waardoor je ineens veel ruimte krijgt om alles te vergroenen en anders te organiseren. Daar proberen we in onze projecten nu al op te anticiperen en overheden daarin te sensibiliseren. We willen voorlopers zijn in ons vakgebied, en met de middelen die we hebben het goede voorbeeld geven.’
www.axel-vervoordt.com
Antwerpen boven
Is Antwerpen niet te klein voor de wereldfaam van de Axel Vervoordt Gallery? ‘Helemaal niet’, zegt Dick Vervoordt stellig. ‘Ons hele gezin is opgegroeid in hartje Antwerpen. Het is een belangrijke wereldstad op gebied van architectuur en design. Mijn ouders hebben destijds de Vlaaikensgang gerestaureerd om mijn vaders kunstzaak in onder te brengen. Dat is de oorsprong van het bedrijf. Ik vind het een bijzonder aangename en vooral schone stad. Ze is de laatste jaren prachtig geëvolueerd. We hebben even getwijfeld of we geen tweede locatie voor de kunstgalerij in het buitenland zouden zoeken. Maar de kracht van onze kunst zit een stuk in de beleving en daarvoor heb je ruimte nodig. Diezelfde ruimte vinden in Londen of New York is budgettair gewoon niet haalbaar. Het is bovendien een opportuniteit om dicht bij huis te kunnen werken. De klanten vinden ons wel.’
Combori-site wordt innovatief ecosysteem
De bekende Combori-site op Linkeroever wordt een creatieve hotspot met woningen en ruimte voor innovatieve bedrijven actief in thema’s als smart manufacturing & ICT, mobi- & logitech, smart engineering, healthtech en smart cities. In september vond het kick-offevent plaats van dat ambitieuze innovatie-ecosysteem. Vastgoedontwikkelaar Vooruitzicht en de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV, de initiatiefnemers van het project, zoeken naar organisaties die deel willen uitmaken van het boeiende ecosysteem om samen oplossingen te zoeken voor de stedelijke logistiek en mobiliteit van de toekomst.
Erwin Vrijens, hoofd Vastgoed bij PMV
De voormalige Combori-site, meer dan 36.000 m² groot, ligt naast het stadsuitbreidingsproject Regatta, de nieuwe grootschalige woonwijk aan het Galgenweel op Linkeroever. Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) ‘FAB181’ werd vijf jaar geleden goedgekeurd door de Antwerpse gemeenteraad en maakt de herontwikkeling van de site mogelijk tot een stedelijke werk- en woonlocatie. De site wordt gedomineerd door een imposante bakstenen hal van meer dan 27.000 m² die in 1962 werd opgericht door Polydoor Mintiens als ‘COmptoir de BOulots et RIvets’. Vandaag is het gebouw vooral in gebruik als magazijn en vinden er recreatieve activiteiten plaats. De ligging en het ontwerp van het gebouw maken het tot een ideale plek voor een innovatiecampus.
Langetermijnsamenwerking
“Onze samenleving staat voor grote, complexe uitdagingen. Zowel publieke als private organisaties zoeken naar antwoorden. Dat is niet eenvoudig. Om oplossingen te vinden voor de problemen van morgen, zijn daarom nieuwe samenwerkingsvormen nodig tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Een ‘ecosysteem’ is zo’n vorm: het is een doelgerichte langetermijnsamenwerking waarin partners bijdragen aan een gedeeld en organisatie-overstij-
gend belang”, vertelt Erwin Vrijens, hoofd Vastgoed bij PMV. Elke partij heeft daarbij eigen troeven: de wendbaarheid van startups, de knowhow van kennisinstellingen, de maatschappelijke blik van overheden… Door verschillende partners te betrekken, ontstaat er een completere kijk op het probleem, worden er nieuwe inzichten geboren en worden er sneller oplossingen bereikt: nieuwe producten, innovatieve diensten…
PMV als financier en meer
Met het Parkgebouw (in aanbouw) op wetenschapspark Tech Lane Ghent en het (te bouwen) communitygebouw van wetenschapspark Arenberg in Leuven timmert PMV flink aan de uitbouw van diverse ecosystemen. Erwin Vrijens: “Eigen aan die projecten is dat we infrastructuur creëren die ondernemers en kennisinstellingen laat interageren. Telkens is er een gerichte thematische invulling (ICT, lifesciences, cleantech…). Zowel voor steden als universiteiten zijn ecosystemen een enorme troef maar niet makkelijk te realiseren. Vastgoed ontwikkelen, is voor hen immers geen kernactiviteit. Net op die terreinen is PMV thuis. Niet alleen zorgt PMV mee voor financiering (o.a. door zelf te participeren in het kapitaal of een lening te verschaffen) maar levert ook expertise
én brengt een netwerk mee van ondernemers en experts zodat deelnemende bedrijven kunnen groeien.”
Logistiek en mobiliteit
Iedere regio heeft zijn eigen DNA en daar bevindt zich de kracht van waaruit een ecosysteem voor innovaties kan ontstaan. De specifieke stedelijke invulling van Linkeroever maakt het een ideale plek om toekomstige mobiliteitsoplossingen te testen. Dat bleek alvast uit een eerste onderzoek. Consultant PWC werkt die piste vandaag verder uit. Erwin Vrijens: “We gaan verschillende studiedagen, lezingensessies en andere events organiseren om die thema’s op de kaart te zetten: smart manufacturing & ICT, mobi & logitech, healthtech, smart engineering en smart cities. We hopen zo ondernemingen warm te maken om (samen) zich op de site te gaan vestigen. Geïnteresseerden verwelkomen we met open armen.”
Wanneer is een ecosysteem succesvol? Erwin Vrijens: “In de eerste plaats moeten de partners elkaar vinden in een langetermijnvisie die de basis moet vormen voor een duur-
zaam partnership. Met ondernemers, kennisinstellingen en de overheid moet de zogenaamde triple helix er zijn. Maar de ambitie van FAB181 reikt verder. Vertrekkende vanuit het DNA van Linkeroever worden ook de burgers betrokken: dat is het zogenaamde quadruple helix-model. Daarnaast moet ook de infrastructuur aanwezig zijn: een geschikt gebouw, een goede bereikbaarheid, een aantrekkelijke omgeving, een excellente dienstverlening… Om tot oplossingen te komen, is het belangrijk dat nieuwe partijen zich aangesproken voelen om aan te sluiten. Uiteraard moet er finaal een meerwaarde zijn.”
Eindhoven als voorbeeld
Hét voorbeeld voor FAB181 is Eindhoven dat na het vertrek van het alomtegenwoordige Philips een veerkrachtige toptechnologieregio is geworden maar ook een fijne plek om te wonen en te werken. Vandaag is het een kraamkamer van innovaties en is de regio één van de belangrijkste groeimotoren van de Nederlandse economie. Erwin Vrijens: “Essentieel is het besef bij alle partijen dat ze samen beter worden van het ecosysteem. Ze slagen erin elkaar te vinden over de eigen gren-
zen heen.” In Vlaanderen ontbreekt volgens hem een optimale coördinatie van actoren en resources, waardoor economische en maatschappelijke doelen suboptimaal gerealiseerd worden. Vrijens pleit daarom voor de uitbouw van een toplocatiebeleid in Vlaanderen waarbij in verschillende regio’s clusters worden uitgebouwd met een eigen profiel. Met FAB181 wil PMV alvast bijdragen aan die oplossing.
Fab181 zoekt partners
Interesse om deel uit te maken van het ecosysteem? Neem contact op via info@FAB181.eu.
‘Slechts tiende
is in afgelopen 40 jaar gebouwd’
De volgende 25 jaar moeten jaarlijks maar liefst 100.000 woningen een grondige energetische renovatie naar een A-label ondergaan, wil Vlaanderen tenminste tegemoetkomen aan de ambities van Europa naar klimaatneutraliteit tegen 2050. ‘Dat komt theoretisch neer op elf woningen per uur. Met de manschappen en materialen waarover de Vlaamse bouwsector vandaag beschikt, wordt dit heel moeilijk en wellicht onmogelijk’, klinkt het bij Deloitte, dat die gigantische uitdaging voor de Vlaamse woningmarkt als niet realistisch inschat. Niet in het minst in Antwerpen, waar de Vlaamse pijnpunten nog net iets nijpender zijn.
door Jan Van de Poel fotografie Zidis
Dat blijkt althans uit Deloittes diepgaande analyse van de Belgische residentiële vastgoedmarkt, waarbij verder is gekeken dan alleen maar de actuele context. ‘De jongste tien jaar kwam de gemiddelde vaste rentevoet bij een hypothecaire lening over twintig jaar bijvoorbeeld nooit hoger uit dan de huidige 3,26%. Maar bekijk je dit in breder perspectief over twintig jaar, dan duikt die nog steeds onder het gemiddelde van 3,44%. Zo kwam die
rentevoet in 2008 nog uit op 6,2%’, relativeert Bruno Degrande, senior director real estate & finance, een soms al te sterke focus op gestegen rentevoeten.
Werd een tijdje terug ook een implosie van de huizenmarkt met dalende verkoopprijzen verwacht, dan zijn er volgens statistiekbureau Statbel in het derde kwartaal van dit jaar voor het eerst in twee jaar ook terug meer huizen en en appartementen verkocht. Ook de prijzen zijn weer licht aan het toenemen, na sterke stijgingen in vorige jaren. Zo werd eind 2023 volgens Statbel gemiddeld 298.000 euro neergeteld voor een twee- of driegevelwoning in Vlaanderen en 249.000 euro voor een appartement. ‘België blijft alleszins een uitgesproken kopersmarkt. Meer dan 70% van de Belgen woont in een eigen woning, waar het Europees gemiddelde uitkomt op 65%. In Duitsland bijvoorbeeld betrekt maar ongeveer de helft van de bevolking een eigen woning’, weet Bruno Degrande.
BETAALBAARHEID IN PERSPECTIEF
Deloitte over uitdagingen voor Antwerpse vastgoedmarkt: Gemiddelde aankoopprijs (in euro/m²)
Omwille van de betaalbaarheid ziet Deloitte de banken bij hun eis naar eigen inbreng wel meer meegaan in het stretchen van leningen naar looptijden van 25, 30 tot tegenwoordig zelfs 40 jaar, in plaats van de gebruikelijke 20 jaar. Al is een woning in België volgens Bruno Degrande alleszins nog betaalbaar in relatie tot het brutojaarsalaris van de eigenaar, al zeker in vergelijking met andere Europese landen. Zo betaalt een Belg voor een woning van 70 vierkante meter gemiddeld 4,3 maal zijn brutojaarsalaris, terwijl die multiplicator in een twintigtal andere Europese landen heel wat hoger uitkomt. In het Verenigd Koninkrijk is dat bijvoorbeeld 7,2 en in Nederland 7,5. ‘In ons land heeft inflatie zeker een impact op de prijzen voor nieuwbouw. Anderzijds zorgt de renovatieplicht voor een negatieve druk op de prijzen voor woningen met een slechte EPC-score’, gaat hij
voort. ‘Met een stijging van 21,1% over drie jaar (periode 2020-2023) zijn de meest recent vastgestelde mediaanprijzen voor huizen het sterkst omhooggegaan in Antwerpen. Daartegenover staat dat de financiële schuld per inwoner er met 28,3% is gedaald (periode 2019-2022), wat wellicht betekent dat het aantal Antwerpse eigenaars van een eigen woning is teruggevallen.’
‘De meest recent vastgestelde mediaanprijzen voor huizen zijn met 21,1% over drie jaar het sterkst gestegen in Antwerpen.’
Met 335.000 euro lag de mediaanprijs voor een twee- of driegevelwoning in Antwerpen eind vorig jaar 37.000 euro hoger dan in Vlaanderen. Voor appartementen kwam die mediaanprijs er met 230.000 euro dan weer 19.000 euro lager uit. ‘Dat doet vragen rijzen over de kwaliteit van die appartementen. Antwerpen heeft een verouderd patrimonium, met ongeveer de helft van de gebouwen dat dateert van voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Slechts een tiende van het patrimonium is in de afgelopen
40 jaar gebouwd’, wijst Bruno Degrande op de hoognodige fikse renovatiegolf waarvoor de Antwerpse woningmarkt zich moet opmaken.
Die noodzaak is overigens nog niet ten volle doorgedrongen. Want in 2023 telde de stad 67% inwoners woonachtig in een energiezuinige woning, terwijl 76% van de woningen in Vlaanderen beschikken over een geïsoleerd dak, geïsoleerde muren, dubbele beglazing of een energiezuinige verwarmingsketel. Met slechts 32% telde Antwerpen vorig jaar ook slechts half zo veel inwoners die woonachtig zijn in een energierecupererende woning dan bekeken over heel Vlaanderen, waar 60% van de bevolking woont in een woning met een groendak, zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp of een systeem voor recuperatie van regenwater.
HUURPRIJZEN ALS IN MILAAN
Als de aankoop van een woning voor een Antwerpenaar al niet evident is, dan helpt de lokale situatie op de huurmarkt hem evenmin. Want hoewel de huurprijzen nog ver verwijderd zijn van Parijs als duurste stad op de Europese huurmarkt, schurken die er intussen toch ook aan bij die in andere Europese grootsteden als Dublin, Milaan en Rome. ‘Terwijl in Vlaanderen slechts een vierde van de bevolking zijn woonst huurt, loopt dit in Antwerpen op tot de helft. Aan woonkosten besteedt de helft van de huurders in Antwerpen ook meer dan 30% van zijn inkomen, wat financieel gezien toch als niet wenselijk wordt beschouwd. Het opkomend fenomeen van huurkoopformules is een bewijs dat spelers zoeken naar meer evenwicht op dit vlak’, klinkt het nog.
‘Het stevige aandeel eenpersoonshuishoudens in Antwerpen – 44,5% tegenover 33,1 in Vlaanderen – verhoogt nu al de druk op de woningvraag en -prijzen.’
Er is dus veel schaafwerk aan de Antwerpse woonwinkel, niet in het minst omdat de demografie de behoeften de volgende jaren nog zal aanvuren. ‘De bevolkingsgroei is een driver van de vastgoedmarkt. Tegen 2030 zullen we in België uitkomen op ongeveer 12 miljoen inwoners, waarbij Vlaanderen voor de grootste groei zal zorgen. Het stevige aandeel eenpersoonshuishoudens in Antwerpen –44,5% tegenover 33,1 in Vlaanderen – verhoogt nu al de druk op de woningvraag en -prijzen. Daarnaast speelt nog de toenemende vergrijzing, waarbij het aandeel 67-plussers van de huidige 17% zal stijgen naar 22% in 2040’, weet senior consultant Lucas Schamp dan weer. ‘In Antwerpen is 25% van de bevolking jonger dan 19 jaar en slechts 21% ouder dan 60 jaar, waar Vlaanderen uitkomt op respectievelijk 22% en 28%. Antwerpen ziet dus op een bepaalde leeftijd een deel van zijn inwoners vertrekken.’
Een soepeler vergunningenbeleid onder het motto ‘dichter-hoger-kleiner’, aangepast aan het toenemend aantal eenpersoonsgezinnen zou volgens Deloitte daarop kunnen inspelen en tegelijk een belangrijke schakel in de broodnodige renovatiegolf kunnen vormen.
Gemiddelde maandelijkse huurprijs (in euro/m²)
‘Opkomende
Als motor van de Europese economie is Duitsland een belangrijke graadmeter voor de richting die ons land economisch uitgaat. De betaalbaarheid van vastgoed, die er van de ons omringende landen het sterkst aanleunt bij die in ons land, maakt het eveneens leerrijk om vanuit België de polsslag van de vastgoedmarkt bij onze oosterburen op te volgen. ‘Ten vroegste eind 2026 komt die terug uit op het niveau van de laatste piek begin 2022’, stelt Carsten Brzeski van ING.
door Jan Van de Poel
Voorafspiegelingen maken voor de Belgische vastgoedmarkt op basis van vastgoedtrends in Duitsland, is volgens Carsten Brzeski, Global Head of Macro Research en Chief Economist Eurozone, geen goed idee. ‘Vastgoed is nu eenmaal een sterk nationaal gegeven, gelinkt aan de lokale economische situatie, renteschommelingen en wetgeving. Zo blijft Duitsland het uitgesproken land van de huurder, met een eigenaarsquotum dat nog steeds niet boven 50% uitkomt. Vooral in de grote steden als Berlijn, München, Frankfurt, Keulen en Hamburg blijft dat aandeel heel beperkt’, geeft hij aan. ‘De oorzaak hiervoor lijkt me eerder cultureel en psychologisch dan economisch. Omdat de helft van z’n land ooit in duigen lag, is een Duitser waarschijnlijk tot op vandaag niet zo snel geneigd om vastgoed aan te kopen. Ook hoge transactiekosten dragen bij aan de beperkte beweeglijkheid van de markt. Met kosten voor onder andere makelaar en notaris komen die uit op zo’n 14%, best hoog in vergelijking met andere Europese landen.’
‘Door hun profiel zijn steden van tweede en derde rang op vlak van vastgoed minder vatbaar voor de economische situatie.’
NadeherenigingvanOost-enWest-Duitsland beleefdedeDuitsevastgoedmarktinde jaren1990eeneerstebloeiperiodetotde millenniumwissel,gevolgddooreentweede haussenadefinanciëlecrisisvanaf2010. ‘Vooralonderimpulsvandestabiele economischecontext,dalenderentesen afnemendewerkloosheidwerddantelkens eeninhaalbeweginggemaakt,waaropook buitenlandseinvesteerdersinhaakten. HierdoorkendeDuitslandvorigdecennium alleenmaartoenemendevastgoedprijzen, metdehoogsteprijsstijgingeninBerlijnkort gevolgddooropnieuwMünchen,Frankfurt, KeulenenHamburg’,gaatCarstenBrzeski (foto)voort.‘Vervolgensisderenteweerwat geklommentot3à4%vooreenleningover tientotvijftienjaar,watinDuitslanddemeer gangbaretermijnenzijnvooreenhypothecaire lening.Nadatdevastgoedmarkthaarbodem hadbereikt,zetzichsindsbeginditjaareen lichthersteldoor.Derenteneemtweerwataf enprijzentrekkenweerwataan’
HUURMARKTNOGBETAALBAAR
EenVlamingteldeeindvorigjaargemiddeld 298.000euroneervooreenhuisen249.000 eurovooreenappartement.‘Gemiddelde verkoopbedragenbepaleninDuitsland ismoeilijk,geziendeomvangengrote differentiatieinhetland’,steltCarstenBrzeski. Mediaanprijzenpervierkantemetervariëren ervolgenshemvan3.356eurovooreenhuis
tot 2.895 euro voor een appartement. Op de huurmarkt is de prijs per vierkante meter in Frankfurt (13,30 euro) wel hoger dan in Antwerpen (11,78 euro), al vallen Berlijn (10,10 euro) en Hamburg (11,20 euro) wel goedkoper uit. ‘Door de jaren heen zijn de Duitse huurprijzen algemeen gestegen. Maar omdat de prijsstijgingen gebonden zijn aan wettelijke beperkingen, zijn die huurprijzen nog niet verder geklommen tot op het niveau van andere grote steden in Europa’, klinkt het.
Ook typisch voor de Duitse vastgoedmarkt is dat specifieke regio’s zich naargelang de prijsevoluties de jongste decennia sterker op de kaart hebben weten te zetten. ‘Omdat de prijzen in pakweg Berlijn, München en Frankfurt dermate sterk waren gestegen, zijn steden als Leipzig, Düsseldorf en Augsburg vanzelf meer in beeld gekomen als nieuwe hotspots. Op nauwelijks een uurtje rijden van respectievelijk Berlijn, Keulen en München, liggen daar de prijzen lager’, weet de INGhoofdeconoom. ‘En naast goeie verbindingen vind je in die opkomende steden ook een mooi aanbod aan bijvoorbeeld universiteiten en andere voorzieningen, ook al staan ze qua inwonersaantal nog niet zover als hun grotere buren met minstens een miljoen inwoners. Door hun profiel zijn die steden van tweede en derde rang op vlak van vastgoed ook minder vatbaar voor de economische situatie. Een afkoelende vastgoedmarkt door bijvoorbeeld lonen die minder hard stijgen, zal je bijvoorbeeld eerder merken in een stad als Wolfsburg, die hard steunt op de Volkswagengroep. De grote Duitse industriële spelers zitten meestal niet in die grote steden.’
VEEL WONINGEN ENERGIE-INEFFICIËNT
Hoe de Duitse vastgoedmarkt de komende maanden verder zal evolueren, is volgens Carsten Brzeski koffiedik kijken. ‘Net als België kampt de Duitse bouwsector met gestegen kosten voor lonen en materialen. Bovendien is de regering net gevallen, wat weer voor onzekerheid over het wetgevend kader zorgt. Dat kabinet wilde spoed maken met een modernisering van het huizenbestand, vanuit de vaststelling dat ongeveer een derde van ‘s lands CO2-uitstoot afkomstig is van het vastgoed. Hoewel het grootste gedeelte van de Duitse woningvoorraad dateert uit de jaren 1950 tot 1970, is nagenoeg de helft
ervan energie-inefficiënt’, geeft hij aan. ‘Op de markt van het residentieel vastgoed, waar een woning gemiddeld gesproken uitkomt op energie-efficiëntielabel D, is er dus heel wat werk aan de winkel. Maar soms wordt de aankoop van een woning met energieefficiëntielabel E of F pas interessant, als je weet dat je meteen mag rekenen op subsidies voor een energetische renovatie. De jongste jaren werd aangekondigd beleid ook weleens teruggetrokken, wat eveneens voor twijfel heeft gezorgd.’
Voor commercieel vastgoed is de situatie volgens de ING-hoofdeconoom dan wel wat duidelijker. ‘Sinds de pandemie wordt er net als in België veel meer thuisgewerkt. In combinatie met de toegenomen rente maakt dat het voor eigenaars van kantoorgebouwen wel moeilijker om rendement te halen’, stelt hij nog. ‘Daartegenover staat dat Duitsland door zijn omvang en centrale ligging een enorme spil voor de logistiek in Europa is en blijft. Logistiek vastgoed in een energieneutrale vorm blijft hierdoor dus een groeiverhaal inhouden. Ook de markt van vastgoed specifiek voor datacenters kent in Duitsland een enorm groeipotentieel.’
Vastgoed is een ruim begrip dat in Antwerpen en het Waasland op heel uiteenlopende manieren invulling heeft gekregen. Zoveel is wel duidelijk geworden voor de deelnemers aan het eerste jaar van de Waasland & Antwerp Real Estate Community, kortweg W-ARE. Ook in 2025 pakt deze community uit met vijf interessante activiteiten op maat van de brede bouw- en vastgoedsector.
Het strafste vastgoed- en bouwnetwerk van Antwerpen-Waasland schoot medio februari dit jaar veelbelovend uit de startblokken, met een kick-off bij Axel Vervoordt. Sindsdien kwam de community voor ondernemers, directieleden en andere beslissingsnemers uit de bouw- en vastgoedsector – van makelaars en ontwikkelaars over architecten en ingenieurs tot archeologen en vertegenwoordigers van overheden – nog driemaal samen om de inzichten, de kennis én het netwerk van de deelnemers te verruimen. Zo werd het Antwerpse Nieuw Zuid van ontwikkelaar Triple Living uitvoerig verkend, was er in samenwerking met Antea Group een Climate City Cycle tour langs enkele duurzame Antwerpse stadsontwikkelingen en stond een inhoudelijke sessie met experts van Deloitte stil bij de toekomst op vlak van vastgoed van onze regio.
Na dit eerste succesjaar maakt Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland al vol enthousiasme werk van het programma voor 2025 van W-ARE. Zo mogen deelnemers zich verwachten aan onder andere een exclusief bezoek aan het privédomein Wolvenbos in Kapellen, een bezoek aan de Tomorrowland-kantoren in de herbestemde, eclectische Montevideo-pakhuizen op het Eilandje en een pitchavond met verschillende trendy vastgoedconcepten.
Interesse om deel uit te maken van de W-ARE Community? Schrijf je dan snel in via deze QR-code.
Blue Gate Antwerp, de voedingsbodem voor elke circulaire ondernemer
Hier vind je de letterlijke én figuurlijke ruimte om te ondernemen. Op BGA word je ontzorgd op site- en gebouwniveau zodat jij je kan concentreren op jouw business.
Luc Binst, Binst Architects:
Binst Architects in Antwerpen is veel meer dan een begrip in de architectuurwereld. Wat beginjaren 1970 door wijlen Jo Crepain werd opgericht, is vandaag een bureau waar openheid en ambitie steeds verder reiken. Ondanks het uitdagende klimaat.
door Ruben Aerts fotografie Zidis
‘Mensen zijn vaak verrast als ze horen dat wij al ruim vijftig jaar historiek vertegenwoordigen’, zegt Luc Binst, zelf prille vijftiger en het gezicht achter de naam op de gevel bij Binst Architects, aan ‘t Zuid in Antwerpen. Hij kon er dan ook onmogelijk bij zijn geweest toen het bureau een halve eeuw terug werd opgericht. ‘Jo Crepain is niet enkel de bezieler van ons kantoor, hij was ook mijn leermeester.’
Aanvankelijk legde Crepain (1950-2008), een prominente naam in de architectuurwereld, zich toe op particuliere woningen en kantoren. Dat waren veelal bouwwerken in beton die getuigden van een experimentele durf. Later zou hij zich een elegante, neoklassieke stijl eigen maken. Al vroeg beperkte Crepain zich niet tot eigen land. In Nederland zette hij het bureau op de kaart met grootschalige huisvestingsprojecten. Luc Binst kwam zo’n 25 jaar geleden aan boord. Hij bracht ambities mee die vandaag verder dan ooit reiken. ‘Miami, New York, Los Angeles en Dubai zijn buiten België de vier wereldsteden waar we ons op focussen.’ Het valt hem op hoe traag en braaf stadsontwikkeling in België gaat. Dan biedt het buitenland meer opportuniteiten. ‘Wereldsteden hebben me altijd getriggerd.’
Dat er de voorbije jaren in de Belgische bouwwereld ontzettend veel is veranderd
op het vlak van regelgeving, weet Binst als geen ander. ‘Met de opgang van artificiële intelligentie zit er voorts een enorme digitale revolutie aan te komen. Maar je hebt ook nieuwe prefab bouwmethodieken, zoals plug-and-play. Daarnaast zijn voortdurend optimalisaties aan de orde. Tijdswinst blijft te allen tijde cruciaal, net als de finale betaalbaarheid. Kortom, het zijn zowel op economisch als op technisch vlak bijzonder uitdagende tijden’, klinkt het.
‘De veranderde marktomstandigheden dwingen ons vandaag om met een vernieuwde mindset en aanpak elk project te benaderen. Met de hoeveelheid bouwpartners dat bij een project komt kijken, is een brede en duidelijke dialoog cruciaal. Samen zoeken we naar relevante oplossingen in een context van elkaar ondersteunen, zodat er procesmatig steeds voortgang wordt geboekt. Ambitie is dus niet enkel aan de orde in het eindresultaat en de duurzaamheid van een project, maar ook bij het proces an sich.’
‘In de bouwwereld blijft tijdswinst te allen tijde cruciaal, net als de finale betaalbaarheid.’
Een methodische benadering heeft de projectaanpak van Binst Architects verder geoptimaliseerd. ‘Wat op zijn beurt vanaf de start een sterke kwaliteitsgarantie is. Als bureau streven we naar een architectuur die zich dagelijks veruitwendigt onder de noemer van abstract expressionisme.’ Hoe we dat moeten opvatten? Luc Binst: ‘Als een gezond evenwicht tussen intelligente ingetogenheid en een beheerste expressie. Zeg maar een positieve architectuur van slimme en marktconforme plannen. Ons
‘Untitled’ staat niet toevallig op de cover van de jongste publicatie van Binst Architects. In de kunstwereld is dit een gangbaar begrip om aan te duiden dat het aan de toeschouwer is om uit te maken wat er te zien is. Ook voor Luc Binst is het een uitnodiging naar de buitenwereld toe, naast een acroniem dat acht focusbegrippen onder een noemer vat. ‘De publicatie verzamelt het DNA van een 150-tal projecten, gekozen uit de meer dan duizend opdrachten die we de afgelopen decennia hebben behartigd. Uitgezonderd een reeks actuele, nog confidentiële of niet-vergunde projecten. Het geeft niet enkel een transparante kijk op onze aanpak, maar ook op onze ambities en deskundigheden. Het is kortom een blauwdruk van wat we verwezenlijkt hebben en waar we met dit atypisch architectuurboek als gesamtkunstwerk voor staan. Voor onszelf is het een spiegel en leidraad, voor ons vakgebied een open boodschap.’
kantoor staat zowel voor een actuele en beheerste stadsarchitectuur als voor iconische landmarks met een grote eigenheid.’
Voor hem op tafel ligt een fors boek dat de halve eeuw architectuur van het bureau extra glans geeft. ‘Untitled’, zegt het op de cover. Gedrukt in Italië, waar ook de Tashenkunstboeken van de persen rollen. Liefst 1.400 bladzijden dik, 3,5 kilo zwaar. ‘Evenveel als een gezonde boreling’, lacht Luc Binst. ‘Of als we het in de bouwsector houden: tussen een baksteen en een betonblok in.’ Ook dat kan geen toeval zijn.
Voor het bureau is het lang niet de eerste publicatie. Vier andere architectuurboeken gingen eraan vooraf. ‘Ze staan symbool voor een scharniermoment, als deel van een transitie binnen een steeds versterkend
ontwerpbewustzijn’, legt Luc Binst uit. ‘We zien zo’n naslagwerk als een zoektocht naar de feitelijke waarden en conceptuele gedachtegang van ons bureau. Geregeld het eigen werk overschouwen en de tijd en ruimte nemen om te synthetiseren: het helpt ons om ons DNA scherp te houden. Bovendien zorgt het voor een nieuwe dosis zuurstof en innovatieve prikkels. Voor een bureau met veel ambitie zoals het onze is dat van wezenlijk belang.’
‘Geregeld het eigen werk overschouwen en de tijd en ruimte nemen om te synthetiseren, helpt ons om ons DNA scherp te houden.’
‘Het kantoor kende de afgelopen vijf decennia een aantal mijlpalen’, zegt Binst. ‘Maar er was ook de onverwacht vroegtijdige overname door het overlijden van Jo Crepain na een kort ziekbed. De fusie met Crepain Binst Architecture van 2005, die de katalysator beloofde te zijn voor een tweede jeugd, botste einde 2008 daardoor op een abrupte wending.’
Het verlies van Crepain was in meer dan een opzicht een zware dobber. ‘Het bracht ons in woelig vaarwater. Zeker toen gelijktijdig in Nederland een vastgoedcrisis uitbrak die een aanslag betekende op onze markt.’
Maar het bureau kwam die dubbele uppercut — zoals Luc Binst die noemt — met gedrevenheid en volharding te boven. ‘Gaandeweg hebben we ons marktaandeel weer kunnen opkrikken. Dat hebben we trouwens aan het einde van 2015 eveneens met het syntheseboek ‘United’ in de verf gezet.’
In wel meer opzichten was dat een symbolisch en belangrijk jaar. ‘Ons kantoorpand in de wijk Sint-Andries botste toen al een poos organisatorisch op zijn limieten. Ruimte voor visuele exposure, of voor een potentiële toekomstige identiteit, was er niet door die geïsoleerde ligging.’
Een leegstaand pakhuis in een van de verbindingsstraten tussen de Gedempte
Zuiderdokken - nu een open ruimte - en de heraangelegde Scheldekaaien kwam op de radar. ‘Die bruisende omgeving paste helemaal bij de vernieuwde, artistieke habitat die we voor ogen hadden’, zegt Binst.
Het kantoor actualiseerde zijn huisstijl, scherpte de naam aan tot Binst Architects en zag meteen twee complementaire adressen die zijn artistieke missie konden helpen uitdragen: het logistieke bijpand Luiknatie — om zijn maquette-atelier, het 3D-printen, een fotostudio én zijn stock onder te brengen — en op de hoek een galerieruimte of ‘room for art’ die het ‘B scene’ doopte.
SPREKERS EN PRESENTATIES
‘Een laagdrempelig, artistiek adres worden, was een van de wensen waarmee we dat nieuwe hoofdstuk met ons kantoor wilden ingaan. We zijn toen ook van start gegaan met een platform voor presentaties en sprekers. Wekelijks nodigen we bouwgerelateerde bedrijven uit om zo de kennis en het interne bewustzijn van ons team te versterken’, geeft de CEO aan.
Hoe dat in zijn werk gaat? Fabrikanten, leveranciers, aannemers maar ook studiebureaus en zo meer kunnen telkens op maandag een uurtje krijgen voor een acte de présence. ‘Dat geldt trouwens ook voor bijzondere gastsprekers die architectuur en kunst vanuit hun expertise benaderen’, zegt Luc Binst. ‘Het idee is dat van een soort open huis of huis van de op ‘t Zuid, om kennis uit te wisselen en te versterken. Ambitieuze, gelijkgezinde en ondernemende mensen uit ons vakgebied en daarbuiten willen we verenigen. Noem het een inclusieve totaalaanpak, een die ons bureau helemaal typeert.’
Al bijna 40 jaar zijn wij de juridische partner voor private ontwikkelaars en andere vastgoedspelers in heel Vlaanderen.
Die symbolische scharnierjaren kwamen ook met een hernieuwde focus op stedenbouwkundige haalbaarheidsstudies en wedstrijden. ‘Het legde de basis voor onze stapsgewijze groei van het team tot 65 mensen.’ Binst heeft het niet over consultants, wel over mededenkers. ‘Omdat we juist een complementair en flexibel team zijn waar de persoonlijke band zorgt voor stabiliteit.’ Voor pas afgestudeerden wil Binst Architects een voorbeeldadres zijn. ‘Dagelijkse bereikbaarheid en een methodiek van kort op de bal spelen, zijn het motto dat we uitdragen.’
INTERNATIONALE ALLIANTIES
Voorts legt het bureau de ambities bij inhoudelijk groeien. ‘Zowel op organisatorisch, methodisch als architecturaal vlak’, stipt Luc Binst aan. Het zal cross-overambities en samenwerkingsverbanden zeker niet uit de weg gaan. ‘Bij een aantal topwedstrijden zijn we de afgelopen jaren internationale allianties aangegaan.’
Met zijn ontwerp- en dossieraanpak wist Binst Architects zich te onderscheiden qua kwaliteit. ‘Onze jaarlijkse reizen binnen Europa, het Midden-Oosten en Noord-
Amerika zijn niet enkel teambuildings. Het zijn evenveel potentiële allianties die voor nieuwe ontwerpopportuniteiten zorgen en onze deskundigheid versterken.’
In een sector die zo sterk aan het veranderen is, kan dat alleen maar een troef blijken. ‘Architectuur en ambitie schrijven wij met een hoofdletter’, zegt Luc Binst nog. ‘We streven ernaar om onze projecten ambitieus, professioneel en realistisch onderbouwd uit te dragen. Bouwen is vandaag dermate complex, waardoor veel architecten zich noodgedwongen vastbijten in een ontwerpmatige niche of een bouwtechnische expertise.’
‘Onze jaarlijkse teamreizen binnen Europa, het MiddenOosten en Noord-Amerika zorgen voor nieuwe ontwerpopportuniteiten en versterken onze deskundigheid.’
Daar gaat Binst Architects niet in mee. ‘Wij blijven als allround bureau vasthouden aan de volwaardige uitwerking en behartiging van opdrachten van a tot z. Weliswaar gaan we die benaderen en aandacht geven vanuit verschillende invalshoeken en met een architectuur à la carte.’
www.binstarchitects.be
‘Refurbished meubilair is pakken goedkoper dan de nieuwprijs, meestal drie tot vier keer maar soms wel tienmaal.’
Sam
van Treeck, 2ECO
Een nagelnieuw ogende bureaustoel of vergadertafel aan een fractie van de nieuwprijs zegt je wel wat als startende of groeiende ondernemer? Dan is de aanschaf van refurbished kantoormeubilair minstens het overwegen waard. In die wereld is 2ECO uit Sint-Gillis-Waas alleszins helemaal thuis.
door Jan Van de Poel fotografie Stefaan Van Hul
Zelfs met al wat jaren op de teller komt gebruikt professioneel kantoormeubilair vaak nog perfect in aanmerking voor een tweede leven. Dat merkte Sam van Treeck al een vijftiental jaar geleden, toen hij in die periode langsging bij bedrijven om gebruikt IT-materiaal over te nemen.
‘Bedrijfsleiders vroegen me toen regelmatig om hen ook te verlossen van hun gebruikt kantoormeubilair, wanneer bijvoorbeeld aan hun activiteiten een einde kwam of bij een verhuizing naar een andere locatie. Zeker grotere bedrijven kiezen in dat geval voor volledig nieuw meubilair. Vroeger werden gebruikte tafels en stoelen dan bijna standaard op de container gegooid. Nochtans kon kwalitatief kantoormeubilair dan in veel gevallen nog wel een tweede leven krijgen’, vertelt Sam van Treeck.
En dus legt hij zich sindsdien toe op het volledig opruimen van kantoorruimtes. Van bureaustoelen over tafels en zitbanken tot zelfs belcellen: met een eigen ophaaldienst pikt 2ECO gebruikt kantoormeubilair op, evenwel niet om dat vervolgens rechtstreeks naar de vuilnisbelt af te voeren.
‘In ons eigen atelier nemen we elke vracht onder de loep. Stukken die al op het eerste gezicht van een minderwaardige kwaliteit zijn of die mechanisch niet meer in orde zijn, filteren we er bij een eerste selectie meteen tussenuit. Want wij vertrekken vanuit het idee dat ons aanbod nog minstens vijf jaar moet kunnen meegaan bij onze klanten. Pas
vanaf die termijn is refurbishen ecologisch gezien ook pas rendabel, met alle transport, materiaal en energie die eraan opgaat’, merkt Sam van Treeck op. Kantoormeubelen die wel in aanmerking komen voor dit proces, worden vervolgens ter plaatse gedemonteerd. ‘Armsteunen en zittingen verwijderen we en laten we vervolgens herstofferen of herschuimen. Hiervoor werken we samen met een maatwerkbedrijf, dat echt gespecialiseerd is in dit werk. Aangezien dat ook beschikt over zowel een hout- als metaalafdeling, kan een meubelstuk steeds op een en dezelfde locatie volledig onder handen worden genomen. Dat maakt het heel efficiënt werken. Daarna keert het meubel terug naar ons magazijn, waar m’n team instaat voor de finale assemblage. Daarna kan het dan in verkoop gaan.’
NIET ALLE MERKEN WERKEN MEE
Door z’n jarenlange ervaring weet 2ECO onderhand wel met welk meubilair het aan de slag kan. Bijvoorbeeld een kantoortafel met een beschadigd tafelblad van melamine zal het niet meer vernieuwen. ‘Door de optelsom van de nodige chemicaliën om dit werkblad te verwijderen en het transport, is die operatie nu eenmaal onvoldoende duurzaam’, geeft de zaakvoerder als voorbeeld mee. ‘Er zijn ook merken die alles in het werk stellen om refurbishing nagenoeg onmogelijk te maken. Bijvoorbeeld door te werken met bevestigingspunten die vrijwel onbereikbaar zijn zonder het stuk te beschadigen. Anderzijds heb je wel heel wat A-merken die zweren bij uitvoeringen met robuuste materialen en hierdoor bekendstaan om hun kwaliteit en duurzaamheid. Denk maar aan Ahrend, Bulo, Gispen, Pami en Kinnarps. Bij de toegenomen aandacht voor duurzaamheid zijn fabrikanten daarvoor uiteraard ook aandacht gaan hebben. Zij komen nu met stukken vervaardigd uit gerecycleerde materialen en series met recycleerbare onderdelen.’
Het actuele aanbod van 2ECO is te vinden op zijn webshop, die voor zowel kmo’s als particulieren open staat. Bijzondere heropgewaardeerde stuks zijn ook te bezichtigen in de toonzaal in Sint-Gillis-Waas. ‘Af en toe komen er specialere zaken binnen, zoals karaktervol designmeubilair of vilten meubels
die ook een akoestische functie hebben. In refurbished versie zijn die pakken goedkoper dan de nieuwprijs, meestal drie tot vier keer maar soms wel tienmaal. Dat maakt het voor starters en kleine kmo’s extra interessant’, weet Sam van Treeck. ‘Het aanbod bestaat wel grotendeels uit tafels en bureaustoelen. Dat biedt startende ondernemers een mooie basis om verder op te bouwen. Door de opgang van het thuiswerken is het aanbod toegenomen. Sinds de pandemie moet het kantoor niet alleen functioneel zijn, maar ook beleving en ruimte tot samenwerken bieden. Omdat we werken met meubilair met al enkele jaren op de teller, zal die trend zich pas de komende jaren beginnen aftekenen in ons aanbod.’
PROJECTMATIGE AANPAK
Met een team van intussen tien eigen medewerkers en 5.000 vierkante meter aan magazijnoppervlakte, wil 2ECO ook projectmatig z’n stempel drukken. ‘Momenteel maken we werk van een platform dat zich toespitst op architecten, interieurvormgevers en projectontwikkelaars. Daarvoor bouwen we ook voorraad op. We willen helpen bij het inrichten van projecten met verantwoord tweedehands, refurbished en circulair meubilair, zonder dat er aan looks of kwaliteit moet worden ingeboet’, geeft Sam van Treeck aan.
Hij merkt dat ook eindgebruikers steeds meer vragende partij zijn voor refurbishing van oud kantoormeubilair. Al zeker nu ze ook hun inspanningen naar duurzaamheid moeten rapporteren. ‘Zo hebben we voor AG Real Estate onlangs 250 bureaustoelen onder handen genomen. In loten van telkens vijftig stoelen hebben we die opgehaald, opgefrist en weer afgeleverd op kantoor. Bij zo’n operatie kunnen we zelfs inspelen op specifieke wensen, bijvoorbeeld door de stoffen armleuningen in een kleur naar keuze te vernieuwen’, klinkt het. ‘Los van onze circulaire aanpak staan we overigens ook op vlak van tewerkstelling voor een duurzame aanpak. Die omvat meer dan louter samenwerken met een maatwerkbedrijf. Zelf helpen we mensen met een vluchtelingenstatus aan een job, die hen helpt om hier een nieuw leven op te bouwen.’ www.2eco.be Special Vastgoed
Architectenkantoor B2Ai speelt in op de wijzigende rol van de architect vandaag. Projecten worden complexer en expertises worden uitgebreider. Meer dan ooit is architectuur vandaag teamwork. Het samenbrengen van architectuur, engineering, interieur en stedenbouw, in combinatie met het streven naar duurzame projecten met bijzondere aandacht voor mens en omgeving toont een diepgaand begrip aan van zowel de bouwsector als de noden en wensen van een wereld in verandering.
Duurzaamheid is het codewoord van vandaag. Het zorgt er mede voor dat (bouw)projecten als nooit tevoren een complexe puzzel zijn geworden waarin vele stukjes op de juiste plek moeten belanden. De tijd dat deze door één hand konden worden gelegd, lijkt definitief voorbij. “Ik kan me voorstellen dat ondernemingen met bouwplannen door de bomen het bos niet meer zien”, vertelt Pieterjan. “Onze mix van architecten, interieurarchitecten, structurele & technische ingenieurs, en stedenbouwkundigen zorgt ervoor dat we al heel veel van de benodigde knowhow kunnen aanbieden. Maar zelfs dan merken we op dat we steeds vaker een beroep doen op aanvullende externe specialisaties. De architect is vandaag meer en meer een bemiddelaar in een traject waar het maatschappelijk belang ook naar voor wordt geschoven.”
Jullie evolueren naarstig mee met de wereld?
Bart: “Dat is nodig. De maatschappij verandert, hoe we onze wereld indelen – of hoe die ingedeeld moet worden vanuit veranderende regelgevingen of een verschuiving van noden – verandert dus mee. We beschikken over veel kennis binnen onze organisatie, maar indien nodig, versterken we het team met externe specialisten.”
Pieterjan: “Het staat ook letterlijk in ons motto. ‘You challenge. We rethink. Together we create.’ Met je unieke project en je ambities, kom je bij ons terecht. We gaan de uitdaging aan om een meerwaarde te creëren voor mens, maatschappij, natuur en klimaat. Met een open blik analyseren we de bredere context en de historiek van de site. We durven het programma en je verwachtingen in vraag te stellen en out-of-the-box te denken. We onderzoeken de sterktes en zwaktes en vertalen ze in krachtige concepten. Dat doen we samen, vanuit onze gedeelde passie. In open dialoog met overheden, specialisten, fabrikanten en onderzoekers. Het is te complex geworden voor één persoon om te dragen, je hebt die dynamiek nodig. Zowel intern als met de klant: samen tot oplossingen komen.”
Hoe zie je die veranderingen terugkomen binnen B2Ai?
Pieterjan: “We hebben ons georganiseerd om gewapend te zijn voor de toekomst. We werken in kleine architectuurteams die ondersteund worden door adviserende afdelingen als technical & structural engineering, interieur en stedenbouw. De afdelingen bieden hun diensten trouwens ook onafhankelijk aan, los van de architectuuropdracht van B2Ai, aan andere architecten en bouwheren. “We combineren jarenlange ervaring met jong talent. Die kruisbestuiving zorgt ervoor dat we constant in beweging blij-
ven en dat de kwaliteit toch gewaarborgd blijft. Samenwerking is tekenend voor B2Ai. De complementaire teams dagen elkaar uit, de drempels zijn laag. Dat maakt de wisselwerking intensiever, waardoor we het hele ontwerp- en bouwproces sneller kunnen bijsturen. De interactie tussen de afdelingen en de brede vakbekwaamheid zorgen ervoor dat we de meest complexe opdrachten aankunnen.
“Kennisdeling is voor B2Ai essentieel. Tijdens onze architectuurcafés presenteren teams hun projecten om inzichten te delen. Onze medewerkers doen nieuwe ideeën op en de teamgeest wordt versterkt.”
Bart: “We beschikken eveneens over een kwaliteitsmanager die de B2Ai-kwaliteit garandeert door kennis te centraliseren, te beheren en te delen tussen onze verschillende teams en vestigingen. Verschillende profielen switchen dagelijks tussen Brussel, Antwerpen, Gent en Roeselare, soms wisselen collega’s een tijdje van team of kantoor,… Onze Chief Creative Director garandeert onze architecturale kwaliteit en verbindt de Creative Directors over de vestigingen heen in brainstormsessies. Bedoeling is om actief mee te denken over projecten en nieuwe invalshoeken te zoeken. Uitdagen, reflecteren, interageren,…”
Pieterjan: “De schaal van onze organisatie biedt kansen om onafhankelijk van onze opdrachtgevers te werken. We investeren in een laboratorium, een denktank voor nieuwe concepten en technieken… Het doel is permanent te blijven evolueren. B2Ai investeert in onderzoek en implementeert onderzoeksresultaten in de ontwerppraktijk. “Zo werken we bijvoorbeeld mee met studies over de ideale school. Uit onze kantoorprojecten filteren we knowhow over het nieuwe werken. We geven ook ruimte aan het experiment: zo onderzoeken we bijvoorbeeld de mogelijkheden van artificiële intelligentie in architectuurontwerp.
Vertaalt die expertise zich in een rode draad doorheen jullie projecten?
Pieterjan: “We vertrekken steeds van een wit blad. De bouwheer stelt ons voor een uitdaging, wij gaan ermee aan de slag. Wat zijn de maatschappelijke uitdagingen? Wat zijn de specificaties van de site? In een open dialoog gaan we op zoek naar oplossingen die vertrekken vanuit architecturale kwaliteit. Telkens weer komen we zo tot een uniek project dat de identiteit van de betrokken organisatie weerspiegelt.”
Hardenvoort passieve scholencampus, Antwerpen
Hoe vertalen jullie deze aanpak naar de klant?
Bart: “Onze aanpak zorgt ervoor dat al onze klanten een persoonlijke benadering krijgen: een architectenteam wordt samengesteld op maat van het project met één aanspreekpunt. We zorgen voor een nauw en rechtstreeks contact, bovenop een sterke opvolging door een partner. Je kan het bekijken als verschillende kleinere architectenteams die kunnen terugvallen op de kracht en kennis van een groot kantoor.”
Pieterjan: “We kiezen er bewust voor om ons niet uitsluitend te richten op grote bedrijven of organisaties, integendeel. We leren ontzettend veel uit ‘kleinere’ projecten, wat we dan weer kunnen inzetten bij andere klanten. Omgekeerd ook: de nieuwe technieken op grote ontwerpen zijn vaak vertaalbaar naar de kleinere. Zo ontstaat er opnieuw een kruisbestuiving.”
Bart: “We werken voor zowel publieke als private opdrachtgevers. Ook in de programma’s zien we verscheidenheid graag terugkomen. Ik denk aan kantoren, retail, woonprojecten,…“Neem bijvoorbeeld de ‘new way of working’: de vereisten voor werkruimtes zijn veranderd. Breakout rooms, flexwerkplekken, nieuwe structuren voor teams,… Door de juiste vragen te stellen, begeleiden we onze klant in het traject voor hun nieuwe kantoor.”
Waar vinden we jullie projecten zoal terug?
Pieterjan: “Het kantoor heeft expertise én referenties in zorg-, sport- & cultuurcentra, scholen, kantoren, commerciële, residentiële en stedenbouwkundige projecten. We werken in heel België, maar voornamelijk in Vlaanderen en Brussel. Onder recente voorbeelden zie je bijvoorbeeld het kantoorgebouw Greendesk in Antwerpen, een van de eerste ontwikkelingen op Nieuw Zuid, Residentie Belgica, op de Boelwerf in Temse en de passieve scholencampus Hardenvoort aan de rand van Park Spoor Noord in Antwerpen. In elk project drijft onze passie boven voor architectuur, gedreven en samen zoeken naar oplossingen in elk project, op welke schaal dan ook.”
Als specialist in fiets- en voetgangersbruggen is BestBridges in volle groei.
Steeds meer werpt het bedrijf uit Sint-Niklaas zich op als betrouwbare partner voor aannemers en architecten wanneer die zoeken naar een oplossing in de vorm van een brug die niet alleen functioneel en binnen het budget is, maar ook mooi en uniek is.
door Jens De Wit fotografie Diego Franssens, BestBridges
Het ontwerpen van een brug op maat vraagt volgens BestBridges veel aandacht en tijd. Bovendien is er een zeer specifieke expertise nodig en wordt er voor kleine bruggen vaak te weinig budget voorzien, merken ze in Sint-Niklaas. Om tegemoet te komen aan die uitdagingen, zet BestBridges volop in op digitalisatie en innovatie. Dankzij een digitale ontwerptool hoeft het team nooit te vertrekken van een wit blad. Zo biedt het zijn klanten in het voorontwerp heel snel veel mogelijkheden en variaties aan, inclusief een transparante kostprijs. Door de herhaalbaarheid en schaalbaarheid kan BestBridges volop inzetten op kostenbesparing.
‘Een brug is iets heel specifieks’, weet Karen Van Oost, Chief Engineering Officer en daarnaast de verantwoordelijke voor de werkvoorbereiding en uitvoering. ‘Er bestaan verschillende normen, bijvoorbeeld naar frequenties en comfortcriteria, waaraan onze constructies moeten voldoen. We denken mee over het volledige proces, waardoor we in onze ontwerpfase al rekening houden met de exacte bouwplaats en het transport.’
onze verantwoordelijkheid niet stopt op de tekentafel; we bieden de klant de garantie dat het ontwerp ook bouwbaar is en dat er bij de uitvoering geen verrassingen zijn. Want het gebeurt vaak dat er bij de uitvoering zaken naar boven komen waarmee niet altijd rekening werd gehouden. Met alle gevolgen van dien.’
BestBridges doet het anders, met behulp van een productconfigurator die het zelf heeft ontwikkeld en toelaat om ‘parametrisch’ te werk te gaan.
‘Samen met een klant zullen we kijken wat de specificaties van het project zijn. Hoe breed moet de brug zijn, hoe ver moet ze reiken, …? Onze tool vertrekt dan van basisstructuren volgens de vraag, die we vervolgens verder kunnen personaliseren. Zo kan een klant kiezen welke balustrades worden gebruikt, welk dek er moet komen en hoe de verlichting er moet uitzien’, aldus managing director Karolien Van Thienen. ‘Heeft de klant een eigen type balustrade laten ontwerpen? Dan kunnen we ook dat integreren. Op die manier komen we voor ieder project tot een uniek resultaat, zonder te moeten werken met gestandaardiseerde of prefabelementen.’
‘Samen met een klant kijken we wat de specificaties van het project zijn. Onze tool vertrekt dan van basisstructuren, die we vervolgens kunnen personaliseren.’
BestBridges bouwt en installeert de brug ook daadwerkelijk, waardoor het veel verder kan kijken dan alleen een ontwerp op papier.
‘Zo kunnen we van bij het begin rekening houden met álle aspecten. Het is duidelijk dat
‘Alles wat in de tool te vinden is, werd op voorhand al doorgerekend’, vult Karen Van Oost aan. ‘Op basis van bijvoorbeeld sterkte, het gewicht van de constructie en de prijs. Zo kunnen we onze klanten schaalbaarheid aanbieden die gepaard gaat met innovatie. In plaats van een copy-paste van wat al bestaat, krijgen ze een mooie, gepersonaliseerde brug die ook nog eens minder geld kost.’
Bent u al bekend met Qred Bank, de flexibele kredietverstrekker voor Belgische ondernemers?
Qred biedt bedrijfsleningen van € 1.000 tot € 200.000, zonder opstartkosten of bindende looptijd. Wij begrijpen dat u als ondernemer niet wekenlang wilt wachten op goedkeuring van een traditionele bank, daarom doen wij het anders: bij ons kunt u binnen 24 uur zakelijk lenen.
Qred Bank lanceerde in 2020 haar diensten op de Belgische markt en heeft sindsdien al vele ondernemers geholpen met het vinden van passende bedrijfsfinanciering. Ons ervaren team begrijpt de uitdagingen en behoeften die u als Belgische ondernemer heeft, en we zijn trots om een van de hoogst gewaardeerde zakelijke kredietverstrekkers in België te zijn.
Van investeringen in nieuwe apparatuur tot werkkapitaal en projectfinanciering: een zakelijke lening van Qred kan worden ingezet voor alle zakelijke doeleinden. Geen branche, bedrijf of ondernemer is hetzelfde, daarom hebben wij altijd oog voor uw individuele behoeften en denken we graag met u mee over een lening die u snel kan helpen schakelen.
Met een klantenscore van 4.5 op Trustpilot is Qred een van de best beoordeelde kredietverstrekkers in België, met een focus op persoonlijke service en flexibele bedrijfsleningen voor alle ondernemers, ongeacht bedrijfsgrootte of industrie.
‘We kunnen een goed idee geven van hoe hoog de kosten voor transitie naar nuluitstoot kunnen oplopen.’
Maak nu kennis met Qred Bank en ontvang 3 aflossingsvrije maanden op een zakelijke lening. Het aanvragen van een offerte voor een zakelijke lening bij Qred Bank is altijd gratis en volledig vrijblijvend. Ontdek nu uw leenmogelijkheden en scan de QR-code of bezoek qred.be/voka voor meer informatie.
De materiaalkeuze voor de uitvoering geeft het Wase bedrijf eveneens een voetje voor op de concurrentie. Terwijl de meeste spelers zich specialiseren in één materiaal, zoals hout of staal, houdt BestBridges zijn opties open. Naast staal en hout biedt het zo ook composiet aan. Hierdoor houdt het de mogelijkheid om klanten advies te geven met een open vizier, onderstreept Karolien Van Thienen. ‘Binnen hetzelfde project kunnen zelfs verschillende materialen worden gecombineerd.’
BestBridges is een van de weinige spelers die zulke opties kan aanbieden. ‘Onze sterkte zit in het feit dat we het hele project binnenshuis kunnen opnemen’, zegt oprichter Stefan Backeljauw. ‘Waar anderen voor iedere stap een beroep moeten doen op een andere partner, nemen wij zowel ontwerp en engineering als fabricage en plaatsing op ons. Dat verkort niet alleen de doorlooptijd. Zo zijn we ook altijd de beste partij om advies te geven.’
TEGEN GREENWASHING
aangesloten bij een onderzoeksgroep die bestaat uit afgevaardigden van de Universiteit Antwerpen, Buildwise en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Deze groep diende een onderzoeksvraag in bij Vlaanderen Circulair. ‘Samen willen we toewerken naar vastomlijnde parameters die de duurzaamheid van bruggen evalueren’, zegt Stefan Backeljauw. ‘Zulke tools bestaan al lang voor onder meer gebouwen, maar voor bruggen nog niet. Daardoor is het tot op vandaag onmogelijk voor overheden om hier gunningscriteria op te baseren. Nochtans hebben die paramaters wel een grote impact. De geschatte levensduur en het benodigde onderhoud vormen belangrijke factoren in de totale kosten- en duurzaamheidsbepalingen. We willen een totem vastleggen die gestaafd is met feiten en greenwashing uitsluit.’
PRAKTIJKVOORBEELD IN GENTBRUGGE
Naast kosten- en tijdsbesparingen zet BestBridges sterk in op duurzaamheid en circulariteit. Ook daarbij zijn de materiaalkeuzes belangrijk. Karen Van Oost: ‘Gebruiken we composiet om de brug te fabriceren, dan biedt dat meteen voordelen op vlak van duurzaamheid. Dit materiaal is erg licht, waardoor er minder voorzieningen nodig zijn om ze te plaatsen. Composiet is ook ontzettend onderhoudsvriendelijk. Bovendien kunnen bestaande funderingen hierbij vaak worden hergebruikt.’
Daarnaast heeft het bedrijf zich recent
Dat een brug meer is dan een combinatie van staal, balustrades en dek, bewijst de constructie die BestBridges recent heeft geplaatst in Gentbrugge. Sinds jaar en dag waren de ‘Saskes’ een belangrijke bottleneck voor dagelijks bijna 3.000 passanten. ‘Zij moesten de Schelde oversteken over sluisdeuren’, vertelt Karolien Van Thienen. ‘Je kon er elkaar niet passeren. Bakfietsen moesten op hun kant en de wachttijd kon weleens oplopen tot een halfuur. Het was de wet van de sterkste.’
‘Op één nacht tijd hebben we er een brug in composiet geplaatst van 3,5 meter breed en 17 meter lang’, vult Stefan Backeljauw aan. ‘De plaatsing zelf duurde maar een uurtje. Al 30 jaar vroegen de mensen daar een oplossing voor
‘Composiet is erg licht, waardoor er minder voorzieningen nodig zijn om een brug te plaatsen. Het is ook ontzettend onderhoudsvriendelijk.’
het oversteken en van de ene dag op de andere lag daar plots een functionele, mooie brug waar mensen elkaar moeiteloos konden passeren. Als je er nu de lach op hun gezicht ziet, weet je dat een brug óók gaat over een verbetering van de kwaliteit van hun leven. We zijn heel blij dat de stad Gent en De Vlaamse Waterweg hiervoor met ons wilden samenwerken. Hier hebben we echt een verschil gemaakt.’
www.bestbridges.eu
In 2019 opgericht door Stefan Backeljauw
Team van acht vaste medewerkers
Ruim 300 mogelijke combinaties om tot een unieke brug te komen
Doorlooptijd van plan tot plaatsing van een brug gaat meestal van 30 tot 100 dagen
Gespecialiseerd in interieurafwerking in retail, office en hospitality, begeleidt PLAN ID bouwprojecten van ontwerp tot oplevering in de hele Benelux. ‘Winkels worden alsmaar meer kunsten ontmoetingsruimtes, met natuurlijke en hyperindividuele materialen’, aldus Idriss Kandil van het Antwerps bedrijf.
door door Katrien Verreyken fotografie Vincent Callot
Idriss Kandil en Tom en Lawrence Vandekerckhove leiden met zijn drieën PLAN ID. Op papier is Idriss CCO, Tom COO en Lawrence CFO, maar eigenlijk horen de heren die labeltjes niet graag. ‘In een kleine kmo moet gebeuren wat moet gebeuren en springen we overal in waar nodig’, aldus Idriss Kandil.
‘We hebben een erg breed en divers klantenspectrum’, vult Tom Vandekerckhove aan. ‘We zijn actief in uiteenlopende sectoren, van hospitality over kantoren en retail tot vrije tijd. Zo bedienen we hotels, fitnessclubs en retailers als JD Sports, voedingsketens als KFC en Burger King, maar evengoed luxemerken als Louis Vuitton en hoogwaardige kantoorgebouwen voor o.m. gerenommeerde advocatenkantoren.’
In de coronacrisis stelden Idriss en co vast dat de retailsector erg crisisgevoelig bleek te zijn. ‘Heel wat retailers kregen het moeilijk, terwijl de grote sterke merken bleven floreren en véél sneller hun collecties en winkelinrichtingen konden wisselen. Daarom wilden we vooral voor die sterke merken werken. Sterke merken zijn duurzame klanten, want die zullen altijd blijven bestaan. Het was een aantal jaar geleden dus een heel strategische keuze voor PLAN ID om breder en hoger te mikken. Alleen pakken we hier niet mee uit’, klinkt het. ‘We merken dat
hoe minder reclame we maken, hoe meer we bij onze high-end klanten worden geapprecieerd. Discretie blijkt een erg belangrijke waarde in die sector. We zijn erg discreet en werken achter de schermen. We hoeven niet te adverteren om te overleven. De mond-tot-mondreclame functioneert zeer goed. Wij hopen op die manier zelf ook een sterk merk te worden binnen de niche waarop we inzetten.’
TRENDS IN INTERIEUR
Een trend in commerciële inrichtingen is dat het allemaal erg snel verandert. ‘Voor de Bongowinkels zijn we bijvoorbeeld al aan ons derde interieurconcept in twaalf jaar tijd bezig’, vertelt Tom Vandekerckhove. ‘Ook voor Nespresso steken we de winkelinterieurs al voor een tweede keer in een nieuw jasje. Gemiddeld is de levensduur van een winkelinrichting vijf à zeven jaar. Dan is het tijd voor iets nieuws.’
Zien Tom en Idriss een evolutie in de bouwmaterialen? ‘We merken weer een toename van natuurlijke materialen’, stelt Idriss vast. ‘Parket is bijvoorbeeld terug van weggeweest. De winkelinrichting van onze high end-klanten is hypergeïndividualiseerd. Dat zijn geen winkels meer; dat zijn heuse kunst- en belevingsruimtes geworden. Heel wat producten worden specifiek op maat van de klant gemaakt: tegels, behang, stoffering, mozaïektekeningen, … Tegelijkertijd zijn we ook bezig om fitnessruimtes of een KFC in te richten en dan primeren degelijkheid en slijtvastheid. Daar leggen we dan in geen tijd een keramische tegelvloer. Want winkels mogen niet te lang dicht blijven tijdens zo’n restyling.’
PLATINUM IN DUURZAAMHEID
Nog een belangrijke trend is – niet verrassend – duurzaamheid. ‘Onze klanten stellen steeds hogere eisen aan die duurzaamheid’, weet Idriss. ‘Ze willen vaak het hoogste duurzaamheidslabel halen. Gebruik van duurzame materialen is een minimum. Ook de traceerbaarheid van die materialen is van groot belang. En in de winkels wordt zelfs tijdens de verbouwingen de luchtkwaliteit voortdurend gemonitord.’
‘We merken weer een toename van natuurlijke materialen. Parket is bijvoorbeeld terug van weggeweest.’
‘De planning is heilig. Want als een winkel of hotel niet tijdig kan opengaan, heeft dat grote consequenties.’
Leadership in Energy and Environmental Design, waarbij gekeken wordt naar duurzame locatie, efficiënt gebruik van water, energie, materialen en middelen en ten slotte ook kwaliteit van het binnenmilieu. ‘Platinum wil zeggen dat op alle vlakken meer dan 80% moet worden gescoord. Dat is ons gelukt, maar dat vraagt wel veel opvolging, aandacht en kennis. Daarin differentiëren wij ons van concurrenten.’
‘We hebben voor elk project een multidisciplinair team van interieurarchitecten, bouwkundigen en ingenieurs’, vertelt Idriss. ‘We werken met een vijftiental vaste krachten, maar het grootste deel van de uitvoering besteden we uit. De kunst is om de juiste partners samen te zetten. Dat geeft ons een voorsprong ten aanzien van traditionele aannemers. Want wij kunnen erg goed de juiste man op de juiste plek aanstellen. Ik beschouw PLAN ID als een ecosysteem: we zijn zo groot als nodig is. We zullen ons wel zodanig organiseren dat we voldoende grote en vooral de juiste equipes
‘We nemen vaak erg complexe projecten aan waarbij gemakkelijk tussen de 30 en 50 aannemers en leveranciers betrokken zijn’, vertelt Tom. ‘Grote projecten kunnen oplopen tot een paar miljoen euro. We dragen daar dus een enorme verantwoordelijkheid. We zorgen dat alles aan de juiste veiligheidsnormen en regels per land voldoet. We regelen zelfs douane-inklaringen als producten uit het buitenland moeten komen. En we moeten onze talen goed spreken, want dat wordt ook geëist in onze contracten. Die grote projecten zijn soms wel stressvol, maar altijd heel boeiend.’
CHAMPIONS LEAGUE
‘Wij doen aan interieurafwerking op Champions League-niveau’, zegt Idriss. ‘Zo voelt het vaak aan. Alles moet perfect zijn, maar het moet tegelijkertijd ook supersnel gaan. De planning is heilig. Want als een winkel of hotel niet tijdig kan opengaan, heeft dat grote consequenties. De lat wordt heel hoog gelegd, time is money We bewaken daarom extra het mentale
welzijn van onze medewerkers zodat ze niet vroegtijdig opgebrand geraken. Ze moeten net als topsporters op bepaalde momenten kunnen pieken, maar ze krijgen ook voldoende tijd voor decompressie en rust.’
En de toekomst? ‘Die mag gerust wat internationaler’, meent Lawrence Vandekerckhove, zoon van Tom en CFO bij PLAN ID. ‘Maar we moeten eerst zorgen dat we de juiste capaciteit in huis hebben om te blijven evolueren met de complexiteit in onze sector. We staan nu op een kantelpunt. We zien de stip aan de horizon, maar moeten eerst zorgen dat onze basis goed zit. Een aantal jonge ambitieuze projectleiders mag nog altijd ons team komen versterken.’
www.abc-planid.be
Met de digitale tools van ING Business
Snel lenen Makkelijk leasen 24/7 geld beheren
Open je gratis rekening op ing.be/zakelijkerekening
GENT - RINKKAAI
Nieuw landmark langs de Leie
Luxe appartementen
Feeërieke zichten
KASTERLEE - BAYOT
KMO-units & kantoren
Ook voor vrije beroepen Top mobiliteit
MOL - ZILLELANDE
Energiezuinige BEN-woonwijk
Studio’s, appartementen & penthouses
Nieuw buurtpark van 10.000 m²
Nabij centrum Mol
MECHELEN - WATTLAND
Gezellige BEN-woonwijk
Tussen Mechelen centrum & de Dijle
Slechts 30% bebouwd, volop in het groen
MECHELEN - NEWTON HOUSE
10 Luxe appartementen & handelspand
Mechelen centrum
SINT-KATELIJNE-WAVER - BORGERWIJK
Patio- & parkappartementen
Historische site Borgerwijk buurtpark