13 minute read

Duurzame koplopers

Next Article
Horizon

Horizon

VLAIO-steun voor kmo’s om topinfrastructuur bio-economie te gebruiken

Boost voor bio-economie

Vlaams minister van Economie en Innovatie HildeCrevits wil meer kmo’s aanmoedigen om de weg van de bioeconomie in te slaan. Hoe? Via financiële ondersteuning voor kmo’s die nieuwe biogebaseerde processen willen uittesten op industriële schaal via pilootinstallaties. Een voorbeeld zijn aardappelschillen die dankzij industriële biotechnologie transformeren tot duurzame plasticfolie voor voedingstoepassingen. En door te investeren in bedrijven die testinfrastructuur ter beschikking kunnen stellen van kmo’s. Dat kondigde minister Crevits medio oktober aan tijdens haar bezoek bij BioBase Europe Pilot Plant (BBEPP) in Gent.

TEKST SAM DE KEGEL

“De bio-economie is ondanks haar sterke aanwezigheid in ons dagelijkse leven nog te onbemind, terwijl het een deel van de oplossing is op vlak van klimaatverandering. Bovendien behoort het onderzoek van onze kennisinstellingen en de expertise van onzetestinfrastructuren tot de wereldtop. Daarom richt ik mij met de nieuwe VLAIOoproep tot Vlaamse kmo’s. We willen kmo’s kennis laten maken met de wondere wereld van de bio-economie. Van afval een nieuw product maken. Daarom voorzien we in steun voor kmo’s die de testinfrastructuur die er al is, willen gebruiken én steun voor bedrijven met testinfrastructuur om die te kunnen openstellen. Op basis van biologische nevenstromen van de landbouw en industriebruikbare producten maken, zoals vb. bio-pesticiden,ingrediënten voor cosmetica en de farmaceutische sector of bouwstenen voor de chemie, is een van de prioriteiten om onze economie circulair en duurzaam te maken”,zegt Vlaams minister Hilde Crevits.

Pilootinstallatie als veilige springplank

Voortaan kunnen kmo’s zich aanmelden bij VLAIO om hun biogebaseerde innovaties uit te bouwen in één van de beschikbare Vlaamse pilootinfrastructuren. Een pilootinstallatie vertaalt een nieuw proces dat werkt in het labo naar een rendabel proces op industriële schaal, zonder dat het bedrijf hiervoor al grote risico’s moet nemen. Een veilige springplank dus. Vlaanderen heeft een uniek landschap aan dit soort pilootinfrastructuur, met onder andere de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP), de Food Pilot, Insect pilot, TRANSfarm, Lignopilot. Met de oproep wil minister Crevits ook kleinere bedrijven over de streep trekken en de bio-economie verder verankeren in Vlaanderen. Vlaamse kmo’s en startups kunnen hierdoor een beroep doen op de expertise van onderzoekers om hun idee of proces op te schalen en zelfs al te introduceren op de markt, zonder zelf al zware investeringen in nieuwe of aangepaste productielijnen te moeten doen.“Hetgroeipotentieel van de bioeconomie en de industriële biotechnologie

Bio-economie, is gigantisch en leidde de laatste jaren al tot grootschalige investeringen in Vlaanderen. u zegt? Gezien de grote klimaatuitdagingen waar we als maatschappij voorstaan, moeten we

Op basis van biologische neven- nu doorzetten”, benadruktWim Soetaert, stromen van de landbouw en industrie CEOvan de Bio Base Europe Pilot Plant. nieuwe, bruikbare producten maken. De missie? Meer biomassa gebruiken Vlaanderen wil de topkennisinstellingen, als grondstof in onze industrie, industrie én landbouw laten samenwerken om zo minder afhankelijk te worden om de bio-economie in bedrijven toe te van fossiele grondstoffen. passen. De bedoeling is om meer biomassa te gebruiken als grondstof in onze industrie, om zo minder afhankelijk te worden van

Ronald Everaert, minister Hilde Crevits, CEO BBEPP Wim Soetaert en BBEPP communicatieverantwoordelijke Katrien Molders

fossiele grondstoffen. Dit genereert ook een financiële meerwaarde voor de landbouwsector. Minister Crevits voorziet hiervoor 10 miljoen euro waarvan 3,5 miljoen euro voor de oproep met de pilootinstallaties.

Verpakkingen uit eigen aardappelschillen

Tijdens het bezoek aan de pilootinfrastructuur van BBEPP in Gent stelden grote bedrijven als ABInbev, maar ook start-ups zoals AmphiStar hun bio-economische projecten voor.

Aardappelverwerkend bedrijf Agristo liet bij BBEPP onderzoeken hoe het afvalresten van aardappels circulair kan inzetten. Momenteel loopt een proefproject met het Europese Newpack project dat aardappelschillen via fermentatie omzet naar bioplastics. Daar wordt uiteindelijk folie voor het verpakken van voedingswaren van gemaakt. Bij Agristo alleen al bestaat er een enorme groeicapaciteit. Op jaarbasis verwerkt het bedrijf het equivalent van 714 olympische zwembaden gevuld met aardappelen. Goed voor 4,1miljard porties frietzakjes. Ook pastaproducent Barilla gaf al aan interesse te hebben in dit product.

Meer info over de oproep: www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/ piloottrajecten-bio-gebaseerde-toepassingen

Nieuwe biomassacentrale in Ronse: energiewissel op de toekomst

In het kader van de Voka Zomerstages bezocht Vlaams parlementslid Robrecht Bothuyne op 15oktober Biosynergy in Ronse. Hij kreeg de eer om het eerste vuur van de nieuwe biomassacentrale op de industriezone Pont West aan te steken.

Vlaams parlementslid en schepen van Kruisem, Robrecht Bothuyne, sloot de succeseditie van de Voka Zomerstages in Oost-Vlaanderen af bij Biosynergy in Ronse. Het van oorsprong Kruisemse bedrijf is actief in het ontwerpen, installeren en onderhouden van biomassaverbrandingsinstallaties die restproducten omzetten in kostbare energie.

Van afval tot groene energie

De bedoeling is dat tijdens een Voka zomerstage een politica/politicus in een dag het reilen en zeilen van een Vlaamse onderneming beter leert kennen. Vlaams parlementslid Bothuyne begon de dag met een ontbijt en een introductie over bio-energie in Vlaanderen en de werking van Biosynergy. Het ontbijt werd gevolgd door een wandeling rond de industriezone Pont West, inclusief een bezoek aan het aangeplante energiegewas. Een bezoek en uitleg over biomassacentrales en warmtenetten volgde in de namiddag. Als kers op de taart mocht Bothuyne, samen met Ronses schepen Jan Foulon, het eerste vuur aansteken van de nieuwe biomassacentrale op Pont West, een speciaal moment in de biomassawereld.

Robrecht Bothuyne: “Duurzame biomassa, afval dus, herwerken tot groene energie is nooit belangrijker geweest. De huidige energieprijzen zorgen ervoor dat bedrijven op zoek gaan naar oplossingen om zeker te zijn van betaalbare groene warmte en stroom voor hun productieprocessen. Biosynergy toont hoe dat kan op een rendabele en milieuvriendelijke manier.”

De verdere uitrol van het warmtenet op fase 2 & 3 van Pont West, biedt toekomstige bedrijven de kans om aan hun warmtebehoeften te voldoen op een veilige, efficiënte, hernieuwbare, en betaalbare manier.

Utexbel wil garen spinnen bij circulair ziekenhuistextiel

Utexbel, de Belgische marktleider in textielproductie uit Ronse, stelde naar aanleiding van de Close the Loopconferentie een nieuwe productlijn van duurzame ziekenhuiskledij op basis van gerecycleerd textiel voor, een Europese primeur. Na een investering van vijf jaar is dit hun eerste belangrijke circulaireproject. Utexbel wil binnen enkele jaren 15 tot 20 % van haar productie verduurzamen.

2miljoen

meter weefsel

Utexbel wil tegen 2025 1.000 ton materiaal verwerken tot 2 miljoen meter weefsel. Hiermee kunnen 750.000 stukken textiel worden gemaakt. Zo wordt hun circulair ziekenhuistextiel ‘Dr. Green’ goed voor 15 tot 20 % van de productie van Utexbel.

‘Dr. Green’ is een volledig circulair ontwikkeld product, waarbij gebruikte ziekenhuiskledij op industriële schaal getransformeerd wordt tot vezels en daarna weer omgezet wordt tot afgewerkte ziekenhuiskledij. Utexbel is de eerste Europese speler die dit proces op industriële schaal uitrolt. Het bedrijf kiest er bewust voor om de productie lokaal te houden en werkt voor dit nieuwe product samen met Van Moer (expert in werk- en bedrijfskledij), maatwerkbedrijf Arcor (versnijden van het textiel), Terre (specialist in kledijrecyclage) en Delorge, dat instaat voor het uitrafelen van het textiel.

Vervezelen en opnieuw spinnen

Ziekenhuiskledij bestaat door de band genomen uit 65 % polyester en 35 % katoen. Na een honderdtal wasbeurten voldoet de stof echter niet meer aan de kwaliteitsstandaarden, dus wordt deze voor Dr.Green gerecycleerd zodat ze opnieuw als basisgrondstof kan worden gebruikt. De kledij wordt door de partners ‘vervezeld.’ De stof wordt gereduceerd tot fijne vezels van zo’n 25 millimeter lang, die voornamelijk bestaat uit polyester, gezien veel van het katoen gedurende het verwerkingsproces uit de stof is verdwenen. Deze vezels worden samengeperst tot balen die bij Utexbel worden geleverd. Met de balen met gerecycleerd materiaal gaat Utexbel aan de slag om nieuw garen te spinnen. Tijdens het spinnen wordt biokatoen en gerecycleerd polyester toegevoegd. Met dit garen wordt Dr. Green geweven. De geweven stof wordt vervolgens geverfd in de gewenste kleur en afgewerkt op basis van de verwachtingen van de klant. De finale afwerking zorgt er bijvoorbeeld voor dat de stof water- of olieafstotend wordt of brandwerend is.

“We zijn bijzonder trots op dit innovatief procedé dat door ons voor het eerst op industriële schaal wordt toegepast. We recycleren 65 % van het basismateriaal: een unicum in de sector”, zegt Jean-Luc Derycke, R&D manager bij Utexbel.

Focus op export

Utexbel is één van de laatste Europese industriële textielbedrijven dat verticaal geïntegreerd is: het staat in voor het volledige productieproces. “Op industriële schaal textiel produceren en recycleren in Europa is mogelijk”, volgens Derycke. Bij de productie van Dr. Green wordt het transport van het product tot een minimum beperkt omdat de partners niet ver van elkaar liggen en perfect op elkaar zijn afgestemd. Zo ligt de CO2-uitstoot van het productieproces van dit circulair ziekenhuistextiel 32 % lager dan de productie van conventioneel textiel. Ook het verbruik van water en energie ligt respectievelijk 84 % en 42 % lager.

“In deze eerste fase zetten we 10 ton materiaal in, goed voor 20.000 meter weefsel”, stelt salesmanager Johan Dewulf van Utexbel dat zich met ‘Dr Green’ richt op de hele Europese markt en in het bijzonder op de buurlanden en de Scandinavische landen.

Ook een actie rond duurzaamheid gepland? Laat het ons weten duurzaamondernemen.ov@voka.be. Meer op www.voka.be/oost-vlaanderen/vcdo.

Nieuwe joint venture van Christeyns en Kempische Veride recycleert afvalwater in wasserijen

Christeyns, een internationaal actief Gents bedrijf dat reinigings- en desinfectiemiddelen produceert voor industriële wasserijen, gaat via een joint venture met het bedrijf Veride uit Geel een technologie voor waterzuivering en -hergebruik leveren aan wasserijen. Die kunnen daarmee hun verbruik van grond- en leidingwater aanzienlijk verminderen, ook regenwater gebruiken en minstens 80 procent van het afvalwater na elke wasbeurt hergebruiken.

Via de joint venture ‘Hydro Global Solutions’ zullen ze het plug-and-play systeem ‘HydRO for laundries’ verkopen aan wasserijen. Dat systeem zuivert en behandelt regen-, grond- en afvalwater en produceert hoogwaardig proceswater voor een betere waskwaliteit en de productie van stoom.

Christeyns is dit najaar ook op overnametoer. Het neemt het Spaanse bedrijf Eurosanex over om zijn afdeling professionele hygiëne te versterken. Die afdeling richt zich onder meer tot hotels, restaurants, woonzorgcentra, wellnesscentra, scholen, carwashes en schoonmaakbedrijven.

Tarkett recycleert vloer voor IKEA in Aarlen

Bij een renovatie van het IKEA-filiaal in Aarlen, haalde Tarkett, wereldleider in innovatieve oplossingen voor vloeren en sportoppervlakken met ook een vestiging in Dendermonde, meer dan 4.500 vierkante meter aan oude vloerbekleding op. Deverwijderde homogene vinylvloer werd daarna van lijm- en betonresten ontdaan en vermalen via een door Tarkett ontwikkeld proces. Het bekomen granulaat vormde de basis voor evenveel nieuwe homogene vinylvloer. Dankzij dit circulaire initiatief, werd meer dan 40 ton CO₂-emissie bespaard.

“Tarkett zet volop in op een circulaire economie waarin zoveel mogelijk grondstoffen en producten hergebruikt worden”, zegt Filip Eeckhout, general manager van Tarkett Belgium. “We recycleren al een hele tijd productie- en installatieafval. Dit project is het vervolgverhaal van een eerdere recyclage van de vloer van de Stockholmse IKEA in Kungens Kurva waar 10.000 vierkante meter vloerresten herwerkt werden voor het IKEA-warenhuis in Jönköping.”

christeyns.com

Jan De Nul baggert met biobrandstof in Hamburg

Het baggerbedrijf Jan De Nul Group uit Luxemburg gebruikt voor het eerst in Duitsland uitsluitend biobrandstof van de tweede generatie voor onderhoudsbaggerwerken in de haven van Hamburg. Deze brandstof bevat geen aardolie, maar verwerkte plantaardige afvalolie als grondstof. Duurzaam en circulair.

Dankzij het gebruik van biobrandstof tijdens deze baggerwerken wordt ook de uitstoot van fijnstofdeeltjes en zwavelverbindingen aanzienlijk verminderd, aangezien de verbranding veel efficiënter verloopt dan met conventionele dieselbrandstof.

Wat brengt ons de toekomstige groene wagenfiscaliteit?

Op 14 september werd het langverwachte wetsontwerp met betrekking tot de fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit ingediend in de Kamer. Hierna zetten we alvast de krachtlijnen voor u op een rijtje op basis van de ons beschikbare informatie eind september. Het spreekt voor zich dat aan dit ontwerp bij de verdere parlementaire behandeling nog wijzigingen kunnen aangebracht worden. Onderstaande bespreking beperkt zich tot de nieuwigheden inzake directe belastingen. De wijzigingen op het vlak van de solidariteitsbijdrage komen hier niet aan bod.

BEPERKING VAN DE KOSTENAFTREK

Voertuigen met CO2-uitstoot

Teneinde te komen tot een versnelde vergroening van het bedrijfswagenpark, zullen de niet-emissievrije personenwagens die aangeschaft*1 worden vanaf 1 januari 2026 niet langer fiscaal aftrekbaar zijn. Voor voertuigen aangeschaft vóór 1 juli 2023 blijft de huidige aftrekregeling*2 integraal van toepassing onder de zogenaamde ‘grandfather’ regeling. Verder wordt er in volgend ‘uitdoofscenario’ voorzien voor voertuigen aangeschaft tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025. De bestaande aftrekregeling*2 blijft tijdelijk van toepassing, maar de volgende maxima moeten gerespecteerd worden: – 75 % voor AJ (aanslagjaar) 2026, – 50 % voor AJ 2027, – 25 % voor AJ 2028 en – 0 % voor AJ 2029.

Bovendien wordt de bestaande minimale aftrek van 50 % uiteindelijk afgeschaft (40 % voor voertuigen met een CO2-uitstoot van 200 g/km of meer). Specifiek voor de brandstofkosten (benzine of diesel) van een oplaadbaar hybride voertuig aangeschaftvanaf 1 januari 2023, wordt deaftrekbeperking begrensd op 50 % om het gebruik van de elektromotor aan te moedigen. Deze regeling geldt zowel voor de personen- als voor de vennootschapsbelasting en heeft betrekking op alle (hybride) personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en dezogenaamde ‘valse’ lichte vrachtwagens met een CO2-uitstoot hoger dan nul. De ‘echte’ lichte vrachtwagens, motorfietsen, … daarentegen, ondergaan (voorlopig ?) geen wijzigingen en blijven dus integraal aftrekbaar. Voertuigen zonder CO2-uitstoot

Elektrische auto’s (alsook voertuigen die rijden op waterstof) die vóór 1 januari 2027 zijn aangeschaft blijven voor 100 % aftrekbaar. Voor koolstofemissievrije auto’s die nadien worden aangeschaft, wordt de aftrek als volgt stapsgewijs afgebouwd:

Jaar van aanschaf Recht op aftrek 2027 95 %

2028 90 %

2029

82,5 % 2030 75 % Vanaf 1/1/2031 67,5 %

Fiscale incentives voor laadstations

Volgende fiscale incentives worden ingevoerd om belastingplichtigen ertoe aan te zetten te investeren in laadstations voor elektrische wagens: – Voor ondernemingen wordt voorzien in een verhoogde kostenaftrek voor de investering in nieuwe, publiek toegankelijke, intelligente laadstations die binnen een bepaalde periode gebeuren (zie hierna). Het voordeel wordt verleend onder de vorm van een verhoogde aftrek op de afschrijvingen. – Voor particulieren (eigenaar of huurder) betreft het een belastingvermindering voor de investering in een nieuwe laadpaal thuis binnen een bepaalde periode (zie hierna). Het laadstation moet aan een aantal kenmerken voldoen en mag niet zelf geplaatst worden. Het bedrag van de uitgaven waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend, is beperkt tot 1.500 EUR per laadpaal en per belastingplichtige.

Voor ondernemingen zullen de kosten in verband met laadstations – die vanaf 1 januari 2030 aangekocht, geleased of gehuurd worden – nog slechts aftrekbaar zijn ten belope van 75%. Verder wordt in een verhoogde investeringsaftrek voorzien voor ondernemingen die investeren in de aankoop van koolstofemissievrije vrachtwagens (in nieuwe staat), en de installatie van tankinfrastructuur voor waterstof en van elektrische laadinfrastructuur voor koolstofemissievrije vrachtwagens. Het tarief bedraagt 35 % in 2023, 29,5 % in 2024, 24 % in 2025 en 18,5 % in 2026. Op onze website vindt u een volledige presentatie waar niet alleen de hiervoor besproken wijzigingen aan bod komen, maar tevens een aantal inzichten gedeeld worden over uw toekomstig mobiliteitsbeleid. In deze presentatie vindt u bovendien ook een beknopte bespreking van de toekomstige wijzigingen van de solidariteitsbijdrage, naast een opsomming van dehuidige aftrekregels inzake directe belastingen en btw.

Ondernemingen: afschrijvingen m.b.t. investeringen gedaan tussen: Particulieren: uitgaven die werkelijk betaald zijn in de periode:

01/09/2021 – 31/12/2022 200 % 01/09/2021 – 31/12/2022 45 %

01/01/2023 – 31/08/2024 150 % 01/01/2023 – 31/12/2023

01/01/2024 – 31/08/2024 30 %

15 %

*1 Aangekocht, geleased of gehuurd. *2 Voor een toelichting van de huidige aftrekregeling verwijzen we naar blz. 16 en volgende van onze brochure ‘Aftrekbare kosten’ die kan geconsulteerd worden op onze website. In deze brochure worden niet alleen de bestaande aftrekregels in de vennootschapsbelasting, maar ook de regels inzake btw besproken. Birgit Rassaert brassaert@deloitte.com

This article is from: