Sportbijlage Het Urkerland 2010

Page 1

Sportbijlage Sporten op Urk. Dat is willen winnen, willen presteren, op wat voor niveau dan ook. De drijfveer is voor iedereen hetzelfde, want sporten is plezier beleven. Plezier aan het samen bezig zijn, aan het verleggen van grenzen, ja zelfs aan het stukgaan. In deze bijlage komen verschillende sporters en verenigingen aan het woord. Wat drijft hen en wat zijn hun doelen voor het komende seizoen?

Jan Snoek demonstreert de ‘flying side kick’ oftewel de gesprongen zijwaartse trap.

• 30 augustus 2010 •


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 3

Peter Kruithof en Hendrik Hoekstra doen mee aan Sterkste Man-wedstrijden

‘Krachtsport is anders dan anders’ Shovelbanden van driehonderd kilo optillen, boomstammen boven je hoofd houden, een vrachtwagen trekken. Dat zijn dé kicks voor Peter Kruithof (22) en Hendrik Hoekstra (23). Het tweetal doet fanatiek aan krachtsport en met resultaat. Zo mag Kruithof zich sinds kort de derde Sterkste Man van Nederland in de juniorklasse noemen.

A

ls klein jongetje stond Peter Kruithof zijn spierballen al te spannen voor de spiegel. Op menige jeugdfoto staat hij, in zijn judopak, met een grote glimlach en zijn geheven armen in Popeye-positie te stralen. Na judo volgde voetbal. Daarnaast maakte hij bij Keep Fit, onder begeleiding van Geert van Urk, de nodige uurtjes om sterker te worden. Zijn focus kwam steeds meer op krachtsport te liggen en uiteindelijk stopte hij met voetbal. ,,Krachtsport is anders dan anders. En dat vind ik leuk. Daarnaast voel ik me er gezond en goed bij.’’ Hendrik Hoekstra is de vaste sparringpartner van Peter. Jarenlang was Hendrik verknocht aan hapkido, maar was daar in zijn tienerjaren mee gestopt. In eerste instantie deed hij niets meer aan sport, maar toen hij zich begon te vervelen en wat kilo’s zwaarder werd, meldde hij zich bij de sportschool.

‘Iemand als Piet Baarssen is een voorbeeld voor ons’

Uitdaging

Peter en Hendrik merkten tijdens de training dat ze het allebei leuk vonden om zo fanatiek mogelijk te trainen. Het duurde niet lang of de eerste resultaten werden letterlijk en figuurlijk zichtbaar. ,,Je merkt dat je sterker wordt en je ziet het ook aan je hele lichaam.’’ Enig probleem: het bleef in de sportschool bij trainen voor de spiegel. De biceps laten rollen was een tijdje leuk, maar Hendrik en Peter waren op een gegeven moment toe aan een nieuwe uitdaging. Die werd gevonden in Wout Zijlstra. Ooit Sterkste Man van Nederland en een collega van de vader van Hendrik. ,,Mijn vader had Wout verteld dat hij nog wel twee jongens wist die dáchten dat ze sterk waren. We werden

uitgenodigd op zijn boerderij in Friesland. Het is daar één groot trainingscentrum met grote apparaten. Zonder spiegels, maar wel met shovelbanden van driehonderd kilo.’’ Lachend: ,,Daar werden we dus even op onze plaats gezet.’’ Omringd door grote kerels die ook nog eens beresterk waren, voelden Peter en Hendrik zich best wel klein. ,,Wij dachten dat we wel wat in onze mars hadden, maar dat viel in vergelijking met die gasten vies tegen.’’ Het tweetal leerde door Wout Zijlstra over de verschillen in krachtsport. ,,Grofweg zijn er twee soorten krachtsporters. De body-builders, die bewust trainen voor zo groot mogelijke spierballen en die er heel sterk uit willen zien. En aan de andere kant heb je het sterkste mantype, die gewoon sterk ís. Vaak zonder ‘wasbordje’, maar wel met echte power.’’

Gezellig

Naast het feit dat de Urker jongens zagen dat er nog genoeg werk te doen was, sprak de gezellige sfeer onder de sterke mannen hen ook meteen aan. ,,We werden meteen opgenomen in de groep. Op de een of andere manier verwacht je dat toch niet. Veel mensen denken bij dit soort gasten dat ze wel arrogant zullen zijn. Maar ze waren juist vriendelijk en gaven ons tips hoe we beter konden trainen.’’ Het tweetal ging serieus aan de slag met hun trainingsschema. Zo’n vier keer per week wordt er getraind op een boerderij aan de Zuidermeerweg. De ene keer met betonnen ballen, de andere keer met boomstammen en, als er nog tijd over is, op uithoudingsvermogen. Vorige maand werd het eerste officiële resultaat geboekt. Peter veroverde de derde plaats in de Sterkste Man van Nederland-junior editie (tot 23 jaar). Ze maakten als Urker team daarnaast een goede start.

Gezond

De jongens leerden dit jaar dat het niet alleen op spierballen aankomt om mee te doen aan de Sterkste Man-wedstrijden. Een sterke rug, benen en schouders zijn nog veel belangrijker. Goede voeding én rust zijn ook onmisbaar voor een sterke man. Hendrik en Peter zijn duidelijk in wat ze wel en niet willen doen voor hun sport. ,,Veel mannen die aan krachtsport doen, nemen ook voedingssupplementen. Dat is op zich best veilig, maar wij doen het niet. Wij halen alles wat we nodig hebben gewoon uit

gezonde voeding’’, vertelt Hendrik. Een normaal eetpatroon voor deze heren is niet voor mensen met een kleine maag weggelegd. Er gaat nogal wat doorheen bij de mannen: een heel brood per dag, een liter melk, flinke borden kost en dan vooral met veel eiwitten. Peter vult aan: ,,En dat betekent dus niet alleen gebakken eieren. Maar ook vis, vlees en melkproducten. Gewoon lekker eten.’’ Roken en overmatig alcoholgebruik zijn sowieso uit den boze voor de mannen. Daarvoor nemen ze hun sport te serieus. Peter: ,,Ik neem gerust weleens een pilsje, maar niet teveel. En zeker niet meteen na trainen. Alcohol breekt je spieren alleen maar af en dat is op zo’n moment funest.’’ Soms iets laten staan, hoort bij sport, vindt het tweetal. ,,Als ik aan iets meedoe, wil ik ook de beste zijn. Dus als ik voor krachtsport ga, wil ik ook de sterkste zijn. En al duurt dat nog tien jaar, dat maakt dan niet uit. Dat is juist het

Peter Kruithof en Hendrik Hoekstra.

mooie aan deze sport. De top van je kracht bereik je vaak pas na jaren, ongeveer tussen je dertigste en veertigste’’, aldus Peter. Op een gezonde manier sterker worden, dat is het doel van de jongens. Hendrik: ,,Wij willen nu groot en sterk zijn, maar ook als we vijftig zijn. Zo iemand als Piet Baarssen, dat is een voorbeeld voor ons. Nog steeds een sterke man, lekker fit en in conditie. Wij trainden onlangs met hem en hij is nu nog beter dan ons. Dat betekent dat wij ons nog steeds kunnen ontwikkelen en veel van hem kunnen leren.’’ Hendrik en Peter trainen vrijwel dagelijks met een groep Urkers op de boerderij aan de Zuidermeerweg 39 (op eerste rotonde op Domineesweg rechtsaf). Wie ook belangstelling heeft voor krachtsport is van harte welkom om eens een kijkje te nemen. Op zaterdagmiddag tussen twee en vijf uur is er altijd iemand aanwezig.


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 4

Jelle Loosman, 34 jaar inmiddels, maakte alles mee met Urk 1. De opkomst van een amateurvoetbalbolwerk, twee mooie titels, een handvol bijnakampioenschappen en ook degradatie naar de eerste klasse, waaruit de ploeg na drie seizoenen nog niet ontsnapt is. De mannen die voorheen rondom hem schitterden, zijn bijna allemaal gestopt en een nieuwe generatie nam hun plaatsen in. Toch staat het voetbaldier te trappelen aan de start van weer een nieuw seizoen, zijn zeventiende.

‘Laten critici kijken wat de jongens er allemaal voor over hebben.’

Jelle Loosman begint aan zeventiende seizoen in Urk 1

Afscheid nemen, in elk geval van de eerste klasse

L

oosman kijkt liever vooruit dan achteruit, zeker na afgelopen seizoen: ,,We moeten het laatste jaar gauw op zolder zetten om er nooit meer naar om te kijken. Iedereen speelde tien tot vijftien procent minder dan het seizoen ervoor. We beleefden een slechte start van de competitie en zijn daar vervolgens nooit meer bovenop gekomen. Doordat het niet liep, wijzigde de opstelling vaak en dat werkte weer averechts.” Vijf wedstrijden voor het einde nam het bestuur afscheid van trainer Henk Konings. Loosman: ,,Dat had wat ons betreft echt niet gehoeven. We hebben drie seizoenen goed met hem samengewerkt en de spelers vonden bijna unaniem dat hij het jaar moest afmaken. Ik geloof niet zo in schokeffecten en Henk verdiende het dat we die periode van drie jaar goed met elkaar konden afsluiten.”

Nieuwe trainer

De nieuwe trainer, Jan Schulting, kwam door het besluit enkele maanden eerder dan verwacht aan de leiding van het team te staan. Inmiddels is hij dus geen onbekende meer. Loosman: ,,Door zijn verleden bij betaald voetbalclubs, heeft Jan een zeer professionele instelling. Je merkt het aan kleine dingetjes. En we gaan drie keer trainen in de week. Trainer zijn van Urk is zijn hoofdbezigheid en dat merk je gewoon. Het is ook iemand die de hele dag wel over voetbal kan praten.” Onder leiding van de nieuwe trainer moet het er dit

seizoen van komen, vindt Loosman. ,,We hadden eigenlijk alweer in de hoofdklasse moeten spelen. Twee seizoenen geleden draaiden we zo goed, maar misten we promotie op een haartje. Dit jaar gaan we ervoor. Het is zeker een voordeel dat we in district noord spelen. De top is daar smaller, terwijl in oost wel acht of negen clubs aan elkaar gewaagd waren. Ik schat in dat we het dit jaar moeten uitmaken met Olde Veste en Noordscheschut.”

Topklasse

Zou Urk erin slagen om te promoveren, dan komt ze terug in een hoofdklasse waarin de beste ploegen ontbreken, omdat die vanaf dit seizoen in de nieuwe topklasse spelen. Loosman weet nog niet wat hij van dat nieuwtje moet denken: ,,Aan de ene kant wordt het een mooie competitie denk ik. Je zou willen dat de topklasse veel eerder was ingevoerd, want dan had Urk er zeker in meegespeeld. Aan de andere kant neemt het aantal regionale derby’s af door de topklasse. En de verschillen worden groter. IJsselmeervogels is nu een semi-profclub, terwijl een club als Urk gewoon puur met amateurs blijft spelen. Topklasse spelen zal voor Urk dus normaal gesproken een stap te hoog blijven, al kun je altijd een uitschieter hebben.” De aanvoerder heeft er vrede mee. ,,We doen het nog steeds met eigen jongens en dat maakt Urk uniek. Kijk naar clubs als Genemuiden en WHC. Die begonnen met een paar jongens van buitenaf maar dat

werden er steeds meer. En wat hebben ze nu uiteindelijk meer bereikt dan Urk?”

Mentaliteit

Mocht Urk dit seizoen wel weer voor de titel meedoen, dan is de routinier er ook van overtuigd dat de loop er weer inkomt bij het publiek. ,,Het maakt niet uit of je hoofdklasse of vierde klasse speelt. Als je voor het kampioenschap speelt, komen Urkers altijd kijken.” Afgelopen seizoen was het rustig op De Vormt en merkte Loosman ook dat er andere zaken bijgehaald werden: ,,Het liep niet en dan komen er ook verhalen in de wereld waarin onze mentaliteit in twijfel wordt getrokken. Dat vond ik verschrikkelijk. Als aanvoerder trok ik me dat aan. Jongens zouden voor een wedstrijd tot laat in de kroeg zitten. Nou, bel me maar op als je dat ziet, dan ga ik erheen. Ze zouden pokeren. Ja en? Vroeger werd er gedart na de training en weer langer geleden misschien wat anders. Lijdt het voetbal daaronder? Er wordt net gedaan alsof het een bende is binnen de selectie. Niks van waar. Laten critici kijken wat de jongens er allemaal voor over hebben. Als Urk 1-speler lever je vakantiedagen in voor je club, ben je ‘s zomers druk bezig je conditie op peil te houden en cross je het hele land door om op tijd te zijn voor wedstrijden en trainingen. Dáár zouden ze het eens over moeten hebben.” Verder wil hij er eigenlijk geen woorden aan vuil maken. Hij laat liever zijn benen spreken. Opnieuw als aanvallende middenvelder misschien, ,,Scoren is het leukste dat er is natuurlijk.” Maar als de trainer dat nodig vindt ook op welke andere plaats dan ook. ,,Ik heb inmiddels bijna alle posities wel eens bezet.” Zo lang als hij maar deel uitmaakt van een Urk 1 dat onderweg terug is naar de hoofdklasse. ,,Ik wil graag nog een keer kampioen worden. Dat zou een mooie gelegenheid zijn om afscheid te nemen.” Afscheid nemen, hij zegt het zonder veel overtuiging. ,,Okee dan, misschien is een jaartje hoofdklasse ook nog wel leuk. Laten we het erop houden dat ik in elk geval over de helft van mijn loopbaan ben.”


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

De lichting van 2010

Vijf nieuwe gezichten bij Urk 1

Riekelt de Boer Leeftijd: 20 jaar Is er een van: Riekelt en Dirkje de Boer (Hooiland 54) Studie: Ik heb net het CIOS afgerond en zoek nu een baan, het liefst als instructeur in een instelling. Voetbalcarrière: Na alle standaardelftallen in de jeugd heb ik twee jaar in het tweede gevoetbald. Posities: Bij het tweede speelde ik linksback en laatste man. In het eerste ga ik voor de rechtsbackpositie. Sterke punten: Als verdediger aanvallend meedoen.

Zwakke punten: Verdedigende kopduels Mooiste moment: Kampioen worden met het tweede en afgelopen seizoen de successen in de beker. Voorbeeld: Van der Wiel en Lahm. Urk 1 tot nog toe: Een oefenwedstrijd. De kracht van Urk 1: Elke positie is dubbel bezet. We zijn veel negatief in het nieuws geweest, maar we zijn wel een hecht team. Wat mist Urk 1 nog?: De chemie van Urk 2. We missen een Puck-figuur bij het eerste. Prognose: Kampioenschap.

William de Boer Leeftijd: 20 jaar Is er een van: Jan en Jannie de Boer (Muiderzand 8) Werk: Tegelzetter bij Top Tegelwerken. Voetbalcarrière: Na de standaardteams in de jeugd één seizoen in het tweede. Posities: Linksbuiten of in een 4-4-2-systeem in de spits of in een zwervende rol. Sterke punten: Doelgerichtheid, snelheid en karakter. Zwakke punten: Soms doe ik teveel op karakter en ik kan wel eens een grote mond hebben tegen de scheidsrechter.

Mooiste moment: Met het tweede ver komen in de beker en het jaar daarvoor kampioen worden met A1 en voor het tweede twee keer scoren tegen Quick Boys. Voorbeeld: Marc Overmars. Urk 1 tot nog toe: De laatste paar competitiewedstrijden van vorig seizoen heb ik al meegedaan. De kracht van Urk 1: We bouwen aan een jong team en veel van de jonge jongens kennen elkaar al goed. Wat mist Urk 1 nog?: Zou ik niet weten. Prognose: Kampioenschap.

Evert Kramer Leeftijd: 22 jaar Is er een van: Klaas (†) en Alice Kramer (Richel 41). Werk: Op de vrachtwagen en in de expeditie bij Kramer Vis. Voetbalcarrière: In de jeugd de standaardelftallen, daarna Urk 3 en Urk 2. Posities: In het tweede speelde ik als laatste man of verdedigende middenvelder. Bij het eerste richt ik me op de linksbackpositie. Sterke punten: Overzicht. En ik heb een goede pass met links. Zwakke punten: Mijn rechterbeen. En de condi-

tie kan wel wat beter. Mooiste moment: Kampioen worden met A1 en met het tweede. Voorbeeld: Wesley Sneijder Urk 1 tot nog toe: Onder Lucas Hoekman heb ik een oefenwedstrijd en een bekerwedstrijd gespeeld. De kracht van Urk 1: Er zijn veel nieuwe jongens en er is veel concurrentie. Dat komt het team alleen maar ten goede. Wat mist Urk 1 nog?: Meer stabiliteit op het middenveld. Prognose: Kampioenschap.

Willem Hendrik Schraal Leeftijd: 19 jaar Is er een van: Willem en Alie Schraal (Oude Dijk 4). Studie: Accountancy op Windesheim. Voetbalcarrière: Na de standaardelftallen in de jeugd één seizoen in het tweede. Posities: Rechtsbuiten of rechtshalf in een 4-4-2-systeem. Sterke punten: Individuele actie en mijn inzet. Zwakke punten: Koppen kan beter.

Mooiste moment: Kampioen worden met A1 en met het tweede zover komen in de beker. Voorbeeld: Robinho Urk 1 tot nog toe: Een paar bekerwedstrijden en een invalbeurt in de competitie. De kracht van Urk 1: De ploeg is uit op revanche. Wat mist Urk 1 nog?: Iemand die makkelijk scoort. Prognose: Promoveren.

Niek Warrink Leeftijd: 26 jaar Geboren: in Den Haag, sinds mijn tiende woon ik in Leeuwarden. Werk: Fitnessinstructeur en keeperstrainer bij een keepersschool die op verschillende plaatsen in Friesland actief is. Voetbalcarrière: Vanaf mijn dertiende tot mijn twintigste in de jeugd bij Cambuur Leeuwarden. Daarna bij Sneek, MSC Meppel en de laatste drie seizoenen bij ONS Sneek. Daar was ik eerste keeper, maar omdat ze een nieuwe doelman wilden aantrekken, ben ik er weggegaan.

Positie: keeper Sterke punten: Mijn reflexen en ik kan redelijk meevoetballen. Zwakke punten: Voorzetten blijven lastig. Mooiste moment: De wedstrijd met ONS Sneek in de Amstel Cup tegen FC Zwolle. We speelden met 2-2 gelijk en gingen er pas via penalty’s uit. Voorbeeld: Edwin van der Sar. De kracht van Urk 1: De wil om te winnen en ik merk dat het echt een team is. Prognose: Meedraaien in de top en stiekem hopen op het kampioenschap.

pagina 5


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 7

Voorzitter Jacob Snoek: van het veld, naar het bureau

Ut Top verwacht een spannend jaar Op sportief vlak ging het afgelopen jaar wat minder goed, maar de sport blijft populair. Voorzitter Jacob Snoek is eerlijk als het gaat om Volleybalvereniging Ut Top. Die sportieve prestaties wat opkrikken is het doel voor komend jaar. Makkelijk zal dat niet worden, voorspelt Snoek. Het damesteam heeft namelijk geen trainer meer en het herenteam barst van ‘nieuw volk’. ,,Spannend wordt het dus wel.’’

Z

Heren gezocht ste: de jeugd het volleybal bijbrengen. ,,Als de kinderen lol hebben, heb ik dat ook’’, lacht Snoek. En die kinderen hebben plezier in de sport: dat blijkt uit de cijfers. Inmiddels zijn er zes jeugdteams, waaronder drie op D-niveau. ,,Dat zijn elf- en twaalfjarigen, voor hen hangen we het net wel wat lager op!’’

Zonder trainer

Hoewel de vereniging niet mag klagen over belangstelling en volleyballiefhebbers, vielen de prestaties van de eerste twee teams wat tegen. ,,Alleen heren 2 deed het heel goed, maar dat team is

er nu tussenuit. Voor de rest werd in de middenmoot gepresteerd, en dat terwijl we altijd wel kampioenen in onze gelederen hadden’’, zegt Snoek. Om het spelniveau weer wat op te krikken is Snoek momenteel bezig met het opstellen van trainingsschema’s, zowel voor de jeugd als de oudere teams. Geen overbodige luxe, want het damesteam moet het voorlopig -net als het herenteam overigens- zonder trainer stellen. ,,Wim Zoet heeft een paar weken geleden aangegeven dat hij stopt. Er wordt nog wel hard gezocht naar een nieuwe coach, maar die heb je niet één, twee, drie.’’

werk Het voer van duivenmelker Gerrit Wakker

ha et lve

eg je ‘volleybal’, dan denk je ‘Jacob Snoek’. Zijn liefde voor de sport is dermate groot dat hij elke avond en iedere zaterdag in de sporthal te vinden is. Hij traint niet alleen verschillende jeugdteams, ook is hij een vaste waarde in het eerste herenteam én is hij onlangs verkozen tot voorzitter van de vereniging. Met zijn trouwdag in het vooruitzicht, denkt de volleybalfanaat aan afbouwen. ,,Minder trainingen geven, meer regel- en bureauwerk. Maar als dat niet bevalt, duik ik zo de sporthal weer in.’’ Dat is namelijk het allerleuk-

Vooral bij de herenteams zijn het komend seizoen veel nieuwe gezichten te zien. Het tweede team is deels vervallen en deels opgenomen in het eerste en daardoor kon het derde team die plek weer innemen. Kortom: er is ruimte voor een nieuw heren 3. Alle jongens en mannen, jong en oud, met interesse in de sport, kunnen zich aanmelden voor dat nieuwe team. Volleybalervaring is niet vereist: ‘We leren je het wel!’. Aanmelden kan bij Jacob Snoek, 06-13311881.

‘Eén van de belangrijkste dingen’

Leeftijd: 42 jaar Sport: Duivenmelker bij P.V. Tot Weerziens. ,,Ik doe dit nu twaalf jaar en heb in totaal 85 duiven. Ik ben een combinatie samen met Kees Korf (r), Combinatie Korf-Wakker.” Materiaal: ,,Ik denk dat voeding één van de belangrijkste dingen is bij de duivensport. ‘s Ochtends krijgt elke duif tien gram voer. Als ik dan na het trainen fluit, knallen ze het hok in, omdat ze honger hebben. ‘s Avonds kijken we niet op grammen en peil ik zelf een beetje wat een duif nodig heeft. Dan krijgen ze naast hun voeding ook een paar ongebrande pinda’s, zodat ze veel vetten binnenkrijgen. Een leverancier op een beurs vertelde ons eens dat onze voeding niet kon, omdat ze dan alleen vetten en koolhydraten en geen eiwitten binnen kregen. Maar het kan dus wel. Het voer dat ik nu drie, vier jaar geef is een mix van vier soorten, die ik na jaren uitproberen heb samengesteld. Ik ben laatst verhuisd en heb ook wat nieuwe duiven gekregen. Die hebben boven verwachting gevlogen en ik denk dat het nog wel beter wordt. Als het goed gaat, moet je niet veranderen.” Invloed: ,,De prestaties van mijn duiven zijn soms veel beter geworden nadat ik het voersysteem veranderde. Het is een kwestie van uitproberen, maar Kees en ik doen dat dan met één hok. Dan vergelijken we de resultaten in de wedstrijden op zaterdag. Een goed hok, goede duiven en een goede melker is de juiste combinatie en mist één van die drie, dan kun je het vergeten. Ik heb wel eens duiven van een ander verzorgd, die eerst middelmatig vlogen en toen ik ze voerde het veel beter deden.”

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 11

Nieuwe koers met Arjan Langman aan het roer

Habitop/Orca’s is terug Orca’s-voorzitter Arjan Langman ziet de verenigingstoekomst positief tegemoet.

Pappen en nathouden is jaren het devies. De bom ploft aan het eind

terug en kan er weer tegenaan. Een nieuwe koers is ingeslagen met

ondergesneeuwd, stelt de voorzitter. ,,Daar is veel meer in te doen. Er moet structuur in aan worden gebracht en dan kan het echt de sjeu van de club worden.’’ Ook is de activiteitencommissie nieuw leven ingeblazen. Één van de drie genoemde hoofddoelen moet daarmee worden bereikt: het plezier en het ‘wij’-gevoel vergroten. ,,We denken aan een spelletjesmiddag, of misschien wel een bingoavond. Zodat het bestuur, de jeugd, de hobby’s en de vrijwilligers elkaar ook spreken buiten het basketbal om en dichter bij elkaar komen te staan. We hopen dat de leden hierdoor meer voor en met elkaar willen doen.’’

als hoofddoelen: de teams zo goed mogelijk te laten presteren, het

Kloof dichten

van vorig seizoen: het bestuur van Orca’s stelt een ultimatum in. Posten moeten worden ingevuld en zo niet: einde oefening. Op hetzelfde moment dreigt een groot aantal vrijwilligers met opstappen. En nu, aan de vooravond van een nieuw seizoen? De club vecht zich

plezier en ‘wij’-gevoel vergroten en de jeugd beter op te leiden. Met Orca’s-voorzitter Arjan Langman over de rebound en de fast-break.

E

én voor één haakten ze af: de ware basketbalfanaten, de clubliefhebbers en de enthousiaste vrijwilligers. Het vele werk kwam op steeds minder schouders te rusten. Tijdens de verschillende evenementen doken steeds weer dezelfde gezichten op. De heibel binnen het eerste dames-team en het opstappen van de technische commissie vormden de spreekwoordelijke druppel. Het bestuur, toen ook met Langman aan het roer, trok begin juni de conclusie: ‘het is niet meer te doen. Zo doorsukkelen is geen optie’. Dat bleek de gouden greep. Vrijwilligers, jong en oud, meldden zich aan: niet één voor één, maar met tientallen tegelijk. ,,Een prachtige mix van ervaring en jonge frisse gezichten, bekenden en onbekenden van de vereniging. En heel veel ouders lieten zich zien, ook heel positief’’, vertelt Langman. En met die aanvulling kunnen spijkers met koppen worden geslagen. Noodzakelijke commissies, die al jaar en dag stilzwijgend waren opgeheven, worden weer ingesteld. Van technische tot wedstrijdcommissie, maar ook een nieuwe sponsorcommissie. Een belangrijke groep, die al een tijd was

De rebound werd gepakt en een fast-break ingezet: het vertaalt zich in een nieuw beleidsplan. ,,Leden moeten gedegen worden opgeleid. Dat betekent dat we een opleidingstraject starten, met doelen als: aan het eind van de mini’s moet je op z’n minst een lay-up kunnen maken. Zo krijgt iedere leeftijdgroep zijn eigen doelen. Ook de verschillende coaches en begeleiders worden beter geschoold.’’ Daarmee hoopt Langman op termijn weer een hoofddoel te kunnen afvinken: de jeugd beter opleiden en de kwaliteit verhogen. ,,Ofwel: zorgen dat je uit de eigen club kan putten voor de eerste teams en dus minder afhankelijk bent van buiten. De kloof tussen het eerste en de club dichten.’’

Scoren

Eerlijk is eerlijk, de fast-break is in gang gezet, maar of er punten uit worden gescoord, moet nog blijken. ,,We kunnen op dit moment goed vooruit. De toekomst is niet meer donker, maar we zijn er nog niet’’, zegt Langman. Al denkt hij daarbij maar alleen aan de wekelijkse ‘tafelen en fluiten’perikelen. Het blijkt bij wedstrijden uitermate moeilijk te zijn clubleden te vinden die achter de wedstrijdtafel willen plaatsnemen, of in een scheidsrechterstenue willen optreden. ,,Een bron van ergernis en het leidde tot menige vertraging van de start van wedstrijden en schorsing van spelers. Dat soort zaken willen we aanpakken. Het bestuur en het nieuwe team van vrijwilligers heeft haar verantwoordelijkheid genomen. We gaan vol enthousiasme aan de slag en hopen dat de leden met ons mee doen.’’

Dames Trainer: Jurie van den Berg. Van de voorzitter: ‘Echt een aanwinst dat Van den Berg er weer is. Hij is volgens mij ongeveer tien jaar van de Bult geweest, dus het wordt leuk en spannend om te zien hoe hij dit aan gaat pakken. Een nieuwe coach betekent nieuwe ideeën en een nieuwe speelwijze’. Selectie: Wilja ten Napel-Wakker, Marlies de Heus-Bakker, Elisabeth Bakker, Ri-janne van den BergKramer, Jenny van Slooten-de Boer, Anne de Boer, Jans de Groene-Kramer, Jennifer Jerusalem, Janita de Boer en Sanne van Veen. Doel: ,,De dames konden Rayonkampioen achter hun naam zetten en hadden het recht om te promoveren. Desondanks werd de keuze gemaakt in het rayon te blijven basketballen. Het uiteindelijke doel is de jeugd beter in te passen in het damesteam. Beter opleiden en dus de kwaliteit van het spel verbeteren en een constante stroom vanuit de jongere teams te krijgen. Bovendien wil de ploeg zo hoog mogelijk in het rayon eindigen. De dames basketballen tenslotte al jaren in de bovenste regionen.’’

Heren Trainer: Edwin Reijenga. Van de voorzitter: ‘Half in het vorige seizoen kwam Reijenga weer in de plek van Carlo Rizzone. Het heeft er mede voor gezorgd dat we toch nog in de final four terecht kwamen. Hij is een echte teamcoach en past goed in de groep’. Selectie: Ed van Schaik, Arjan Langman, Geert Albert van Urk, Jurian van Urk, Rikus ten Napel, Ton Grit, Bas van Riessen, Laurens van Loosen en Dennis Thuis. Doel: ,,Het hoogst haalbare in de eerste divisie halen en gewoon leuk basketballen. Het vorige seizoen begon slecht. We basketbalden op een gegeven moment niet meer als team. De sfeer was niet goed en het klikte niet meer. Het roer werd omgezet en eigenlijk ging het met de nieuwe coach opeens onverwacht goed. Dat doorzetten is dus het doel: leuk basketballen. Bovendien willen we de jongere garde meer bij het team betrekken. Heren 1 dichter bij de vereniging brengen, dit met spelers die willen werken voor de overwinning en dit ook uitstralen naar de rest van de club.’’


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 13

‘Elke dag zie ik uit naar drie kwartier lopen’

Anna, een dankbare hardloper Als zij aan de start verschijnt, ziet menig hardloper bij voorbaat al het goud aan haar neus voorbijgaan. Niet zonder reden, want tegenwoordig wint Anna Mazereeuw (42) de ene na de andere wedstrijd. En daar is ze best trots op. Mag ook wel, want ze kent ook de andere kant van de medaille.

E

enzijdig, zo noemt ze haar eigen trainingen van vroeger. Jarenlang loopt ze al. Vijf of zes dagen per week. ,,Ik vind het heerlijk om te lopen. Elke dag zie ik er naar uit. Vooral als mijn hoofd vol zit, lucht het lekker op”, zegt ze. Ja, ze deed ook wel mee aan bijvoorbeeld de Windmolenloop. ,,Het is zo’n leuke groep mensen. De onderlinge sfeer onder renners is aangenaam. Neem nou Evert van de Berg, de Banaan, hij hielp mij er vaak doorheen door een goed tempo aan te geven. Hij heeft trouwens co m p l e t e t h e o r i e ë n over rennen. Maar ook mensen als Tunis Snoek, de Black, hij heeft me al zoveel tips gegeven.” Trimmen is sinds jaar en dag haar sport. Maar een wedstrijd winnen? Ze werd juist steeds langzamer. ,,Ik bleef lopen omdat ik het leuk vond, maar mijn prestaties werden steeds minder.” Reden genoeg om trainingen te gaan volgen bij Jaap Vlaming in Emmeloord. Dat werkte, alleen bleef haar eigen conditie slecht. Moe, moe en nog eens moe. Die

De staaltabletten heeft ze inmiddels niet meer nodig, want ‘haar bloed is weer op peil’. ,,Op een gegeven moment kregen we tijdens een training de opdracht om naar het ziekenhuis te rennen. Het leek alsof alles vanzelf ging, ik geloofde het haast niet, zo goed ging het. Ik denk dat het dubbelop ging: de combinatie van staaltabletten en de veelzijdige trainingen van Jaap Vlaming. Super!” Anna heeft ook een fan. Een grote fan. Wilbert, haar man. ,,Hij is zo trots op mij. In tijden dat het minder ging met me, sleepte hij me er doorheen. Dan gaf hij bijvoorbeeld vier minuten voorsprong – zo trainden we.”

Elk seizoen

Anna Mazereeuw ziet lopen als een geschenk van God. ,,Hoe vaak zeggen mensen niet: ‘wat hebben we slecht weer hè’. Nou, ik kan je verzekeren, het is vaak mooi weer, alleen, daar heb je normaal gesproken geen erg in. Als je elke dag even loopt wel. Elk seizoen maak je bewust mee. Heerlijk!” Dat ze iedere dag opnieuw van die drie kwartier lopen geniet, steekt ze niet onder stoelen of banken. ,,Niet alleen nu ik regelmatig win, óók toen mijn prestaties minder waren, was ik een dankbare hardloper.”

werk De keu van Klaas van Kuijk

ha et lve

Een vrouw zei: ‘Anna, het klopt niet, jij mankeert iets’

ene keer, echt een dieptepunt, vergeet ze nooit meer. ,,Ik kwam niet meer vooruit. Een vrouw kwam naar me toe en zei: ‘Anna, het klopt niet, jij mankeert iets.Ga naar je huisarts, laat je onderzoeken’.” De volgende morgen zat Anna in de spreekkamer. ‘Eerst maar eens bloed prikken’, had de dokter gezegd. Haar vermoeidheid bleek niet vreemd. ,,Ik had bloedarmoede en niet zo’n klein beetje ook”, blikt ze terug.

‘Goede spullen zijn eerste vereiste’

Leeftijd: 61 jaar. Sport: Biljarten bij Biljartvereniging Het Groene Laken. ,,Als jongetje was ik al met mijn vrienden in ‘t Jeugd te vinden om te biljarten. Toen we een keer op kampweek waren, bedachten we dat we wel een biljartvereniging op konden richten. Ik was dus al betrokken bij het ontstaan van Het Groene Laken en de vereniging bestaat volgens mij nu 45 jaar. Op dit moment ben ik secretaris van het Groene Laken, penningmeester van de districtsbond en speel natuurlijk ook nog vaak. Ook wedstrijden. Wat niveau betreft sta ik een beetje in de middenmoot.’’ Materiaal: ,,Goede spullen hebben, is een eerste vereiste. Natuurlijk kun je op een wat mindere biljarttafel ook wel spelen, maar onze vereniging heeft de spullen graag op orde. Zo vervangen we elk jaar het laken en de ballen. Ook de keu (de stok waarmee je speelt) is van groot belang. Allereerst zit er een verschil in de keu voor Driebanden en Libre en hebben ze diverse gewichten. Ook het verschil in kosten is groot: ze gaan van 50 tot zo’n beetje 1.200 euro per stuk.’’ Invloed: ,,Een goede, eigen keu, heeft met name invloed op het spel in de topsport. Natuurlijk kunnen de echt goede spelers ook wel uit de voeten met een mindere stok, maar voor het echt fijne werk heb je je eigen stok nodig. Toch zou ik mensen die willen beginnen met de sport, niet aanraden direct eigen spullen in te slaan. Kom eerst eens langs bij de vereniging. We hebben stokken zat. Heb je er dan aardigheid in, kun je zelf altijd nog wat aanschaffen.’’

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 15

Urker jongensturnen in de lift

‘Niets is te gek voor hen’ Het jongensturnen op Urk zit in de lift. Momenteel zijn er 75 kinderen en jongeren die wekelijks hun kunsten vertonen aan de ringen of op de brug ongelijk. ,,Het trainen van Urker jongens vind ik helemaal geweldig. Ze durven alles. Niets is te gek voor hen, al bedenk ik nog zo’n maffe oefening”, aldus trainer Dealine Romkes.

D

ealine begon drie jaar geleden voor het eerst met een jongensgroep op Urk. Ervaring had ze al, want ze runde haar eigen turnschool in Harderwijk. Zij gaf met die jongens een show in de nieuwe Urker turnhal aan De Noord en dat leverde vijftien leden op. Drie jaar verder is het jongensturnen uitgegroeid naar 75 leden, verdeeld over drie groepen. En er is een wachtlijst. ,,We hebben anderhalf uur per week. Dat is niet echt veel, maar we moeten het ermee doen”, aldus Dealine. Haar jongste groep is bedoeld voor kinderen tot twaalf jaar, die bij andere sporten buiten de boot vallen. ,,Deze groep heb ik opgericht, omdat ik ieder kind de kans wil geven om te sporten. Zij zijn spelenderwijs bezig met turnen. De andere twee groepen oefenen meer wedstrijdgericht.”

Meer tijd

Dealine kijkt met plezier terug op de afgelopen drie jaar. ,,Jongens zijn net apen. Ze zijn nergens bang voor. Ik geniet ervan om voor hen nieuwe oefeningen te bedenken. Er heerst een heel leuke sfeer. Ik vind het soms weleens jammer dat de ambitie om hogerop te komen er niet echt is op Urk, maar als ik zie hoeveel plezier ze eraan beleven, dan geniet ik ook.” Omdat Dealine naast haar baan als gymjuffrouw op een basisschool meer tijd nodig heeft voor haar turnschool in Harderwijk, heeft ze besloten om ‘haar’ jongens op Urk over te dragen aan iemand anders. Koert de Vries wordt de nieuwe trainer. ,,Ik blijf nog een half jaar, om Koert in te werken. Daarna staat hij er alleen voor. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij er iets moois van gaat maken. Met zijn enthousiasme voor het turnen, kan hij de jongens genoeg bijbrengen.”

werk Het zadel van Corina Coenen

ha et lve

Het plezier is het belangrijkste doel bij

het Urker jongensturnen. ,,Ze turnen op regionaal niveau en ik verwacht dat dat ook zo blijft. Wil je met turnen hogerop komen, dan zul je er veel meer tijd in moeten steken en kom je met wedstrijden al gauw op de zondag uit. Dat willen de meeste Urkers niet”, legt Dealine uit. ,,Daarbij komt dat de mentaliteit op Urk anders is. Er is niet de discipline die ik wel in Harderwijk zie. Dreig ik met honderd keer opdrukken als ik een kromme rug zie bij een handstand, dan kunnen ze het. Maar is dat dreigement er niet, dan hups, daar gaan al die kromme ruggen weer.” Lachend: ,,Moet ik in Harderwijk even de hal uit, dan kan ik dat met een gerust hart doen. Op Urk is het binnen twee minuten een chaos.”

‘Goed voorbereiden is belangrijk’

Is er iene van: Karel en Riemda Coenen, Spaanderbank 5. Leeftijd: 16 jaar. Sport: Paardrijden bij ponyclub de Orcaruiters. ,,Ik volg sinds mijn zesde lessen en kreeg op mijn achtste een eigen pony. Momenteel rijdt ik mijn d-pony Maestro in de hoogste springklasse, de klasse Z. Ook heb ik sinds twee maanden het paard Basilecum onder zadel. Deze bruine KWPN-er van net vier jaar ben ik aan het opleiden voor Tony Zwienenberg uit Markelo. Ook met Basilecum ga ik voor het springen. Dat vind ik het allerleukste.” Materiaal: ,,Afgezien van veel trainen, het parcours goed verkennen, je paard of pony in orde maken, zijn al mijn spullen voor het rijden van een springwedstrijd onmisbaar. Van mijn rijjasje tot mijn cap. Je mag echt niets vergeten. Ook het zadel moet absoluut in orde zijn. Ik rijd het liefste op een springzadel. Je hebt ook wel veelzijdigheidszadels, die je ook in de dressuur kunt gebruiken, maar een springzadel is toch het prettigst. De stijgbeugels zijn korter en je kunt veel makkelijker in verlichte zit ofwel voorovergebogen zitten en dat is de beste zit tijdens het springen.” Invloed: ,,Voor de wedstrijd lees ik altijd goed het parcours en ook loop ik het nog een keer na met mijn ogen dicht. Dan krijg je goed het gevoel erbij. Als ik dan de ring in kom, stippel ik de route ook altijd nog een keer uit door met mijn vinger langs de hindernissen te gaan. Het is me namelijk vroeger wel eens overkomen dat ik midden in het parcours niet meer wist welke hindernis ik als volgende moest springen. En dat moet je natuurlijk voorkomen.”

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 19

Nieuwe trainer Urk/Tamek gooit het roer om

Spelen met het hart, en met het hoofd Even wennen: na de training schuiven de zaalvoetballers van Urk/Tamek de schoolbanken in. Hun nieuwe trainer, Marcel Koppenol, geeft ze theorieles: ,,Ik wil niet alleen dat ze in het veld doen wat ze moeten doen, maar ook dat ze snappen waarom.”

H

et is het schrikbeeld van elke trainer. De ploeg die je het volgend seizoen onder je hoede krijgt, sluit het seizoen ervoor af met degradatie. Ineens moet je aan de slag op een lager niveau. En van een degradant wordt altijd promotie verwacht. Toch ziet Koppenol volop lichtpunten. ,,Vooropgesteld, ik had liever gehad dat we dit jaar in de Eredivisie hadden gespeeld. Maar nu we een stapje terug moeten doen, hebben we wel lucht om een andere manier van spelen in te voeren.”

Koppenol uitgebreid aan de orde. Vrije trappen en aftrappen worden ingestudeerd. ,,Het is voor veel jongens even wennen en het is logisch dat het even duurt voordat je kunt spreken van automatismen. Bij andere teams waar ik deze speelwijze ingevoerd heb, kon het in het begin best wel wat punten kosten. Maar het kwam ook voor dat als de ploeg eenmaal goed draaide, er alleen nog maar gewonnen werd. Het voordeel van dit lagere niveau is in elk geval dat je hier makkelijker een slechte serie wedstrijden kunt wegpoetsen.” Is Koppenol niet bang dat zijn manier van spelen botst met de spontane manier van spelen die typisch Urkers is. ,,Er is niets mis mee om met veel passie te spelen. Dat hebben we juist nodig, maar wel binnen het kader van een goed systeem. Met een gezonde dosis passie en veel beweging in het veld, denk ik dat we een speelwijze neer kunnen zetten die ook voor het publiek aantrekkelijk is.”

Continu in beweging

Koppenol wil de Urkers laten spelen volgens het 4-0-systeem. ,,Dat betekent dat je zonder een diepe spits speelt. In plaats daarvan ben je continu met vier man in beweging. Iedereen komt voor de goal en ook iedereen komt achterin terecht. Deze manier van spelen vergt veel loopvermogen en veel inzicht. Een belangrijk element is de omschakeling, met name van aanvallen naar verdedigen.” Op de trainingen merkt de 41-jarige Lelystedeling dat de ploeg het goed oppakt: ,,Ik ben positief, ook over de manier waarop jonge spelers meedoen binnen de groep. Maar je kan pas echt optimaal op deze manier spelen als iedereen ook precies begrijpt wat hij moet doen. Om dat te bereiken geef ik nu theorielessen, aansluitend op de trainingen. Ze moeten het doorhebben en niet alleen iets doen omdat ik het zeg.”

Niets mis met passie

Ook vaste spelmomenten komen bij

Marcel Koppenol Ondanks dat hij pas 41 jaar oud is, heeft Marcel Koppenol uit Lelystad er al een heel zaalvoetballeven opzitten. Als assistent-trainer was hij betrokken bij het Lelystadse Levago. Verder werkte hij in zijn eigen woonplaats voor Dynamo, Speedo en ZVV. Verder was hij verbonden aan Sparta uit Nijkerk, Tornado uit Deventer en Leekster Eagles. Met diverse teams was hij actief op het hoogste niveau van Nederland. Naast zijn reguliere werk heeft Koppenol sinds vier jaar ook een voetbalschool, waarmee hij actief is in de regio. ,,We zijn gespecialiseerd in techniek. Onze trainingen vormen een aanvulling op dat wat voetballertjes leren bij hun club.”

Nieuw: keeperstrainer in de zaal Op het veld zijn ze een bekend fenomeen, maar in de zaal waren ze er nog niet op Urk: keeperstrainers. Ed Frelink uit Lelystad breekt de ban. Hij komt met Marcel Koppenol mee, die dit seizoen nieuw is als trainer van Urk/Tamek. Frelink krijgt vier keepers onder zijn hoede: Jacob Kramer, Cornelis Schenk, Reinier Romkes en A-junior Riekelt Snoek. ,,We trainen op alle facetten die belangrijk zijn in het zaalvoetbal. Uitkomen, vallen, de tweede bal en, echt waar, ook op reflexen kun je trainen.” De Lelystedeling is onder de indruk van het niveau op Urk. Met Jacob en Cornelis had Urk al twee goede keepers en daar komt Reinier nu nog eens bij. Je merkt dat hij van het veld komt. Zo gaat hij met zijn hele lichaam naar de grond als er een lage bal komt, terwijl een zaalkeeper veel meer met zijn benen doet. Maar Reinier ontwikkelt zich in hoog tempo. Riekelt traint mee om meer ervaring op dit niveau op te doen.”


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 20

n Tropische temperaturen of niet, trainen gaat altijd door.

Opgeluchte moeders, verlegen kinderen die opbloeien, onverschillige jongens die zich gaan gedragen: de Urker hapkido vereniging schijnt synoniem te staan aan succesverhalen. Met een groeiend ledenaantal en een capaciteitsprobleem voelt de club zich echter ‘als een raceauto in het Oude Dorp’.

Als een race-auto in het Oude Dorp Groeiende hapkido vereniging wil meer ruimte

n De toekomst van hapkido op Urk: vader Jelle Post met zijn zoontje Kerach.

D

iscipline. Respect. Verantwoordelijkheidsgevoel. Het zijn bij Hapkido vereniging Urk geen loze termen, maar keiharde eisen. Bij deze club verwacht men méér dan alleen sportieve prestaties van de leden. Het draait niet alleen om hapkido, maar ook om sociale vaardigheden, weerbaarheid en omgaan met elkaar. Zonder enige schroom stellen de bestuursleden Evert Bos, Paulus van Slooten en Klaas Barends vast dat hapkido een ‘manier van leven is’. En daar is niets zweverigs aan, vindt Bos. ,,Normaal gedrag is toch normaal? Dat een jongere luistert naar zijn ouders, dat je respect toont voor andere mensen. Als je bij ons traint, krijg je dat óók mee.’’ Stellig: ,,Een vrijwlligersprobleem? Dat kennen wij niet. Wij wijzen gewoon iemand aan: ‘jij bent vrijwilliger’. Onze leden vinden dat prima, sterker nog, als je ze niet vraagt, worden ze boos.’’

Realiteit

De hapkido’ers schamen zich niet voor het hebben van idealen, nee, ze zijn er juist trots op. Dat de Urker realiteit daar soms dwars tegenin gaat, houdt de hapkido’ers niet tegen. Van Slooten stelt op felle toon: ,,Omdat iets nu eenmaal zo is, betekent nog niet dat het zo hoort. Ieder weekend hebben we drankrijders in het verkeer, daar erger je je toch kapot aan? Dat is niet normaal. Bij ons wordt overmatig alcoholgebruik niet geaccepteerd, al gebeurt het buiten de trainingen om. Je neemt je verantwoordelijkheid. Als je het normaal vindt om tien biertjes op een avond te drinken en daar stoer over verteld, krijg je dat echt wel terug. Niet in de vorm van een scheld-


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 21

Hapkido op Urk

Piet Hoekstra, zoon van Eize en Fine Hoekstra, bracht Urk voor het eerst in aanraking met hapkido. Hij zag in 1987 een advertentie van de Hapkido Bond Nederland en legde contacten om lessen naar Urk te halen. In het eerste jaar kregen de Urker hapkido’ers een keer in de twee weken officieel les, de andere week leidde Piet Hoekstra de training. In april 1988 werden op Urk voor het eerst examens afgenomen, iedereen wist te slagen voor zijn gele band. Deelnemers aan het examen waren onder andere Piet Hoekstra, Hendrik Hoekstra, Richard Frankema, Anton de Boer, Herman Romkes, Josephina Hoekstra, Johan Schraal en Klaas Barends. Vanaf 1989 kreeg een groepje jeugd iedere zaterdagmiddag les, met Evert Bos en Jelle Post als eerste jonge leden. Sinds die tijd is er veel gebeurd binnen de hapkido vereniging, van succesvolle bondsdagen tot leerzame reizen naar Zuid-Korea. Ook organiseert de club de zogenaamde Bikkelrun, een wedstrijd gericht op uithoudingsvermogen in het bos. Sportzaal de Waaiershoek is het domein van de vereniging, maar eigenlijk is de club uit haar jasje gegroeid. De volwassen leden krijgen op maandag, donderdag, vrijdag en zaterdag les. De zes jeugdgroepen krijgen op zaterdag les in Sportcentrum Keep Fit en de Waaiershoek. Op dinsdagavond wordt lesgegeven in Emmeloord en op woensdagavond in Amsterdam.

partij van je trainer, maar bijvoorbeeld een fikse straftraining.’’ Klaas Barends zegt lachend: ,,Dan hebben ze na afloop zoveel spierpijn, dat ze nog niet eens een bierflesje op kunnen tillen.’’

Veilige haven

De taak die de sportvereniging heeft in

het begeleiden van jeugdleden neemt de club serieus. Veel opgeluchte moeders getuigen daar graag van. De trainers hebben het vaak genoeg gehoord, zegt Paulus van Slooten. ,,Jongetjes die gepest worden komen hier met afhangende schouders binnen. Na een paar maanden lopen ze met een rechte rug.

Hun moeders zijn dan zó opgelucht. Dankzij hapkido kunnen zulke kinderen zichzelf verdedigen, als het moet. Ze worden weerbaar. Onverschillige jongens leren we juist over sociale vaardigheden, we maken ze verschillig.’’ Trots: ,,Bij ons is er voor iedereen een plek, als je ADHD hebt, als je verlegen bent of juist heel stoer. Onze club is een veilige haven, waar iedereen zichzelf mag zijn.’’

Droom

Met honderdtachtig actieve leden en een wachtlijst van zo’n dertig kinderen is de hapkidohaven een populaire aanlegplaats te noemen. Alle lessen zitten tjokvol en de vereniging loopt voortdurend tegen ruimtegebrek aan. Het bestuur vat het zo samen: ‘De club is nu als een race-auto in het Oude Dorp. We willen wel meer, maar we kunnen niet meer’. Als het aan Hapkido vereniging Urk

n Drie bestuursleden van ‘Chong Mu Kwan’ v.l.n.r.: Evert Bos, voorzitter Paulus van Slooten en Klaas Barends. ligt, komt er in de nabije toekomst een nieuw multifunctioneel centrum op Urk. Met ruimte voor de club, maar ook voor naschoolse opvang en andere maatschappelijke organisaties. De hapkido’ers willen meer bieden dan alleen een trainingsruimte, ook moet het mogelijk zijn om huiswerk te maken of te ontspannen met vrienden. De sport blijft wel de rode draad. Nu nog een toekomstdroom, maar de heren geloven er helemaal in. ,,Wij hopen op de medewerking van de politiek. Dat ze inzien hoe belangrijk het is voor onze club dat we een eigen plek hebben. Wij hebben het geld, geef ons gewoon een stuk grond, dan maken wij er wat moois van. Voor heel Urk.’

werk De riemen van Tiemen Romkes

ha et lve

‘Het blijft een zoektocht’

Leeftijd: 42 Sport: ,,Ik roei vanaf het begin bij Vereniging Roeiploeg Urk. Ik ben nu sinds 1998 stuurman op de Wolter Huisman. Zelf heb ik elf jaar geroeid.” Materiaal: ,,De riemen voor onze sloepen maken we zelf met hulp van veel vrijwilligers en we hebben al verschillende soorten gehad. Ze moeten aan bepaalde eisen voldoen en daar wordt streng op gecontroleerd. Wanneer we bijvoorbeeld in Engeland zijn, waar weer andere regels gelden, maken we daar meteen gebruik van. Een andere riem betekent een andere roeitechniek. Het is een kwestie van de juiste mengeling zoeken van verschillende soorten hout en dan zonder knoesten. Op die plekken kan een riem namelijk breken. Vroeger kwam een riem uit één stuk hout, nu worden ze aan elkaar gelijmd. We lijmen de houtnervingen in tegengestelde richting aan elkaar, zodat de riem niet krom kan trekken. Ook het blad, het stuk in het water, bestaat wel uit tien soorten hout. Het blijft een constante zoektocht naar de juiste combinatie.” Invloed: ,,Een mens kan nog zo goed getraind zijn, maar blijft beperkt in zijn kunnen. Daarom moet je naar andere manieren zoeken om sneller te zijn. Lichtere riemen, waarbij het meeste gewicht aan de binnenkant van de sloep zit. Langere riemen, waardoor het slagtempo lager wordt, maar de snelheid niet. Voorheen had iedereen zijn eigen riem, maar dit is met een vereniging van zestig leden niet mogelijk en nu hebben we een universele riem. We merken dat de leden verjongen en de riemen dus eigenlijk lichter moeten zijn. Maar lichter is niet altijd sterker en dan is er weer de kans dat ze breken. Bij de volgende riemen maken we bijvoorbeeld ook het blad kleiner, zodat er beter snelheid gemaakt kan worden. Het is een constante afweging, want in een roeiwedstrijd kunnen twee seconden het verschil maken.”

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 23

Dammers Urk aan Zet klaar voor nieuw seizoen

Misschien wel het sterkste team ooit Het ledenaantal van damclub Urk aan Zet is veel kleiner dan in vroeger dagen, maar voor komend seizoen staat misschien wel het sterkste team ooit klaar om mee te strijden in de hoofdklasse van de Friese dambond. Met twee regionale toppers en een oud-jeugdwereldkampioen zijn de beste Urker dammers er helemaal klaar voor.

A

fgelopen seizoen had Urk aan Zet het bijzonder moeilijk in de hoofdklasse, terwijl dat volgens Jan Marten van der Reest niet nodig was: ,,Op papier hadden we bovenin mee kunnen doen, maar het zat tegen. We hadden wat pech en moesten aan het einde nog knokken tegen degradatie.” Op papier heeft de club inderdaad een mooi team. De meerderheid van de spelers speelt zelfs mee bij Tamek Damkring uit Marknesse, een regioteam dat in de landelijke eerste klasse speelt. Een gebruikelijk fenomeen in de damwereld. Spelers mogen voor diverse verenigingen uitkomen. Van der Reest: ,,Dat verklaart ook waarom het niveau in de Friese hoofdklasse zo hoog is. De teams in de top hebben spelers die landelijk gezien gewoon sterk zijn.”

Top vier of vijf

gaat daardoor met sprongen vooruit.” Verder heeft het team een sterke groep Urker dammers: Jan Marten van der Reest, Jacob Post, Juriaan Romkes, Teunis Snoek, Jan Snijder, Kees Post en Jan van der Reest.

Studeren

Van der Reest weet wel waarom Urk zo sterk is geworden: ,,We spelen de laatste jaren tegen sterke teams en daar word je zelf ook beter van. En het scheelt dat een groot deel van ons team via Tamek op landelijk niveau speelt. Tel daarbij de mogelijkheden van internet op en dan kom je een heel eind. Maar echt studeren is er niet bij, tenminste niet voor mij. Tot aan een zet of vijf, zes, heb ik alle mogelijkheden wel in mijn hoofd

n Jan Marten van der Reest: ‘Tot aan een zet of vijf, zes, heb ik alle mogelijkheden wel in mijn hoofd zitten, daarna begint het terrein van de professionals.’ zitten, daarna begint het terrein van de professionals.” Temidden van alle competitieverplichtingen zou je bijna vergeten dat dammen ook gewoon een leuke hobby is. De clubleden hechten daarom ook erg aan hun onderlinge clubavonden, in het gebouw van duivenvereniging Tot Weerziens. Begin september gaan die weer van start, op donderdagavonden vanaf kwart voor acht. Belangstellenden zijn daarbij altijd van harte welkom om een partij mee te doen.

werk De fiets van Hein Ras

ha et lve

In de nieuwe hoofdklasse-opzet, met zestien in plaats van acht teams, verwacht Van der Reest daarom dat de echte top onaantastbaar is. Clubs als

Huizum en De Oldehove zijn door alle topspelers toch een maatje te groot, maar we moeten zeker in staat zijn om een plaats bij de top vier of vijf te behalen.” De hoofdklasseteams spelen dit seizoen voor het eerst volgens het Zwitsers Systeem. Tegenstanders worden dan steeds naar sterkte bij elkaar gezocht. Het gevolg is dat niet tegen alle vijftien teams gespeeld hoeft te worden. Urk aan Zet gaat dit seizoen aan tafel zitten met drie ‘buitenlanders’: IJsbrand Haven uit Blokzijl, Alex Boxum uit Emmeloord en Wiebe van der Wijk, een oud-wereldkampioen bij de jeugd, die tegenwoordig ook in Emmeloord woont. ,,Wiebe heeft enkele jaren niet meer gedamd en heeft het een tijdje geleden weer opgepakt”, weet Van der Reest. ,,Afgelopen seizoen speelde hij ook al mee, maar bracht hij ons nog niet wat we ervan verwacht hadden. Maar we merken dat hij alweer stukken sterker is geworden. Dat komt ook omdat hij als regionale speler mag meedoen aan het WK, volgend jaar in Emmeloord en op Urk. Hij besteedt veel tijd aan studie en

Helemaal afgesteld op het lichaam

Leeftijd: 20 jaar Sport: Wielrennen bij Wielervereniging Urk. ,,Dit is nu mijn vijfde seizoen. Voorheen trainde ik vijf tot zes keer per week en dan telkens 80 tot 150 kilometer, maar ik heb nu een stapje terug gedaan. Dit omdat ik nu Sport en Ontwikkeling aan de Hanze Hogeschool in Groningen studeer en ik samen met mijn oom Evert Coenen bezig ben met een beginnend ploegje jeugd. In september ga ik ook stage lopen bij de vereniging. Maar als er een wedstrijd in de buurt is, doe ik mee.” Materiaal: ,,Het grootste verschil tussen een gewone fiets en een racefiets is dat de laatste veel lichter is. Daarnaast zit je lager en voorovergebogen. Tussen racefietsen is ontzettend veel verschil in prijsniveau en dus kwaliteit. Hoe lichter, hoe duurder de fiets. Ik ben begonnen met een fiets van zevenhonderd euro en rijdt nu op één van drieduizend euro. Bij een goedkopere fiets heb je sneller slijtage en moet je nog beter schoonmaken en je ketting en onderdelen onderhouden. Aan een nieuwe fiets moet je wel eerst weer wennen.” Invloed: ,,Ik raad iedereen af een racefiets van internet te bestellen. Je moet echt naar een speciaalzaak gaan en je laten informeren bij de verkoper. Iedereen heeft namelijk een andere zithouding en ieder mens is anders gebouwd. Ik heb voor mijn nieuwe fiets twee uur in de winkel gestaan, maar nu is hij helemaal naar mijn smaak. Uiteindelijk moet het natuurlijk van de fietser zelf komen, maar het is heel belangrijk dat de fiets naar je lichaam is afgesteld. Anders krijg je op de lange termijn klachten. Het vergt wat tijd en geld, maar uiteindelijk betaalt het zich terug in je prestaties.”

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 26

Voorzitter Jan Strijker over ‘zijn’ Tennisvereniging T’77

Aflopende zaak wordt luxeprobleem ‘De tennisclub? Een aflopende zaak. Tenminste wat enthousiaste tennissers betreft. Van de 750 leden tien jaar geleden zijn er nu nog zo’n driehonderd over, waarvan misschien tien procent regelmatig een balletje slaat.’ Het zijn de woorden van een ietwat teleurgestelde clubvoorzitter, Jan Strijker. Maar er gloort licht: de onderlinge competitie gaat goed, het Zuiderzeetoernooi loopt als een trein, het damesteam speelt op een vrij hoog niveau en de banen liggen er prima bij.

I

ngrediënten te over dus voor een goedlopende sportvereniging. Maar in de praktijk valt dat tegen. Strijker, al sinds de oprichting van de club in 1977 actief, weet wel hoe dat komt. ,,Er is veel concurrentie van andere sporten. Bovendien is de samenleving veel individueler geworden en voor tennis heb je echt wel twee tot vier personen nodig. De terugloop in animo voor het verenigingsleven is overigens een landelijk probleem.’’ Ook op dat vlak kampt T’77 met een probleem: voldoende gemotiveerde vrijwilligers die bovendien een hart hebben voor de tennissport. ,,Momenteel zijn er zo’n veertig vrijwilligers actief, maar vooral voor de bestuursposten is het moeilijk om mensen in de benen te krijgen. Eigenlijk ben ik noodgedwongen nog een periode voorzitter, er is gewoon niemand anders die het doen wil.’’

Verslonzen

Inderdaad een aflopende zaak die tennisclub, zou je denken. Toch heeft Strijker

ook nog positieve noten op zijn zang. Bijvoorbeeld de onderlinge competitie. Een relatief nieuw begrip bij T’77, maar wel een schot in de roos. ,,De banen zijn bezet, mensen tennissen fanatiek en nieuwe gezichten worden gezien’’, somt Strijker op. Ook het Zuiderzeetoernooi loopt goed. Dit jaar mochten er dertig koppels worden verwelkomd op de Urker tennisbaan. Het eerstvolgende evenement van de tennisvereniging is op zaterdag 18 september. T’77 houdt dan een toernooi voor 55-plussers uit de hele provincie. ,,Het wordt een heel gezellige dag met naast het tennissen ook bijvoorbeeld vis bakken’’, belooft Strijker.

n Voorzitter Jan Strijker is graag en vaak op ‘zijn’ tennisbaan om een balletje te slaan. Maar coniferen knippen? Dat is ook geen probleem. Dus toch géén aflopende zaak? Nee, sterker nog: T’77 is een vereniging met een luxeprobleem, concludeert Strijker. ,,We hebben drie prachtige tennisbanen, die zelden worden bezet. Het is nog kunstgras ook, waardoor op Urk tot heel laat in het jaar kan worden doorgespeeld. En onze kantine: dat is echt een plaatje’’, vertelt Strijker. Ook over het huidige team vrijwilligers is hij vol lof: ‘die groep houdt de vereniging wel staande’.

werk De dartpijlen van Johan Brouwer

ha et lve

Naast het voorzitterschap, het onder-

houden van contacten met collega-verenigingen en het regelen van toernooien, zorgt Strijker ook voor het onderhoud van de club. Van coniferen knippen tot de boel aanvegen, alles om zijn vereniging zo netjes mogelijk voor de dag te laten komen. Liefde voor het terrein en de liefde voor de sport, strijden bij Strijker om voorrang. ,,Af en toe is het moeilijk om de motivatie nog op te brengen voor het werk, maar als ik dan denk hoe alles verslonst als ik er mee stop, blijf ik doorgaan. Bovendien heb ik er natuurlijk de tijd voor.’’

‘De verkeerde pijl betekent verliezen’

Leeftijd: 18 jaar Sport: ,,Ik dart al vier jaar bij Dartvereniging de Rake Gooier en drie jaar in de Flevodivisie. Ik vind het niet alleen een leuke sport, maar ook één met een gezellige sfeer. Ik doe mee met de dinsdagcompetitie, woensdag met de Flevodivisie buiten Urk en met de zaterdagcompetitie. Ik ben er dus drie avonden per week mee bezig.” Materiaal: ,,Elke pijl is verschillend. De één houdt van meer greep op de hand, de ander juist van minder. Daarnaast heb je verschillende soorten barrels, het stuk waar je hem aan vasthoudt, shafts en flights. Deze laatste zijn er zodat je pijl het bord haalt. Verschillen in deze dingen veranderen de lengte, de dikte en het gewicht van een pijl. Het is een kwestie van proberen en er zo achter komen wat voor jou het beste werkt. Mijn pijlen hebben een gladde punt, zijn goudkleurig, met kleine shafts en dunne blauwe flights met verder niets erop. Ze hangen een beetje in het bord, waardoor ik er weer makkelijker overheen kan gooien met mijn andere pijlen.” Invloed: ,,De pijl waar je mee gooit, kan van grote invloed zijn op de wedstrijd. Ik heb een paar keer gehad dat er iets met mijn eigen pijlen was en ik met andere moest gooien, toen bakte ik er niets van. De verkeerde pijl betekent verliezen. Echte professionals laten ze speciaal voor zichzelf maken in fabrieken.”

H


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 27

Clubkampioen Timo Koffeman

‘Als ik het niet snap, heb ik er vrede mee’ Vakantie vieren? Dat is lekker met je vrienden meedoen aan een schaaktoernooi. Elke dag urenlang, muisstil aan het bord zitten en terug in het huisje de hele partij achter de laptop analyseren. Timo Koffeman glimlacht fijntjes en zegt, met gevoel voor understatement: ,,De meeste mensen begrijpen dat niet echt.”

H

Met zijn plaatselijke concurrenten gaat Timo Koffeman in de tweede klasse van de oostelijke bond voor de titel strijden.

ij mag zich de beste schaker van Urk noemen, want afgelopen seizoen won hij, voor de derde keer, de interne competitie van Het Briesend Paard en was hij ook de sterkste in de twee snelschaaktoernooien van de club. Waar je uren kunt strijden over de vraag welke voetballer beter is, heb je bij schaken steun aan de ELO-rating. Een beginner heeft 1000 punten, de wereldkampioen ruim 2800 en Koffeman zit op 1912. ,,Plaatselijk ben ik top, in de regio doe ik leuk mee en landelijk stelt het niets voor”, licht hij toe. ,,Er zijn knulletjes van twaalf die veel sterker dan mij zijn.”

Klein voordeeltje

Maar hoezeer hij zijn eigen kracht ook relativeert, clubgenoten bijten zich stuk op zijn spel. ,,De verschillen zijn echt heel klein, maar het lukte me wel om

Leuke partijen voor iedereen Niet alleen wandelende schaakencyclopedieën komen aan hun trekken bij Het Briesend Paard. Omdat gespeeld wordt via het Zwitsers Systeem kan iedereen in de interne competitie op het eigen niveau spelen. Via een computerprogamma worden spelers steeds naar sterkte aan elkaar gekoppeld. Zo wordt de basis gelegd voor leuke partijen. Verder is iemand niet verplicht om alle 22 wedstrijdavonden aanwezig te zijn. Pas na vijf afmeldingen kost het punten als je niet verschijnt. De interne competitie wordt gespeeld op donderdagen vanaf acht uur, in Sporthal De Schelp. Verder worden er diverse snelschaaktoernooien gehouden. Voor vragen of aanmeldingen: e-mailen naar info@schakenopurk.nl of kijken op www.schakenopurk.nl.

op één specifiek onderwerp. Anderen kunnen dat beter dan ik.” En dus koos Koffeman voor een studie theologie in het Belgische Leuven. Na drie jaar heeft hij daar inmiddels zijn bachelortitel gehaald en is hij er nog niet precies uit wat zijn volgende zet zal zijn.

Spanning in tweede klasse de laatste drie keer dat ik meedeed aan de interne competitie ook kampioen te worden. Ik kan erg constant spelen, dat is mijn kracht. Ik hoef het niet te hebben van fel aanvallen, strak verdedigen of een geniale inval. Als ik ergens in de partij een klein voordeeltje haal, dan kan ik dat meestal wel vasthouden en verzilveren in het eindspel. En het scheelt dat ik niet zo heel vaak blunder. Twee keer per seizoen een echte misser, dan heb je ‘t wel gehad. Dat zijn momenten waarop ik na afloop loop te balen. Als ik verlies van iemand die beter is, als ik moet erkennen dat ik het gewoon niet snapte, dan heb ik daar vrede mee.” Zo staat Koffeman ook in het leven. Hij studeerde wiskunde omdat hij dol is op puzzelen, maar zat in Utrecht zij aan zij met bollebozen die in één keer zagen waar hij een hele tijd op aan het staren was. ,,Verder gaan met wiskunde, betekende onderzoek doen, specialiseren

Zeker is wel dat hij er ook dit keer een mooi seizoen van wil maken bij Het Briesend Paard. In de eerste plaats met het team, dat na het kampioenschap terug is in de tweede klasse van de oostelijke schaakbond. Koffeman is teamleider: ,,Qua rating horen we zeker thuis in de tweede klasse en is het mogelijk om voor de eerste plaats te spelen. Een seizoen telt zeven wedstrijden, veel ploegen zijn aan elkaar gewaagd en daardoor ligt winnen en verliezen dicht bij elkaar.” Koffeman rekent in elk geval op de steun van spelers als Johan ten Napel, Frans Brouwer, Tiemen de Jong, Jelle Kaptijn, Kees Kaptijn en Jakke Ras. ,,Verder willen we er graag nog één of twee sterke spelers bij halen. Als je iemand hebt die aan één van de hoogste borden kan spelen, dan betekent het dat iedereen daaronder een plekje opschuift en het dus makkelijker krijgt.” Vanuit Emmeloord is al de vraag gekomen of er Urkers mee kunnen doen in

hun team, dat uitkomt in de Friese clubcompetitie. En wellicht dat het Briesend Paard voor extra kracht ook wel eens bij de buren aanklopt. Koffeman: ,,Maar structureel spelers van buiten Urk halen is nog niet aan de orde. Met de spelers die we nu op Urk hebben, kunnen we nog een flink eind komen.”

Concurreren met internet

In de onderlinge competitie zal Koffeman opnieuw de te kloppen man zijn. Goed opletten, is het devies. Ook tegen zijn vader Klaas, een echte angstgegner: ,,Als je naar de rating kijkt moet ik vrij makkelijk winnen, maar vergeet het maar. Ik heb het tegen mijn vader vaak erg lastig.” Ondanks de uitdaging die er ligt om opnieuw Urker kampioen te worden, kijkt Koffeman verder dan zijn neus lang is. ,,Als vereniging willen we graag groeien. Jeugd erbij betrekken zou prachtig zijn. Al weten we dat dat steeds lastiger wordt. Je hebt enthousiaste vrijwilligers nodig, maar je moet ook de concurrentie aangaan met zoveel andere hobby’s en bezigheden. En dan heb je natuurlijk alle mogelijkheden om op internet te schaken.” Toch kan Koffeman het iedereen aanraden om schaakfan te worden. Al was het alleen maar vanwege die heerlijke vakanties.


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 28

Urker sporters uit 1990 Foto’s uit de oude doos Twintig jaar geleden voerden voetbal en basketbal wel heel duidelijk de boventoon op sportend Urk. Orca’s ging Europa in en Urk 1 promoveerde naar het hoogste niveau. Maar er waren meer successen op de Bult. Een duik in het foto-archief van Het Urkerland leverde het volgende overzicht op. In 1990 had Urk nog een tafeltennisvereniging. De club telde vijftig leden en had met veel enthousiaste vrijwilligers een eigen onderkomen gebouwd. Klaas Post bood de helpende hand bij deze klus en werd daarom gevraagd de opening van het clubgebouw te verrichten. De kosten voor de bouw waren overigens twintigduizend gulden hoger dan geraamd, maar de tafeltennisvereniging verwachtte daardoor niet meteen grote financiële problemen. Het pand werd ook het eerste onderkomen van Keep Fit, de sportschool van Herma Radewalt. Zij huurde het gebouw. Willem de Boer Party-Service was hoofdsponsor van de tafeltennisvereniging. Jammer genoeg ging de kleine Urker tafeltennisvereniging ter ziele. Drie Urker basketballers waren geselecteerd voor het nationale team van aspiranten. Het betrof Anneke Post (14), Hendrik Brands (14) en Hermina Brands (13). Zij hadden tijdens een passarelle toernooi in Haarlem de aandacht op zich gevestigd en dat resulteerde in een uitnodiging voor de trainingen van de nationale selecties. Alle drie waren ze blij met deze uitnodiging, al bleven ze er vrij nuchter onder. Hermina Brands toentertijd: ,,Zo denk je ook nog eens dat je kan basketballen.”

De clubkampioenschappen van ZCU ‘78 leverden twaalf kampioenen op. Tien ervan gingen op de foto. Op de voorste rij, v.l.n.r.: Lucas Brouwer, Tineke Jerusalem, Dinie Pasterkamp en Barend Baarssen. Achterste rij v.l.n.r.: Riekelt Nentjes, Rikus ten Napel, Babette de Heus, Jelle ten Napel, Dirkje de Wit en Eline van Sloten. Op de foto ontbraken Pieter Oost en Roelie Schraal. Tijdens het zaalvoetbalgala van 1990 was een team met oud-internationals de tegenstander van een samengestelde Urker ploeg. Bij de oud-internationals waren bekende namen, zoals coach Joop Stoffelen, sterspeler Gerry Mühren en de tweeling Willy en Rene van der Kerkhof. De Urker ploeg kwam al vrij snel op achterstand, maar haakte weer aan door doelpunten van Wilbert Mazereeuw en Klaas Nentjes. Met de solide verdediging, bestaande uit Klaas Kramer en Pieter Mazereeuw, bleef Urk nog een tijdje overeind, maar het moest uiteindelijk toch zijn meerdere erkennen in de oud-internationals. Keeper Jakke Ras moest nog een paar keer vissen en het was Willy van der Kerkhof die de eindstand op 6-3 bepaalde (foto).

Het eerste kampioenschap van het seizoen 1989/1990 was voor het derde damesteam van volleybalvereniging Ut Top. De vrouwen van coach Jan Nagel versloegen VCK uit Kuinre op overtuigende wijze met 3-0. Smetje op de wedstrijd was de enkelblessure van Loureen Kamper, die van het veld gedragen moest worden. Het succesvolle team van Ut Top, met daarin drie oma’s, volleybalde in de eerste plaats ‘voor de lol’. Het binnenhalen van de titel was slechts bijzaak, al werd er niet minder om gefeest. Op de foto, achterste rij, v.l.n.r.: Loureen Kamper, Abbie Ras, Marie Brands, Tiny Snoek en Marretje Bakker. Voor, v.l.n.r.: Grietje van der Kooy, Co Koffeman, Anneke Romkes en coach Jan Nagel.

Toyota werd op zaterdag 7 april 1990 kampioen van het mixed-zaalvoetbal. De finale tegen C1000 was een eenrichtingsverkeer, want Toyota won met 5-1. Vooral de routine gaf de doorslag in deze finalewedstrijd. De kampioenen van toen waren, voorste rij, v.l.n.r.: Frans de Vries, Luut de Boer, Willem Bakker en Puck Hakvoort. Achterste rij, v.l.n.r.: Teun Hakvoort, Jakke Ras, Lubbert Kramer en Jan Pasterkamp.

Urk 1 kon op zaterdag 28 april 1990 kampioen worden van de tweede klasse E en promoveren naar het hoogste amateurniveau van Nederland. In de wedstrijd tegen BCV werd het 4-0. Ook vanuit de dug-out werd intensief meegeleefd, met van links naar rechts: trainer Meini de Boer, elftalleider Dirk Kaptijn, wisselspelers Jannes de Boer, Hessel de Boer, Jacob Loosman, verzorger Wiebren Faber en conditietrainer Piet Brouwer.


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 29

Orca’s speelde in het seizoen 1990/1991 voor het eerst op Europees niveau. De debutant boekte in de eerste wedstrijd tegen BBC Etzella uit Luxemburg een magere overwinning van twee punten, maar het was genoeg om de volgende ronde te halen. En dat feit leverde bij spelers, supporters en trainer Glenn Pinas blije gezichten op. Orca’s overleefde het tweede avontuur in de Europa Cup niet, want het ging een paar weken later onderuit in Berlijn.

Het kampioenschap van Urk 1 overschaduwde enigszins het kampioenschap van Urk 2, maar de prestatie was er niet minder om. Het seizoen ervoor gedegradeerd, maar meteen weer terug op het oude niveau. Het team bouwde op de ervaring van Lubbert Kramer, Klaas Kramer en Fokke Hoekstra, terwijl jonge spelers zoals Pieter van Eerde en Lubbert Korf zorgden voor actie en snelheid. Op de foto: Staand: Pieter Mazereeuw, Albert Hoekman, Rob Buijs, John Hankel, Klaas Kramer en Lub Kramer (leider). Zittend: Lub Korf, Jan Buter, Jan Jongman, Simon Ras, Frans Brouwer en Kobus Kaptijn. Liggend: Willem Hakvoort, Jan G. Kramer en Pieter van Eerde.

Onder leiding van de Israëlische coach Eli Lupo promoveerde het eerste damesteam van Orca’s naar de promotiedivisie. In een zinderende thuiswedstrijd tegen Elementum won Orca’s met vier punten verschil. Ellen Bakker werd in deze wedstrijd met twintig punten topscorer. Op de foto, bovenste rij, v.l.n.r.: Leni Hoekman, Henny Koffeman, Suzan Wassink, Jannie Verhoeff, Ellen Ras en Karin Bakker. Voorste rij, v.l.n.r.: Edith Visser, Gera van Kolthoorn, Liesbeth Kramer, Marijke de Boer en coach Eli Lupo. In het Urker duivenland was Klaas Hoekstra twintig jaar geleden ook al een bekende naam. Hij deed voor het eerst mee met oude duiven en won de vlucht vanaf Quvrain, een afstand van 284 kilometer. Het was al de tweede titel die Hoekstra, lid van Tot Weerziens, pakte op een midfondvlucht en daarmee hadden de bekende duivenmelkers er op de langere afstanden dus een gedegen concurrent bij gekregen.

De Urker roeiploeg had een nieuwe sloep: de Moby Dick II. Met deze nieuwe, lichte en snelle boot werd meteen een verbluffend resultaat geboekt op het Veerse meer. Daar pakten de Urker roeiers vier prijzen. De mooiste was de Speed Cup. De Moby Dick II legde de 25 kilometer af in twee uur en vijftien minuten, ruim tien minuten sneller dan het oude record.

Orca’s moest in het seizoen 1990/1991 eerst op gang komen. Ook tegen Commodore/Den Helder ging het onderuit, al was het Orca’s dat tot een kwartier voor tijd de boventoon voerde. Maar een prachtige score van de 2.14 lange Marint Nessley van Den Helder bracht het publiek in Den Helder op de banken. Het enthousiasme sloeg over op de ploeg en Orca’s kreeg alle hoeken van het veld te zien. Ook Sjoert Visser (foto) kon het tij niet meer keren.

Bij het hobbyvoetbal vielen de prestaties op van P. Baarssen Vis BV. De ploeg had in de eerste helft van de competitie te maken met veel blessureleed, maar klom na de zomerstop op de ranglijst. Rooze Boys was zes wedstrijden voor het eind van de competitie de tegenstander en dacht nog een kans te hebben tegen de visploeg. Niets was minder waar. Baarssen won met 3-1, mede door twee doelpunten van Kees Kater (foto).


maandag 30 augustus 2010

sportbijlage het urkerland

pagina 30

Fanatieke supporters: Klaas Kramer en Cees de Vries

Dochters sport, vaders hobby

Klaas Kramer (l) en Cees de Vries: ‘Als we thuiskomen, moeten we echt even een knop omzetten’.

Klaas Kramer en Cees de Vries geven toe: ze zijn een beetje gek. Klaas rijdt drie keer in de week naar Dronten en Heerenveen om zijn dochter op niveau te laten judoën,

,,Ze heeft het liefst dat alleen ik meega naar een wedstrijd. Anderen leiden af, zegt ze.”

Cees stapt vier keer in de auto omdat zijn dochter in Kampen turnt. Kramer: ,,Het lijkt

Grote stappen

veel, maar wat je er voor terugkrijgt is veel meer: een vrolijke en tevreden dochter.”

D

e ritjes naar Dronten, Heerenveen en Kampen zijn onderdeel geworden van de wekelijkse routine van Cees en Klaas. ,,Ik denk er niet eens meer bij na”, zegt Cees. ,,Het is gewoon iets wat je doet, wat er bij hoort. Het zit in je systeem.” Zijn 10-jarige dochter Denice kwam vorig jaar bij turnvereniging RK DOS in Kampen. Eigenlijk toevallig, omdat haar toenmalige acropartner Berdien Schraal het bij een andere vereniging wilde proberen. Denice ging mee en was verrast door de professionele aanpak in Kampen. Ze wilde blijven. ,,Denice trainde altijd met plezier op Urk, maar ze vond het in Kampen leuker. Er waren meer mogelijkheden. In de gesprekken met de trainer en andere ouders snapte ik wat ze bedoelde. Het voelde gewoon goed”, zegt Cees. Familie De Vries had geluk, want ook Anna ten Napel maakte de overstap naar Kampen. ,,Zij verzorgen het vervoer naar de training, wij regelen dat Anna en Denice weer opgehaald worden.”

Ook Klaas Kramer heeft er een jaar van heen en weer rijden opzitten. Zijn 16-jarige dochter Anneke judode in Emmeloord, maar kreeg het advies om hogerop te gaan, in Dronten. Daarnaast werd ze geselecteerd voor talententrainingen in Heerenveen. ,,Zelf deed ik vroeger ook aan judo en ik vond het prachtig dat Anneke hogerop wilde. Haar sport is nu mijn hobby.” Dat Klaas op vrijdag tussen de middag door moet werken, om om vier uur zijn dochter naar trainen te kunnen brengen, vind hij geen enkel probleem. ,,Omdat we nu samen zoveel tijd doorbrengen, is onze band gegroeid. We kunnen eindeloos praten over wedstrijden en trainingen. Als we thuiskomen, moeten we echt even een knop omzetten: ‘nu even geen judo, er zijn hier meer mensen’.” Cees: ,,Mijn vrouw moet weleens tegen Denice en mij zeggen: ‘Hallo! Wij zijn er ook nog’. Niet dat ik me niet interesseer voor de sport van mijn andere kinderen, want ik leef net zo hard mee tijdens de voetbalwedstrijd van mijn zoon. Maar met Denice kan ik oeverloos praten over turnen.” Lachend:

Zowel Denice als Anneke maakten in het afgelopen seizoen grote stappen in hun ontwikkeling. Ze waren regelmatig te zien op een podium en beiden haalden voor het eerst een NK. Denice voor beste turnsters uit de derde divisie, Anneke voor de beste judoërs onder zeventien jaar. Beiden ‘flopten’, door de zenuwen. Cees: ,,Dat was niet erg. Alleen al het feit dat ze het NK haalde, was hartstikke leuk. Want wees nou eerlijk... als vader vind je het toch mooi om je dochter te zien presteren?” Toch zijn titels, medailles en bekers niet de drijfveer voor Klaas en Cees. ,,Ik ben realist genoeg om het niveau van Denice in te schatten. Ze is goed, maar niet uitzonderlijk goed. Ik leef echt niet met de gedachte dat ze ooit de Olympische Spelen haalt. Dat is geen doel.” Klaas: ,,Hetzelfde geldt voor Anneke. Ze is daar zelf ook realistisch in. We leven nu toe naar het halen van de zwarte band. We hopen dat dit het komende seizoen lukt. Heel veel verder dan die zwarte band denken we nog niet.” Klaas en Cees kijken uit naar het nieuwe seizoen, want beide dochters mogen een niveautje hoger acteren. Denice in de tweede divisie, niveau zes, Anneke

in de competitie voor onder de twintig jaar. Het niveau van de wedstrijden zal hoger zijn, iets waar beide vaders weleens moeite mee kunnen hebben, gezien hun fanatisme. ,,Ik vind die wedstrijden een crime om naar te kijken. Er hoeft maar één klein dingetje fout te gaan en het seizoen zit erop voor Denice. Die spanning is niet altijd even leuk”, aldus Cees. Klaas: ,,Soms wil ik het wel uitschreeuwen op de tribune: ‘Kom op dan!’ ‘Pak vast dan!’ ‘Toe dan!’. Trouwens, die neiging heb ik ook tijdens trainingen. Daarom ga ik meestal niet mee naar binnen, op het laatste kwartiertje na, bang dat ik me ook nog inhoudelijk met de training ga bemoeien...”, vertelt Klaas. De ritjes blijven het komende seizoen vast onderdeel in het leven van Klaas en Cees. ,,Een beetje gek moet je misschien zijn, maar aan de andere kant vind ik het niet meer dan logisch om je zoon of dochter te ondersteunen waar het kan. De sportvereniging is geen veredelde crèche waar je je kind een paar uur kunt onderbrengen zonder er zelf bij betrokken te zijn. Je kind heeft je support nodig. Zonder die steun kunnen ze niet optimaal hun sport beoefenen. En geloof mij, er is niets mooiers om met een enthousiast, tevreden en blije dochter terug te rijden naar huis. Uiteindelijk is dat de reden waarom je iedere keer die auto instapt.”


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.