Via VIVA - mei 2015

Page 1

Via VIVA Het magazine van de notariĂŤle studievereniging V.I.V.A. Mei-editie 2015


START YOUR CAREER

GET A TASTE

www.werkenbijbaker.nl


Voorwoord Beste Lezer,

We zijn alweer over de helft van het collegejaar. De hoogste tijd voor de tweede editie! In de mei-editie zullen jullie vooral veel foto’s met een zonnig tintje tegenkomen. Zoals de voorkant al enigszins verraadt, is V.I.V.A. namelijk net terug uit Bangkok! Na 11 dagen met een heerlijk temperatuurtje een hoop bezienswaardigheden te hebben getrotseerd, is het nu weer tijd voor de laatste loodjes van dit studiejaar. In de december editie was ik net aan mijn functie als Assessor I begonnen, inmiddels zijn we alweer opzoek naar een kandidaat-bestuur aan wie wij het stokje zullen overdragen. De tijd is voorbij gevlogen en zo ook alle activiteiten die we de afgelopen maanden op de agenda hadden staan. V.I.V.A. heeft zich het hele jaar goed vertegenwoordigd en zelfs een geweldig hockeytoernooi op de kaart weten te zetten! Het idee dat dit mijn laatste magazine als Assessor I is, maakt me wel een beetje verdrietig. Gelukkig hebben we nog genoeg te doen want de reünisten borrel en diverse kantoorbezoeken staan nog op het programma! Ik hoop dat jullie allemaal weer met veel plezier deze editie zullen lezen en ik wil mijn commissie alvast van harte bedanken voor hun volle inzet dit jaar.

Colofon Hoofdredactie Sam Roosendaal Redactie Axel Visschedijk Kimberly Noorden Marlies Moolenaar V.I.V.A. Vereniging van Notariële studenten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam sinds 1967

Adres De Boelelaan 1077, Initium kamer 2B-96 1081 HV te Amsterdam KvK-nummer 40531678

Bestuur Pieter ten Broecke Fransje Hekking Simone van Minkelen Sam Roosendaal Lorraine Prade

Contact T: 020-5983388 E: viva.rechten@vu.nl W: www.vivavu.nl www.facebook.com/vu.viva

Mei | Via VIVA | 3


Preek van de praeses Echtscheiding

5

6

Kantoorbezoek Baker & McKenzie 7

Inhoudsopgave

LNSC

12

8

Kantoorbezoek ABN AMRO MeesPierson

13

Noot bij HR opstalrechten Haarlemmermermeer 14 Bangkok quotes LNSG en LNSH

16 17

Studiereis 18 De Europese erfrechtverordening 22 Kantoorbezoek NautaDutilh

24

LNSC bestuur: even voorstellen Gezocht: Kandidaat-bestuur Voorlopige agenda Sponsoren

4 | Via VIVA | Mei

31

29

25

28


Beste leden van V.I.V.A., Ongeveer een jaar geleden ontvingen alle leden een uitnodiging in hun mailbox om te solliciteren voor een bestuursfunctie voor onze studievereniging. Zelf besloot ik te solliciteren en een paar maanden later werd ik, samen met mijn mede-bestuursleden, benoemd door de algemene ledenvergadering. Sindsdien oefenen wij met veel trots en plezier onze bestuurstaak uit. Nu het einde van het collegejaar nadert, is het tijd om na te denken over onze opvolgers. Iedereen die nog twijfelt om te solliciteren, willen wij met klem aanraden om te solliciteren. Een bestuursfunctie biedt unieke kansen: je ontmoet heel veel nieuwe mensen, je leert veel nieuwe dingen en je maakt veel bijzonders mee. Mochten jullie vragen hebben over de verschillende functies binnen het bestuur of behoefte hebben aan een oriĂŤnterend gesprek, dan staat de deur van onze bestuurskamer altijd voor jullie open. De vacature voor een bestuursfunctie binnen het bestuur van V.I.V.A. is niet de enige vacature die wij in de afgelopen weken hebben verspreid; de Stichting Landelijk Notarieel Studentencongres Amsterdam (LNSC) heeft sinds kort een nieuw bestuur. ZoĂŤ Swensson (praeses), Jelle Sjaardema (ab-actis), Yves Pierre Vrijhof (quaestor), Axel Visschedijk (algemeen bestuurslid) en Alisha Autar (algemeen bestuurslid) gaan hard aan de slag met de organisatie van het 51e landelijk notarieel studentencongres en zullen ervoor zorgen dat het een geweldige dag wordt. Het 50e congres, dat op 12 maart jongstleden in Groningen werd gehouden, was fantastisch, maar zal zonder twijfel worden overtroffen door onze Amsterdamse bestuurders. Ook de Faculteit der Rechtsgeleerdheid schreef een vacature uit. Zoals jullie ongetwijfeld hebben meegekregen heeft onze faculteit binnenkort een nieuwe hoogleraar Notarieel recht. Op het moment van het schrijven van deze preek is nog niet bekend wie de nieuwe hoogleraar is, maar hij of zij zal ongetwijfeld een uithangbord worden voor de opleiding Notarieel recht aan de Vrije Universiteit. En daar zijn wij trots op. Minstens net zo trots als op het voorgaande zijn wij op alle geslaagde activiteiten die wij dit verenigingsjaar hebben georganiseerd met behulp van onze commissieleden. Met nog enkele activiteiten voor de boeg kijken wij tevreden terug op een geweldige studiereis naar Bangkok (waarvan een uitgebreid verslag verderop in dit tijdschrift te vinden is), een geslaagd hockeytoernooi, vele gezellige borrels (die ook door docenten zijn bijgewoond) en leerzame kantoorbezoeken. Omdat dit de laatste Via VIVA is voor het einde van dit verenigingsjaar, willen wij alle leden bedanken voor hun enthousiasme tijdens alle activiteiten. Wij hopen velen van jullie te zien bij de nog komende activiteiten en wensen iedereen veel succes met de laatste tentamens van dit collegejaar. Met vriendelijke groet, Namens het bestuur van V.I.V.A., Pieter ten Broecke praeses h.t.

Mei | Via VIVA | 5


Echtscheiding, never easy?! Kimberly Noorden Lopend naar het altaar in een grote mooie witte jurk, terwijl iedereen naar je kijkt. Enkele momenten later het ja-woord geven aan jouw eigen Prince(ss) Charming, welk jong meisje heeft daar nou niet van gedroomd. In 2013 was dit voor ruim 65 duizend koppels een droom die uitkwam.1 In ditzelfde jaar scheidde ruim 33,5 duizend echtparen, na een huwelijk van gemiddeld 14,4 jaar.2 Het begrip ‘vechtscheiding’ zal waarschijnlijk veel mensen wel bekend in de oren klinken. Een ‘grab your popcorn, shit’s about to go down’- echtscheiding met veel ruzie en een ellenlange scheidingsprocedure, waar geen van beide (ex-) echtgenoten op zit te wachten. Martijn Sprenger kwam op het idee om een echtscheidingsite op te richten waar er geen advocaat bij de echtscheiding betrokken wordt, om zo de kosten te drukken. De site, easy-echtscheiding.nl, werd al heel snel vrij populair. Een groeiende groep mensen neemt een mediator in de hand, zodat hun scheiding niet al te vervelend verloopt. Deze mediator weegt de wensen van beide partijen af en stelt zo een contract op die ondertekend wordt door de scheidenden. Maar wat als één van beide partijen het naderhand niet eens is met wat er in het contract is afgesproken? Tot nu toe was het antwoord simpel: dan had die persoon gewoon pure pech en kon het mogelijkerwijs nog worden aangepast, maar dat leverde vooral heel veel stress op, want de enige manier om een wijziging voor elkaar te krijgen, was via de rechter. VVDkamerlid Ard van der Steur wil daar nu een einde aan maken. In 2013 heeft hij een initiatiefvoorstel gedaan waarin de invoering van een register voor echtscheidingmediators wordt geregeld. Het is de bedoeling dat alleen de mediators die voldoen aan de gestelde kwaliteits- en integriteitseisen in dit register kunnen worden ingeschreven. Na de inschrijving worden de mediators jaarlijks geëvalueerd. Om de inschrijvingseisen actueel te houden worden deze bij AMvB vastgesteld.3 Dit voorstel werd ingediend na een rechtszaak over een ‘easy echtscheiding’. In deze casus zijn man en vrouw gescheiden en hebben hierbij gebruik gemaakt van een mediator. De vrouw besprak met haar ex-man spraken onderling af dat haar man haar maandelijks duizend euro zou betalen. In hoger beroep eist zij een verhoging van vijfhonderd euro, waardoor het bedrag op vijftienhonderd euro per maand uit zou komen. Haar reden hiervoor: zij is tijdens de echtscheiding onvolledig ingelicht over de wettelijke maatstaven en wat haar toe zou moeten komen. Uiteraard vindt de man in deze kwestie dat alles wel goed is verlopen en dat de verhoging van vijfhonderd euro totaal onnodig is. Het stel had zich laten adviseren door ‘easy-echtsc-

heiding.nl’, waar zij één adviesgesprek kregen met een mediator. Deze adviseur vertelde de vrouw dat ze aanspraak kon maken op partneralimentatie. In dit gesprek zijn de wettelijke grondslagen voor partneralimentatie en de hoogte hiervan niet bewijsbaar aan de orde geweest. Het was de plicht van de mediator om de partijen hierover in te lichten, deze plicht heeft zij verzaakt. Hetzelfde geldt voor de advocaat, die door een videoboodschap van het stel gevraagd was om hen te representeren in de rechtbank. Hij had beide partijen in moeten lichten over de wetgeving omtrent partneralimentatie. Het hof oordeelde dat hij door dat niet te doen een zorgvuldigheidsnorm heeft geschaad. Hierdoor is het hof van mening dat de partijen niet bewust van de wettelijke maatstaven zijn afgeweken. Voor de nieuwsgierigen onder ons: uiteindelijk moet de man 1278 euro per maand aan onderhoudsalimentatie betalen. 4 Het wetsvoorstel, genaamd Wet registermediatoren, bevat 56 artikelen verdeeld over acht hoofdstukken. In hoofdstuk één, dat ook uit slechts één artikel bestaat, worden de belangrijkste begrippen gedefinieerd. Hoofdstuk twee, het register, bevat voornamelijk bepalingen omtrent de eisen tot toetreding, proces van de inschrijving en de gronden waarop een aanvraag tot toetreding kan worden geweigerd. Het is de bedoeling dat de registermediator een eed aflegt, waarin hij zweert eerlijk, nauwgezet, onafhankelijk en onpartijdig te handelen, zo staat in art. 15, van dit wetsvoorstel. Verder is het de bedoeling dat er ook een commissie, bestaand uit drie of vijf leden, komt die de minister van Veiligheid en Justitie adviseert over de eisen die gesteld worden aan de regsitermediators. De leden van commissie mediation worden benoemd en ontslagen door de Minister van Veiligheid en Justitie. In hoofdstuk 5 worden de rechten en plichten van de registermediator behandeld. Zo is bijvoorbeeld de mediator bevoegd de titel RegM te voeren, zodat het ook openbaar bekend is dat die persoon aan de eisen van het register voldoet. In ditzelfde hoofdstuk staat ook dat de registermediator verplicht is tot geheimhouding van de informatie die hij in kennis neemt, tenzij een wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht. Hoofdstuk 6 gaat over de

zou de mediator (en het bedrijf waarvoor hij werkt) aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade. Dit omdat het niet naleven van een zorg die als registermediator behoort betracht te worden, namelijk het informeren over de wettelijke grondslagen van de hoogte van de partneralimentatie, strafbaar wordt gesteld. Het verschil met de huidige casus zou zijn dat de mediator niet alleen berispt wordt door de rechter, maar dan ook mogelijk een schadesom zal moeten betalen. Dit artikel neemt de onschendbaarheid van de mediators weg, waardoor zij beter zullen opletten en de procedures zullen naleven. Als de klacht tegen de mediator gegrond verklaard wordt, staan er volgens artikel 47 vijf opties open: a. een waarschuwing; b. een berisping; c. een geldboete; d. de tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van ten hoogste een jaar; e. de doorhaling van de inschrijving. Hierbij kan er ook nog opgelegd worden dat de beslissing in z’n geheel of deels wordt gepubliceerd op kosten van de registermediator. Voor de geldboete geldt dat het ten hoogste een bedrag mag zijn van de vierde categorie, wat neerkomt op 20.250 euro. 5 Op dit moment ligt het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer. Sinds het voorstel voor wijziging van wet zijn er eigenlijk alleen maar positieve reacties geweest. De Mediatorenfederatie Nederland die zelf al een register heeft opgezet, is erg blij met dit initiatief van Van der Steur. Het enige wat er nu nog ontbreekt is een ‘trouwmediator’, die mensen informeert over de mogelijke gevolgen van een slecht huwelijk. Misschien loopt het aantal scheidingen per jaar dan terug.

tuchtrechtspraak. Artikel 26 lid 1 van dit wetsvoorstel zal moeten voorkomen dat zaken zoals de easy-echtscheidingszaak niet meer voorkomen :

“Registermediators zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als registermediator behoren te betrachten en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk registermediator niet betaamt.”

Als deze bepaling toegepast wordt op de casus, dan

1. Centraal Bureau voor de Statistiek. Huwen en partnerschapsregistratie; kerncijfers. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37772ned&D1=04&D2=0,10,20,30,40,50,60-l&HD=120104-1412&HDR=G1&STB=T. 2. Centraal Bureau voor de Statistiek. Huwelijksontbindingen; door echtscheiding en door overlijden. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37425ned&D1=3-9&D2=%28l-11%29-l&HD=100526-0713&STB=G1,T. 3. Eerste Kamer. Initiatiefvoorstel-Van der Steur Wet registermediator. http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33722_initiatiefvoorstel_van_der. 4. Gerechtshof Den Haag. Uitspraak: 10-12-2014. ECLI:NL:GHDGA:2014:4304. 5. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voorstel van wet. http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20130909/voorstel_van_wet/document3/f=/vjcwlln560yp.pdf.

6 | Via VIVA | Mei


Kantoorbezoek Baker & McKenzie Kimberly Noorden

enkele medewerkers spreken over hun werkzaamheden binnen het bedrijf en hoe zij het ervaren om daar te werken.

Begin januari was het kantoorbezoek bij Baker & Mckenzie. Voor mij was dit mijn allereerste kantoorbezoek en ik was ook wel redelijk nerveus. Zelf was ik überhaupt nog nooit in een groot advocatenkantoor geweest, dus bij het binnenlopen van het mooie gebouw keek ik mijn ogen uit.

Vervolgens kregen we een opdracht. We werden opgesplitst in drie groepen. Verspreid door het gebouw zaten drie medewerkers, om ons wat te vertellen over hun ervaringen bij Baker & McKenzie. Tijdens deze ‘speurtocht’ kregen we op een leuke manier meer van het gebouw te zien. Mijn groepje kwam eerst bij een jonge vrouw, die in het restaurant zat. Daarna in de sportzaal en als laatste in een normaal kantoor.

Baker & McKenzie is een groot toonaangevend advocatenkantoor dat werkzaam is op een divers aantal rechtsgebieden in 41 landen. Hiernaast waren zij ook de eerste in Nederland met een geïntergreerde civiele, fiscale en notariële praktijk. In totaal zijn er ruim 4000 werknemers bij Baker & McKenzie, die werkzaam zijn in verschillende sectoren. Op de eerste verdieping in een vergaderzaal werden we welkom geheten door Denise Tjepkema, zij is één van de recruiters bij Baker & McKenzie. Na het welkomspraatje werd ons verteld wat de werkzaamheden van Baker & McKenzie precies zijn, dit legde ze uit aan de hand van een interessante powerpointpresentatie.

Als allerlaatste was er nog een borrel, waar we ook weer de kans kregen om bij te komen en te praten met de medewerkers van Baker & McKenzie. Aan het einde kregen we nog een sporttas mee, waarin een aantal handige dingen zaten. Het was een leuke en informatieve middag!

Vervolgens werd ons gevraagd om één vraag te bedenken voor de partner die zou komen praten, zodat hij die kon beantwoorden na een korte speech over zijn functie binnen Baker & McKenzie. De partner was een hele vriendelijke man. Hij beantwoordde de, soms toch wel persoonlijke, vragen op een hele leuke en professionele manier. Hierna was de lunch. Achterin de zaal waren er lekkere broodjes en drankjes voor ons neergezet. Tijdens het eten kregen we de gelegenheid om

Maandelijkse borrel: Pubquiz Roshni Bhagwandas Vrijdag 13 maart was het weer tijd voor de maandelijkse borrel. Dit keer kwam de activiteitencommissie met het magistrale idee om een pubquiz te organiseren. Het idee van een pubquiz kwam goed aan bij de leden van V.I.V.A., want de aanmeldingen stroomden binnen. De pubquiz werd georganiseerd in Grand Café The Basket. The Basket Amsterdam vind je midden op de VU campus, niet te missen dus. De pubquiz begon met een uitleg van de spelregels en het indelen van de teams. Het was een heel goed idee om de teams al in te delen, omdat sommige studenten uit een team elkaar nog niet echt kenden. De ultieme kans dus om op zo’n manier de borrel te gebruiken om je mede-studenten te leren kennen en nieuwe vriendschappen en kennissen op te bouwen. De teams mochten zelf hun teamnaam verzinnen, de leukste en meest vreemde, maar oh zo grappige namen kwamen naar voren. De pubquiz bestond uit twee rondes van 20 vragen, voor ieder goed beantwoorde vraag kon je als team drie punten verdienen. Om je punten te verdubbelen bij de vragen waarvan je zeker wist dat je ze goed had, kon je een joker inzetten. De pubquiz bestond uit algemene vragen over Amsterdam, vragen over V.I.V.A., muziekfragmenten en juridische vragen. Het was de perfecte kans om je kennis te testen. De sfeer zat er meteen al goed in en de vazen bier stroomden naar binnen, het was hartstikke gezellig. Na de eerste ronde was er een kwartiertje pauze. Je merkte meteen dat iedereen het goed met elkaar kon vinden, er werd muziek afgespeeld, er werd hier en daar nog een dansje gewaagd en er werd veel gelachen! De activiteitencommissie kwam na de pauze met een tussenstand. Al snel begon de tweede ronde, voordat we het door hadden was de quiz voorbij en ging de activiteitencommissie de punten optellen. De winnaar van de pubquiz was het team Sexy Yellow, ieder van de teamleden ging naar huis met een kistje vol Ferrero Rocher. Vervolgens werd er nog lekker geborreld en gekletst. Het was een geslaagde avond!

Mei | Via VIVA | 7


Boekbespreking: I. Visser, de executoriale verkoop van gen), Den Haag Boom Juridische uitgevers 2013, 497 pp. Axel Visschedijk 1. Inleiding1 Oud-Hollandse zekerheidsrechten op onroerende zaken werden voor het eerst gesignaleerd in de elfde eeuw in de vorm van, wat wij nu zouden noemen, een fiduciaire overdracht.2 Onder het Romeinse recht namen goederenrechtelijke zekerheidsrechten een ondergeschikte rol in; ter zekerheid van terugbetaling gaf men voorkeur aan borgtocht.3 In de huidige tijd van crisis speelt de executoriale verkoop een grotere rol dan voorheen. De rechtsontwikkeling zal op dit vlak een nieuwe impuls krijgen door de per 1 januari 2015 geldende Wet Executieveilingen,4 welke tracht de toegankelijkheid van de executieveiling voor particulieren te vergroten. Duidelijk mag zijn dat in het huidige klimaat een korte bespreking van de in 2013 verschenen dissertatie van Irene Visser op zijn plaats is.5 De motivatie van Visser om haar dissertatie over dit onderwerp te schrijven is gelegen in de maatschappelijke ontwikkelingen omtrent het veilen. In dit verband noemt zij de berichtgeving inzake malafide praktijken in de veilingzaal (prijsafspraken, intimidatie en bedreiging), de organisatie in regioveilingen en het toegenomen aantal veilingen in de crisisjaren.6 Haar onderzoek beoogt een bijdrage te leveren aan de juridische theorievorming alsook concrete oplossingen te bieden voor knelpunten in de huidige regeling.7 De bespreker juicht deze loftige ambities toe. De Groningse idealen dalen in ieder geval niet met de bodem mee. In haar methodologische verantwoording claimt Visser dat in haar onderzoek voor het eerst de wettelijke procedure van executoriale verkoop in haar geheel wordt beschouwd.8

‘Malafide praktijken in de veilingzaal zoals prijsafspraken, intimidatie en bedreiging’ De eerlijkheid gebiedt mij haar in deze tegen te spreken. De dissertatie is vooral in haar behandeling van het voortraject van de executoriale verkoop erg volledig. Belangrijke aspecten die plaatsvinden na de veilingzitting komen echter niet of nauwelijks aan bod. Men denke hier aan degenen die opkomen in de verdeling van de veilingopbrengst alsmede de soms dogmatisch gecompliceerde regels van voorrang.9 Voorts bevat het proefschrift een empirisch deel, zoals veel dissertaties de laatste tijd uit de tractorhoofdstad van Nederland,10 altijd een alleraardigste toevoeging zo meent deze bespreker. Ik zal volstaan met het bespreken van slechts een aantal punten die Visser opwerpt in haar boek. Achtereen1 Waar in de voetnoten simpelweg een paginanummer gegeven wordt, verzoekt de auteur de lezer hierin een pagina in het te bespreken werk te zien. 2 p. 12. 3 E. Koops, Vormen van subsidiariteit(diss. Leiden), Den Haag:Boom Juridische uitgevers 2010, p. 35. 4 Wet van 1 oktober 2014 (Stb. 352) 5 I. Visser, de executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouder(diss. Groningen), Den Haag:Boom Juridische uitgevers 2013. 6 p. 4. 7 p. 6. 8 p. 7. 9 Zie bijvoorbeeld de discussie inzake R.L. Albers-Dingemans, ‘De positie van de beslaglegger op een onroerende zaak na de gunning en voor de inschrijving’, WPNR 2004/6581, p. 452 – 456. 10 F.J. Vonck,De flexibiliteit van het recht van erfpacht(diss. Groningen RUG), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2013 alsook N. Vegter, De vereniging van eigenaars(diss. Groningen RUG), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2012.

8 | Via VIVA | Mei

volgens komen aan bod de uitgangspunten van de executoriale veilingprocedure (paragraaf 2), de rol van de notaris hierin (paragraaf 3) en enige rechtsvergelijkende aspecten (paragraaf 4). Afgesloten wordt met een kort woord over de merits van de dissertatie als geheel. 2. Uitgangspunten van de executoriale veilingprocedure Om de uitgangspunten van de executoriale veilingprocedure goed te kunnen bevatten is, het eerst nodig om bondig de te volgen procedure uiteen te zetten. De procedure zal aanvangen met een opdracht aan een notaris(artikel 7:400 BW). De reden voor de opdracht zal gelegen zijn in de uitoefening van het recht van parate executie door een hypotheekhouder(artikel 3:268 BW juncto. artikel 514 Rv) of executoriaal beslag (artikel 502 Rv juncto. artikel 504 lid 2 Rv). De notaris zal vervolgens zijn handjes laten wapperen met betrekking tot het vaststellen van (bijzondere) veilingvoorwaarden (artikel 517 Rv), de aankondiging van de veiling(sinds 1 januari 2015 ook mogelijk via een algemeen toegankelijke website)11 en het aansporen van de deurwaarder om exploten uit te brengen ten einde de executie aan te zeggen jegens de geëxecuteerde(artikel 544 Rv). Tijdens de veilingzitting zal eerst bij opbod (‘inzet)’ en daarna bij afslag (ook wel ‘afmijnen’ genoemd) worden geboden.12 De hypotheekhouder die de aanzet tot de veiling heeft gegeven, kan vervolgens besluiten dat hij de onroerende zaak aan een bieder wenst te ‘gunnen’. In beginsel zal dit altijd de hoogste bieder moeten zijn. 13 Hierdoor komt een koopovereenkomst tot stand.14 Pas bij inschrijving van een afschrift van de akte van kwijting (inhoudende dat de koper de koopprijs in de handen van de notaris heeft voldaan) tezamen met proces-verbaal van veiling en gunning gaat het eigendom over.15 Nadat de notaris de koopprijs heeft ontvangen, kan in beginsel het afsluitende spel der verdeling van de opbrengst beginnen.16 In hoofdstuk 4 bespreekt Visser de uitgangspunten van de executoriale veilingprocedure. In deze maakt zij onderscheid in micro niveau en macro niveau. Het macro niveau beslaat de regelgeving inzake de executoriale verkoopprocedure zelf, terwijl het micro niveau ziet op de uitvoering van die regelgeving.17 Op micro niveau wordt het doel van de procedure gevonden in het behalen van het een zo hoog mogelijke opbrengst. Visser waarschuwt ervoor dat dit niet synoniem is voor het voldoen van de vordering van de hypotheekhouder. Hoewel de veiling zijn oorzaak vindt in de uitoefening van een recht dat ertoe strekt dat deze vordering voldaan wordt, zijn er ook nog andere belangen in het spel. Men dient hier vooral te denken aan de geëxecuteerde. Immers de hoogte van de opbrengst bepaalt in grote mate in hoeverre hij zijn schuld aan zijn financier gekweten ziet.18 Naar mijn smaak zou de 11 Artikel 516 lid 1 Rv 12 Men biedt dus eerst tegen elkaar op, waarbij het hoogste bod vastgesteld wordt(opbod). Vervolgens wordt vanaf een hoger bedrag dan het hoogste bod ‘afgeteld’, dit bedrag komt bovenop het bedrag van de hoogste bieding bij opbod, zodoende kan men nog het eerste bod overtreffen.(‘afslag’). 13 Hof Arnhem 3 februari 2004, NJF 2004, 291. 14 R.L. Albers-Dingemans, ‘De rol van de notaris bij de executoriale verkoop van onroerende zaken’, WPNR 2011/6882, p. 345. 15Asser/Van Mierlo & Van Velten 3-VI* 2010/398. 16 Artikel 3:270 lid 3 BW. 17 p. 63. 18 p. 66.

hypotheekhouder ook een (zorg)plicht jegens de geëxecuteerde hebben om een zo hoog mogelijke opbrengst te behalen uit hoofde van het gegeven dat hij over andermans zaak beschikt. Dit past mijns inziens goed in ons systeem der wet waar niet lichtvaardig geoordeeld wordt over goederenrechtelijke relaties tussen schuldenaar en schuldeiser. 19 Naast het belang van de hypotheekgever dient men zich te beseffen dat na de executoriale verkoop zuivering optreedt. 20 Hetgeen betekent dat enige beperkte rechten die voorheen op de geëxecuteerde zaak rusten komen te vervallen. De (voormalig) beperkt gerechtigden alsook huurders die getroffen worden door het huurbeding hebben een aanspraak tot vergoeding die, indien mogelijk, uit de opbrengst zal moeten worden betaald.21 Ook zij hebben voor de voldoening van deze vordering behoefte aan een zo hoog mogelijke opbrengst. Interessant en, naar mijn weten, uniek is dat Visser in dit kader ook aandacht besteedt aan de belangen van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (Stichting WEW).22 Deze stichting geeft de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) af. Dat wil zeggen dat zij zich, voor bepaalde kwalificerende schuldenaren, borgstelt voor de terugbetaling van de geldlening aan de hypotheekhouder. Dit behelst dat men deze stichting kan aanspreken indien uit de opbrengst van de executieveiling de vordering van de hypotheekhouder niet volledig kan worden voldaan.23

‘In de huidige tijd van crisis speelt de executoriale verkoop een grotere rol dan voorheen’ Op macro niveau vindt het doel van een zo hoog mogelijke opbrengst berging in het belang van financiering met hypothecaire zekerheid,24 zo meent Visser. 87% van de koopwoningen in Nederland is gefinancierd met hypothecaire zekering. Zodoende is het begrijpelijk dat het voor de bereidheid tot kredietverstrekking van belang is dat in geval van structurele wanbetaling op de lening er een reële kans bestaat dat door uitoefenen van het hypotheekrecht de vordering alsnog voldaan kan worden. Een sterk punt dat door de auteur hier gemaakt wordt, is dat zij de stimulering van woningbezit door de Nederlandse overheid (oprichting van de Stichting WEW, hypotheekrente aftrek) koppelt aan de overkreditering die (mede)debet is aan de economische malaise. Men ziet nu als ware het ook de keerzijde van het stimuleringsbeleid en, indirect, van een goedlopende executieprocedure. Visser heeft in dit verband woorden weten te sparen voor de nieuwe wet Executieveilingen.

19 Men denke aan het fiduciaverbod, toe-eigeningsverbod en de dwingend voorgeschreven executoriale verkoop procedure. 20 Artikel 3:273 lid 1 BW. 21 Artikel 3:264 lid 7 en artikel 3:282 BW. 22 p. 73. 23 Echter zo stelt Visser ook, de Stichting verbindt deze borgstelling onder voorwaarden dat bij executoriale verkoop bepaalde voorschriften worden gevolgd, p. 73. 24 p. 74


onroerende zaken door de hypotheekhouder(diss. Gronin-

Zij meent dat de kopersvriendelijke wijzigingen die de wet brengt ingegeven zijn door het meer betrekken van particulieren. Meer gegadigden zouden dan moeten leiden tot een stuwing van de koopprijs.1 Persoonlijk zou ik mij, mens die ik ben, kunnen voorstellen dat de particulieren die naar de veiling gelokt worden geenszins deze doelstelling delen. Hunner doel zal veelal zijn het relatief goedkoop oppikken van een woning, in dit streven gezekerd door de vergrote garanties en de gunstigere kostenverdeling. Het is, voor mij althans, nog niet bewezen dat particulieren, veelal met ‘een bedrag in het achterhoofd’, de koopprijzen tot gigantische hoogten zullen verheffen. Ook meent Visser dat door een te sterke focus op de particulier het heterogene aanbod op de veiling uit het oog wordt verloren. Zo zien veel van de nieuwe bepalingen slechts op een ‘tot bewoning bestemde onroerende zaak’. Er worden immers nog veel meer objecten geveild behalve woningen, dit heterogene aanbod zou tot uiting moeten komen in de wettelijke regeling, zo stelt zij.2 De relevante strekking van dit betoog ontgaat mij. Zover mij bekend is zijn de veilingen van particulier en commercieel vastgoed in de praktijk veelal gescheiden. Waarom beschermende bepalingen, zoals die waarover Visser rept, moeten worden voorgeschreven tussen professionele partijen bij de veiling van commercieel vastgoed is mij niet duidelijk. Verdere overheidsbemoeienis waar dat niet nodig is lijkt mij onzinnig. Visser lijkt hier te vervallen in door een wetgevingsideaal ingegeven formalisme. Het doet mij denken aan de pleidooien voor een gebalanceerd dieet. Vanuit de ivoren toren roept men dat het belangrijk is, maar voor iedereen die zich er daadwerkelijk mee bezig moet houden is het gewoon heel naar. 3.

De rol van de notaris

In hoofdstuk 5 behandelt Visser de rol van de notaris bij executoriale verkoop, in bijzonder de gevolgen van de hiervoor omschreven uitgangspunten voor zijner zorgplichten. Zij onderscheidt hier zorgplichten op grond van de twee pijlers van het notariaat, rechtszekerheid en rechtsbescherming. De zorgplicht vanuit de rechtszekerheid behelst de wilscontrole, de onderzoeksplicht en de informatieplicht. Vanuit rechtsbeschermend perspectief dient te worden gedacht aan de Belehrungspflicht.3 In het algemeen kan worden gesteld dat de notaris in het executoriaal traject zal moeten streven naar een zo hoog mogelijke netto opbrengst, hiertoe heeft hij een inspanningsverplichting.4

‘Hunner doel zal veelal zijn het relatief goedkoop oppikken van een woning’ Vanuit zijn regiefunctie op de veilingzitting (artikel 519 Rv) zou hij bijvoorbeeld moeten ingrijpen bij intimidaties of andere prijsverlagende omstandigheden (afspraken e.d.). Ook zal hij vanuit deze functie op een voldoende hoog bedrag moeten beginnen met afmijnen.5 Vanuit rechtsbeschermend perspectief zal de notaris voorafgaande aan het starten van de executoriale verkoopprocedure 1 p. 77. 2 p. 78. 3 p. 120. 4 p. 131. 5 p. 133. Visser distilleert hier, o.a. uit de jurisprudentie als uitgangspunten: in ieder geval het hoogst binnengekomen (onderhandse) bod, dan wel het totaalbedrag van de vorderingen van de belanghebbenden.

moeten checken of er wel verzuim is ingetreden ten aanzien van de hypotheekgever. Dat wil zeggen: de notaris zal moeten controleren of de hypotheekhouder wel bevoegd is om gebruik te maken van zijn recht van parate executie.6 De notaris zal ook in contact moeten komen met de hypotheekgever om te bezien of er geen mogelijkheden zijn om een executoriale verkoop af te wenden. Dit past wederom in de sleutel van een zo hoog mogelijke opbrengst. Een executoriale procedure is duur waardoor het altijd aan te raden valt om een ‘goedkopere’ manier van voldoening van de vordering te overwegen. Overigens is het contact met de hypotheekgever geenszins een genoegen; alleen de echte probleem gevallen zullen aangedragen worden voor een executieverkoop. Dergelijke gesprekken hebben vaak een Dr. Phil show-esque karakter. Interessant is dat het in de informatievoorziening aan de hypotheekgever in dit kader het niet uitmaakt of het een professionele partij betreft of niet. Ook aan semi-professioneel verhuurder dienen triviale zaken als het wegruimen van de inboedel in de geveilde woningen worden meegedeeld.7 Onder de notariële zorgplicht qua rechtszekerheid komt Visser te spreken over de onderzoeksplicht. Deze onderzoeksplicht zal ongewoon breed zijn. Immers in deze dient relevante informatie voor alle te verwachten bieders boven tafel te komen. Men kan zich niet in zijn onderzoek en mededelingen beperken op basis van de stand en kennis van de koper (zoals men dat bij een reguliere transactie wel zou kunnen).8 Naast breed zal dit onderzoek ook diepgaand moeten zijn. Dit strekt ter bescherming van koper aan wie bij executiekoop geen beroep op non-conformiteit toekomt (artikel 7:19 lid 1 BW). Het sterkste argument voor een grote onderzoeksplicht vind ik het argument van Visser dat de beste prijs tot stand komt door de beste voorbereiding van de koper en dat voor deze voorbereiding de informatie verschaft door de notaris(en derhalve diens onderzoek) van hoge kwaliteit dienen te zijn.9 Erg interessant acht ik nog hoe men, volgens Visser, om dient te gaan met negatieve informatie omtrent het te veilen object, bijvoorbeeld achterstallig onderhoud dat gebleken is tijdens het (feitelijk) onderzoek van de notaris. Duidelijk mag zijn dat het delen van deze informatie zal leiden tot een lagere opbrengst. De koper dient echter in staat te worden gesteld om een reëel bod in te dienen, anders zou sprake kunnen zijn van dwaling. Visser citeert hier een uitspraak waaruit blijkt dat ‘aan de notaris een zekere vrijheid toekomt om ter veiling slechts die aanvullende of afwijkende gegevens te vermelden die relevant zijn voor de gegadigden ter veiling of die betrekking hebben op een te respecteren belang van enige bij de veiling betrokkenen’. 10 Naar mijn smaak zal ‘deze zekere vrijheid’, indien het aannemelijk is dat een particuliere koper gaat bieden, minimaal zijn. Ik meen dat in dergelijke gevallen, mede gezien de bedoelingen achter de Wet Executieveilingen, van de notaris een compenserende functie dient uit te gaan. 4.

haar rechtsvergelijkend onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van questionnaires die zijn verzonden naar zeven respondenten uit België, Bulgarije, Duitsland, Hongarije, Italië, Roemenie en Spanje.11 Één van de meest interessante gegevens hieruit is de behandeling van het Hongaarse internetveilingsysteem. Sinds 1 januari 2015 is het in Nederland mogelijk om exclusief via het internet te veilen(dus ook zonder zaal). Ook in Italië en Duitsland maken gebruik van het internet maar alleen voor de aankondiging en/of informatievoorziening aan potentiele bieders.12 In Hongarije kent men al sinds 1 januari 2009 de mogelijkheid om via internet te bieden op het te veilen object. Dit kan echter tot de dag van de veilingzitting, er wordt dus wel een ‘echte’ veiling georganiseerd. De Hongaarse redenen om internet veilen te introduceren komen ook overeen met de situatie in Nederland: het voorkomen van corruptie en onbillijke verkoop. Voorts vind ik de vergelijkingen tussen de lengte en kosten van de procedure nog interessant.

Behalve in Bulgarije waar een werkelijk fantastisch schrikbewind wordt gevoerd waarin de schuldenaar/hypotheekgever,als ware het een straf voor de noodzaak tot veilen, alle kosten voor zijn rekening moet nemen. De lengte van de procedure is in Bulgarije, Roemenië, Hongarije en Nederland het kortst(1 tot 6 maanden), in het relaxte België duurt het 7 maanden tot 12 maanden, in Duitsland en Spanje 13 tot 18 maanden en in Italië een 19 tot 24 maanden.

Rechtsvergelijkende aspecten

In hoofdstuk 7 bespreekt Visser de resultaten uit 6 Zie artikel 3:268 lid 1 BW. De schuldenaar moet in verzuim zijn voordat de hypotheekhouder tot executie mag overgaan. 7 p. 145, met verwijzing naar Hof Amsterdam 22 september 2005, LJN AU3452. 8 p. 153. 9 p. 155. 10 p. 166, met verwijzing naar Hof Amsterdam 5 juli 2007, LJN BA9115.

11 p. 411. 12 p. 414; Visser maakt er overigens melding van dat ook België thans een internetveilingsysteem heeft. Een blik op de website(www. notaclick.be) geeft geen uitsluitsel inzake de vraag of men bij het internetbieden ook tegen personen in de zaal opbiedt(zoals in Nederland voor 1 januari 2015 het geval was), of dat de veiling exclusief via het internet loopt.

Mei | Via VIVA | 9


Qua kosten variëren de getallen van 1-5% van de opbrengst(Duitsland, Italië en Roemenië) tot 11 tot 15%(Bulgarije en Spanje), Nederland neemt met 6 – 10% van de kosten een middenpositie in. Ik merk hierbij wel aan dat Visser het Nederlandse percentage van de kosten in de opbrengst heeft geschat.1 Bijzonder amusant acht ik het dat in Nederland onder de nieuwe wet vrijwel alle kosten voor de rekening van hypotheekhouder komen. In andere landen lijken de kosten voornamelijk te komen uit de opbrengst. Behalve in Bulgarije waar een werkelijk fantastisch schrikbewind wordt gevoerd waarin de schuldenaar/hypotheekgever(!), als ware het een straf voor de noodzaak tot veilen, alle kosten voor zijn rekening moet nemen. 5. Besluit De executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouder is een goed, degelijk boek en een zeer gewenst bezit voor juristen die zich met veilingen bezig houden. De auteur is voldoende kritisch over de huidige ontwikkelingen in de veilingpraktijk, hoewel men soms door de gedachte besprongen wordt dat zij wel heel hard hamert op het belang van de doelstelling van de executoriale verkoopprocedure. Men zou kunnen zeggen dat Visser in haar volharding zich on-Gronings kapitalistisch toont. Iets dat deze bespreker van harte aanmoedigt. De bespreking van de zorgplichten bij executoriale verkoop is een erg welkome aanvulling op de literatuur. Het werk bevat een goede rehash van de literatuur op andere meer inhoudelijke thema’s zoals het recht van parate executie en de diverse bedingen in de hypotheekakte. Ik had graag gezien dat het werk verder uitgebreid was met een behandeling van complicaties omtrent de verdeling van de executieopbrengst. Ook komt de historie van het recht van parate executie er nogal bekaaid vanaf. De behandeling vangt aan onder het Oudhollands recht. Wat de indruk geeft dat de historische behandeling meer verplicht nummer was dan ingegeven door enige interesse. Maar goed, dat is muggenziften. Ik beveel de executoriale verkoop van onroerende zaken door de hypotheekhouder van harte aan.

1 p. 424.

10 | Via VIVA | Mei


Foto’s Bangkok

Mei | Via VIVA | 11


Landelijk Notarieel Studenten Congres: 12 maart 2015 (Groningen) Axel Visschedijk & Marlies Moolenaar Dit jaar vond het Landelijk Notarieel Studenten Congres plaats in het hart van de stad Groningen. Een extra feestelijke dag vanwege het 10e lustrum en daarmee alweer de 50e editie van het LNSC. Voor de ene student was de locatie lekker dichtbij, maar voor de V.I.V.A.-leden viel het iets zwaarder.. Sommige Vivanen vertrokken al om 06.00 uur. Bij aankomst in de Martinikerk stonden broodjes als ontbijt klaar en kon men even bijkomen van de reis. Om 9.50u ging het programma beginnen. Het thema dit jaar was: Notariaat; verleden, heden toekomst. Door de dagvoorzitters, de heren Kolkman (Groningen) en Verstappen (Groningen), werd van tevoren aangekondigd dat elke spreker twaalf minuten de tijd had om zijn of haar voordracht te doen op straffe van een toeter, wat uiteraard groot lawaai maakte in een kerkgebouw. De eerste spreker was prof. mr. Roes (Nijmegen). Hij vertelde over de ontwikkelingen van het notariaat in de afgelopen 50 jaar. Onder andere de notariële opleiding, de leeftijdseis en de KNB kwamen aan de orde. Vervolgens kwam prof. mr. Van Velten (Leiden), waarbij het uiteraard ging over het registergoederenrecht. Hij vertelde over het causale stelsel van overdracht, de notariële koopakte, de koopovereenkomst en de ontwikkelingen binnen het Kadaster. Prof. mr. Verstappen had het met name over de relatie docent-student en de notariële opleiding; een notarieel student wordt niet opgeleid voor een beroep maar wordt de grondbeginselen van de praktijk bijgebracht en het vormen van een kritische mening. Prof. mr. drs. Zaman (Utrecht, Leiden) sprak over het ondernemingsrecht. De laatste spreker voor de pauze was prof. mr. Kolkman, in de plaats van prof. mr. Stollenwerck (VU, Amsterdam) die helaas verhinderd was. Hier kwam de vergelijking rechter-notaris aan de orde. Een notaris is onafhankelijk, onpartijdig en zorgvuldig (art. 17 Wna). Conclusie: een notaris is geen stempelaar maar heeft een actieve rol. Na de pauze kwam prof. mr. drs. Biemans (Utrecht) aan het woord. Het ging over het financieel toezichtsrecht, veranderingen in het monopolie, klacht en aansprakelijkheid en de toekomst. Vooral het bewaken van het wettelijk monopolie en de meerwaarde van de notaris is belangrijk. Prof. mr. dr. Burgerhart (Groningen) kwam te spreken over estate planning

12 | Via VIVA | Mei

en met name in internationaal opzicht; de komst van de Europese Erfrechtverordering en de trends op het gebied van estate planning kwamen aan de orde. Prof. mr. Mellema-Kranenburg (Leiden) heeft het gehad over het familievermogensrecht. Met name het advies, het vertalen van wetgeving in een akte en de emoties werden genoemd als belangrijkste peilers. Het familierecht is constant in beweging door nieuwe wetgeving en ontwikkelingen, zoals samengestelde gezinnen en toename van vermogen. Last but not least kwam prof. mr. Stubbé (UvA, Amsterdam) aan het woord. Hij sprak vooral over de toekomst van het notariaat, waaronder de digitalisering. Zijn afsluitende quote: “Ik denk dat het notariaat het mooiste werk is. Hou het zo en laat creativiteit en enthousiasme zien. Jullie kunnen het, moeten het!” Na dit negental sprekers was het tijd voor het discussiemoment. Studenten konden vragen afvuren op de sprekers en daar werd zeker gebruik van gemaakt. Onder andere de beperkte gemeenschap van goederen en de onroerend goedveiling (goed hoor, Axel!) kwamen aan de orde. En toen was het tijd voor de lunch in ’t Feithhuis, tegenover de Martinikerk. Van tevoren konden alle deelnemers opgeven bij welk kantoor ze wilden aanschuiven. Dit was een informele manier om kantoren beter te leren kennen onder het genot van heerlijke broodjes. In de middag was er ruimte om een tweetal workshops te volgen. Op deze manier konden de studenten zich een beeld vormen van de deelnemende kantoren. Ook konden pientere studenten hier en daar wat goodies verdienen middels een quiz. Toen de schaduwen langer werden was het alweer tijd voor de recruitmentborrel. Een mooie kans om even te netwerken en hier en daar wat vragen te stellen. Bij Qompas kon men het CV laten controleren. De exotische hapjes die geserveerd werden konden helaas niet iedereen behagen. Dit werd echter goed gemaakt bij het diner. Dit onderdeel placht nog weleens ondergesneeuwd te raken, maar in Groningen was het ook op dit vlak prima vertoeven.


Kantoorbezoek ABN AMRO MeesPierson - 27 februari 2015 Marlies Moolenaar & Axel Visschedijk Op vrijdagmiddag 27 februari gingen wij met een groep notariële studenten en dhr. Speetjens op kantoorbezoek bij de bank ABN AMRO MeesPierson, afdeling estate planning, welke gevestigd is aan de Jachthavenweg te Amsterdam. Voor de niet ingewijden, MeesPierson is niet in hetzelfde gebouw gehuisd als de ‘gewone’ ABN AMRO, maar bevindt zich in een ietwat bescheidener pand. Men kan aan het kunstzinnig gekromde slagboompje en de prijzige wagens aldaar geparkeerd opmaken dat in dit gebouw niet de helpdesk maar de private banking tak van het bedrijf gevestigd is. Voor de masterstudenten was dit kantoorbezoek een mooi alternatief voor de estate planning werkgroep en voor de overige studenten een manier om alvast iets te weten te komen over het vak estate planning. Deze middag kregen wij een presentatie over estate planning van Catherine Kroeks. Eerst kregen wij iets te horen over haar achtergrond. Voordat zij als estate planner bij ABN AMRO MeesPierson (hierna: de bank) aan de slag ging, heeft ze heel wat jaren ervaring opgedaan als kandidaat-notaris. Ook heeft ze beroepsopleiding van de KNB gevolgd. Vervolgens heeft ze de overstap gemaakt naar estate planning. Bij de bank heeft ze de opleiding FBN estate planning gevolgd. De bank heeft overigens vele interne opleidingsprogramma’s. De medewerkers zijn allen notarieel en/of fiscaal jurist. De afdeling estateplanning richt zich voornamelijk op Private Banking voor cliënten vanaf 1 miljoen euro vrij besteedbaar vermogen. Daarnaast kunnen cliënten ook terecht voor Private Wealth Management; het gaat dan om cliënten met 25 miljoen euro belegbaar vermogen. Catherine vertelde dat het vooral interessant is hoe mensen aan dat geld gekomen zijn. Is het zogenaamd ‘oud geld’ of gaat het om een jonge ondernemer. Dat is van belang voor het te geven advies.

Verder beschikt de bank over gerelateerde afdelingen zoals vermogensstructureringen, bewindvoering en executele. De bank heeft zelf geen toegang tot de notariële databases, maar de benodigde gegevens laten zij opvragen door de cliënten zelf. Het traject start met een eerste gesprek (op kosten van de bank). Cliënten kunnen kennis maken met de bank en bezien of de bank iets kan betekenen in hun vermogensrechtelijke situatie. Het traject wordt vervolgd met een quick scan. Hierbij spelen een aantal uitgangspunten een rol om stapsgewijs de relevante omstandigheden van de cliënt langs te gaan. Wij kregen een overzicht te zien welke omstandigheden een rol kunnen spelen bij een willekeurige gezinssituatie; twee ouders, gescheiden ouders met een nieuwe partner, stiefkinderen, een gehandicapt of vooroverleden kind etc. Daarnaast is tevens van belang welk vermogen en vermogensregime de cliënt heeft en of er al testamenten zijn. Cliënten kunnen zelf hun wensen en/of bijzonderheden doorgeven. Na de quick scan volgen het introductiegesprek, schriftelijk advies, de nabespreking, de opdracht aan de notaris voor de notariële uitvoering en tot slot het beoordelen van de conceptakte.

Door middel van deze presentatie kregen wij een duidelijk beeld over de afdeling estate planning bij ABN AMRO MeesPierson. Na afloop hiervan was er de mogelijkheid tot vragen stellen en om nog met wat andere medewerkers te spreken. Indien men het applaus na afloop als graadmeter neemt is het niet mogelijk anders te concluderen dan dat de prestatie erg gewaardeerd werd. Aldus eindigde het kantoorbezoek en namen wij ons afscheid. Na een straffe mars terug naar de VU-campus kwam de harde kern van V.I.V.A. nog samen voor een informele borrel. Al met al was het een interessante middag!

Waarom estate planning bij een bank en niet op een notariskantoor? Naast het feit dat de klant centraal staat is het van belang om de klant een zo volledig mogelijk advies te kunnen geven. Hiervoor maakt de bank gebruik van het programma Generation Next. Dit is een programma kennismaken met beleggen wordt gebruikt voor het maken van een financiële planning.

Mei | Via VIVA | 13


Noot bij Hoge Raad 31 oktober 2014 NJ 2014 NJ 2015/13 (opstalrechten Haarlemmermermeer) Axel Visschedijk 1. Inleiding Op 31 oktober 2012 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de toelaatbaarheid van opzegging van opstalrechten op grond van het algemeen belang. Lange tijd werd getwijfeld of deze opzeggingsgrond geen ontoelaatbare doorkruising zou zijn van de Onteigeningswet. De onzekerheid was dusdanig dat de Gemeente Amsterdam geen gebruik meer maakt van deze opzeggingsgrond.1 Met het wijzen van het onderhevige arrest bestaat eindelijk richtinggevende jurisprudentie omtrent deze kwestie. In deze bijdrage zal uitgebreid worden stilgestaan bij dit arrest en het gevolgen daarvan voor dit vraagstuk. Achtereenvolgens zullen behandeld worden: de casus die aanleiding gaf tot het geschil, de conclusie van de Advocaat –Generaal, de uitspraak van de Hoge Raad en de stand van zaken na dit arrest. 2. Casus Het feitencomplex betreft de befaamde Haarlemmerpolder en daarnaast gelegen woningen aan de ringdijk. De Haarlemmerpolder is anno 1859 in beheer gegeven aan haar eigen waterschapje, ook genaamd de Haarlemmerpolder. In 1979 is deze opgegaan in het waterschap Groot-Haarlemmermeer. In 2005 is deze weer samengevoegd tot Hoogheemraadschap van Rijnland, de verweerder in cassatie. In 1970 zijn opstalrechten uitgegeven voor gedeelten van de ringdijk en daarbij algemene voorwaarden vastgesteld. Bij de advent van het nieuwe millennium zijn deze algemene voorwaarden gewijzigd. In 2006 en 2007 hebben het College van dijkgraaf en hoogheemraden en de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap de verschuldigde retributie inzake de opstalrechten verhoogd. Een vijftal opstalhouders hebben de krachten gebundeld in de Stichting Belangenbehartiging Opstalhouders Haarlemmermeer(hierna: ‘SBOH’, de eiseres in cassatie) en hebben de winderige heikele weg des rechtsvordering genomen. Bij de rechtbank draaide de twist in rechte over de hoogte van retributie en de berekening daarvan, verder hier niet zo interessant. Naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank zijn de uitgiftevoorwaarden aangepast (2011). Naast wijziging van de retributiesystematiek zijn de opzeggingsgronden in zoverre aangepast dat het recht van opstal nu kan worden opgezegd ‘mits het algemeen belang zulks vordert’. In het kader van beroep bij het Hof heeft het Hoogheemraadschap zijn vordering aangevuld met de stelling dat het gerechtigd is om de wijziging met betrekking tot de opzegging in het algemeen uit te voeren.

1 F.J. Vonck,De flexibiliteit van het recht van erfpacht(diss. Groningen RUG), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2013, p. 109.

14 | Via VIVA | Mei

‘Een vijftal opstalhouders hebben de krachten gebundeld in de Stichting Belangenbehartiging Opstalhouders Haarlemmermeer(hierna: ‘SBOH’, de eiseres in cassatie) en hebben de winderige heikele weg des rechtsvordering genomen.’ SBOH heeft hiertegen aangevoerd dat deze opzeggingsgrond een doorkruising is van de Onteigeningswet. Het Hof heeft deze stelling verworpen. Immers ‘de omstandigheid dat de Onteigeningswet de afzonderlijke onteigening van een afzonderlijk opstalrecht mogelijk maakt(AV: artikel 4 lid 1 Ow), staat er niet aan in de weg dat de bloot-eigenaar zich de mogelijkheid tot herkrijging van de volledige eigendom van grond en opstallen voorbehoudt via een eenvoudiger weg dan de onteigeningsprocedure’. Aangezien bij onteigening en opzegging beiden de waarde in het economisch verkeer als grondslag geldt voor de aan de opstalhouder te betalen vergoeding en ook de opzegging aan een rechtelijk oordeel kan worden onderworpen is geen sprake van doorkruising. De SBOH heeft tegen dit oordeel van het Hof vervolgens een cassatiemiddel gericht. Deze behelst dat het verkrijgen van volledige eigendom van de grond en opstallen door de overheid op een eenvoudigere manier dan in de Onteigeningswet juist wel een onaanvaardbare doorkruising is. Ook is aangevoerd dat bij onteigening ook eventuele bedrijfsschade kan worden vergoed, hetgeen bij opzegging niet het geval is. 3. Conclusie van A-G Rank-Berenschot2 De A-G begint met het herhalen van het algemene doorkruisingscriterium. Gebruik van privaatrecht door de overheid is in beginsel toegestaan tenzij sprake is van een doorkruising van het publiekrecht door gebruik van privaatrechtelijke bevoegdheden. Allereerst zal moeten worden bezien in hoeverre de publiekrechtelijke regeling(gelet op haar bewoording, geschiedenis of inhoud) exclusief bedoeld is. Daarnaast kunnen de inhoud en strekking van de publiekrechtelijke regeling, de mate van publiekrechtelijke rechtsbescherming en de vergelijkbare resultaten van toepassing van publiekrecht respectievelijk privaatrecht als gezichtspunten worden betrokken. De A-G stelt vervolgens dat haar geen jurisprudentie geen bekend is omtrent doorkruising van het publiekrecht door bedingen tot opzegging. Voorts inventariseert zij de opvattingen in de literatuur omtrent dit vraagstuk(hier kom ik later op terug). Hierna vangt zij aan met haar eigen argumentatie. Zij meent allereerst dat het hier gaat om een geclausuleerde opzeggingsbevoegdheid, hetgeen betekent dat de opstaller alleen onder deze voorwaarde kan overdragen. Hiervoor bestaat in de Onteigeningwet geen vergelijk2 Onder 3.48 – 3.70.

baar alternatief. Ook meent dat zij dat met de opzegging geen vergelijkbaar resultaat wordt bereikt aangezien de kosten, tijd en inspanning die met de onteigening gepaard gaan (en niet of minder voorkomen bij de opzegging, toevoeging AV). De Onteigeningswet kan ook niet als exclusief worden beschouwd nu duidelijk is dat onteigening slechts bedoeld als ultimum remedium, pas uit te oefenen nadat alle privaatrechtelijke mogelijkheden uitgeput zijn. Ook bestaat de praktijk van opzegging op grond van algemeen nut(in Amsterdamse erfpacht context) al sinds eind 19e eeuw en heeft de wetgever zich er nooit negatief over uitgesproken. Daarnaast kan op grond van het Lelystad-arrest3 gesteld worden dat het ook hier om een jarenlange praktijk gaat 4 waardoor het bestempelen als ontoelaatbaar door de rechter kan leiden tot rechtsonzekerheid. Met deze, door mij geparafraseerde, argumentatie in hand concludeert de A-G dat er geen sprake is van een onaanvaardbare doorkruising van de onteigeningswet.

4. Hoge Raad5 Volgens de Hoge Raad is het in gevolge artikel 5:87 lid 3 BW juncto. 5:104 lid 2 BW mogelijk om gronden op te nemen voor opzegging door de grondeigenaar in de akte van vestiging. In de parlementaire geschiedenis is erkend dat de overheid veelal gebruik zal maken van uitgifte voorwaarden bij opstal en erfpachtrechten. Daarbij is nooit gerept over een bijzondere regeling inzake opzegging in het algemeen belang. Derhalve moet hiervan worden afgeleid dat naar bedoeling van de wetgever de mogelijkheid dat de grondeigenaar opzeggingsgronden opneemt geen doorkruising vormt van de onteigeningswet. Ook gaat de HR nog in op het verschil in hoogte van de schadevergoeding die men verkrijgt bij onteigening enerzijds en opzegging anderzijds. Ook uit deze hoofde is geen sprake van een doorkruising nu dat de schadevergoeding bij opzegging(artikel 5:99 BW) ook onder omstandigheden kan zien op de vergoeding van de volledige schade(net als bij onteigening).

‘In de parlementaire geschiedenis is erkend dat de overheid veelal gebruik zal maken van uitgifte voorwaarden bij opstal en erfpachtrechten. Daarbij is nooit gerept over een bijzondere regeling inzake opzegging in het algemeen belang’ 3 HR 8 juli 1991, NJ 1991/691(Kunst- en Antiekstudio Lelystad). 4 Ik teken hierbij even aan dat de geclausuleerde opzegginggrond(mits het algemeen nut zulks vordert’ vrij recent is maar dat de ‘algemene’ opzeggingsgrond in casu al veel langere bestaansgeschiedenis had in de algemene voorwaarden. 5 Onder 3.8.1. – 3.8.3.


5. De huidige stand van zaken Voorafgaand aan dit arrest kon men in de literatuur een aantal meningen distilleren omtrent opzegging op gronden van algemeen belang. De eerste die ik wil noemen is die van de Jong, die betoogt heeft dat deze vorm opzegging geen onaanvaardbare doorkruising zou zijn aangezien deze mogelijkheid altijd tot de voorwaarden van gemeentelijke erfpacht heeft behoord en deze tijdens de parlementaire geschiedenis inzake de onteigeningswet nooit in twijfel is getrokken.1 Duidelijk is dat dit het soort benadering is waarvoor de Hoge Raad in het onderhevige arrest heeft gekozen. Verder is nog noemenswaardig de benadering van Vonck. Hij stelt namelijk dat er wel sprake is van een onaanvaardbare doorkruising omdat artikel 14 van de Grondwet voor onteigening een uitdrukkelijk wettelijk voorschrift vereist. Opzegging op grond van een beding in de vestigingsakte schiet hier dan te kort.2 Men kan betwijfelen of artikel 14 GW een dusdanig brede toepassing moet worden gegeven dat zij werking krijgt in het privaatrecht. Voorts geeft deze benadering naar mijn mening te weinig rekenschap van de maatschappelijke ontwikkeling en de behoefte aan dit beding die(klaarblijkelijk) bestaat. Laatstelijk is de benadering van Huijgen behandelingswaardig.3

dat de lokale ondernemer niet gaat zweven of met zijn hoofd in de wolken belandt. . Echter van met beide voeten op de grond staan is ook geen sprake. Of men deze kwaliteiten van de standaard blauw jasje, wit overhemd en jeans ondernemer mag verwachten is een tweede, wij leven helaas in een participatiemaatschappij waar men ook zekere eisen mag stellen. Al met al heeft het Opstalrechten Haarlemmermeer-arrest duidelijkheid gebracht in een voorheen weerbarstige materie. Het is wel een intellectueel onbevredigend arrest in zoverre dat de ‘er staat niets in de parlementaire geschiedenis’ aanvliegroute wel erg ongecompliceerd is. Vooral nu er zoveel mooie ingewikkelde oplossingen mogelijk waren. Als ware het een veelbelovende student die een universiteitsgebouw gaat bezetten. Van een interessant vraagstuk naar een regeltje uit een arrest dat studenten voor het tentamen uit hun hoofd moeten leren.

Hij legt grote nadruk op het Lelystad arrest, inhoudende dat bij long standing practices inzake grondgebruik geen sprake is van een onaanvaardbare doorkruising aangezien een negatief oordeel des rechters zal leiden tot rechtsonzekerheid. Ik moet bekennen dat ik deze approach altijd bijzonder charmant heb gevonden.

‘Of men deze kwaliteiten van de standaard blauw jasje, wit overhemd en jeans ondernemer mag verwachten is een tweede’ Het houdt rekening met het belang van rechtszekerheid met een vermanende knipoog naar de grondeigenaar die (quasi-)onteigend wordt maar dit op grond van zijn al langdurig in effect zijnde uitgiftevoorwaarden wist dat dit kon gebeuren. Het behelst een pleidooi voor enige leesvaardigheid en betrokkenheid van ondernemers.Deze zullen enerzijds de uitgiftevoorwaarden moeten kennen en anderzijds enigszins hun oor aan de (gemeentepolitieke) grond moeten houden. Wat tot bijkomend voordeel heeft 1 J. de Jong, ‘Erfpacht: bespreking van het preadvies ‘’Erfpacht’’ van mr. W.G. Huijgen, prof. mr. G.M.F. Snijders en prof. mr. A.A. van Velten uitgebracht voor de Algemene Ledenvergadering van de Koninklijke Notariële Broederschap op 22 september 1995’ ,WPNR 1995/6190, p. 525. 2 F.J. Vonck,De flexibiliteit van het recht van erfpacht(diss. Groningen RUG), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2013, p. 111. 3 W.G. Huijgen, ‘Boekbespreking de flexibiliteit van het recht van erfpacht’, WPNR 2014/7029, p. 766; Volledigheidshalve meld ik dat de Jong ook het Lelystad arrest gebruikt in haar argumentatie.

Mei | Via VIVA | 15


Bangkok quotes Ik begin hier gewoon Larstopia!

Wil jij een showtje kopen?

PINGPONG!

Het is hier echt lekker optimaal genieten van elkaar in Bangkok.

Please cover your shopping bag, honey..

Jullie moeten even steunkousen aantrekken ivm die vochtvoeten! Jep, Die hebben we natuurlijk ook ingepakt..

Denk je dat ze hier dan een baht knaller hebben bij de Mac?!

Er moeten twee mensen uit het busje. Ik stel voor de chauffeur en de gids?!

How many person? 200 baht. 16 | Via VIVA | Mei

Inmiddels een beetje de weg wetende: Sir, it’s to the left right?


LNSG Marloes van der Laan Dit jaar was het aan onze zuster Vevanos om de mooiste landelijke activiteit te organiseren, het Landelijk Notarieel Studenten Gala. De Utrechters hebben het dan ook groots aangepakt. Het gala vond plaats op Valentijnsdag, met natuurlijk een bijpassend thema: Love Boat! Geheel opgedoft gingen wij met een grote groep Amsterdammers richting Utrecht. De dames allemaal op hoge hakken, ondanks de angst voor een schommelende boot. Aangekomen bij de boot stond ons een warm onthaal te wachten en de sfeer zat er dan ook meteen goed in. Zodra we klaar waren voor vertrek heeft de ‘Love Boat’-kapitein de chique aangeklede boot over het Amsterdam - Rijnkanaal rond gevaren. Na een aantal uur hadden de meiden op de hakken toch wel moeite om rechtop te blijven staan, maar ondanks de platte schoenen die tevoorschijn kwamen, bleef de dansvloer gevuld. Na een aantal uur kwamen we weer terug bij de steiger en gelukkig voor ons was het maar een half uurtje van huis! Het was een zeer geslaagd gala, er zijn mooie kiekjes geschoten, er is veel gedanst en vooral weer veel gelachen. Petje af voor Vevanos!

Landelijk Notarieel Studenten Hockeytoernooi Sonja Veerkamp Zoals elk jaar is het LNSH de laatste landelijke activiteit. Dit evenement brengt altijd gemengde gevoelens met zich mee: de notariële sportievelingen kunnen niet wachten tot zij hun hockeykunsten weer mogen vertonen, terwijl de andere (iets minder sportieve) studenten steevast twijfelen of ze zich wel moeten aanmelden, maar op de valreep toch besluiten dat ze het gezellig vinden en hun team willen steunen. Deze dag bestaat namelijk niet alleen uit een hockeytoernooi, maar ook uit een lunch, een BBQ en een afsluitend feest met een DJ! Dit jaar is het aan V.I.V.A. de eer om er een sportieve dag van te maken. Als LNSH-commissie begonnen Wirasha, Tristan, Douwe, Nelleke, Pieter en ik in oktober 2014 al met de voorbereidingen. Wij hoopten natuurlijk op een zonnige dag, maar omdat je het weer nooit kunt voorspellen, hebben we gekozen voor een vrolijk thema: Jungle Fever! Elke vereniging kreeg een subthema en moest zich verkleden als een dier. Dit jaar hadden we daarom niet alleen een prijs voor de winnaar van het toernooi, maar ook voor de best geklede vereniging. Nota bene uit Nijmegen had als thema de zebra en daar hebben ze zich dan ook zeker naar gekleed! Zij wonnen de heerlijke snoeptaart als best verklede vereniging. Rolandinus won het hockeytoernooi nadat zij van vrijwel elke vereniging hadden gewonnen. V.I.V.A. deed zeker niet onder met een mooie tweede plaats! We hopen natuurlijk allemaal dat wij V.I.V.A. weer net zo kunnen neerzetten op het Loyens & Loeff hockeytoernooi in mei. We hebben het heerlijk getroffen met het zonnetje en bovenal een ontzettend gezellige dag gehad! Wist je dat: - de verdeling als volgt was: Groningen: flamingo’s, Utrecht: panters, Leiden: krokodil-len, Nijmegen: zebra’s en Amsterdam: leeuwen? - Tristan het thema Jungle Fever heeft bedacht omdat Jungle Book en The Lion King zijn lievelingsfilms zijn? - Tristan eigenlijk liever het thema ‘Wet & Wild’ wou, waarbij de vrouwen dan een wet t-shirt contest zouden houden? - Wirasha, Nelleke en Sonja een hele dag hebben gedaan over het knutselen van een paar slingers? - Pieter graag het subthema ‘leeuwen’ wilde, omdat hij thuis een sexy leeuwenpak heeft? - We een cateraar hebben voor de lunch, maar Douwe het geen enkel probleem vond om eventueel zelf 300 broodjes te smeren?

Mei | Via VIVA | 17


Studiereis Lorraine Prade, Nisreen Awad, Patrick Witte en Miraisa Dundas

Dag 1 – zaterdag 18 maart

Vol spanning en vreugde werd er op zaterdag 28 maart rond 18:00 verzameld op luchthaven Schiphol. Om ons ervan te verzekeren dat wij ook daadwerkelijk veilig (lees: zonder drugs die in onze koffers zijn gestopt) in Thailand zouden aankomen zijn wij gezamenlijk naar vertrekhal 3 vertrokken om onze koffers te sealen. Tijdens het sealen van de koffers, hetgeen een eeuwigheid duurde, werd de reisgids uitgedeeld aan de deelnemers. Hierin zat maanden voorbereiding en menig V.I.V.A.-lid was gelijk enthousiast. Het moment was eindelijk daar: voor het eerst in de geschiedenis vertrok V.I.V.A. richting het Aziatisch continent. Vrijwel direct na het opstijgen kregen Lars en Moes een ‘’Can you be please remain quiet for the rest of the flight’’ naar hun hoofd geslingerd van een stewardess.

Dag 2 – zondag 19 maart

De vlucht verliep voor velen van ons niet vlekkeloos; de boosdoeners waren de turbulentie, de ‘’omelet’’ van Patrick en de aardig lange duur. Eenmaal aangekomen op het vliegveld werden wij opgewacht door reismaatschappij Khiri Travel, welke onze transfer naar het hotel verzorgde. Het moment dat wij de busjes instapten werd voor velen als een ware cultuurshock ervaren; het verkeer in Bangkok bezorgde ons van meet af aan nachtmerries. Eenmaal ‘’veilig’’ in het hotel aangekomen werd er ingecheckt. Na een snelle duik in het zwembad of even onder de douche te hebben gestaan vertrokken wij gezamenlijk richting het restaurant 7 Spoons. Na het diner doken de meeste z.s.m. hun bed in om de jetlag de baas te zijn.

Dag 3 – maandag 30 maart

De volgende ochtend werd in alle vroegte verzameld voor een bezoek aan de Faculty of Law van de Chulalongkorn University. Het bereiken van de juiste faculteit bleek voor de taxichauffeurs een hele klus. Ondanks de verwarring arriveerden wij bijna een uur te vroeg op de faculteit. Hier werden wij met open armen ontvangen door enkele studenten van de faculteit. Wij werden begeleid naar een Conference Room waar wij het welkomstwoord kregen van vicedecaan Asst. Prof. Dr. Chachapon Jayaphorn. Na dit zeer goed georganiseerd ontvangst, werden twee lezingen gehouden door de docenten Khemthong Tonsakulrungruang en Chanisa Ngamapichon. Dit bleek een groot succes door de grote mate van interactie. Enkele studenten van de universiteit woonden de lezing bij en verzorgden nadien de faculteit- en campustour. Wij kunnen als vereniging niet anders concluderen dan dat het een zeer geslaagd bezoek was aan de oudste universiteit van Thailand. In de middag bleek dat velen van ons erg last hadden van de jetlag. Als gevolg hiervan hebben wij besloten het bezoek aan Wat Arun te annuleren en een vrije middag in te lassen. Enkele van ons besloten in het winkelcentrum van Bangkok te lunchen, anderen vertrokken richting het hotel. ’s Avonds werd er gedineerd bij het restaurant Daruma dat zich tegenover ons hotel bevond. Dit restaurant viel bij enkele van de Vivanen zo goed in de smaak dat zij dit restaurant nog minstens vier keer hebben bezocht gedurende onze reis.

18 | Via VIVA | Mei


Dag 4 – dinsdag 31 maart

De volgende ochtend struinden we volle goede moed richting het koninklijk paleis. Onderweg werden we aangesproken door een medewerker van het National Museum en werd ons verteld dat het paleis wegens festiviteiten rondom de verjaardag van de prinses gesloten was tot 13.00 in de middag. Daar had de reiscommissie natuurlijk niet op gerekend. Heel de planning in de war geschopt door de verjaardag van de Prinses. Enfin, we besloten daarom naar het Lumphini Park te gaan. Denk aan een superschoon Vondelpark maal drie met palmbomen en zonder (bak)fietsen. Een beetje verkoeling hadden we inmiddels wel nodig. Eenmaal in het park besloten enkelen van ons een ritje op een waterfiets te maken. Fietsend op de muziek van de Spice Girls en de Backstreetboys, genoten we van de kalmte van dit park. Het leek alsof we even niet in het drukke Bangkok waren. Na ons bezoek aan dit park is de groep gezamenlijk gaan lunchen. Na vier taxi’s voorbij te hebben moeten laten gaan, in 38 graden volle zon keer op keer afgepoeierd te worden en we inmiddels aardig chagrijnig aan de zijkant van de weg stonden te wachten op een taxi die ons wel wilde mee nemen, besloten Nisreen en ik, geheel tegen de veiligheidsregels in, met de tuktuk op zoek te gaan naar kaartjes voor een Muay Thai wedstrijd die in de avond zou plaatsvinden. Vanwege de extreem hoge prijzen per kaart hebben wij besloten hiervan af te zien. Achteraf gezien bleek het tevens niet veilig om een bezoekje te brengen aan een Thaiboks wedstrijd in Bangkok. Deze wedstrijden werden voornamelijk gebruikt door de Thaise Maffia om te gokken. Eenmaal herenigd met de groep zijn wij vertrokken richting Wat Pho. Dit is een tempel waar de grote gouden liggende Boeddha te vinden is. Een Boeddha van ruim 45 meter lang van massief goud.

Dag 5 – woensdag 1 april

De volgende ochtend brachten wij een bezoek aan de Thaise vestiging van het kantoor DLA Piper. Daar kregen wij een lezing van de Country Managing Partner Peter Shelford. DLA Piper is het op één na grootste juridische kantoor van de wereld. Peter Shelford vertelde over zijn tijd bij DLA Piper en over zijn werkzaamheden. Hard werken, emigreren naar Thailand en genieten van al het rijkdom daar, was zijn advies aan ons. Na het kantoorbezoek hadden we een lunch met twee jonge, vrouwelijke advocaten van DLA Piper. De lunch kon voor de heren niet lang genoeg duren, maar we moesten er snel weer vandoor want we gingen het Koninklijk paleis bezoeken. Aangekomen bij het Koninklijk paleis, werd de toegang tot het paleis ons niet makkelijk gemaakt, tot grote ergernis van velen. Het was één van de warmste dagen tijdens ons verblijf in Thailand en daar kwam nog eens bij dat zo ongeveer het hele vrouwelijke lichaam bedekt diende te zijn tijdens ons bezoek aan het paleis. Toeristen werden extra streng gecontroleerd. Desondanks was het bezoek zeer de moeite waard. Een prachtig paleis met wederom grote Boeddhabeelden. Op verzoek van het vrouwelijk schoon van DLA Piper, waren de heren in de avond gaan stappen in Bangkok. De woensdag is dé uitgaansnacht in Bangkok en zij hebben dat ervaren ook. Volgens Ershad was het ‘één van de tofste feesten’ die hij ooit had bezocht. Geen van allen had de volgende ochtend dan ook spijt van hun korte nachtrust (alhoewel ze er niet zo uitzagen).

Dag 6 – donderdag 2 april

Op een vroege donderdagmorgen vertrokken wij richting het kantoor van Co van Kessel (Nederlandse touroperator gevestigd in Bangkok). Aanvankelijk zag men tegen deze 3-uur durende tour in de felle zon van Bangkok op, maar al snel had men door dat dit een van de leukste activiteiten zou worden. Met onze enthousiaste reisleidster voorop, die nogal een aardig woordje Nederlands sprak, gaven wij ‘gas op die lollie’ en bezochten wij de meest intrigerende plaatsen. Van bloemen- en vismarkten tot aan wierook branden in tempels, van claustrofobisch nauwe steegjes tot aan de grote brug naar oud-Bangkok; alles wat je kon bedenken kwamen wij tegen. ‘s Avonds was het tijd voor een feestje. Een deel van ons bracht de avond door in de Sugar Club. De club van de avond was toch de welbekende club Levels. Een prima avond waar we kort over kunnen zijn!

Mei | Via VIVA | 19


Dag 7 – vrijdag 3 april

Na een goede lange nachtrust, brachten wij ‘s middags een bezoek aan de Nederlandse ambassade. Velen van ons dachten dat we ons daadwerkelijk op Nederlands grondgebied bevonden. Onze professor Mustafa legde ons even uit dat dit onjuist was, maar dat wel de Nederlandse regels op de ambassade gelden. De ambassadeur en twee stagiaires legden uit wat voor rol de ambassade heeft en met welke problemen zij geconfronteerd worden. Ook werden de horrorverhalen van Nederlanders die vastzitten in Thailand wegens drugssmokkel even kort aangestipt en wat de ambassade voor je kan betekenen op zulke momenten. Daar kon de ambassadeur kort over zijn: ‘Wie zich schuldig maakt aan een misdrijf, kunnen wij helaas niet bij staan’. De ambassade hield zich voornamelijk bezig met bedrijven die zich willen vestigen in Thailand en omstreken en brengt verslag uit aan Nederland en de Europese Unie naar wat voor bedrijven in Thailand vraag naar bestaat. Dit was tevens de laatste dag die wij overdag zouden doorbrengen in Bangkok. De laatste drie dagen zouden wij al Thailands schoon buiten de stad gaan bezichtigen, met als eerste stop de volgende dag: het Khao National Park.

Dag 8 – zaterdag 4 april

Om half 7 ’s ochtends stonden we fris en fruitig klaar om naar het Khao National Park te gaan. Dit is het oudste National Park van Thailand en zeer de moeite waard om een bezoek aan te brengen. Deze dag zou ons een stuk natuur laten zien van Thailand. Met drie busjes en 21 slaperige studenten, vertrokken we richting het park. Na een ruim 3 uur durende zit, kwamen we eindelijk in het park aan, uitkijkend naar alle wilde dieren die we de komende uren zouden gaan zien. In het park nam onze Thaise reisleider het voortouw en werd ons verteld dat we de komende 2 uur door het oerwoud zouden gaan lopen. Bepakt en bezakt, met lange broeken aan beschermend tegen alle wilde beestjes in 35 graden liepen wij volle enthousiasme door het oerwoud. Verschillende interessante hoge bomen (waaronder de kaneelboom) passeerden de revue, doch na een uur wandelen geen beest gespot. Na ruim 2,5 uur wandelen, moest de reisleider tot de conclusie komen dat we tot nog toe geen wilde beesten hadden gezien, omdat we met een te grote luidruchtige groep op pad waren. Want ja, wie denkt dat er met pingpong-geluiden een dier kan worden geroepen, kwam van een koude kermis thuis. Teleurgesteld aten we in het park onze Thaise lunch. Na de lunch zouden we de watervallen van het National Park bezoeken. Ook deze waterval had last van de hitte. Volgens de reisleider was de grootste waterval van het park zelf ‘’opgedroogd’’. Ondanks dat de waterval niet heel hard stroomde, konden we toch genieten van een prachtig uitzicht. Een uitzicht wat onze dramatische dierentocht enigszins goed maakte. Aangekomen in Bangkok gingen we gezamenlijk eten bij een lokaal restaurant aan het einde van de straat. Behalve het feit dat niet iedereen tegelijk zijn eten kreeg, bleken voornamelijk de ratten en de muizen de aandacht van menig V.I.V.A.-lid te trekken. Nu waren dit de eerste dieren die wij op onze ‘’dierendag’’ hadden gespot, dus bleef V.I.V.A. rustig aan tafel. Tot het moment daar was dat er een kakkerlak op Nisreens hoofd viel. Nisreen is zeker niet het sportiefste lid bij V.I.V.A., maar in Thailand kwamen we er achter hoe snel zij, springend van tafel naar tafel, een restaurant uit kon rennen. Maar we moeten eerlijk zijn: Bangkok zonder kakkerlakken, ratten en muizen, kan Bangkok gewoon niet zijn. Zoals er op iedere studiereis een flopdag van de week is, was dit onze flopdag. Dag 9 zou ons een betere dag bezorgen!

20 | Via VIVA | Mei


Studiereis Dag 9 – zondag 5 april

Ayutthuya was vroeger de hoofdstad van Thailand. Nadat Thailand in een oorlog verwikkelde met Birma, hebben de Birmezen deze hele stad verwoest. Deze dag zou in het teken staan van een stukje geschiedenis van Thailand. Aangekomen in Ayutthuya, was er de mogelijkheid om een korte olifantentour te doen. Als kinderen zo gelukkig in de snoepwinkel zaten enkele V.I.V.A.-leden op een olifant, genietend van het ritje. Na de olifantentour liepen we door het oude gedeelte van de stad waar we de overgebleven tempels en ruines konden bezichtigen. Ook stond er een eeuwenoude boom met een Boeddhabeeld in de boom. De boom was in al die tijd om het beeld heen gegroeid. Tot slot hebben we op deze dag een tempel beklommen waar men bladgoud kon kopen. Dit bladgoud moest je op een Boeddha plakken zodat je eeuwig geluk kreeg. Deze dag was zeer geslaagd. In de avond is een deel van ons naar de welbekende Sirocco Skybar geweest (ja ja, DE SKYBAR uit The Hangover Part II). Een cola kostte je rustig 10 euro, maar dan had je wel een geweldig uitzicht met service. Hoe onze Patrick het heeft geflikt, weten we nog steeds niet, maar hij heeft die avond geen cent uitgegeven en toch kunnen genieten van zijn dure cocktail. Hmm Patrick, misschien moest je ons even dat kunstje uitleggen? Helaas moesten we alweer vroeg naar het hotel, waar we de volgende dag weer om half 7 klaar moesten staan.

Dag 10 – maandag 6 april

Strand, Strand, Strand. Daar keken we met zijn allen al de hele week naar uit. Want typische Nederlanders dat we zijn: we moesten toch even zongebruind terug naar Nederland. Pattaya, een stad 2 uur rijden van Bangkok. Vanaf Pattaya zouden we een halfuur op de speedboot naar Coral Island vertrekken. Uit de voorgaande jaren is wel gebleken dat niet iedereen een even fijne tijd op zee kan hebben, dus werden er maatregelen getroffen: zeeziekpillen en achterop de speedboot zitten met een plastic zakje en een wc-rol. Gelukkig ging de boottocht goed en kwamen we heelhuids aan op het prachtige Coral Island. Een adembenemend en geweldig eiland met groen zeewater en witte stranden. Och wat hadden we een spijt dat we niet nog een paar dagen extra bij hadden geboekt. Genieten van de rust, slapen op een strandbed of schelpjes zoeken behoorden tot de bezigheid van de dag. Ard had een wat gevoeligere dag. Hij besloot om op een zee-egel te stappen waardoor hij de rest van de dag toch wel een beetje mank liep. Lars en Mustafa konden het niet laten om even het eiland per waterscooter te ontdekken, terwijl de reiscommissie (sorry Nisreen, je lag weer te slapen) zonder schaamte 475 onder- en bovenwater selfies hebben genomen. De seafood lunch maakte menig V.I.V.A.-lid erg blij (verse vis uit zee) en met een beetje lief kijken, mochten we nog een half uur langer blijven op het strand. Verdrietig vertrokken we terug naar Bangkok, want ja, de reis zat er nu echt op. Om de reis goed af te sluiten, sloten we de avond in stijl af in het luxe restaurant Izakaya met een fenomenaal uitzicht over heel Bangkok. Een laatste rondje op Khao San Road, de laatste souvenirs inslaan en nog even mr. Chow gedag zeggen, toen was het echt tijd om Bangkok vaarwel te zwaaien.

Dag 11 – dinsdag 7 april

Tijd om terug te gaan naar Nederland. Moe, brak, ellendig en bezweet gingen wij weer het vliegtuig in, uitkijkend naar 11 uur lang turbulentie. De reis viel achteraf erg mee. We kijken terug op een prachtige Aziatische reis. Ik wil alle reisdeelnemers bedanken voor deze onvergetelijke reis. Het was fantastisch en ik zou zo weer terug gaan. Hopelijk tot volgend jaar en wie weet waar we dan naar toe gaan!

Mei | Via VIVA | 21


De Europese Marlies Moolenaar Op 17 augustus 2015 zal de Europese Erfrechtverordening in werking treden. Dit is een belangrijke ontwikkeling binnen het Internationale Privaatrecht (IPR). Het IPR is eigenlijk het nationale recht voor internationale rechtsverhoudingen geschreven. De relevantie van het IPR voor het notariaat is de toegenomen internationalisering van de samenleving. Dit verschijnsel heeft ook gevolgen voor de notariële praktijk. De notaris kan vaker dan in het verleden worden geconfronteerd met internationaal-privaatrechtelijke problemen op allerlei terreinen, zoals het erfrecht.1 In het erfrecht gaat het in de EU om gemiddeld 450.000 nalatenschappen met internationale elementen per jaar met een totale waarde van 120 miljard euro per jaar.2 In dit artikel wordt aandacht besteedt aan de volgende onderwerpen: het IPR in het algemeen (§1), de totstandkoming en het toepassingsgebied van de Europese Erfrechtverordening (§2), de verhouding tot het huidige internationale erfrecht (§3) en tot slot de bespreking van twee belangrijke ontwikkelingen in het internationale erfrecht; de wijziging op het gebied van de rechtskeuze en de komst van de Europese erfrechtverklaring (§4).

§1 Het IPR in het algemeen

Het IPR bestaat omdat het (privaat)recht van land tot land verschilt en rechtshandelingen en -feiten zich ook grensoverschrijdend voordoen. Het doel van het IPR is het normeren van problemen die voortvloeien uit de samenloop van nationale rechtstelsels bij internationale privaatrechtelijke rechtsverhoudingen.3 Het IPR valt in te delen in drie hoofdonderdelen; 1. Internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht. Welke zaken met een internationaal karakter mag de nationale rechter berechten en welke niet? Dit wordt ook wel het formeel IPR genoemd. 2. Conflictenrecht. Wat is het toepasselijke (materiele) recht in internationale rechtsverhoudingen? Dit heet ook wel het materieel IPR. 3. Internationale erkennings- en uitvoeringsrecht. Onder welke voorwaarden en in welke omvang kan rechtskracht worden toegekend aan buitenlandse rechterlijke beslissingen? 4 Het conflictenrecht bestaat uit allerlei soorten conflictregels. Een conflictregel is een algemeen geformuleerde regel die verwijst naar het toepasselijke recht. Door het analyseren van de toepasselijke bepalingen kan een 1 P. Vlas, ‘Het notariaat en de erfrechtverordening’, WPNR 2014 (7024), p. 567. 2 <http://ec.europa.eu/news/justice/091015_nl.htm>. 3 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht Deventer: Kluwer 2012, p. 1. 4 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht Deventer: Kluwer 2012, p. 2.

22 | Via VIVA | Mei

rechtsvraag onder een conflictregel worden gebracht (kwalificatie). Een conflictregel werkt met aanknopingsfactoren, zoals nationaliteit, woonplaats, plaats van ligging, plaats van het ongeval.5 Een voorbeeld hiervan is het Ooievaar-arrest. 6 Een vliegtuig van de KLM stort neer in Siam (Thailand). Onder andere een Franse inzittende komt om. Diens weduwe stelt een vordering in bij Nederlandse rechter. De vraag is hoe de zaak kan worden gekwalificeerd.

‘ Door het analyseren van de toepasselijke bepalingen kan een rechtsvraag onder een conflictregel worden gebracht (kwalificatie)’ Elke optie verwijst naar een ander toepasselijk recht; -is het een onrechtmatige daad? De conflictregel wijst naar Siam (plaats ongeval) -is het een vervoersovereenkomst? De conflictregel wijst naar Nederland (plaats vervoerder) -gaat het om alimentatie/schadevergoeding voor het wegvallen van levensonderhoud? De conflictregel wijst naar Frankrijk (verblijfplaats alimentatiegerechtigde). Uiteindelijk heeft de Hoge Raad gekozen voor de kwalificatie van de onrechtmatige daad, waardoor het toepasselijke recht die van Thailand was. De redenatie was dat het ongeval zich daar had voorgegaan en dat derhalve de ‘locus delicti’ voorrang had.7 Het Nederlandse IPR heeft een grote bronnenverscheidenheid en de bronnen onderling staan in een rangorde. Verdragen (zoals VWEU), verordeningen, wettelijke regelingen (Boek 10 BW, Grondwet en Rechtsvordering), doctrine en het ongeschreven recht zijn in deze volgorde de basis voor het IPR.8

§2 Totstandkoming en toepassingsgebied

De wortels van de Europese Erfrechtverordening liggen in Wenen (1998). De uiteindelijke tekst ervan is op 4 juli 2012 in Brussel vastgesteld, nadat velen zich erover hebben gebogen. De verordening wordt met ingang van 17 augustus 2015 van toepassing. 9 De verordening geldt voor alle lidstaten van de EU, met uitzondering van Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Dat maakt de verhoudingen in de EU wel lastig in die zin dat de Erfrechtverordening dus niet zal worden toegepast in deze drie lidstaten. Deze lidstaten blijven het voor hen geldende (commune) internationaal privaatrecht toepassen en hebben geen boodschap aan de oplossingen die onder de Erfrechtverordening zijn bereikt,10 zoals de Europese erfrechtverk5 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht Deventer: Kluwer 2012, p. 39, 40, 30, 31. 6 HR 18 maart 1938, NJ 1939, 69 (Ooievaar). 7 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht Deventer: Kluwer 2012, p. 180. 8 L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht Deventer: Kluwer 2012, p. 7-12. 9 Art. 84 Erfvo. 10 P. Vlas, ‘Het notariaat en de erfrechtverordening’, WPNR 2014

laring. De Erfrechtverordening is ingedeeld in zeven hoofstukken. Tevens hoort er een considerans bij waar in 83 punten een aantal keuzes binnen de totstandkoming van de verordening wordt toegelicht.11 De Erfrechtverordening is van toepassing in de nalatenschappen van overleden personen (art. 1 Erfvo). Dat is een breed toepassingsgebied. Daarom is in art. 2 Erfvo een aantal situaties uitgesloten van het toepassingsbereik. De verordening is onder andere niet van toepassing op familierechtelijke betrekkingen en gaat ook niet over kwesties die verband houden met het huwelijksvermogensrecht.12

§3 Verhouding tot het huidige recht

Grofweg ziet de kalender van het Internationale erfrecht er zo uit: 1. Erflater overleden voor 1 oktober 1996. Dan geldt het ongeschreven IPR. 2. Erflater overleden op of na 1 oktober 1996. Dan geldt het Haags Erfrechtverdrag (HEV) tot 17 augustus 2015 en Boek 10 BW. 13 3. Erflater overleden op of na 17 augustus 2015. Dan geldt de Europese Erfrechtverordening en Boek 10 BW. 14 De meeste huidige nalatenschappen krijgen te maken met het Haags Erfrechtverdrag. Nalatenschappen binnen de eerste categorie komen namelijk nog zelden voor. Het HEV is nooit in werking getreden omdat het verdrag niet minimaal door drie landen is geratificeerd.15 Specifieker gezegd: alleen Nederland heeft dit verdrag geratificeerd. Desondanks heeft het HEV wel universele werking;16 dit houdt in dat het verdrag toepasselijk is, ongeacht of dit het recht is van een lidstaat. In het Nederlandse IPR wordt het HEV van toepassing verklaard door art. 10:145 lid 2 BW. Het HEV is van toepassing op erfopvolging. Dat houdt in dat het HEV uitsluitend ziet op de vererving. Bij vererving staat onder andere de vraag centraal wie de erfgenamen zijn en hoe groot de erfdelen zijn. Het HEV ziet niet op de vereffening en verdeling van de nalatenschap; hoe komt de erfgenaam aan zijn erfdeel? Dit aspect wordt geregeld door het commune IPR, te weten art. 10:149 BW en art. 10:150 BW. Ook bij deze twee artikelen zijn een aantal onderwerpen uitgesloten van het toepassingsgebied.17 De Europese Erfrechtverordening brengt verandering in het toepassingsgebied; ook de vereffening en verdeling gaan vallen onder erfopvolging en is dus een uitbreiding ten opzichte van het HEV. Dit volgt uit art. 23 lid 2 Erfvo. (7024), p. 569. 11 P. Vlas, ‘Het notariaat en de erfrechtverordening’, WPNR 2014 (7024), p. 569. 12 Art. 1 lid 1 en 2 Erfvo. 13 Art. 10:152 BW. 14 Art. 83 lid 1 Erfvo. 15 P. Vlas, ‘Het notariaat en de erfrechtverordening’, WPNR 2014 (7024), p. 572. 16 Art. 2 HEV. 17 Art. 1 HEV.


Erfrechtverordening Het toepasselijke recht bij de HEV hangt af van het feit of er wel of geen rechtskeuze is gedaan. Art. 3 HEV gaat over de situatie dat geen rechtskeuze is gedaan. In eerste instantie is dat de laatste gewone verblijfplaats in het land waar de erflater zijn nationaliteit had. Dus een Nederlander die in Nederland overlijdt. Is dat niet van toepassing dan geldt de laatste gewone verblijfplaats van de erflater waar hij tenminste vijf jaren onmiddellijk voorafgaande aan zijn overlijden zijn verblijfplaats had; kortom waar heeft de erflater zijn maatschappelijk leven? Een uitzondering hierop is mogelijk in geval van de uitzonderlijke omstandigheid dat de erflater een kennelijk nauwere band had met de Staat waarvan hij op dat tijdstip de nationaliteit bezat. In dat geval geldt niet het recht van zijn laatste gewone verblijfplaats. Dit wordt ook wel de “Lex Klets” genoemd.

‘De erfopvolging wordt beheerst door de nationaliteit, tenzij hij een nauwere band had met een andere staat’ Een voorbeeld ter verduidelijking. Een jonge Nederlander wordt uitgezonden naar Saoedi Arabië voor vier jaar. Na zes jaar komt hij daar te overlijden. Er is geen testament. Zonder bovenstaande bepaling uit het HEV zou het recht van Saoedi Arabië van toepassing zijn, maar nu kan worden ‘toegekletst’ naar Nederlands recht. Door aan te geven dat de persoon uit het voorbeeld een nauwere band heeft met Nederland kan het Nederlandse recht worden toegepast. Ten slotte wordt de erfopvolging beheerst door de nationaliteit tenzij hij een nauwere band had met een andere staat; dan is het recht van die staat van toepassing.1 Om meer vastigheid te hebben op het gebied van het toepasselijk recht kan een rechtskeuze worden gemaakt. Art. 5 HEV voorziet in deze mogelijkheid. Er zijn vier alternatieven: 2 -de nationaliteit op moment van doen van rechtskeuze; -de nationaliteit op moment van overlijden; -de gewone verblijfplaats op moment maken rechtskeuze; -de gewone verblijfplaats op moment van overlijden. De rechtskeuze moet worden gedaan bij uiterste wilsbeschikking. Is de aanwijzing niet gedaan of ongeldig, dan is art. 3 HEV van toepassing, welke hierboven reeds aan de orde is geweest. 3

§4 Twee belangrijke wijzigingen uitgelicht

De rechtskeuze (art. 22 Erfvo) Eén van de ontwikkelingen die de Erfvo met zich meebrengt is die op het gebied van de rechtskeuze. Bij de Erfrechtverordening zijn er slechts twee verschillende rechtskeuzes 1 Art. 3 lid 1 en 2 HEV. 2 Art. 5 lid 1 HEV. 3 Art. 5 lid 2 HEV.

mogelijk; een rechtskeuze waarvan hij op het tijdstip van de rechtskeuze de nationaliteit bezit of een rechtskeuze waarvan hij ten tijde van overlijden de nationaliteit bezit. In het geval van meerdere nationaliteiten kan de erflater daar een van kiezen.4 Geconcludeerd kan worden dat er niet meer rechtstreeks gekozen kan worden voor het recht van de gewone verblijfplaats ten tijde van het uitbrengen van de rechtskeuze. De enige mogelijkheid om dit resultaat wel te bereiken is om geen rechtskeuze uit te brengen.5 De ratio van de beperkte rechtskeuze is de band tussen de erflater en het gekozen recht en om te voorkomen dat een recht wordt gekozen met het specifieke oogmerk de erfgenamen te kort te doen.6 Een bijkomend voordeel van de verordening is dat de rechtskeuze nu ook in het buitenland wordt erkend.

‘De enige mogelijkheid is om geen rechtskeuze uit te brengen’ Om concluderend in de woorden van mr. Schols te spreken: “Zo nu en dan zullen we de ruime rechtskeuzemogelijkheden van art. 5 HEV missen (…). Zo bezien een stapje terug derhalve. Maar we zetten ook een reuzenstap vooruit: binnen de (deelnemende landen) van de Europese Unie is er uniform internationaal erfrecht en kan de rechtskeuze ook ongeschonden de binnengrenzen overschrijden.”7

De Europese erfrechtverklaring (art. 62 ev. Erfvo)

Een verklaring van erfrecht is, wellicht bekend, een notariële akte waarin de notaris een aantal feiten vermeld waaronder de persoon van de erfgenamen en de vermelding of zij de nalatenschap reeds hebben aanvaard. 8 Met de komst van de Europese erfrechtverklaring wordt deze internationale vorm van de verklaring van erfrecht ook in het buitenland erkend, dat wil zeggen in de landen waarop de verordening van toepassing is. De nationale verklaring van erfrecht blijft bestaan; de Europese variant blijft optioneel.9 Wil echter zo’n nationaal instrument in een ander land gebruikt kunnen worden, dan hangt de erkenning daarvan af van het buitenlandse IPR. Met de Europese erfrechtverklaring kan in elk geval voorkomen worden dat in elk land waar zich goederen uit de nalatenschap bevinden, zoals een vakantiehuis in Frankrijk, een aparte erfrechtverklaring dient te worden aangevraagd.10

de nalatenschap. Het doel ervan is om rechten en/of bevoegdheden van betrokkenen aan te tonen. Tevens kan de erfrechtverklaring gebruikt worden als bewijsvoering.11 De erfrechtverklaring wordt namelijk geacht datgene aan te tonen dat vaststaat volgens het recht dat van toepassing is.12 Bij een aanvraag zal de notaris allereerst moeten vaststellen of hij bevoegd is om een erfrechtverklaring af te geven. De bevoegdheid wordt bepaald door te bekijken welke rechter bevoegd is om over erfrechtelijke geschillen te oordelen. Dat wordt vastgesteld door middel van art. 4, 7, 10 of 11 Erfvo. Zodra dit vaststaat, kan de notaris beginnen met de voorbereiding van de afgifte.13 Als onder andere aan de vereisten van art. 65 Erfvo14 is voldaan, wordt de aanvraag goedgekeurd en kan de afgifte van de erfrechtverklaring plaatsvinden.15

Afsluiting

De Europese Erfrechtverordening zal een belangrijke rol spelen binnen het Internationaal Privaatrecht. Per 17 augustus 2015 zal deze verordening het internationale erfrecht gaan veranderen. Een wijziging vindt onder andere plaats op het gebied van de rechtskeuzemogelijkheden en de komst van de Europese erfrechtverklaring zal de mogelijkheden binnen het IPR uitbreiden. Mijns inziens een vooruitgang binnen het IPR; internationale nalatenschappen kunnen eerder afgewikkeld worden door de efficiëntie van de Europese erfrechtverklaring. Daarnaast is het voordeel dat de rechtskeuze gekoppeld wordt aan de nationaliteit en niet meer aan de gewone verblijfplaats; het moet toch immers gaan om het recht waarmee de band met de erflater het grootste is.

Net als bij de nationale erfrechtverklaring is de Europese erfrechtverklaring bestemd voor erfgenamen en andere direct betrokkenen bij 4 Art. 22 lid 1 Erfvo. 5 Art. 21 lid 1 Erfvo. 6 F.W.J.M. Schols ‘De Europese erfrechtelijke rechtskeuze’, WPNR 2014 (7024), p. 589. 7 F.W.J.M. Schols, ‘De Europese erfrechtelijke rechtskeuze’, WPNR 2014 (7024), p. 591. 8 Art. 4:188 BW. 9 Art. 62 lid 2 en 3 Erfvo. 10 J.H.M. van Erp, ‘De Europese erfrechtverklaring’ WPNR 2014 (7024), p. 600.

11 Art. 63 Ervo. 12 Art. 69 lid 2 Ervo. 13 Art. 64 Erfvo. 14 J.H.M. van Erp, ‘De Europese erfrechtverklaring’ WPNR 2014 (7024), p. 602. 15 Art. 67 Erfvo.

Mei | Via VIVA | 23


Kantoorbezoek NautaDutilh 2 maart Sam Roosendaal Op 2 maart 2015 zijn we voor het eerst naar het kantoor van NautaDutilh in Rotterdam afgereisd. Met de intercity direct waren we er vanaf Amsterdam Zuid al snel! Bijna alle leden kenden NautaDutilh al vanuit Amsterdam dus dit was een leuke kans om eens het vershil te proeven tussen de verschillende vestigingen van het kantoor. Toevallig hadden de partners van Nauta die dag een bijeenkomst op het kantoor in Amsterdam dus werd er via Skype verbinding gemaakt. Zo konden de leden alsnog alles vragen wat zij wilden weten. Na dit vragenrondje had NautaDutilh een aantal vragen voor ons bedacht! We gingen een spel spelen dat leek op koehandel. Onze onderhandeltechnieken en algemene kennis werden aardig op proef gesteld. Over de Rotterdamse haven tot aan het salaris van Justin Bieber, alles werd gevraagd. De winnaar kreeg een blad cadeau dus er werd fanatiek meegedaan door alle leden! Tot slot kregen we een rondleiding door het kantoor en eindigden we met een borrel in de skybar, waar een hoop medewerkers aanwezig waren om ons te vergezellen. Er werd hier en daar al wat rondgevraagd, hoe het zat met stagemogelijkheden in Rotterdam. Blijkbaar viel de stad bij ons als Amsterdammers toch wel goed in de smaak! Het kantoor gaat tevens binnenkort verhuizen, er wordt al druk gebouwd op de grond pal naast het ‘oude’ kantoor. Een goede reden om volgend jaar weer die kant op te reizen zodat we gelijk even kunnen kijken hoe het is geworden! Bij NautaDutilh heb je de mogelijkheid om twee maanden een studentstage te doen. Je wisselt dan na een maand van praktijkgroep. Fiscale studentstagiaires gaan aan de slag in de praktijkgroep Taxation. Studenten notarieel recht werken mee in de notariële praktijkgroepen Corporate M&A, Property en/of Banking & Finance. Ook heb je de mogelijkheid om een maand in Londen of New York te werken. Deze periode volgt altijd op een maand stage bij de Amsterdamse of Rotterdamse vestiging. Ook hier komen de notariële studenten voor in aanmerking. Ook kun je voor een werkstudentschap of scriptiestage bij het kantoor terecht.

24 | Via VIVA | Mei


Het nieuwe bestuur van het LNSC 2016 Volgend jaar organiseert Amsterdam het Landelijk Notarieel Studenten Congres. Eens in de vijf jaar is het onze beurt dus was het tijd voor V.I.V.A. om een nieuw bestuur te zoeken voor de stichting! Na het voeren van alle sollicitatiegesprekken hebben we dan ook een nieuw bestuur weten te vormen waar wij alle vertrouwen in hebben:

Even voorstellen, praeses:

Mijn naam is Zoë Swensson, ik ben derdejaars rechten student en tweede en derdejaars notarieel student. Op dit moment rond ik mijn bestuursjaar af voor het mentoraat van onze faculteit en ga direct door met het bestuur voor het LNSC als praeses, de sjiek de friemel benaming voor voorzitter. Naast al dit serieuze werk ik ook op de markt in Amsterdam, maar nee schreeuwen doe ik gelukkig niet. Stil zitten is niet echt mijn ding en daarom heb ik ook onwijs veel zin in dit drukke en leerzame jaar bij het LNSC. Deze functies geven mij een podium om medestudenten te laten zien wat je kan met onze studie. En ik ben van mening dat hoe eerder je weet waar je heen wil hoe beter dat proces verloopt en of je uiteindelijk bij dat punt aankomt is niet het belangrijkste maar wel wat je leert en hoe je je ontwikkelt. Ik heb er alle vertrouwen in om samen met mijn mede-bestuursleden komend jaar een inspirerend en mooi congres neer te zetten. En ik hoop jullie hier dan ook volgend jaar te mogen verwelkomen.

Ab-actis:

Mijn naam is Jelle Sjaardema. Vanaf volgend collegejaar begin ik aan mijn laatste bachelor jaar van Notarieel recht. Naast mijn studie doe ik vrijwilligerswerk bij een rechtswinkel. In maart 2016 is het aan mij en vier andere bestuursleden om het Landelijk Notarieel Studenten Congres in Amsterdam te organiseren. Het LNSC bestaat al een aantal jaren (alweer de 51e editie) en is voor iedere notariële student een aanrader om naartoe te gaan. Ikzelf zal dit jaar de functie van abactis gaan vervullen. Ik hoop jullie allen op het aankomend congres te mogen verwelkomen.

Quaestor:

Ik ben Yves Pierre Vrijhof, 23 jaar oud, woonachtig in Amsterdam en zit in mijn tweede jaar van de bachelor Notarieel Recht. In mijn vrije tijd loop ik graag hard en waag ik een poging tot het bereiden van lekker eten. Na het uitoefenen van verschillende functies in andere besturen mag ik mij dit jaar inzetten als fiscus binnen het bestuur van het LNSC Amsterdam. Als fiscus, ofwel penningmeester, zal ik mij bezighouden met de financiën van de stichting. Als bestuurslid hoop ik dit jaar een prachtig congres neer te zetten waar we als VU-studenten trots op mogen zijn.

Algemeen bestuurslid:

Mijn naam is Alisha Autar. Momenteel ben ik 21 jaar oud en ik ben woonachtig in Utrecht. Binnen het LNSC bestuur vervul ik de functie van assessor. Ik zal mij onder andere bezighouden met het beheren van de social media, alsook het nauwe contact met de studenten/studieverenigingen. Ik zie aankomend bestuursjaar met veel plezier tegemoet!

Algemeen bestuurslid:

Mijn naam is Axel Visschedijk. Op moment van schrijven ben ik 22 jaar oud, tegen de tijd dat jullie dit lezen ben ik, helaas en m.i. abusievelijk, alweer 23. Ik ben woonachtig in het idyllische Lelystad. Binnen het bestuur van de Stichting Landelijk Notarieel Studentencongres Amsterdam vervul ik de functie van algemeen bestuurslid(dat noemt men in studieverenigingtaal: ‘assessor’). Uit deze hoofde hou ik mij onder andere bezig met de website en publicaties(zoals het magazine). Af en toe kun je mij in de collegebankjes aantreffen onder het mom van een masteropleiding notarieel recht. Naast mijn studie ben ik binnen V.I.V.A. actief als lid van de Via Viva commissie en verricht ik arbeid als werkstudent notariaat bij een kantoor te Amsterdam.

Mei | Via VIVA | 25


26 | Via VIVA | Mei


Kantoorbezoek Baker & McKenzie LNSG en LNSC Bekendmaking studiereis Pubquiz borrel V.I.V.A. haar nieuwe hockeyshirts!

Mei | Via VIVA | 27


Gezocht: kandidaatsbestuur Wij zijn weer op zoek naar een nieuw bestuur voor onze vereniging! Als bestuurslid houd je je bezig met de dagelijkse gang van zaken binnen de vereniging en vertegenwoordig je V.I.V.A. bij alle activiteiten. Dit kan zowel intern zijn bij de VU, als extern bij kantoren, andere studieverenigingen en landelijke notariële evenementen. Er zijn vijf functies die bekleed dienen te worden: praeses, ab actis, fiscus, assessor I en assessor II. Hieronder volgt een korte omschrijving van de verschillende functies: - praeses (voorzitter): ben jij degene die eindverantwoordelijke durft te zijn en alles soepel wil laten verlopen? Ben je ondernemend, oplossingsgericht en heb je de zogenoemde “helikopterview”? Solliciteer dan naar de functie van praeses! Als voorzitter treed je op als woordvoerder c.q. vertegenwoordiger van het bestuur. Je bent het gezicht van de vereniging en het leiden van de bestuurs- en ledenvergaderingen, het voeren van sponsorgesprekken en het coördineren van de bestuurstaken behoren tot jouw hoofdtaak. Daarnaast onderhoud je intensief contact met de commissies, zuster- en broederverenigingen, de universiteit en sponsoren. - ab actis (secretaris): ben jij een goede planner en zijn deadlines voor jou geen probleem? Vind je het leuk om activiteiten te organiseren, ben je communicatief vaardig en wil je een jaar lang de taak van verenigingsspammer op je nemen? Dan is de functie van ab actis iets voor jou! Je bent verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarplanning, het organiseren van verenigingsactiviteiten, de interne en externe (mail)correspondentie, het bijhouden van het secretariaat (zoals ledenadministratie, notulen en agenda), de maandelijkse nieuwsbrief en het aansturen van de activiteitencommissie. - fiscus (penningmeester): als fiscus draag jij zorg voor het financiële beleid van de vereniging. Je hebt een belangrijke stem bij veel beslissingen, aangezien de meeste activiteiten geld kosten. Je dient over praktisch inzicht en overtuigingskracht te beschikken. Je handelt weldoordacht en hebt oog voor detail. Je houdt de financiële administratie bij en verzorgt de betalingen. Ook voer je gesprekken met eventuele sponsoren en stel je de sponsorcontracten met bijbehorende facturen op. Aan het einde van het jaar stel je de eindbegroting met jaarverslag op en leg je dit voor aan de algemene ledenvergadering. - assessor I: als assessor I ben je verantwoordelijk voor alle media. Tweemaal per jaar verzorg je het visitekaartje van onze vereniging: het verenigingsblad Via Viva. Daarbij word je ondersteund door de Via Vivacommissie. Je houdt interviews met medewerkers van kantoren, beschrijft alle activiteiten die gedurende dat halfjaar hebben plaatsgevonden en schrijft (juridisch inhoudelijke) artikelen. Daarnaast houd je de website van V.I.V.A. up-to-date en ontwerp je flyers en posters. Ook is het jouw taak om foto’s te maken bij alle activiteiten. - assessor II: als assessor II ben je verantwoordelijk voor het organiseren van de jaarlijkse studiereis. Je wordt hierbij ondersteund door de studiereiscommissie. Samen met de studiereiscommissie kies je de bestemming en bepaal je welke (juridische) activiteiten we gaan ondernemen. Tevens stel je samen met de fiscus een begroting op en onderhoud je contact met het reisbureau en de lokale contactpersonen. Op studiereis ben je de reisleider en zorg je dat alles soepel verloopt. Herken jij jezelf in één (of meerdere) van deze functies? Stuur dan een motivatiebrief en CV naar: viva.rechten@vu.nl Dit kun je doen tot zondag 10 mei 2015. Indien je vragen hebt over een bestuursjaar, kun je altijd contact met ons opnemen.

28 | Via VIVA | Mei


Voorlopige agenda 30 april: Kantoorbezoek Loyens & Loeff 7 mei: Kantoorbezoek De Brauw Blackstone Westbroek 21 mei: Hockeytoernooi Loyens & Loeff 29 mei: Re端nistenborrel 2 juni: Kantoorbezoek Bird & Bird 11 juni: Activiteit De Brauw Blackstone Westbroek Aanmelden doe je door een mail te sturen naar viva.rechten@vu.nl. Houd je mail in de gaten voor de verschillende aanmelddeadlines. We hopen jullie allen te zien bij de laatste activiteiten van dit verenigingsjaar!

Mei | Via VIVA | 29


30 | Via VIVA | Mei


Sponsoren Het magazine van de notariĂŤle studievereniging V.I.V.A. is mede mogelijk gemaakt door:

Loyens & Loeff

AKD Allen & Overy Baker & McKenzie Bird & Bird BOEKEL Clifford Chance CMS Derks Star Busmann De Brauw Blackstone Westbroek DLA Piper FBN Freshfields Bruckhaus Deringer Greenberg Traurig Houthoff Buruma Jones Day Kennedy Van der Laan Lexence Linklaters Lubbers & Dijk notarissen NautaDutilh Norton Rose Fulbright Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn Simmons & Simmons STEP Stibbe Van Doorne Witlox Van den Boomen

Commissieleden Activiteitencommissie Kimberley Bloemhard Roshni Bhagwandas

Via Viva-commissie Axel Visschedijk Kimberly Noorden Marlies Moolenaar

Reiscommissie Erica Breinburg Miraisa Dundas Nisreen Awad Patrick Witte

LNSH-commissie Sonja Veerkamp Douwe IJntema Nelleke Lubach Sophia Schepers Tristan Brouwer Wirasha Autar

Kascommissie Ard Faaij Hans Knijn Edik Huseinov

Mei | Via VIVA | 31


32 | Via VIVA | Mei


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.