Jan Baar, 10 jaar ten dienste van werkgevers en arbeiders

In 2013 kwam Jan Baar aan het hoofd te staan van het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen. Nu gaat hij met een gevoel van voldoening met welverdiend pensioen, in de wetenschap dat hij al die tijd zowel bedrijfsleiders als arbeiders deskundig heeft kunnen bijstaan.

Brandstoffen: Een van uw eerste doelstellingen was het aanbieden van een vlotte informatiestroom. Bent u daarin geslaagd?

Jan Baar: We hebben de website van het Sociaal Fonds twee keer verbeterd en alle ondernemers geïnformeerd over de voordelen die ze er konden terugvinden. In die tijd waren er nog velen die niet wisten dat het Sociaal Fonds en Brafco twee verschillende instellingen waren. Terwijl Brafco opkomt voor de professionele belangen van de verdelers, staat het Sociaal Fonds eerst en vooral ten dienste van de ondernemer als werkgever. We lanceerden ook het platform ‘La Fontaine Online’, een project dat al door mijn voorganger werd opgestart om de administratieve verwerking van compensatiedagen te vergemakkelijken.

Wat was voor u het meest motiverende aspect van uw werk?

Zonder enige twijfel de grote onafhankelijkheid waarmee ik mijn drieledige missie heb kunnen volbrengen: (1) Als directeur van het Sociaal Fonds stond ik in voor de operationele leiding en moest ik tegelijk antwoorden op vragen van werkgevers, arbeiders en syndicale organisaties. (2) Als adviseur Sociale Zaken bij Brafco adviseerde ik de werkgevers binnen de Commissie Sociale Zaken. Het spreekt voor zich dat er duidelijk afgelijnde doelstellingen nodig waren om beide functies onpartijdig te kunnen uitvoeren. En ten slotte had ik in het kader van de sectorconvenant (3) die met de Vlaamse regering werd afgesloten om de tewerkstelling in de sector te stimuleren, het genoegen om samen te werken met achtereenvolgens 3 bijzonder creatieve sectorconsulenten.

U was het aanspreekpunt voor zowel werkgevers, arbeiders als syndicale organisaties. Heeft u in uw tijd bij het Sociaal Fonds de vragen van die partijen zien evolueren?

Ik ben blij dat ik kan vaststellen dat zowel werkgevers als arbeiders nu beter weten wat hun respectievelijke rechten en plichten zijn. Zo is de term ‘haalbaar werk’ intussen een goed ingeburgerd begrip bij de werkgever. De arbeiders van hun kant weten dat ze kunnen genieten van onder andere een hospitalisatieverzekering en 3% aanvullend pensioen. De werkgevers die nog niet wisten dat zij dat aanvullend pensioen financieren, heb ik aangeraden om ook dat gegeven te gebruiken als argument in hun zoektocht naar nieuwe werknemers.

Over de uitdagingen van de energietransitie werd 10 jaar geleden nog niet veel gesproken. Hebben die nu een invloed op de sociale voordelen?

Ik ga niet zover dat ik beweer dat de moeilijkheden waarmee werkgevers kampen in hun zoektocht naar chauffeurs enkel en alleen te maken hebben met het feit dat kandidaten geen toekomst meer zien in de fossiele brandstoffen, maar één ding staat wel vast: het is niet meer de werkgever die zijn chauffeur kiest, maar omgekeerd. Met alle gevolgen vandien op het vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden.

Jan Baar, uittredend directeur van het Sociaal Fonds, stelt met voldoening vast dat werkgevers en arbeiders nu beter weten wat hun respectievelijke rechten en plichten zijn.

Waar bent u het meest fier op?

De uitwerking van de eerste sectorconvenant en de digitalisering van onze diensten. Onze investeringen in de digitalisering maken het voor zowel werkgevers als arbeiders veel eenvoudiger: minder papierwerk en een betere toegang tot informatie.

Uw mooiste herinnering?

Ik mocht een keer een chauffeur een dag lang begeleiden. Onvergetelijk was dat. Net als al mijn bezoeken aan onze werkgevers. Dan zie je pas echt hoe dynamisch onze sector wel is.

U wordt aan het hoofd van het Sociaal Fonds opgevolgd door Lisa Van Eenhooge (zie interview op p. 28 van onze editie van januari 2023). Welke raad zou u haar geven?

Regelmatig nadenken over de te volgen strategie voor de drie luiken van haar taak.

… en aan de bedrijven die ressorteren onder het PC 127 ?

Dat ze hun activiteiten nog meer innoveren en digitaliseren om zich beter voor te bereiden op de geleidelijke transitie van hun beroep.

Wat gaat u nu doen in uw vrije tijd?

Aangezien mijn echtgenote nog werkt, ga ik ongetwijfeld meer meehelpen in het huishouden. Ik ga ook vrijwilligerswerk doen. Maar aangezien ik een echte levensgenieter ben, sluit ik niet uit dat je me ook regelmatig zal aantreffen in Koksijde, Herbeumont of Orval...