Grote nete jaargang 14 nr2

Page 1

Jaargang 14 Driemaandelijks tijdschrift April, Mei, Juni 2015 Nr. 2

BelgiÍ – Belgique P.B. 2220 Heist-op-den-Berg 1 8/4299

Grote Nete Afdeling Grote Nete: Herselt, Hulshout, Laakdal, Westerlo Afdeling Heist-op-den-Berg

V.U.: Staf Aerts Averbodesesteenweg 93 2230 Herselt

Afgiftekantoor: 2220 Heist-op-den-Berg 1 Met erkenningnummer P106272


Inhoud lentenummer 2015 Woord vooraf Petitie – Red de natuur in je buurt

1

Natuurbeleving Stilstaan in het Neteland

2

Doe mee met de lenteschoonmaak Heist in actie: Bos voor iedereen

3 3

Slib geruimd staat netjes Erkenning voor de Laakvalleien Actief voor natuur in Heist

4 5 6

Activiteiten

Reservaten

Natuurstudie Broedvogelinventarisatie 2014 in Heist Bijzondere waarnemingen in onze regio Vale vleermuis in Averbode Slechtvalken in Tongerlo Tongvarens in Elschot Russisch elfje in Averbode Lente in de tuin De ekster: slimme, praatzieke, dief

8 10 12 13 14 14 15 18

Insecticiden richten ravage aan Zegswijzen over plant en dier Gedicht Daguitstap Doode Bemde (Heverlee) Activiteitenkalender Natuurpunt Heist-op-den-Berg Activiteitenkalender Natuurpunt Grote Nete Info

20 21 21 21 22 23 24

Varia

Omslagfoto: Uitzicht op de geruimde vijver in de Bruggeneindse Goren (foto Elly Vaes)


overgenomen van website Natuurpunt Nationaal

Petitie – Red de natuur in je buurt. Nu het nog kan! Vind jij de natuurgebieden in je buurt belangrijk? Die groene parels zorgen voor zuurstof en laten je tot rust komen. Ze vormen een natuurlijke speeltuin voor onze kinderen en zijn een laatste toevluchtsoord voor onze bedreigde dieren. Maar als het van de Vlaamse administratie afhangt, is het daar binnenkort misschien mee gedaan. Er zijn plannen opgedoken om het nu al ontoereikende natuurbeleid voor verenigingen nog verder te kortwieken. De uitbouw van natuurreservaten zoals we die vandaag kennen, zou onmogelijk worden. Daar komen vzw Durme, Limburgs Landschap en Natuurpunt tegen in actie.

Wat staat er op het spel? •

Kleine natuurreservaten ten dode opgeschreven De steun voor aankoop en beheer van erkende natuurreservaten kleiner dan 10 hectare wordt geschrapt. Nochtans liggen precies die kleine parels op wandelafstand van woonkernen.

Wandelen of spelen in de natuur: 40 procent geschrapt Speelbossen, paden voor wandelaars, ruiters en fietsers: in de nieuwe voorstellen wordt het mes gezet in de openstelling van natuurgebieden. Bezoekerscentra zijn met sluiting bedreigd. Gezond genieten van de natuur? Vergeet het maar.

Vlaamse natuur dreigt uit de boot te vallen Natuur die niet onder bescherming van Europese richtlijnen valt, krijgt nog amper steun voor aankoop en beheer. Minstens een derde van onze 400 natuurreservaten zal in de kou blijven staan.

Steun voor samenwerking met gemeenten verdwijnt Voor natuurreservaten die we samen met gemeenten beheren, wordt de steun geschrapt. In de praktijk zal dat vaak het einde betekenen van lokale natuurgebieden.

Gelukkig is het nog niet te laat. Zet je naam onder deze petitie en overtuig Vlaams minister van Natuur Joke Schauvliege om de voorstellen aan te passen. Een soortgelijke petitie hielp vorig jaar om kleine walvissen voor onze eigen kust beter te beschermen. Doe mee en help de natuur in je buurt te redden.

Kortom, het beheer, het voortbestaan en de uitbreiding van veel natuurgebieden staat op het spel. De voorstellen nieuw natuurbeleid die nu op tafel liggen zijn echt onaanvaardbaar!

Teken de petitie vóór 30 juni en overtuig Joke Schauvliege deze voorstellen aan te passen. Nu het nog kan!

http://www.natuurpunt.be/petitie-red-de-natuur-je-buurt-nu-het-nog-kan - grote nete -

1


Stilstaan in het Neteland door Eddy Vets Ieder seizoen kent zijn stiltemoment. In de zomer zindert de stilte van het middaguur boven de velden. De herfst omhult zich met nevel en mist laag boven de beemden. Sneeuw smoort ieder geluid tijdens de winter, tot in alle stilte het nieuwe leven in de lente mysterievol ontluikt uit een cocon van stilte. Hier kan de wandelaar in het Neteland zijn vreugde vinden in het besef dat tijdens iedere tocht ieder seizoen die stilte aanwezig is. Ver weg of vlakbij. Zo zijn er plaatsen en tijdstippen van stiltebeleving. Hoewel stilstaan in het landschap een illusie is in de wetenschap dat alles beweegt, dat leven bewegen is. Wat niet wil zeggen dat het tegengestelde dood wil zijn. Een oponthoud tijdens een wandeling kan een ogenblik van beschouwing, van contemplatie inhouden, van even terug te keren tot jezelf na het overschouwen van het omliggende land. Deze terugkeer zet aan tot inkeer. Wie dit doet aan de oevers van de rivier, merkt vrij snel dat de rusteloosheid van het stromende water ĂŠĂŠn grote rust verbergt binnen de oevers. Stilstaan aan de waterkant is stilstaan in je leven. Wat ligt achter mij en wat komt nog? Zoals het water voorbij de meander naar het onbekende vloeit, is ook ieders toekomst gehuld in raadselen.

Stilstaan aan de Nete, bron van inspiratie en creativiteit (foto Paul Anthonis)

2

Toch is dit stilstaan en in de verte kijken bron van veel inspiratie. Het blaast leven in. Te veel is wandelen een immer vooruitstappen, te weinig een oponthoud. Keer daarom eens meer achterom en je krijgt zicht op een totaal ander perspectief dan datgene wat je voordien onder ogen kreeg. Wie ieder seizoen de Netevallei doorloopt, weet wel waar en wanneer stilte te vinden. Daar gaan de zintuigen open. Woordeloos vertolken zij een beleving die zich derhalve niet laat mededelen, want ware stilte is stom. Er blijft alleen de herinnering aan het moment. Het nestelt zich in je volledige persoon, maar telkens het zich manifesteert, raak je zelf verstomd. Voor wie een wandelaar aan de oever ziet staan, lijkt dit misschien een banaal zicht, maar als een reiger tussen het riet pal staat te turen, schenkt dit beeld van deze koninklijke visser ons een immense vreugde. Ja, dan worden wij er ook stil van. Hebben wij er oog voor dat de zuiverste bloemen, de waterlelies, de lotussen, daar tot bloei komen waar het water stilstaat? Kijk eens naar de Nete in haar wulpse stroming en zoek de oude Netearm eens op in zijn dromerige stilstand. Onmiddellijk zal de zuivere schoonheid van weelderige plantengroei je overweldigen waar het water tot rust is gekeerd. Alsof deze inkeer wil tonen welke zijn vruchten zijn. Misschien kan dit de wandelaar aanzetten tot even de stilte te zoeken in het Neteland en zal de creativiteit in hem ontluiken, ieder seizoen.

- grote nete -


Doe mee met de lenteschoonmaak In het kader van de netheid van het openbaar domein heeft de gemeente Heist-op-den-Berg een zwerfvuilactieplan uitgewerkt met verschillende pijlers. Een van de pijlers omvat de participatie en sensibilisatie van de burger en de inschakeling van vrijwilligers. In november 2014 werd gestart met een project van groene peters en meters. Intussen is het aantal vrijwilligers dat op regelmatige basis een bepaalde straat netjes houdt, gegroeid tot 25 personen. Onder de vrijwilligers bevinden zich een aantal enthousiaste Natuurpuntleden. De vrijwilligers ontvangen van het gemeentebestuur een uitrusting bestaande uit een afvalgrijper, vuilzakken, handschoenen en een fluovestje. De technische dienst komt het ingezamelde afval ophalen. Op woensdag 6 mei om 20 uur organiseert de milieudienst een infomoment voor de groene peters en meters in het cultuurcentrum Zwaneberg. Heb je interesse, kom dan zeker langs.

Tijdens het weekend van 9 en 10 mei 2015 worden alle inwoners opgeroepen om deel te nemen aan de grote lenteschoonmaak. Onder het principe ‘als iedereen voor eigen deur veegt, is de heme straat proper’ hopen we dat na dit weekeind Heist-op-denBerg er veel netter zal bijliggen. Om dit weekeind extra in de kijker te plaatsen wordt op zondag 10 mei 2015 om 14 uur een zwerfvuilwandeling georganiseerd. Er wordt verzameld aan de grote parking langs de Leopoldlei (aan het Natuurpuntlokaal). Dus iedereen is van harte welkom !

Heist in actie: Bos voor iedereen Samen bos aanplanten in Heist-op-den-Berg. Doe je mee?

De ‘duurzame’ theatervoorstelling Konijn met pruimen wil de milieuproblematiek (o.a. de bosontginning) en onze verantwoordelijkheid daarin, in de aandacht brengen. Ook wij willen ons steentje, onze steen, bijdragen. Bosgroep Zuiderkempen, CC Zwaneberg, de Heistse milieudienst en Noord-Zuiddienst gaan daarom over tot actie en we rekenen daarbij ook op jou! Zin om ook uit je kot te komen, kleur te bekennen en ‘er samen voor te gaan’? Doe dan mee met onze actie Door de bomen het bos! en plant samen met ons een heus bos! Bos zoekt grond Ben jij een eigenaar van een lapje onbebouwde grond en weet je niet wat ermee te doen? Of wil je er al lang een bos op planten, maar zie je dat in je eentje niet zitten? Wij helpen je uit de nood! Graag willen wij op je grond een bos planten. Interesse? Mail vóór 30 augustus 2015 naar veerle@zwaneberg.be. Op maandag 12 oktober 2015 om 20 uur geven we meer uitleg over het hele project.

Bos zoekt partners Onder deskundige begeleiding van Bosgroep Zuiderkempen gaan we in het voorjaar 2016 aan de slag. Met zijn allen planten we ‘kloempen’. Een ‘kloemp’ is een verzameling van 40 bomen rond een paal. Deze paal wordt vaak versierd. Zin om alleen of met je familie, (jeugd)vereniging, sportclub, bedrijf, school, organisatie … je handen uit de mouwen te steken en samen kloempen te planten? Kom dan naar onze infoavond op maandag 12 oktober 2015 om 20 uur in CC Zwaneberg. Deze avond is vrijblijvend: je kan komen luisteren, zonder enig engagement. Meer informatie over het hele project kan je krijgen bij veerle@zwaneberg.be. info: www.bosgroepen.be

- grote nete -

3


Slib geruimd staat netjes door Wilfried Wouters Na twee jaar voorbereiding werd in oktober 2014, 300 kubieke meter slib geruimd uit een verlande poel in de Bruggeneindse Goren. Voor dit karwei werd een kraan met lange kraanarm van de firma Heyrman - De Roeck ingezet. Het slib werd afgevoerd met twintig grote vrachtwagens naar een speciale verwerkingseenheid. De sliblaag met een dikte van 30 à 40 cm verstikte elke plantengroei en maakte waterleven onmogelijk. We kijken alvast met spanning uit hoe de natuur zal reageren op deze ingreep. Hopelijk zullen in de zomer de eerst waterplanten hun kop opsteken en de eerste libellen opnieuw over het wateroppervlak scheren en er hun eitjes afzetten. Alle waarnemingen in de omgeving van de poel zijn voor ons interessant. We danken het gemeentebestuur van Heist-op-denBerg hartelijk voor de toekenning van 2.500 euro subsidie voor deze natuurtechnische ingreep. Aangezien de poel in een relictzone volgens de landschapsatlas gelegen is, zal Onroerend Erfgoed 70 procent van de ruimingskosten financieren. Ten slotte onze welgemeende dank aan Elly Vaes van het regionaal landschap Rivierenland vzw, die het project coördineerde.

4

Het verlande ven werd uitgegraven om opnieuw een fraaie open amfibieënpoel te doen ontstaan. Niet minder dan twintig vrachtwagens slib werden afgevoerd (foto’s Elly Vaes)

- grote nete -


Erkenning voor de Laakvalleien door Vic Van Dyck Overal konden we het lezen: ‘Minister Schauvliege erkent 996 hectare natuurgebied van Natuurpunt.’ Dat was goed nieuws om het jaar te starten. En het wordt nog mooier als je weet dat een tiende van het vorig jaar erkende gebied in de Laakvalleien ligt. Dit betekent dat de erkende oppervlakte in de Laakvalleien in één klap verdubbelde.

Eindelijk Op 28 december 2014 werd het erkenningsbesluit getekend voor 95 hectare natuurgebied in de Laakvalleien. Het gaat over percelen in de verschillende deelgebieden, zoals de Roostvijvers, Eindhoutberg, Duysbroek, Kerkevelden en Swinnebroeken, maar het overgrote deel ligt in Varendonk. Voor een gebied waarvan we sommige percelen al in beheer hebben sinds 2004 worden er nu, na tien jaar, uiteindelijk middelen voorzien om de natuur en het landschap te beheren en open te stellen voor wandelaars. We hebben er lang naar uitgekeken, maar we hebben in ieder geval gedurende al die tijd niet stilgezeten. Zo was er al op 18 juni 2006 de officiële opening van het wandelpad in Varendonk. In dit prachtige gebied beheerden we ondertussen de bossen volgens het nog bestaande bosbeheerplan. En de verschillende illegale bouwsels ruimden we met eigen middelen op. Meestal was er dan nog haast bij ook, zoals in die gevallen waar er bij de aankoop ook het vonnis tot afbraak mee werd overgenomen. Ook om die reden zullen we bijvoorbeeld de herstelwerken aan de Roostvijvers en in het bos aan de Nieuwe Baan op Eindhoutberg niet snel vergeten. De uiteindelijke goedkeuring van onze beheersplannen beschouwen wij dan ook als een erkenning en een waardering van het geleverde werk.

Samen met Sigma boven water de

De 5 uitbreiding van ons erkenningsdossier bleef dus heel lang ergens op een of ander bureau liggen, tot er vorig jaar stilaan opnieuw beweging kwam in onze papieren. Samen met het Sigma-plan kwam ook ons dossier terug boven water. Varendonk valt namelijk voor een deel onder de plannen voor de herinrichtingswerken van de Grote Nete. We moesten dus ons dossier hierop aanpassen. Terwijl er in onze plannen ter hoogte van de monding van de Grote Laak een mozaïek van grasland, struweel en broekbos voorzien was, is het volgens de Sigma-plannen de bedoeling dat er meer rietvelden en moerassen komen. En omdat de Laakvalleien deels in habitatrichtlijngebied liggen, moesten we ook nog aanpassingen doen voor de zogenaamde IHD, de instandhoudingsdoelstellingen. Misschien is het door deze projecten dat ons dossier zo lang op zij geschoven werd … het blijft ons nog een raadsel. In ieder geval zullen we nu met het goedgekeurde beheersplan er alles aan doen om onze gebieden langs de Grote en de Kleine Laak alle aandacht en zorg te geven die nodig zijn.

Gebied in de kijker In totaal is er nu van de 233 hectare die we in beheer hebben in de Laakvalleien 190 hectare erkend als natuurreservaat. Door dit gebied lopen vele kilometers wandelpaden die ons leiden langs vijvers en moerassen, langs graslanden, door bossen, langs dreven en holle wegen. Zo kun je verschillende uren van de natuur genieten. En dan hebben we een bezoek aan de vogelkijkhut in Trichelbroek nog niet meegerekend: hier kun je gemakkelijk een halve dag doorbrengen, vooral als de ijsvogel of de visarend weer eens langskomt. Wie de smaak te pakken heeft, zal graag horen dat er plannen in de maak zijn om ook aan de Roostvijvers een kijkhut neer te zetten. We houden jullie op de hoogte. Iedereen die wil meewerken, die er mee de schouders wil onder zetten om van de Laakvalleien een gebied te maken waar men niet meer naast kan kijken, is van harte welkom.

Opening wandelpad op 18 juni 2006

- grote nete -

5


Actief voor natuur in Heist door Stefan Janssens Het voorjaar was redelijk koud en nat. Voor de beheerswerkdagen betekende dit dat we onze planning dienden aan te passen aan deze weersomstandigheden. Zo konden we niet beginnen werken aan een rij knotwilgen omdat ze met hun voeten te diep in het water stonden. Aan knotwilgen geen gebrek in de Netevallei van Heist-opden-Berg, dus werden op een andere plaats bomen geknot. Ook de paddentrek werd danig in de war gestuurd door deze lange koudeperiode. Zoals je hiernaast kunt zien, kon onze grote voorjaaractiviteit ‘Op zoek naar de paashaas’ wel ongestoord doorgaan.

Algemene vergadering 7 maart Op de algemene vergadering werd het bestuur van natuurpunt Heist-op-den-Berg uitgebreid met Rosette Thys & Guido Van den Wyngaert. Het doet altijd deugd als nieuwe mensen een deel van hun vrije tijd willen investeren in de natuur en Natuurpunt. Op de algemene vergadering werden ook enkele nieuwe initiatieven aangekondigd. De bestaande vogelwerkgroep gaat op in een groter geheel onder de naam Natuurstudiewerkgroep Heist-opden-Berg. Natuurstudie zal daardoor meer in de kijker worden gezet. Binnen de Natuurstudiewerkgroep worden de vele activiteiten rond vogels voortgezet, maar zullen ook nieuwe initiatieven worden gestart. Twee van deze nieuwigheden zijn het verzamelen en invoeren van oude natuurwaarnemingen en het uitvoeren van nachtvlinderinventarisaties.

Beheerswerkdag 21 februari Knotwilgen knotten is een vaste bezigheid voor het beheersteam in het vroege voorjaar. Met een stevige opkomst van elf deelnemers (+ twee dames voor het middagmaal) werden er in de Laerbeemden achter de gemeentelijke technische diensten acht grote knotwilgen geknot. Een zeventigtal grotere wilgentakken werden mooi op maat gezaagd voor een educatief schoolproject voor de vergroening van een deel van de speelplaats. Van deze knotwilgentakken werd ondertussen een levende takkenwal gemaakt.

Beheerswerkdag 7 maart In de voormiddag trok het beheersteam met zeven werklustigen naar het Boekenbos in Booischot. In dit ferrarisbos dienden enkele dikke takken opgeruimd te worden die waren afgebroken na een storm. De takken werden opgeruimd en een strook bosrand met

De ‘levende’ takkenwal in opbouw op de schoolspeelplaats

Ook komt er weer een actief beheersteam dat de conservator zal ondersteunen bij het uittekenen van het beheer van de Heistse natuurgebieden.

bramen werd gemaaid. Deze bosrand is zeer in trek bij onder andere het bont zandoogje. ‘s Namiddag werden nog vijf grote knotwilgen geknot in de Laerbeemden.

Biodiversiteitindex

Paddenoverzet

Van de 589 Belgische gemeenten staat Heist-op-dene Berg op een mooie 27 plaats in de biodiversiteitindex. Deze index is een ranking van de inventarisatie van de waargenomen natuurrijkdom. In Heist-op-den-Berg werden de afgelopen jaren 2.820 soorten planten en dieren waargenomen in 25.172 verschillende waarnemingen. Natuurpunt Heist wil met de nieuwe natuurstudiewerkgroep deze natuurrijkdom nog verder ontdekken en bestuderen.

6

Het voorjaar werd gekenmerkt door een lange periode met blijvend koude nachten. Dat betekende ook dat de padden langer onder het slijk en bladeren weggestopt bleven om geduldig te wachten op zachtere avonden. Padden beginnen normaal pas te trekken als het vochtig is en een temperatuur van rond of boven de 10 °C. En zulke avonden waren zeldzaam in de tweede helft van februari en de eerste helft van maart dit jaar. De paddentrek in Halllaar vertoonde dan ook een grillig verloop en was er geen traditioneel hoogtepunt met massale trek. Uiteindelijk werden toch een paar duizend padden veilig de weg overgezet. Dit jaar voor ’t eerst op twee verschillende locaties.

- grote nete -


Op zoek naar de Paashaas Kinderen in contact brengen met de schoonheid van de natuur is de hoofdbedoeling van deze jaarlijkse Natuurpunt-activiteit voor de jeugd. Met dit jaar (paasmaandag, 6 april) weer 80 kinderen is ‘Op zoek naar de paashaas’ dan ook telkens een van de hoogtepunten in de jaarlijkse werking. Francois en zijn team hadden een heel afwisselend programma in elkaar gepuzzeld voor het jonge grut. De paarden en huifkarren zorgden al voor een eerste moment van plezier. In de vallei van de Grote Nete zelf was van alles te beleven.

De kinderen konden juweeltjes maken met alleen maar dingen uit de natuur, apennootjes rijgen aan een slinger voor de vogels, stappen over een avonturenpad, luisteren naar verhaaltjes over de vogel en het ei en van kikkerdril tot kikker. En dan was er ook nog de eigenijke zoektocht naar de paashaas. Na de terugweg met paard en huifkar kon er nog geknutseld, getekend en gekleurd worden in het Natuurpunt-lokaal in Hallaar. Aan enthousiaste reacties ook dit jaar geen gebrek.

- grote nete -

7


Broedvogelinventarisatie – 2014 door Stefan Janssens In het voorjaar van 2014 werd in de vallei van de Grote Nete in Heist-op-den-Berg & Hallaar een broedvogelinventarisatie uitgevoerd door Natuurpunt Heist-op-den-Berg. Deze inventarisatie is onderdeel van een meerjarenprogramma. We vatten hier de waarnemingen van 2014 samen.

Sigma De broedvogelinventarisatie die nu loopt in de vallei van de Grote Nete is onderdeel van een meerjarenprogramma. Deel 1 van dit programma is een driejarige inventarisatie in de Netevallei in Heist-op-den-Berg. Deel 2 is een nieuwe driejarige inventarisatie na de realisatie van Sigma. Deze studie komt er op vraag van Agentschap Natuur en Bos om de effectiviteit van de natuurinrichting te kunnen meten na realisatie van Sigma. Om vast te stellen of de biodiversiteit is toegenomen door Sigma. Om te bekijken of de natuurdoelen van Sigma werden gehaald.

Timing deel 1 van de studie

amper 200 m van elkaar liggen. Jonge vogels werden niet waargenomen. Aan Lodijkbrug werd op 27 april een exemplaar gehoord maar niet gezien. Op 12 mei werd er een mannetje waargenomen. Roodborsttapuit Op 6 en 19 april werden 6 territoria geteld. Op 27 april en 1 mei werden 7 territoria geteld. Op 12 mei werden 2 koppels met respectievelijk 2 en 3 jongen gezien. Op 18 mei werden deze opnieuw gezien, en op een derde plaats nog een koppel met aas. Op 25 mei werden op 4 locaties roodborsttapuitjes gezien. Op slechts één locatie juvenielen. Op 8 juni werden op 7 plaatsen roodborsttapuitjes de gezien. Op 4 plaatsen met juvenielen en op een 5 plaats een koppel met aas. Nachtegaal Met een maximum van 5 zangposten op 27 april was het geen superjaar voor de nachtegaal in dit deel van de Netevallei. Zomertortel In april en mei schommelde het aantal roepposten tussen 1 en 2. Op 25 mei werden 4 roepposten waargenomen en op 8 juni zelfs 6.

2013 Broedvogelinventarisatie tussen Hellebrug en Nieuwendijkbrug (Itegem/Herenthout) 2014 Broedvogelinventarisatie tussen Nieuwendijkbrug en Lodijkbrug (Itegem/Hallaar)

Sprinkhaanzanger Op 2 plaatsen werden nog zingende sprinkhaanzangers gehoord.

2015 Broedvogelinventarisatie tussen Lodijkbrug en Pallieterhoeve (Booischot/Hulshout)

Resultaten 2014 Er werden 9 inventarisatierondes uitgevoerd: 6 april, 19 april, 27 april,1 mei,12 mei, 18 mei, 22 mei, 25 mei, 8 juni. Er waren nog meer inventarisatierondes gepland, maar het slechte weer was spelbreker. De inventarisatierondes gingen voornamelijk over de Netedijken tussen Nieuwendijkbrug in Itegem en Lodijkbrug in Heist-op-den-Berg (Hallaar). Het ging steeds over één oever heen en langs de andere oever terug. Alleen op 22 mei werd een andere route geïnventariseerd. Toen werd alleen de omgeving van de Moerbeemden in Hallaar bezocht. Dit was ook de enige avondronde.

Bosrietzanger Laatkomer en meesterimitator bosrietzanger doet het steeds beter in de Netevallei. In 2014 werden 8 zangposten geteld. Kleine karekiet Veel riet is er in dit deel van de Netevallei niet te bespeuren. Maar in die kleine rietbiotoopjes werden toch 3 zangposten van kleine karekiet genoteerd. Grasmus Vanaf eind april palmen grasmussen massaal de Netevallei in. Er werden niet minder dan 14 zangposten genoteerd.

Hieronder doen we een greep uit de resultaten van de inventarisatie ‘Vallei van de Grote Nete te Heist-opden-Berg & Hallaar’ 2014 tussen Nieuwendijkbrug en Lodijkbrug.

Fitis Een echt lentedeuntje, zo kun je de zang van de fitis omschrijven. Met 2 à 3 zangposten blijven ze standhouden.

Grote gele kwikstaart Aan de twee bruggen van Itegem werden meermaals adulte vogels met aas gezien. Alhoewel de bruggen

Tuinfluiter Een zeer wisselvallige zomergast en broedvogel. Maximaal 5 zangposten werden geteld.

8

- grote nete -


Wielewaal De wielewaal is een liefhebber van oudere populierenbossen. Van deze prachtige vogel werden het hele voorjaar 2 roepposten waargenomen. Op 18 mei zelfs 3 roepposten.

Waterhoen Op 27 april op 3 locaties waterhoenen. Op 1 mei een koppel met 7 jongen (pas uitgekomen). Op 8 juni een koppel met 2 jongen (andere locatie). Grote Canadagans Een koppel bracht drie jongen groot.

De Grote Canadagans is een invasieve exoot die steeds talrijker broedt in onze contreien

Buizerd Op 8 van de 9 rondes werden buizerds waargenomen. Horsten werden niet gevonden alhoewel we toch 1 à 2 broedparen vermoedden. Wespendief Op één locatie werd meermaals een wespendief gespot. Ook hier werd geen exacte nestlocatie gevonden. Torenvalk Eén geslaagd broedgeval in een nestbak met 6 uitgevlogen jongen. Krakeend en kuifeend Beide eendensoorten werden regelmatig waargenomen in het broedseizoen. Vermoedelijk waren er toch enkele broedgevallen van zowel kuifeend als krakeend. Jongen werden evenwel niet gezien.

Speciale waarnemingen tijdens de inventarisaties Op 27 april en 12 mei telkens een zwarte wouw. Op 18 mei een overvliegende wulp. Op 8 juni vlogen 2 lepelaars over.

Broedvogelinventarisatie 2015 Ook dit jaar worden in april,mei en juni inventarisatierondes gelopen in de Netevallei tussen Lodijkbrug en Pallieterhoeve. Als je interesse hebt om hieraan deel te nemen, kun je dit met Stefan Janssens afspreken: 0497 22 18 59.

Wilde eend Eén zeker broedgeval met 11 jongen.

- grote nete -

9


Bijzondere waarnemingen door Herman Berghmans BIJZONDERE WAARNEMINGEN IN ONZE REGIO

DECEMBER 2014 – FEBRUARI 2015

VOGELS De hele periode verbleven 1 à 3 futen op het Trichelbroek in Eindhout (HEP, BAH, PLD, BEH, VEL, VDV, COP, VDV, MEE). Op de Roostvijvers in Veerle verscheen opnieuw een exemplaar vanaf 27-2 (VDV). Hun kleiner neefje de dodaars werd opgemerkt eveneens in het Trichelbroek op 21-12 (COK) en op de Pidpa-vijvers te Westerlo op 6 en 16-2 (VED). Tijdens de slaapplaatstelling van aalscholvers op 17-1 werden er in de Roost 84 slapers geteld (BEH). Telkens 1 grote zilverreiger werd in de regio geregeld gemeld met waarnemingen in het Trichelbroek (BEH, HEP, VKJ, VEL, BAH, COP, VPJ, VDV), de Roost (BEH, VDV, DAR), in Varendonk (BEH, VDV), het Makelsbroek in Veerle (MEE) en in Westmeerbeek (ADR). Vanaf eind februari werden ooievaars genoteerd. Op 21-2 overnachtten er 5 op de watertoren van Herselt (CRA, BEH, HEP) (foto). Een dag later trokken er 11 noordwaarts over Averbode Bos & Heide (AB&H) (FOJ) en van 26 op 27-2 verbleven er 9 in de Busschotten in Veerle (DAR, DAW, BEH, HEP, JAM) (zie foto blz. 11). De in vorige periode gemelde knobbelzwaan zwom nog rond in het Trichelbroek tot minstens 4-12 (PIR, BEH). Een maximum van 80 brandganzen werd opgemerkt in de Paardsbossen te Veerle op 13-12 (VDV, BEH). 90 kolganzen vlogen zuidwaarts over Hallaar op 26-12 (JAS), rietganzen met 10 op 28-12 en 2 op 4-2 over Blauberg (HOA) en 3 over Vorst op 28-12 (LEK) en 97 grauwe ganzen over AB&H op 11-2 (JAM). Deze laatste soort blijft ook in kleine aantallen in de regio pleisteren met o.a. waarnemingen van 2 in de Roost (HEP), 2 à 9 in AB&H (VDHG, VDHD, DAR, DCR, JAM, AEK), 2 à 5 in het Trichelbroek (BEH, VEL, HEP, VDV), 2 in Ramsel (DAG), Varendonk (VDV) en de Langdonken in Herselt (VDB). Tot maximum 12 mandarijneenden verbleven in AB&H (DAR, VDHG, CLH, JAM), 6 in de Roost en 1 in Varendonk (BEH). Op 10-1 werd er een (door een roofvogel?) geslagen prooirest van deze soort ontdekt in het Elschot te Blauberg (BEH). Een bergeend liet zich opmerken in het Trichelbroek op 8-2 (VEJ, BEH). Hier verbleven ook maximale aantallen van 34 krakeenden op 4-2 (VEL), 10 slobeenden op 4 en 31-1 (LOR, BEH), 78 wintertalingen op 4-2 en 13 tafeleenden en 37

10

kuifeenden op 19-1 (VEL). In het Trichelbroek en Varendonk samen werden op 8-2 niet minder dan 680 wilde eenden geteld (BEH). Mooie aantallen krakeenden verbleven verder met 25 in de Roost op 21-12 (BEH), met 20 in de Netevallei in Hallaar op 14-1 (LOR), met 34 op de Pidpa-vijvers in Westerlo op 6-2 en met 11 ten slotte in AB&H op 25-2 (JAM). Een mannetje pijlstaart werd dan weer gezien in de Kwarekken te Westerlo op 29-12 en 14-2 (LOR, DCR). Om te eindigen met de zwemvogels zwom er op 18-1 nog een koppeltje grote zaagbekken op de Nete te Booischot (VAF). Bijzondere roofvogels werden deze winterperiode weinig gemeld. Zowel op 24 als 28-2 passeerde in AB&H een rode wouw (JAM, VDHG). Telkens 1 smelleken werd opgemerkt in de Netevallei in Westerlo op 1-2 en langs de Nete in Hulshout op 15-2 (DAG). Slechtvalken maakten AB&H onveilig op 2712, 17, 25 en 28-2 (VDHG, CLH, LEK, JAM). Deze soort werd ook nog genoteerd in Varendonk op 19-12 (DPJ), in Heultje op 26-12 (VDHD) en in Vorst ten slotte fotografeerde MEE er 1 op 5-1 (foto)

Slechtvalk (foto Eddy Meyen) Patrijzen zijn nog steeds verder op de terugweg met slechts 1 melding van 4 in Itegem op 19-2 (MAJ). Op 6-1 werd een kraanvogel alleen gehoord over AB&H (JAM) terwijl er op 20-2 2 oostwaarts zweefden (AEK). Op 21-2 werden er nog 10 over Herselt gemeld (CLR). Van watersnippen werden er maximaal 50 geteld in de Langdonken op 14-12 (VKJ, RAA) en 18 in AB&H op 24-1 (VDHG). Hier werd ook telkens 1 bokje opgestoten op 11 en 24-12 en 25-2 (HDW, VMF,JAM). Deze soort werd ook ontdekt in Blauberg op 22-1 (HOA) en in het Trichelbroek 2 op 29-1 (VEL).

- grote nete -


Middelste bonte spechten zetten hun opmars verder. De soort werd de voorbije winter opgemerkt in AB&H (DCR, HEM, VDHG, VDHD, AEK, VLA, LEK) in de Ossenbroeken te Eindhout (LEK), in Varendonk (BEH), in de Beeltjens en de Netevallei te Westerlo (DCR), in het Varenbroek in Herselt (DCR) en in Heultje (KEJ). De eerste zingende boomleeuweriken lieten zich horen in AB&H op 10-2 (DAR). Er waren ook enkele grotere pleisterende groepen op verlaten akkers, zo 12 op 6-1 en 10 op 12-1 te Zoerle-Parwijs (DCR, VKJ), 34 aan de Ritten in Houtvenne op 14-2 (DAG, SML) en 30 in Tongerlo op 25-2 (BEH). Overwinterende tjiftfjaffen werden gezien op Hertberg in Herselt op 3-12 (DCR) en op 30-12 in AB&H (NAP). Ook enkele roodborsttapuiten zochten geen zuidelijker oorden op en bleven hier de winter doorbrengen, zo in de Netevallei te Hallaar (LOR, DAG), een drietal in AB&H (VDHD, JAG, VDHG, NAP, HEM, JAM, LEK, DAR, TUP, DCR) en maximaal 2 in het Trichelbroek (VEL, BEH). Op deze laatste plaats was opnieuw een slaapplaats van een 35-tal waterpiepers. Goudvinken werden deze winter opvallend meer gemeld, o.a. in de Kwarekken (DCR), de Ossenbroeken (BEH, LEK), op Hertberg (DCR), in Varendonk (BEH), in het Trichelbroek (BEH, VKJ, VEL), in Truchelven in Oosterwijk (VKJ), in de Netevallei in Westerlo (DCR), in AB&H (JAM, AEK, LEK, DAR), in het Varenbroek (DCR) en in het Wijngaardbos in Veerle (BEH). Kruisbekken waren dan weer duidelijk minder talrijk. Vooral in AB&H werd deze soort nog geregeld genoteerd met maximum 10 op 4-1 en 7-2 (WOW, DCR). Verder nog 12 op 3-12 (DCR) en 4 op 23-1 (HOA) op Hertberg en 8 in Varendonk op 16-1 (VEL). Appelvinken ten slotte lieten zich opmerken op 2-1 in ’t Hoeves te Vorst (LEK), op 1-2 in de Netevallei te Westerlo en op 15-2 in de Netevallei te Hulshout (DAG), op 16-2 te AB&H (JAM), tussen 19-2 en 27-2 in Truchelven (VKJ) en op 21-2 zelfs 2 in het Varenbroek (DCR).

Negen ooievaars in Veerle (foto Paul Helsen)

- grote nete -

ZOOGDIEREN Steenmarters lieten zich opnieuw ‘vangen’ door fotovallen in Herselt op 14-1 (VSW) en in Varendonk op 28-1 (VEL). Daarnaast viel er telkens een verkeersslachtoffer langs de Steenweg op Veerle in Eindhout op 19-12 (BEH), langs de Witte Gracht in Wiekevorst op 24-12 (VHC) en langs de Oude Diesterseweg in Veerle op 28-02 (BEH). In Itegem werd een wezel door een kat gepakt op 9-2 (WOW). Verkeersslachtoffers van marterachtigen mogen nog steeds binnengebracht worden voor onderzoek door het INBO bij Joris Bosmans, Mechelaars 25, 2220 Heist-op-den-Berg 015 24 90 26 of Herman Berghmans, Wijngaardbos 45, 2431 Laakdal 0496 08 02 54. Met dank aan volgende waarnemers: ADR-Adriaenssens Ramina, AEK-Aerts Kamiel, BAHBarbier H., BEH-Berghmans Herman, CLH-Claes Hans, CLR-Claes Rik, COK-Coolkens Kevin, CRACristael André, DAG-Daems Geert, DAR-Daems Ronny, DAW-Daems Wim, DCR-Deceuster Ritchie, DEB-Derden Bart, DPJ-De Pooter Jef, FOJ-Fourneau Joop, HDW-Hennebel Dirk & Waldra, HEMHerremans Marc, HEP-Helsen Paul, HOA-Hollebeke Anthony, JAG-Janssens Guy, JAM-Jacobs Maarten, JAS-Janssens Stefan, KEJ-Keirsmaekers Jurgen, LEK-Leysen Koen, LOR-Lookman Richard, MAJMaes Joke, MEE-Meynen Eddy, NAP-Nagtegals Paul, PLD-Plu Dieder, PIR-Pieters Robert, SMLSmets Ludo, TUP-Tuerlinckx Paul, VAF-Valvekens Frans, VDB-Van Dyck Benny, VDHD-Van den Heuvel Dieter, VDHG-Van den Heuvel Geert, VDV-Van Dyck Vic, VED-Verdonck David, VEJ-Verdonck Jan, VELVanermen Lucas, VER-Verboven Rigo, VHC-Van Houdt Christiane, VKJ-Van Kerckhoven Jos, VLAVan De Laer André, VMF-Van de Meutter Frank, VOJ-Volders Jos, VPJ-Vervecken Pieterjan, VSWVan de Staey Wim, VWG-Van de Wyngaert Guido, WOW-Wouters Wilfried Bijzondere waarnemingen in onze regio tijdens de periode maart-mei 2015 worden liefst ingevoerd in waarnemingen.be of voor 10 juni 2015 doorgegeven aan Herman Berghmans via h.berghmans@skynet.be. Alvast bedankt.

11


Vale vleermuis in Averbode door VLM Ecologen van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) hebben ontdekt dat de ernstig bedreigde vale vleermuis voorkomt in het natuurgebied Averbode Bos & Heide, dat beheerd wordt door Natuurpunt. De voorbije decennia waren er in Vlaanderen amper waarnemingen van de soort. Eerder was al duidelijk geworden dat Averbode Bos & Heide een toevluchtsoord is voor andere bedreigde vleermuissoorten. In 2013 al, deden de onderzoekers van de VLM een verkennend onderzoek in Luikerdreef en de Abdijstraat (beter gekend als de Lekdreef), op de grens van de gemeenten Averbode en Tessenderlo. Bedoeling was om gericht advies te geven voor de snoei- en kapwerken die gepland stonden. Tijdens de inventarisaties werden maar liefst zeven verschillende vleermuissoorten waargenomen, en op 4 juli 2013 werd in één van beide dreven een kolonie van de franjestaart gelokaliseerd. Tijdens een onderzoek op kerkzolders, uitgevoerd door Natuurpunt en ondersteund door de provincie Vlaams-Brabant, bleken zich op de abdijzolder ingekorven vleermuizen te bevinden. De inventarisatie door de VLM leverde een schat aan informatie op, maar de onderzoekers bleven ook achter met een hele reeks niet nader gedetermineerde opnames (met speciale batdetectoren worden de roepjes van de dieren opgenomen). Deze waarnemingen worden momenteel systematisch geanalyseerd. En dit leverde alvast een mooie verrassing op: een aantal opnamen blijkt afkomstig van de vale vleermuis. De determinatie werd bevestigd door vleermuizenexperts uit Vlaanderen en Frankrijk.

Warmteminnend De vale vleermuis is de grootste West-Europese vleermuissoort. Het is een warmteminnende soort die bij voorkeur jaagt in gebieden met geen of een korte bodemvegetatie. Het basisvoedsel bestaat onder andere uit loopkevers. Deze worden gevangen door laag over de grond te vliegen en ze van de bodem te plukken. De vale vleermuis heeft een roestige glans over zijn grijsbruine vacht. De onderzijde is witgrijs. Het gezicht, de lange, brede oren en de brede vleugels zijn rozebruin. De vale vleermuis heeft een spanwijdte van 35 tot 45 centimeter. Bij de vale vleermuis werd vastgesteld dat de soort gepolariseerd licht gebruikt om zich mee te oriënteren. Bij zonsondergang gebruiken ze dit licht van de zon om hun inwendig kompas mee te kalibreren.

12

Vale vleermuis (foto Hugo Willockx)

Ernstig bedreigd Zomerwaarnemingen van vale vleermuizen zijn erg zeldzaam, en in de winter worden in mergelgroeven in Limburg jaarlijks één of twee overwinterende dieren waargenomen. En hoewel tien van de zeventien Vlaamse vleermuissoorten in gevaar zijn, is de situatie voor de vale vleermuis op papier het meest urgent: als enige Vlaamse vleermuissoort heeft ze de status ‘ernstig bedreigd’ op de IUCN Rode lijst van de zoogdieren in Vlaanderen. De ontdekking van deze vale vleermuis is dus goed nieuws, maar helaas niet meer dan een lichtpuntje. De vondst van één enkel exemplaar of een kleine restpopulatie maakt de soort niet minder bedreigd. Dit jaar zal worden onderzocht of de zeldzame vleermuis nog steeds in het gebied voorkomt. Op die manier hopen de onderzoekers meer te weten te komen over het leefgebied van de soort, en kunnen maatregelen genomen worden om de zeldzame gast het zo goed mogelijk naar zijn zin te maken in Averbode. Averbode Bos & Heide herbergt ernstig bedreigde vleermuis. Onderzoek door Marino Boyen, Johan De Ridder, Hans Roosen, Daniël Sanders van de Vlaamse Landmaatschappij. (Natuurpuntbericht van 2 maart 2015)

- grote nete -


Slechtvalken in Tongerlo door Herman Berghmans Boven op de kerktoren van de abdij van Tongerlo werd een splinternieuwe nestkast geplaatst voor het koppeltje slechtvalken dat er sinds vorig jaar geregeld gezien werd. Slechtvalken zijn vele jaren uitzonderlijk zeldzame vogels geweest in onze regio. Van nature broedden zij vooral op steile rotswanden. Zoals vele roofvogels hebben zij het vooral in de jaren zestig van vorig eeuw zwaar te verduren gehad van vervolging door afschot, vergiftging, eierroof, enz.

Europa, België … Op heel wat plaatsen in Europa heeft men op het einde van vorige eeuw geprobeerd om dit tij te doen keren. Slechtvalken kregen een wettelijk bescherming, heel wat giffen werden verboden en er werd gezocht naar alternatieve en veilige broedplaatsen door het plaatsen van nestkasten op hoge gebouwen. Voor dit laatste kwamen vooral schoorstenen van fabrieken en hoge kerktorens in aanmerking.

genomen. Het was nog wel even uitkijken langs welke kant de wijzers van het uurwerk stonden om de kast zonder ongelukken de wijzerplaat te laten passeren. Guy Robbrecht was de stuurman van dienst. Boven werd de nestbak in elkaar geknutseld en geplaatst door Gust De Weerdt en Jos Van Kerckhoven. Nog een mat (voor isolatie van de bodem) en twee tonnetjes kiezeltjes naar boven en de nieuwe broedplaats was klaar. Paul Helsen legde alles mooi fotografisch vast. Allen bedankt! Hopelijk nemen beide valken snel hun intrek in hun nieuwe woonst en mogen we dit jaar al de eerste jongen verwelkomen. Sint-Norbertus waakt …

In België nam vooral het FIR (Fonds voor Instandhouding Roofvogels) onder leiding van Guy Robbrecht hierin het voortouw. En met succes … want in 1996 zag na vele jaren van afwezigheid opnieuw een slechtvalkkuiken het levenslicht op de kerncentrale van Doel. Sindsdien mogen we in ons land opnieuw spreken van een mooie populatie van meer dan honderd broedparen.

… Tongerlo Sinds het voorjaar van 2014 werd geregeld een koppel slechtvalken opgemerkt op de kerktoren van de abdij van Tongerlo. Het ging waarschijnlijk om een nog niet geslachtsrijp koppel. Op foto’s leken de vogels ook oranje kleurringen te dragen. Dit laatste wijst op een herkomst van onze Noorderburen. Vanuit de abdij, vooral bij monde van pater Gabriël Goossens, kwam de vraag of er geen mogelijkheid was om iets voor deze prachtige vogels te doen. Na een plaatsbezoek door enkele mensen van de Natuurpuntafdelingen Grote Nete en Westerlo en Guy Robbrecht van het FIR, zette de abdij het licht op groen voor het plaatsen van een nestkast op het balkon aan de noordzijde van de toren. De abdij was bereid om de kosten van deze nestkast op zich te nemen. Natuurpuntafdeling Grote Nete sponsorde ook voor 500 euro. Natuurpunt Westerlo heeft plannen om bij een mogelijke bezetting in de toekomst een camera te installeren. Op 16 januari 2015 was het eindelijk zover. De grote nestkast werd met een katrol, lange touwen en vooral veel (her)mankracht naar boven getrokken. De hulp van pater Gabriël vanuit zijn rolstoel was mooi mee-

Zijn er betere broedplaatsen denkaar voor slechtvalken dan deze nestkast? (foto’s Paul Helsen)

- grote nete -

13


Tongvarens in Elschot door Herman Berghmans De tongvaren is onze enige niet ingesneden varensoort. Zijn bladeren, die tot een halve meter lang kunnen worden, lijken dan ook op een lange tong. Ze staan in bundels. Tongvarens groeien in België vooral in Wallonië. Hier groeien zij vooral op schaduwrijke, vochtige hellingen, dus meestal aan de noordzijde van hellingen langs riviertjes. Kalkhoudende, stenige grond is ook noodzakelijk. Dergelijke standplaatsen komen in Vlaanderen van nature niet voor. Tongvarens zijn in onze regio dan ook een zeldzaamheid en meestal gebonden aan menselijke activiteiten. De enkele vindplaatsen die de voorbije jaren werden aangetroffen, situeerden zich in stenen waterputten of op oude, vochtige muren. Vreemd was dan ook dat er op waarnemingen.be begin dit jaar een tongvaren werd ingegeven in het natuurgebied Elschot in Herselt. Dit bosreservaat is eigendom van de Vlaamse gemeenschap en wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). In dit gebied is vele jaren geleden een boswegserieus opgehoogd met steenpuin. Ondanks het

Feit dat hiertegen destijds proces-verbaal werd opgesteld, is de situatie nooit opgeruimd. De natuur heeft dit litteken ondertussen deels gecamoufleerd. Bij een wandeling over dit pad met wat meer aandacht voor de opgehoogde randen, ontdekten we niet minder dan honderd planten tongvaren in allerlei grootten en vormen. Met veel kalk (cement), schaduw en vochtigheid vonden zij hier een ideale groeiomgeving. Mooi, maar toch met gemengde gevoelens …

Tongvaren (foto Jef De Pooter)

Russisch elfje in Averbode door Frank Van de Meutter Welke dieren in België voorkomen, verandert voortdurend. Soorten breiden uit of hun areaal krimpt in. Meestal gaat zoiets stapje per stapje, maar sommige soorten hebben minder geduld. Vorig jaar berichtten we over de oostelijke vos (een vlinder), die op een aantal jaren tijd van Rusland en oostelijk Europa tot bij ons doorstootte. Een nieuw voorbeeld is het Sachalin-elfje, een tenger zweefvliegje dat vorige week voor het eerst gespot werd in Averbode Bos & Heide. Dit verhaal begint in 2005 in Denemarken waar onderzoekers enkele zweefvliegjes vangen die ze niet op naam kunnen brengen. Het zijn duidelijk elfjes, maar ze vertonen kenmerken die niet passen op de gekende soorten. Drie jaar later verplaatst het verhaal zich naar Polen, waar plaatselijke onderzoekers onafhankelijk dit vliegje ontdekken (Mielczarek 2011). In beide landen duiken ze de boeken in en komen uit op het Sachalin-elfje, een soort die enkel bekend was van het eiland Sachalin in het verre oosten van Rusland en Japan, een slordige 10.000 km oostelijker. Voor de zekerheid worden de archieven geraadpleegd, maar er is geen spoor van dit vliegje te vinden voor 2007. Het lijkt er dus op dat Europa pas recent gekoloniseerd werd. Vorig jaar werd het Sachalin-elfje dan voor het eerst in Nederland gezien, meteen op twee plaatsen (Smit en de Bree 2014).

14

Opnieuw een uitbreiding van het areaal met minstens 800 km. Amper een jaar later is België al aan de beurt: op 12 maart 2015 wordt het eerste exemplaar gevangen in Averbode Bos & Heide. Dit gevarieerde bosgebied op zandgrond, met dennen en eikenberkenbos, is een typische omgeving waar deze soort gevonden wordt. Omdat er nog maar weinig naar dit vliegje gezocht is, lijkt het aannemelijk dat het al op verschillende plaatsen in België aanwezig is. Dit verhaal illustreert dat zelfs een piepklein vliegje erin slaagt om op korte tijd op een natuurlijke manier Europa te veroveren. Wat het extra bijzonder maakt is dat dit vliegje actief is op het einde van de winter en aan het begin van de lente, wanneer het meestal nog koud is, en dus een stuk lastiger is om grote afstanden te vliegen. In Polen is de soort snel algemeen geworden. Volgens de Poolse onderzoekers kan de expansie nog het best vergeleken worden met die van het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje, dat op korte tijd alomtegenwoordig is geworden. Het Sachalin-elfje is vermoedelijk een stuk zachtaardiger – de larven eten bladluizen, mogelijk vooral op naaldbomen, voor zover we weten. Alles wijst erop dat dit vliegje een blijver is, en dat het misschien binnenkort al een algemene verschijning wordt.

- grote nete -


Lente in de tuin door Titte, den Grunen Hesteneir De taal van de vogels leren kennen kost heel wat minder moeite dan een vreemde mensentaal onder de knie te krijgen. Je hoeft er niet eens voor naar de schoolbanken, als leslokaal volstaat een stukje natuur in de lente. En waar kun je beter beginnen dan in je eigen tuin? Wel moet je er vroeg voor uit de veren, want bij dag en dauw hebben de vogels de meeste 'noten' op hun zang.

Love is in the air Vanaf de prille lente gonst de lucht van vogelheren die op vrijersvoeten lopen, want al zingend is elk mannetje op zoek naar een vrouwtje. Terwijl ze de meisjes in hun gebied nafluiten, sluimert in het achterhoofd de gedachte aan een nest bouwen en een gezin stichten. De zanglijster componeert prachtige muziek met de woorden: 'Ik ben single en vrij om te daten', terwijl de zwarte artiest die merel heet, kiest voor: 'Wie wil er met mij een nestje grootbrengen?'. Een vogelliedje is dus eigenlijk een 'contactadvertentie' op muziek. Hoe verschillend de wijsjes ook klinken, ze vertellen de beschikbare dames: 'Ik ben de beste'.

te leren herkennen, maar veel doeltreffender is het om in de vroege ochtend een wandeling onder begeleiding van een vogelkenner te maken. Hij wijst je daarbij op een duidelijke manier waar je precies op moet letten. Om een hecht paar te worden is een reeks liedjes niet voldoende. De zang van het mannetje gaat gepaard met 'baltsgedrag', lichaamstaal bedoeld om de prille relatie te bevestigen. Daarbij pronken sommige heren met hun kleurrijke veren, anderen schudden met hun vleugels of voeren een kunstig luchtballet uit. Opmerkelijk is dat de toekomstige vader zijn aanstaande verwent met smakelijke hapjes. Hij bedoelt hiermee dat hij goed voor haar zal zorgen tijdens de broedperiode. En dat hij zijn taak als vader ernstig neemt.

Een krachtige stem geeft trouwens aan dat de solist een sterke man is, die gezonde vogelkinderen zal verwekken. Voor andere mannetjes van dezelfde soort betekenen de muziekjes die ons zo zoet in de oren klinken als: 'Donder op, in dit gebied ben ik de baas'. Bij het ochtendkrieken barsten niet alle vogelsoorten in één keer los, net als onder mensen heb je 'vroege vogels' en 'langslapers'. Voor het verschijnsel, dat de 'zangklok' heet, geldt als vuistregel dat een dik uur voor zonsopgang de roodborst en de merel hun snavel openen, op de voet gevolgd door de zanglijster. Korte tijd nadien smeert de gekraagde roodstaart zijn keel. Dat het dan nog niet helemaal licht is, deert hen absoluut niet. De koolmees start zijn werkdag rond halfzes, de tjiftjaf krijgt dan nog zowat een kwartier de tijd om de slaap uit zijn oogjes te wrijven. Zo rond een uur of zes begint de winterkoning aan een lange reeks solo's, luttele minuten later gaan de huismus tjilpen. Je kunt er bijna de klok op gelijk zetten dat bij de eerste zonnestralen de vink en de spreeuw hun persoonlijke partituur openvouwen. Op hetzelfde moment levert de grote bonte specht het bijhorende slagwerk.

Foto’s Natuurpunt Sla eender welke vogelgids open, blader door naar het hoofdstuk 'zangvogels' en op enkele pagina's wemelt het van de geelgroene vogeltjes die op de een of andere manier verre familie zijn. Er zit zelfs een soort van eeneiige tweeling bij: de fitis en de tjiftjaf. Die twee kun je alleen uit elkaar houden aan de hand van hun stem. De fitis houdt het op een zachtjes en lichtjes weemoedige melodie, terwijl de tjiftjaf onafgebroken zijn eigen naam op muziek zet. Zijn stem neigt naar een wat metaalachtige klankkleur, mede daardoor betekent zijn Latijnse naam (Phylloscopus Collybita), zoiets alsof hij muntjes op een hoop gooit. Supersimpel om mee te beginnen.

Zoals ze gebekt zijn Kunnen vogels fluiten? Eigenlijk niet. Probeer zelf maar eens een liedje te fluiten met je lippen open. Vogels hebben ook geen stembanden zoals de mens; voor het zoetgevooisde geluid zorgt de 'syrinx' (synoniemen volgens Van Dale: panfluit, rietfluit), een bijzonder orgaantje dat zich aan het eind van de luchtpijp bevindt. Er zijn cd's te koop om vogelliedjes

- grote nete -

15


Van de spreeuw mag je met een gerust hart zeggen dat hij een alledaags vogeltje is. Je kunt hem gemakkelijk naar de tuin lokken door een gepaste nestkast op te hangen. Opvallend is zijn zangkunst: hij pruttelt een reeks geluiden bijeen bestaande uit klikkende, rollende en slissende klanken eindigend in een dalend gefluit. Bovendien is hij een geboren imitator die de zang van andere vogels feilloos nabootst. Het kost hem ook niet de minste moeite om een piepend rijwiel, een rinkelende telefoon, een miauwende poes, een huilende baby … in zijn repertoire op te nemen . Zingt de grote bonte specht een liedje, dan roffelt hij met zijn snavel op een tak. Hij kiest daarvoor uiterst zorgvuldig een dode boomtak, die de resonantie van een klankkast heeft. Tenslotte moet zijn geluid zo ver mogelijk dragen. Ook voor het uithakken van een nestholte in een stam en voor het slopen van rottend hout op jacht naar insecten, gebruikt hij zijn bek-vooralle-werk. Hij kreeg daartoe van de natuur een doeltreffende schedel mee: het kraakbeen in zijn kop zet elke hamerslag razendsnel om in een draaiende beweging, waardoor de trillingen al gedempt worden voor ze zijn hersenpan bereiken. Daarom krijgt de specht van al dat drummen en timmeren dus nooit hoofdpijn. 'Rin-tin-tin-tin – blubblubblur – sus-ke-wiet'. Zo ongeveer klinkt, in mensenwoorden nagezongen het liedje van de vink, 'de vinkenslag'. Maar niet altijd en overal, want de laatste woordjes, su-ke-wiet, ontbreken soms. Vreemd genoeg zit de eindstrofe in sommige delen van het leefgebied simpelweg niet in hun talenknobbel geprogrammeerd. Je zou dus van een plaatselijke vinkendialect kunnen spreken.

Aan tafel! De lange en sombere wintermaanden hebben de voorraad van de natuur totaal uitgeput. In het voorjaar ontwaakt Moeder Aarde, maar er zijn nog geen granen en zaden en de insecten zijn schaars. En toch moeten de tuinvogels voldoende energie vinden om te zingen, nestjes te bouwen en hun jongen groot te brengen. Dat je de vogels in de tuin alleen in de winter zou mogen helpen is een achterhaalde theorie. Maak je op die manier de vogels niet gemakzuchtig, nemen ze dan nog de moeite om op eigen kracht naar voedsel te zoeken? Wetenschappers zijn het er al geruime tijd over eens: vogels vertrouwen nooit op één voedselbron, hoe gemakkelijk die ook te vinden is. Dat je tuinvogels in de winter een flinke duw in de rug kunt

16

- grote nete -

geven door voedsel aan te bieden is geweten. Maar zingen, een nest bouwen, eitjes leggen, jongen grootbrengen, dat kost ook een flink pak energie. Terwijl er in het voorjaar nog maar weinig te rapen valt. Zaadeters zoals de mus en de groenling hebben het moeilijk, de voorraadschuur van Moeder Natuur werd immers in de wintermaanden tot op de bodem leeggehaald. Insecteneters, zoals de koolmees en de pimpelmees, hebben het ook allesbehalve breed, het aanbod aan vliegend en kruipend grut staat in de lente nog op een waakvlammetje. De eiwitrijke kost die broodnodig is om de jongen sterk en gezond te laten opgroeien, is slechts mondjesmaat voorhanden. Als schraalhans keukenmeester is, wordt het de hoogste tijd voor lentehulp! De vetbollen en pindanetjes haal je in de lente weg, dat blijft een vaststaand feit. Die vetrijke winterhulp vervang je nu door andere kost, die kant-en-klaar te koop is. De samenstelling daarvan komt tegemoet aan de noden van het nieuwe seizoen, zodat je de tuinvogels ook in de lente niet in de kou laat staan. Dit is niet het soort voedsel dat je zelf kunt bereiden, want behalve een tiental zaadsoorten wordt er een flinke portie gedroogde insecten en wormen in verwerkt. Eiwitrijke kost dus, zachte eierbeschuiten en honing zorgen voor een menu dat letterlijk gesmaakt wordt. Fijngemalen oesterschelpen maken het geheel rijk aan calcium. Ideaal voor sterke eierschalen. Het lentemengsel is te verkrijgen als strooivoer, dat je net als in de wintermaanden best verdeelt op een voederplank. Merel, roodborst en heggenmus veranderen immers wel van menu, maar niet van hun gewoonte om op de grond rond te scharrelen. En om struiken als een nooduitgang binnen handbereik te hebben. De mezensoorten en de specht blijven trouw aan hun acrobatische manier om slingerend te dineren. Daarom zijn er voedersilo's in de handel die je kunt ophangen. Zoals altijd met een waakzaam oog op de veiligheid: buiten het bereik van rondstruinende katten. Voor de merel en de zanglijster is kort gemaaid gras een ideale plek om aardwormen uit de grond te puren. Ook de spreeuw beschouwt een geschoren gazon als een perfecte werkvloer, met de krachtige spieren in zijn puntige snavel (die hij ook in de grond kan openen) tast hij naar in de grond levende insectenlarven. De poppen van de langpootmug weet hij feilloos op te sporen.


Jongen grootbrengen en nestjes bouwen Een merelvrouwtje legt een vijftal eieren, bij de pimpelmees kan dat aantal oplopen tot meer dan twaalf per legsel. Die worden stuk voor stuk in het lichaam gevormd en gelegd, een ei per dag. Het broeden begint pas als het legsel voltallig is, zo verlaten alle jongen op hetzelfde moment de eierschaal. Een gezin met tien pimpelmeeskinderen grootbrengen is hard aanpakken voor de ouders. Tot duizend insecten per dag verdwijnen in de open snaveltjes. Hongerige jonge vogels sperren hun snavel wijd open als één van de oudervogels op het nest landt. De binnenkant van de keel vertoont een opvallend roodgele kleur; als de ouders dit zien, worden ze gestimuleerd om de meegebrachte picknick in het open bekje te proppen. De jonkies die hun nek het hoogst naar boven steken, worden als eerste op hun wenken bediend. Eten en ontlasting gaan hand in hand. Zo tonen jonge vogels bij tijd en wijle hun achterste aan de oudervogel van dienst. Mama of papa pakt de wittige 'luier' (een mestpakketje gehuld in een vlies) in de snavel en vliegt ermee weg, om die een eind van het nest te droppen. Je kunt maar beter op veilig spelen en rovers niet op ideeën brengen. Op het nest zitten en twee tot drie weken broeden, het lijkt een gemakkelijke klus. In de praktijk is het zo dat er in het lichaam van de aanstaande moeder stoffen vrijkomen die haar stimuleren om al die tijd geduldig op eitjes te blijven zitten. Bij de meeste tuinvogels is de taakverdeling klassiek: het vrouwtje broedt, terwijl het mannetje haar voedsel op het nest brengt. Een eeuwenoud rollenpatroon. Het voeren van de uitgekomen jongen is dan weer een gevleugelde duobaan. Dat we de natuur dagelijks ontmoeten, danken we aan de huismus. Vroeger dan toch, want het gaat niet goed met het mussenbestand. Het mannetje is een branieschopper, het vrouwtje een onopvallend en bescheiden figuurtje. Een echte huismus dus. Erg leuk om te zien is hoe hij haar het hof maakt. De heren spreiden hun staartje als een pauw en hippen om de dames heen. Samen jongen grootbrengen, smeedt een ijzersterke band. Het echtpaar mus blijft elkaar een leven lang trouw. Pikant detail: naar verluidt kan mevrouw mus haar man best een slippertje vergeven.

Een rood vlekje tussen de takken hoeft niet altijd een roodborstje te zijn. De borstveren van het mannetje goudvink (een minder algemene neef van de vink) kleuren ook opvallend koraalrood. De dames zijn gehuld ineen beige kleed. Je ziet deze prachtige vinkjes vaak met zijn tweeën, want ze vormen een paar voor het leven. Een exclusieve relatie.

Bloemen Zoemen, fladderen en fluiten vullen elkaar aan. Sterker nog, een vogelvriendelijke tuin kan niet zonder insectenbezoek. En die laten zich gemakkelijk lokken met bloemen. Er zijn voldoende inheemse bomen en struiken die prachtig bloeien en sterk geuren, en waar je eigenlijk weinig omkijken naar hebt. Een greep: Gelderse roos, vlier, lijsterbes, liguster, hondsroos en zoete kers. Met deze planten kun je een gemengde haag gestalte geven. Onder de klimmers zijn kamperfoelie, wilde wingerd en klimop favoriet. Ideaal zijn ook sleedoorn en meidoorn omdat ze vroeg bloeien. Voor elk wat wils! Wat zou een zomerse tuin zijn zonder bloemen? Dit zijn een handvol troefkaarten die in de komende maanden insecten aantrekken: zonnehoed, phlox (vlambloem), lavendel, kamille, vingerhoedskruid, lupine, grote kaardebol, echte guldenroede. Planten met bloemschermen, zoals venkel en engelwortel, doen het altijd goed, omdat insecten er gemakkelijk kunnen op landen. Heide, hemelsleutel en herfstaster bloeien in de nazomer.

Meer vogels in je tuin Bomen, struiken, bloemen, insecten … vogels hebben ze nodig. Nog een paar tips ten slotte om meer vogels in je tuin te krijgen:

Breng hoogteverschillen in de structuur van je tuin. Maak geleidelijke overgangen van het gazon naar de planten, struiken en bomen. Vervang schuttingen door hagen en heggen. Hou je tuin niet te netjes. Rommelhoekjes zijn erg in trek onder insecten en zangvogels. Luisteren naar de natuur (en de natuur in de eigen tuin bestuderen). Voor onze (school)kinderen zou het een verplicht vak moeten zijn!

In zijn land van herkomst krijgt 'kumru' geen strobreed in de weg gelegd. Integendeel, de Turkse tortel is er zowat de nationale lieveling. Zou het misschien daardoor komen dat hij absoluut niet bang is voor mensen? Helemaal op eigen vleugels veroverde dit torteltje West-Europa, nu trekt het zelfs 's winters niet meer weg. In de buitenwijken vindt hij voedsel in overvloed, want hij pikt graag een graantje mee van het aangeboden assortiment.

- grote nete -

17


De ekster: slimme, praatzieke dief door Titte, den Grunen Hesteneir Eksters behoren tot de kraaienfamilie. Ze zijn onmiskenbaar met hun zwart-witte verenkleed en hun lange staart. Eksters zijn luidruchtig van aard. Het zijn echte cultuurvogels: ze weten zich wonderwel aan te passen aan veranderde levensomstandigheden. Ze zijn er niet vies van vuilnisbakken te plunderen, zijn oplettend van aard en worden weinig of zelden als verkeersslachtoffer aangetroffen, hoewel ze zich dikwijls ophouden langs wegen om overreden prooi op te peuzelen. In tegenstelling tot vogels zoals de zwaluw, de koekoek en de ooievaar, die als typische heilbrengers werden beschouwd, werd de orde der kraaiachtigen duidelijk in verband gebracht met onheil. De ekster, opvallend door zijn zwart-wit verenkleed en zijn luidruchtigheid, werd vanouds als ongeluksvogel, verkondiger van dood en rampspoed, zelfs als heksendier en verpersoonlijking van de duivel beschouwd. Vrij algemeen beweert men dat de ekster inderdaad de vogel is die het meest omgang heeft met de duivel of zijn handlangers, en dat hij zeven haren van de duivel op zijn kop heeft. Soms vertegenwoordigt de vogel dus de heks of de duivel zelf.

Onheilsbode In talrijke sagen en legenden komen heksen voor in ekstergedaante, ofwel gebruiken ze de ekster om er zich mee te verplaatsen. De West-Vlaamse scheldnaam ’aakster’ of ’akstere’ betekent zoveel als tovenares of heks. Dankzij hun omgang met duivel of heks hebben de eksters de gave gekregen om onheil, dood en oorlog te kunnen voorspellen. In de Ardennen zijn eksters die van rechts naar links vliegen een slecht teken voor degene die op reis gaat, terwijl het in Bretagne andersom is. Zeer ruim verspreid is het geloof dat iemand moet sterven in het huis waarboven langdurig en schreeuwend eksters cirkelen. Elders vliegt de ekster rond de kamer en klopt hij zelfs op de venster. In de Eifel heet de ekster ’Totenvogel’. Wanneer men in sommige streken bij het verlaten van het huis ’s morgens vroeg het krassen en schreeuwen van kraaien en eksters hoort, dan zal één van de daden tijdens die dag uitgevoerd ongelukkig aflopen. Vliegt de ekster schreeuwend om het huis, dan kan men onwelkom bezoek verwachten. In West-Vlaanderen beschouwde men de dag als noodlottig als het eerste levende wezen dat men zag voor men ontbeten had, een ekster was. Eksters konden weleens een naderende oorlog of ander onheil voorspellen.

Ekster op een gazon (foto Vic Van Dyck)

18

Dief en verklikker Dat de ekster een kwaadaardige vogel is, komt ook nog tot uiting in zijn diefachtige aard. ’Larron comme une pie’ (een dief als een ekster) zegt men nog altijd in Frankrijk. In de Elzas werd een meisje opgehangen omdat men beweerde dat ze een zilveren lepeltje had gestolen. Dit werd later teruggevonden op de plaats waar een ekster het had naartoe gebracht. Sindsdien regent het altijd op de verjaardag van haar doodstraf. Het zijn inderdaad blinkende voorwerpen die de aandacht van de ekster trekken: zilverpapier, sieraden, glas, enz. Hier is ook de spotnaam ’ekster’ van toepassing, die de oude Grieken gaven aan vrouwen die in de tweede en derde maand van hun zwangerschap bevangen waren door de ziekelijke lust om te stelen. Bij de oude Germanen waren stelende vrouwen niet strafbaar als ze zwanger waren. In de medische wereld spreekt men trouwens in verband met zwangerschapslusten over de ‘pica gravidarum’, afgeleid van pica (ekster). In sommige gevallen kon de ekster ook weleens nuttig zijn voor de mens, die uit zijn gedragingen een en ander kan afleiden wat hem ten goede kan komen. Zo geldt de vogel voor boswachter, jager en politie als verklikker. Ze wijst immers stropers aan door boven hen in een boom te gaan zitten schreeuwen. Algemeen werd ook aangenomen dat als men uit stelen ging en er op dat ogenblik een ekster schetterde, men altijd werd betrapt.

Therapie Op geneeskundig vlak is er met de ekster ook nog iets nuttigs te verrichten. De ekster dankt zijn therapeutische betekenis bij vallende ziekte waarschijnlijk aan zijn beweeglijkheid. Daarom is het vlees van de ekster goed tegen epilepsie, evenals het poeder van tot kool verbrande eksters. Voor de volksmens was het duidelijk dat die beweeglijke, huppelende eksters zelf aan epilepsie leden en dus tegen deze ziekte konden worden aangewend. Net zo maakt de epilepticus ook dikwijls schokkende bewegingen veroorzaakt door spierkrampen. De naam eksteroog is een toespeling op het kwade oog dat op iemand valt in de vorm van een eksteroog.

- grote nete -


Van Jakke tot gazette Eksters werden veel in kooien gehouden om ze van de ’tongriem’ te snijden en ze het babbelen aan te leren. Ze kregen dan ook allerlei vertrouwelijke namen afgeleid van persoonsnamen. In Engeland: ’Mag, Magge, Margaret, Marget’. In Frankrijk: ’Margot, Margot la Pic’. Het Engelse 'magpie’ is waarschijnlijk afgeleid van het Franse ’magot’ (aap), omdat de gekke en dwaze bewegingen van de ekster in een kooi vooral aan een aapje doen denken. De vraag die hierbij kan gesteld worden, is of de naam voor de aap niet afgeleid is van de naam van de ekster. Bij ons luidde de vertrouwelijke naam ’Hanne’, afgeleid van Johannes: de roepnaam voor de tamme ekster, die aldus een volksnaam werd voor de ekster in het algemeen. De naam werd op allerlei wijzen vervormd: ’Hannepap, Hannekwast, Jan, Janneke, Jen, Jenneke’. Andere Franse namen zijn ’Bavardière’ en ’Pie Bavarde’, teruggaand op het gekrijs van de vogel. Bavarder betekent babbelen of snateren. In het Frans noemde men een babbelzieke vrouw ’Bec de pie’. Ook interessant is dat de naam ’gazette’ voor een dagblad – oorspronkelijk een blad met roddels en weetjes – afgeleid is van het Italiaanse woord voor ekster: ’gazza’. “Amaai, is me dat een hannekesnest“ zegt men van een slordig en vuil huishouden. De ekster heeft namelijk de gewoonte om van alles en nog wat ter versiering mee naar zijn nest te slepen: touw, vodden, plastic zakken, gekleurde wol, papier en zilverpapier. Dit laatste sluit dan weer aan bij zijn diefachtige aard. Al wat blinkt interesseert de vogel.

Van tongriem snijden en praten De gewoonte van deze vogelsoort om te babbelen, te snateren en te schreeuwen, was een zoveelste eigenschap die bij het volk opviel. Als hij ergens lelijk schetterend rondvloog, dan mocht men er zeker van zijn dat hij iets kenbaar wou maken of iemand verraden. Eksters in gevangenschap schijnen zeer snel en trouw te zijn en men kan ze van alles leren. Toen ik nog een jonge snaak was, had ik samen met mijn toenmalig kameraadje een jonge ekster uit de nest gehaald. Wij noemden hem niet toevallig Jakke, leerden hem allerlei trucjes en trachtten hem zelfs enkele simpele woordjes bij te brengen zoals verdoeme, klootzak (excusez le mot), vetzak … We waren zo fier als een gieter op onze nieuwe aanwinst, wanneer we met Jakke op onze schouder door de straat paradeerden. Op een dag vonden we onze onfortuinlijke ekster doodgebeten door een of andere straathond. We waren ontroostbaar – nooit zou ik nog zo'n goeie vriend tegenkomen. Vele jaren later zou ik een andere vreemde vogel in de beemden ontmoeten, die me nog meer over de natuur vertelde dan ik al wist. Helaas zou ik ook deze vriend vroegtijdig verliezen.

Ze kunnen praten en zelfs wijsjes fluiten. Het aanhoudend geschetter is amusant om te horen. Vooral gesneden eksters waren tot meer in staat dan andere: door de tongriem in te snijden werd deze wat losser gemaakt. De spanader of tongriem werd losgeknipt om de tong vrijer en beweeglijker te maken. Vroeger waren er in elk dorp beroepsmensen die eksters en gaaien sneden en vinken blindbrandden. Als nu een ekster drie keer onder het mes of de schaar gelegen had, kon zij duidelijk sommige woorden en korte zinnen uitschreeuwen. Van mensen die ferm kunnen praten zegt men: ’Hij is van de spanaard (spanader) gesneden’. Om de pijn te verzachten en de wonde te genezen werd er gewoonlijk wat zoete boter opgesmeerd. Men spreekt over ’klappen als een ekster’ of ’jaser comme une pie’. De volksnaam ’Kalle’ werd ook toegepast op een babbelzieke vrouw. Later ging dit over op een dwaas vrouwmens dat zich gemakkelijk liet bedriegen. Hier echter lijkt het verband met de slimme ekster verloren te zijn gegaan.

Nesten verdelgen Hoe zou het komen dat de ekster zo'n bouwvallig nest maakt? De vogel zorgt weliswaar voor een dak, maar dit is zo slordig gebouwd dat het geenszins beschut tegen regen en wind. Christus vervloekte de vogel en veroordeelde hem ertoe slechts een slecht beschuttend nest te kunnen maken, omdat hij zich krijsend en schreeuwend boven zijn hoofd had geplaatst toen hij aan het kruis hing. Het was vroeger ook gebruikelijk, net zoals dit voor kraaien het geval was, om eksters te verdelgen. Eksternesten in de top van een boom werden door kwajongens nauwlettend in de gaten gehouden, om te zien wanneer de bouw voltooid was. Alle gevaar trotserend klom de moedigste naar de hoogste top om de eieren te roven. Als de jongens van de vogelen kippeneieren samen een roerei sloegen, liet men over het algemeen de ekstereieren eruit. Moeder liet immers nooit na te vertellen van de Onze-LieveVrouwverwensing. Ze waren al tevreden en trots op wat ze gedaan hadden met een lange rij eierschalen die op een draadje gestoken te pronken hingen langs de vensterbank. Vroeger was het in de vogelrijke Kempen een gewoonte eierschalen aan beelden en schouwgarnituren op te hangen. Na korte tijd werden ze toevallig verbrijzeld of vuil en bestoven weggeruimd. Samengevat kunnen we wat betreft de ekster eindigen met een oude Latijnse spreuk: ’Pica sagax, loquax furax’. De ekster is slim, praatziek en diefachtig.

- grote nete -

19


Insecticiden richten ravage aan door Maarten Keulemans / De Morgen Een Europees rapport bewijst dat bepaalde gifstoffen, namelijk neonicotinoïden, vogels en vlinders nog meer schaden dan gedacht.

zwakheden. Wij proberen naar het totaal te kijken. En we constateren dat er een stroom publicaties op gang is gekomen die allemaal hetzelfde bewijzen.’

Sla, andijvie, aardappelen, bloembollen en erwten: het zijn allemaal gewassen waarin neonicotinoïden zitten. Die insecticiden werden ooit gezien als wondermiddelen voor de landbouw, maar blijken heel erg schadelijk voor vogels en andere soorten. Dat is een van de conclusies van het hoogste onafhankelijke wetenschapsorgaan van Europa, Easac, in een advies aan de Europese Commissie. Die had gevraagd om de kennis over de insectendodende neonicotinoïden nog eens op een rij te zetten.

Ontzettende stap terug

Politici en wetenschappers staren zich in het debat over neonicotinoïden blind op het wel en wee van de honingbij. ‘Er is echter groeiend bewijs dat andere onschadelijke insecten en zelfs vogels ernstige schade van de gifstoffen ondervinden’, aldus het rapport.

Wetenschappelijk bewezen Zich baserend op ruim honderd recente studies stelt Easac dat er 'duidelijk wetenschappelijk bewijs’ is dat ook zeer lage doses schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld. Bovendien is er steeds meer bewijs dat de gifstoffen ‘ernstige negatieve effecten' hebben op soorten als kevers, vliegen en hommels. Neonicotinoïden zijn systemisch: de stoffen worden opgenomen door de plant, vaak nadat ze als coating op de zaadjes zijn aangebracht. Ze zijn bedoeld om insectenplagen in de landbouw tegen te gaan, maar er zijn al jaren aanwijzingen dat ook andere soorten er last van hebben. Zo ontdekten Nederlandse wetenschappers afgelopen zomer dat insectenetende vogels als de spreeuw, de boerenzwaluw en de ringmus in aantal zijn gedaald in gebieden waar veel neonicotinoïden worden gebruikt. Europa besloot in 2013 het gebruik van enkele van de gifstoffen aan banden te leggen, in toepassingen waarvan honingbijen schade zouden ondervinden. Maar, zo constateert Easac nu, uitgerekend bij de honingbij levert het onderzoek tegenstrijdige resultaten op. Daartegenover staan steeds meer studies die uitwijzen dat andere soorten grote schade oplopen. Zo nam het aantal motten de afgelopen decennia met een derde af, staat van alle dagvlinders ruim de helft onder druk en dreigt een kwart van de Europese hommelsoorten te verdwijnen. Daarbij spelen waarschijnlijk ook andere factoren een rol, maar het is vooral de optelsom die telt, zegt . zegt hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie Frank Berendse, een van de dertien experts die het rapport schreven. ‘Afzonderlijke studies hebben allemaal hun

20

Easac wijst erop dat het royale gebruik van neonicotinoïden – al in de zaadjes van talloze groenten en andere gewassen – haaks staat op de belofte ‘alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de plaagbeheersing met laag gebruik van pesticiden na te streven’, zoals de Europese Commissie zes jaar geleden plechtig formuleerde. ‘Waar wij ons grote zorgen over maken, is het gebruik van deze stoffen uit voorzorg’, zegt prof. Berendse. ‘Het EU-beleid was gericht op geïntegreerde plaagbeheersing’: pas als er bepaalde schade aan je gewas is, gebruik je pesticiden. In vergelijking met dat principe is dit een ontzettende stap terug.’ Koos Biesmeijer, hoogleraar functionele biodiversiteit, heeft het over een belangrijk en objectief rapport. ‘Dit is niet: je gooit er gif op en de insecten gaan dood. Vaak zie je heel subtiele effecten, zoals minder nakomelingen, of meer mannetjes dan vrouwtjes.’ Organisaties van de gewasbeschermingsmiddelenindustrie wijzen er echter op dat de middelen al na een uitgebreide risicoanalyse op de markt zijn toegelaten en dat de studies die Easac samenvat, bekend zijn. ‘Als er nieuwe aanwijzingen zijn dat niet langer wordt voldaan aan de toelatingscriteria, dan kan de overheid ingrijpen.’ Later dit jaar moet de Europese Commissie een besluit nemen over de zaak, onder meer op basis van het Easac-rapport. De urgente vraag die zich daarom opdringt, is hoe het dan wél moet, denkt bijenexpert Biesmeijer. Een vraag die Easac bewust openlaat. ‘Ons voedsel moet toch worden gekweekt. En het is ook een ellende als je teruggaat naar het gif dat we vroeger hadden: daar gingen de insecten gewoon meteen van dood’, zegt hij.

Wat zijn neo-nicotinoïden? - Werden in de jaren 90 binnengehaald als milieuvriendelijk alternatief voor de giffen die men toen tegen plaaginsecten beschikbaar had. - Werken subtiel, door communicatie te storen tussen zenuwcellen die alleen insecten hebben. - Mensen hebben er geen last van. - In België wordt jaarlijks zo'n 50 ton verkocht, als imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam. - De consument haalt ze niet alleen via reguliere landbouw in huis, maar ook in toepassingen als vlooiendruppels, mierenlokdozen en vliegenstickers.

- grote nete -


Zegswijzen over plant en dier uit: ‘Wat van eksters komt, huppelt graag’, W.P.Postma & E.A.J.Scheepmaker Dat is geen sikkepitje waard … Niets waard dus, of nauwelijks iets en dat is te begrijpen, want een sikkepitje is een keuteltje van een sik, een geit. En een sikkebaard of sik is oorspronkelijk de baard onder de kin van de geit. De uitdrukking is pas in de Gouden Eeuw (zeventiende eeuw) in onze taal ontstaan. Opvallend is, dat het woord ‘sikkepitje’ alleen met een ontkenning wordt gebruikt: dat kan me geen sikkepitje schelen! In West-Friesland (Noord-Holland) kent men de synonieme uitdrukking: dat is geen schapepitje waard. In het Arthur-verhaal Ferguut zegt ridder Keye: ‘Hi seide hine gaver niet omme twee peren.’ (Hij gaf er geen sikkepit, niets en niemendal om.) En in de Arthur-roman Lanceloet lezen we: Ic en gave niet om Lanceloets minne Een gers dat uut ter eerden gaet. (De liefde van Lanceloet is haar geen grassprietje, geen zier, geen sikkepit waard.) Deze twee citaten maken duidelijk dat men voor de Gouden Eeuw andere uitdrukkingen bezigde om uit te drukken dat iets niet de moeite waard was.

Gedicht

Sikkeneurig, dat ‘zeurderig’, ‘onvriendelijk’, ‘vitterig’ betekent, heeft met onze sik niets te maken. Het is een verbastering van het Franse ‘chicaneur’, dat weer van ‘chicane’ is afgeleid. ‘Chicanes‘ zijn vitterijen, haarkloverijen, kleingeestige, bedillerige opmerkingen. Geiten (Capra) behoren tot de herkauwende dieren, die bovendien holhoornig zijn en eenhoevig. In tegenstelling tot schapen hebben zij een kinbaard, een sik. De bok, de mannelijke geit, heeft bij het begin van de staart een paar klieren die een vocht afscheiden met een zeer penetrante geur, de typische bokkengeur. De voorhistorische bewoners van Europa, die in paalwoningen woonden, hielden al geiten. In de eeuwen daarna waren het vooral de minder kapitaalkrachtigen in onze contreien die geiten hielden voor de melk. Een geit kan zo’n zeshonderd liter melk per jaar leveren, en werd/wordt dan ook wel ‘de koe der armen‘ genoemd. Vondel schrijft in een vertaling van Vergilius’ landgedichten het volgende: De geit beschaft meer melks, en teelt u vele jonghen Hoe gij de geit meer melkt, dat d’emer van de sprongen Der vette melkbron schuim, hoe zij meer mellek geeft.

Daguitstap Doode bemde (Heverlee)

Floortje J’opa dag Warm handje in mijn hand snot afvegen aan de jas door de bruine bladeren rollen springen in de grote plas

Deze locatie is de laatste jaren bekend geraakt als overstromingsgebied voor Leuven. Er zijn meerdere reportages op tv geweest om dit gebied te situeren en te doen ontdekken. Dit is een aanrader om een prachtige dag te beleven.

kijken naar de paddenstoelen kruimels voor de vogels strooien horen hoe de wind dol waait lekker stout met eikels gooien

Zondag 21 juni 8:00 Natuurpuntlokaal, Leopoldlei 81, Hallaar Picknick meebrengen – Vervoer kostendelend Info: Stefan Janssens 015 24 28 02

heerlijk bordje warme pap verhaaltje lezen uit een boek wuiven naar het maantje dag voorbij slapen einde doek J’O Houten looppad in Doode Bemde (foto Lieven Roesems)

- grote nete -

21


Activiteitenkalender mei - juli 2015 Afdeling Heist-op-den-Berg OKTOBER MEI Zo 3 Vroegochtendwandeling in de Netevallei in de Netevallei te Heist 7:00 Netebrug Lodijk, Herentalsesteenweg te Heist-op-den-Berg Info: Stefan Janssens 015 24 28 02

Za 3 Cursus Sterrenkunde – theorie 1 Hoe zelf genieten van sterren, uzelf oriënteren? Lesgever: Sterrenkundigen ASH-POLARIS 20:00 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Inschrijving: Paul Anthonis 015 24 89 88

Za 30 Beheerswerken in Netevallei Heist-o/d-Berg 9:00 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Zo 14 Kruidenwandeling in de Netevallei 14:00 Pallieterhoeve, IJzerenweg 21 in Booischot Info: Myriam Verstrepen 015 22 01 69 Zo 21 Daguitstap Doode bemde (Heverlee) 8:00 Natuurpuntlokaal, Leopoldlei 81, Hallaar Picknick meebrengen – Vervoer kostendelend Info: Stefan Janssens 015 24 28 02 Za 27 Beheerswerken in Netevallei Heist-o/d-Berg 9:00 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar

(foto Belgiumspace)

JULI Zo 19 Fietsen in onze vallei Op ontdekkingstocht door onze streek. 13:30: lokaal Natuurpunt,Leopoldlei 81 in Hallaar Info: Paul Anthonis 015 24 89 88

Opgelet! Gewijzigde data cursus Watervogels NOVEMBER

AUGUSTUS Zo 2 Vlinderwandeling in de Netevallei: Op zoek naar kleurrijke vlinders 13:30 Natuurpuntlokaal, Leopoldlei 81 in Hallaar Info: info@natuurpuntheistopdenberg.be Zo 16 Wandeling in Averbode Bos & Heide 13:00 Natuurpuntlokaal, Leopoldlei 81 Hallaar Info: Paul Anthonis 015 24 89 88 Za 22 Beheerswerken in Netevallei Heist-o/d-Berg 9:00 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar

Do 26 Cursus Watervogels 1 – Theorie 1 Lesgever: Koen Leysen, medewerker NP 19:30 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Deelnameprijs: € 15 leden, € 18 niet-leden Info en inschrijving: Paul Anthonis 015 24 89 88 DECEMBER Do 3 Cursus Watervogels 2 – Theorie 2 19:30 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Do 10 Cursus Watervogels 3 – Theorie 3 19:30 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Zo 13 Cursus Watervogels 4 – Praktijk 1 Lokale gids, Mechels Broek 8:00 lokaal Natuurpunt, Leopoldlei 81, Hallaar Za 16 januari 2016 Cursus Watervogels 5 – Praktijk 2 Daguitstap naar Zeeland Lesgever: Koen Leysen, medewerker Natuurpunt

22

- grote nete -


Activiteiten mei – juni 2015 AFDELING GROTE NETE Zondag 7 juni 2015 Wandeling met meer uitleg over geneeskrachtige kruiden. Gegidst door een apotheker 14:00 aan de kapel Jozef Michielsstraat Westmeerbeek Info: Kris Dries 0495 47 64 29 of Guido Ceulemans 0477 59 05 62

MEI Zaterdag 2 mei 2015 Avondwandeling in de Ossenbroeken: Op zoek naar nachtegaal en houtsnip. 19:00 Parking Dagcentrum Vogelzang, Vogelzangstraat Vorst Informatie: Herman Berghmans 014 84 16 04 of Ludo Verwimp 0472 42 61 29 Zondag 3 mei 2015 Werkdag Langdonken 9:00 aan de schuur, Donkstraat 52 in Ramsel-Herselt Informatie: Benny Van Dyck 013 78 36 09 Zondag 24 mei: Ochtendwandeling met vogelzang ĂŠn ontbijt, Schuur Langdonken vertrek wandeling om 6:30, ontbijt om 9:00. Maximaal 50 deelnemers, inschrijven verplicht ten laatste op 20 mei: staf.aerts@telenet.be of telefonisch 013 77 45 48 Zaterdag 6 juni 2015 Werkdag Goor-Asbroek 9:00 Info: Guido Ceulemans 0477 59 05 62 of Kris Dries 0495 47 64 29

Houtsnip (foto Natuurpunt)

Zondag 14 juni 2015 Wandeling in de Langdonken 14:00 aan de schuur, Donkstraat 52, Herselt info: Benny Van Dyck 013 78 36 09

JUNI

Zondag 14 juni 2015 Dagtocht 8:30 parking van voormalige Vinea, Veerledorp 16 in Veerle. De uitstap gebeurt kostendelend met eigen wagens. Picknick en stevig schoeisel meebrengen. Info i.v.m. bestemming en andere zaken: Jan van Walsum:0494 82 64 14 en janvanwalsum1@gmail.com

Zaterdag 6 juni 2015 Avondwandeling in Veerle-Heide: Nachtzwaluwtocht 20:00 parking kerk Sint-Jozef-Werkman, Zandstraat in Veerle-Heide. Info: Herman Berghmans 014 84 16 04

Zondag 21 juni 2015 Zomer in de Netevallei 14:00 Netebrug weg van Herselt naar Zoerle-Parwijs Info: Walter Michiels 014 26 43 37 of Tuur Vleugels 0472 44 37 30

Nachtzwaluw (foto Carine Thys)

Zondag 7 juni 2015 Werkdag Langdonken 9:00 aan de schuur Donkstraat 52 Ramsel-Herselt Info: Benny Van Dyck 013 78 36 09

Zaterdag 27 juni 2015 Beheerswerken in de Roost: onderhoud wandelpaden. 9:00 Parking Rooststraat in Veerle Info: Vic Van Dyck 014 84 02 10 of Herman Berghmans 014 84 16 04

- grote nete -

23


Info Lid worden van Natuurpunt Het lidmaatschap bedraagt 27 euro per jaar en is geldig voor het hele gezin. Overschrijven op rekeningnummer BE17 2300 0442 3321 van Natuurpunt, Michiel Coxiestraat 11, 2800 Mechelen met vermelding van lidnummer of ‘nieuw lid’. Als welkomstgeschenk ontvangt u een exclusieve gids met wandelingen in dertig van onze mooiste natuurgebieden. U ontvangt gratis vier nummers van Natuur.blad, ons verenigingstijdschrift boordevol informatie over de natuur. U krijgt viermaal per jaar het afdelingstijdschrift Grote Nete.

Donateurs Voor giften vanaf 40 euro krijgt u een fiscaal attest. Giften mogen worden gestort op rekening BE56 2930 2120 7588. Indien u het projectnummer vermeldt, gaat de gift naar het bedoelde reservaat. Zie de website.

Natuurpunt Coxiestraat 11, 2800 Mechelen - 015 29 72 20 e-mail: info@natuurpunt.be

Natuurpunt Grote Nete Rekeningnummer: BE08 4176 0764 1113 E-mail: grotenete@hotmail.com

Natuurpunt Heist-op-den-Berg Rekeningnummer: BE32 9794 2781 8202 E-mail: info@natuurpuntheistopdenberg.be

Bezoek website Grote Nete:

Bezoek website Heist-op-den-Berg

www.natuurpunt.be/grotenete

www.natuurpuntheistopdenberg.be

Contactadressen Natuurpunt afdeling Grote Nete en Heist-op-den-Berg Heist-op-den-Berg

Paul Anthonis, Melkouwensteenweg 105, 2590 Berlaar-Heikant - 015 24 89 88 e-mail: paul.anthonis@natuurpuntheistopdenberg.be

Herselt

Staf Aerts, Averbodesesteenweg 93, 2230 Herselt - 013 77 22 78 e-mail: staf.aerts@pandora.be

Hulshout

Manu Vlaeyens, Netestraat 33, 2235 Westmeerbeek - 016 69 72 74 0473 94 16 08 e-mail: manu_vlaeyens@hotmail.com

Laakdal

Herman Berghmans, Wijngaardbos 45, 2431 Veerle - 014 84 16 04 e-mail: h.berghmans@skynet.be

Westerlo

Walter Michiels, De Hand 1, 2260 Westerlo - 014 266 43 37 e-mail: walter.michiels6@pandora.be

Eindredactie

Paul Anthonis, Melkouwensteenweg 105, 2590 Berlaar-Heikant - 015 24 89 88 e-mail: paul.anthonis@scarlet.be

24

- grote nete -




Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.