Eclips najaar 2015

Page 1

NAJAAR 2015

NGH-SIJTHOFF UITGEVERIJ LUITI DAM.NL ER ST WWW.LSAM

# 21

fantasy- en HĂŠt tijdschrift voor de

sciencefictionlezer va

n nu

Hedendaagse r sprookjesvertelle

NinAdOeMpIicNtuOrVe IK

KORTING TE OP DE LEUKS YA-SERIES

Vis inhadalewafalermsee Thomas Olde Heuvelt als Het ver go w on! u H n e e it o o r e d n la r eerste Nede

id Hair H Robin Grimbert H Dav re er Pi Schwartz H d in dk rry Goo Ryan H Richard Te y H on n th ria An Ad H ra tin tman NIEUW WERK VAN La H Stephen King H George R.R. Mar s H Floortje Zwig m ia ill ns W se n Je ns Ja H Hobb H An Chris Weitz nathan Stroud H Jo H ey el av St n H Bria

01


Naomi Novik

Ontworteld

‘De magie in Ontworteld, met zijn realistische morele kant, is zo levensecht dat het bijna lijkt alsof je de spreuken kunt laten werken. Maar het boek zal dat voor je doen.’

– Ursula K. Le Guin

‘Ontworteld is betoverend, in elke betekenis van dat fijne oude woord. Een charmant en uitnodigend verhaal dat onverschrokken naar de verstikkende wortels van pijn en wraak durft te kijken.’

– Robin Hobb

‘Ik wist niet hoe graag ik zo’n boek als dit wilde lezen, totdat ik het al in mijn handen had. Ontworteld heeft alles wat ik lief heb aan Noviks schrijfstijl, met als extra pluspunt een oeroude magievorm en de sfeer van een duister feeënverhaal.’

– Patrick Rothfuss

‘Wild, opwindend (…) een instant klassieker.’

– Lev Grossman

‘Ontworteld heeft alles waar ik van hou: een geweldige heldin, een nieuwe kijk op oude mythen en legenden, en verrassende plotwendingen. Een genot.’

– Cassandra Clare

‘Ontworteld lezen was als het herontdekken van een favoriete oude trui, bekend en geliefd. Het voelt alsof het altijd al bestaan heeft en geduldig heeft gewacht tot ik ernaar terug zou keren.’

– Maggie Stiefvater

‘De donkerste, dwingendste fantasy die ik in tijden heb gelezen. Ontworteld loopt over van diepe angst en echte schoonheid, en roemt een heldin die vlamt van geestdrift en originaliteit. Niet te missen!’

– Christopher Golden

‘Dit is een fraai boek. De magie is echt magisch, en de menselijke relaties – vooral die tussen vrouwen – zijn complex en geloofwaardig.’

– Ellen Kushner

02


12

NOV EM IN D BER WIN E KEL* * Lees verderop in dit blad een voorproefj 01 e


02


Inhoudsopgave 34

06. RUIS

Het laatste nieuws als eerste

08. INGEZOOMD Hugo-winnaar Thomas Olde Heuvelt 10. KORT

De vis in de fles 24. INGEZOOMD

An Janssens over Drakenvuur en inspiratie 28. KORTING

Op de leukste YA-series van het moment

30. PREVIEW

Naomi Noviks sprookje 32. INGEZOOMD

Jeroen van Unen

34. PREVIEW

De nachtuilen

38. TERRY GOODKIND

11 redenen om Goodkind te (her)lezen

30

40

40. ART

Dominik Broniek 45. PREVIEW

Sabaa Tahirs Vuur & As 48. TIPS VAN

Manon Spierenburg

50. KORT 08

Tisa Pescars nieuwe roman 54. LEESWIJZER

Ontdek de werelden van Stephen King 56. PREVIEW

50

David Gemmell Award Winner Brian Staveley 61. FANTASY SPECIALISTEN

Hun leestips 62. PREVIEW

Wild Cards 66. VERWACHT

De kalender t/m februari 2016

03


R, NVF & NVB

UW FILMT HEATE R, NVF &

T E R IE IN M O O R D M Y S U Q IN U Q IT ’T SE P LE A M E R IK A A N UMONT OVER P D O EO N P U E R IT B H N W E R FAV O R IE T EER DEA VO R D E R D E N 0 14 P LU S O N ZE O D U S W A D LO P E N M E T D E H IS M E V O O R G E 2 H R C A O S JA A BI RD MA N R E M T Q S C U E B E LL E BNT VI CE AM ER IC AN A EN 70 ’S PA RA NO IA U OTTS EX O C S H Y L E LE H ID IC R M F EE RS T IN HE RE IN GEROEN UN ST VA N GO DA RD E N U W T IC S K ID ENA PKIPND T H EWE NN VR OU IEU AU LA NG AG E DE 3D -K AD G KS NI LO ST D R RI ENLA CH T EL O TU IJKNK RH O GKAA R PE E RUTE SU G TEAN EN BUR N DI IJETU ERUK HITILD CH T VA N VE RL OP YIGSC ELEEG ER LL GA L MB NA O TIO NA RT VE WA AN ZIN NI GE VO GE LV LU S EN ER Z IJDSSWE’RE STILLER ALS HIPSTER THE SN EWHILE SC HW ITBEN NDOG ER LO IN LES EKBURGUNDY EN AU YOUNG BE ZOOF BU UT : TU D DE N DEDUKE ENAN OO RL TT ER E RSTIKUN DE WE GU NS T VA DE D NA D ETETUSSEN NR UOM B IT SL ZU RI CH X DU Y NILE OG N ME IN VENICE EDDY TERSTALL REISGIDS EN TOERIST INSIDE ID PIX OERP RL 15 PHVE OO OS HEOUT JA OP LO CO A DE BI OS AW E DEN SIIL VA NNSDEGLO WPUB RERPRNES T JA AR PRI E MRE AT ERSIL RIE(EN SIË NAA OV EDE O SZAKEN UZE ONE N NK EN DUI IND S W R K E IN NAA IE LS UG NA ERW D TER T E ER O ERE JE HOOFD HART) DE STER ALS MERK ACTRICES GAAN IN WOODY E ENC TT E LD R TE GE N EX TR EM IS ME HE T MA VRO U OF E K G MSE AT UW R T O E ?BEE THEND E ROB OT LDE THE LOO E TL NFEIN VI ES DE MO NED JE A ERL RI B AND KER E DEP GE P HUN L AT AL RES DE SIE IN AL WIL T SEK S VE TIV IN R K S. SLA FES MU NOU R PER M CHT S CA A O TIJD OFFEN? R ESGIN E FIL N TOC ERSDIO EEN A' H D IMA VAN CAN S WE E DE ER NES PA JA EIN EEN 201 DE S HO MM S HET TAB M 5 O DE EN OE? E GRO LI BLI S AM TE GHI N Y D VER SCH I CDR E DW UM STU A IJN ER RE N TRU ‘EC VA N D E REL C ARA HT, S THE WAMIC JIJ TE RNI 1+1E=3 WA EN MA Y BIS M ILDLEVAN HEL EXP ANGNTE ERI ME ELOELANT N N IAAND ACT OF KIL LIN G WHLEN DE FWE 3D ONI ONI UIT ENT RET OBE TEK LS ROS EX RHA PEC TYP USE TIE S B N E NED DAN IN Y EYE ERL TEN OD DE LET AND MA SKE COP MIKE VAN DIEM TERUGKEER VAN DE VERLOREN ZOON A GIRL WALKS HOME ALONE ATN NIGHT DIE ROD ISC HE UCTDE IEL KEN TRI DGE IN EYE FAN TAS MA GOR CAN NES WIN NAA R VAN GEN REM IXE R AUD IAR D JAU JA VIG GODAN MO RTE IS EEN KNEEDBAAR MONSTER CITIZENFOUR SNOWDENS ONTHULLINGEN ACTUELER OOITN GERESTAUREERD DE LAATSTE SEIZOENEN IN KLEUR NICOLE VAN KILSDONK OVER FIETSENDE NVB

# 38 0 OK TO BE R 20 15

#37 9 SEPT EMB ER 2015

#378 JULI/AUGUSTUS 2015

#37 7 JUNI 2015

#376 MEI 2015

#37 5 APR IL 2015

#3 74 MA AR T 20 15

#3 73 FEB RU AR I

I 20 15 # 37 2 JA NU AR

D N I W E H T H T I W E N O G EAR, THE FR A N K LY M Y D

Y D ID N ’T G IV E

A DAMN

H C N A WHAT THE IFFR?! R B A N O T A S N O A PIGE T H E E C P N E A T S I R X E A N O D G N I I S CT E REFLEE ISEN

MR. HOLMES

LOVE 3D

ONDER GEDOM PELD IN DE 24-UU RS ECONO MIE VAN EEN FESTIVAL

‘IK BE N

STEIN IN MEXI ALEX VAN WARMERDAM

’ ENZELFONDERZOE SHERLOCKS LAATSTE IS RG EEN A RAK AZAAK IK PMA BME E L OZO NA EN NK V E DE R IK N EN E T D E R LA N D M IG ZE GE OP R ZO AL S DE DU IF. IK BE N -MA CHÉ IER IN PAP TUS MIC HAE L FAS SBE NDE RCAC SEN & PEN ISS EN CEC I N'E ST PAS UN POR NO

EEN MAN. EN NOG EEN MAN. EN EEN GEWEER.

ELKE MAAND IN DE BUS? WORD DONATEUR!

04

MAANDELIJKS ALLE NIEUWE FILMS, INTERVIEWS, OPINIES & ACHTERGRONDEN Stort € 35 of meer op rekening NL51ABNA 0438 6553 70 tnv Stichting Fuurland, Amsterdam ovv ‘Donateur’ & adres


Redactienoot

SBISCHE RETRO-SM XAR ANIMEERT DE EMOTIES IN THE LLEN J. KMM ES S E LS FIL LIA D E LALREG AT OOK CHE SISS JOO RHO TDS? E EUS D AMA ARNJE GES VA D EBEN D T ZO KNA P’ NFIL DVAMPIER DE CDLUUNS MK LAN E LETS SBEV RIJ DDE IC H T E R -F IL M E R T OZU NSE N OP JAC HT IN NIE MA NDS LAN D MANNEN [Colofon] Eclips is een uitgave van Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V. Postbus 289 1000 AG Amsterdam

Redactie Maarten Basjes Eindredactie Floor Appelman en Yvonne Verschuur

Publiciteit Saskia van Leeuwen, svanleeuwen@lsamsterdam.nl

Vormgeving DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam

Productiebegeleiding Lideke Kruizinga en Paul Wilders

Winter is coming Althans, met al die (onweers)buien de afgelopen weken heeft het er alle schijn van dat de winter vroeg inzet dit jaar. Ik heb, zoals je ziet, mijn dikke winterjas al klaarliggen,

Copyright © 2015

maar wie houden we voor de gek? Wij boekenwurmen kruipen toch het liefst met een

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V.

goed boek onder een warme deken of voor een knapperend haardvuurtje. Geef ons maar

www.lsamsterdam.nl Alle rechten voorbehouden.

een reden om binnen te blijven. Gelukkig verschijnt er genoeg lekkers dit najaar om ons warm te houden. Te beginnen met het prachtige sprookje van Naomi Novik. Dank aan Dominik Broniek voor de belet-

Omslagillustratie © 2015 Richard Anderson voor Brian Staveleys Het Vuur van de Keizer

tering van de Nederlandse titel! Een interview met deze Poolse tekenaar staat verderop in dit blad. Uiteraard staat ook de meester himself volop in de aandacht. Er verschijnen maar liefst vier nieuwe George R.R. Martins de komende maanden. Meer daarover in Ruis, alsook

Deze editie van Eclips, najaar 2015,

In deze editie van Eclips komen bovendien een hoop Nederlandse en Vlaamse auteurs aan

in Nederland en België.

het woord. Zo vertelt An Janssens over de inspiratie die ze haalt uit haar wereldreizen,

ESSUITE

DMICO

EK R AT IE LA N D

een leesproef van een van die series aan het eind van het blad.

is gratis verkrijgbaar in de boekhandel

heeft Tisa Pescar een prequel geschreven voor haar nieuwe boek De Dochter van de Toragh,

In verband met de vroegtijdige

hebben we Thomas Olde Heuvelt geïnterviewd over het winnen van een Hugo Award

bekendmaking van de in deze Eclips

– als eerste Nederlander ooit! – en krijg je tips van nieuwkomer Manon Spierenburg,

opgenomen titels wordt voor de

vermelde verkoopprijzen, omvangen en

auteur van het transmediale Out There. Kortom, dit najaar staat compleet in het teken van fantasy uit de Lage Landen.

verschijningsmaanden een voorbehoud

gemaakt. Leesproeven en korte verhalen

Alvast veel leesplezier toegewenst!

in dit blad worden in een vroeg stadium

geplaatst en vormen geen exacte weergave

Maarten Basjes

van het uiteindelijke verhaal of product.

Hoofdredacteur Adverteren in Eclips magazine?

@MaartenBasjes

Neem contact met ons op via: adverteren@lsamsterdam.nl

05


Ruis Het laatste nieuws als eerste!

De nieuwe George R.R. Martin!

Warcraft komt naar Nederland

Oké, waarschijnlijk niet

tige illustraties van Prins

jullie hadden gehoopt. Maar

ni. In maart volgt de paper-

de nieuwe Martin waarop terwijl we met z’n allen

wachten op het nieuwe deel van Het Lied van IJs en Vuur,

verschijnen er tussen nu en de zomer van 2016 wel een

hoop nieuwe uitgaven van de grootmeester! Te beginnen

in november met de geïllustreerde editie van Martins

verhalenbundel Ridder van de Zeven Koninkrijken met prach-

06

Valiant-tekenaar Gary Gianbackeditie van Een Dans met

Draken 1 (Game of Thrones 6). In mei Wild Cards 2 – Game Over, het superheldenepos dat

Martin samen met de beste fantasy- en sf-schrijvers

ter wereld maakt. En, als

afsluiter, het kinderverhaal De IJsdraak met gloednieuwe illustraties van Luis Royo.

Na het wereldwijde succes

hem helaas vanwege die

en de daaropvolgende me-

Wars VII: The Force Awakens)

van Blizzards Warcraft-reeks, ga-hit mmorpg World of

Warcraft, is het in de zomer

van 2016 eindelijk tijd voor

de langverwachte bioscoopfilm. Gebaseerd op de aller-

eerste Warcraft-game, vertelt de film het verhaal van het eerste contact tussen mens en orc. Regisseur Duncan Jones (de zoon van David

Bowie) was in juli al klaar met de film maar moest

andere grote genrefilm (Star uitstellen tot de zomer van 2016. Gelukkig verschijnt voorafgaand aan de Warcraft-film eerst nog een

prequel, alsook een officiële film tie-in-roman. Twee keer smullen dus. Beide

boeken zijn geschreven door veteraan Christie Golden en verschijnen in het voorjaar

van 2016. Meer in de volgende Eclips en op onze website.


Adrian Stone

Het duistere land

De aankondiging staat al

Ik ben als lezer groot gewor-

dat herkenbaar zou zijn in

maar we wilde het ook onze

tasy maar in je eigen tijd

Dus koos ik voor de vorm

een tijdje op het internet,

trouwe Eclips-lezers niet onthouden. Volgend voorjaar

verschijnt de nieuwe Adrian Stone, Magycker 1 – De Klauw. En inderdaad, het is het

eerste deel van een compleet nieuwe reeks. In De Klauw hebben de Magyckers al

eeuwenlang een monopolie op magie in de wereld. Wie

goed betaalt, kan bijna elke spreuk kopen die hij wil.

Maar de spreuken zijn maar van tijdelijke duur, en voor-

dat een Magycker zijn spreuk kan herhalen wordt zijn geheugen weer gewist.

Als een delegatie het dorpje van Marit en haar autisti-

sche broertje Auric aandoet, kunnen de dorpelingen dat

bijna niet geloven. Wie had gedacht dat het bestuur de

Magyckers kon betalen. Als

iemand vervolgens de spreuk van de Magycker lijkt te herhalen, breekt de hel los.

den in een tijd dat je fan-

alle tijden en alle culturen.

las. Fantasy was escapisme

die ik dankzij Tolkien, T.H.

en aangezien we op mijn

White en Gogol kende: die

school allemaal volwassen,

van de mythe, het spook-

intelligente mensen aan

verhaal, in moderne ter-

het worden waren, lazen

men: fantasy. Het resultaat

we voor de lijst over tobbe-

is een roman die anno 2015

rige veertigers die worstel-

opnieuw verschijnt. Hoe zal

den met huwelijken, hun

die nu gelezen worden? Wat

viriliteit of God. Het echte

zullen lezers herkennen in

leven lag besloten in het

mijn fictieve wereld? Zijn

gesukkel van onze ouders

het nog dezelfde angsten

en o, wat wilden we liever

Frodo of Bastiaan Balthazar

als toen?

Boeckx zijn dan worden als

van hopeloosheid, angst

In zoverre hadden onze lera-

waar ook in veel realisti-

pa en ma!

ren gelijk: fantasy bood een ontsnapping aan het saaie negen-tot-vijfleven dat de meesten van ons te wach-

ten stond. Maar dat fantasy louter escapisme biedt, is een stelling waartegen ik me altijd heb verzet. In

navolging van Neil Gaiman denk ik dat boeken, zeker

ook fantasy-boeken, je de

kennis en wapens kunnen verschaffen die je in het echte leven nodig hebt.

Bovendien bieden fantasyboeken, horror en ghost

stories je de mogelijkheid na te denken over zaken

die zo angstaanjagend zijn

dat je ze alleen maar onder ogen kunt zien als ze zich

vermommen. De tocht van Frodo en Sam door Mordor kun je vergelijken met de tocht die mensen maken

door een wereld die te groot en te overrompelend donker voor hen is: het land

en dood. Het is een land

sche romans over geschreven wordt, maar niet alle

In welk duister land leven wij vandaag?

Floortje Zwigtman

lezers willen de directe

confrontatie met zoveel

leed aangaan. Door het in

een andere wereld te plaatsen, heeft Tolkien het een

symboolfunctie gegeven en universeel gemaakt: jouw Mordor kan een levensbedreigende ziekte zijn, de

opoffering van de aarde aan financieel gewin of de vij-

andige omgeving die je elke dag moet overwinnen op school of werk.

Toen ik besloot het in 2002 voor het eerst verschenen Wolfsroedel te schrijven,

wilde ik het hebben over

groepsdruk en geweld: hoe jongens die individueel

zo slecht nog niet zijn in

een groep tot de gruwelijkste daden komen. Ik had

kunnen schrijven over een hedendaagse straatbende, maar ik wilde een verhaal

07


Thomas Olde Heuvelt

De eerste Nederlander die een Hugo Award heeft binnengesleept Olde Heuvelts Vis in de fles, waarmee hij in 2012 ook al de Paul Harland Prijs won, werd in augustus als het Engelse The Day the World Turned Upside Down bekroond met de prijs voor beste korte verhaal van het jaar. Een prestatie die, tot vijf minuten daarna, geen enkele andere buitenlandse auteur ooit was gelukt. Wij vroegen onze sterauteur naar zijn ervaringen de afgelopen weken en haalde hem bovendien over het verhaal eenmalig in Eclips te publiceren.

De eerste Nederlander met een Hugo Award! Vertel? Ja, dat is onwezenlijk. Het is wereldwijd de grootste prijs voor fantasy en sciencefiction, en mensen als Arthur C. Clarke of George R.R. Martin winnen Hugo’s, niet ik. Ik was al tweemaal eerder met mijn short fiction genomineerd voor de Hugo, maar het zijn publieksprijzen, en ik was nog volslagen onbekend in de Verenigde Staten. Die beide keren was ik wel naar de uitreikingsceremonie gegaan (jaarlijks worden de Hugo Awards op de World Science Fiction Convention uitgereikt, meestal in de VS), maar dit keer was ik lekker

Thomas Olde Heuvelt

thuisgebleven, want ik

Geboren 16-04-1983

niet. In Hugo history had

te Nijmegen

überhaupt nog nooit

Beroep: schrijver

vertaald werk gewon-

Portret Wes van der Plas

nen. Je kunt je mijn ver-

dacht: ik win ’m toch

bijstering

808 | eclips

voorstellen


Ingezoomd

toen ik om vijf uur ‘s morgens op livestream

ven (Vrij Nederland gaf het bijvoorbeeld vier

zag dat mijn naam werd omgeroepen.

sterren), en wederom toen de rechten we-

Gelukkig had ik auteur Pat Cadigan aan-

reldwijd werden verkocht en Warner Bros.

gewezen als mijn acceptor, in het onwaar-

de filmrechten kocht. Wat persoonlijk een

schijnlijke geval dat ik toch zou winnen.

extra dimensie geeft is dat dit geen Ne-

Pat las mijn speech voor en dat deed ze

derlandse prijs is, maar een Amerikaanse.

geweldig. En het mooie was dat vijf minu-

Dat geeft een enorm gevoel van vervulling:

ten later, in de categorie beste roman, nóg

ik heb er jaren hard voor gewerkt, en nu

een vertaling won: The Three-Body Problem

werpt het z’n vruchten af.

van de Chinese auteur Liu Cixin.

Hoe heb je de afgelopen weken ervaren?

Ben je door de Hugo internationaal ook meteen een ster?

Overweldigend. Tijd om het te laten bezin-

Het verhaal is de afgelopen weken aan

ken heb ik nog niet gehad, want vanaf het

allerlei landen verkocht, dat is leuk. Het

allereerste moment kreeg ik een stroom

grootste genremagazine ter wereld, SF

van honderden en honderden mailtjes en

World in China, gaat het in het Chinees pu-

berichtjes uit de hele wereld. Haast onmo-

bliceren. Zij hebben een lezersschare van

gelijk om bij te houden. Hartstikke leuk:

meer dan een miljoen; dat is onvoorstel-

van lezers, fans, volslagen onbekenden,

baar. Ik blijk fans te hebben in China, als

rollen: dan verschijnt wereldwijd de En-

auteurs, professionals, uitgevers, pers,

ik mijn uitgever van eerder kort werk mag

gelstalige editie van HEX. Daar heb ik erg

noem maar op. Dat is dagenlang door-

veel zin in. De covers van de Amerikaanse

gegaan. Mijn buren die ineens op me af

en Britse uitgevers zijn geweldig, en het

komen omdat ze het op tv hebben gezien;

lijkt me toch wel iets toevoegen om ook

oude bekenden die me ineens mailen om-

eens in New York of Las Vegas te signe-

dat ze het op Qmusic hoorden, berichtjes

ren, in plaats van altijd Den Bosch of de

van bekende schrijvers uit Amerika, Geor-

Keukenhof.

ge R.R. Martin die op zijn blog over me jaar werd genomineerd beter vond, lol), ga

En nu? Waar je werk je aan? Wat zijn je toekomstplannen?

zo maar door. Privé hebben we het natuur-

Een nieuw boek. Als het goed is verschijnt

schrijft (hoewel hij mijn verhaal dat vorig

lijk wel gevierd, ook met vertaalster Lia

dat in de loop van 2016 bij LS. En ik heb al

Belt. We zijn samen naar Schiphol gegaan

geloven: vorig jaar hebben we in een in-

ideeën voor nog een nieuw boek daarna.

om onze Hugo’s af te halen.

terview een author’s challenge gedaan. Een

Mijn ambitie is om de tijd die ik verdoe

paar honderd Chinese lezers hadden een

tussen twee romans te verkorten. Meestal

Je hebt zo’n beetje in elke grote krant gestaan. Dacht je toen: hè hè, eindelijk erkenning?

opdracht bedacht die ik moest uitvoeren:

is dat zo’n twee jaar, terwijl dat totaal on-

in een filmpje een liedje zingen in het Chi-

nodig is. Mijn literair agent Sally Harding,

nees. Omdat het rond de kerst was kozen

een ontzetend charmante Nieuw-Zeeland-

Ik voel eigenlijk helemaal geen gebrek aan

we Rocking Around the Christmas Tree, en ja,

se die in Canada woont, heeft me verteld

erkenning, ook niet in de Nederlandse

deels in het Chinees. Dat was hilarisch! En

dat als ik in de toekomst een boek per jaar

media. Veel grote kranten hebben al eer-

de lezers daar vonden het geweldig.

kan schrijven, er een glansrijke carrière

der laaiend enthousiast over HEX geschre-

Maar de échte achtbaan gaat in 2016 pas

voor me ligt. Dus daar ga ik voor!

09


Kort De beste verhalen van onze topauteurs overleefden lagen verbijsterd op inzakkende zolderingen, proberend te bevatten wat er zojuist was gebeurd.

Maar buiten was het altijd nog erger. Voor iemand ook maar besefte dat de hemel niet langer boven, maar onder ons was, viel

men pardoes van het aardoppervlak. Binnen de kortste keren

was het luchtruim bezaaid met tuimelende mensen, wappe-

rende kledingstukken, spartelende honden, wentelende auto’s, klepperende dakpannen, loeiend vee en dwarrelende herfstbladeren in kleuren die de lucht in vuur en vlam zetten. Men-

sen onder portieken rollebolden tot ze tot stilstand kwamen op krakende afdakjes en staarden over de rand in peilloze diepten. Een mol die zijn neus uit de grond stak werd gegrepen door de

zwaartekracht en een opspringende walvis zou nooit meer terug in zee landen. Moe van haar last schudde Moedertje Aarde al

wat niet met haar oppervlak in verbinding stond van zich af. In

De vis in de fles

door Thomas Olde Heuvelt Die dag stond de wereld op z’n kop.

We wisten niet waarom het gebeurde. Sommigen van ons vroegen zich af of het aan ons lag. Of we tot de verkeerde Goden hadden gebeden of de verkeerde dingen hadden gezegd. Maar dat was niet zo; de wereld stond alleen op z’n kop.

Wetenschappers die het geluk hadden het voorval te overle-

ven zeiden dat de zwaartekracht niet zozeer was verdwenen,

een opwaartse stuwing viel het de dampkring in. Vliegtuigen,

satellieten en ruimtestations verdwenen in het vacuüm en zelfs Vadertje Maan werd van ons weggeduwd. We zagen hem kleiner en kleiner worden, tot hij verdrietig zijn eigen baan om de zon trok. Hij zei niet eens vaarwel. En ik?

Ik lag op de bank en ik deed eigenlijk niets; ik las geen boek en ik keek geen TV. Was de wereld op dat moment vergaan, dan had ik het niet gemerkt.

Ik keek alleen maar naar mijn telefoon en wachtte tot jij zou bellen.

maar zich als het ware had omgekeerd, alsof onze planeet in een

ject werd omringd. Gelovigen die de pech hadden het wonder te

Het was de tweede keer in twee dagen dat de wereld verging. De

lijk nam, na zoveel jaren gegeven te hebben. Maar er was geen

had gezegd: Het ligt niet aan jou. Het was de laatste leugen van ons

kwinkslag al haar massa had verloren en door een kolossaal oboverleven, zeiden dat het geven en nemen was en God nu einde-

kolossaal object, en door God genomen worden is een discutabel gegeven.

Het gebeurde als een donderslag bij heldere hemel, om vijf over tien ’s ochtends. Er was een moment, een magisch mo-

ment, waarop je ons allemaal halverwege onze woonkamers in

de lucht kon zien zweven, ondersteboven in de houding van onze

laatste bezigheid, koffiedrinkers koffiedrinkend uit omgekeerde kopjes koffie, verliefden zich vastklampend aan elkaars vallen-

de lichaam, oude mannen graaiend naar afglijdende toupetjes,

kinderen kraaiend en katten krijsend, allen omringd door de asteroïden van onze bezittingen; o, het was een moment van vol-

maakte waanzin, bevroren in de tijd. Toen begon het gekraak en gerinkel, het gebulder en geschreeuw. Een pandemonium was

het. We kwakten tegen plafonds en werden verpletterd onder het puin van ons oude leven. Schedels kraakten. Nekken bra-

ken. Baby’s stuiterden. De meeste van ons stierven ter plekke

of staken stuiptrekkend uit gaten in gipsplaten plafonds. Zij die

010

eerste keer was toen jij de dag ervoor je ogen had neergeslagen en samenzijn, of eigenlijk de eerste van ons niet-samenzijn, want je wilde geen samen meer. Wat ik had ervaren als het mooiste in

mijn leven had op jou gedrukt als een last. Zonder mij. Je wilde zonder mij zijn.

Mijn hart was op mijn buikwand in stukken gevallen. Grote

stukken van een diep, duizelingwekkend verdriet en verbijste-

ring over hoe kalm je me die mededeling deed, zonder de minste aanwijzing dat dit het pijnlijkste was dat je me ooit had moeten

zeggen, dat je liever duizend doden zou sterven dan dat je me dit had moeten zeggen. Je was de liefde van mijn leven en ik had er nooit rekening mee gehouden dat je me die kon afnemen. Ik probeerde te doen alsof ik het begreep, alsof ik je niet verweet dat

je het niet meer wilde proberen, alsof al mijn frustraties en pijn niet opwogen tegen jouw frustraties en pijn. Ik hield zelfs teveel van je om boos op je te zijn.

We stonden in de gang en ik kon de woorden nauwelijks uitspreken. ‘Weet je het echt, heel, heel, heel zeker?’


‘Nee. Ja.’

‘Je zei nee.’ ‘Ja.’

O, Sophie, ik vind je zo ontzettend, ongelooflijk, onnavolgbaar lief. Waarom moest je dit doen?

‘Maar kunnen we niet...’

‘Maar kunnen we niet...’

Ook Blub wist daarop het antwoord niet. Hij keek alleen maar

In de stilte hoorde ik mijn trillende adem. Jij frunnikte zenuw-

elk van de twee dingen die zijn kleine goudvissenbrein over-

‘Nee.’

‘Nee, Tobi. Het spijt me.’

achtig aan je tas, zocht een manier om de voordeur te openen. Wat is een gang een vreselijke, vreselijke plek: een midden tus-

weemoedig in het troebele water, zoals hij weemoedig keek bij woog: de instinctieve, evolutionair bepaalde drang om te overle-

ven, en het vage gevoel dat er meer was, iets groters, buiten de

sen blijven en gaan. Ik verzamelde al mijn moed en vroeg: ‘Zijn

door de vissenkom afgebakende grenzen van Blubs universum.

Eindelijk keek je me aan, met tranen in je ogen, en schudde

ven het hoofd hing, de neiging van de rancuneuze schrijver om

we nu niet meer...’

toen langzaam je hoofd. Ik vocht tegen mijn tranen, maar ze

kwamen toch. Daardoor brak jij ook. We hielden elkaar vast, lang, stevig tegen elkaar aan, en dat vasthouden was het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Toen liet je me los. Ik glimlachte door mijn tranen heen.

De rest – het lot dat de planeet als het zwaard van Damocles bo-

Blub tragikomisch door het toilet te laten spoelen, en zijn rol aan de vooravond van een episch avontuur – ontging hem volkomen. Daar zijn althans de meeste ichtyologen het met elkaar over eens.

Jij glimlachte door je tranen heen.

‘Nomnomnom,’ zei je. En toen verdween je in het trappen-

Toen het gebeurde lag ik met een kussen over mijn gezicht ge-

Het eerste halfuur nam ik me voor me een waardevol en inte-

reld die iets al te letterlijk over me heen viel, en zodoende was

‘Omnomnom?’ vroeg ik. huis.

ger mens te tonen en niet bij de pakken neer te zitten. Ik dwong mijn tranen terug in mijn ogen en deed de afwas. Maar terwijl jouw lipafdrukken op het glaswerk oplosten in het sop, werd ik doorlopend geplaagd met visioenen over hoe andere mannen

over jouw gezicht ejaculeerden en miljoenen potentiële kinderen die van ons hadden moeten zijn op jouw mondhoeken stierven,

visioenen die mij het serviesgoed met zoveel doelloze wroeging te lijf deden gaan dat de glazen trillend dekking zochten onder de borden, en ik met het even angstaanjagende als aanlokkelijke

idee begon te spelen om een glas tegen het aanrecht stuk te slaan en de scherven in mijn pols te zetten. Aan het eind van de mid-

dag zag ik dat je je Facebookstatus had veranderd in ‘vrijgezel’, iets waarmee je omgekeerd pas na wekenlang zeuren schoorvoe-

tend had ingestemd, en smeet ik mijn laptop in het afgekoelde

sop. En vroeg in de avond was de leegte die je had achtergelaten volledig over me neergedaald en was ik alleen, alleen in de volle omvang van mijn verdriet.

Het was laat toen je sms’te. Ik lag op de bank, niet echt sla-

pend en niet echt wakker. De scherven van mijn hart sprongen op in mijn buik.

Blub staat nog bij jou. Ik kom hem morgen halen.

En dat was het. Niet eens Ben je morgen wel thuis? of Misschien kun-

nen we er nog over praten. Geen Zet je dan alvast een pot Minty Morocco, die je altijd zo lekker vond, en zelfs niet Hoe gaat het nu met je? Alleen:

Ik kom hem morgen halen. Meer dan alles maakte dat het onomkeerbaar, definitief.

drukt, misschien in een poging om me af te sluiten voor de we-

mijn landing op het plafond een merkwaardig zachte. De gips-

platen braken mijn val; de rugleuning van het bankstel voorkwam dat mijn botten braken. Versuft kroop ik eronder vandaan, zonder ook maar een schrammetje.

Het eerste wat men voelt wanneer de zwaartekracht zich heeft

omgedraaid en alle tumult eenmaal is verstomd, is geen schok,

maar desoriëntatie. Ik had zelfs niet door dat ik op het plafond lag en mijn huiskamer op z’n kop stond. Ik dacht niet aan een aardbeving, hoewel het luchtalarm loeide. Nog voor ik iets kon denken zag ik tussen de alomtegenwoordige chaos van verbrij-

zelde meubels, geknakte kamerplanten, uitgestrooide potaarde,

hangende stroomdraden en versplinterde foto’s van jou en mij iets waarvan mijn bloed bevroor.

De vissenkom was kapotgevallen.

Blub spartelde in paniek in een plasje water tussen de glasscherven.

En op dat moment ging de telefoon.

Ik vond mijn iPhone onder een lap tapijt, maar op hetzelfde moment hield buiten het luchtalarm op en viel de telefoon stil. Toen ik op het display zag dat jij het was sloeg mijn hart op hol.

Ik belde je onmiddellijk terug, maar kreeg niet eens verbinding.

Ik probeerde het nog eens en nog eens, steeds opnieuw, wat er ook was gebeurd, jij had het overleefd, jij had me proberen te berei-

ken voor het netwerk uitviel en Blub sprong op in een uiterste poging om mijn aandacht te trekken, happend als een vis op het droge en bleef toen stil liggen, stervende.

011


Ik leefde nog.

duizelingwekkende golf over me heen en voor een moment zat

Blub leefde nog.

die het wankele plafond te machtig zouden worden. De aanblik

Jij leefde nog.

Als de wiedeweerga woelde ik tussen het puin en vond zo vlug alleen jouw halfleeggedronken fles Spa Citroen. Verwoed begon

ik die te schudden en liet steeds koolzuurgas ontsnappen, terwijl

ik mijn vingertoppen in het plasje water tussen de glassplinters depte en er teder Blubs oranje schubben mee bevochtigde. Maar op dat moment sloeg de ongeduldige goudvis met zijn staart, als

om me aan te sporen om tot actie over te gaan. Ik nam een slok, constateerde dat de prik eruit was, vrotte Blub door de flessen-

hals en durfde pas adem te halen toen ik de bevredigende plons hoorde.

Vis en citroen gaan prima samen.

Toen ik naar buiten keek begon de wereld op slag te wankelen. Ik woonde op drie hoog in een drie verdiepingen tellend apparte-

mentencomplex. De huizen aan de overkant van het plantsoen hingen ondersteboven aan het aardoppervlak, dat nu boven me was, krakend onder zijn eigen gewicht. De daken hadden hun

pannen losgelaten en ook de bomen hingen ondersteboven, en

de speeltoestellen in het plantsoen, en de was aan de lijn van de overbuurvrouw. Volkomen sprakeloos greep ik de fles met daarin de ongelukkige Blub, die met getuite lippen boven het spa-

wateroppervlak naar zuurstof hapte, en kroop over het plafond, over het ondersteboven liggende bankstel naar het onderstebo-

ven staande raam. Daar sloeg de diepte van de atmosfeer als een

012

ik als bevroren, durfde niet eens tranen te plengen, bang dat brak op zo’n ontzettende wijze met alle natuurwetten dat ik me aan de kozijnen wilde vastgrijpen om niet omhoog te vallen, maar

de zwaartekracht hield me tegen het plafond gekluisterd en het was alleen mijn maag die zich omdraaide.

Ik zag geen mensen, behalve aan het speeltuintjeshek: daar bungelde een vrouw.

Ze hing met wit weggetrokken knokkels aan de spijlen, haar

benen in het luchtledige en haar rug naar me toe zodat ik haar gezicht niet kon zien. Aan haar armen trachtten twee wel zeer hinderlijke Albert Heijn-tassen haar de diepte in te sleuren.

Uiterst voorzichtig richtte ik me op en opende het omgekeerde

raam. Met mijn hart in mijn keel en mijn handen om de raamposten leunde ik naar buiten. ‘Mevrouw?’

Ze schrok van mijn stem, maar durfde niet naar beneden te kijken, bang dat ze met het minste verplaatsen van haar evenwicht haar grip zou verliezen. ‘Ik heb hulp nodig!’ riep ze, opvallend kalm voor haar netelige uitgangspositie. Ik riep: ‘Wat is er gebeurd?’

‘Het is kerstmis, nou goed? Ik hou het niet lang meer vol!’ ‘Wacht, blijf hangen!’

‘Ik had geen andere plannen!’

‘Sorry, ik bedoel... ik kom helpen!’

Maar door een ongelukkig toeval brak juist op dat moment


de doorgeroeste as van mijn fiets, die acht meter hoger aan zijn

moment dat het touw strak stond, ik me extreem langzaam door

Terwijl het wiel daarboven bleef bungelen, kukelde het frame de

flessendop beroerden; toen brak de dakgoot af en stortte samen

kettingslot aan de verankerde fietsenstandaard had gehangen. diepte in en sloeg in het voorbijgaan pardoes het open raam aan splinters. Van schrik liet ik de spacitroenfles los. Deze belandde met een boog op de onderkant van de dakgoot, rolde uit bereik van het venster... en bleef op de rand liggen.

Blub, ten prooi gevallen aan een acute aanval van hyperventi-

latie, schoot van de ene naar de andere kant van de fles, zo snel als zijn tere vinnen hem konden dragen. Ik keek van de getergde goudvis naar de ongelukkig-bungelende vrouw – ‘Schiet alsje-

blieft op!’ riep ze nu – en plotseling zag ik jouw gezicht voor me. Jij had me proberen te bellen.

In een wereld die niet op zijn kop stond was jij het enige dat telde.

Ik vloog overeind en baande me een weg door de omgevallen woonkamer, over de kniehoge drempel naar de gang, waar het

linoleum naar beneden hing en het water uit de stortbak van het toilet op het plafond lag, over de kniehoge drempel naar de keu-

ken. Daar was het een zo mogelijk nog grotere heksenketel: uit hun hengsels gerukte kastjes, open lades, uitgestrooid bestek, van de planken geworpen pannen en, nee maar, een rafelig gat in de plafondbetimmering waar de koelkast dwars doorheen

was geslagen en waaruit het daglicht naar boven bulkte. Vlug, vlug, balancerend op mijn tenen reikte ik naar de onderste kastjes, werd bedolven onder keukengerei toen ik het deurtje opende

en vond daartussen wat ik zocht: het spantouw van de aanhanger.

Het einde van de wereld schept helden en lafaards. Toen de bungelende vrouw eindelijk de moed had verzameld een blik

over haar schouder te werpen en mij uit het open raam zag klauteren, het ene uiteinde van het touw om het bankstel binnen en het andere uiteinde om mijn lichaam, moet ze hebben ge-

dacht dat ik tot de eerste slag behoorde. Ongewis van iets kils dat zich echter op hetzelfde moment van mij had meester gemaakt

mompelde ze: ‘Godzijdank.’ En niet veel later, terwijl ik reikte

en strekte, terwijl ik spande en hing en volledig werd opgeslokt door mijn pogingen de goudvis op de dakgoot te pakken te krij-

gen, stortte de vrouw met de gedachte aan een lang en vrucht-

baar leven naar beneden, zonder dat jij of ik ooit haar naam zouden kennen.

Aan het eind van de wereld is het ieder voor zich. Dat had jij me geleerd, Sophie.

Het was even hachelijk als onmogelijk om de vermaledijde spafles vanuit het venster te bereiken. Na tweemaal ademha-

len begaf ik me tenslotte op de dakgoot, het touw losjes in mijn linkerhand, en schuifelde voetje voor voetje met mijn wang te-

gen het glas geperst aan de onmetelijke diepte voorbij. Ik stond doodsangsten uit. Twee meter... anderhalf... een... tot op het

mijn knieën had laten zakken, reikte en mijn vingertoppen de met mij de diepte in.

Alles tolde; ik kneep mijn ogen dicht en perste mijn tanden op elkaar en wachtte op het knappen van het touw en DZINNG! de

ruk en mijn maag VLATS! uit mijn middel en het bankstel RATS! tegen het kozijn en ik WOESJ! als een lappenpop door elkaar.

Het duurde een eeuwigheid eer ik stil hing en mijn ogen durfde te openen.

Ik hing ongeveer een meter onder de dakrand en een lichtjaar boven vaste grond. Het touw sneed in mijn middel. Ik besefte

dat ik de fles in mijn handen had. Blub dreef op zijn rug, maar opende zijn bedwelmde oogjes toen ik beteuterd tegen het plastic tikte.

Nu ik eindelijk een moment van rust kreeg (hoewel dat woord zelden in betrekkelijker context is gebruikt), had ik de tijd om

de situatie te overzien. De aarde in omgekeerd perspectief is een

even wonderbaarlijk als angstaanjagend gezicht: een plafond tot aan de horizon, maar niets daaronder. Een enorm niets. Nergens geschreeuw. Nergens alarmen. Alleen in de verte het constante gekraak van dingen die afbraken en in de diepte ver-

dwenen. Vogels zochten gedesoriënteerd naar landingsplekken en vielen vermoeid het heelal in.

‘Weet u hoe laat het is?’ vroeg plots een iel stemmetje.

Ik probeerde me om te draaien naar waar de stem vandaan

kwam, mijn benen trappelend in de leegte. De twee schommels in het speeltuintje hingen omlaag de lucht in aan hun blauwge-

verfde frame. Op een ervan zat een klein meisje met drie scheve

staartjes en bungelende beentjes naar beneden te kijken, haar knuistjes nerveus om de kettingen geklemd.

‘Eh... wees maar niet bang,’ zei ik, niet erg overtuigend.

‘Ik wilde zo hoog gaan dat ik de lucht kon aanraken,’ zei het meisje. ‘Mama zei ga niet zo hoog, straks ga je nog over de kop. Alleen ik ging toch hoog en nu kan ik niet meer terug!’

‘Wat vervelend,’ mompelde ik. Ik merkte dat ik direct afstand probeerde te scheppen. Ik kon niets doen voor het meisje. Ze

schommelde zeven meter verder, maar had net zo goed op de

maan kunnen zijn. Ik begon voorbereidingen te treffen om me te bevrijden uit mijn benarde positie.

‘Ik heet Fiep,’ zei het meisje op de maan. ‘O... hallo.’

Ik stak de spafles in mijn broek.

‘Ik ben al vijf,’ zei het meisje op de maan. ‘O... oké.’

Ik begon me op te hijsen aan het touw.

‘Maar weet u nou hoe laat het is?’ vroeg Fiep. ‘Mama zei nog twee minuten, dan gaan we naar huis, want ik moet de bood-

schappen inruimen. Alleen ik weet niet hoeveel twee minuten

013


Kort is.’

de loopbrug over de leegte. Zo schepten mijn handen een per-

Ik dacht aan de vrouw met de Albert Heijn-tassen en op dat

Misschien was dit wel de reden dat ik het meisje wilde redden:

En ik stokte in mijn bewegingen.

moment viel het verlies van alle levens ter wereld over me heen; het leven van de ongelukkige vrouw maar ook het leven van het meisje op de schommel, het leven van een moeder en het leven

van een kind, het leven van geliefden en gebroken harten, het leven van jou en het leven van mij. Levens die als parels aan een

rijgsnoer die jij had kapotgetrokken over de vloer vielen, door het huis rolden en waren verdwenen. De dood van de wereld is

een dikwijls terugkerend fenomeen, maar zelfs de meest visionaire filosofen hadden niet kunnen voorzien hoe het ditmaal

had plaatsgevonden. Gisteren om deze tijd was ik wakker geworden met jou in mijn armen, had ik het plekje tussen je borsten gekust waar je hart zit en was je de mijne geweest. Nu hing ik

als een anker onderaan de wereld en was de wereld tot stilstand gekomen. ❦ CONCLUSIES VAN HET DEBAT ‘WAAROM HET ONTEGENZEGGELIJK VASTSTAAT DAT GOUDVISSEN LIEFHEBBEN’ (Uit: Het pad van de goudvis, p.794, eerste herziene druk 1984) Dat is lulkoek. ❦ Blub knapte zienderogen op nadat ik het water uit de stortbak met een rietje van het plafond had opgezogen en had overgehe-

veld in een verschoonde spafles. Daarna zaagde ik de poten van de vurenhouten tafel, trok de planken van het keukenplafond-

gat los en tilde de deuren uit hun voegen. Na mijn worsteling om het raam binnen te klimmen was de galerij een peulenschil. Via trapleuningen en tussenetages hees ik me naar de begane

grond; een wankele toren van matrassen en bankstellen bracht me bij de galerijdeur.

Wat zonk de moed me met een plof in de schoenen, bij het

vooruitzicht me door die omgekeerde wereld te moeten verplaat-

sen, hangend aan een plafond van krakende fundamenten en wortels! Maar het verlangen om het meisje te redden was groter. De eerste horde overbrugde ik door de langste boekenplanken

tussen de spijlen van het speeltuintjeshek te schuiven en aan de deurposten vast te timmeren. Daarop ging het tafelblad en zie:

de eerste meters van mijn bouwsteiger waren een feit. Urenlang werkte ik door. Steeds verder vorderde mijn stellage van venster-

banken en Ikeaschappen, van spiegellijsten en kamerdeuren;

van de trap naar het hangende hek, van het hangende hek naar de hangende eik, van de hangende eik naar de hangende schom-

mel, al mijn bezittingen aaneengeregen tot een steeds groeien-

014

fecte weerspiegeling van wat er van mijn leven was geworden. voortkruipend in een omgekeerde wereld, wilde ik mezelf ervan vergewissen dat het de wereld was die op z’n kop stond, niet ikzelf.

Tegen de tijd dat ik de met tapijt overspande regenpijpen met touw aan het blauwe schommelframe knoopte en de zolderladder liet zakken, was de zon naar de horizon gestegen en kleurde de hemel bloedrood.

Fiep keek met een vollemaansgezicht naar boven. ‘Ik durf niet,’ zei ze zacht.

‘Je moet.’ Ik lag op mijn buik, mijn armen om het frame ge-

klemd, de ladder een verlengde van mijn uitgestoken handen. ‘Ik laat je niet los.’

Fiep aarzelde. ‘Weet je het echt, heel, heel, heel zeker?’ ‘Nee. Ja.’

‘Je zei nee.’ ‘Ja.’

‘Maar kunnen we niet...’ ‘Nee.’

‘Maar kunnen we niet...’

‘Nee, Fiep. Klim omhoog.’

Heel, heel, heel voorzichtig pakte Fiep de kettingen hoger vast en ging op de schommel staan. Met angst en weerzin keek ze

naar de ladder, alsof ze de schommel niet achter zich durfde te

laten, alsof ze nog wat langer wilde schommelen, heen en weer, heen en weer tussen wat achter haar en wat voor haar lag. Toen

nam ze een besluit, ging op de onderste sport staan en trippelde vlug en vederlicht omhoog.

Later, bij het bovengaan van de zon, staarden we door het weggeslagen woonkamerraam naar het theater van het aardse

braaksel in de atmosfeer. Fiep tuurde met onverminderd grote ogen boven de rand van haar wollen deken, Blub zweefde onverminderd weemoedig in het zuivere water en ik rouwde onver-

minderd om mijn vorige leven, dat met de rest over de rand van de wereld was gevallen. In de verte waren explosies geweest en de lucht was bezwangerd met een brandlucht die nergens an-

ders naartoe kon dan zich onder het aardoppervlak te verspreiden. De meeste branden losten zichzelf op doordat de huizen afbraken en in de diepte stortten, grijze rookpluimen achter zich aan trekkend als vallende kometen.

‘En bergen, vallen die ook?’ vroeg Fiep, een beetje dromerig.

Ze had zich vermaakt met het naar buiten gooien van kamerplanten, maar al snel was het haar gaan vervelen dat die het

universum in vielen. Fiep was jong genoeg om zich zonder veel

moeite een nieuwe normaliteit aan te wenden. Ik niet. Ik had met groeiende wanhoop geprobeerd nieuws te verkrijgen over de

catastrofe, maar behalve het mobiele netwerk en internet hing


er ook geen radio meer in de lucht.

wat de herinnering eraan des te reëler en mijn hartzeer des te

‘En vulkanen?’

Een stortbui van vallende sterren trok lijnen door de gezonken

‘Ik denk dat het daar rotsblokken regent,’ zei ik. ‘Daar loopt het vuur uit, kaarsrechte pilaren van lava, helemaal tot in de ruimte.’

Fiep keek bedenkelijk. ‘Maar loopt de aarde dan niet leeg?’ Daar had ik niet over nagedacht.

Keek jij op hetzelfde moment naar hetzelfde buiten, naar dezelfde wereld op z’n kop, en voelde jij dezelfde verbijstering die

ik voelde? Waarom had je onmiddellijk nadat de wereld verging

juist míj gebeld? En waarom pas nu? Waarom niet al die keren

groter maakte. Het voelde alsof ik je al had verloren.

duisternis: laatste ademtochten van voorwerpen die zich vanmorgen nog op aarde hadden bevonden en nu terug de damp-

kring in vielen. Een vuurwerk van duizenden stervende dingen. Ik keek er ademloos naar, durfde niets te wensen.

Na een tijdje merkte ik dat Fiep nog wakker was. ‘Mama is ook een vallende ster,’ mompelde ze.

Ik bedacht me dat ze daar best eens gelijk in kon hebben.

toen het er nog toe deed? Tweemaal eerder had ik een liefde verlo-

geen van beide liefdes was zo ingrijpend en vanzelfsprekend ge-

De wereld stond nog geen dag op z’n kop of er was algemene

ik miste het gewicht dat de plek naast me had ingedeukt, was

dat zij hadden overleefd: door witte lakens of gordijnen uit hun

ren, een aan een andere man en een aan onverschilligheid, maar weest als mijn liefde voor jou. Als ik ’s nachts wakker werd en

ik als de dood dat jij je maar al te begeesterd tegoed deed aan

het nachtleven. Kwam je vlak voor de ochtend beschonken en uitgeteld thuis en viel je als een blok in slaap, dan lag ik naast je wakker en probeerde ik geen andere mannen in je adem te

ruiken. Zo schiep de angst dat je me zou verlaten een voortijdig liefdesverdriet: ik miste je lichaam terwijl het naast me lag, ik

hunkerde naar je aanraking terwijl je arm op mijn borst rustte,

consensus ontstaan over hoe overlevenden zichtbaar maakten

ramen of schoorstenen te hangen. Deze vormden een eerste op zichzelf staande schakel in een uniforme keten van aan elkaar

geknoopte touwbruggen en loopplanken, die zich in de dagen na de ramp aaneenreeg als een spinnenweb.

De hoop dat ik Fiep kon achterlaten bij familie vervloog meteen. Toen ik haar vroeg waar haar vader woonde antwoordde ze: ‘Bij oma.’

015


Kort ‘Bij oma?’

stakels waarlangs ik Fiep een eindje kon laten zakken of ophij-

papa dat hij van alles had moeten achterlaten om met haar te

voetje schuifelden we naar de rand van het plantsoen en met de

‘Ja, papa en mama ruzieden over allemaal dingen en toen zei zijn en toen zei mama o, krijgen we dat weer en toen schreeuw-

den ze tegen elkaar en toen ging papa bij oma wonen.’ Ze zweeg

even en voegde eraan toe: ‘Denk je dat oma nu ook op z’n kop staat?’

Ik voelde een steek in mijn maag. ‘Weet je waar oma woont?’

‘Ergens met de auto,’ zei Fiep, terwijl ze aan haar scheve staartjes plukte. ‘Maar ik wil niet naar oma. Oma schreeuwt ook tegen mama.’

‘Waar zou je dan naartoe willen?’ ‘Ik wil naar mama.’

Ik besefte dat Fiep die dag ook niets meer had. Dus moesten we delen.

‘Dan kom je met mij mee,’ zei ik. ‘En dan gaan we onderweg naar mama zoeken. Maar dan moet je één ding voor me doen.’ ‘Wat dan?’ vroeg Fiep.

Ik gaf haar de spacitroenfles. Fiep nam hem in haar handen alsof hij het gewicht droeg van de wereld. Ze keek met grote ogen door het plastic naar binnen. Blub keek met grote ogen

door het plastic naar buiten. Even speelde er iets van ontzagwekkend belang tussen de goudvis en het meisje, alsof haar

verlangen om haar moeder te zien en Blubs verlangen om jou te

zien, wat eigenlijk míjn verlangen was om jou te zien, voor een moment één en hetzelfde verlangen waren. Toen brak een brede glimlach door op Fieps gezicht, die haar voltallige fietsenrek ten-

toonspreidde. Vanaf dat moment week Fiep geen moment van

Blubs zijde. Had hij honger, dan schilferde ze vissenvoer door de flessenhals; had hij dorst, dan vulde ze het water aan en werd hij benauwd, dan blies ze luchtbellen met een rietje tot Blub zijn glans herwon.

Aan het eind van de wereld hebben we allemaal iets nodig om

ons aan vast te houden. Als we niet vasthouden, moeten we loslaten. En als we loslaten, moeten we onze eigen baan zoeken in het universum.

Zo hield ik me vast aan het speeltuintjeshek. En stevig ook! We waren er via de galerijdeur over de tafelbladbrug naartoe

geklommen, maar daar werkte de onnatuurlijke diepte onder onze voeten zo acuut op me in, dat ik me minutenlang met wapperende haren verkrampt tegen het hek perste, zonder voor- of

achteruit te kunnen. Ik durfde pas om te kijken toen ik Fieps zachte hand op de mijne voelde.

‘Je hoeft niet bang te zijn,’ zei ze, en ze liet de spacitroenfles in haar rugzakje zien om me aan te sporen. ‘Er is niets, daar beneden.’

Dat was niet alleen het meest ware, maar ook het meest een-

zame wat ze had kunnen zeggen. De diepte verloor op slag zijn betekenis. Het werd gewoon zomaar een obstakel, één van de ob-

016

sen met het spantouw dat onze lichamen verbond. Voetje voor

zolderladder bereikten we de eerste kruin van de lindenrij aan de straatkant. Ondanks dat veel takken waren weggeslagen door vallende auto’s was het relatief gemakkelijk om met de ladder

van boom tot boom tot vensterbank tot boom te klimmen. Zo

zigzagden we vooruit, onder een opengereten aardoppervlak waaruit stroomkabels en riolen als dode aderen en botten naar buiten staken, en elke stap bracht me dichter bij jou, elke stap haalde de angel uit de wreedheid van je laatste woorden, en transformeerde de woorden in een boodschap van hoop: Blub staat nog bij jou. Ik kom hem morgen halen. ‘Hé, jullie daar!’

In een luie zetel op een getimmerd platform, dat aan een pro-

visorische meubelconstructie een eindje onder een zolderraam

hing, zat een kleine, kalende man. Er stond een thermoskan naast hem op de planken en een mok dampende koffie. Toen we hem zagen wuifde de man met zijn verrekijker.

‘De hulptroepen zijn onderweg!’ riep hij goedgemutst. ‘Echt waar?’ riep ik, met een vonk hoop.

De man schaterde het uit. ‘Natuurlijk niet! Ik dacht dat jullie de hulptroepen waren!’ Hij kletste zichzelf op de dijen en nam

een slok koffie. ‘Van wat ik van hieruit kan overzien, ziet het er niet best uit!’

Ik zuchtte, toch blij met een volwassene te kunnen praten. ‘Wat denkt u dat er is gebeurd?’ vroeg ik, om me heen gebarend.

‘Joost mag het weten!’ riep de man. ‘De aarde heeft ons mooi voor het lapje gehouden! Geen internet, geen telefoon, geen informatie! Gisteravond kwam er een megafoonboodschap uit

het centrum, maar het was te ver weg om te verstaan! Er gaan geruchten dat ze daar touwbruggen en constructies bouwen! Je

weet wel, voldoende voorraden voor overlevenden en zo! Maar jullie zijn pas het tweede groepje dat ik vandaag voorbij heb zien

komen! Het eerste kwam tot het eind van de straat en viel per ongeluk de hemel in!’ Hij pauzeerde even en voegde eraan toe: ‘We zijn ten dode opgeschreven!’

‘En u? Gaat u niet proberen naar het centrum te komen?’

‘Beste jongen!’ riep de man, ‘Ik woon hier al mijn hele leven! Voor zover ik weet ben ik de enige die zowel de opbouw als de on-

dergang van deze straat heeft meegemaakt! Wat zeg je me daarvan?’

Op de tweede dag van onze reis zagen we gewonde mensen op

plafonds achter ramen, wapperend met gordijnen en smekend met hun hand tegen het glas.

Op de derde dag zagen we aan elkaar geknoopte lakens uit een erkerraam bungelen, waar iemand was gaan zoeken naar vaste grond.

Op de vierde dag zonk mijn hart van mijn borst naar mijn


buik, omdat de uren en minuten in het heelal neerregenden en

bosjes werken, maar dan mol je je delta.’

alle gewone en ongewone speculaties over de catastrofe zinloos

‘Holy fuck, zie dat!’ zei de vliegenier, en wendde zich tot de

wij zo traag vooruitkwamen, en omdat ik jou zo miste, en omdat

bleken. We waren op de onderkant van de brug geklommen, die

nu onder de rivier hing. Het wegdek was weggevallen, maar het ijzeren skelet was intact en een deel van de betonnen platen hing nog aan de pijlers. En nu komt het: het water was er gewoon

nog. Stromend als vloeibaar lood tegen het plafond van het aard-

oppervlak, lachte het de natuurwetten in het gezicht uit. Hier en daar waar het oppervlak golfde, regende het naar beneden, een zacht verwaaiend nevelgordijn, alsof de waterspiegel zèlf het vlak was waarop de zwaartekracht zich omdraaide.

‘Waarom valt de rivier niet naar beneden?’ vroeg Fiep.

Ik wilde iets zeggen – Ik denk dat de aarde ons gewoon zat was – maar

voor ik kon antwoorden werd Fiep omvergeblazen door een deltavlieger, die met buitengewone vaart door het gat tussen de rivier en de brug suisde. Halsoverkop greep ik haar bij haar rugzakje, voor ze met Blub en al van de brug kon kukelen. De vliegenier joelde, cirkelde rond in het luchtruim onder ons, en kwam nu van de voorzijde op ons toegevlogen. Even leek het alsof hij te-

gen de brug zou klappen, maar op het laatste moment trok hij de neus omhoog, waardoor de delta vaart minderde en zijn draag-

kracht verloor, precies boven de onderkant van de brug. Met een onhandige struikelsprong landde hij en kwam met vlieger en al tot stilstand. ‘Reddingsbrigade, tot uw dienst,’ zei de piloot. ‘Vrouwen en kinderen eerst, alstublieft.’ ‘Dat was... spectaculair,’ stamelde ik.

‘Dank u, dank u,’ zei de man, terwijl hij zich losklikte van zijn toestel. ‘Gemeentelijke service. Enige manier om overlevenden op te pikken en naar de evacuatiecentra te brengen.’ ‘Zijn er evacuatiecentra?’ vroeg ik ongelovig. ‘In de kelder van het stadhuis.’

‘En de gemeente had zo’n... vliegding?’

‘Drie,’ grijnsde de piloot. ‘Collega’s nog niet zien vliegen? Mis-

schien zijn ze nog niet in dit deel van de stad geweest.’ Hij knielde neer voor Fiep en pakte haar hand beet. ‘Zo, grote meid. Heb jij zin om eens een vliegtochtje te gaan maken?’ Hij richtte zich naar me op. ‘Sorry, kinderen eerst. Protocol. Kom jou later oppikken.’

Fiep keek plompverloren van de vliegenier naar mij. Iets in

‘Maar ik bedoel, bij het stadhuis...’

rivier, die massief boven onze hoofden voorbij stroomde. ‘Dat

lijkt wel magie.’ Hij had zijn harnas afgelegd en maakte aanstalten zich verder te ontkleden, alsof hij van plan was het water te proberen. Plotseling wist ik het zeker. Er was geen evacuatie-

centrum, geen gemeentelijke reddingsdienst, geen protocol. De

man was een roofvogel. Hij had rondgecirkeld als een havik en zijn prooi gespot. Hij zou met Fiep wegvliegen, en ik zou wachten, en niemand zou terugkomen.

In zijn ondergoed begon de piloot het ijzeren frame dat langs de brugpijler naar de rivier liep te beklimmen. Hij had alle tijd. Wij konden geen kant op en hij wist het. Maar juist op dat mo-

ment sprong Blub met gewichtig geklots boven het water in de

spafles uit en Fiep en ik wisselden een blik. Razendsnel glipte ik in het harnas en gespte de riemen vast. De vliegenier had de

loodgrijze waterspiegel bereikt en stak behoedzaam zijn arm

omhoog. Ik maande Fiep heftig gebarend tot haast. De hand van

de piloot gleed door het oppervlak... en in stroompjes sijpelde het rivierwater langs zijn lichaam naar beneden.

‘Bizar...’ mompelde hij, maar toen draaide hij zich om, kreeg ons in het oog en riep: ‘Hé, wat moet dat!’

‘Hou je vast!’ brulde ik en ik slingerde Fiep op mijn rug, ik

greep het frame van de deltavlieger en klikte karabiners vast en klikte Fiep vast, hopend biddend smekend laat haar broekriem

sterk genoeg zijn, armpjes om mijn nek en de vliegenier naar

beneden gesprongen en vlak achter ons en ik het op een lopen en adem in mijn keel en ogen dicht en een tel de tijd om te denken:

zitten de karabiners wel vast? En toen stortten we van de brug af en tolden we als gekken naar beneden.

En een RUK! en een duizelingwekkende duikvlucht en de we-

reld trok zich samen. De deltavlieger richtte zich op en we vlogen.

Ik schreeuwde het uit, beseffend dat ik nog nooit had gevlogen, niet zonder vleugels en niet met. De vliegenier schreeuwde het uit achter ons op de brug, nu al ver weg. En Fiep... zij schreeuw-

de het niet uit, maar klemde zich vast op mijn rug, had haar handen voor mijn ogen geslagen en keek zelf opgetogen om zich heen.

haar blik alarmeerde me. Er klopte iets niet.

iets anders.

Het is betrekkelijk eenvoudig een ultralightvliegtuigje te bestu-

stond op, zijn hand verplaatsend naar Fieps rug. ‘Warme lucht

landen? Dat is een ingewikkelder kwestie. Ik durfde niet meer

‘Is het niet gevaarlijk?’ vroeg ik, meer om tijd te winnen dan ‘Thermiek zorgt dat je boven blijft,’ zei de vliegenier en hij stijgt op, hè. Nu de hele shit op z’n kop staat, is het een en al thermiek. Vallende zooi is wat je niet wilt.’ ‘En waar land je dan?’

‘Bruggen, overkappingen, loodsen met laaddeuren... zelfs

ren als de nood aan de man is, maar landen zonder grond om te dan een klein eindje onder het aardoppervlak te vliegen. Dat bleek eenvoudig, omdat de thermiek van de branden die met de rook tussen de versplinterde daken bleef hangen de deltavlie-

ger inderdaad steeds weer omhoog tilde. Door mijn balans op

017


Kort de stang naar voren te verplaatsen doken we naar beneden en

die ouder leek dan de aarde zelf leunde naar buiten. ‘Lieve he-

experimenteren kon ik draaien door mijn gewicht naar links en

‘Ik geloof het... niet...’ stamelde ik. En prompt rolde Fiep van

voorkwam ik dat we tegen de aarde te pletter sloegen, en na wat naar rechts te verplaatsen.

Voor het eerst sinds jouw vreselijke het ligt niet aan jou maakte

zich een nieuw gevoel van me meester: een gevoel van vrijheid, dat tenminste voor even het verlangen om iemand anders en ergens anders te zijn naar de achtergrond verdrong.

Na een tijdje kwam er een vlucht ganzen naast ons vliegen. Ik vroeg me af waar ze vandaan kwamen; ze waren er gewoon ineens. Ik zette koers naar jou en de ganzen klapwiekten met ons mee.

De dode aarde was van een fabelachtige schoonheid.

We zagen geliefden die elkaar omhelsden in bomen. We zagen

kinderen die uit omgekeerde ramen emmertjes met etenswaren en opgevouwen briefjes naar elkaar voorttrokken aan waslijnen. We zagen mensen die elkaar vonden op de kriskras aaneengere-

gen constructies die ze bouwden, en de navelstreng smeedden

van een nieuwe maatschappij. En na een tijdje hadden we de stad achter ons gelaten en zagen we alleen bomen, die hun tak-

ken treurig lieten bungelen en hun blaadjes lieten dwarrelen in

de peilloze diepte van de atmosfeer, zodat het leek alsof de aarde groene tranen huilde.

We waren al vlakbij waar je woonde toen Fiep wees en zei: ‘Daar kunnen we naar mama!’

Voor ons in het luchtruim hing een nagenoeg oneindige touwladder, rustig op en neer deinend in de zwoele bries. Toen we

dichterbij kwamen zag ik dat de ladder uit het luik onder in een caravan kwam, die aan ijzeren kettingen aan het aardoppervlak bungelde. Deze was via een schots en scheve loopbrug van planken met een klein, ondersteboven huisje verbonden, dat bijna

uit elkaar viel en vanwaaruit enorme hoeveelheden vlastouw in gesponnen ragen naar de zonderlinge caravan bewogen, alsof

daarbinnen een ononderbroken productiemachine aan de gang was.

Ik cirkelde om de touwladder heen en besloot in de appel-

boomgaard rondom het huisje te crashen. Ranke stammen, veel takken en ondergrensd met een dicht bladerdak: uiterst twijfelachtig, maar een betere plek zouden we niet vinden.

‘Druk je plat tegen me aan,’ zei ik tegen Fiep. ‘En wat je ook doet, laat me niet los!’

Het volgende moment was het een geschok en geraas van je-

welste. Takken zwiepten, bladeren kolkten, vogels vlogen krij-

send op. Met een klap scheurde de delta doormidden en plots hingen we stil, het verwrongen frame aan takken geregen. Deze knapten en met een misselijkmakende luchtzak vielen we door

de weeë appellucht, voor het bladerdak ons opving en ik kans zag me vast te grijpen aan een stam.

In de caravan klapte een raampje open en een tengere vrouw

018

mel!’ riep ze uit. ‘Hebben jullie je bezeerd?’

mijn rug en kwam met een beduusd gezicht in het luchtledige

onder de appelboom te bungelen. Duizendmaal dank aan de karabiner aan haar broekriem. Ik hengelde haar omhoog, klikte haar los en zette haar in de appelboomkruin. Op wat schrammen en kleerscheuren na hadden we de klap overleefd.

‘Kom maar vlug binnen,’ zei de vrouw. ‘Jullie zijn vast toe aan een kopje thee.’

Even later schuifelden we over de wankele loopbrug, die met boorhaken in de aarde was bevestigd, naar de hangende cara-

van, uitkijkend dat we niet verward raakten in de ritselende ra-

gen vlastouw. Binnen viel mijn kin op de vloer van verbazing.

De kleine caravan hing werkelijk vol met vlastouw. De vrouw die ons door het raampje had begroet was in een schommelstoel gaan zitten en vlocht het in dikke strengen bij elkaar. Een twee-

de, haast identieke dame knoopte de strengen tot een touwladder bijeen en liet ze door het luik in de vloer zakken.

‘Pas op dat je daar niet in valt!’ zei de laatste bezorgd. ‘Je hebt geen idee hoe diep het daar is.’

‘Natuurlijk hebben ze dat wel, Anja,’ kibbelde haar zuster. ‘Ze komen er net vandaan.’

‘Maar weten ze ook hoe díep het er is?’ Het dametje keek me

vol verwachting aan en ik haalde beleefd mijn schouders op.

‘Dat bedoel ik maar, Ines,’ zei ze, en trok resoluut haar knoop aan. ‘Dat weet niemand.’

We kregen ieder een kopje dampende kruidenthee. Daarna wendde de vrouw die Anja heette zich tot Fiep, zoals oude vrouwen dat kunnen zonder zich een moment aan haar nijverij te onttrekken. ‘Wat heb je daar, lieve kind?’

Verlegen draaiend liet Fiep haar de spacitroenfles zien. De vrouw tuurde nieuwsgierig door haar dikke brillenglazen naar

binnen en Blub keek even weemoedig als altijd door het dunne plastic naar buiten.

‘Een goudvis!’ riep Anja ontdaan. ‘Wat een vreselijke, vreselijke plek voor een goudvis.’

‘Vreselijk!’ beaamde haar zuster Ines. ‘Een goudvis! Dat is wel het vreselijkste wat je in een fles kunt doen.’ ‘Jenever, oké...’ zei Anja.

‘Of een liefdesboodschap...’ viel Ines haar bij. ‘Maar geen goudvis!’

‘Het is ook een liefdesboodschap,’ ontglipte het me. Plot-

seling beefde mijn stem. ‘Tenminste, niet echt. Of nou ja, eigenlijk wel.’ En voor ik het wist vertelde ik mijn verhaal aan de twee vrouwen. Ik vertelde ze hoe jouw laatste woorden de we-

reld voortijdig tot een einde hadden laten komen, en hoe jouw laatste telefoontje voldoende rechtvaardiging had geboden om Blub naar jou toe te gaan brengen, een onmogelijke queeste in


een onmogelijke wereld als een laatste onmogelijke blijk van

‘Neem nou de wereld,’ stelde Ines.

goed was, althans niet voor mij, en het ook nooit meer kon zijn.

eens in de zoveel tijd, alles loslaat? Terugkijkt op wat het heeft,

mijn liefde voor jou, omdat zonder jou toch niets in de wereld Het luchtte niet op om erover te praten, mijn hart werd er geen

grammetje lichter op. Ik merkte pas dat ik huilde toen Fiep in de spafles mijn tranen opving, zodat Blub dacht dat het regende en tot ieders verbazing eenmaal koppeltjedook. ‘Arm ding,’ zei Ines hoofdschuddend.

‘Arm, arm ding,’ drukte Anja het nog sterker uit. ‘Een goudvis in een fles...’

‘Steeds maar gevangen in hetzelfde rondje...’ ‘Hetzelfde, benauwende rondje...’

‘Je moet haar loslaten,’ zei Anja beslist. Maar hoe, hoe, hoe

kon ik jou ooit loslaten, als er geen moment voorbijging of ik wenste dat ik je heel dichtbij me kon houden zodat, voor heel

even, de wereld niet langer op zijn kop zou staan? In een impuls drukte ik Fiep tegen me aan en daar, op dat moment, werd ik

volledig overmand door mijn verdriet en huilde ik, ontroostbaar en zielsbedroefd. Niet alleen om de leegte die jij had achterge-

laten maar ook om die te moeten opvullen met iemand anders, want als je dromen je werden afgenomen dan klampte je je wanhopig vast aan nieuwe, hoe leeg die dromen ook waren. O Sophie, ik mis je zo. Zo ontzettend veel.

‘Dingen veranderen nu eenmaal, lieve schat,’ zei Anja, en ze legde een broze arm op mijn schokkende schouders.

‘Het is beter om op verandering voorbereid te zijn,’ zei Ines. ‘Zodat je er niet door wordt overvallen, als het komt.’

‘De wereld!’ benadrukte Anja. ‘Wat als de aarde nou gewoon, rilt, en alles van zich afschudt?’ En daar moest de oude vrouw zelf van rillen.

‘Het is maar goed dat wij erop voorbereid waren,’ zei Ines, en gaf een ontdane ruk aan het vlastouw dat door het raampje de caravan in liep.

‘Nou en of,’ beaamde Anja. ‘Wij pakken onze biezen!’

Ik keek met hete en natte ogen naar het luik in de vloer. ‘Waar gaat u naartoe?’

‘Heb je al die vallende sterren niet gezien, ’s nachts?’ vroeg Anja. ‘Het moet prachtig zijn, daar beneden!’

‘O ja, prachtig! Wonderbaarlijk zou ik zelfs willen zeggen.’ ‘Daar gaan wij naartoe!’

En in het drukke gepraat van de oude vrouwen ging het stem-

metje van Fiep bijna verloren, toen ze haar hoofd achter de spacitroenfles vandaan stak: ‘Mijn mama is ook een vallende ster.’

Een korte stilte volgde. ‘Echt waar?’ zei Ines toen. ‘Wat heerlijk voor haar! Dat betekent dat je een wens mag doen, lieve kind.’

Fieps ogen werden groot en ze kronkelde van schaamte. ‘Mag ik... mag ik met jullie mee?’

‘Maar natuurlijk, lieverd!’ zei Anja. ‘Als Tobi het goedvindt...’

Ik knikte, kon niets uitbrengen, bang dat ik nieuwe tranen niet kon inhouden.

‘Ach lieve schat,’ zuchtte Anja. ‘Laat haar toch los.’

‘Niets is het waard om je zo aan vast te klampen,’ zei Ines. En hoofdschuddend: ‘Een vis in een fles...’

019


Kort Op dat moment wist ik geloof ik niet meer of we het over Blub,

was in mijn armen. Jij drukte je stijf tegen me aan we zonken

te.

mogelijk Sophie, was zo overweldigend en bracht zoveel met zich

over jou, of over mij hadden gehad, en of het enig verschil maak-

❦ Al de keren dat ik hier eerder was binnengegaan kleefden als ho-

ningdruppels aan mijn vingertoppen toen ik de loopplank tus-

sen de laatste eik en de stijlen van het keukenvenster legde. Dol van wellust als een verliefde tiener door jouw slaapkamerraam, fluisterend zodat je ouders ons niet zouden horen. Schuddebui-

kend terwijl ik je over de achterdeurdrempel tilde, na een och-

tendwandeling vol kalme onzin bij het meer. Met het lood in de schoenen na weer nieuwe verhalen waarvan ik wist dat ze waren gelogen, maar die ik toch uit alle macht probeerde te geloven, omdat leugens nou eenmaal altijd bedoeld zijn om een leegte

op te vullen, en ik niet wilde dat je met een leegte moest leven. En nu, met jouw beslissing om zonder mij verder te willen op een hoopje in mijn handen, en de macht om die te herzien in de jouwe.

Mijn hart sprong in mijn keel toen ik de witgeverfde spiegelbeeldletters tegen het gevelraam zag: HELP. Je leefde dus nog.

Jullie huis hing op z’n kop en was een ruïne van afbrokkelende herinneringen, maar je leefde nog. ‘Sophie.’

Ik stond op het plafond van de kapotgevallen keuken en luisterde naar de omgekeerde stilte.

En toen, een aardverschuiving. ‘Tobi?’

Mijn naam. Jouw stem.

Ik klauterde door de deuropening de woonkamer binnen. Ook hier was het een ravage van omvergeworpen huisraad, opge-

hoopt tot helemaal aan de diep inzakkende vloerbetimmering. Maar het midden van het plafond had je vrijgeschoven en daar op de bank lag jij.

‘Je bent het echt,’ zei je, terwijl je je moeizaam overeind hees. Ik haalde beschaamd mijn schouders op. ‘Natuurlijk.’ ‘Ik dacht dat je dood was.’

Ik haalde de spacitroenfles uit mijn rugzak en hield hem voor. ‘Ik heb Blub voor je meegebracht.’

Ongelovig keek je van de vis in de fles naar mij. ‘Maar hoe ben je helemaal...’

Ik haalde mijn schouders op. Jij grijnsde. ‘Je bent ook gestoord, hè.’

‘Weet je toch.’

Jouw universum. Mijn universum.

Ik daalde terwijl jij oprees en borg de breekbare realiteit die je

020

neer op de bank. Je lichaamsgeur, even vanzelfsprekend en onmee dat ik me er volledig aan moest overgeven, wat er hierna ook ging gebeuren. Het maakte me gek. Het maakte niet uit. En dus

begroef ik mijn gezicht in je hals en inhaleerde je geur als een drug, me gulzig onderdompelend in jouw aanwezigheid. Zo ble-

ven we lange tijd liggen, innig verstrengeld, in een volmaakt, louter, zijn.

‘Alles oké?’ vroeg ik, natte lippen onder je oorlel.

‘Ja. Ik geloof het wel, ja.’ Hete lucht uit jouw binnenste in

mijn haar. ‘Volgens mij is mijn knieschijf gebroken. En mijn rug doet heel erg pijn.’ ‘Lag je in bed?’ ‘Eronder.’

‘Stil maar. Ik ben er nu.’ Ik streelde het ragfijne dons achter je oor, de ronding van je nek. ‘Tobi.’ ‘Sssj.’

‘Maar...’

‘Het is oké.’

‘Alles is wel ontzettend naar de klote, hè?’

Ik duwde ons zachtjes uit elkaar zodat ik je kon aankijken. ‘Je belde me.’ ‘Ja.’

‘Sophie.’

Je liet me los en hees jezelf overeind, omdat je de situatie niet aankon. Maar ik omklemde je hand en zei: ‘Ik heb je gemist, Sophie.’

‘Hou op.’ Er liep een traan over je wang. ‘Ik maak me zo’n zor-

gen om mama en papa. Ik heb niets van ze gehoord. Sinds het

gebeurde heb ik niemand gezien, helemaal niemand. Weet jij of er hulp komt?’

Ik voelde me wee worden van binnen. ‘Ik ben toch gekomen?’ Lange tijd keek je me aan. ‘Het spijt me hoe het is gelopen.’

‘Ja. Mij ook,’ zei ik. ‘Het was leuker toen het nog overeind stond. Stuk eenvoudiger latten, ook.’ ‘Tobi.’

‘Ja sorry.’ Mijn stem beefde, zoekend naar houvast. ‘Ik weet

me er gewoon geen raad mee. Alles is toch anders nu. Kunnen we niet...’ ‘Tobi.’

‘Maar kunnen we niet...’ ‘Niet doen, Tobi.’

Ik kon mijn tranen niet inhouden. ‘Maar ik zal alles anders doen.’

‘Jij was het niet die iets anders moest doen.’ ‘Ik kan het niet alleen, Sophie.’ ‘Kun je best.’


‘Maar ik hou van je.’

af terwijl mijn leven zich zo buiten mij om had kunnen vol-

wend was? Je ogen te zwaar, daarbinnen een onpeilbare diepte.

gelijk

Weet je nog dat je op dat moment wegkeek, zoals je zo geIk werd van je weggerukt, ik viel en ik viel, en toen: PLONS! in

een fles vol bruisende tranen. Een wervelende draaikolk zoog me dieper en dieper onder water, voortgestuwd door de kracht

van jouw wegkijken. In paniek trappelde ik met mijn benen en klauwde vergeefs naar houvast tegen gladde, plastic wanden.

‘Ik hou van je!’ probeerde ik te gillen, maar mijn liefde steeg in bellen naar het oppervlak en spatte uit elkaar. Ik maaide ver-

zwakt met mijn armen, trommelde tegen het plastic. En achter het etiket keek jij weg, zag niet dat ik verdronk. In een trage spiraal zonk ik naar beneden en raakte met een doffe bonk de bodem van de spacitroenfles.

Met longen volgelopen met tranen fluisterde ik: ‘Alsjeblieft...’ En jij zei: ‘Ik heb tijd nodig.’

Proestend kwam ik boven, happend naar adem. Doorweekt en

met klepperende oren liet ik de leugen van die woorden over me neerdalen. Zodra ik bij machte was hees ik mezelf overeind en strompelde de woonkamer uit. ‘Wat ga je doen?’

‘Aspirine voor je halen,’ mompelde ik stompzinnig. ‘Wacht!’

Maar ik was de keuken al door en hoorde je niet meer. Hangend aan de trapleuning liet ik me naar de bovenverdieping zak-

ken. Na alles wat ik had moeten doorstaan, na de talloze malen

trekken terwijlikhetniethadgeweten of had ik het wel degeweten

maaktedathetnietalleenmaarerger

doorn-

aardebadkamer hippe jeans hip shirt bloedtussendetegels

hijmoethebbengedouchtdegietijzerenbadkuipwasuitgebroken hadhemverpletterdzijnportemonnaieinzijnbroekzakstudenten-

kaartIDkaartTomheettehijTomnogwatblondejongenhalflanghaarhelemaaljouwtypehetbadkamerraamstondopenwathadjemethemgedaanverdommedezelfdefuckingavondspreiddejijjebenenwathebjemetmíjgedaan?

Toen ik weer beneden was leunde jij uit het keukenvenster,

voorovergebogen onder het gewicht van gemiste kansen. Je huilde. Onder mij, onder de loopplank die van jou wegleidde, dwarrelden de pasjes met zijn foto’s erop langzaam omlaag. Ik keek

je strak aan. Ja, je had tijd voor jezelf nodig, ja, ik begreep dat je

moest ontdekken wie je wilde zijn. Ik begreep je verlangen naar een rustiger plek zonder beloftes en bekentenissen. Ik zou je zelfs

je fouten hebben vergeven. Je was mijn wereld. Maar alles had de wereld van zich afgestoten. Meer logica dan een mens kon

bevatten en meer mensen dan bevattelijkerwijs logisch was...

alles behalve het weerzinwekkende beeld dat jij voor een ander huilde en het dagende besef dat er in deze door jouw geschapen werkelijkheid geen plek meer voor mij was. En de goudvis?

Die verdiende beter.

dat ik mijn leven in de waagschaal had gesteld om Blub naar je

len met mijn liefde voor jou en was opgekrabbeld uit de bran-

Het was als een droom aan het eind van de wereld: ik zat op

je dat de wereld je nog geeft, Sophie?

benen bungelden in de diepte en boven me zag ik mezelf weer-

toe te brengen, mijn liefde voor jou vergeefs had trachten te stilding van de stervende aarde... had jij tijd nodig? Hoeveel tijd denk

Met een klap landde ik op de holstaande zoldering, die kraakte onder mijn gewicht. Als op dat moment het huis was weggebro-

ken had het me niet uitgemaakt. Maar zelfs die genade was me niet gegund, omdat ik was voorbestemd in jouw kille werkelijkheid ten onder te gaan, niet in mijn illusie.

De slaapkamer. Mijn foto hing niet aan je muur. Ik wilde gelo-

ven dat hij was kapotgevallen, liever dan alles in de wereld wilde ik dat geloven. Andere fotolijstjes, versplinterd over het plafond:

vakantiekiekjes, familie, je vrienden. Ik kende ze door en door. Verfrommeld truitje, dat ik in Parijs voor je had uitgezocht. Opengevallen backgammonbord. Gedeukte kaarsen. Onderste-

boven bed. Kapot glas. Boeddhabeeldje. Geen spoor van mijn foto.

De aarde keerde zich af van schaamte.

Blub rolde op zijn buik en kwam bovendrijven.

Aan wat mijn kant van het bed was geweest lagen de sneakers van een ander het horloge van een ander en hoekanik-

beschrijven wat er nu komt hoekanikdoorgaan vraag ik me

een lage boomtak onder de oever van het hangende meer. Mijn spiegeld in het water, dat brandde in de bovengaande zon. Toen

ik tegen de spacitroenfles tikte ging er een siddering door Blubs tere vinnen en draaide hij zijn kop naar me toe.

‘Toe maar jongen,’ zei ik, en schroefde de dop van de fles. ‘Je bent vrij.’

Ik hield de spafles omhoog en stak de bovenkant door de wa-

terspiegel. Luchtbellen borrelden omlaag en bleven op de weeg-

schaal van de zwaartekracht drijven. Blub sloeg het sceptisch gade. Toen strekte ik mijn arm uit, duwde de fles onder water en keerde hem om.

En ook Blub floepte om. Ineens zwom hij ondersteboven, schichtig van de ene naar de andere kant van de spafles glibbe-

rend. De luchtbellen ontsnapten en ik wiegde de fles zachtjes op en neer, tot Blub de opening van de schroefdop ontdekte en er nieuwsgierig door naar buiten gluurde.

‘Ga maar,’ fluisterde ik, het neerspattende water uit mijn haren schuddend. ‘Je bent vrij.’

Even aarzelde de goudvis nog. Toen zwom hij door de monding

021


Kort naar buiten. Hij keek om zich heen, op zijn hoede. Plots zwier-

elk geluid dat ik voortbracht bleef hangen en me bewust maakte

Dat was het dan. Dag, Blub. Ik glimlachte, een beetje wee-

Het duurde niet lang eer ik terug was bij de hangende caravan,

den en krioelden zijn vinnen en schoot hij weg in de diepte.

moedig. Maar mijn weemoedigheid werd algauw weggespoeld

door een gevoel van vervulling, toen ik de spafles uit het meer trok en eindelijk, na zo’n lange reis, losliet. Ik keek hoe de fles

naar beneden buitelde en uit het zicht verdween. Daarna richtte ik me op. Tot mijn verbazing keek Blub me vanachter de weerspiegeling van mijn gezicht liefdevol aan. Hij was teruggeko-

men naar de oppervlakte en tuitte zijn lippen boven water, alsof

hij een geheim verklapte. Het veroorzaakte een minieme rim-

peling. Ik kon mijn ogen niet van dit beeld afhouden. Waarom wekte het zoveel liefde bij me op? En toen zag ik het. Natuurlijk. Blub was niet ondersteboven... ik was ondersteboven. Het is allemaal een kwestie van perspectief.

Als je er vanaf een andere kant naar keek, stond de wereld gewoon overeind.

Ik kleedde me uit tot ik naakt was, haalde diep adem. Ik stak

mijn hoofd door de waterspiegel, genietend van de plotselinge sensatie van koelte en bruisende luchtbellen die neerdaalden en mijn gezicht schoonspoelden. Wankelend kwam ik overeind op de tak, mijn armen in het water grabbelend, nu tot

mijn middel ondergedompeld. En toen ik mezelf afzette kreeg de zwaartekracht vat op me en gleed ik als een duiker Blubs wereld binnen.

Ik kwam boven. Al watertrappelend begon ik te lachen. Ik

was vergeten hoe normaal eruit zag. Hoewel, normaal... want al zakte de zon nu achter de horizon en bevond ik me aan de goe-

de kant van boven en onder; mijn natte haren stonden in slierten overeind en lieten het regenen in het heelal. Daar moest ik

nog harder om lachen. Aan de oever hieven bomen hun armen als kinderen die door hun moeder een trui werd aangetrokken. Ergens brak een tak, die kaarsrecht omhoog de hemel in viel.

Blub dartelde speels om me heen, een oranje schicht in het diepgroene water. Ik dook onder en we buitelden en koppeltje-

van mezelf.

maar de twee oude vrouwen en Fiep waren verdwenen. Het luik in de vloer stond open en het uiteinde van de touwladder was

aan een van de schommelstoelen geknoopt. Ik beeldde me in hoe Anja en Ines volgeladen met hun bezittingen en naarstig kib-

belend, treetje voor treetje de touwladder afdaalden, met Fiep

nieuwsgierig achter hen aan. Ergens, veel lager waar de sterren vielen, zouden ze tegen de vrouw met de Albert Heijn-tassen opbotsen en zij zou zeggen: Nee maar, ik was net naar jullie op zoek.

Ik sloeg mijn benen over de rand van het luik en hield me vast aan de eerste sport. Onder mijn voeten deinde de ladder kalm heen en weer en vervaagde in de mist. Ik haalde diep adem en

begon af te dalen, met mijn ogen dicht, alsof ik slaapwandelde. Condensdruppeltjes van nevel vormden zich aan mijn wimpers. Toen ik mijn open weer opende was het aardoppervlak verdwe-

nen en zag ik boven me alleen nog de vage contouren van de caravan. Even later was ook dat weg. Nu ben ik alleen, in de mist.

Dacht jij aan me? En als jij me zou zien afdalen, zou je je dan afvragen waar de touwladder naartoe leidt? Maar dan zou ik

je zeggen dat het niet belangrijk is. Het gaat om het pad dat je volgt, de reis die je maakt. Wanneer je dat beseft kun je makkelijker loslaten, aan het eind.

Ik denk dat ik wil dat je weet dat je me zo, ongelooflijk, veel pijn

hebt gedaan, Sophie. Nu daal ik de ladder af. Op zoek naar vaste grond onder mijn voeten. Het is niet makkelijk. Ik ben doods-

bang voor wat ik daaronder zal aantreffen. Maar ik sluit mijn ogen, en daal verder af. Soms schudden de touwen, en beeld ik

me in dat jij het bent die me volgt, ergens daarboven in de mist. Maar misschien is het alleen maar de wind. En ik besef dat het me niet uitmaakt. Ik ben ook iemand.

Hier beneden zijn we allemaal vallende sterren.

doken tot mijn longen ervan barstten. Elke keer dat ik boven-

nieuwbereikte normaliteit naar het midden van het meer, zij

CONCLUSIES VAN HET DEBAT ‘WAAROM HET ONTEGENZEGGE-

Daar, op mijn plekje in de wereld, liet ik hem los.

de goudvis, p. 794, eerste herziene druk 1984, tweede herziene druk

kwam voelde ik me lichter. Uiteindelijk zwommen we in onze aan zij, de goudvis en ik.

❦ Ik weet niet of mijn slaap droomloos was omdat er geen val-

lende sterren waren of omdat er een plaagzieke twijg van de boomkruin in mijn rug stak, maar toen ik de volgende ochtend wakker werd klampte er een naargeestige mist aan het aardop-

pervlak. Overal, waar ik ook keek, was het grijs. Ik vroeg me af

waar de mist vandaan kwam. Er heerste een doffe stilte, waarin

022

LIJK VASTSTAAT DAT GOUDVISSEN LIEFHEBBEN’ (Uit: Het pad van 1987)

Dat doet het niet, en moge iedereen die beweert dat het dat wel doet in de hoogste boom worden opgeknoopt, maar oké, het te-

gendeel is niet onomstotelijk bewezen (zie APPENDIX XIV: OVER HET ZIJN, VERLANGEN, DROMEN, ROUWEN, VERWERKEN,

LOSLATEN EN ANDERE SOCIALE WETENSWAARDIGHEDEN VAN DE GOUDVIS)


An Janssens presenteert

Drakenvuur 7 november Meer dan 150 meter fantasy, spanning en YA STAND 317, VBK

023


Ingezoomd

Vlaamse koningin van de fantasy An Janssens

Ze won in 2013 onze eerste schrijf-

Welke dingen zou je nu anders doen dan?

wedstrijd voor complete romans en is

Aan de plot zou ik niets veranderen, die

sindsdien niet meer weg te denken uit

vind ik nog altijd heel goed. Wel zou ik

het fantasy-landschap van de Lage Lan-

het tempo een beetje terugschroeven om

Geboren op 10-05-1983

den. En haar ster is nog altijd rijzende.

meer diepgang toe te laten in de perso-

te Leuven

Deze maand (oktober) is het derde en

nages en hun wereld; ik zou langer de

Beroep Business consultant

laatste deel van haar Draken-trilogie

tijd nemen om over ze te vertellen. Aan

verschenen, Drakenvuur. Genoeg reden

de andere kant weet ik dat veel lezers van

om eens bij de auteur te polsen hoe ze

de Draken-boeken houden omwille van de

daarop terugkijkt en wat haar plannen

razendsnelle actie. Dat bedoel ik wanneer

zijn voor een volgend boek.

ik zeg dat anders niet noodzakelijk beter

is: alles heeft voor- en nadelen.

Het laatste deel van je Draken-trilogie. Hoe voelt dat?

Welk personage ontwikkelde zich het meest gedurende de serie?

Dus je hebt ondertussen veel geleerd?

Ze hebben allemaal zoveel meegemaakt

Het was vreemd om de laatste woorden

Enorm veel. Dat is niet verwonderlijk,

en zijn daardoor zoveel veranderd dat het

te schrijven. Mijn personages zullen nooit

want ik wist niet veel over schrijven toen

moeilijk is om er één uit te kiezen. Als het

meer nieuwe avonturen meemaken, nie-

ik mijn manuscript instuurde voor de Lui-

echt moet, dan Ursus. Hij begon als een

mand zal het vuurdraakje Kandschwar

tingh Fantasy & Magic Tales Schrijfwed-

individualistische agressieveling die nau-

zien opgroeien. Het voelt als een gemis,

strijd. Vooral heb ik ondervonden hoe

welijks nadacht bij wat hij deed, en ein-

maar tegelijkertijd ben ik blij dat ik aan

nuttig het is om een verhaal op voorhand

digde als de sterkste schakel van de groep.

An Janssens

iets nieuws kan begin-

helemaal uit te werken.

nen, want ik heb nog

Bij

zoveel ideeën. En wie

deed ik dat te weinig,

Kun je al iets vertellen over wat je hierna gaat doen?

weet, misschien schrijf

met veel herschrijfwerk

Ik ben al hard aan het werk aan Heksenhoe-

ik ooit een vervolg op

tot gevolg.

ve, een fantasy-thriller. Het verhaal speelt

de

Draken-boeken

de Draken-trilogie. Ik

zich af in onze wereld. Sterker nog, in mijn wereld: Vlaanderen. In Leuven wordt

waarover dat zou kun-

Aan welke scène denk je het liefst terug?

nen gaan.

Het beeld dat ik meteen

leidt naar een afgelegen boerderij in het

voor ogen zie is dat van

Meerdaalwoud: de Heksenhoeve.

heb al zo’n vermoeden

Ben je tevreden met de reeks, als je er nu op terugkijkt?

Ursus en Neguel, twee

een studente vermoord en het onderzoek

rivalen, die tegen elkaar

Dat is iets heel anders. Vanwaar die keuze?

vechten in de arena in

Mijn inspiratie komt gewoon, ik kan haar

Honderd procent te-

Drakenkoningin. Ik weet

niet sturen. Heksenhoeve heeft een paar

vreden. Wat overigens

nog dat ik hen eerst te-

jaar in mijn hoofd zitten groeien en is nu

niet betekent dat ik

gen andere kandidaten

klaar om geplukt te worden. Mijn volgen-

niets zou veranderen

wilde laten uitkomen,

de-volgende boek zit trouwens ook al te

als ik de Draken-boeken

Drakenvuur

maar dat ik dacht: Dat

rijpen en dat wordt weer epische fantasy.

nu opnieuw zou schrij-

Reeds verschenen | € 16,99

is niet wat mij als lezer nu

Hoewel het een leuke afwisseling is om

ven. Maar anders bete-

320 blz. | Paperback

zou interesseren. Ik wil dat

een ‘modern’ verhaal te schrijven, mis ik

kent niet noodzakelijk

AUTEUR An Janssens

die twee eindelijk eens op de

de grootsheid van de klassieke fantasy

vuist gaan!

toch al een beetje.

beter.

024


26 & 27 – An Janssens tips)

[Beeld: Stukken over de pagina verspreiden me

bijbehorende foto en quote. Misschien sterke

foto als lichte achterwand, of juist steunkleur Credit bij foto’s: Olaf Appeltants]

025


Tips

Auteur An Janssens over inspiratie ik hier beschrijf. De Pamir-

geen toeval dat Neguel de

maar in China, waar ik twee

dan 3.000 meter hoog en er

werken kreeg wanneer hij

tot teen verborgen achter

bergen van Kirgizië zijn meer woont slechts een handjevol

mensen. Die heldere lucht, de hoogte die je ineen lijkt te

Omdat ik zelf in bergdorpjes

De verborgen vrouwen van China

hokje met een gat in de vloer

taal andere culturen. Wan-

de huid, Kirgizië is een bom van inspiratie. Ook voor mijn nieuwe

boek

Heksenhoeve,

waarin een groep mensen in het bos leeft zonder elektriciput ik uit deze ervaringen.

je

overal

overvallen, maar op sommige plaatsen krijg je zoveel prikkels dat je notitie-

boekje het nauwelijks kan

ben geweest waar de wc een

Niets zo inspirerend als to-

is en de kraan een beekje dat

neer je als westerse vrouw

door de straten stroomt, weet ik hoe het is om – tenminste

voor eventjes – zo eenvoudig te leven.

bijhouden. Hieronder vind

De kleurrijke markten van Iran

zien wanneer het schrijven

sa’s markten tegen, over-

je acht dingen die je moet

Over heel Azië kom je mas-

even niet meer wil lukken.

dekt of in de openlucht, met

De hoogvlakten van Kirgizië

De koningin stond op een van de heuvels die als drakenschubben uit de witte rug van de wereld staken, zo perfect kegelvormig dat ze wel aangelegd leken. – Drakenkoningin De koningin, dat was ik toen

ik op de heuveltop stond die

026

overdekte Stad liep:

teit of andere voorzieningen,

dikke jassen en een verweer-

kan

door de drukke hallen van de

Oranje sinaasappels waren op grote schalen tot onmogelijk hoge piramides gestapeld, groene watermeloenen lagen in rechte rijen in karren en gele bananen lagen perfect zij aan zij op de toonbanken. – Drakenkoningin

drukken, kleine mensen met

Inspiratie

volgende indrukken te ver-

groenten, fruit, levende die-

ren, meubels of wat er ook

in de aanbieding is, maar met name Iran is een absolute aanrader qua bazaars.

Het is typisch voor landen waar goederen meer kosten

dan arbeid dat alles prach-

tig wordt uitgestald. Appels worden opgepoetst, kleuren worden weloverwogen ge-

combineerd. Het is dan ook

wordt omringd door gesluierde vrouwen en zelf je haren

en lichaam moet bedekken, maak je dingen mee waar je wel over moet schrijven. Het

meest sprekende beeld zag ik niet in Iran of Pakistan,

vrouwen voorbijliep, van top bruine doeken – zelfs hun ogen waren niet zichtbaar.

Mijn fantasie sloeg meteen op hol. Wat zou er onder die

doeken schuilen? Waren deze vrouwen zo mooi dat man-

nen de controle over zichzelf

zouden verliezen wanneer ze hen zouden aanschouwen? Prinses Nevsemir was geboren.

Zelfs als kind was Mir te mooi geweest voor deze wereld. Niemand, man of vrouw, mens of tovenaar, kon haar aankijken zonder met open mond te staren. Maar het was Rakaposhi die de emmer had doen overlopen. Regeren was zwaar werk. De mooiste van alle vrouwen mocht haar schoonheid daar – volgens de


koning – niet aan verspillen. ‘Ik hou mijn sluier om,’ klonk de krachtige stem van Mir door het vertrek. – Drakentovenaar

Azerbeidzjan om er net als

De grottensteden van Georgië en Turkije

koel. Je paarden en kamelen

Varzia, een gigantisch kloos-

ter gehakt uit de bergen van Georgië,

is

waarschijnlijk

een van de indrukwekkend-

de zijderoute-karavanen van

weleer in een karavanserai te overnachten. Rond de vijver

op het grote binnenplein is het zelfs overdag aangenaam

kun je kwijt in een van de vele stallen die rondom het

plein staan en via afgeronde poorten te bereiken zijn.

ondergronds moest. Nadat ik

Boogvormige uitsparingen, als dichtgemaakte ramen, reikten van de vloer tot het plafond, de ene vlak naast de andere. Op de vier hoeken stonden ronde torens met koepelvormige daken. – Drakenvuur

bezocht in Turkije had ik ook

Het grote niets van Kazachstan

ste dingen die ik ooit heb

gezien. Oorspronkelijk dacht ik dat Drakentovenaar zich zou

afspelen in een weinig ori-

ginele stad met witgekalkte

huisjes, maar zodra ik Varzia zag wist ik dat het verhaal

een tweede grottenstad had

meteen aan den lijve ervaren hoe het is om door duistere, nauwe gangen te dwalen.

Mijn vriend en ik reden door een afgelegen dorpje en von-

den er een grottenstad die

niet open is voor toeristen.

Een van de mannen die in het plaatselijke café rondhingen wilde ons voor een

kleine donatie rondleiden. Hij kwam op het idee om een

spelletje te doen: hij verborg

ons ergens in de grotten en wij moesten elkaar terugvinden. Ik heb geen claustrofobie, maar ik kan je garande-

ren dat ik – moederziel alleen

in de doodstille duisternis – doodsbang was!

Een karavanserai in Azerbeidzjan Midden in de woestijn staat een gebouw. Vraag je je af wat voor gebouw dat zou

kunnen zijn? Reis dan naar

‘Woestijn’ had Rakaposhi alles genoemd wat voorbij de bergen lag. Nu Mir het zuiden onder zich voorbij zag glijden, vond ze niet dat één woord de lading dekte. Het licht van de maan – dat in haar ogen te fel scheen – toonde eerst zand, ononderbroken vlak gedurende tientallen, misschien wel honderden kilometers. Na een tijd maakte het zand plaats voor witte, korrelige grond, die in ontelbare zeshoekjes was gebarsten. Daarna kwamen er zandhopen, alsof de wereld in een bevroren, woest golvend meer was veranderd. Nog later was er alleen droge aarde met diepe kloven, en uiteindelijk verschenen er grijsbruine rotsen, zoveel dat gedurende een uur de hele wereld ermee bedekt leek. – Drakenvuur

Je kunt de woestijn pas echt

week door bergdorpjes die

het is om dagenlang door

den bereikt? Je hebt ze voor

beschrijven als je weet hoe dat niemandsland te trek-

ken zonder dat je een teken van leven tegenkomt – be-

halve misschien een groepje kamelen dat je nieuwsgierig

nakijkt. Wil je het grote niets ervaren? Dan is er geen bete-

alleen te voet kunnen worhet uitkiezen! (Laat je laptop trouwens maar in het hotel, want elektriciteit is er niet,

en wees zuinig met papier want je moet dat notitieboekje de hele weg meezeulen!)

re plaats dan Kazachstan.

Het Meerdaalwoud

De bergen van de Himalaya

zoeken. Vlak bij Leuven ligt

In de meeste fantasy-boe-

ken vind je wel een berg-

je of twee. Het is moeilijk om hierbij niet in clichés te vervallen, want ze zijn al

oneindig vaak beschreven.

Toch zijn alle bergketens an-

ders. De ene is golvend en groen terwijl op de scherpe

Soms moet je het niet te ver een bos waarin ik al vanaf mijn kindertijd ga wande-

len: het Meerdaalwoud. De

bomen zijn natuurlijk niet zo hoog en indrukwekkend als de junglereuzen die ik op reis heb gezien, maar dat moet ook niet.

zwarte flanken die recht om-

Ze nam snel een foto van de onder sneeuw bedolven weg die als een kaarsrechte, witte rivier door het bos liep. – Heksenhoeve

in toppen die er zo scherp

© foto’s Olaf Appeltants

pieken van de andere geen

grassprietje te vinden is. De indrukwekkendste

bergen

zag ik in Pakistan: enorme

hoogschoten om te eindigen

uitzagen dat je je eraan zou kunnen snijden. Maar aan-

gezien dat niet het meest evidente land is om naartoe te

trekken, zou ik je aanraden om naar de Indische Himala-

ya te gaan. Een tocht van een

027


Raak dit najaar verslaafd aan 4 toptitels 3 maanden lang

de Neem odes gsc kortin ar jouw a mee n handel! boek OP

OP=

ISBN 978-90 -245 - 6926 -7

ISBN 978 -90 -245 - 6601-3

Het adembenemende en onheilspellende eerste deel over een meisje dat afstamt van de oude Griekse goden en voorbestemd is een hoofdrol te spelen in een liefdestragedie.

Een djinn. Een prinses. En een wens die alles zal veranderen als twee meiden erachter komen dat hun levens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

VOOR €12,99

VOOR €11,99

VAN € 17,99 Van 20 oktober t/m 20 januari

VAN € 16,99 Van 20 november t/m 20 februari

[KORTINGSCODE 902-165 7 2]

[KORTINGSCODE 902-16558]

Al verslaafd aan deze auteurs?


de beste YA-series van het moment! extra scherp geprijsd

Nee kortin m de g mee n scodes aa boekh r jouw OP=andel!

OP

ISBN 978-90 -245 - 6345 - 6

ISBN 978-90 -218- 0783 - 6

De jonge NamJu wil maar één ding: ontsnappen aan de sloppenwijken van Celstad om zijn lievelingsspel te spelen, de virtual reality-game DeathZone. Maar een alien gooit roet in het eten.

Welkom in New York, een stad die wordt geleid door tieners. De overlevers van een mysterieuze Ziekte moeten zich redden in een wereld zonder internet, elektriciteit of andere hulpmiddelen.

VOOR €12,95

VAN € 17,95 Van 20 december t/m 20 maart [KORTINGSCODE 902-16565]

VOOR €11,95

VAN € 16,95 Van 31 januari t/m 30 april

[KORTINGSCODE 902-165 41]

Kijk dan snel in de kalender verderop in dit blad voor de verschijningsdata van de nieuwe delen uit deze reeksen.


Preview

Ontworteld

Een modern sprookje van Naomi Novik

Agnieszka’s volk vertrouwt op de kille tovenaar die alleen

wacht uit. Ik zat naast hem op de bok van de grote, lege wagen,

vaarlijke Woud. Maar hij vraagt een enorme prijs voor zijn

woonden in Dvernik, het kleinste noch het grootste dorp van de

bekendstaat als de Draak om ze te beschermen tegen het ge-

hulp: een jonge vrouw om hem tien jaar te dienen, een lot bijna net zo verschrikkelijk als in het Woud terechtkomen.

Het volgende keuzemoment is binnenkort en Agnieszka is bang. Ze weet – iedereen weet – dat de Draak Kasia zal ne-

men: mooie, sierlijke, dappere Kasia, alle dingen die Ag-

nieszka niet is, en haar beste vriendin. En ze kan niet gered worden.

Maar Agnieszka vreest de verkeerde dingen. Want wanneer

nadat we het brandhout voor die week hadden afgeleverd. We vallei, en ook niet het dichtst bij het elf kilometer verderop gele-

gen Woud. Maar de weg liep over een hoge heuvel, en vanaf de

top kon je op een heldere dag helemaal over de rivier kijken, tot aan de bleek grijze strook kaal gebrande aarde en de massieve,

donkere bomenmuur erachter. De toren van de Draak lag een heel stuk de andere kant op: een bouwwerk van witte kalksteen, gestoken in de grond aan de voet van de westelijke bergen.

Ik was nog heel klein, volgens mij niet ouder dan vijf. Toch

de Draak komt, is het niet Kasia die hij zal kiezen…

wist ik al dat we niet over de Draak praatten, of over de meisjes

Onze Draak eet de meisjes die hij meeneemt niet op, al doen de

regel overtrad.

verhalen die buiten onze vallei worden verteld anders geloven.

Soms krijgen we die van reizigers te horen. Ze laten het klinken alsof wij een mens offeren en alsof hij een echte draak is. Maar

dat is natuurlijk niet waar: hij mag dan een tovenaar zijn, en

onsterfelijk, hij is nog altijd een mens, en onze vaders zouden

als één man in opstand komen als hij elke tien jaar een van ons opat. Hij beschermt ons tegen het Woud, en

die hij meenam. Daarom bleef het me bij toen mijn vader die ‘Ze beseffen weer dat ze bang moeten zijn,’ verklaarde mijn va-

der. Meer zei hij niet. Daarna klakte hij met zijn tong en spoorde de paarden aan, de heuvel af, terug het bos in.

Ik begreep er niet veel van. We waren allemaal bang voor het

Woud, maar de vallei was ons thuis. Daar kon je toch niet van weggaan? En toch bleven de terugkerende meisjes nooit hier. De

daarvoor zijn we weliswaar dankbaar, maar

hun ouderlijk huis, waar ze een poosje bleven,

die dankbaarheid kent haar grenzen.

een week, of soms een maand, maar nooit

Hij verslindt ze niet letterlijk, het voelt al-

veel langer. Vervolgens vertrokken ze met hun

leen zo. Hij neemt een meisje mee naar zijn

bruidsschat. Meestal gingen ze dan naar Kra-

toren en laat haar tien jaar later weer gaan,

lia, om te studeren aan de universiteit. Vaak

maar tegen die tijd is ze iemand anders ge-

ook trouwden ze met iemand uit de stad of

worden. Haar kleren zijn te chic, ze praat als

werden ze wetenschapper of winkeleigenaar,

iemand aan het hof en ze is tien jaar alleen ge-

hoewel er soms werd gefluisterd dat de zestig

weest met een man, dus natuurlijk is ze haar

jaar eerder meegenomen Jadwiga Bach cour-

goede naam kwijt, ook al zeggen alle meisjes

tisane was geworden, en de maîtresse van een

dat hij hen met geen vinger heeft aangeraakt.

baron en een hertog. Maar toen ik werd gebo-

Wat kunnen ze anders zeggen? En al te vrese-

ren, was ze gewoon een rijke oude vrouw die

lijk is het allemaal niet. Wanneer hij hen laat

prachtige cadeaus stuurde naar al haar ach-

gaan, geeft de Draak hun bij wijze van bruids-

ternichten en -neven, zonder ooit op bezoek te

schat een beurs vol zilveren munten, waar-

door iedere man graag met hen wil trouwen, ongeacht hun reputatie.

komen.

Ontworteld

Alleen willen de meisjes met niemand trou-

VERSCHIJNT 12 november

‘Ze zijn vergeten hoe ze hun leven hier moe-

AUTEUR Naomi Novik

wen. Ze willen niet eens blijven.

ten leidden,’ legde mijn vader me ooit onver-

030

Draak liet hen uit de toren en ze gingen naar

€ 19,99 | 512 blz. | Hardcover

Dus het is bepaald niet hetzelfde als je doch-

ter weggeven om opgegeten te worden, maar

het is ook weer geen blije gebeurtenis. Om-

dat er vrij weinig dorpen in onze vallei zijn, is de kans dat je wordt uitgekozen niet eens zo

klein, maar hij kiest alleen een zeventienjarig


meisje, geboren tussen de eerste oktober van dat jaar en het jaar

ge leeftijd was ik nog steeds een stakerig, veulenachtig meisje

kansen lagen niet erg gunstig. Iedereen zegt dat de ouderlijke

– als die term hier al van toepassing was – was dat ik alles wat ik

erop. In mijn jaar kon hij uit slechts elf meisjes kiezen, dus de liefde voor een meisje uit een Draakjaar verandert naarmate ze opgroeit. Omdat je haar zomaar kunt kwijtraken, kun je dat niet

helpen. Maar voor mij en mijn ouders was het anders. Toen ik eenmaal oud genoeg was om te begrijpen dat hij mij kon meenemen, wisten we allemaal allang dat hij Kasia zou uitkiezen.

Alleen mensen die op doorreis waren en van niets wisten

complimenteerden Kasia’s ouders ooit met hun dochter, zeiden hoe mooi, slim of aardig ze was. De Draak koos niet elke keer

het mooiste meisje uit, maar wel altijd het speciaalste. Als één

met grote voeten en warrig, vuil bruin haar, en mijn enige gave droeg gedurende de dag scheurde, vies maakte of verloor. Tegen mijn twaalfde was mijn moeder wanhopig en liet ze me alleen

nog rondlopen in afdankertjes van mijn oudere broers, behalve op feestdagen, maar dan mocht ik me pas twintig minuten voor

vertrek omkleden, waarna ik stil op de bank moest blijven zitten tot we naar de kerk liepen. Het was zelfs hoogst onzeker of ik in staat was het dorpsplein te bereiken zonder achter een tak te blijven haken of mezelf met modder te bespatten.

‘Je zult met een kleermaker moeten trouwen, kleine Agnies-

meisje veruit het mooist of het intelligentst was, de beste dan-

zka,’ zei mijn vader altijd lachend als ik hem met een groezelig

te pikken, ook al wisselde hij voor hij zijn keuze maakte nauwe-

doek tegemoet kwam rennen wanneer hij ’s avonds uit het bos

seres, of opvallend goedhartig, dan wist hij haar er feilloos uit lijks een woord met de meisjes.

En Kasia beschikte over al deze eigenschappen. Ze had dik,

goudblond haar dat in een vlecht tot aan haar middel hing, ze

had warm bruine ogen, en haar lach klonk als een aanstekelijk lied. Ze bedacht altijd de leukste spelletjes en verzon moeiteloos

gezicht, met minstens één gat in mijn kleren en zonder hoofdkwam. Desondanks zwaaide hij me in de lucht en gaf hij me een

kus. Mijn moeder zuchtte alleen maar zachtjes: welke ouder zou

oprecht klagen over de onvolmaaktheden van een meisje uit een Draakjaar?

verhalen en nieuwe dansjes. Bovendien kon ze koken als de bes-

Onze laatste zomer voor de uitverkiezing was lang, warm en rijk

rig glad van het wiel, zonder een enkel knoopje of bobbeltje.

ik. Elke avond bleven we tot laat in het bos, we rekten de prach-

te en als ze de wol van haar vaders schapen spon, kwam die keuIk weet dat ik haar beschrijf als een soort sprookjesfiguur,

maar eigenlijk was het andersom. Toen mijn moeder me verhalen vertelde over de spinnende prinses, de moedige ganzenhoed-

ster of de waternimf, stelde ik me voor dat ze allemaal een beetje als Kasia waren. Zo zag ik haar. En omdat ik nog te jong was om verstandig te zijn, zorgde het besef dat ik haar al snel zou verliezen ervoor dat ik eerder méér van haar hield dan minder.

Ze zei dat ze dat niet erg vond. Haar moeder Wensa had er ook

voor gezorgd dat Kasia weinig angst kende. Ik herinner me nog dat Wensa tegen mijn moeder zei: ‘Ze zal dapper moeten zijn.’ Op datzelfde moment spoorde ze Kasia aan om in een boom te

aan tranen. Kasia was overigens niet degene die huilde – dat was tige dagen zolang we konden, waarna ik hongerig en vermoeid naar huis ging en meteen in het donker in bed ging liggen. Terwijl ik mezelf in slaap huilde, kwam mijn moeder me over mijn

hoofd strelen. Ze zette een bord met eten naast mijn bed voor als ik midden in de nacht met honger wakker werd. Verder probeerde ze me niet te troosten; hoe zou ze dat kunnen? We beseften

allebei dat ze, ondanks haar liefde voor Kasia en Wensa, diep in

haar buik opluchting voelde: niet háár dochter, niet háár enige meisje. En natuurlijk had ik ook niet gewild dat haar gevoelens anders waren geweest.

Bijna de hele zomer waren Kasia en ik samen. Zo ging het

klimmen, hoewel die dat eigenlijk niet durfde, en mijn moeder

trouwens al heel lang. In de tijd dat we nog klein waren, speel-

We woonden slechts drie huizen bij elkaar vandaan en omdat

Kasia steeds mooier werd, zei haar moeder: ‘Het is beter als je zo

omhelsde Wensa met tranen in haar ogen.

ik zelf geen zus had, alleen drie veel oudere broers, was Kasia mijn liefste vriendin. We speelden al samen sinds we de wieg

ontgroeid waren. Eerst in de keukens van onze moeders, terwijl we probeerden niet onder de voet gelopen te worden, daarna op

straat, tot we oud genoeg waren om door het bos te struinen. Ik holde liever hand in hand met haar onder de boomtakken door

den we met alle dorpskinderen, maar toen we opgroeiden en min mogelijk met jongens omgaat, zowel voor jou als voor hen.’

Maar ik hing wel aan haar, en mijn moeder hield genoeg van Kasia en Wensa om geen pogingen te doen me van haar los te

rukken, al wist ze dat ik op deze manier uiteindelijk meer verdriet zou hebben.

Die laatste dag waren we op een open plek in het bos, waar

dan dat ik binnen speelde. Dan stelde ik me voor dat de bomen

de bomen hun bladeren nog droegen, die goudgeel en rood ge-

bieden. Ik had geen idee hoe ik het zou moeten verdragen als de

met rijpe kastanjes. We stookten een vuurtje van takjes en droge

zich over ons heen bogen om ons met hun armen beschutting te Draak haar meenam.

Zelfs als Kasia er niet was geweest, zouden mijn ouders omwil-

le van mij weinig angsten hebben uitgestaan. Op zeventienjari-

vlamd boven ons hoofd ritselden. De grond eronder was bezaaid

bladeren om er een paar te roosteren. Morgen was het 1 oktober en zou het grote feestmaal worden gehouden ter ere van onze beschermheer en meester. Morgen zou de Draak komen.

031


Ingezoomd

Jeroen van Unen

‘Ik voel me thuis in de fantasywereld’ Jeroen van Unen las als kind al fantasy. Nu,

vooruit: men koopt een standaard badguy kat en een buitenproportioneel grote le-

Jouw manuscript is uit de slushpile gevist. Hoe is het gelukt om op te vallen?

eigen boek: De Nachtuilen. In dit interview

ren stoel waar je in gaat zitten. Daarna

Het belangrijkste was mijn begeleidende

blijf je drie nachten achter elkaar wakker

brief. Bij het eerste gesprek op de uitgeve-

terwijl je met een snode grijns jouw per-

rij kreeg ik te horen dat mijn brief een ver-

fecte wereld creëert. Aai de desbetreffen-

ademing was om te lezen in vergelijking

de kat twee keer en begin met typen.

met het grootste gedeelte van wat op de

op 25-jarige leeftijd, debuteert hij met zijn vertelt de jonge auteur over witte katten, de

Noordpool, beroepsgeheimen en wat een grote leren stoel daarmee te maken heeft.

Veel leeftijdsgenoten gaan studeren of reizen als ze 25 zijn. Waarom besloot jij een boek te schrijven?

Waar gaat het boek over?

hebben

De Nachtuilen gaat over Tobias, die naar

Hierdoor komen ze soms arrogant over.

Omdat ik ervan overtuigd ben dat je moet

de Denari-eilanden wordt gebracht. Een

doen wat goed voelt en niet wat men van

plaats van magie, roddelende inwoners

je verwacht. Na veel wikken en wegen be-

en excentrieke inwoners. Louis Vega, de

Heb je nog schrijftips voor jonge, beginnende auteurs?

sloot ik een risico te nemen: ik stopte met

leider van deze eilanden, gelooft dat To-

Heb het lef om door te zetten wanneer

mijn studie om boeken te gaan schrijven.

bias degene is die een oeroude magische

het tegenzit. Dat zijn de belangrijkste

Het liefst midden in de nacht, want dan

strijd kan oplossen, maar Tobias weet zo

momenten tijdens het schrijven. Opgeven

ben ik op mijn best.

net nog niet of hij die held wel kan en wil

is makkelijk. Wilskracht, geduld en geluk

zijn.

zijn naar mijn mening belangrijker dan

slushpile ligt. Veel beginnende schrijvers

Waarom fantasy?

onrealistische

verwachtingen.

talent.

Als klein kind droomde ik vaak weg in

Lijkt Tobias op jou?

mijn eigen fantasiewerelden terwijl ik

Ik heb geprobeerd hem niet te veel op

Waar sta je over tien jaar?

naar het pianospel van mijn vader luister-

mezelf te laten lijken, maar we houden

In elk geval niet op de Noordpool, dat kan

de. Ik voel me thuis in deze werelden en

allebei niet van slapen en we kunnen niet

ik alvast verklappen. Ik heb grote dromen,

wil die daarom graag met de lezers delen,

goed tegen hitte. Mij is ooit eens verteld

de een nog onmogelijker dan de ander,

die hopelijk niet net als mijn vader tegen

dat ik het in een tangastring op de Noord-

maar één ding is zeker: ik zal altijd blijven

me zeggen: ‘Jeroen, ga eens wat doen.’

pool nog warm zou hebben. Gek genoeg

schrijven. Mijn debuut is net uitgekomen

heb ik nog nooit de neiging gehad om dat

en ik heb al genoeg ideeën voor een twee-

uit te proberen.

de serie. Ik hoef me de komende tien jaar

Wie zijn jouw grote helden? Ik ben een groot fan van J.K. Rowling, met

niet te vervelen.

name haar nieuwe werk onder pseudo-

Wie is je favoriete personage uit het boek?

niem Robert Galbraith. Maar ook Terry

Mijn favoriete personage is degene van

Goodkind en Christopher Paolini. Verder

wie ik het het minst had verwacht: Loes-

lees ik graag manga. Het is indrukwek-

je, Tobias’ kat. Ze kwam per toeval in mijn

Jeroen van Unen

kend om te zien hoe tekeningen een ver-

verhaal terecht. Haar enige rol was om

Geboren op 18-07-1990

haal kunnen versterken. Mijn tekenkun-

een schattige pluizenbol te zijn. Ze werd

te Breda

sten zijn afgrijselijk, anders had ik van De

veel meer dan dat en ze stal de harten

Beroep boekverkoper

Nachtuilen een graphic novel gemaakt.

van mijn proeflezers, die geen witte kat

en schrijver

op straat kunnen zien zonder aan Loesje

Portret LOPKE FOTOGRAFIE

Hoe ontstond je idee voor De Nachtuilen? Eigenlijk is dit beroepsgeheim... maar

032

te denken.


De Nachtuilen Reeds verschenen | € 16,99 400 blz. | Paperback SERIE De Nachtuilen 1 AUTEUR Jeroen van Unen

033


Preview

De Nachtuilen

Jeroen van Unen

Ze denderden over het kronkelige zandpad, ingesloten door bomen. Michel zat achter het stuur, en Marco op de bijrijders-

stoel. Isabel en Tobias zaten op de achterbank. Tobias hield Loesjes reistas op schoot en zijn rugtas had hij tussen zijn voeten gepropt.

Het was doodstil in de auto. Michel keek om de twee minu-

ten via de binnenspiegel naar Tobias, alsof hij bang was dat hij uit de auto zou springen en weg zou rennen. Het was een ver-

leidelijk idee, maar waar moest hij heen? Hij kende de Denari-eilanden helemaal niet en Joost mocht weten wat hier in de bossen rondsloop.

Iets in Tobias’ tas trilde tegen zijn voeten aan. Nieuwsgierig boog hij voorover om zijn tas open te doen. Een onbekend pakketje, ingepakt in vergeeld papier, lag tegen het boek aan dat

hij had meegenomen. Tobias wist zeker dat dat pakketje er eerder niet in had gezeten. Het begon opnieuw te trillen. ‘Tobias... maak het open.’

Van schrik ging hij rechtop zitten. Op hem na leek weer niemand de stem gehoord te hebben. Was hij gek aan het worden? ‘Is er iets, Tobias?’ vroeg Isabel.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik ben een beetje duizelig, geloof ik. Ik heb niet echt geschikte kleren bij me om in deze moordende hitte te kunnen overleven.’

‘Daar hebben we al aan gedacht,’ zei Michel. Hij maakte een

bocht en ze vingen een glimp op van de auto’s voor hen. ‘Ik heb ervoor gezorgd dat er een doos met kleren en andere benodigd-

heden bij jouw huis klaarstaat. Beschouw het maar als een welkomstcadeautje.’ ‘Mijn huis?’

‘Natuurlijk. Het huis waar jij vroeger in hebt gewoond staat weer tot jouw beschikking. Sinds jouw ouders zijn vertrokken,

heeft er niemand meer in gewoond. Je zult het geweldig vinden, ik weet het zeker.’ Hij lachte geforceerd.

Tobias keek naar zijn gewonde pink en draaide zijn hoofd op-

zij. Telkens die verhalen over zijn ouders. Wie waren deze mensen? Het liefst wilde hij zo snel mogelijk terug naar Emily.

Na de laatste bocht reden ze over een heuvel en kwam het

kleine stadje in zicht. Dresmar, zoals Michel het genoemd had,

lag in een uitgestrekte vallei. Het leek wel een tekening uit een sprookjesboek. Toch kon Tobias niet van het uitzicht genieten.

architecten van over de hele wereld bij elkaar waren gekomen

en allemaal ontwerpen hadden gemaakt zonder met elkaar te overleggen.

Michel reed langs koepelvormige gebouwen die duidelijk wa-

ren geïnspireerd op de Russische bouwstijl. Italiaanse huizen waren rondom een plein met een fontein gebouwd en grote

huizen met hoge ramen stonden schots en scheef in een bochtig straatje. Maar het overgrote gedeelte was vooral een mix

van verschillende stijlen. Een imposante witte villa met een gigantische tuin eromheen, afgebakend door gietijzeren hek-

ken, torende boven alle andere gebouwen uit. Dit was zonder twijfel het meest bizarre stadje dat Tobias ooit had gezien.

Hij hoopte dat zijn ouders – als ze hier al hadden gewoond –

een huis buiten het centrum hadden gehad, want op dit mo-

ment wilde hij niets liever dan even helemaal alleen zijn. Hij had geen behoefte aan een plein vol vriendelijke mensen die hun nieuwe buurman wilden begroeten met zelfgebakken taarten of iets dergelijks.

In een verlaten straatje stopte Michel de auto. Hij draaide zich aarzelend in zijn stoel om.

‘Tobias,’ zei hij, ‘het spijt me voor wat er in het vliegtuig is gebeurd en dat je je pink hebt gebroken.’ Hij zweeg even, alsof

hij op een reactie van Tobias wachtte, maar toen die uitbleef, ging hij verder. ‘Dit is allemaal nieuw voor jou. Ik stel voor dat

je vandaag goed uitrust om van de vermoeiende reis bij te komen, zodat je er morgen weer fris tegenaan kunt. Ik zal dan de

vragen die je hebt beantwoorden en je meenemen naar de villa,

waar je Louis Vega zult ontmoeten. Hij staat aan het hoofd van de Denari-eilanden en wil jou graag persoonlijk welkom heten.’

Tobias wreef met zijn handen over zijn slapen en knikte. Wat Michel in het vliegtuig over zijn ouders had verteld was nog steeds onwerkelijk, zoiets kon gewoon niet waar zijn. Maar op

dit moment kon hij niet de energie opbrengen om daar over na te denken.

‘Mooi,’ zei Michel. ‘Marco woont bij jou in de straat, wees niet bang om bij hem aan te kloppen als je hulp nodig hebt.’

Tobias pakte de reistas en zijn rugzak stevig vast en stapte uit.

‘Tobias woont op nummer 3,’ zei Michel tegen Marco, nadat ze hun koffers uit de achterbak hadden gehaald. ‘Weet jij hoe je moet lopen?’

‘Ik heb thuis de plattegrond al gezien,’ zei Marco. ‘Ik zal hem veilig thuis afzetten.’

Dresmar bestond uit talloze verschillende soorten gebouwen.

Isabel zwaaide hen gedag. ‘Hou je haaks, Tobias!’

zen terwijl er, dichter naar het centrum toe, meerdere huizen

lach. Hij liep tussen een aantal stenen paaltjes door een steegje

Aan de rand van het stadje waren er vooral veel vrijstaande hui-

in dezelfde stijl in groepjes bij elkaar stonden. Het was alsof

034

‘Kom. Volg mij maar,’ zei Marco met een zelfvoldane glimin.


‘Die glimlach van jou bevalt me helemaal niet,’ zei Tobias,

gaf de doos aan Tobias. ‘Deze lag tegen het hekje. Dit zijn vast

Marco nam de reistas over, zodat Tobias zijn gewonde hand

‘Dank je.’

waardoor Marco alleen maar breder moest glimlachen.

niet hoefde te belasten. Zweetdruppels bungelden aan zijn neus terwijl hij zijn koffer met zijn andere hand voortsleepte. Dit klimaat was echt helemaal niets voor hem.

‘Ach,’ zei Marco nonchalant, ‘laten we het er maar op houden dat je een heel gezellige buurvrouw hebt.’

Tobias zuchtte diep. Dat kon er ook nog wel bij.

‘Nee joh, zo erg zal het vast niet zijn,’ zei Marco grijnzend.

‘Waarschijnlijk zat Michel mij gewoon op te jutten toen hij mij over haar vertelde. Maar als ze echt vervelend is, kun je gewoon

bij mij langskomen. Ik heb meer dan genoeg plek in mijn huis voor ons allebei.’

‘Laten we hopen dat het niet zover zal komen,’ zei Tobias.

Ze hadden het steegje achter zich gelaten en liepen nu door

een straat vol excentrieke en niet bij elkaar passende huizen. Het zou wel even duren voordat hij aan deze plaats gewend zou raken – als dat ooit al zou gebeuren…

Even later sloeg Marco rechts af en hij liep door een brede

straat waar maar een paar huizen stonden. ‘Hier woon ik,’ zei hij, wijzend naar een huis met twee spitse torens dat naast een enorme loods was gebouwd.

Aan het eind van de straat stond het huis van Tobias, half ver-

borgen achter een muur van groen. Twee kromme treurwilgen hingen somber over het pad dat naar de voordeur liep. Hun lange, sterke takken streken tegen het huis aan. Op het lage hekje na – dat zijn beste tijd wel gehad had – stond er niets om het hoge huis heen.

Ze zetten hun spullen neer en Tobias bevrijdde Loesje uit de reistas.

Hij liep om het huis heen. Het was aanzienlijk anders dan

alle andere huizen die hij tot nu toe had gezien. Dikke klimplanten hadden zich aan de witte muren gehecht en klommen via het voorportiek omhoog, waar ze door het uitstekende balkon werden tegengehouden. Het gras in de overwoekerde tuin

kwam bijna tot aan zijn middel en overal waar hij keek zag hij

onkruid. Boven de voordeur was nog net het geroeste cijfer 3 te lezen.

Maar hoe verwaarloosd het er ook uitzag, Tobias vond het het mooiste huis in heel Dresmar. Het uitzicht vanaf het balkon moest prachtig zijn. Hij betrapte zichzelf erop dat hij er stiekem toch wel naar uitkeek om hier te gaan wonen.

Bij de achterkant zag Tobias een brug die over een sloot naar het huis van zijn buurvrouw leidde. Het zag er sinister en donker uit. Hij kreeg er de rillingen van.

Hij baande zich een weg door het hoge gras terug naar de

voorkant. Marco hield een kartonnen doos in zijn handen en

bekeek het overwoekerde pand. ‘Succes,’ zei hij grijnzend. Hij

de spullen die Michel voor je geregeld heeft.’

Marco deed het hekje open, wat nogal overbodig was, aange-

zien de omheining die er ooit gestaan moest hebben helemaal verdwenen was, en liep de tuin uit. ‘Als je het huis voor het einde van de dag niet bewoonbaar krijgt, moet je maar bij mij

aankloppen. Als het goed is, is mijn huis nog niet ingestort.’ Om zijn punt te maken, gooide hij het hekje iets te hard dicht

waardoor de scharnieren het begaven en het rotte hout op het gras uit elkaar viel.

‘Oeps,’ zei hij zonder al te veel overtuiging. ‘Ik zal je morgen wel helpen met opknappen.’

‘Daar houd ik je aan,’ zei Tobias.

Marco stak zijn hand in de lucht. ‘Ik ga naar huis om mijn spullen uit te pakken. Tot later, Tobias.’ Hij draaide zich om en liep in de richting waar ze vandaan waren gekomen.

Tobias keek hem na totdat hij uit het zicht verdween. Het was vandaag een zware dag geweest. Hier stond hij dan met een vreemd pakketje op een onbekend eiland, waar zijn ouders

samen met Emily en hem van waren weggegaan toen hij nog

heel jong was. Het klonk nog steeds ongeloofwaardig, maar misschien was het toch wel waar. Niemand was gek genoeg

om zo’n verhaal te verzinnen alleen maar om hem een loer te draaien. Gelukkig had hij in elk geval Loesje nog: het enige wat van zijn normale leven thuis was overgebleven.

Benieuwd naar het huis liep Tobias onder de treurwilgen door naar de voordeur. Loesje stond al op hem te wachten. Hij voel-

de in zijn broekzak en kwam erachter dat helemaal niemand hem de sleutel had gegeven. Hij rammelde aan de eikenhouten deur, maar die gaf geen millimeter mee.

‘Typisch. Het enige wat nog stevig overeind staat is de voordeur.’

Hij deed een paar stappen naar achteren en bekeek de dikke

klimop die tot aan het balkon liep. Met een beetje geluk kon hij daarlangs op het balkon klimmen, waar hij hopelijk wel bin-

nen kon komen. Maar hij betwijfelde of hij met een gebroken pink ver zou komen. Bovendien was de kans groot dat daar ook alles potdicht zat.

Loesje zorgde er gelukkig voor dat hij zich niet onnodig in gevaar bracht. Ze sprong luid miauwend op de vensterbank naast

de voordeur en begon kopjes tegen een zilverkleurig apparaatje

te geven. Het zag er modern en nieuw uit en viel erg uit de toon bij dit oude huis.

Tobias boog voorover en keek naar het doffe lichtblauwe

lampje dat in het midden van het apparaatje zat. Het licht rol-

de over zijn oog en na een paar seconden hoorde hij een hoog piepje en zwaaide de voordeur open.

Loesje sprong op de grond en rende naar binnen, alsof ze er al

035


Preview jaren woonde. Tobias staarde nog even naar het apparaatje bij

was er zo’n puinzooi dat hij er niet goed naar binnen durfde te

voor de deur te hangen.

De schuifdeur die naar het dakterras leidde, kwam stroef

de voordeur. Het leek hem nogal overdreven om een irisscanner Alle overgebleven twijfels over de vraag of dit huis ooit echt van zijn ouders was geweest, verdwenen onmiddellijk toen hij het licht aanknipte. In de hal hing een groot spandoek dat hier

zo te zien al een tijdje hing. Op het spandoek stond een foto

afgebeeld van zijn moeder die voor dit huis stond, met in haar

armen de lelijkste baby die Tobias ooit had gezien. Geen twijfel over mogelijk, dat was hij. Zijn vader stond glimlachend naast

haar en Emily zat op de grond op zijn schoenveters te sabbelen. Onder de foto stond de tekst: welkom thuis, tobias!

Tobias kreeg een brok in zijn keel bij het zien van de drie woorden. Nog nooit van zijn leven had hij zo graag gewild dat

zijn ouders bij hem waren. Waarom hadden ze deze plaats geheim gehouden?

Tobias raakte het spandoek aan en er dwarrelde stof in zijn

gezicht. Kuchend knipperde hij met zijn ogen. De hele gang was bedekt onder een dikke stoflaag. Het liefst wilde hij op

kijken.

in beweging. Gretig snoof Tobias de frisse lucht op voordat hij naar beneden ging, op zoek naar schoonmaakspullen.

Zijn mond viel open van verbazing toen hij de woonkamer in liep. De kamer was een kopie van die waarin hij was opge-

groeid. Er stond een afgedankte piano en hoge boekenkasten bedekten de muren. Tegenover de open keuken stond een lange eettafel. In de voorkamer bevond zich een comfortabele zithoek

met twee stoelen, een lage bank en daar tussenin een salontafel. Erkerramen zorgden voor een mooi uitzicht op de voortuin. De vensterbank was zo breed dat hij er met gemak op kon liggen.

In de bijkeuken stonden een emmer en diverse schoonmaakmiddelen. Niesend zocht Tobias de juiste spullen bij elkaar.

‘Daar gaan we dan,’ verzuchtte hij toen hij naar de kraan liep om de emmer te vullen.

bed gaan liggen en de komende twee dagen niet meer overeind

Tegen de tijd dat Tobias het huis een beetje bewoonbaar had

toch echt eerst in actie komen.

het al aardig donker te worden. Er moest nog steeds veel gebeu-

komen, maar als hij niet in zijn slaap wilde stikken moest hij Voordat hij begon met schoonmaken, liep hij eerst nog een rondje door het huis. Het rook er bekend en hij voelde zich een beetje tot rust komen. Het was alsof het vergeten verleden hem probeerde te troosten.

Op de eerste verdieping bevonden zich drie slaapkamers en

een badkamer. In de grootste slaapkamer ging Tobias op het bed zitten en bekeek de inhoud van de doos die hij van Michel

had gekregen. Het bevatte een paar setjes met broodnodige zo-

merkleren, slippers en afzichtelijke gele sandalen, die Michel wat hem betreft zelf had mogen houden.

Tobias deed zijn schoenen en sokken uit om zijn bezwete voeten te luchten en verstopte de sandalen onder het bed.

Op het tafeltje onder het raam stonden de ingelijste trouwfoto’s van zijn ouders. Ze keken elkaar liefdevol aan en zijn moe-

der droeg de ketting met de witte lelie van glas, die ze tot de dag van haar dood had gedragen.

Aan de muren hingen ook allerlei foto’s. Voornamelijk babyfoto’s, maar ook een paar van zijn ouders, met op de achter-

grond een bos en in hun handen een zwarte kitten die Tobias niet herkende.

Door de zonnestralen die zich door de doffe ramen naar bin-

nen wisten te wurmen, zag hij het stof door de lucht zweven. Hij kreunde inwendig.

Nadat hij wat gemakkelijkere kleren had aangetrokken, zette hij in alle kamers de ramen open en liep toen naar de zolder.

Daar lagen een kleine rommelkamer en een studeerkamer. Het

036

gekregen en de spullen uit zijn koffer had opgeruimd, begon ren, maar gelukkig hoefde hij niet meer het stof uit zijn ogen te knipperen terwijl hij door het huis liep.

De glazen schuifdeur op zolder stond nog steeds open. Tobias

liep naar buiten en zag dat er daar ook een irisscanner naast de

deur hing. Hier kon hij wel aan wennen: nooit meer sleutels ergens mee naartoe nemen.

Loesje zat op de omheining van het dakterras. Ze hield haar kop scheef en keek Tobias ongeduldig wachtend aan. ‘Daar ben je!’ riep hij. ‘Ik was je kwijt.’

Hij leunde met zijn armen op de stenen balustrade en aaide

haar over haar kop. Vanaf het dak kon je de twee bergtoppen goed zien. Ze werden verlicht door de laatste zonnestralen van de dag, waardoor ze rood opgloeiden.

‘Nog geen spoor van onze lieve buurvrouw te bekennen, hè Loesje?’ zei Tobias. Zijn blik dwaalde af naar het donkere huis. Dat had hij beter niet kunnen zeggen.

Een donkere gedaante botste tegen hem op, waardoor hij tegen de grond werd geslagen.

‘Als je het over de duivel hebt,’ zei een grommende vrouwens-

tem boven zijn hoofd, ‘trap je hem op zijn staart.’ Tobias keek omhoog in twee grote, fonkelende groene ogen. ‘Of in dit geval op háár staart,’ ging ze verder. Ze hield hem met een knie op

zijn borst tegen de grond en hij hoorde het snerpende geluid van staal dat getrokken werd.

Het meisje haalde twee korte, brede zwaarden tevoorschijn en drukte ze kruislings tegen zijn keel. Ze ontblootte haar tanden in een maniakale grijns.


3 NO V IN D EMBER E WI NKEL

‘Bekijk deze verhalen gerust, maar wees voorzichtig. De beste hebben tanden.’ STEPHEN KING 037


11 REDENEN

waarom jij De Wetten van de Magie

moet (her)lezen

Met Oorlogshart komt er na meer dan 20 jaar een einde aan de avonturen van Richard en Kahlan. De twee helden van Terry Goodkinds elf delen tellende De Wetten van de Magie en de daaropvolgende drie romans hebben wereldwijd meer dan 30 miljoen lezers jaren op het puntje van hun stoel gehouden. Met het einde in zicht is het hoog tijd om eens te bekijken wat de reeks nou zo goed maakt.

kend als de wind des doods. Zedd

3

De Goede Soort

is de oude, wijze gek in het

Hadden we al gezegd

verhaal en Richards charman-

dat hij zijn eigen huis heeft

te leermeester. In de korte no-

gebouwd? Auteur Terry Good-

velle (of proloog), De Aflossing,

kind is niet iemand die snel

leer je meer over Zedds bijzon-

opgeeft. Geboren in 1948 in

dere geschiedenis.

Omaha, Nebraska, kreeg hij al op vroege leeftijd te maken met dyslexie. Iets wat hem in

1

Er was eens... Hoofdrolspeler

Ri-

2

5

Zedds magische muren Zedd is dus zeg maar

De Biechtmoeder

zijn jeugd altijd tegenhield

de grootste tovenaar die ooit

Kahlan Amnell is Ri-

om te schrijven. In de jaren

geleefd heeft. En dat bewees

chard is in alle opzichten dé

chards vrouwelijke tegenhan-

daarna wisselde hij het ene

hij al in een ver verleden. Twee

perfecte held. Hij komt uit

ger, en het eerste personage

baantje met het andere. Zo

van de grootste rijken van

een simpele familie (althans

dat Goodkind bedacht. Kahlan

was hij viool- en kastenbou-

de wereld, Westland (waar

dat denkt hij), woont in een

is lid van een orde: de belijd-

wer en zelfs kunstschilder. Te-

Richard vandaan komt) en

bos, is gebouwd als een beer

sters, vrouwen die kunnen op-

genwoordig kruipt hij graag

D’Hara (waar zijn aartsvijand

(inclusief prachtige baard) en

treden als een soort rechters.

achter het stuur voor zijn ei-

woont), worden namelijk van

hij kan slecht tegen het on-

De aanraking van een belijd-

gen raceteam, Rahl Racing.

het immense Middenland ge-

recht in de wereld. Tel daar

ster zorgt ervoor dat iemand

geheimzinnige voorouders en

altijd de waarheid spreekt.

een magisch boek bij op en

Maar het vaagt ook zijn of

je snapt waarom de serie zo’n

haar

weg.

der. Is dat niet de vetste tove-

succes is geworden. Op de fy-

Wat overblijft, is een willoze

naarsnaam ooit? Tovenaar van

sieke aspecten na lijkt hij ove-

slaaf. De Biechtmoeder is de

de Eerste Orde, Eerste Tove-

rigens veel op zijn bedenker.

hoogste rang binnen de orde

naar van het Middenland, en

Goodkind bouwde met zijn

der belijdsters.

onder zijn vijanden beter be-

eigen handen het huis waarin hij begon aan de serie.

038

persoonlijkheid

scheiden door twee ondoor-

4

Zedd voor vrienden

dringbare magische muren.

Zeddicus Zu’l Zoran-

Gemaakt door niemand minder dan... u raadt het al.


6

Voeg me ff toe, man! Over magie gespro-

8

De sleutel En waar is het Rahl

10

Heksen, draken moddermensen

en

ken. In Goodkinds wereld zijn

allemaal om te doen? De Kist-

Geen elfen, orcs of dwer-

er twee vormen van magie.

jes van Orden! De kistjes van

gen in De Wetten van de Magie.

Additieve en subtractieve ma-

wattus? Juist! De kistjes, drie

Maar wel heksen, draken en...

gie. En er zijn maar weinig

stuks, bevatten samen een

umm... moddermensen. Tsja,

personen die beide vormen be-

magievorm ouder dan wat

heel spannend klinkt het niet,

heersen. Additieve magie ver-

dan ook in de wereld. Maar

maar zie de moddermensen

vormt de natuur door magie

er is wel een hele grote maar.

als een soort sjamanen en

toe te voegen. Subtractieve

Want welke van de drie open

het wordt al een stuk beter.

magie verwijdert elementen

je? Een geeft je alle macht in

De moddermensen vormen de

uit de natuur en transporteert

de wereld, een van de kistjes

enige connectie tussen de we-

ze naar de onderwereld.

zal je doden, en de laatste

reld van de levenden en de do-

doodt al het leven op aarde...

den, en laat dat nou net zijn

7

Het kwaad Een

tasy-reeks

goede heeft

fan-

25

novembe r!

[SPOILER ALERT] Zielsverwanten,

pionnen

minimaal

van de profetie en erfge-

één slechterik. En Goodkind

namen van een eeuwen-

bedacht een van de verschrik-

oud conflict. Richard en

kelijkste. Darken Rahl werd

Kahlans

als klein jongetje ernstig ver-

gen

minkt door een aanval met

sinds ze elkaar tegenkwa-

tovenaarsvuur gericht op zijn

men in Het Zwaard van de

vader Panis. Teruggetrokken

Waarheid.

achter de muur, groeide hij

Richard op een lijkbaar

vervolgens op met een diepe

– zwevend tussen de we-

haat voor alles wat magie kan

reld van de levenden en

gebruiken. Dat weerhield hem

de doden, terwijl Kahlan

er echter niet van zelf een machtige tovenaar te worden.

zijn

lotsbestemminal

verbonden

Maar

nu

ligt

wanhopig voor zijn leven

9

Kick-ass vrouwen

waar Richard naar op zoek is

vecht. Dit is de laatste

Wat is een slechterik

wil hij meer leren over zijn

slag in een oorlog van drie

verleden.

millennia oud, een oorlog

zonder een groep in rood leer geklede

vrouwelijke

body-

waarin het Zwaard van de

magie. Darken Rahl wist in

11

Het is niet alleen een

en een oorlog die het ein-

ieder geval wat hij zocht toen

mooie serietitel, er komen ook

de kan betekenen van niet

hij de Mord-Sith oprichtte.

echt wetten voor in de eerste

alleen hun levens, maar

De groep dodelijke vrouwen,

elf boeken van Goodkinds

van hun complete wereld.

die rood leer dragen zodat

reeks. In elk deel leert Richard

het bloed van hun vijanden

een van de belangrijke wetten

niet zichtbaar is, worden van

van de Tovenaar die hem op

jongs af aan op meedogenloze

weg helpen bij zijn queesten.

wijze getraind om hun leider

Of, beter nog, hem helpen een

te beschermen. Dankzij hun

beter mens te worden. Precies

magische wapen, de Agiel,

wat Goodkind zelf ook voor

dat immense pijn veroorzaakt

ogen had. Je moet als lezer

bij aanraking, zijn ze prak-

ook wat opsteken.

guards die immuun zijn voor

De Wetten

Waarheid werd gesmeed,

tisch onverslaanbaar.

039


Art De illustratoren achter de mooiste fantasy-platen

Dominik Broniek

Pools illustratietalent op Nederlandse bodem Dominik Broniek werd geboren in

Van wie heb je je tekentalent?

Polen, waar al op vroege leeftijd zijn

Ik teken al zo lang als ik me kan herinne-

Werk je nog steeds met pen en behang of ben je overgestapt op digitaal tekenen?

liefde voor illustreren ontbloeide. Ge-

ren. Maar mijn moeder kan ook heel goed

Ik werk nog maar relatief kort aan digita-

誰nspireerd door zijn familie en gefinan-

tekenen, dus ik denk dat ik het van haar

le illustraties. Daarvoor deed ik alles met

cierd door vele verzamelaars, vond hij

heb. Zij tekende op de muur van mijn ka-

potlood, of met acrylverf. Ik vind potlood-

uiteindelijk zijn weg naar een Poolse

mer allerlei personages uit de boeken die

tekeningen nog altijd het leukste. Elke il-

fantasy-uitgeverij. Nu, meer dan tien

ze mij voorlas. Dat was denk ik het begin,

lustratie waar ik aan werk, schets ik eerst

jaar later, woont en werkt hij vanuit

daar ontbloeide iets. Ik begon thuis wer-

met potlood op papier. Daarna scan ik het

Nederland voor de grootste uitgeverij-

kelijk op alles te kliederen. Ik tekende op

in en werk ik verder op de computer.

en over de hele wereld.

muren, boeken, op alles wat ik maar in hele stripverhalen voor mijn klasgenoten

Wanneer begon je voor het eerst geld te verdienen met je illustraties?

te tekenen, illustraties voor de school-

Toen ik mijn eerste olieverfschilderij

krant, of muurschilderingen voor feestjes

maakte als tiener, was ik zo blij dat ik

op school.

eindelijk iets af had gemaakt dat ik het

mijn handen kon krijgen. Ik begon zelfs

meteen aan iemand moest laten zien. Dus

040

Dus je bent al jaren aan het oefenen?

ik sjouwde met dat ding door de stad op

Nou ja, ik heb altijd al een grote passie

weg naar mijn oma en kwam op weg te-

gehad voor het hele proces. Toen ik klein

rug naar huis een man tegen die het wil-

was, was tekenen niet meer dan een be-

de kopen. Hij hield me aan en vroeg me

zigheid, ik dacht niet na over wat uitein-

wat voor schilderij ik bij me had. Hij bleek

delijk op papier kwam. Later begon ik ook

kunstverzamelaar te zijn. Later kocht hij

echt af te maken waar ik aan begon. Het

meer van mijn schilderijen en ook origi-

werd steeds meer en meer, en ik begon

nelen van de illustraties die uiteindelijk

ook steeds meer moeite te doen voor het

zijn gepubliceerd.

eindresultaat. Ik leer nog steeds, en dat

Ondertussen was ik verder gegaan met

zal ook altijd wel zo blijven, want dat is

schilderen en beeldhouwen, ik probeerde

precies waar ik zo van hou: het proces. Je

te leven van mijn kunst. Ik had wat vas-

kunt altijd een beetje beter worden.

te klanten voor mijn olieverfschilderijen,


041


maar het begon pas echt te lopen toen ik

treerd, ook recente fantasy-boeken voor

in 2002 voor een nieuwe sf&f-uitgeverij

volwassenen. Of ik maakte schetsen voor

ging werken die snel daarna de grootste

covers, maar die werden dan door iemand

van Polen werd. Ik heb voor hen vanaf

anders ingekleurd en afgemaakt.

het begin gewerkt. En dankzij hun heb van Polen geïllustreerd. Eerst werkte ik als

En hoe past fantasy en sciencefiction in dit hele plaatje?

freelancer, maar later kreeg ik een fulltime

Nou, op een vrij klassieke manier geloof

contract zodat ik exclusief voor die uitge-

ik: het begon allemaal met Star Wars. Ik

verij werkte. Ik heb toen zo’n zeven jaar

was denk een jaar of zes toen, en dat was

alleen voor hen gewerkt.

in de tijd dat het communisme nog heers-

Maar ik kreeg steeds meer klussen aange-

te in Polen, dus het was moeilijk om aan

boden van andere uitgeverijen en die kon

films of stripboeken te komen. Als je zo-

ik steeds niet aannemen, dus toen ik het

iets in je handen kreeg, dan was het alsof

idee kreeg dat ik vast kwam te zitten, be-

je de grootste schat had gevonden. Ge-

sloot ik voor mezelf te beginnen.

leende strips en boeken die letterlijk door

ik voor de grootste sciencefictionauteurs

honderden handen waren gegaan voor ze

Maar je begon niet meteen met omslagen, toch?

jou bereikten. Maar dat waren schaarse

Nee, klopt, dat is pas recent een pas-

ideeën en inspiratie, begon ik vaak mijn

sie van mij geworden. Jarenlang deed ik

eigen grafische verhalen te maken.

voornamelijk zwart-witillustraties voor het binnenwerk van veel boeken. In Polen worden veel boeken namelijk geïllus-

042

momenten, dus met mijn hoofd altijd vol


logie dat ik recent maakte. En dat is vooral omdat ze precies zo zijn geworden als ik voor ogen had. Ik moet ook zeggen dat vrijwel alle omslagen die ik heb geschetst, altijd ook op de boeken terecht zijn gekomen. Natuurlijk zijn er ook wel eens omslagen die niet zo goed lukken, omdat ik dan mijn dag niet heb, maar over het algemeen ben ik een tevreden mens.

Nog bezig met geheime projecten? Ik heb er een paar zelfs, maar die moeten nog even op hun beurt wachten. Een van die ideeën is een reeks geïllustreerde boeken voor kinderen (en volwassenen), waar ik een heel precies idee over de uitwerking voor heb, maar helaas nooit genoeg

Is er een omslag waar je echt trots op bent?

tijd...

Vooralsnog zijn dat de omslagen die ik maakte voor Brandon Sanderson in Nederland en de Poolse editie van Jay Kristoffs Stormdancer (Tancerze Burzy). Maar ook het logo voor Adrian Stone’s Magycker-tri-

043


MAAK KANS OP HET BOEK EN KAARTEN VOOR DE FILM

Laat ons voor 2 november via eclips@lsamsterdam.nl weten waarom jij dit pakket verdient.

LEES HET BOEK VAN DE FILM! 044

NU IN DE BIOSCOOP, OOK IN IMAX


Preview

Dé YA-sensatie van 2015! Vuur en As 1

– De heerschappij van de Maskers In de donkere uren voor de dageraad, wanneer zelfs de geesten

rusten, komt mijn oudere broer thuis. Hij ruikt naar staal, houtskool en smeltovens. Hij ruikt naar de vijand.

Hij vouwt zijn graatmagere lichaam dubbel, glipt door het

raam naar binnen en landt geruisloos met zijn blote voeten op het stro. Een zwoele woestijnwind laat de dunne gordijnen be-

wegen. Wanneer zijn schetsboek op de grond valt, schopt hij

het snel onder ons stapelbed, alsof hij een slang van zich af schopt.

Waar ben je geweest, Darin? Ik durf het niet te vragen, ook al weet

ik dat hij me genoeg vertrouwt om me een eerlijk antwoord te geven. Waarom ga je steeds weg? Waarom? Je weet toch dat opa en oma je nodig hebben? Dat ík je nodig heb?

Ik wil hem er al twee jaar lang elke avond naar vragen, maar elke avond weer ontbreekt me de moed. Ik heb nog maar één

broer. Ik ben als de dood dat hij me zal buitensluiten, zoals hij iedereen buitensluit.

Maar vanavond is de situatie anders. Ik weet wat er in zijn schetsboek staat. Ik weet wat het betekent.

‘Je had allang moeten slapen,’ fluistert Darin.

Ik schrik op uit mijn gedachten. Mijn broer is net een kat: hij

voelt feilloos aan wanneer er iets aan de hand is. Dat heeft hij Al jaren leeft Laia in angst onder het wrede regime van het Imperium. Ze heeft geen keus, omdat ze is geboren als

Geleerde. Elias is in opleiding tot Masker, een elitesoldaat van het Imperium en een toonbeeld van macht, trots en ge-

nadeloosheid. Maar het enige wat Elias wil, is ontsnappen aan de tirannieke heerschappij van de Maskers.

Als iemand uit Laia’s familie vervolgens wordt opgepakt wegens verraad, besluit ze in ruil voor de hulp van de ver-

zetsstrijders haar leven te wagen als spion. Vermomd als slaaf dringt ze Blackcliff binnen, de militaire academie van de Maskers, onder leiding van de meedogenloze Comman-

dant. Daar ontmoet ze Elias, de jonge soldaat die eigenlijk haar vijand is…

van onze moeder.

Hij doet het licht aan, en ik ga rechtop in bed zitten. Het

heeft geen zin om te doen alsof ik slaap. ‘Ik was ongerust. Sinds de avondklok is ingegaan, is er al drie keer gepatrouilleerd.’

‘Ik weet hoe ik de soldaten moet ontlopen, Laia. Oefening baart kunst.’ Hij legt zijn kin op de rand van mijn bed en kijkt

me met zijn charmante, scheve glimlachje aan. Ook dat lachje heeft hij van onze moeder. Het is een vertrouwde blik: zo kijkt hij naar me als ik wakkerschrik uit een nachtmerrie of als we

door onze voorraad graan heen zijn. Het is de blik die zegt dat alles goed komt.

Hij pakt het boek dat naast me op het bed ligt. ‘Nachtelijke samenkomst,’ leest hij de titel hardop. ‘Klinkt griezelig. Waar gaat het over?’

045


‘Ik ben er net aan begonnen. Het gaat over een djinn...’ Ik

dit land op de Geleerden veroverden, worden we onderdrukt en

naar verhalen als dat ik ze vertel. ‘Laat maar zitten. Waar was je?

theken van de wereld beschikten. Nu weten de meesten van

maak mijn zin niet af. Slim. Heel slim. Hij luistert net zo graag Opa had zeker tien patiënten vanochtend.’

En omdat hij het niet alleen afkon, moest ik voor jou in-

vallen en moest oma de jampotten voor de koopman in haar eentje inmaken. Ze heeft het werk niet af gekregen. En nu

wil de koopman ons niet betalen en komen we deze winter om van de honger. Waarom kan jou dat niets schelen?

geknecht, terwijl we ooit over de beste universiteiten en biblioons het verschil niet meer tussen een school en

‘Eén ding is zeker: dit boek is een pageturner.’

Maar ook dit durf ik niet hardop te zeggen.

THE HUFFINGTON

‘Ik ben niet voor genezer in de wieg gelegd,’

zegt hij. De glimlach is van zijn gezicht ver-

POST

dwenen. ‘Dat weet opa ook wel.’

‘Opa en oma rekenen op je. Waarom praat je

een kazerne.

‘Hoe kon je de kant van de Krijgers kiezen,

‘Het is niet zoals je denkt, Laia. Ik kan het je

Darin? Hoe kon je.’

uitleggen, maar...’ Hij zwijgt abrupt. Wanneer

ik hem naar de beloofde uitleg wil vragen, steekt hij zijn hand op om me het zwijgen op te leggen en draait hij zijn hoofd naar het raam.

Door de dunne muren hoor ik opa snurken,

oma woelen in haar slaap, een treurduif koeren.

niet met ze? Dat heb je al in geen maanden gedaan.’

Vertrouwde geluiden. De geluiden van thuis. Maar Darin hoort

hem zijn gang moet laten gaan. Maar hij schudt zijn hoofd,

‘Laia,’ zegt hij zacht. ‘Een inval.’

Ik verwacht dat hij zal zeggen dat ik het niet begrijp. Dat ik laat zich op het onderste bed zakken en sluit zijn ogen, alsof hij geen zin heeft om antwoord te geven.

‘Ik heb je tekeningen gezien,’ flap ik eruit. Meteen springt

hij weer op en hij kijkt me strak over de rand van mijn bed aan. ‘Ik heb niet in je spullen geneusd, hoor, als je dat soms denkt,’ verdedig ik mezelf. ‘Er zat een bladzijde los, en die zag ik vanmorgen op de grond liggen toen ik het stro ververste.’

‘Heb je het aan oma en opa verteld? Hebben ze de tekening gezien?’

‘Nee, maar...’

‘Laia, luister.’ In godesnaam, ik wil niet naar hem luisteren.

Ik wil zijn excuses niet horen. ‘Wat je hebt gezien is gevaarlijk,’ zegt hij. ‘Je mag het aan niemand vertellen. Nooit. Je brengt niet alleen mijn leven in gevaar, maar ook dat van anderen, want...’

‘Werk je voor het Imperium, Darin? Werk je voor de Krijgers?’ Hij reageert niet, maar ik meen het antwoord in zijn ogen

te lezen. Mijn maag keert zich om. Verraadt mijn broer zijn

eigen mensen? Heeft hij zich aan de zijde van het Imperium geschaard?

Ik zou het begrijpen als hij in het geheim graanvoorraden

aanlegde, boeken verkocht of kinderen leerde lezen. Dan zou ik

trots op hem zijn, want dan deed hij dingen die ik zelf nooit zou

durven. Het zijn ‘misdaden’ waarvoor het Imperium je in de gevangenis kan gooien en waarvoor je zelfs de doodstraf kunt krijgen. Maar in de ogen van onze mensen, de Geleerden, is het niet misdadig om kinderen van zes het alfabet te leren.

Wat Darin heeft gedaan is weerzinwekkend. Het is verraad.

‘Het Imperium heeft onze ouders vermoord,’ fluister ik. ‘Onze zus.’

Ik wil tegen hem schreeuwen, maar de woorden blijven in

mijn keel steken. Sinds de Krijgers vijfhonderd jaar geleden

046

iets anders. Hij trekt wit weg en ik zie de angst in zijn ogen.

‘Maar als je voor het Imperium werkt...’ Wat willen de soldaten dan van ons?

‘Ik werk niet voor het Imperium.’ Hij klinkt kalm. Kalmer dan ik me voel. ‘Verstop het schetsboek. Daar zijn ze naar op zoek. Daarvoor zijn ze hier.’ En weg is hij.

Ik ben weer alleen. Mijn benen bewegen als koude stroop, mijn handen lijken van hout. Schiet op, Laia!

Invallen bij Geleerden vinden meestal plaats op klaarlichte dag. Soldaten willen dat moeders en kinderen toekijken, en dat

vaders en broers zien hoe de gezinnen van andere mannen tot slaaf worden gemaakt. Maar hoe wreed een inval op klaarlichte dag ook is, die in het holst van de nacht zijn nog wreder. Het

Imperium kiest voor een nachtelijke inval wanneer het geen getuigen wil.

Ik vraag me af of dit echt gebeurt of dat ik een nachtmerrie heb. Het gebeurt echt, Laia. Schiet op.

Snel laat ik het schetsboek uit het raam vallen, in een heg.

Geen goede verstopplek, maar de tijd dringt. Dan komt oma mijn kamer binnengestormd. Haar handen, waarmee ze altijd zo vast in een pan met jam roert of mijn haren vlecht, wappe-

ren wanhopig, als panische vogels. Ze spoort me aan haast te maken en trekt me mee de hal in.

Darin staat al met opa bij de achterdeur. Grootvaders witte haar staat overeind, als een hooiberg, en zijn kleren zijn ge-

kreukeld, maar de diepe rimpels in zijn gezicht vertonen geen

slaapsporen. Hij mompelt iets tegen mijn broer en drukt hem een van oma’s grootste messen in zijn hand. Ik vraag me af waarom; in een gevecht tegen het Serraanse staal van een Krijgerszwaard zal er van het mes geen spaan heel blijven.

‘Darin en jij vluchten via de achtertuin,’ zegt oma. Haar ogen schieten heen en weer tussen de twee ramen in de hal. ‘Het huis is nog niet omsingeld.’


O nee. ‘Oma,’ fluister ik, terwijl ze me in opa’s richting duwt.

Aan de andere kant

‘Verstop je aan de oostkant van de wijk...’ Haar stem breekt.

deur gebonsd. Er klinkt

Ik struikel bijna over mijn eigen voeten.

Ik volg haar blik naar het raam aan de voorkant en vang achter de haveloze gordijnen een glimp op van een kwikzilveren gezicht. Mijn maag krimpt ineen.

‘Een Masker,’ zegt oma. ‘Er is een Masker bij. Wegwezen, Laia, voordat hij je ziet.’

‘Maar jij dan? En opa?’

‘Wij houden ze wel aan de praat.’ Opa duwt me met zachte dwang de deur uit. ‘En denk erom, Laia, mondje dicht en doen wat Darin zegt. Hij zal je beschermen. En nu wegwezen.’

Darins smalle schaduw valt over me heen, en zodra de deur achter ons dichtvalt, pakt hij me bij mijn hand en sluipt ineen-

gedoken door het mulle zand van onze achtertuin de nacht in.

Zijn zelfverzekerdheid is jaloersmakend. Ik mag dan zeventien zijn, oud genoeg om mijn angst te kunnen beheersen, maar

toch klamp ik me vast aan zijn hand alsof hij mijn enige houvast is.

Ik werk niet voor het Imperium, heeft Darin gezegd. Maar voor wie dan wel? Hij heeft de smeltovens van Serra dicht genoeg kunnen naderen om het productieproces van het waardevolste be-

zit van het Imperium – de onverwoestbare kromzwaarden, die met één zwaai drie mannen tegelijk kunnen neermaaien – tot in de kleinste details te kunnen tekenen.

De Geleerden zijn vijfhonderd jaar geleden door de Krijgers in de pan gehakt, omdat

hun zwaarden braken op het superieure staal van de wapens van het Im-

perium. Sindsdien zijn we nog altijd niets te weten gekomen over hun wapensmeedkunst. Krijgers

bewaken

De

hun

geheimen zoals een vrek zijn goud. Als je zonder geldige reden in de buurt van een smeltoven wordt betrapt,

riskeer

je

de

doodstraf, of je nu een Geleerde bent of een Krijger.

Vuur en As 1 REEDS VERSCHENEN | € 19,99

464 blz. | Paperback AUTEUR Sabaa Tahir SERIE Vuur en As 1

Maar als Darin niet voor

het

Imperium

werkt,

hoe kon hij dan in de buurt van de smeltovens

komen? En hoe weten

de Krijgers dat hij een schetsboek heeft?

van het huis wordt op de geschuifel van laarzen en het geluid van staal tegen

staal. Verschrikt kijk ik om me heen. Elk moment

verwacht ik de zilverkleurige

wapenrusting

en

blauwe mantels van de le-

‘Een explosief, hartverscheurend, episch debuut dat je aan de pagina’s gekluisterd houdt.’ MARIE LU, AUTEUR VAN DE LEGEND-TRILOGIE

gionairs te zien. Maar het

blijft stil in de achtertuin. De afgekoelde avondlucht kan niet

voorkomen dat het zweet in straaltjes langs mijn hals loopt. In de verte hoor ik het gedreun van de trommels van Blackcliff, de

school waar de Maskers worden opgeleid. Ik krimp ineen van

angst, alsof een pijl mijn hart doorboort. Het Imperium stuurt

niet zomaar van die gemaskerde monsters met de legionairs mee.

Weer wordt er op de deur gebonsd.

‘In naam van het Imperium,’ roept een geërgerde stem, ‘doe open die deur!’

Darin en ik kijken elkaar verschrikt aan.

‘Hij klinkt niet als een Masker,’ fluistert Darin. Maskers praten zacht, hun woorden gaan als een zwaard door je heen. In de tijd die een legionair nodig heeft om aan te kloppen en

een bevel uit te vaardigen, is een Masker al binnen en aan het moorden geslagen.

In Darins ogen lees ik dat hij hetzelfde denkt als ik. Als het Masker niet bij de andere soldaten voor de voordeur staat, waar is hij dan?

‘Wees maar niet bang, Laia,’ zegt Darin. ‘Ik zorg dat jou niets overkomt.’

Ik wil hem geloven, maar mijn angst is als een getijden-

stroom die me de diepte in trekt. Ik denk aan het opgepakte

echtpaar dat naast ons woonde en in de gevangenis is gegooid. Drie weken geleden zijn ze als slaven verkocht. Boekensmokkelaars, zeiden de Krijgers. Vijf dagen later werd een van opa’s oudste patiënten, een drieënnegentig jaar oude man die nog

amper kon lopen, gedood in zijn eigen huis. Ze sneden hem de keel door. Wegens hulp aan het Verzet.

Wat zullen de soldaten met opa en oma doen? Gaan ze de gevangenis in? Worden ze als slaven verkocht? Worden ze vermoord?

Als we bij het hek achter in de tuin aankomen, gaat Darin op

zijn tenen staan om de grendel los te maken. Dan klinkt er een

schurend geluid en blijft hij als bevroren staan. Een opgestoken bries blaast een stofwolk door het steegje. Lees verder op: www.lsamsterdam.nl/vuur-en-as/

047


Tips

Out There-auteur Manon Spierenburg Over haar favorieten In Manon Spierenburgs De kristallen sleutel, het eerste deel van Out There, worden vier jongeren en twee volwassenen wakker in een vreemd oerwoud. Als ze op zoek gaan naar antwoorden, heeft de 12-jarige Olivia al snel het onheilspellende gevoel dat ze iets belangrijks over het hoofd zien. Wie is bijvoorbeeld de vrouw die telkens in haar herinneringen opduikt? En hoe komt het dat ze elkaar kunnen verstaan, terwijl ze ieder een andere taal spreken? Langzaam maar zeker begint het Olivia en de anderen te dagen. En de waarheid is ijzingwekkender dan ze dachten... Dat Spierenburgs debuut spannend is, moge wel duidelijk zijn, maar gelukkig weeft de auteur ook een flinke dosis humor door haar verhalen heen, en zit het bomvol verwijzingen naar populaire films en tv-series. Reden genoeg om de auteur eens aan de tand te voelen over haar favorieten.

Film

enige beelden die echt zijn in

een mysterieus eiland. In eer-

In The Matrix wordt de vraag

deze film zijn de velden waar

ste instantie lijkt het een Ro-

gesteld of de wereld waarin

de mensen ‘gehouden’ worden

binson Crusoë-verhaal, maar

we leven wel de ‘echte’ wereld

en het ruimteschip waarin de

al snel blijkt dat er meer aan

is. In de film hebben de ma-

hoofdrolspelers

de hand is. Het eiland is zelf

chines de macht en houden ze

rest is allemaal de matrix: een

een

mensen in kunstmatige baar-

digitale schijnwereld, ontwor-

die beantwoord wordt, roept

moeders in leven zodat die als

pen om de menselijke bat-

evenveel nieuwe vragen op, en

batterijen kunnen dienen. De

terijen tevreden te houden.

zo hebben de schrijvers hun

Hoewel deze film bol staat van

publiek vijf seizoenen laten

de loeistrakke actie worden

vechten op allerlei fora over

intussen

048

wonen.

De

personage.

Elke

vraag

filosofische

wat er aan de hand was. Zijn

vragen gesteld: hoe kunnen

ze beland in het vagevuur? Is

we zeker weten wat echt is en

het een droom? Zijn ze onder-

wat niet? En bestaat er zoiets

deel van een wetenschappelijk

als een vrije wil?

experiment of is het toch de

grote

apocalyps? Ook in Out There

Out There

TV

hebben de personages aanvan-

Reeds verschenen

Lost is een serie die briljant

kelijk geen idee waar ze zijn.

€ 16,99 | 288 blz.

geschreven is. Het gaat over

Ze komen er echter veel sneller

Paperback

een aantal mensen dat na een

achter dat ze in een nieuwe di-

AUTEUR Manon Spierenburg

vliegtuigcrash terechtkomt op

mensie terechtgekomen zijn.


Artwork © Sahin Düzgün

Boek

We volgen door de onweer-

Personage

hun eigen manier van bewe-

Ik heb net Het Rosie Project

staanbare letterlijke interpre-

Sinds eind jaren negentig zag

gen, van praten, verschillende

van Graeme Simsion gelezen

taties die hij overal van heeft

je in films en op televisie een

drijfveren. Ze bewegen zich

en dat boek heeft indruk ge-

een waterval van clichés en

verandering in hoofdpersona-

door het verhaal heen doordat

maakt. Van huis uit ben ik

waarheden over ‘het leven’. En

ges. Voor die tijd waren dat

ze zijn wie ze zijn. Weliswaar

scenarioschrijver en ik hou

dan is daar Rosie.

altijd ‘de goeien’. Toen kregen

langs de lijnen die ik heb uit-

we de Tony Soprano’s en Wal-

gezet, maar op hun eigen ma-

ervan als een verhaal goed geconstrueerd is, de persona-

Musical

ter Whites uit Breaking Bad.

nier en niet langer omdat ik

ges origineel en met precisie

Persoonlijk hou ik er niet van

Een personage dat meer is dan

als een poppenspeler aan de

uitgewerkt zijn, de motie-

wanneer

mid-

een façade, gelaagder, vol in-

touwtjes trek.

ven kloppen en de held een

den in een goed verhaal in

gehouden dialoog, iemand die

opdracht heeft te vervullen

luid gezang uitbarsten. Maar

flaws heeft en duistere kanten;

waarbij hij ook geleidelijk

vooruit: in Sjakie en de choco-

dat is dramatisch gezien na-

zichzelf en vaak ook nog de

ladefabriek kon ik de muzikale

tuurlijk veel interessanter om

liefde leert kennen. Het Ro-

intermezzo’s van de Oempa

te schrijven. De hoofdperso-

sie Project heeft dat allemaal.

Loempa’s wel waarderen. Fa-

nen uit Out There zijn op dit

Graeme Simsion introduceert

voriete toneelschrijvers zijn

moment logischerwijs mijn

met compassie en een uitzon-

Tennessee Williams en Ed-

favoriete personages. Ik ben

derlijk goed gevoel voor hu-

ward Albee, maar naar het

nu deel twee van de trilogie

mor Don Tillman, een docent

toneel gaan doe ik niet meer

aan het schrijven (De Gordiaan-

in de genetica, behept met

sinds ik grotendeels doof ge-

se Kloof) en leef dagelijks met

het syndroom van Asperger.

worden ben.

ze mee. Ze hebben allemaal

personages

049


Kort De beste verhalen van onze topauteurs

De Liefdespijl

op het continent en hun magie is zwarter dan de nacht. Ik hoop

Na het succes van haar weerwolfvampierromans Alfa (2013)

‘Dat is spijtig.’ De lage stem van Sanda Doriac maakte dat

en Maire (2014), verscheen dit najaar eindelijk het langver-

wachte nieuwe boek van Tisa Pescar. De Dochter van de Toragh

is Tisa’s eerste klassieke fantasy-roman. Een nieuw verhaal in een nieuwe wereld vol magie, geweld en verraad.

Als de geruchten steeds sterker worden dat barbaren uit het noorden de Grote Kloof willen oversteken om het vrucht-

bare zuiden te veroveren, slaan de twee Toraghs de handen

ineen om de enige toegang tot hun territoria te verdedigen.

Ze besluiten een bondgenootschap aan te gaan, dat bekrach-

tigd zal worden door het huwelijk van Nura, dochter van de

Toragh van Birana, met Kyton, de zoon van de Toragh van Priade. Armina, de zus van Kyton, begeleidt Nura met een

escorte naar het Misteiland, waar Nura onderworpen zal worden aan een reeks rituelen om te bepalen of zij het huwelijk met Kyton waardig is.

De eerste van vele problemen dient zich aan als Nura zich sterk aangetrokken blijkt te voelen tot Armina, want op ge-

lijklingenliefde staat in grote delen van zowel Birana als Priade nog altijd de doodstraf. Bovendien brengen zij daarmee het bondgenootschap in gevaar...

Op de volgende pagina’s lees je een uniek kort verhaal dat zich afspeelt voor de gebeurtenissen in De Dochter van de Toragh.

Gwenhyfar Zilda leunde uit het raam van het hofdamesvertrek, op de bovenste verdieping van de Toraghburcht van het territorium Birana. Op de binnenplaats beneden haar heerste al de hele

dag een grote bedrijvigheid. Een zestal zwarte trekpaarden werd

ter plekke beslagen en bedienden maakten het rijtuig reisklaar waarmee Nura Eylisch Yormana, de dochter van de Toragh, de

volgende ochtend zou vertrekken. Gwenhyfar kon niet bevatten dat ze haar geliefde meesteres na morgen nooit meer zou zien,

maar het was de waarheid. Nura ging weg om met de zoon van de Toragh van Priade te trouwen en ze zou nooit meer terugkomen.

‘Wat is daar beneden te zien?’ Pallas, een andere hofdame, kwam naast Gwenhyfar staan en tuurde ook uit het raam.

‘Niks bijzonders,’ zei Gwenhyfar, terwijl ze zich omdraaide.

‘Ze zijn de rijtuigen aan het inpakken, en ik probeer me voor te stellen hoe het zal zijn om Nura nooit meer te zien.’

‘Daar denk ik maar liever niet aan,’ zei Pallas. ‘En ik denk nog minder graag aan de rituelen die ze voorafgaand aan haar huwelijk moet ondergaan. Die schijnen vreselijk te zijn.’

‘Dat heb ik ook gehoord. Mijn grootmoeder beweert dat de Ruchia’s ze bedacht hebben.’

‘De Ruchia’s...’ Pallas huiverde. ‘Dat zijn de slechtste vrouwen

050

dat ik nooit een Ruchia zal ontmoeten.’

Gwenhyfar en Pallas verschrikt opveerden. De hoogste hofdame stond in de deuropening tussen de hofdamevertrekken en de ka-

mers van de Toraghana. Ze was de zeventig ruim gepasseerd en gekleed in een donkergrijze japon die precies paste bij de kleur van haar opgestoken haar. Haar verschijning had iets statigs,

iets wat respect afdwong. Toch straalde ze gelijktijdig een moederlijke warmte uit.

‘Iedereen weet toch dat de Ruchia’s niet te vertrouwen zijn?’ zei Pallas. ‘Ik heb nog nooit gehoord dat ze iets goeds deden.’

‘Hoe zou dat komen, denk je?’ Sanda ging op een leunstoel

voor de open haard zitten. Ze pakte de aarden kan die op tafel stond en schonk drie mokken vol wijn.

Pallas haalde haar schouders op. ‘Ik heb geen flauw idee. Misschien omdat ze nooit goed doen?’

‘Heeft u wel eens een Ruchia ontmoet?’ vroeg Gwenhyfar. Ze

ging op de bank tegenover Sanda zitten en Pallas volgde haar voorbeeld.

‘Nee,’ zei Sanda. ‘Maar ik heb mensen gekend die wel contact met ze hadden.’

‘Wie?’ Pallas ogen begonnen te glinsteren van nieuwsgierigheid.

‘Dat is niet van belang,’ zei Sanda op mysterieuze toon. ‘Het is

enkel belangrijk dat je beseft dat elk verhaal wordt ingekleurd door degene die het vertelt.’

‘Bedoelt u daarmee dat alle mensen die kwaad spreken over de Ruchia’s leugenaars zijn?’

‘Wat ik vooral probeer duidelijk te maken is dat mensen hun eigen waarheid creëren. Die strookt niet altijd met hoe de din-

gen werkelijk in elkaar zitten. In mijn ogen zijn de Ruchia’s niet beter of slechter dan de Hofmagi’s of andere mensen. Alles draait om balans. Zonder warmte is er geen kou, zonder licht

kan het donker niet bestaan. Zonder Ruchia’s zouden er geen Magi’s zijn en andersom.’

‘Dat laatste snap ik niet,’ zei Gwenhyfar.

‘Kennen jullie de oudste legende over de Hoeders van Kyruna?’ vroeg Sanda. ‘Het verhaal waarin beschreven staat hoe de Grote Kloof is ontstaan? De legende van de liefdespijl?’ De twee jonge vrouwen schudden het hoofd.

‘Dat verbaast me niets,’ zei Sanda met een glimlach. ‘Het is niet het bekendste verhaal over de Hofmagi’s en de Ruchia’s. Ik heb het in een van de oude boeken gelezen die in de burchtbiblio-

theek bewaard worden. Maar voor ik verder ga... Ik denk dat de Toraghana het verhaal ook wel wil horen.

‘Ik vraag het haar.’ Gwenhyfar sprong op en liep op een holle-

tje naar Nura’s vertrekken. Ze kon deze laatste kans om een in-

tiem moment met Nura te delen niet voorbij laten gaan. Al vlug kwam ze terug in gezelschap van de Toraghana, die gekleed was


051


Kort in een geborduurde kamerjas van glanzende

‘Dat is waar,’ zei Sanda. ‘De Ruchia’s hebben

ten.

haar. Zelfs als ze oud worden blijft de rode

rode zijde. Ze ging op de stoel naast Sanda zit ‘Ik heb geen zin om in mijn eigen kamers te

zitten,’ verklaarde ze, toen Pallas haar een verwonderde blik toewierp. Het was allesbehalve

gebruikelijk dat de Toraghana naar haar hof-

dames toe kwam. Het hoorde andersom te gaan en het kon geen toeval zijn dat Nura uit-

gerekend vanavond met de regels brak. Gwenhyfar schonk een extra beker wijn in voor Nura, en Sanda nam het woord.

‘Honderden jaren geleden, misschien wel

duizenden, vormde het continent Kyruna nog één geheel,’ zei de hofdame. ‘Het vasteland be-

stond niet uit twee helften, zoals vandaag de dag het geval is, en de Grote Kloof was nog niet ontstaan. Net als nu werd het vasteland in die

tijd al omringd door een uitgestrekte oceaan. En voor de geesten was het vrouwelijke even

waardevol als het mannelijke. Zonder elkaar konden ze immers niet bestaan.’

‘Dat is logisch,’ zei Pallas. ‘Alleen een man

als enigen op het continent vlammend rood kleur bewaard.’

‘Wat vreemd,’ zei Nura.

‘Dat is vast magie,’ meende Pallas.

‘Of de wil van de geesten,’ zei Gwenhyfar. ‘Misschien wilden de geesten dat de Ruchia’s

altijd herkenbaar zouden blijven, ook als ze oud werden.’

‘Wij mensen kunnen de drijfveren van de geesten niet bevatten,’ zei Sanda. ‘In elk geval

werden er precies evenveel Magi’s als Ruchia’s

geboren en het einde van hun levens ging ook gelijk op. Steeds als er een Magi stierf, stierf ergens op het continent een Ruchia en anders-

om. Zo bleef de balans tussen water en vuur, het mannelijke en het vrouwelijke, behouden.

Dat ging een tijdje goed, tot een noodlottige omslag plaatsvond.’

‘Wat gebeurde er?’ Pallas schoof naar het puntje van de bank en ook Nura en Gwenhyfar

hingen aan Sanda’s lippen. De hofdame leun-

en een vrouw kunnen samen kinderen verwekken.’

de achterover en nipte van haar wijn.

wicht gaat niet vanzelf. Probeer maar eens over een smalle plank

schip vertoeft,’ zei ze. ‘De Ruchia’s en de Magi’s waren het niet

‘Dat klopt,’ zei Sanda. ‘Maar het in stand houden van evente lopen zonder er vanaf te vallen. Dat kost moeite en soms heb je de hand van een ander nodig om je te leiden.’ ‘Dat is waar,’ zei Gwenhyfar.

‘Om die reden werden door de geesten Hoeders aangesteld om het evenwicht te bewaken. En dat niet alleen, ze moesten ingrijpen wanneer de balans verstoord dreigde te raken.’

‘Wie waren de Hoeders?’ vroeg Pallas. ‘De Toraghs?’

‘Nee,’ zei Sanda. ‘De geesten creëerden een nieuwe soort mensen. Zij konden de stemmen van de geesten horen en ze hadden

te allen tijde de beschikking over hun magie. De Hoeders hadden als taak de mensen te begeleiden naar een harmonieuze gemeenschap, waar iedereen even belangrijk was en waar het

mannelijke en het vrouwelijke gelijkwaardig waren. Daarnaast zorgden ze voor de natuur. De Magi’s vormden de mannelijke helft van de groep Hoeders. Zij werden geboren uit het water

van de oceaan en kregen zowel de ijzige hardheid als de vloeibare zachtheid van het water mee. De vrouwelijke Hoeders werden Ruchia’s genoemd. Zij werden geboren uit vuur, dat soms een

aangename warmte verspreidde, maar dat ook kon oplaaien tot een allesvernietigend wapen.’

‘Hebben de Ruchia’s daarom rood haar?’ vroeg Gwenhyfar.

‘Dat is wat mijn grootmoeder beweert, dat hun haar de kleur van vuur heeft.’

052

‘Wat er altijd fout gaat als er meer dan een kapitein op een

langer eens over de manier waarop ze het leven op het continent tot harmonie konden brengen. Ze verloren het doel van hun be-

staan geleidelijk uit het oog en gingen steeds meer hun eigen weg. Dat had tot gevolg dat de balans die de geesten voor ogen

hadden aan het wankelen gebracht werd. Hoe verder de Ruchia’s en de Magi’s uiteendreven, hoe meer het evenwicht van de natuur werd aangetast. En ook onder de mensen trok alles krom.’

‘Komt het daardoor dat de mannen in ons territorium alle

macht in handen hebben, zodat wij vrouwen nauwelijks iets te vertellen hebben?’ vroeg Nura.

Sanda knikte. ‘Toch waren het niet alleen de mannen die daar schuld aan hadden,’ vervolgde ze. ‘De menselijke mannen hun-

kerden naar absolute macht en de vrouwen gaven hun eigen macht uit handen. En al waren er in het begin nog veel vrouwen

die terugvochten, de mannen trokken met brute kracht steeds

vaker aan het langste eind. Ten slotte gaven bijna alle vrouwen

de strijd op en onderwierpen ze zich aan hun mannelijke meesters. De Magi’s werden verleid door de macht en rijkdommen die

de Toraghs zichzelf toe-eigenden. Ze baadden zich in weelde en

ze wilden het maar al te graag voor het zeggen hebben. Zoals jullie allemaal weten is dat gelukt, want de Hofmagi’s zijn al eeuwen de belangrijkste adviseurs van onze leiders.’

‘En de Ruchia’s?’ vroeg Pallas. ‘Wat deden zij eraan?’


‘De Ruchia’s maakten hun eigen fouten. Zij zagen dat het

niet bij de scheiding tussen de mannelijke en vrouwelijke ma-

en begonnen de Magi’s als bedreiging te beschouwen. Natuur-

die tot nu toe nog niet is uitgekomen: de belofte van de liefdespijl.’

mannelijke het vrouwelijke ondergeschikt probeerde te maken lijk hadden ze de Magi’s kunnen wijzen op de valkuilen die op hun pad lagen, maar dat deden de Ruchia’s niet. Ze voelden zich

machteloos en zonderden zich af van de gemeenschap. De ene

keer per jaar dat de Magi’s en de Ruchia’s nog bij elkaar kwamen om de ontwikkelingen te bespreken, liepen de emoties hoog op en liepen hun besprekingen steevast uit op ruzie. Ze vergaten dat

het evenwicht niet bij zwart of wit te vinden was, maar in het midden, waar de twee uitersten zich met elkaar vermengden tot grijs. Ze bundelden hun magie niet langer tot een stabiele kracht en bestreden elkaar met woorden en magie.’

‘En de geesten? Deden die er helemaal niets aan?’ vroeg Gwenhyfar.

‘O, jawel,’ zei Sanda. ‘Toen de geesten beseften wat er was ge-

beurd ontstaken ze in woede. De aarde schudde en trilde en het

continent scheurde in twee helften uiteen. Zo ontstond de Grote Kloof. Zout water overspoelde het Noorden en de golven vernie-

tigden alles op hun pad. Toen de geesten weer tot rust kwamen steeg het residu van hun woede op uit de kloof. Tientallen ge-

vleugelde slangen kwamen tevoorschijn uit de diepte. Ze wer-

den serpenta genoemd en vlogen als getuigen van de rampspoed over het land.’

‘En hoe liep het af met de Magi’s en de Ruchia’s?’ vroeg Nura.

‘De Hoeders kregen een reprimande van de geesten die als een stormwind over de vlakten joeg. De geesten bepaalden dat de

Magi’s en de Ruchia’s hun krachten nooit meer mochten vermengen. Magie werd plaatsgebonden en iedereen kreeg een ei-

gen krachtplaats. Onafhankelijk van elkaar moesten de Magi’s

het evenwicht op het continent terugbrengen, waarbij de Magi’s

het mannelijke omarmden en de Ruchia’s het vrouwelijke. Ze waren echter verder van elkaar verwijderd dan ooit, zodoende

kwam het evenwicht nooit meer helemaal tot stand. Wanneer de Magi’s boos waren op de Ruchia’s begon het te stormen en sloegen hoge golven tegen de rotsen aan de kust. Werden de

Ruchia’s geprikkeld, dan barstte ergens op het continent een vulkaan uit of laaide een grote brand op. Zelfs nu wonen de Ma-

gi’s nog binnen de muren van de territoria en de Ruchia’s daarbuiten.’

‘Ik denk niet dat daar ooit verandering in komt,’ zei Gwen-

hyfar. ‘Water en vuur gaan nu eenmaal niet samen. Als je veel water op een vuur gooit gaat het uit, en als je te weinig water gebruikt verdampt het door de hitte. Dan overwint het vuur.’

‘Dat niet alleen,’ zei Pallas. ‘Iedereen is bang voor de Ruchia’s,

en de Hofmagi’s zijn niet geliefd bij het volk. Misschien voelen

de mensen hun onbalans aan en gaan ze hun daarom uit de weg.’

‘Dat is goed mogelijk,’ zei Sanda. ‘Maar het verhaal eindigt

gie. Er zit nog een staartje aan, in de vorm van een voorspelling ‘De liefdespijl?’ Pallas grinnikte. ‘Wat is dat in vredesnaam?’

‘Ooit is voorspeld dat de allerbeste meestersmid op het conti-

nent een pijl zal smeden die zo licht, sterk en soepel is dat hij

niet kan breken. Deze pijl kan geen sterveling doden of verwonden, en wanneer hij wordt afgeschoten kiest hij zijn eigen weg.’ ‘Dan is het een magische pijl,’ zei Nura.

‘Absoluut,’ zei Sanda. ‘Het is een magische pijl die liefde brengt.’

‘Dat klinkt wel erg romantisch,’ Nura grinnikte.

‘Mijn broer is smid,’ zei Gwenhyfar. ‘En een goede ook. Misschien is hij het wel die de pijl maakt.’

‘Wie weet,’ zei Sanda glimlachend. ‘In elk geval eindigt de legende als volgt: Ooit zal een Toraghdochter de liefdespijl afschieten en het hart van een Toraghzoon treffen zonder hem te doden.

Ze zullen van elkaar houden tot het einde der dagen en samen

zullen zij het mannelijke en vrouwelijke terug in evenwicht brengen. Al het leed dat door de Magi’s over het continent is afgeroe-

pen zal door hun liefde ongedaan worden gemaakt. Tot het zover is zullen evenwel stormen blijven woeden, vulkanen uitbarsten en zijn de Magi’s en Ruchia’s gedwongen gescheiden van elkaar

te leven. Het is immers niet de magie zelf die gevaarlijk is. Het gevaar schuilt in de manier waarop ermee wordt omgegaan.’

‘Dus eigenlijk is magie net zoiets als een mes,’ zei Pallas. ‘Je

kunt het gebruiken om eten klaar te maken en je kunt ermee doden. Het is aan jou wat je ermee doet.’ ‘Zo is het,’ zei Sanda.

‘Misschien schiet jij die liefdespijl wel af, Nura,’ zei Pallas met een grijns. ‘Als je met de Toraghul van Priade trouwt en de vonk

slaat over, kun je hem met je kruisboog een liefdespijl in zijn hart schieten.’

‘Nee, dat zal nooit gebeuren!’ zei Nura afgemeten. Ze keek

opzij naar Sanda: ‘U begrijpt wel wat ik bedoel.’ Ze stond op en beende met grote stappen de kamer uit.

Pallas en Gwenhyfar keken haar verbaasd na.

‘Heb ik iets verkeerds gezegd?’ vroeg Pallas op fluistertoon.

‘Nee, Pallas.’ Sanda schudde haar hoofd. ‘Jou treft geen blaam.

Nura heeft het moeilijk met haar vertrek en al het onbekende dat haar te wachten staat. Laten we onze afscheidscadeaus te-

voorschijn halen. We zouden haar een fijn afscheid bezorgen, geen dramatisch vaarwel.’ Sanda stond op, pakte een kunstig ge-

borduurde groene jurk uit haar kledingkist en liep naar Nura’s kamer. Pallas volgde met haar eigen cadeaus terwijl Gwenhyfar

nog een laatste blik naar buiten wierp. Van schrik liet ze haar eigen cadeau vallen. In de verte kwam een felgekleurde serpenta met machtige vleugelslagen op de burcht afgevlogen.

053


De Stephen King leeswijzer Ontdek jouw nieuwe favoriet

HIER kan elke schrijver wat van leren

De donkere toren 1 De scherpschutter 2 Het teken van drie 3 Het verloren rijk 4 Tovenaarsglas 5 Wolven van de Calla 6 Een lied van Susannah 7 De Donkere Toren De wind door het sleutelgat

Non-Fictie

Thrilling Suspense

Misery Rosie (e-book) Dolores Claiborne (e-book) De spelbreker (e-book) Een goed huwelijk (e-book) De marathon (e-book) Mr. Mercedes De eerlijke vinder

n King? a v y s a t n Fa

Over leven en schrijven (e-book)

Sciencefiction / Fantasy De Talisman (e-book) Ogen van de Draak De Gloed

054


Al gelezen?

an niem v Pseudo

Epische Thrillers

Under the Dome Insomnia (e-book) De Beproeving (e-book) It (e-book) Mobiel (e-book) Desperation (e-book) Dromenvanger (e-book) De noodzaak (e-book)

King - De Ba

zaar van bo

ze dromen@

1.indd 1

HORROR

Dr. Sleep De Shining (e-book) Carrie Bezeten stad Christine Mijl 81 (e-book) Dodelijk dilemma Ogen van vuur Het Geheim van de Buick Cujo Dodenwake Revival

King

Richard Bachman De ontvoering (e-book) De regelaars Vlucht naar de top (e-book) De vervloeking (e-book)

Korte verhale n

Het hoge gras (e-book) Hoogste versnelling (e-book) Aardedonker, zonder sterren (e-book) Spelbreker (e-book) Vier seizoenen Alles is eventueel (e-book) Schemerwereld Na zonsondergang Nachtmerries en droomlandschappen (e-book) Satanskinderen De Mist (e-book) De bazaar van boze dromen

NIEUW!!!

Literair 01-06-15

10:57

22-11-1963 Joyland (e-book) De Green Mile (e-book) Lisey’s verhaal (e-book) Duma (e-book) Vel over been (e-book) Harten in Atlantis (e-book)

* De verkrijgbaarheid van deze titels is onder voorbehoud.

055


056


Preview

Brian Staverley’s

Het Vuur van de Keizer Brian Staveley is niet voor niets een van de nieuwe favo-

Ik ben te slap geworden, hield ze zichzelf keer op keer voor.

begin dit jaar menig fantasy-hartje sneller te laten klop-

weging hield. Ik ben mijn hardheid kwijtgeraakt en leef nu te

rieten van de redactie. Met Het Bloed van de Keizer wist hij pen op kantoor. Gelukkig werd onze liefde voor de auteur

in augustus onderstreept toen Staveley de David Gemmell Morningstar Award won voor het beste debuut van 2015.

In deel twee, Het Vuur van de Keizer, gaat het verhaal van de twee broers en hun zus verder. Nu Adara erachter is wie haar vader heeft vermoord, moet ze op zoek naar bondge-

noten. Er zijn er echter maar weinig die haar vertrouwen,

totdat ze gebrandmerkt wordt door de godin van haar volk. Terwijl ze alles op alles zet om Annoer weer te verenigen, zorgt de onrust echter voor beweging bij vijandelijke legers – barbaarse horden dreigen het koninkrijk binnen te trek-

ken. En zonder dat Adara het weet, heeft haar broer Valyn zich aangesloten bij de vijandelijke troepen.

Ondertussen worstelt hun broer Kaden, de rechtmatig erfgenaam van de troon, met zijn eigen demonen als hij in de

hoofdstad van Annoer is geïnfiltreerd. Terwijl de keizerlijke troepen zich voorbereiden op de verdediging van een verafgelegen front, kunnen Kadens acties het rijk redden, maar ook vernietigen...

Tegen de tijd dat Sioan de top van de toren bereikte en van de laatste traptree de bijtende nachtelijke kou in stapte, brand-

de de lucht in haar longen net zo fel als het vuur dat raasde in

de straten in de diepte. De klim had uren in beslag genomen, sterker nog, de halve nacht. De gardisten die haar vergezelden vertoonden geen teken van vermoeidheid, maar goed, de Ae-

doliaanse garde draafde dan ook eens per maan in volledige wapenrusting de trap van Intarra’s Speer op. Een keizerin van middelbare leeftijd en haar drie kinderen bijhouden was dan

geen grote opgave. Zij, daarentegen, had het gevoel dat ze elk moment tegen de vlakte kon gaan. Elk tussenbordes nodigde

haar uit om halt te houden, te gaan zitten, tegen de houten stellage te leunen die de trap schraagde, haar ogen dicht te doen en zich over te geven aan de slaap.

Haar zelfverwijt was het enige wat haar onvaste benen in bemidden van zachtheid.

Maar eigenlijk maakte ze zich meer zorgen om de kinderen

dan om zichzelf. Ze waren allemaal wel eens naar de top van de Speer geklommen, maar nooit zo gehaast. Normaal gesproken

namen ze voor die klim een dag of twee de tijd, met pauzes on-

derweg voor rust en versnaperingen; een groep koks en slaven liep dan vooruit om dienbladen met eten en dikke matrassen

klaar te leggen. Dat waren aangename, feestelijke uitstapjes; de kinderen waren nog te klein voor zo’n geforceerde mars. Sioans echtgenoot had er echter op gestaan, en je zei geen nee tegen de keizer van Annoer.

‘Dit is hun stad,’ had Sanlitoen tegen haar gezegd. ‘Het hart van hun keizerrijk. Dit is iets wat ze moeten zien. De klim zal nog de minste zijn van de

moeilijkheden waarmee ze op een dag zullen worden geconfronteerd.’

Niet dat hij zelf die

‘Kentkussende’ toren hoefde te beklimmen. Een

vleugel van de Speerwers, bestaande uit vijf in het

zwart geklede mannen en vrouwen met een harde blik in hun ogen, had de

keizer onder hun gigantische, angstaanjagende roofvogel naar de top van

de Speer gebracht. Sioan

begreep zijn haast wel. De

vlammen

raasden

door de straten en haar

Het Vuur van de Keizer 18 januari | € 22,99 | 576 blz. Paperback | AUTEUR Brian Staveley

echtgenoot moest alles kunnen overzien om de

057


Preview respons te kunnen coördineren. Annoer kon niet wachten tot

getekend. Als Sioan haar hand voor zich uit hield, kon ze hele

De Speerwers hadden aangeboden Sioan en de kinderen ook

Westkotten of de Werf. Maar de brand kon ze niet aan het zicht

hij tienduizenden treden had beklommen.

te komen halen, maar dat aanbod had ze afgeslagen. Sanlitoen beweerde dat de vogels tam waren, maar tamme dieren waren

nog geen ongevaarlijke huisdieren, en ze was niet van zins haar kinderen over te leveren aan de klauwen van een vogel die met één haal een os aan stukken kon rijten.

Dus was Sioan, terwijl de keizer vanaf het dak bevelen uit-

deelde om te voorkomen dat de hele stad in vlammen zou op-

gaan, de trap op gezwoegd, in stilte haar man vervloekend

omdat hij erop stond dat ze zich bij hem zouden voegen, en zichzelf omdat ze oud werd. De Aedolianen liepen zwijgend, maar de kinderen hadden het zwaar, hun aanvankelijke en-

thousiasme ten spijt. Adare was de oudste en de sterkste, maar

zelfs zij was nog maar tien, en ze waren nog maar net boven de

spits toelopende torens van de andere, veel oudere torens uit gestegen toen ze al begon te hijgen. Kaden en Valyn hadden het nog moeilijker. De treden van de trap – een door mensenhan-

den vervaardigd bouwwerk in het doorzichtige, gehard glazen

omhulsel van de oeroude, onvoorstelbare constructie – waren te hoog voor hun korte beentjes, en de jongens struikelden om de

haverklap en stootten hun schenen en ellebogen hard tegen het hout.

Haar echtgenoot had hun op het hart gedrukt zich te haas-

ten, maar de stad zou toch wel afbranden, of zij vieren er nu

getuige van zouden zijn of niet, en Sioan spoorde de kinderen bij elk tussenbordes aan even uit te rusten. Maar Adare zou nog liever doodvallen dan haar vader teleur te stellen, en Valyn en

Kaden mochten zich nog zo ellendig voelen, ze sjokten grimmig voort terwijl ze elkaar vluchtige blikken toewierpen. Alle-

bei hoopten ze overduidelijk dat de ander het voor gezien zou houden, maar geen van beiden waren ze bereid het hardop te zeggen.

Toen ze eindelijk door het luik naar buiten kwamen, zagen ze er alle drie uit alsof ze elk moment konden instorten, en hoewel er een laag muurtje om de top van Intarra’s Speer stond,

stak Sioan beschermend haar armen uit toen er een windvlaag kwam. Ze had zich geen zorgen hoeven maken. De Aedolia-

nen – Fulton en Birch, Yian en Trell – vormden een kring om de kinderen heen om hen, zelfs hier, te beschermen tegen een constante, ongeziene dreiging. Ze draaide zich om naar haar echtgenoot, met scherpe woorden al op het puntje van haar

tong, maar deed er het zwijgen toe en staarde met grote ogen naar het inferno dat zich verspreidde door de stad.

Vanuit de Speer hadden ze het natuurlijk wel gezien – het woeste rood dat door de glazen wanden werd gebroken – maar vanaf de top van de ontzagwekkend hoge toren leken de straten en kanalen van de stad wel lijnen die op een kaart waren in-

058

wijken aan het zicht onttrekken: de Graven of de Lage Markt, onttrekken. Toen ze aan de klim was begonnen had het vuur

zich volgens de meldingen nog beperkt tot de meest westelij-

ke rand van de stad, een felle brand die zes blokken besloeg.

Gedurende hun eindeloze klim had het zich echter verspreid, afgrijselijk ver; het had alles ten westen van de Geestenstraat verslonden en zich vervolgens, aangewakkerd door een snel

aanzwellende westelijke zeewind, likkend een weg gebaand in oostelijke richting, naar het uiterste puntje van de Godenweg. Ze probeerde te berekenen hoeveel huizen er waren afgebrand, hoeveel levens er verloren waren gegaan. Dat lukte niet.

Toen Sanlitoen het luik hoorde dichtslaan, draaide hij zich om. Zelfs na al die jaren huwelijk schrok ze soms nog van zijn

blik. Hoewel Adare en Kaden net zulke brandende irissen hadden als hun vader, was het vuur in hun ogen warm, bijna uitnodigend, als het licht van een open haard op een winterse dag

of de gloed van de zon. In Sanlitoens ogen daarentegen brand-

de een kille, onwankelbare vlam, een licht zonder warmte of

rook. Zijn gezicht verried geen enkele emotie. Het was alsof hij de halve nacht naar de sterren had gekeken om hun pad door het donker te documenteren, of naar het maanlicht dat rimpelde op de golven in plaats van te strijden tegen een inferno dat zijn stad in de as dreigde te leggen.

Sanlitoen keek naar zijn kinderen, en Sioan voelde dat Ada-

re, naast haar, haar rug rechtte. Later, in de afzondering van haar eigen vertrekken, zou het meisje instorten, maar nu, in de aanwezigheid van haar vader terwijl haar benen nog trilden

van de inspannende klim, weigerde ze op haar moeder te leunen. Kadens ogen waren zo groot als schoteltjes toen hij naar de stad in de diepte staarde. Het was alsof hij in zijn eentje op

het dak stond, een kind van zeven, en helemaal in zijn eentje

getuige moest zijn van de brand. Alleen Valyn pakte haar hand vast. Hij liet zijn vingertjes in de hare glijden terwijl hij van de brand naar zijn vader keek en weer terug.

‘Jullie zijn op tijd,’ zei de keizer terwijl hij naar de donkere blokken van de stad gebaarde.

‘Op tijd waarvoor?’ vroeg Sioan verontwaardigd. Haar woede dreigde haar te verstikken. ‘Om tienduizend mensen te zien verbranden?’

Haar echtgenoot keek even naar haar voordat hij knikte. ‘Onder andere,’ antwoordde hij zachtjes, waarna hij zich omdraaide naar de klerk aan zijn zijde.

‘Zeg dat ze nog een brand moeten stichten,’ zei hij. ‘Langs de Anlatoenweg, helemaal van de zuidgrens van de stad tot aan de noordgrens.’

Met een geconcentreerde blik wijdde de klerk zich aan zijn

taak. Hij kwastte de woorden op het perkament, hield het


even in de lucht om te drogen, rolde het vlug op, stak het in

De hoop in de blik van het kind vervulde Sioan met afgrijzen.

van de Speer naar beneden liep. Het had Sioan de halve nacht

men. U hebt hen op de een of andere manier gewaarschuwd...’

een bamboe koker en stopte die in een buis die door het midden gekost om die ‘Sjaëlverdomde toren te beklimmen; de bevelen

van de keizer zouden het paleis eronder binnen een paar tellen bereiken.

Nu het bevel onderweg was, draaide Sanlitoen zich weer om naar zijn kinderen. ‘Begrijpen jullie het?’ vroeg hij.

Adare beet op haar lip. Kaden zei niets. Alleen Valyn deed

een pas naar voren, met zijn ogen toegeknepen tegen zowel de wind als het vuur. Hij draaide zich om naar de verrekijkers die

in houders aan het lage muurtje hingen, pakte er een en zette

die aan zijn oog. ‘De Anlatoenweg brandt helemaal niet,’ zei hij na een paar tellen verontwaardigd. ‘Het vuur is nog een paar blokken ten westen ervan.’ Zijn vader knikte.

‘Maar waarom...’ Hij maakte zijn zin niet af. De blik in zijn donkere ogen zei dat hij het antwoord al wist.

‘U sticht een tweede brand,’ zei Adare. ‘Om de eerste tegen te houden.’

Sanlitoen knikte. ‘Het wapen is het schild. De vijand is een vriend. Wat al verbrand is, kan niet nog een keer verbranden.’

Een hele poos bleef het gezin zwijgend staan kijken naar de vlammen die zich een weg naar het oosten vraten. Alleen Sio-

an weigerde een verrekijker te gebruiken. Ze kon zo ook prima

‘Dat hebt u toch al gedaan? Een bevel. Voor wij hier aankwa-

De jongen maakte zijn zin niet af toen hij het antwoord zag in die kille, fel brandende ogen.

‘Welk bevel had ik dan moeten geven?’ vroeg Sanlitoen met

een stem zo zacht en onstuitbaar als de wind. ‘Er wonen dui-

zenden mensen tussen die twee vuren, Valyn. Tienduizenden.

Velen zullen zijn gevlucht, maar hoe kan ik degenen bereiken die dat nog niet hebben gedaan?’

‘Maar dan branden ze dood,’ fluisterde Kaden. Hij knikte langzaam. ‘Dat gebeurt nu al.’

‘Waarom?’ vroeg Sioan op hoge toon. Ze wist niet goed of ze

tranen in haar ogen had vanwege de burgers die onhoorbaar krijsten in hun huizen in de diepte of vanwege haar kinderen,

die ontzet naar de verre vlammen staarden. ‘Waarom moeten ze dit zien?’

‘Op een dag zal het keizerrijk aan hen toebehoren.’

‘Zodat ze het kunnen besturen en beschermen, niet zodat ze het kunnen vernietigen!’

Hij hield nog steeds haar hand vast, maar hield zijn blik gericht op de kinderen. ‘Ze zullen pas klaar zijn om het te besturen,’ zei hij met ogen zo onaangedaan als de sterren, ‘als ze bereid zijn het in vlammen te zien opgaan.’

zien wat ze moest zien. Langzaam en onverstoorbaar rukte het

vuur op, rood en goud en afgrijselijk, tot er in een rechte lijn

aan de westkant van de stad een reeks nieuwe vuren oplaaide.

Ze begonnen als kleine, losse puntjes, maar al snel vormden

ze een ononderbroken lijn, een felle laan van vlammen aan de westelijke rand van de brede Anlatoenweg.

‘Het werkt,’ zei Adare. ‘De nieuwe brand verspreidt zich naar het westen.’

‘Goed,’ zei Sioan abrupt, nu tot haar doordrong wat haar

echtgenoot hun wilde laten zien, wat hij hun wilde leren. Op-

eens wilde ze niets liever dan haar kinderen de aanblik en de wetenschap besparen. ‘Ze hebben genoeg gezien.’

Ze wilde de verrekijker van Adare afpakken, maar het meisje ontweek haar met een ruk en richtte het ding vervolgens weer op de twee branden.

Sanlitoen keek zijn boze vrouw recht in de ogen en pakte haar hand vast. ‘Nee,’ zei hij zachtjes. ‘Nog niet.’

Kaden was degene die het uiteindelijk besefte.

‘De mensen,’ zei hij met een gebaar. ‘Die waren op de vlucht, in oostelijke richting, maar nu blijven ze staan.’

‘Ze kunnen geen kant op,’ zei Adare. Ze liet haar verrekijker zakken en draaide zich met een ruk om naar haar vader. ‘Ze kunnen geen kant op. U moet iets doen!’

‘Dat heeft hij al gedaan,’ zei Valyn. Hij keek op naar de keizer.

059


D N E K K O CH

Filmmagazine

S UWS E I N 50 €4,50 €4,

#116 #116

WAARRSS W R R A A T T S S NAA’’SS TOO’’SS:: IIN G G A A P P 0 0 3 3 FFOOT 7777!! E E V V E I E I S S U N1199 EEXXCCLLU FFIISSHHEERRIIN CCAARRRRIIEE uulltt?? c c n n e e e e m ,,aanniim y y s s a a t t n n a n,,ffa ssee!! u n o u f i o f e i t ! e r t ! c u r c t u fi o ’ t j fi o ’ e j n scciieenncce ziinneeiieettssvvoooorr ooffffeerryyoouuccaan s , r , r o o r r r r o aaggaaz orr€€2255))..AAnn aaannhho sfifillm a m m d d r m r e e g g n i s n rsslli uuww rrvvooo a a a j a j r r e e p OOookkvveer cchhookkkkeennddNNiiee m meerrssp S m S m u s i u s n i n n 6 n a DDa060 www.schokkendnieuws.nl www.schokkendnieuws.nl nnneeee((6 n o o b b a a t t d d r r o o W W


Tips van onze Fantasy Specialisten

‘Brandon

Sanderson

‘De Poorten van Anubis van

‘Dan Simmons’ Hype-

‘Juliet Marilliers Ver-

Rijk, het eerste deel van een

en met veel humor geschre-

sum rijk aan geschiedenis,

liefhebbers van historische

gang, met vele meeslepende

ders, een mix van sciencefic-

teratuur dat zich met gemak

tintje. De boeken van Juliet

schept met Het Laatste

trilogie, een wereld vol diep-

en fascinerende personages.’

– Tim Lommerse, boekhandel Stevens, Hoofddorp

Tim Powers is heerlijk

ven. Het is anders dan an-

tion en fantasy en bovendien het begin van de steampunk.

Maar vooral uren leesplezier! Al 30 jaar een tijdloze klassieker.’ – Mabel van Zijl, boekhandel

rion bevat een univer-

filosofie, technologie en likan meten met In ban van de ring

van J.R.R. Tolkien en Frank Herberts Duin.’ – William Rem-

mers, boekhandel Heinen, Den Bosch

boden Magie is

voor

fantasy met een romantisch Marillier zijn een heerlijke

mix van mythen, liefde en avontuur.’ – Marian Moltmaker, Boekhandel Iwema, Assen

Veenendaal, Amersfoort

‘Laat je meeslepen door Tisa

‘Wie niet veel waarde hecht aan een goe-

de nachtrust, leest HEX van Thomas

Olde

Heuvelt.

‘Het Rad des Tijds van Ro-

bert Jordan is absoluut

Je

Pescars Alfa – Het ge-

een moderne fantasy-klassie-

zo eng is en je wilt niet slapen

pescu, een spannende dark

liefhebbers van omvangrijke

Manshanden, boekhandel Plukker,

weerwolven. Een echte page-

kunt niet slapen omdat het

voordat het uit is.’ – Monique Schagen

heime leven van Radu Lu-

fantasy-roman vol moroi en turner!’ – Ferry Visser, Rebers Boek en Buro, Zevenaar

ker. Verplicht leesvoer voor fantasy-saga’s.’ – Erwin Smo-

lenaars, boekhandel Dominicanen, Maastricht

061


Preview

SCIENCEFICTION ONDER REGIE VAN

George R.R. Martin Wild Cards In Het Wild Cards-universum werd in 1987 bedacht door Game of Thrones-bestsellerauteur George R.R. Martin en Melinda Snodgrass. Meerdere bekende fantasy- en sciencefictionauteurs schrijven mee aan de boeken. De volgende leesproef is geschreven door Melinda M. Snodgrass.

1946

werd

bo-

ven New York een

te onder hun armen door, klopte zachtjes op de deur en trad

losgelaten dat het

sende mannenstemmen verstomden meteen.

buitenaards

virus

dna herschreef van iedereen

die

doodde

negentig

infecteerde.

het

Het

procent van de bevolking, negen

muteerde

procent

in

ernstig misvormde

monsters, en gaf één procent superkrachten.

Jaren later schrijven achtentwintig van die buitengewone mensen, Azen genaamd, zich in voor een nieuw soort

realityprogramma. Deelnemers worden in vier kleuren ingedeeld voor een wedstrijd die ze alleen in Hollywood

zo hadden kunnen bedenken. Als alle verliezers zijn weggestemd, moet de enige echte Amerikaanse Held overblijven.

Maar terwijl de weken verstrijken, worden de overgebleven deelnemers opeens ruw wakker geschud door misselijkmakende gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Hun zinloze spelprogramma lijkt nu behoorlijk onnozel, ver-

geleken met wat de machteloze mensen die daar hun leven op het spel zetten moeten doorstaan.

Kan deze groep verwende en onwetende ‘beroemdheden’ een wezenlijk verschil maken in de wereld? En hoeveel van hen kan het echt wat schelen?

Bij de deur naar het vrouwenvertrek stonden twee soldaten op wacht. Hun saaie, muisgrijze uniformen werden opgefleurd

door groene sjaals, die ze om hun nek droegen. Ze zagen Lilith en negeerden haar meteen weer.

Lilith koos voor een provinciaal accent. ‘De kalief heeft dit naar zijn geliefde vrouwen gezonden, maar groot als hij is, zal hij het niet erg vinden als zijn moedige en trouwe soldaten enkele van zijn delicatessen proeven.’

De soldaten echoden haar loftuitingen en Lilith hield het dienblad omhoog terwijl de jonge mannen zich op het lekkers

062

stortten. Beiden hadden rouwrandjes aan hun nagels. Ze glip-

naar binnen. De zware deur viel achter haar dicht en de bas-

De grote ruimte die ze voor zich zag, was mooi, maar niet prachtig. Op de linkermuur zag ze achter het witsel de vage

kleuren van een muurschildering. De kamer rook naar rozenwater en sinaasappelolie.

Bij het raam stonden twee vrouwen. Ze gluurden door de

gordijnen naar het vuurwerk buiten. Hun gewaden en gezich-

ten kleurden rood, blauw, geel en groen. Een van de vrouwen was hoogzwanger; haar gezicht was pafferig en haar vingers

opgezet. Aan haar hangende buik te zien kon ze op elk moment bevallen. De andere vrouw was halverwege haar zwangerschap, op dat punt waarop iedere vrouw leek te gaan stralen.

Op de bank zat een veel jongere vrouw, van rond de twintig. Ze was een stuk knapper dan de andere twee, en niet alleen

omdat ze er niet uitzag als een hoogzwangere koe. Ze bladerde zo snel door haar Franse modeblad dat ze de informatie onmogelijk kon opnemen. Ze had een pruilmondje en er lag een frons op de goudgele huid tussen haar wenkbrauwen.

Lilith presenteerde het dienblad eerst aan de zwangere vrouwen. Met gretige vingers pakten ze de traktaties. Daarna liep ze naar de jongere vrouw. Het meisje koos een dun plakje meloen.

Lilith greep haar kans. In het slechtste geval zou ze een pets

krijgen. ‘Ik heb in Parijs op school gezeten,’ zei ze zachtjes. ‘Voordat mijn vader het gezin naar huis stuurde.’

‘Dat accent,’ zei het meisje. ‘Je klinkt Saudi. Ik kom uit Koeweit.’ In dat laatste woord klonk hevige emotie door. ‘Bent u hier al lang?’

‘Sinds drie maanden.’

‘U zult wel heimwee hebben.’ Het meisje begon te snikken.

‘Het spijt me, meesteres. Wilt u dat ik ga?’

Het meisje greep Liliths mouw. ‘Nee. Vertel me over Parijs.’

Lilith wisselde beschrijvingen van echte bezoekjes af met filmscènes. Ze praatte over de restaurantboten die, versierd met lichtjes, onder de middeleeuwse bruggen door gleden


en de weerspiegeling van de Notre-Dame in het water lieten

vier lange, snelle passen, greep de arm van de vrouw en draai-

ke kade van de Seine, waar oude, voorovergebogen mannetjes

volgens beeldde ze zich de kamer in van de Uffizi-galerij waar

dansen; over wandelingen langs de kraampjes op de zuidelijin armoedige jasjes nog oudere boeken probeerden te slijten.

Over Montmartre, waar de duiven gevoerd werden door kinderen en ambitieuze schilders de fameuze kerk in verf ver-

eeuwigden. Ze leidde haar in vervoering gebrachte luisteraar langs de geopende deuren van bakkerijen, waar de geur van brood en gebak zo zwaar was dat je er bijna op kon kauwen.

De jonge vrouw leek opgewonden, maar ook verbolgen. Lilith vertelde over haar eigen frustraties, haar strenge vader die geïnspireerd was geraakt door het nieuws over het nieu-

we kalifaat en zijn gezin naar huis had gestuurd, zodat haar

broers de renaissance van de islam persoonlijk konden meemaken. ‘Terwijl hij in Parijs bleef,’ zei de jonge vrouw, en het venijn klonk door in haar stem.

Lilith haalde haar schouders op. ‘Ja, maar hij is dan ook een man. Zo zijn alle mannen, behalve onze glorieuze kalief, moge hij nog lang leven en heersen.’

‘De kalief is inderdaad een goede man,’ zei het meisje.

‘Hoe is hij in het echt? Heeft u veel tijd met hem doorgebracht? Is er een kans dat hij langskomt? Ik zou hem dolgraag eens van dichtbij meemaken. Ik heb hem alleen nog van veraf

de die achter haar rug om haar het bewegen te beletten. Verde Romeinse bustes stonden, en transporteerde ernaartoe.

Even was er dat bevreemdende gevoel van duizeligheid en extreme kou. De stenen vloer onder haar slippers maakte plaats voor de zachtere sensatie van een houten vloer. Nashwa

gilde in haar oor. Lilith liet de vrouw los, wikkelde een stuk

stof van de boerka om haar hand en trok aan de lijst van een groot schilderij. Meteen begon er een schel alarm te loeien.

Lilith transporteerde weer terug naar Nashwa’s kamer in

het paleis in Bagdad. De Italiaanse politie zou de vrouw uren-

lang vasthouden. Tegen de tijd dat ze haar verhaal zouden geloven en haar identiteit hadden gecheckt, zou ze een weduwe zijn.

Eenmaal terug in de kamer trok Lilith de morsige zwarte boerka uit en trok ze er een van Nashwa aan. Ook die boerka was zwart, maar de stof was van de allerbeste kwaliteit, en afgezet met zilverkleurige stiksels. Ze zette de hoofdband op en

voelde de koude saffieren en parels op de huid van haar voorhoofd. Daaroverheen schikte ze het gewaad, dat zelfs haar ogen verhulde. Ze ging zitten en wachtte.

gezien.’ Lilith raffelde haar zinnen af, zodat het meisje geen kans kreeg ertussen te komen.

Ze lachte. ‘Nee, het spijt me. Hij zal niet langskomen. We

Drie uren verstreken voordat ze ontboden werd.

‘En ik zal het niet zijn. Niet vanavond. Hij zal Nashwa willen.’

geleiden. De wachters stelden zich onderdanig op; ze mocht

worden altijd ontboden.’ Daar was die zwoele pruillip weer. Nashwa, eind veertig, eerste vrouw van de kalief en moeder van zijn zoon en erfgenaam, Abdul-Alim. Dochter van een belangrijke Jemenitische zakenman. ‘Ik zal haar versnaperingen brengen,’ zei Lilith. Ze stond op en pakte het dienblad.

‘Ze is in haar kamer,’ zei de jongste vrouw, en ze wees naar

het einde van de hal. Lilith maakte aanstalten om weg te lopen. ‘Ik ben Ameera, trouwens. Hoe heet jij?’

‘Sura,’ zei Lilith, en ze lachte in stilte om het grapje. Sura betekende ’s nachts reizen.

De kalief had vier wachters gestuurd om zijn vrouw te bedan een vrouw zijn, het was wel de vrouw van de kalief. Eerste vrouw. De moeder van zijn oudste zoon. In de slaapkamer, in het echtelijke bed, had Nashwa het voor het zeggen. Lilith streek

met haar vingers langs de messen op haar dij en onderrug,

en het pistool dat ze voor de zekerheid bij zich droeg. Ze sloegen een andere gang in, die smaller was. Drie verdiepingen

beneden hen hoorde Lilith de lage bas van mannenstemmen en de jammerende klanken van muziekinstrumenten. Ze rook

geroosterd lamsvlees en kaneel. Haar maag rommelde. Ze beloofde zichzelf een lekkere maaltijd en een glas cabernet zodra ze weer terug was.

‘Hoe haal je het in je hoofd? Je klopt eerst en wacht dan op toestemming om binnen te komen.’

De edelstenen langs de rand van haar hoofdband bena-

drukten de zwarte frons die het gezicht van de oudere vrouw ontsierde. Nashwa was zeker geen schoonheid. Sterker nog, ze was lelijk, en haar stem was eerder grof dan zangerig. Ze

moest het hart van de kalief hebben gestolen, anders zou hij deze haaibaai meteen de deur hebben gewezen.

Lilith negeerde de uitbrander. Ze doorkruiste de kamer met

Ze beklommen een smalle trap. Twee soldaten gingen voorop, twee liepen achter haar. Ze kwamen nu op de bovenste

verdieping en van het plafond straalde de zonnehitte die het

dak gedurende de dag had geabsorbeerd. Tussen haar borsten en op haar onderrug parelden zweetdruppeltjes. Ze wilde krabben onder haar behabandje.

Wat vreselijk om de heerser van een groot deel van het Midden-Oosten te zijn en dan in zulk ongemak te moeten leven omdat je zo bang bent.

Een van de soldaten klopte op een deur. Binnen klonk een gedempt antwoord. De deur zwaaide open en met een buiging

063


Preview verleenden de soldaten Lilith doorgang. De deur viel weer

plaats van te vechten liet Lilith haar lichaam volledig slap

zien door de sluiers en vele lagen kleding. Ze concentreerde

De Djinn gromde goedkeurend. Zijn volle lippen bewogen

dicht. Iemand moest hem gesloten hebben, maar ze kon niets zich op wat ze wél kon zien door het gaas voor haar ogen.

De kamer was klein en de witgeverfde muren waren versierd met vloeiende karakters. Verzen uit de Koran. Ziet er inderdaad

uit als de slaapkamer van een religieuze gek, dacht Lilith. Een smal bed en een bijzettafeltje met glazen waterkan waren het enige meubilair. Merkwaardig genoeg stond het bed niet tegen de muur. Het was een kleine meter naar voren getrokken, en in het pleisterwerk zag ze de contouren van een deur. Vluchtweg.

Ze hoorde de voetstappen van de man die de deur achter

haar had gesloten en draaide zich om om hem te begroeten. Maar het was de kalief niet. Het was de Rechtschapen Djinn.

Hij was langer, jonger en breder. De lippen tussen zijn zwarte baard en snor waren dik en vochtig, en hij zoog op zijn onderlip als een kind dat in gepeins was verzonken. Gek genoeg waren zijn ogen grijs.

Hij had een normaal postuur, maar groot genoeg wat Lilith

betrof. Hij droeg laarzen onder zijn traditionele witte gewaad en ze vroeg zich af of zijn kleren met hem meegroeiden, of dat hij in een tien meter lange naakte reus veranderde.

‘Hoogheid?’ zei de Djinn, maar het was niet als begroeting bedoeld, eerder als vraag.

Nu moet ik wat doen, dacht Lilith, maar ik weet niet wat. Shit.

‘Vrouwe, ik zou u graag willen spreken.’ Hij had een lage stem en een boers accent. ‘Ik moet zeker weten dat u... uzelf

bent.’ Het was een van de betere eufemismen voor wilsovername die Lilith ooit had gehoord, maar daar had ze nu weinig aan.

De stilte had maar een paar tellen geduurd, maar het was genoeg.

Achterdocht schoot over het gezicht van de Djinn. Hij sprong naar voren. Lilith deinsde naar achteren en bleef met

haar hiel haken aan de zoom van haar boerka. De Djinn slaag-

de erin een arm om haar middel te krijgen. Hij was schrikbarend sterk en de schede van het mes op haar onderrug werd

diep in haar huid gedrukt. Hij rukte de sluier weg en zag haar zilvergrijze ogen. ‘Monster!’

Lilith probeerde te teleporteren. Ze voelde de kracht uit haar lichaam vloeien en haar ledematen verslappen. Nu begreep ze waarom Sharon Cream, de sterkste Aas van Israël, was verslagen. Hier was sprake van wildcardkrachten.

Ze merkte dat ze in paniek raakte. Ze probeerde het gevoel

te onderdrukken. Angst was dodelijk. Ze dwong zichzelf de

situatie te analyseren. Het vermogen van de Djinn om haar kracht te absorberen was een mentale kracht. Die kracht vereiste concentratie. En concentratie kon worden verstoord.

Een warm gevoel van welbehagen overspoelde haar. In

064

worden.

naar haar mond. Ze stak haar hand door een van de openingen in de boerka en omklemde de kolf van het kleine pistool. Hij

drukte zijn mond nu op de hare en ze voelde zijn vunzige adem achter in haar keel. Viespeuk. Ze trok het pistool tevoorschijn,

drukte de loop tegen zijn elleboog en haalde de trekker over.

De echoënde knal werd bijna verdrongen door het gebrul van

de Djinn. De pijnlijkste verwonding die je een mens kon toebrengen, was weer eens effectief gebleken. De bloedende arm van de Aas viel krachteloos langs zijn lichaam. Lilith ram-

de haar hak in zijn wreef en sprong weg. De Djinn zwaaide

met zijn goede arm en raakte de hand waarmee ze het pistool vasthield. Het wapen vloog door de kamer en Lilith viel op de

grond. Haar benen waren krachteloos. Hij had een wilde blik

in zijn ogen en hij brulde verwensingen, waarop hij met bloedende arm op haar af stormde. Met een uiterste inspanning verzamelde Lilith haar kracht, voelde de klik en teleporteerde

juist op het moment dat de deur openzwaaide en ze het verbijsterde geschreeuw van de wachters hoorde.

Ze vond zichzelf terug in een van de gangen waar ze eerder

nog doorheen was gelopen. Ze had nog maar een paar seconden voordat in het hele paleis het alarm zou klinken. Snel trok

ze haar kaart tevoorschijn. Tijd voor een afleidingsmanoeuvre. Ze waren op zoek naar een vrouw. Dan kunnen ze vrouwen krijgen ook.

Klik. Ze bevond zich in de wasruimte, waar vrouwen zwoegden in de hitte. Lilith greep twee van hen, gooide haar boer-

ka over hen heen en teleporteerde. In een gang op de eerste verdieping werd het gegil van de vrouwen versterkt door al het marmer, zodat haar oren begonnen te bloeden. Er klonk geroep van mannen, gelaarsde voetstappen die haar kant op snelden. Terwijl Lilith teleporteerde, hoorde ze het geratel van een Kalasjnikov en het indringende gegil van een van de vrouwen. Ze had geluk. Ze hadden zowaar het vuur geopend.

Paniek had zich van het paleis meester gemaakt, en dat werkte alleen maar in haar voordeel.

Lilith greep twee andere dienstmeiden en twee danseressen die in de keuken zaten te eten en gebruikte hen om voor nog meer verwarring te zorgen. Een steek schoot door Liliths zij

en haar schouders en rug deden pijn – het was niet eenvoudig geweest de hysterische, tegenstribbelende vrouwen onder de duim te houden. In een nisje leunde ze tegen de muur en wachtte ze totdat haar hartslag weer tot rust was gekomen. Ze hoorde een hoge, klagerige tenorstem. Stomkop Abdul heeft het bevel op zich genomen. Mooi zo.

‘Sluit de poorten. Nee, wacht. Pas als de troepen er zijn. Steek de lampen in de tuinen aan.’


‘Dat zal het nachtzicht van de troepen schaden, hoogheid,’

pistool vallen – maar de actie verpestte wel haar baan door

‘O ja. Zorg dan voor nachtkijkers.’

op haar heup. Ze verbeet de pijn, rolde overeind en trok het

klonk een andere stem.

‘Die hebben ze al,’ zei iemand anders. ‘O ja, natuurlijk.’

‘Moeten we niet bij uw vader blijven?’ suggereerde een vierde.

Dat betekent dat de kalief is verkast, dacht Lilith.

‘Nee. We moeten die moordende kruisvaarder vinden.’ Lilith teleporteerde naar de kamer van prins Siraj.

Hij schreeuwde van schrik, maar ontspande toen hij zag

wie ze was. ‘Wat gebeurt er allemaal? Is het gedaan? Ik hoorde schoten.’

‘Pandemonium. Nee. Ja,’ zei Lilith. ‘Houdt de kalief veel van Nashwa?’ ‘Ja.’

‘Is-ie een lafaard?’ ‘Nee.’

‘Dank je.’ Lilith teleporteerde weer weg, nu ze zeker wist waar ze hem kon vinden.

de lucht en ze kwam harder dan gedacht op de vloer terecht, mes uit de schede die aan haar dij was vastgesnoerd. De Nur

schudde zijn hoofd om de door de eerste trap veroorzaakte duizeling te boven te komen.

Lilith schoot naar voren, maar hij draaide zich naar haar

toe en trok de ceremoniële dolk vanachter zijn leren riem tevoorschijn. Het heft was dan wel bezet met edelstenen, het

lemmet was vlijmscherp en een stuk langer dan Liliths mes.

Ze cirkelden half voorovergebogen om elkaar heen, zoals veel messenvechters gewoon zijn te doen.

‘Wie heeft je gestuurd?’ Zijn stem was hees, als een oude

kraai. Vroeger had hij als vloeibaar fluweel geklonken en had hij duizenden weten te betoveren.

‘De wereld.’ Lilith sprong opzij toen hij uithaalde. Ze sloeg zijn hand weg en liet haar mes langs zijn arm omhoogglijden om de pees boven de elleboog door te snijden. De wond maakte

het bijna onmogelijk om de dolk nog langer vast te houden. Het getrap van de wachters deed de slaapkamerdeur trillen in zijn sponningen.

‘Je kunt me doden, maar het zal weinig uitmaken voor wat De kalief draaide zich razendsnel om toen de luchtverplaatsing Liliths komst aankondigde.

In de slecht verlichte kamer was de groene gloed van zijn

lichaam duidelijk zichtbaar. Zijn zwarte haar was doorspekt met grijs en ook zijn baard had twee grijze strengen, die bij

zijn mondhoeken ontsproten. Hij was gekleed in een wit gewaad en ze zag de gerimpelde, verkleurde streep op zijn hals,

daar waar het mes van zijn zus niet diep genoeg had gesneden. Toen was hij nog de Nur al-Allah en was het herstel van het kalifaat nog een droom geweest.

De ogen van de Nur verrieden het richten van het pistool.

Lilith greep een pot gezichtspoeder van Nashwa’s kaptafel en wierp de inhoud in zijn gezicht. Met een ruk wendde hij zijn

gezicht af, wat het mikken verpestte. Toch scheelde het maar weinig. Lilith voelde de hitte van het schot op haar wang en

haar oren piepten vanwege de knal. Achter de deur hoorde ze vrouwen gillen.

Ze sprintte naar het bed. Halverwege sloeg ze de deur dicht

en vergrendelde hem. Het zou de wachters niet eeuwig buiten houden, maar ze had maar een paar minuutjes nodig. Ze

sprong op het matras en gebruikte de veren om haar snelheid

ik hier heb opgebouwd.’

‘Dat klopt. Maar we kunnen het wel inpikken.’ Ze liet haar

accent doorklinken in haar perfecte Arabisch, met het gewenste resultaat.

‘Ongelovige! Kruisvaarder!’ Hij haalde weer uit.

‘Vergeet imperialist niet!’ Ze trapte een kleine voetenbank

voor zijn voeten, waarop hij zijn evenwicht verloor. Toen hij eenmaal op zijn knieën zat, stelde ze zich op achter hem, stak

het mes in zijn borst en dwong het lemmet omhoog, op zoek naar de stevige spier van zijn hart. Het staal vond waarnaar

ze op zoek was. Warm, plakkerig bloed stroomde over haar hand, en een ijzerachtige, zoete geur vulde haar neusgaten.

Er hingen geen camera’s in de slaapkamer. Ze moest de

schuld op iemand anders schuiven. Vijf voor één. Ze herinnerde zich het oude motto van Black Dog en zijn Jokerterroristen. De Djinn had haar ogen gezien en wist dat ze een wild card was.

Ze hadden de deur bijna ingetrapt. ‘Met de groeten van Black Dog,’ gilde ze met hoge stem. Even verstomde het rumoer, waarop het weer in alle hevigheid terugkwam.

Lilith raapte het pistool van de Nur op en teleporteerde weg. Ze had nog vier slachtoffers nodig. De ultieme misleiding.

te verhogen en hoogte te winnen. Terwijl ze over het hoofd

van de Nur vloog, trapte ze hard tegen zijn kaak. Met haar andere voet raakte ze zijn hand en pols, en ze voelde het bot breken.

De tweede trap had het gewenste resultaat – hij liet het

065


Verwacht Het Spel der Spellen Superhelden-sciencefiction

De IJzeren Geest

In het bloed

Het vervolg op De Gouden Belofte

Vervolg op Onder de maan

REEDS VERSCHENEN | € 19,99 560 blz. | Paperback AUTEUR Jen Williams

REEDS VERSCHENEN | € 16,99 368 blz. | Paperback AUTEUR Patricia Briggs SERIE Mercy Thompson 2

van Game of Thrones-auteur REEDS VERSCHENEN | € 19,99

480 blz. | Paperback AUTEUR George R.R. Martin SERIE Wild Cards 1

Wydrin, Sebas-

Garagehoudster

tiaan en Heer

Mercy Thomp-

In 1946 werd boven New York

Frith hebben

son gaat voor

een buitenaards virus losge-

veel ervaring

haar vrienden

laten dat het dna herschreef

met het oprui-

(of dat nu

van iedereen die het infecteer-

wakker geschud door misse-

de. Het doodde 90 procent

lijkmakende

van de bevolking, muteerde 9 procent in ernstig misvormde

gebeurtenissen

en van de oude

weerwolven,

goden. En dat betekent dat

vampieren of ‘gewone’ men-

in het Midden-Oosten. Het

deze helden nu volop kunnen

sen zijn) door het vuur, dus

spel lijkt opeens behoorlijk

genieten van hun nieuw ver-

als Stefan haar hulp inroept,

monsters, en gaf 1 procent su-

onnozel als ze horen hoe de

worven aanzien. Dus als hun

komt het niet in haar op om

perkrachten. Nu, jaren later,

mensen daar hun leven op het

een opdracht wordt aangebo-

te weigeren. Zelfs niet als dat

doen 28 van die helden, Azen

spel zetten. Kan deze groep

den in het afgelegen Skalder-

betekent dat ze oog in oog

genoemd, mee aan een nieuw

verwende ‘beroemdheden’ een

gat, lijkt het een makkelijke

komt te staan met iets wat

soort realityprogramma. Maar

wezenlijk verschil maken in

klus: een gestolen object

alleen in nachtmerries zou

terwijl de weken verstrijken,

de wereld? En hoeveel van hen

terughalen, genieten van het

mogen bestaan...

worden de deelnemers ruw

kan het echt wat schelen?

uitzicht, en nog betaald krijgen ook...

De Geheimen van de Nar

De Fluisterende Schedel

Corinne

Drakenvuur

De terugkeer van Fitz en de Nar

Het vervolg op De Schreeuwende wenteltrap

Vijftig tinten fantasy

Het slotdeel van de Draken-trilogie

REEDS VERSCHENEN | € 24,99 752 blz. | Gebonden AUTEUR Robin Hobb SERIE Fitz en de Nar 2

REEDS VERSCHENEN | € 17,99 416 blz. | Paperback AUTEUR Jonathan Stroud SERIE Lockwood & Co 2

REEDS VERSCHENEN | € 19,99 336 blz. | Paperback AUTEUR Lara Adrian SERIE: Middernacht 9

REEDS VERSCHENEN | € 16,99 320 blz. | Paperback AUTEUR An Janssens

Lang geleden

Het leven is

Corinne heeft

Terwijl het

veranderden

nooit echt

het helemaal

noorden be-

Fitz en de Nar

rustig voor

voor elkaar. Ze

vriest en het

de wereld. Ze

Lockwood

is jong, mooi

zuiden brandt,

brachten de

& Co. Lucy

en haar adop-

ligt de enige

magie van de

en George

tieouders zijn

hoop van de

T UITGES

ELD

draken terug, stelden de lijn

proberen het raadsel op te

stinkend rijk. Maar

van de Zienerkoningen zeker

lossen van de fluisterende

haar hele wereld wordt

en stabiliseerden het konink-

schedel die zit opgesloten

in één klap op zijn kop gezet

vuurdraak zullen samen de

rijk. Althans, dat dachten ze.

in een speciale glazen pot.

als ze wordt ontvoerd door de

wereld redden. Maar Var weet

Maar nu ligt de Nar op ster-

Ondertussen is Lockwood

vampier Dragos. Na jaren ge-

niet dat het meisje en de

ven en is Fitz’ geliefde dochter

wanhopig op zoek naar een

vangenschap wordt ze gered

vuurdraak uit de profetie de-

ontvoerd door een groep mys-

nieuwe, spannende zaak. En

door de Broederschap. Maar

zelfde persoon zijn. Een pro-

terieuze figuren die haar als

zoals gewoonlijk gaat alles

haar redder is vastbesloten

fetie met een sinistere waar-

wapen willen gebruiken.

fout. Vooral als de schedel in

om eerst wraak te nemen op

schuwing: de uitverkorenen

de glazen pot in beweging

zijn voormalige meester.

zullen de wereld redden... of

komt...

066

mensheid in een oude voorspelling: een tovenaar en een

vernietigen.


De kristallen sleutel Is de wereld die we kennen echt de enige? REEDS VERSCHENEN | € 16,99 288 blz. | Paperback AUTEUR Manon Spierenburg SERIE Out There 1

De heerschappij van de Maskers Dé ya-sensatie van 2015!

Vervloekt

De Nachtuilen

Betoverende mix van Griekse mythologie en fantasy

Fantasydebuut van jong Nederlands talent

REEDS VERSCHENEN | € 19,99 464 blz. | Paperback AUTEUR Sabaa Tahir SERIE Vuur en As 1

REEDS VERSCHENEN | € 16,99 432 blz. | Paperback AUTEUR Josephine Angelini SERIE Goddelijk 1

REEDS VERSCHENEN | € 16,99 400 blz. | Paperback AUTEUR Jeroen van Unen SERIE De Nachtuilen 1

Zes mensen

Laia leeft met

Als Helen Ha-

Tobias denkt

worden wak-

haar broer en

milton Lucas

onderweg te

ker in een

grootouders

Delos voor

zijn naar Enge-

vreemd oer-

onder het wre-

het eerst ziet,

land, maar zijn

woud zonder

de regime van

denkt ze twee

vliegtuig landt

zich te herin-

het Imperium.

dingen: hij is

op een plek

neren wat er is gebeurd. De

Wanneer haar broer wordt

belachelijk knap en ze kan

die hij absoluut niet kent: de

12-jarige Olivia is de eerste

opgepakt wegens verraad,

hem wel met haar blote han-

Denari-eilanden. Hij treft er

die vragen stelt. Wie is de

moet ze uit de schaduw

den wurgen. Door een oude

de excentrieke Rika, die hem

vrouw die telkens in haar her-

treden. In ruil voor hulp bij

vloek voelen de twee een

vertelt dat zijn ouders vroeger

inneringen opduikt? En hoe

het bevrijden van haar broer

diepe haat voor elkaar. Maar

van de eilanden zijn wegge-

komt het dat ze elkaar kun-

waagt Laia haar leven, door

soms is de liefde sterker en

vlucht. Maar waarom of voor

nen verstaan, terwijl ze ieder

te spioneren op de grootste

kunnen zelfs de goden niet

wie weet niemand. Intussen

een andere taal spreken?

militaire academie van het

voorkomen wat er gebeurt...

gelooft de leider van de eilan-

Langzaam begint het Olivia

Imperium.

den dat Tobias een jarenlange

te dagen. En de waarheid is

strijd kan oplossen...

ijzingwekkend. De Dochter van de Toragh Klassieke fantasy met romantische twist

Crimson Peak Het boek bij Guillermo del Toro’s film

Grijze magie Breaking Bad met magie

Ontworteld Een modern Grimm-sprookje

REEDS VERSCHENEN | € 16,99 384 blz. | Paperback AUTEUR Tisa Pescar

REEDS VERSCHENEN | € 14,99 256 blz. | Paperback AUTEUR Nancy Holder

VERSCHIJNT 3 november 2015 |

VERSCHIJNT 12 november

€ 15,- | 400 blz. | Paperback AUTEUR Jaye Wells SERIE Kate Prospero 1

AUTEUR Naomi Novik

€ 19,99 | 512 blz. | Hardcover

Om het bond-

In de nasleep

In een maat-

Agnieszka’s

genootschap

van een fa-

schappij waar-

volk vertrouwt

van de zuidelij-

milietragedie

in magie even

op een kille

ke territoria te

wordt Edith

verslavend

tovenaar als

bekrachtigen

Cushing, die

is als drugs,

beschermer

wordt Nura,

een bestaan

probeert de

tegen het

de dochter van de Toragh van

als schrijver ambieert, ver-

28-jarige Kate Prospero ma-

gevaarlijke Woud. Maar hij

Birana, uitgehuwelijkt aan

scheurd door haar liefde voor

kers en verspreiders van ille-

vraagt een hoge prijs: een

Kyton Capernus. Begeleid

een jeugdvriend en een mys-

gale ‘grijze’ magie achter de

jonge vrouw die hem tien

door zijn zus Armina moet

terieuze buitenstaander die

tralies te krijgen. Een nieuwe

jaar moet dienen. Iedereen

Nura echter eerst een reeks

haar probeert te verleiden. Ze

variant van grijze magie die

weet dat de man Agnieszka’s

huwelijksrituelen zien te

probeert te ontsnappen aan

tot moorden aanzet betekent

beste vriendin zal nemen:

doorstaan voordat het zover

de geesten uit haar verleden

voor Kate de carrièrestap

de mooie, sierlijke, dappere

is. Maar als Nura vervolgens

en komt terecht in een huis

waar ze lang op heeft ge-

Kasia, die alles is wat zij

valt voor Armina, lijkt de kans

dat ademt, bloedt... en ont-

wacht, maar dan blijkt haar

niet is. Maar haar vrees is

op een huwelijk steeds klei-

houdt.

ex-vriend een van de verdach-

onterecht. Want het is niet

ten te zijn...

Kasia die de tovenaar kiest.

ner te worden.

067


Verwacht De Hoeder van de Eeuwigheid Het slotdeel van Het Geheim van Ji

De nieuwe orde Ze dachten dat zij de enige overlevenden waren...

Oorlogshart De allerlaatste roman met Richard & Kahlan!

De Ridder van de Zeven Koninkrijken Nu met 160 illustraties!

VERSCHIJNT 17 november

VERSCHIJNT 17 november

VERSCHIJNT 25 november

VERSCHIJNT 27 november

€ 16,99 | 368 blz. | Paperback AUTEUR Pierre Grimbert SERIE Het Geheim van Ji 4

€ 16,99 | 288 blz. | Paperback AUTEUR Chris Weitz SERIE Overlevers 2

€ 24,99 | 480 blz. | Paperback AUTEUR Terry Goodkind SERIE Richard & Kahlan 4

AUTEUR George R.R. Martin

€ 19,99 | 400 blz. | Hardcover SERIE Het Lied van IJs en Vuur

Geschokt door

Door een

Na meer dan

Een avontuur

hun bevindin-

mysterieuze

20 jaar komt er

dat zich bijna

gen zijn de

Ziekte zijn alle

een einde aan

een eeuw voor

erfgenamen

volwassenen en

de avonturen

de gebeurte-

vastbesloten

kinderen weg-

van Richard

nissen in Het

ook de laatste

gevaagd. Alleen

Rahl en zijn

Spel der Tronen

geheimen van hun voorou-

tieners hebben het overleefd.

geliefde Kahlan Amnell. Terry

en Game of Thrones afspeelt. In

ders te ontrafelen. Maar de

Dachten ze. Na hun hachelijke

Goodkind heeft met Oorlogs-

De Ridder van de Zeven Koninkrij-

grootste mysteries worden

avontuur op zoek naar een

hart het laatste deel van zijn

ken zijn de eerste drie officiële

nog altijd verborgen gehou-

geneesmiddel tegen de Ziekte,

epos geschreven, waarin

novelles samengevoegd uit de

den door de duistere zielen.

raken Donna en Jefferson ge-

Richard en Kahlan niet alleen

wereld van George R.R. Mar-

Is de waarheid het waard om

scheiden. Jefferson gaat hoop-

moeten vechten voor hun le-

tins meesterwerk Het Lied van

het op te nemen tegen de

vol terug naar New York met

ven, maar ook voor het voort-

IJs en Vuur, met meer dan 160

Gweloms van Karu?

een remedie tegen de Ziekte;

bestaan van hun wereld.

gloednieuwe illustraties van

Donna belandt in Engeland en

meestertekenaar Gary Gianni.

komt terecht in een onvoorstelbare nieuwe wereld. Wolfsroedel Roemenië, eind negentiende eeuw

De bazaar van boze dromen Korteverhalenbundel van de beste verteller ter wereld

Star Wars-trilogie De drie originele avonturen voor het eerst in een band

Blauwe maan The Wire met heksenkartels

VERSCHIJNT 23 november |

VERSCHIJNT 3 november | € 22,99

VERSCHIJNT 12 december

VERSCHIJNT 12 januari

€ 12,50 512 blz. | Paperback AUTEUR Floortje Zwigtman

544 blz. | Paperback AUTEUR Stephen King

€ 12,50 | 544 blz. | Paperback AUTEUR George Lucas, Donald F. Glut, James Kahn

AUTEUR Jaye Wells

€ 16,99 | 400 blz. | Paperback SERIE Kate Prospero

Vulpe, Alexan-

Twintig korte

Luke Skywal-

De aanstaande

dru en Ion ont-

verhalen van

ker, prinses

blauwe maan,

vluchten hun

meesterver-

Leia en Han

de tweede

dorp op zoek

teller Stephen

Solo – al die

volle maan

naar avontuur.

King. Elk met

onvergetelijke

binnen een

Ze sluiten zich

een introductie

personages en

maand, zorgt

aan bij een roversbende. Bij

van de auteur zelf, waarin

ongelofelijke avonturen uit

voor onrust onder de inwo-

een verlaten klooster ontdek-

hij zowel autobiografisch

de originele Star Wars-films

ners van Babylon, Ohio. Kate

ken ze het graf van prins Vlad

commentaar op de oorsprong

zijn nu voor het eerst samen-

en haar collega’s doen er alles

Tepes, oftewel Dracula. Tij-

van elk verhaal geeft als zijn

gebracht in een boek. Van

aan om de vrede te bewaren,

dens het blootleggen van het

motivatie ervoor. Van een

de desolate woestijnen van

maar dat wordt moeilijk als

graf raken de drie in de ban

vuurwerkwedstrijd tussen bu-

Tatooine tot Endor, de planeet

er een nieuwe magische drug

van de gruwelverhalen van

ren die een explosieve climax

van de Ewoks. Laat je meesle-

opduikt die de gebruikers

een schaapsherder. Al snel

bereikt, tot een columnist die

pen door het complete verhaal

aanzet tot verkrachting en

wordt duidelijk dat ze moe-

mensen vermoordt door hun

van de rebellen in hun wanho-

geweld. En hoe dichter bij de

ten kiezen voor het goede of

necrologie te schrijven.

pige strijd tegen de Keizerrijk!

volle maan, hoe krachtiger de

het kwade.

068

drug wordt...


Het Vuur van de Keizer Het vervolg op Het Bloed van de Keizer

De Witte Vlam Het tweede vervolg op Het Geheim van Askir

De Goddeloze Oorlog Epische fantasy van het hoogste niveau

De Vuurkoningin Het slotdeel van de trilogie!

VERSCHIJNT 18 januari | € 22,99

VERSCHIJNT 20 januari | € 24,99

VERSCHIJNT 15 februari | € 19,99

VERSCHIJNT 22 februari | € 24,99

576 blz. | Paperback AUTEUR Brian Staveley

560 blz. | Paperback AUTEUR Richard Schwartz SERIE De Godenoorlogen 2

400 blz. | Paperback AUTEUR David Hair SERIE De Brug der Getijden 5

AUTEUR Anthony Ryan

752 blz. | Paperback SERIE In de Schaduw van de Raaf 3

Nu Adara

Na een avon-

Terwijl de

Koningin Lyrne

erachter is

tuurlijke reis

legers van

heeft de aan-

wie haar

bereikt de

oost en west

slag op Alltor

vader heeft

halfelfin Lean-

hun bloedige

overleefd, en

vermoord,

dra samen met

strijd voort-

nu moet ze

moet ze op

zwaardmajoor

zetten, zorgt

haar strijd-

zoek naar bondgenoten.

Blix de kroonstad van Illian.

de nasleep van de eerste ver-

machten verzamelen om de

Maar er zijn er maar weinig

Daar zal ze de troon van de

schrikkelijke strijd voor een

hoofdstad terug te veroveren.

die haar vertrouwen, tot-

drie koninkrijken bestijgen,

grote opstand in het oosten.

Maar haar vijanden verdrijven

dat ze gebrandmerkt wordt

en de mensen van de bele-

Keizers, inquisiteurs, zieldrin-

zal niet genoeg zijn om haar

door de godin van haar volk.

gerde stad eindelijk nieuwe

kers en huurmoordenaars

bloedlust te stillen – ze wil

Ondertussen worstelt haar

hoop bieden. Maar de necro-

hebben echter allemaal hun

ze vernietigen. Om dat voor

broer Kaden, de rechtmatig

mantenkeizer Corvulus heeft

blik gericht op de zoektocht

elkaar te krijgen moet ze naar

erfgenaam van de troon, met

het leger van de vijand voor

naar de Scytale van Corineus.

de Zevende Orde: mannen en

zijn eigen demonen als hij de

de deuren van Illian gepositi-

Het artefact is de sleutel tot

vrouwen die beschikken over

hoofdstad van Annoer is geïn-

oneerd, en een verschrikkelijk

de ultieme macht.

verschrikkelijke krachten.

filtreerd.

ultimatum gesteld.

VOORJAAR 2015 1

George R.R. Martin

Game of Thrones 5

2

George R.R. Martin

De Wereld van IJs en Vuur

3

Pierre Grimbert

4

Karen Miller

5

Richard Schwartz

6

Andrzej Sapkowski

7

Brian Staveley

8

David Hair

9

James Corey

10

Ann Leckie

Een Feestmaal voor Kraaien

De Verborgen Geschiedenis van Westeros

Het Geheim van Ji 2 De Verbroken Belofte

De Kroon van Hebzucht, Macht en Strijd 1 De Valkentroon

De Godenoorlogen 1 De Roos van Illian

The Witcher De Jaren van Verachting

Het Bloed van de Keizer De Brug der Getijden 3 De Scharlaken Vloed

The Expanse 2 Calibans Strijd

Het Recht van de Radch

Where it comes from.… How it works and how they do it. It doesn’t matter.

Use the force! www.dpsonline.nl boekomslagen • binnenwerken • logo’s en huisstijlen • abri-campagnes digitale uitgaven • advertenties • folders en leaflets • ebooks • scannen brochures • infographics • magazines • posters • websites • verpakkingen winkelmateriaal • beeldbewerking • 3D modellen • certified kleurproef 069 lithografie • colormanagement • scannen • dtp


DE COMPLETE TRILOGIE VOOR HET EERST IN ÉÉN BAND

11 DEC IN DE W . INK

€12 ,50

EL

Lees het verhaal dat voorafgaat aan Star Wars: The Force Awakens 070

16 DECEMBER IN DE BIOSCOOP


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.