Leidraad Winter 2016

Page 28

– Essay –

Ook het onvermijdelijke wordt in Leiden onderzocht. Dr. Rico Sneller, universitair docent bij het ­Instituut voor Wijsbegeerte, schreef op verzoek voor dit dossier een essay met als onderwerp de dood.

voortgebracht. In ons prachtige Academiegebouw aan het Rapenburg staart de galerij der overledenen de levende groten aan die zich weldra bij diezelfde galerij zullen vervoegen.

O

nlangs stond ik in Rome voor het Colosseum. ‘Zij die gaan sterven, groeten u!’ Alsof de galm er nog steeds klonk en de schimmen van de stervenden er nog rondwaarden. Aldus namen eens de gladiatoren afscheid van hun keizer. De groet kon er nog af, daarna volgde de onverbiddelijke dood. De keizer, aan wie de groet werd overgebracht, is inmiddels zelf ook gestorven, zo niet even gewelddadig omgebracht als zijn gladiatoren. Tussen het moment waarop ik dit stuk schrijf en de publicatiedatum, zijn er vast al weer enkele potentiële lezers gestorven, en over mijzelf, als auteur, durf ik evenmin zekere uitspraken te doen. De dood lijkt alles en iedereen in te halen. Zelfs een betoog over de dood – en geloof me: voor de filosofie die ik doceer is het een dankbaar thema – wordt met de dood bekocht: op een dag zal ook de auteur van dat betoog niet meer zijn. En misschien zelfs stevent de Leidse universiteit, die in 2015 haar lustrum vierde, net zo hard op haar einde af als dat ze zich van haar oorsprongsjaar verwijdert. Het ‘weten’ of de ‘wetenschap’ die er gehuldigd wordt, moet met lede ogen aanzien dat niets of niemand eeuwig is, te beginnen met hen die dat ‘weten’ of die ‘wetenschap’ hebben

Het zou niet kies zijn de ernst van de dood te ­ ntkennen. Wie echter in diezelfde dood een vooro wendsel vindt om zijn of haar eigen zwakke betoog met modieuze, ‘mortale’ metaforiek kracht bij te zetten, is al evenmin geloofwaardig. De filosofie kan en mag niet voor de dood weglopen. Maar het is wel zaak het midden te bewaren tussen overdreven pathetiek enerzijds en eenzijdige afstandelijkheid anderzijds. Anders gezegd: aan het sterfbed van een geliefde filosofeer je niet meer; daarvoor is het op dat moment te laat. Maar filosoferen is wel een ­activiteit die als het ware ‘terugkeert’ van zo’n sterfbed, of die het sterfbed indachtig is. Ik zou de volgende gedachten over de dood graag met de lezer delen. Ofschoon ik ze hoofdzakelijk heb opgedaan bij de bestudering van bovengenoemde en andere filosofen, en niet per se bij terugkeer van een begrafenis, ben ik wel degelijk bereid ze in het zicht van sterfbed of doodskist te herhalen. Die van mijzelf dan wel die van mijn naasten. Allereerst: de dood is, anders dan het ­zelfstandig naamwoord suggereert, geen concreet ding, zoals een appel of een fiets een ding is. Immers: naar ­welke tastbare werkelijkheid zou het woord ‘dood’ moeten verwijzen? De taal is hier meer ­verhullend dan onthullend. Wat ik ervaar, is primair een ­(stervens) proces of een verdwijnen (van een naaste). Dat zijn eerder gebeurtenissen. Daarnaast ­worden er soms – indirect – ervaringen opgedaan aan een dergelijk proces of bij zo’n verdwijnen; ik zou dat de ‘subtiele’ ervaring willen noemen. Deze ­sub­tiele ervaring laat

TEKST: RICO SNELLER

Over de dood en het leven

Voor het vak dat ik geef (filosofie) is de dood een onvermijdelijk onderwerp. Ik heb er talloze colleges aan gewijd, en daarin volop aandacht besteed aan weer­galoze denkers als ­Rousseau, Ludwig Klages, Hans Driesch, Freud, Bataille en Derrida. Vanaf Hegel is de dood in de filosofie sowieso niet meer weg te denken. De existentiefilosofie maakte van (wat zij noemde) de menselijke eindigheid zelfs een niet-onderhandelbaar uitgangspunt; de menselijke existentie, zo horen we van Sartre, Heidegger, Jaspers en Camus, is doortrokken van eindigheid, en wie dat ­loochent, is verblind.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Leidraad Winter 2016 by Universiteit Leiden - Issuu