vbhfdst_Traject-Nederlands-3XL-D-leerwerkboek

Page 19

les

Kortverhaal: Oma’s geheim

2

1

Je vertelt hoe je een verhaal ervaart

3

2 4

Je kent de termen thema, vertelperspectief, personage, protagonist, identificatie en verhaallijn

tu k

Je let bij het bespreken van het verhaal op de verhaaltechnieken die de auteur gebruikt heeft

SITUEREN

el dh oo fd s

1

Je vergelijkt een verhaal met je eigen situatie

be

1 Welk geheim deelde je ooit met je oma of opa? a Waarom vertelde je het aan hen?

b Hoe gingen ze met dat geheim om?

vo or

2 Welk geheim hebben je grootouders jou ooit toevertrouwd? a Vond je dat vreemd of zou je dat vreemd vinden? b Zou je dat geheim bewaren? Geef een reden waarom je dat zou doen en een reden waarom je dat niet zou doen.

3 In deze les lees je het verhaal Oma’s geheim. a Welk geheim zou dat kunnen zijn?

b Hoe zou een schrijver daarmee omgaan?

LES 2 KORTVERHAAL: OMA’S GEHEIM

17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.