TeleScoop KathOndVla 4 D/A

Page 1

tele scoop

Muriel Hombroukx Eline Smets Chris Van Broeck Annemie Van Cleemput

4

Ria Van Mol

4

©

VA N

IN

met medewerking van Emmy Ruppol

Leer zoals je bent Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-94-641-7478-6 600412

vanin.be


©

VA N

IN


tele

4

IN

DUBBELE FINALITEIT

Muriel Hombroukx Eline Smets

Chris Van Broeck

©

VA N

Annemie Van Cleemput Ria Van Mol

met medewerking van Emmy Ruppol


Via www.diddit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij TeleScoop. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.

tele

4

!

IN

DUBBELE FINALITEIT

Let op: activeer deze licentie pas vanaf 1 september; de licentieperiode start vanaf activatie en is 365 dagen geldig.

VA N

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het onlinelesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.diddit.be. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2022

De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden. Fotocredits

©

p. 7 ECOTRON UHasselt © Maykova Galina / Shutterstock.com p. 17 klimaatbetoging © Alexandros Michailidis / Shutterstock.com p. 18 brand Greenville © BELGA /AFP; Poopómeer © REUTERS/BELGA; ontbossing Borneo © Rich Carey / Shutterstock.com; schade cycloon Amphan © Saikat Paul / Shutterstock.com; overstroming Niger © BELGA / AFP p. 33 kust Louisiana © REUTERS / BELGA p. 48 overstroming Rochefort © Great Pics – Ben Heine / Shutterstock.com p. 39 Houston na doortocht orkaan Harvey © IrinaK / Shutterstock.com p. 47 rivierpark Maasvallei © Perry van Munster / Alamy Stock Photo; Great Green Wall © IrinaK / Shutterstock.com p. 53 bouwwerf Qatar © Photo Play / Shutterstock.com; vluchtelingenboot © Nicolas Economou / Shutterstock.com p. 55 Elio Di Rupo © Alexandros Michailidis / Shutterstock.com p. 57 Bashir Abdi © Feline Lim / REUTERS p. 63 vluchtelingenboot © AlejandroCarnicero / Shutterstock.com p. 66 overstroming Bangladesh © Sk Hasan Ali / Shutterstock.com; ravage na orkaan in Florida © Terry Kelly / Shutterstock.com p. 74 fruitpluk © Ververidis Vasilis @ Shutterstock.com p. 76 wisselkantoor © Walter Eric Sy / Shutterstock.com p. 80 muur tussen Mexico en VS © Grossinger / Shutterstock.com p. 91 Shenzen, China, 1964 © Avid McLeod; Shenzen, China, nu © ymgerman / Shutterstock.com p. 94 luchtfoto versnippering © HOLLANDSEHOOGTEPREMIUM / Belga Image p. 95 verlaten dorp (links) © SOPA Images / Contributor Getty Images p. 97 Lima (boven) Myriam B / Shutterstock.com; Lima (onder) Yasemin Olgunoz Berber / Shutterstock.com p. 103 Center Boulevard in Hunter's Point South, Queens © TF Cornerstone p. 105 protest Harlem © akatz / Shutterstock.com; p. 110 universiteit Singapore (links) © John S Lander / Contributor Getty Images p. 113 Zaryadye Park © Viacheslav Lopatin / Shutterstock.com; West Eau Claire Park © Artifan / Shutterstock.com; Anspachlaan, Brussel © Viennaslide / Alamy Stock Photo p. 119 smartphone © Vasin Lee / Shutterstock.com; Fortnite © Miguel Lagoa / Shutterstock.com; toeristen in Brussel © Alexandros Michailidis / Shutterstock.com p. 122 Fortnite © Julio Ricco / Shutterstock.com; koerier © Daria Nipot / Shutterstock.com; vrachtschip © cdrin / Shutterstock.com; Ikea Dubai © Arnold O. A. Pinto / Shutterstock.com p. 123 McDonald’s China © Sorbis / Shutterstock.com; Coca-Cola Kenia © TTphoto / Shutterstock.com; Kia Motors © oleg_aryutkin / Shutterstock. com; logo’s sociale media © solomon7 / Shutterstock.com p. 128 logo NAVO © M-SUR / Shutterstock.com; logo WHO © Igor Y Eros / Shutterstock.com p. 130 katoenoogst Kazachstan © sky-lord / Shutterstock.com p. 131 confectie Filipijnen © seyephoto / Shutterstock.com; stortplaats Chili © BELGA / AFP p. 137 textielfabriek © Jimmy Tran / Shutterstock.com p. 144 Parijs © Gennady Stetsenko / Shutterstock.com; Cuzco © sduraku / Shutterstock.com p. 147 Venetië © Lichtwolke / Shutterstock.com p. 157 aarde © Sallehudin Ahmad / Shutterstock.com; water Afrika © Katiekk / Shutterstock.com p. 158 New Delhi © Saurav022 / Shutterstock.com; Aralmeer © The Road Provides / Shutterstock.com p. 169 ecologische voetafdruk © Stefaan Provijn

Eerste druk 2022 ISBN 978-94-641-7478-6 D/2022/0078/237 Art. 600412/01 NUR 126/128

Coverontwerp: B.AD Ontwerp binnenwerk: Banananas, B.AD Tekeningen: Geert Verlinde, Het Geel Punt Opmaak: Barbara Vermeersch


Inhoud

OP EXPEDITIE

VALT HET KLIMAAT NOG TE REDDEN? Where on earth? Het versterkte broeikaseffect De opwarming van de aarde is een feit Gevolgen van de opwarming van de aarde Het kan anders! Synthese Woordenlijst

VA N 1 2 3 4

5 7 8

IN

Starten met TeleScoop Terreinwerk bij TeleScoop Diddit: het onlineleerplatform bij TeleScoop

9

17

18 20 25 28 44 50 51

53

Where on earth? 1 Migraties kleuren België en de wereld 2 Migraties, de cijfers achter de verhalen 3 Het kan anders! Synthese Woordenlijst

54 55 69 79 85 86

LEVEN IN EEN TERMIETENSTAD

89

©

EEN ODYSSEE

1 2 3 4

Where on earth? Wereldsteden De stad ontleed Het systeem aarde onder druk Het kan anders! Synthese Woordenlijst

90 91 99 106 110 116 118

INHOUD

3


119

Where on earth? 1 De wereld binnen klikbereik 2 Met z'n allen de wereld rond? 3 Kan het anders? Synthese Woordenlijst

120 122 143 152 154 155

VA N

IN

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

157

Where on earth? 1 We shoppen in de natuur 2 We botsen op de grenzen van onze planeet 3 Het kan anders! Synthese Woordenlijst

158 159 168 185 194 195

©

HET ZAL ONS WORST WEZEN

4

INHOUD


STARTEN MET TELESCOOP Welkom bij TeleScoop. We leggen graag even uit hoe je met dit leerwerkboek aan de slag gaat. 1

Op weg met TeleScoop Het leerwerkboek bestaat uit vijf thema’s. Elk thema is op dezelfde manier opgebouwd.

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK 2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

We starten elk thema met een Where on earth?. Op deze Where on earth?-pagina is er de keuze tussen verschillende interessante items. Je maakt hier kennis met het onderwerp van het thema en je vergroot daardoor je wereldbeeld.

VA N

3 KAN HET ANDERS?

Elk thema start met enkele foto’s die te maken hebben met dat thema. Je vindt er ook een handig overzicht van de hoofdstukken.

IN

tele

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

40

-

-

-

-

-

-

-

• landbouw

• geo-engineering:

30

natter

20 10 0 -10

Verandering (%)

-

-

• industrie

-

-

-

-

2 8

3

10

1

kreeftskeerkring

7

evenaar

4

steenbokskeerkring

0

3000 km op de evenaar zuidpoolcirkel

Bekijk de locaties op de wereldkaart. a Wat hebben de tien plaatsen met elkaar gemeen?

b Noteer de plaatsnamen die bij de nummers horen en zet de landen telkens tussen haakjes.

90

1

6

2

7

3

8

4

9

5

10

Leven in een termietenstad

droger

-

• wonen:

-20

Op het einde van elk thema vind je een synthese in de vorm van een schema dat je zelf moet kunnen vervolledigen.

noordpoolcirkel

9

6

5

warmer

Verandering (°C)

Valt het klimaat nog te redden?

De checklist vind je online. Dit is een opsomming van de doelen waaraan je in het thema hebt gewerkt. Je gaat na welke doelen je denkt bereikt te hebben, of waaraan je nog moet werken. Bij twijfel blader je terug in het thema.

Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

p.

Ik kan bevolkingsgegevens op verschillende websites opzoeken.

57, 63, 76, 79-81

Ik kan de bevolkingsexplosie uitleggen en situeren in de tijd.

57, 58

Ik kan de gevolgen van de snelle groei van de wereldbevolking opsommen.

59

Ik kan uitleggen wat de Grote Versnelling betekent.

58, 59

Ik begrijp dat aan de hand van huidige gegevens een voorspelling kan gemaakt worden over de bevolkingsgroei.

60, 61

Ik kan de belangrijkste indicatoren (zoals geboorte- en sterftecijfer, natuurlijke aangroei en migratiesaldo) die de groei van de bevolking bepalen, uitleggen.

62-65

Ik kan die indicatoren omrekenen van absolute cijfers (aantal inwoners) naar relatieve cijfers (in % of ‰).

62-64

Ik kan de wereldkaarten met die indicatoren raadplegen en er een besluit uit trekken.

63, 75, 76, 79-81

Ik begrijp dat er factoren, zoals een pandemie of geboortepolitiek, zijn die die indicatoren kunnen beïnvloeden.

66, 82, 83

Ik kan de leeftijdsstructuur van de bevolking onderzoeken aan de hand van een leeftijdshistogram.

70, 71, 75

Ik kan uitleggen dat de bevolkingsexplosie een gevolg is van de demografische transitie.

74-76

Ik ken de verschillende fasen van de demografische transitie en kan de kenmerken van elke fase uitleggen.

74-76

Ik kan de fasen van de demografische transitie aanduiden in grafieken met geboorte- en sterftecijfers. Ik kan leeftijdshistogrammen verbinden met de overeenstemmende fase in de demografische transitie. Ik kan beoordelen welke maatregelen de overheid neemt, afhankelijk van de leeftijdsstructuur van het land.

74-76 74-76 82

Ik kan een demografisch onderzoek van een land uitvoeren aan de hand van bronnen en er een besluit uit trekken.

79-82

Ik kan verwoorden waarom verbetering van de welvaart in een land leidt tot het afremmen van de bevolkingsgroei.

84-87

Ik kan de verschillende voorstellingswijzen van bevolkingsgegevens analyseren.

88

Ik kan verschillende grafieken met elkaar vergelijken en er conclusies uit trekken.

88

Je kunt deze checklist ook op

invullen bij je portfolio. AHA!

©

50

versterkte broeikaseffect

gevolg

0

0.5

1

1.5

2

2.5

3

3.5

4

4.5

5

Voorspelling temperatuur bij +2 °C

5.5

6

6.5 7

-40

oplossingen

-30

Voorspelling neerslag bij +2 °C • mobiliteit:

klimaatneutrale en circulaire wereld

SYntheSe

heearrteh? W on Where

on earth?

597803_01_TELESCOOP LWB 3_DS KOV_THEMA 2.indd 89

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

Steenbokskeerkring

0

89

8/06/2021 11:59

De referentiekaart van de wereld achteraan dit leerwerkboek wordt gebruikt om plaatsen te lokaliseren die besproken worden doorheen de thema's. Zo beschik je op het einde van het schooljaar over een mooi overzicht van de besproken plaatsen in de verschillende lessen en oefen je je mentale kaartbeeld.

3000 km op de evenaar

zuidpoolcirkel

Starten met TELESCOOp

5


2

Handig voor onderweg In de loop van elk thema word je ondersteund door een aantal hulpmiddelen. We zetten doorheen het thema de belangrijkste zaken op een rijtje in deze rode kaders.

Eén van de meest in het oog springende gevolgen van de opwarming van de aarde is het stijgen van de zeespiegel. De stijging van de zeespiegel is voor een belangrijk deel het gevolg van het uitzetten van water bij hogere temperaturen. Warmer water neemt namelijk meer volume in dan koud water. Daarnaast zorgt ook de toename van de totale hoeveelheid water in de oceanen voor een zeespiegelstijging. Dit is het gevolg van het smelten van ijskappen en gletsjers.

Interessant om weten België stijgt naar vijfde plaats in wereldwijde 2021 SDG-ranking Sinds de goedkeuring van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september 2015, presenteert het Sustainable Solutions Network (SDSN) elk jaar over de voortgang van de Sustainable Development Goals (SDG’s) op landniveau. Half juni werd het rapport van 2021 gelanceerd. België stijgt in de ranglijst van de elfde plaats in de SDG-index 2020 naar de vijfde plaats in 2021.

IN

Bron: ecotips.org

De begrippen mondialisering en globalisering worden vaak door elkaar gebruikt. Mondialisering is afgeleid van het Franse woord 'monde' en is de correcte term, globalisering is een term die afgeleid is uit het Engels. Ze betekenen allebei dat veel aspecten van ons leven wereldwijd verbonden en verweven zijn. Mondialisering doet zich voor op meerdere vlakken: op economisch, sociaal, politiek en cultureel vlak.

VA N

In deze grijze kaders lees je informatie die je nodig hebt om verder te gaan met een opdracht.

Een ‘Interessant om weten’ is een klein blokje informatie dat je extra verduidelijking geeft of de leerstof illustreert met een extra voorbeeld.

Wanneer je een onderzoek uitvoert, volg je telkens de onderzoeksstappen die worden aangeduid met volgende iconen:

WOORDENLIJST

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

Thema Het zal ons worst wezen

hoofdstuk

©

Vaktaal en moeilijke woorden vallen extra op door de stippellijn. Achteraan het thema vind je die woorden terug in de woordenlijst. De vetgedrukte woorden in de lijst zijn geografische termen.

term

definitie

2

de aerosolen

zeer kleine stofdeeltjes en druppeltjes in de lucht

2

het antropoceen

geologisch tijdperk van de mens

2

de biocapaciteit

vermogen van een bepaald biologisch productief gebied om een continue toevoer van hernieuwbare hulpbronnen te produceren en het afval te verwerken

2

de biomassa

gewicht van alle bacteriën, planten en dieren bij elkaar, waaronder ook de mens

2

de bodemdegradatie

vermindering in kwaliteit van de bodem door verkeerd bodemgebruik

1

het cultureel erfgoed

alles wat door vorige generaties is gemaakt is, nu nog bestaat en een grote waarde heeft voor de gemeenschap

2

de draagkracht

vermogen van de natuur om de gevolgen van menselijk ingrijpen op te vangen zonder dat het evenwicht wordt verstoord

1

duurzaam

geproduceerd of verkregen op een manier die het milieu en de natuur zo weinig mogelijk belast

3

de duurzame ontwikkeling

ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen

3

de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Sustainable Development Goals = SDG’s

Afspraken binnen de VN om te werken aan een betere en duurzamere toekomst voor iedereen. Het doel is wereldwijde uitdagingen aan te pakken, waaronder armoede, ongelijkheid, klimaatverandering, aantasting van het milieu, vrede en gerechtigheid.

2

Earth Overshoot Day

de dag van het jaar waarop de mensheid wereldwijd net zo veel van de natuur heeft opgebruikt als wat de aarde in één jaar tijd kan produceren

2

het ecocreditland

land waarvan de biocapaciteit groter is dan de totale ecologische voetafdruk van de bevolking

2

het ecodebetland

land waarvan de totale ecologische voetafdruk van de bevolking groter is dan de biocapaciteit

2

de ecologische voetafdruk

geeft weer hoeveel land- en wateroppervlakte iemand of een gebied nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien en het afval dat erbij hoort te verwerken

1

het ecosysteem

natuurlijk systeem dat bestaat uit alle organismen (biotisch) die in een bepaald gebied voorkomen, samen met hun abiotische omgeving, en de wisselwerkingen tussen beide

1

de ecosysteemdiensten alle goederen en diensten die ecosystemen aan de samenleving leveren

1

het fundament

constructie in de grond waarop gebouwen, bruggen e.d. gebouwd worden

2

de geïmporteerde ontbossing

ingevoerde producten zoals soja of palmolie, waarvoor in het buitenland gebieden ontbost werden

WOORDENLIJST

WELKE PROCESSEN DRAGEN BIJ TOT DE STIJGING VAN DE ZEESPIEGEL? Onderzoek welke processen zorgen voor de stijging van de zeespiegel. a

De klas wordt in twee verdeeld. Elk deel van de klas voert een ander experiment uit om te achterhalen waardoor de zeespiegel stijgt. Ga bij elkaar kijken wat de conclusie van het experiment is. Experiment 1

bakje 1: landijs

1

2 Werkwijze Bakje 1: landijs - Plaats de steen in het bakje. - Leg 5 ijsblokjes op de steen. - Vul het bakje deels met water. Zorg ervoor dat een deel van de steen onder water ligt, de ijsblokjes mogen niet onder water liggen - Duid aan tot waar het water komt. Bakje 2: zee-ijs - Plaats de steen in het bakje. - Vul het bakje deels met water. Zorg ervoor dat een deel van de steen onder water ligt. - Leg 5 ijsblokjes in het water. - Duid aan tot waar het water komt.

195

28

VALT hET KLIMAAT NOG TE REDDEN?

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je ook online terug. Als je dit icoon ziet, dan vind je op diddit een ontdekplaat terug.

Als je dit icoon ziet, vind je extra materiaal terug op diddit.

tele 3

TF20

6

Als je dit icoon ziet, vind je deze vaardigheid terug op diddit. Dit icoon geeft aan dat je dieper ingaat op leerstof die je al in een vorig jaar zag. Als je dit icoon ziet, vind je deze terreinfiche terug op diddit.

STARTEN MET TELESCOOP

kokend water

bakje 2: zee-ijs

Benodigdheden - 2 bakjes - water - 10 ijsblokjes - een stift - 2 dikke stenen

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg:

V6

Experiment 2

1

Benodigdheden - een glazen fles met een stop die je makkelijk kunt doorboren - water - een waterkoker - kleurstof - een rietje - 1 bakje

2 Werkwijze - Maak een gat in de stop, steek het rietje erdoor en dicht de opening tussen de rand van de stop en het rietje. - Vul de fles tot aan de rand met gekleurd water. - Draai de stop met het rietje op de fles. - Duid het niveau van het water in het rietje precies aan. - Laat water koken. - Giet het warm water in een bakje. - Plaats de fles in het bakje met warm water. - Wacht enkele minuten zodat de inhoud van de fles kan opwarmen.


TERREINWERK BIJ TELESCOOP Terreinwerk

Hoe zien we mondialisering en toerisme in het stadsbeeld?

Hoe divers is onze gemeente?

migraties TF22

klimaatverandering TF11 – TF20 – TF21

Op duurzaamheidswandeling in de eigen omgeving?

IN

Wat doen we tegen het hitte-eilandeffect in onze gemeente?

duurzaamheid TF24

VA N

mondialisering en toerisme TF23

verstedelijking TF11 – TF15 – TF16 – TF17 – TF18 – TF19 – TF20

havenbezoek

© MigratieMuseumMigration

Excursie

klimaatfietstocht

ECOTRON UHasselt © Maykova Galina

GoodFood@school

©

aan de slag met gezonde en duurzame voeding

klimaatweek

© School Zonder Racisme

Op school Mijn terreinwerk:

Tip: Je vindt heel wat suggesties op diddit.

TERREINWERK BIJ TELESCOOP

7


TELESCOOP EN DIDDIT

IN

Het onlineleerplatform bij TeleScoop

Materiaal Hier vind je het lesmateriaal en de online-oefeningen. Gebruik de filters bovenaan, de indeling aan de linkerkant of de zoekfunctie om snel je materiaal te vinden.

VA N

Lesmateriaal Hier vind je het extra lesmateriaal bij TeleScoop, zoals video’s, audio’s, pdf's, ontdekplaten … Oefeningen • De leerstof kun je inoefenen op jouw niveau. • Je kunt hier vrij oefenen.

Opdrachten Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet. Evalueren Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

©

Resultaten Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en evaluaties? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

Portfolio Hier kun je je eigen vaardigheden en kennis inschatten. Je leerkracht geeft vervolgens feedback op jouw zelfevaluatie – zodat je weet waar je nog extra op kunt oefenen – en kan op basis daarvan ook opdrachten geven. E-book Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt erin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

8

TELESCOOP EN DIDDIT

Meer info over diddit vind je op www.vanin.diddit.be/nl/leerling.


tele

©

VA N

IN

OP EXPEDITIE


V6

2

V10

We trekken eropuit voor een klimaatexpeditie … Maar eerst frissen we ons wereldbeeld op. Voer de onderstaande opdrachten uit op figuur 1.1 op p. 14. a

Noteer de namen van de werelddelen.

b

Noteer de namen van de oceanen en de belangrijkste zeeën.

c

Overtrek en benoem in verschillende kleuren: evenaar, nulmeridiaan, Kreeftskeerkring, Steenbokskeerkring, noordpoolcirkel, zuidpoolcirkel.

Zoek de onderstaande plaatsen op in je atlas en duid ze aan op figuur 1.1 op p. 14. Noteer in de onderstaande tabel telkens de naam van het land en de ligging in het gradennet. land

IN

1

sterrenkundige ligging

Alert

Suntar

Plymouth

Izmir

Tamanrasset

Bamako

Manaus

Astana

VA N

3

a

Maak gebruik van het zoekvenster om je naar de acht verschillende plaatsen uit de tabel (p. 11) te begeven en sla de plaatsen meteen op (ze verschijnen dan met een  op de wereldbol). Elke plaats leidt je naar een ander vegetatietype dat je noteert in de synthesetabel. Je krijgt beelden te zien en een beschrijving van dat vegetatietype (rubriek ‘Description’).

b

Elk vegetatietype is gerelateerd aan een ander klimaattype (rubriek ‘Climate’). Analyseer het klimaat aan de hand van het klimatogram op de website of in je leerwerkboek op p. 12. Let wel op: de klimatogrammen op de website hanteren andere verhoudingen tussen de temperatuur- en neerslagwaarden dan je gewoon bent. - Vink de klimaatkenmerken in de tabel op de volgende pagina aan. - Gebruik figuur 1.1 op p. 14 om het klimaat op elke locatie te omschrijven. Noteer dat in de synthesetabel.

©

V14

Klaar voor vertrek? Dan reizen we de wereld rond om ons te verdiepen in de spreiding van en de samenhang tussen vegetatietypes en klimaatgebieden. Ga daarvoor naar de website van Biomeviewer bij het onlinelesmateriaal. Vat je bevindingen samen in de synthesetabel op p. 15.

10

OP EXPEDITIE


altijd nat NJ ≥ 400; D ≤ 1

nat seizoen NJ ≥ 400; D > 1

droog NJ > 200; NJ < 400

altijd droog NJ ≤ 200

warm TK>18

warmgematigd TK ≤ 18; TW > 22

neerslag

koelgematigd TK ≤ 18; TW ≤ 22

koudgematigd TW > 10; TJ ≤ 0 of TK ≤ -10

gematigd TW > 10; TJ > 0; TK ≤ 15

koud TW ≤ 10

temperatuur

Suntar Plymouth Izmir Tamanrasset Bamako

IN

Alert

VA N

Manaus Astana

Temperatuur T: temperatuur in °C TW: warmste maandtemperatuur TK: koudste maandtemperatuur Neerslag N: neerslag in mm NJ: jaarneerslag D: aantal droge maanden (N < 2T)

De spreiding van een vegetatietype wordt bepaald door klimaatkenmerken. Leg in de synthesetabel op p. 15 het verband uit tussen vegetatie en klimaat.

d

Begrenzingen van vegetaties en klimaten komen in grote lijnen overeen. Beschrijf op p. 15 waar ze voorkomen in de wereld.

©

c

e

Bekijk tot slot de foto’s op p. 13. Noteer in de laatste kolom van de synthesetabel het nummer van de foto met het overeenstemmende vegetatietype.

OP EXPEDITIE

11


T°C

Nmm

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40 J

F M A M J

7

7

7

Nmm

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

J A S O N D Jaar

J

F M A M J

152

14

9

10 11 11 28 20 23 12

9

7

Izmir

8

T°C

Nmm

Nmm

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

J A S O N D Jaar

11 27 38 44 42 31 23 19 16

J

282

Tamanrasset

T°C

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

J

F M A M J

111 93 82 50 30 11

Nmm

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J

F M A M J

J A S O N D Jaar

12 42 92 128 659

1

1

7

4

7,7 8,4 10,6 14,6 19,2 23,6 26,1 25,6 22,3 17,6 12,5 9,1

16,4

T°C

1

3

8

© F M A M J

7

Nmm

4

0

1

J A S O N D Jaar

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

53

J

F M A M J

0

0

4

T°C

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40 F M A M J

2

0

920

24,2 27,3 30,5 31,8 30,8 27,9 25,6 24,9 25,7 26,7 26,3 24,3 27,2

(vanaf 2019 Nur-Sultan)

J

J A S O N D Jaar

18 60 115 220 260 187 54

Astana

8

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J

18

10,9

Bamako

T°C

12,9 15,3 19,2 23,8 27,5 30,0 30,0 29,1 27,8 23,7 18,2 14,3 22,6

Nmm

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

OP EXPEDITIE

2

Manaus

7

12

40 30 20 10 0 –10 –20 –30 –40

J A S O N D Jaar

6,4 6,1 7,4 8,9 11,8 14,3 16,4 16,5 14,5 11,9 8,8 7,4

6

J A S O N D Jaar

4

F M A M J

110 95 87 53 60 58 47 64 79 98 107 122 980

VA N

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

T°C

-33,1 -27,7 -17,4 -4,6 6,1 14,8 17,9 14,2 5,6 -6,3 -22,9 -31,1 -7,1

5

Plymouth

3

T°C

-33,3 -34,7 -33,8 -25,8 -13,0 -2,0 2,2 -0,2 -10,1 -20,4 -28,0 -30,6 -19,1

4

Suntar

2

IN

Alert

1

Nmm

320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J A S O N D Jaar

300 299 328 323 228 111 75 58 76 115 181 252 2346

18 14 17 19 30 37 49 33 19 24 22 20

302

27,0 26,9 27,0 27,1 27,4 27,6 27,8 28,5 28,9 28,9 28,4 27,5 27,8

-14,7 -14,3 -7,3 6,0 14,0 19,6 21,2 19,0 12,8 5,0 -5,6 -12,6

3,6


4

VA N

3

2

IN

1

©

5

7

6

8

OP EXPEDITIE

13


figuur 1.1: klimaatkaart wereld

14

OP EXPEDITIE

0

gematigd droog klimaat steppeklimaat gematigd altijd droog klimaat woestijnklimaat van de middelbreedten warm altijd droog klimaat woestijnklimaat van de tropen

koud klimaat met dooiseizoen toendraklimaat

koudgematigd klimaat met strenge winter taigaklimaat

3000 km

koelgematigd klimaat met zachte winter loofbosklimaat koelgematigd klimaat met natte winter hardbladige-vegetatieklimaat van de centrale middelbreedten

koelgematigd klimaat met koude winter gemengd-woudklimaat

VA N

koud klimaat zonder dooiseizoen ijswoestijnklimaat

op de evenaar

© warmgematigd klimaat met natte zomer subtropisch savanneklimaat

warmgematigd klimaat met natte winter hardbladige-vegetatieklimaat van de subtropen

warmgematigd altijd nat klimaat subtropisch-regenwoudklimaat

IN

gebergteklimaat (>2000 m)

warm altijd nat klimaat tropisch-regenwoudklimaat

warm klimaat met nat seizoen tropisch savanneklimaat


OP EXPEDITIE

15

Astana

Manaus

Bamako

Tamanrasset

Izmir

Plymouth

Suntar

Alert

©

a vegetatie

d Waar in de wereld?

IN

c verband a en b (+ omschrijving van de vegetatie)

VA N

b klimaat

e nummer van foto


MAG HET IETS MEER ZIJN? f

Weet jij waar de volgende dieren leven? Doe een gerichte gok en verifieer je antwoorden daarna op de website van Biomeviewer (rubriek ‘Wildlife’). Je hebt de locaties met een  aangeduid op de wereldbol. Plaats de nummers van de afbeeldingen bij de juiste vegetatiezone(s) in de tabel onder de foto's. 2

jachtluipaard (Eng. cheetah)

rendier (Eng. reindeer)

4

VA N

3

IN

1

luiaard (Eng. sloth)

hermelijn (Eng. stoat)

6

©

5

bruine beer (Eng. brown bear)

toendra

16

OP EXPEDITIE

zomergroen loofwoud

taiga

woestijn

huzaaraap (Eng. patas monkey)

tropisch regenwoud

savanne

hardbladige vegetatie

steppe


tele

©

VA N

IN

Valt het klimaat nog te redden?

1 HET VERSTERKTE BROEIKASEFFECT 2 DE OPWARMING VAN DE AARDE IS EEN FEIT 3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE 4 HET KAN ANDERS!


©

18

Valt het klimaat nog te redden?

Steenkool blijft in China de belangrijkste energiebron. Het land gaat nog altijd door met de bouw van nieuwe steenkoolcentrales (hier Chongqing). De bouw van die centrales is omstreden, want ze stoten erg veel CO2 uit.

Palmolie is de meest gebruikte plantaardige olie ter wereld. Aangezien de vraag ernaar wereldwijd blijft stijgen, worden er enorme plantages aangelegd. Daarvoor moet tropisch regenwoud wijken, zoals hier in Borneo.

6

Met windsnelheden tot 270 kilometer per uur was Amphan (mei 2020) de krachtigste cycloon ooit gemeten in de Golf van Bengalen. Amphan ging aan land in de buurt van Kolkata, een stad met bijna 14 miljoen inwoners.

7

IN

Door de droogte en de hitte in de Sahelregio is het daar nu al moeilijk om aan landbouw te doen. Maar het kan ook langer en harder gaan regenen, met overstromingen tot gevolg. Niger was het zwaarst getroffen in het najaar van 2020, toen de Niger buiten haar oevers trad in Niamey.

8

Het Poopómeer op de hoogvlakte van Bolivia was ooit het op één na grootste meer van het land. Als gevolg van droogte en wateronttrekking is het meer nu opgedroogd.

4

De klimaatverandering grijpt wereldwijd om zich heen. Bekijk de uiteenlopende gevolgen daarvan op de foto’s hieronder.

b Noteer de nummers van de foto’s bij de overeenstemmende locaties op de wereldkaart.

e n o

5

Experts waarschuwen dat veel ijsberen (hier in de omgeving van Spitsbergen) moeite hebben om voedsel te vinden. Het pakijs waarop ze jagen, wordt steeds dunner en smelt eerder in het seizoen weg.

3

VA N

Een grote brand in het noorden van California heeft het stadje Greenville vernield (zomer 2020). Het warme, droge weer in het westen van de VS vergroot de intensiteit en de verwoestende kracht van bosbranden.

2

V6

Door de stijging van de zeespiegel worden de Everglades in Florida bedreigd door binnentrekkend zeewater. Inheemse planten en dieren hebben moeite om zich aan het veranderende milieu aan te passen.

1

e r e h ? h W art Wn heaerrthe?

o

a Lees de info onder de foto’s en zoek de plaatsen op in je atlas.


WHERE ON EARTH?

19

0

23°S

23°N

66°S

op de evenaar

66°N

3000 km

*

© *

*

VA N

*

*

IN

*

*

*

zuidpoolcirkel

Steenbokskeerkring

evenaar

Kreeftskeerkring

noordpoolcirkel


1 HET VERSTERKTE BROEIKASEFFECT HOE ZORGEN MENSELIJKE ACTIVITEITEN VOOR DE OPWARMING VAN DE AARDE? 1

Vorig schooljaar kwamen het natuurlijk broeikaseffect en de verschillende broeikasgassen aan bod. Veel broeikasgassen komen op natuurlijke wijze voor in de atmosfeer, maar de laatste decennia worden er ook steeds meer door de mens uitgestoten. Onderzoek de menselijke oorsprong van die broeikasgassen. a

Bekijk ter opfrissing het filmpje over het natuurlijk broeikaseffect via de QR-code of de link.

b

Je leerde vorig schooljaar ook wat het verschil is tussen koolstofreservoirs en koolstofbronnen. Lees nog eens de tekst hieronder.

IN

tele 3

BEKIJK FILMPJE

Koolstofreservoirs zijn plaatsen waar koolstof voor een lange tijd opgeslagen blijft. Dat gebeurt op natuurlijke wijze. Koolstofbronnen laten die koolstof weer vrij. Bekijk de tabel hieronder. Noteer bij iedere koolstofbron tussen welke twee sferen de koolstof zich verplaatst. Kies uit: biosfeer (BS), atmosfeer (AS), geosfeer (GS) of hydrosfeer (HS).

VA N

-

koolstofbronnen

van …

naar …

bosbranden

verbranding van fossiele brandstoffen ontbossing

c

Het vrijkomen van koolstof en andere broeikasgassen door de mens zorgt voor de opwarming van de aarde: dat noemen we het versterkte broeikaseffect. Bekijk het filmpje via de QR-code of de link.

©

kortgolvige lichtstralen

reflectie door wolken en stofdeeltjes

reflectie op het aardoppervlak

BRO

verlies van warmte in de ruimte

EIKASGASSEN warmtestraling vrijgegeven door de aarde

absorptie van lichtstralen door het aardoppervlak omzetting van lichtstralen naar langgolvige warmtestralen fig. 1.1 het versterkte broeikaseffect

20

Valt het klimaat nog te redden?

warmtestraling gevangen door broeikasgassen

BEKIJK FILMPJE


-

Bekijk de figuur aandachtig. Ze toont het albedo-effect. Dat betekent dat de inkomende zonnestralen door bepaalde oppervlakken gereflecteerd worden. Door welke oppervlakken worden ze vooral gereflecteerd?

IN

d

Omcirkel op figuur 1.1 waar de broeikasgassen een invloed op hebben. Noteer vervolgens bij elke cirkel die je hebt getekend of het versterkte broeikaseffect een versterkend (meer) of afzwakkend (minder) effect heeft op dat element.

fig. 1.2: het albedo-effect

VA N

e

Wat is het verband tussen het albedo-effect en het versterkte broeikaseffect? Markeer wat correct is. Door het versterkte broeikaseffect is er minder / meer ijs op aarde. Daardoor daalt / stijgt het albedo-effect van de aarde. Als gevolg daarvan zal de temperatuur op aarde nog meer dalen / stijgen.

energ ieve rbr uik in

og st 3

% ën 10,6 strie ndu re i de an % 24,2 rie ust ind de

on ,5 tbo % ssi ng akk 2,2 erla gras nd 1,4 % lan land- en % stort plaa d 0,1 % bosbouw tsen 1,9 afvalw 18,4 % ater 1,3 % % a f v al 3,2 chemicalië n 2,2 % %

in energie rij 1,7 % en visse w u o b land

energie 73,2 %

rv o ve

rgiev e

rbruik in gebouwe

br an d

sto fve r

en e

commerciële gebouwen 6,6 %

,5 % n 17

residentiële geb

ou w

en

lu % 10,9

ch tva a

,7 % % rt 1 aa n 0,4 3 % , pv ee ege en 0 sch oorwiding sp ijple p

br ove an rig di e ng 7,8 %

s % ssie 5,8 emi ctie tige produ h c vlu ergie en van

ort 11 ,9 %

industrie 5,2 %

nsp

cement 3 %

%

gtra

ao

ijzer en st aal 7, 2

we

nn

veestapel en mest 5,8 %

% ,6 e0 ts ri d u ,5 % in lp trie 0 u n p us - e ind ier inep pa ach m

er 1 6 ,2 %

ran de

,1 % n4 nde % gro 1,3 uw el t dbo tte lan rijs

afb

n on -fer rom ch eta pe emi len t s r ind oc ch 0,7 % vo ustr hem e en ie isc ed 3 in ,6 % he gs -e nt ab ak sin du str ie 1%

Bestudeer figuur 1.3 en duid aan of de stellingen juist of fout zijn. Verbeter de foute stellingen.

©

f

rt 1,9

%

fig. 1.3: uitstoot van broeikasgassen op wereldvlak per economische sector bron data: ourwoldindata.org

1 HET VERSTERKTE BROEIKASEFFECT

21


stellingen 1

juist

fout

Er is meer uitstoot van broeikasgassen door vliegverkeer dan door wegverkeer.

2 De meeste uitstoot komt voort uit de energieproductie voor de industrie.

IN

3 De uitstoot door landbouw is meer afkomstig van veeteelt dan van het kweken van gewassen.

4 Er komen ook broeikasgassen vrij bij de opslag en verwerking van afval.

VA N

5 Bijna drie vierden van de uitstoot van broeikasgassen is afkomstig van het opwekken van energie.

Interessant om weten

Het vrij grote aandeel van broeikasgasemissies uit afval heeft onder meer te maken met methaan dat vrijkomt op stortplaatsen en bij het zuiveren van afvalwater.

afvalwaterzuiveringsinstallatie: het geproduceerde methaan wordt gebruikt voor de energievoorziening van de installatie

g

Bekijk de evolutie van de uitstoot van broeikasgassen door de verschillende landen via de QR-code of de link. Noteer naast elk jaartal wat je opvalt. 1850:

©

-

-

2000:

-

2006:

-

het meest recente jaar:

22

Valt het klimaat nog te redden?

BEKIJK WEBSITE


h

Markeer wat correct is om de uitstoot van broeikasgassen doorheen de tijd te beschrijven. -

i

In de VS en de meeste lidstaten van de EU (België, Duitsland, Frankrijk …) daalt / stijgt de uitstoot van broeikasgassen. In China daalt / stijgt de uitstoot van broeikasgassen.

Vergelijk je antwoorden uit vraag g met de kaart hieronder. Markeer wat correct is.

VA N

IN

Uitstoot van broeikasgassen per inwoner

geen data

2.5 t

5t

7.5 t

10 t

15 t

20 t

25 t

fig. 1.4: uitstoot van broeikasgassen per inwoner in de wereld (2018) bron: CO2 emissions by sector (CAIT) - OurWorldIn Data.org/co2-and-other-greenhouse-gas-emissions - CC BY

-

-

2

Bestudeer de oorsprong van de verschillende broeikasgassen en hun effect op de stijgende temperatuur. a

Vorig schooljaar leerde je de belangrijkste broeikasgassen kennen. Bekijk de formules en de manier waarop de mens ze uitstoot in de tabel. Vul de namen van de broeikasgassen aan.

©

tele 3

China stoot wereldwijd het meest broeikasgassen uit, maar de uitstoot per inwoner is lager / hoger dan in heel wat andere landen. Olieproducerende landen met relatief weinig inwoners (Guyana, Saudi-Arabië, VAE ...) hebben een lagere / hogere uitstoot per inwoner.

formule

naam

menselijke uitstoot door …

H2O

koeltorens van thermische centrales

CO2

verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing

CH4

landbouw (rijstvelden, meststoffen, veeteelt …)

N2O

landbouw (meststoffen), chemische industrie en verbranding van fossiele brandstoffen

1 HET VERSTERKTE BROEIKASEFFECT

23


b

Lees de infotekst en bekijk de tabel. Vergelijk methaan met koolstofdioxide op basis van het GWP en de levensduur. Sommige broeikasgassen hebben een sterker opwarmend effect dan andere. Het aardopwarmingsvermogen of in het Engels Global Warming Potential (GWP) geeft weer hoe sterk een broeikasgas de dampkring opwarmt in vergelijking met CO2. GWP is ook afhankelijk van hoelang een gas voorkomt in de atmosfeer. Daarom zeggen we: hoe groter het GWP, hoe meer een bepaald gas de aarde opwarmt in vergelijking met CO2 over een periode van 100 jaar.

formule

GWP

levensduur

percentage van emissies

moeilijk om te meten

variabel

/

CO2

1

50 - 200 jaar

74 %

CH4

25

12

17 %

N2O

298

114

IN

H2O

6%

VA N

Interessant om weten

Waterdamp is één van de belangrijkste broeikasgassen, maar het meten van het GWP ervan is heel moeilijk. Dat komt doordat de hoeveelheid waterdamp afhangt van de luchttemperatuur en de beschikbaarheid van water. Daarnaast kan de lucht verzadigd geraken met waterdamp waardoor die gaat uitregenen. Bovendien zorgen wolken (gevormd door condensatie van waterdamp tot waterdruppels of ijskristallen) voor reflectie van zonnestralen. Dat leidt tot een verhoogd albedo.

©

Het natuurlijk broeikaseffect is een natuurlijk proces dat zorgt voor een leefbare temperatuur op aarde. Door menselijke activiteiten zoals de verbranding van fossiele brandstoffen (voor transport, verwarming, elektriciteitsproductie, industrie …), landbouw en ontbossing is de hoeveelheid broeikasgassen sterk toegenomen. Dat is het versterkte broeikaseffect, dat leidt tot opwarming van onze aarde. Door het versterkte broeikaseffect vermindert het albedo-effect van de aarde, waardoor de temperatuur nog meer zal stijgen. De broeikasuitstoot varieert van land tot land. Vooral rijke landen met veel inwoners stoten veel broeikasgassen uit. Het Global Warming Potential (GWP) geeft weer hoe groot het effect van een broeikasgas is op de opwarming van de aarde.

24

Valt het klimaat nog te redden?


2 DE OPWARMING VAN DE AARDE IS EEN FEIT HOE SNEL WARMT DE AARDE OP? Onderzoek de voorspellingen rond de opwarming van de aarde. Bekijk bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code een fragment uit het VRT-journaal over het VN-klimaatrapport en lees de infotekst hieronder. Wat is de belangrijkste boodschap van het klimaatrapport? Het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, heeft op 9 augustus 2021 zijn zesde rapport gepubliceerd waarin wetenschappers de toekomst van ons klimaat schetsen.

BEKIJK FILMPJE

IN

a

VA N

Het zijn de wereldleiders die beslissen over maatregelen die de uitstoot van broeikasgassen beperken. Op de klimaatconferentie van Parijs (2015) werd afgesproken om de opwarming van de aarde ruim onder de 2 graden Celsius te houden, en liefst op anderhalve graad.

Op de klimaatconferentie van Glasgow (november 2021) bleef die ambitie overeind, maar concrete maatregelen werden doorgeschoven naar de toekomst. Momenteel zit de wereldwijde opwarming aan ongeveer 1,1 °C vergeleken met de periode tussen 1850 en 1900. De verwachting is dat de opwarming zich zal verderzetten aan een tempo van 0,2 graden per decennium.

©

Het IPCC waarschuwt wel dat onze maximale uitstoot aan CO2 omlaag moet als we de opwarming van de aarde onder controle willen houden. Volgens het rapport gaan we tegen 2040 naar 1,5 °C opwarming, maar die temperatuurstijging kan ook al een stuk vroeger bereikt worden. Veel zal afhangen van onze uitstoot op korte termijn. Snel handelen is nodig, want na die anderhalve graad moet de bereikte temperatuur stabiliseren om de gevolgen van de klimaatopwarming niet te laten escaleren.

2 DE OPWARMING VAN DE AARDE IS EEN FEIT

25


b

Volgens het klimaatrapport staat het vast dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde door de massale uitstoot van broeikasgassen. Het goede nieuws is dat we de toekomstige uitstoot van broeikasgassen nog in de hand hebben. Bekijk de vijf verschillende toekomstscenario’s op basis van hoe goed we erin slagen om minder broeikasgassen uit te stoten. Welk scenario is volgens jou het meest realistische? Leg je antwoord uit.

Toekomstscenario uitstoot koolstofdioxide

Toekomstscenario uitstoot koolstofdioxide

Vijf000 scenario’s van uitstoot CO2 , uitgedrukt in gigaton (= 1 000 000 00 Vijf scenario’s van uitstoot CO2 , uitgedrukt in gigaton (= 1 000 000 000 kg) per jaar

120 100 80 60 40 20 0

120

lage uitstoot lage uitstoot Hogezeer uitstoot

In scenario SSP3-7.0 verdubbelt de CO2-uitstoot tegen 2100. In dat geval worden landen een stuk competitiever en doen ze er alles aan om hun eigen voedselvoorraad veilig te stellen. De gemiddelde temperatuur stijgt dan wereldwijd met 3,6 °C tegen 2100. Gemiddelde uitstoot Het derde toekomstbeeld, SSP2-4.5, voorziet geen daling van de uitstoot tot het midden van de eeuw. Daarna daalt ze, maar in 2100 is ze netto nog geen nul. De maatschappij verandert in deze toekomst niet drastisch. De temperatuur stijgt met 2,7 °C tegen 2100.

2015 2050 2100 Lage uitstoot Het op één na beste scenario heet SSP1-2.6 en is eigenlijk hetzelfde, maar hier wordt het uitstootdoel pas na 2050 behaald. Dan stijgt de gemiddelde temperatuur op aarde tegen 2100 met 1,8 °C.

zeer hoge uitstoot hoge uitstoot gemiddelde uitstoot lage uitstoot zeer lage uitstoot

140

100 80

60 40 20 0

-20

2015

VA N

-20

Zeer hoge uitstoot zeer hoge uitstoot In toekomstbeeld SSP5-8.5 wordt rekening gehouden met hoge uitstoot een stijging van de gemiddelde temperatuur met 4,4 °C. De COgemiddelde -uitstoot isuitstoot dan al verdubbeld tegen 2050. 2

IN

140

2100

Zeer lage uitstoot Het beste scenario, SSP1-1.9, is volgens de onderzoekers alleen te halen als er in 2050 netto geen CO2-uitstoot meer is. Dit is het enige toekomstbeeld waarin de doelen van het klimaatakkoord van Parijs gehaald worden. De temperatuur stijgt dan met ongeveer 1,5 °C, maar later neemt de stijging af en blijft ze hangen op + 1,4 °C.

fig. 2.1: toekomstscenario’s uitstoot CO2 (in gigaton per jaar) bron data: IPCC

c

Bestudeer de onderstaande kaarten. Ze tonen de temperatuur- en neerslagveranderingen bij een opwarming van de aarde met 2 °C. Dat is het toekomstscenario met een gemiddelde uitstoot (zie fig. 2.1).

Voorspelling Voorspelling temperatuur bij +2 °Ctemperatuur bij +2 °C

Voorspelling Voorspelling neerslag bij +2 °C neerslag bij +2 °C

©

0

2050

Voorspellingtemperatuur temperatuurbij bij+2 +2°C °C Voorspelling

0.5

1

1.5

Voorspellingneerslag neerslagbij bij+2 +2°C °C Voorspelling

0.5 11 1.5 1.5 22 2.5 2.5 33 3.5 3.5 44 4.5 4.5 55 5.5 5.5 66 6.5 6.5 77 00 0.5

1 1.54 24.5 2.5Verandering 35.5 3.56(°C) 46.54.57 5 2 02.5 0.5 3 3.5 5Verandering (°C) Verandering (°C)

warmer warmer

Verandering (°C)

5.5

6

warmer warmer fig. 2.2: gesimuleerde temperatuurverandering bij opwarming van 2 °C t.o.v. 1850-1900 bron: IPCC

26

Valt het klimaat nog te redden?

-40 -40

-40 7 -30 6.5

-30 -30

-20

droger droger

-20 -20

-10 -10

-40 -10

00

10 10

-300 -20 10 Verandering (%) Verandering (%)

20 20

30 30

-1020

natter natter

40 40

030

1040

Verandering (%) Verandering (%) droger droger natter fig. 2.3: gesimuleerde neerslagverandering bij opwarming van 2 °C t.o.v. 1850-1900 bron: IPCC

20

30

natter


-

Wat valt je op aan deze temperatuur- en neerslagveranderingen? Vul de tabel aan. temperatuur

neerslag

regio met grootste temperatuurstijging:

3 regio’s met opvallend meer neerslag:

3 regio’s waar het opvallend droger wordt:

IN

Vergelijk de opwarming boven land met die boven zee:

-

Deze kaarten zijn computermodellen. Waarin verschillen ze van de kaarten die je meestal gebruikt?

VA N

Interessant om weten

Vroeger werden de bevindingen van het IPCC vaak in twijfel getrokken of bekritiseerd. Dat was met het klimaatrapport veel minder het geval, en wel om twee redenen: - De belangrijkste reden is dat wetenschappers betere modellen hebben ontwikkeld om de complexe wisselwerking tussen de opwarming en weerfenomenen te vatten. Dat komt doordat onze kennis over het klimaatsysteem groeit en onze computers steeds krachtiger worden en meer data kunnen verwerken. Daardoor brengen de modellen het huidige klimaatsysteem steeds beter in kaart en worden de voorspellingen accurater. - Daarnaast neemt de kritiek ook af doordat de gevolgen van de klimaatverandering steeds meer zichtbaar worden.

De conclusie van het zesde klimaatrapport van het IPCC is duidelijk: de aarde warmt sneller en intenser op dan tot nu toe gedacht werd en geen enkele regio op onze planeet wordt daarbij gespaard. De gemiddelde temperatuur op aarde ligt nu al zo’n 1,1 °C hoger dan voor het industriële tijdperk.

©

Het rapport zegt ook dat de mens door de massale uitstoot van broeikasgassen verantwoordelijk is voor de klimaatopwarming. Het is dus aan ons om de toekomstige uitstoot te beperken en het tij te keren. Zelfs in een scenario waarbij de uitstoot van broeikasgassen wordt beperkt, zal de temperatuurstijging op aarde de volgende twintig jaar hoogstwaarschijnlijk verder oplopen tot 1,5 °C. Het goede nieuws is wel dat we de toekomst voor een groot deel nog zelf in handen hebben.

2 DE OPWARMING VAN DE AARDE IS EEN FEIT

27


3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE WELKE PROCESSEN DRAGEN BIJ TOT DE STIJGING VAN DE ZEESPIEGEL? Onderzoek welke processen zorgen voor de stijging van de zeespiegel. De klas wordt in twee verdeeld. Elk deel van de klas voert een ander experiment uit om te achterhalen waardoor de zeespiegel stijgt. Ga bij elkaar kijken wat de conclusie van het experiment is.

IN

a

Experiment 1

kokend water

bakje 2: zee-ijs

VA N

bakje 1: landijs

Experiment 2

1

Benodigdheden - 2 bakjes - water - 10 ijsblokjes - een stift - 2 dikke stenen

©

2 Werkwijze Bakje 1: landijs - Plaats de steen in het bakje. - Leg 5 ijsblokjes op de steen. - Vul het bakje deels met water. Zorg ervoor dat een deel van de steen onder water ligt, de ijsblokjes mogen niet onder water liggen - Duid aan tot waar het water komt.

Bakje 2: zee-ijs - Plaats de steen in het bakje. - Vul het bakje deels met water. Zorg ervoor dat een deel van de steen onder water ligt. - Leg 5 ijsblokjes in het water. - Duid aan tot waar het water komt.

28

Valt het klimaat nog te redden?

1

Benodigdheden - een glazen fles met een stop die je makkelijk kunt doorboren - water - een waterkoker - kleurstof - een rietje - 1 bakje

2 Werkwijze - Maak een gat in de stop, steek het rietje erdoor en dicht de opening tussen de rand van de stop en het rietje. - Vul de fles tot aan de rand met gekleurd water. - Draai de stop met het rietje op de fles. - Duid het niveau van het water in het rietje precies aan. - Laat water koken. - Giet het warm water in een bakje. - Plaats de fles in het bakje met warm water. - Wacht enkele minuten zodat de inhoud van de fles kan opwarmen.


Laat de ijsblokjes smelten en vergelijk voor elk bakje het waterniveau na het smelten met het waterniveau voor het smelten.

-

Vergelijk het waterniveau van het koude water met het waterniveau van het warmere water.

3 Waarneming

IN

Lees hieronder wat het verschil is tussen landijs en zee-ijs. Markeer of de veranderingen wel of geen effect hebben op het niveau van de zeespiegel. Landijs wordt gevormd door het ophopen van sneeuw gedurende honderdduizenden jaren. Die sneeuw verandert door de druk van bovenliggende lagen in ijs. Het kan gaan om gletsjers of ijskappen. De grootste ijskappen bevinden zich op Groenland en Antarctica. De gemiddelde dikte van de ijskappen bedraagt daar ruim 2 km.

VA N

b

3 Waarneming

Duid opnieuw het niveau van het water in het rietje precies aan.

Het smelten van ijskappen en gletsjers heeft wel / geen effect op het stijgen van de zeespiegel.

Bij zee-ijs gaat het om drijvende ijsmassa ‘s in de poolzeeën: de Noordelijke IJszee, omgeven door de continenten Eurazië en Noord-Amerika en de Antarctische Oceaan rondom het continent Antarctica. Het smelten van zee-ijs heeft wel / geen effect op het stijgen van de zeespiegel.

Interessant om weten

©

IJsberen in het noordpoolgebied kampen met een enorm probleem: ze verliezen hun leefgebied. Door de opwarming van de aarde smelt er steeds meer zee-ijs weg en dat zee-ijs hebben ijsberen nodig om te jagen op zeehonden. Nu het zee-ijs zich steeds verder en eerder op het jaar terugtrekt, moeten de ijsberen hun jachtgebied uitbreiden op zoek naar eten. Ze leggen bijgevolg grotere afstanden af en verzwakken daardoor. Ze trekken ook meer naar het vasteland op zoek naar voedsel. Daardoor ontstaan er meer conflicten met de mens, waarbij veel ijsberen gedood worden.

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

29


Eén van de meest in het oog springende gevolgen van de opwarming van de aarde is het stijgen van de zeespiegel: - De stijging van de zeespiegel is voor een belangrijk deel het gevolg van het uitzetten van water bij hogere temperaturen. Warmer water neemt namelijk meer volume in dan koud water. - Daarnaast zorgt ook de toename van de totale hoeveelheid water in de oceanen voor een zeespiegelstijging. Dat is het gevolg van het smelten van ijskappen en gletsjers.

HOE SNEL SMELT HET IJS OP AARDE?

Deze kaart van de Europese ruimtevaartorganisatie (ESA) geeft een goed overzicht van de regio's in de wereld die bedekt zijn met landijs en van de afname aan landijs sinds 1961. Beantwoord de vragen.

VA N

a

IN

Wetenschappers kunnen met behulp van aardobservatiesatellieten de evolutie van landijs en zee-ijs opvolgen. Onderzoek zelf hoe snel landijs (ijskappen en gletsjers) en zee-ijs smelten.

Verandering in hoeveelheid landijs tussen 1961 en 2016 in gigaton (Gt)

verlies van 360 Gt = stijging zeespiegel met 1 mm landijs

verlies

winst

ALA: Alaska -3019 WNA: West-Canada en VS -425 ACN: Arctisch Noord-Canada -1069 ACS: Arctisch Zuid-Canada – 416 GRL: Groenland -1237 ISL: IJsland -132 SJM: Spitsbergen en Jan Mayen -687 SCA: Scandinavië -38 RUA: Arctisch Rusland -1044 ASN: Noord-Azië -21 CEU: Centraal-Europa -38

CAU: Kaukasus en Midden-Oosten -25 ASC: Centraal-Azië -43 ASW: Zuidwest-Azië +119 ASE: Zuidoost-Azië -112 TRP: lage breedtegraden -66 SAN: Zuidelijke Andes -1208 NZL: Nieuw-Zeeland -26 ANT: Antarctica

fig. 3.1: winst en verlies aan gletsjerijs in de periode 1961 - 2016 (in gigaton – Gt) bron: European Space Agency

-

Welke drie regio’s verloren het meeste ijs?

-

Welke drie regio’s verloren het minste ijs?

©

b

Bekijk bij het onlinelesmateriaal één van de reportages over het afsmelten van gletsjers (keuze uit Zwitserse Alpen, Andesgebergte en Himalaya) en som drie gevolgen op. 1

2

3

30

Valt het klimaat nog te redden?


MAG HET IETS MEER ZIJN? c V24

Gebruik ArcGIS Online om de evolutie van het zee-ijs in de Noordelijke IJszee te bestuderen. -

Gebruik de kaarten in het stappenplan hieronder. Je vindt een gedetailleerd stappenplan bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code. BEKIJK

-

IN

STAPPENPLAN 1 Open de laag Arctic sea ice extent en zoom in op de zee tussen Spitsbergen en Groenland. Zorg dat ook de Barentszzee in beeld is. 2 Pas de kleur van deze laag aan. Het blauw lijkt namelijk te hard op de kleur van de zee, wat de kaart minder leesbaar maakt. 3 Filter de laag op datum: 1 november 1978. 4 Pas de naam van de laag aan naar 'November 1978'. 5 Voeg opnieuw dezelfde laag toe en verander opnieuw de kleur. Let op: kies een andere kleur dan in stap 2. 6 Filter de laag naar het meest recente jaartal in november. Pas opnieuw de naam van de laag aan. 7 Nu kun je de twee data vergelijken. Meet de afstand van het zee-ijs op het grootste verschil in de Barentszzee. 8 Sla je kaart op.

Noteer je besluit.

VA N

Zowat overal ter wereld zien we een afname van landijs. Het smelten van de gletsjers doet niet alleen de zeespiegel stijgen, maar brengt op lange termijn ook de watervoorziening van miljoenen mensen in gevaar. Minder water in de rivieren betekent ook minder productie van elektriciteit uit waterkracht. Op korte termijn veroorzaakt het afsmelten van gletsjers een verhoogd risico op natuurrampen. Gletsjermeren die overlopen zorgen bijvoorbeeld voor overstromingen en daarmee gepaard gaande aardverschuivingen. De afname van zee-ijs doet zich vooral voor in de Noordelijke IJszee.

WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN HET STIJGEN VAN DE ZEESPIEGEL?

Maak voor enkele plaatsen de stijging van de zeespiegel concreet.

Ga naar de website via de link bij het onlinelesmateriaal of de QR-code. Deze website toont een schatting van de zeespiegelstijging. Je kunt aan de linkerkant het tijdstip en scenario instellen. De scenario’s hebben we besproken in hoofdstuk 2. In onderstaande tabel koppelen we de scenario’s die we zagen op figuur 2.1 aan de naamgeving die het IPCC gebruikt.

©

a

scenario figuur 2.1

naamgeving scenario’s IPCC

zeer hoge uitstoot

SSP5 – 8.5

hoge uitstoot

SSP3 – 7.0

gemiddelde uitstoot

SSP2 – 4.5

lage uitstoot

SSP1 – 2.6

zeer lage uitstoot

SSP1 – 1.9

BEKIJK WEBSITE

IPCC scenario’s van uitstoot 3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

31


-

Duid de plaatsen België, Kiribati en Louisiana aan op de referentiekaart van de wereld achteraan je leerwerkboek. Ga voor die plaatsen op zoek naar de stijging van het zeeniveau voor het scenario met zeer lage uitstoot en het scenario met zeer hoge uitstoot. Vul de tabel aan. zeer lage uitstoot (2100)

zeer hoge uitstoot (2100)

België (Calais, Noord-Frankrijk) Kiribati (Christmas Island II)

Interessant om weten

IN

Louisiana (Eugene Island)

Op sommige plaatsen is de stijging van de zeespiegel groter dan op andere plaatsen. Dat is het gevolg van de herverdeling van warmte in de oceanen, veroorzaakt door windpatronen en oceaanstromingen. Kustgebieden krijgen niet alleen te maken met zeespiegelstijging, maar ook met bodemdaling. Dat is vaak een gevolg van het oppompen van grondwater, het ontginnen van olie en gas, stuwdammen die sedimentafzettingen verhinderen, zandwinning en mijnbouw (zie vraag c over Louisiana). Lees de tekst hieronder en bekijk het filmpje over Kiribati via de link of de QR-code. Hoe proberen de bewoners van Kiribati zich aan te passen aan veranderende klimaatomstandigheden?

VA N

b

BEKIJK

Voor duizenden eilanden in de Stille Oceaan, FILMPJE waaronder Kiribati, is de stijging van de zeespiegel problematisch. Het paradijselijke Kiribati lijkt weggeplukt uit een idyllische postkaart. Het eiland ligt met zijn 33 koraaleilanden ergens in het zuiden van de Stille Oceaan, tussen Hawaï en Australië in. Kiribati komt steevast in het nieuws op 31 december want het is het eerste land dat Nieuwjaar viert. Maar veel reden tot feesten is er niet. In 2008 al vroeg de president internationale hulp om de inwoners te evacueren voor Kiribati helemaal verdwenen is. Hij noemde toen zijn volk van 100 000 mensen ‘verloren’.

©

Bron: vrtnws (10/8/2021)

32

Valt het klimaat nog te redden?


c

Lees de tekst hieronder en bekijk via de link of de QR-code de reportage over de eerste klimaatvluchtelingen van de VS. Waarom zijn de gevolgen van de klimaatverandering rampzalig voor de kust van Louisiana? BEKIJK FILMPJE

IN

In het zuiden van de staat Louisiana (VS) zijn de gevolgen van de klimaatverandering rampzalig. Elk uur verdwijnt een gebied ter grootte van een voetbalveld in de Golf van Mexico. Het is land waarop de oorspronkelijke bewoners al eeuwenlang wonen en dat nu in snel tempo onleefbaar wordt.

Ga aan de hand van de website bij het onlinelesmateriaal op zoek naar het effect van de zeespiegelstijging voor België, Louisiana en Kiribati. Pas de zeespiegelstijging aan volgens de tabel op p. 32. Wat stel je vast?

VA N

d

-

België:

-

Louisiana:

Kiribati (zie kaarten hieronder voor de eilanden):

©

-

STILLE OCEAAN

fig. 3.2: Kiribati 3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

33


Door de stijgende zeespiegel kampen heel wat laaggelegen plaatsen met problemen. Zo ontstaan er voor heel wat eilanden in de Stille Oceaan problemen bij stormweer. Stukken land worden weggespoeld, waardoor de bewoners meer landinwaarts moeten gaan wonen. Het grootste probleem is het zoetwatertekort dat ontstaat doordat zeewater het land binnendringt en zich mengt met zoetwater. In Louisiana stijgt het zeepeil sneller dan op andere plaatsen in de wereld. Hier zijn de effecten van de klimaatverandering extra voelbaar door de indijking van de Mississippi en door olie- en gaswinning.

HOE VERSCHUIVEN DE KLIMAATZONES EN WAT ZIJN DE GEVOLGEN VOOR DE MENS? Leg uit waarom en hoe de leefwijze van de Sami in het gedrang komt. Bekijk het filmpje over de leefwijze van de Sami via de link bij het onlinelesmateriaal.

b

Lees de tekst hieronder en analyseer de situatie door van de tekst een causaal diagram te maken. Zo doe je aan systeemdenken. - De variabelen (onderstreept in de tekst) werden al opgenomen in het causaal diagram. - De pijlen geven de relaties tussen de variabelen weer. Vul de ontbrekende pijlen aan. - Plaats bij de pijlen een + bij een versterkende relatie (de variabelen bewegen in dezelfde richting) en een – bij een verzwakkende relatie (de variabelen bewegen in tegengestelde richting). - Wanneer een pijl teruggaat naar een eerder gebruikte variabele, spreken we van een terugkoppeling. De pijlen maken dan een lus: een gevolg wordt opnieuw oorzaak. Overtrek de terugkoppelingen in het causaal diagram met fluo.

VA N

IN

a

“Al meer dan 15 jaar zien we de effecten van de klimaatverandering en bijna niemand luistert naar ons” We bevinden ons in het noorden van Zweden, aan de voet van de bergen dicht bij de grens met Noorwegen. Aan het woord is Marja Skum. In niets lijkt ze op de Sami in de kleurrijke, traditionele kleding die we kennen uit vakantiebrochures. Haar windjack, broek en laarzen zijn functioneel, bedoeld om buiten in te werken.

Al eeuwenlang staan rendieren centraal in het bestaan van de Sami. Maar het levensonderhoud van de Sami-herders – en daarmee ook hun cultuur – staat zwaar onder druk. Een van de bedreigingen is de klimaatverandering. Die gaat in het arctisch gebied zo’n twee tot drie keer sneller dan in de rest van de wereld.

©

Marja: “Stijgende temperaturen en veranderende weerpatronen tasten het kwetsbare ecosysteem aan. Daardoor wordt het hoeden van rendieren niet alleen moeilijker, maar ook aanzienlijk duurder. Zowel in de zomer als in de winter zien we het landschap veranderen.” Ze wijst naar de hoge struiken rond het meer. “Die horen niet thuis op de toendra. Door de hogere temperaturen groeien ze hier wel en verdringen ze de andere planten. Bovendien houden ze de warmte van de zon lang vast. Daardoor neemt de temperatuur nog meer toe.” Ook de boomgrens kruipt steeds hoger, en sneeuw en gletsjers verdwijnen in sneltempo. “De toendra, de voedselbron voor onze rendieren, moet een open ruimte zijn. De wind moet vrij spel hebben, verkoeling geven en insecten weghouden die ziektes brengen.” Ze kijkt uit over de vlakte en over het meer, waarin volgens de Samitraditie alleen zij mag vissen. “Ook het water warmt steeds meer op, dat tast het visbestand aan. Er moet snel iets veranderen, anders blijft er straks van het verspreidingsgebied van de toendra nog maar weinig over.”

34

Valt het klimaat nog te redden?


De gevolgen van de klimaatverandering zijn in de zomer nog mild als je ze vergelijkt met de effecten in de winter. “Regen in de winter is niet normaal”, zegt Marja. “In de winters lopen de rendieren vrij rond over de uitgestrekte graasgronden aan de kust, op zoek naar korstmos. Maar door regen en periodes waarin het afwisselend vriest en dooit, ontstaat er onder de sneeuw een laag ijs. Het voedsel voor de rendieren ligt er dan nog wel, maar ze kunnen er eenvoudigweg niet bij. Met hun hoeven kunnen ze het dikke ijs niet breken. Het gevolg is dat ze verzwakken of in het ergste geval zelfs verhongeren.”

IN

Om ze te redden, kopen de Sami voer voor hun dieren. Dat kost niet alleen geld, maar ook extra tijd. Ze moeten de kudde bijeendrijven en binnen een omheining plaatsen. “Daar staan ze relatief dicht op elkaar en eten ze van dezelfde voederplekken. Ziektes waar ze anders nooit mee te maken hebben, kunnen zich dan gemakkelijk verspreiden en de gezondheid van de kudde aantasten. En zo ook ons levensonderhoud.”

De klimaatverandering bedreigt ook de eeuwenoude migratieroutes van de rendieren. Die lopen van de bergen naar de kust, veelal over de bevroren rivieren en meren van de Vindelvallei. Het ijs van die rivieren en meren, die later bevriezen en eerder ontdooien, is onbetrouwbaar geworden. “Kuddes van duizenden dieren kunnen daar niet langer over trekken”, legt Marja uit. “Veel alternatieve routes zijn er niet. Er zijn steeds meer wegen die we moeten oversteken, bebouwing en andere obstakels. De enige oplossing is de dieren per vrachtwagen vervoeren. Maar het transport en het bijvoederen: het zijn kosten waarvoor we het geld maar moeten zien op te hoesten.”

VA N

Marja: “Al meer dan 15 jaar merken we de effecten van klimaatverandering en bijna niemand luistert naar ons. We zijn een inheems volk, een minderheid. Als wij verdwijnen, verdwijnt ook de toendra en de biodiversiteit ervan.” Bron: MO*, www.mo.be, auteur: Yvonne Dudock, fotografe: Nicole Francken

V22

Klimaatverandering bij de Sami

+

temperatuur

©

struiken

wind

insecten

visbestand

+

regen in combinatie met vorst en dooi

+ late vorst en vroege dooi

voedsel voor rendieren

migratieroutes rendieren

rendieren bijvoederen

rendieren per vrachtwagen vervoeren

gezondheid kuddes

tijd en geld

ziektes leefwijze van de Sami toendra

cultuur

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

35


c

Beantwoord de vragen over het verspreidinggebied van de toendra. -

Hoe draagt het verkleinen van het verspreidingsgebied van de toendra bij tot een stijging van de temperatuur in de regio?

-

Is dat een voorbeeld van een positieve of negatieve terugkoppeling?

Interessant om weten

IN

Rendieren zijn van belang in een opwarmende wereld omdat ze met hun begrazing de vegetatiegroei in toom houden. Waar struikgewas zonnewarmte absorbeert en daarmee de dooi versnelt, heeft begraasde grond een reflecterend effect (albedo), waardoor warmte juist minder goed wordt vastgehouden.

rendieren die de weg oversteken in Lapland

VA N

Door de opwarming van de aarde schuiven de klimaatzones op het noordelijk halfrond op naar het noorden. Daardoor dreigen de vrieskou tijdens de wintermaanden en het verspreidingsgebied van de toendra te verdwijnen. Veranderende weerpatronen tasten niet alleen de kwetsbare natuur aan, maar ook de cultuur en het levensonderhoud van de Sami-rendierhouders.

WAT MET EXTREME WEERSOMSTANDIGHEDEN IN BELGIË EN EUROPA?

1

Lees de infotekst en bestudeer de grafiek.

In de slottekst van de klimaatconferentie van Glasgow (november 2021) bleef het streefdoel overeind om de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad te houden. Maar de maatregelen die landen moeten nemen om dat te bereiken, volstaan nog altijd niet. De opwarming onder de 2 graden houden, wordt daardoor bijna onmogelijk. We moeten zelfs rekening houden met een opwarming van 3 graden tegen het einde van deze eeuw. Daardoor zullen we vaker te maken krijgen met extreme weersomstandigheden.

Afwijking van de jaarlijkse gemiddelde waarden vergeleken met de referentieperiode 1961-1990

afwijking (°C)

©

Jaarlijkse gemiddelde temperatuur in Brussel (1833-2021)

Trendlijn (trend sinds 1981: + 0,38 °C/decennium) fig. 3.3: jaarlijkse gemiddelde temperatuur in Brussel, Ukkel (1833-2021) bron: meteo.be

36

Valt het klimaat nog te redden?

Normaalwaarde 1961-1990: 9,8 °C


a

Beschrijf de evolutie van de temperatuur in Ukkel vanaf 1900.

b

Waarom ligt de gemiddelde opwarming van de aarde (+ 1,1 °C) lager dan die in België? Bekijk de uitleg van een klimaatwetenschapper bij het KMI via de link bij het onlinelesmateriaal of de QR-code.

BEKIJK FILMPJE

in procent

in procent

IN

Niet alleen België maar ook Europa warmt snel op. Onderzoek aan de hand van het kaartmateriaal hieronder welke regionale verschillen de klimaatmodellen van het IPCC in petto hebben voor de komende decennia.

2

> 50 % 40 % 30 %

> 50 % 40 % 30 %

20 %

20 % 10 %

0%

0%

-10 %

-10 %

-20 %

-20 %

-30 %

-30 %

-40 %

-40 %

<-50 %

<-50 %

VA N

10 %

fig. 3.5: zomerse neerslag (juni, juli, augustus) op middellange termijn (2041-2060) vergeleken met 1995-2014 volgens gemiddeld uitstootscenario (2 °C opwarming), in procent

> 40 d.

30°

20°

10°

10°

20°

30°

40°

50°

60°

30 d.

20 d.

60°

d

10 d.

60°

0 d. -10 d.

©

in dagen

fig. 3.4: winterse neerslag (december, januari, februari) op middellange termijn (2041-2060) vergeleken met 1995-2014 volgens gemiddeld uitstootscenario (2 °C opwarming), in procent

50°

-20 d.

50°

-30 d.

<-40 d.

fig. 3.6: aantal dagen met maximumtemperatuur boven de 35 graden (juni, juli, augustus) op middellange termijn (2041- 2060) vergeleken met 1995-2014 volgens gemiddeld uitstootscenario (2 °C opwarming), in dagen bron: IPCC

40° 40°

0 0°

heel hoog

hoog

zeer hoog laag hoog gemiddeld

gemiddeld

fig. 3.7: risico op bosbranden op middellange termijn (2041-2070) volgens gemiddeld uitstootscenario (2 °C opwarming) bron: IPCC

10°

zeer laag

20°

500 km 30°

laag niet beoordeeld zeer laag niet beoordeeld

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

37


a

Vul de tabel in.

NEU

WCE

winterse neerslag – voor afname, + voor toename

zomerse neerslag – voor afname, + voor toename

toename aantal dagen met temperatuur boven 35 °C? ja of nee

hoog risico op bosbranden? ja of nee

Noord-Europa (NEU) West- en Centraal-Europa (WCE) Middellands Zeegebied (MED) b

Noteer je conclusie.

IN

MED

VA N

Interessant om weten

©

Onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Nature ontdekten dat weerpatronen in het algemeen hardnekkiger zijn geworden dan enkele decennia geleden. Vooral in de zomer duren hittegolven nu vaak langer, en ook regenbuien houden langer aan en zijn intenser. Hoe langer dergelijke omstandigheden aanhouden, hoe intenser de extremen kunnen worden: warmer, droger én natter. Enkele zonnige dagen kunnen zo veranderen in hittegolven van enkele weken, en intense regenval groeit uit tot Rochefort, 13 juli 2021 overstromingen. Denk maar aan de watersnood in Wallonië en het westen van Duitsland in de zomer van 2021. Voor België luidt de verwachting dat er vaker droge zomers op ons afkomen. Dat sluit echter niet uit dat we ook nog natte zomers zullen meemaken. Bron: MO Magazine (7/12/2021)

Het jongste klimaatrapport van het IPCC leert ons dat Europa snel opwarmt en dat er grote regionale verschillen zijn. De droge gebieden worden droger en de natte gebieden worden natter. Het Middellandse Zeegebied zal als enige regio in Europa minder neerslag krijgen. Zeker in de zomer wordt het daar nog droger. Het klimaat krijgt daar meer en meer de kenmerken van een woestijnklimaat. Ook bij ons zullen er vaker droge zomers voorkomen.

38

Valt het klimaat nog te redden?


WAT MET EXTREME WEERSOMSTANDIGHEDEN IN DE WERELD? Lees de infotekst. Vrijwel elke regio op aarde zal getroffen worden door steeds intensere hittegolven, meer neerslag of langere perioden van droogte. Bosbranden breken uit in gebieden die getroffen worden door hittegolven en droogte. Zware regenval richt meer schade aan in kustgebieden die al kwetsbaar zijn als gevolg van de zeespiegelstijging. Orkanen zullen krachtiger worden en zich trager verplaatsen, waardoor er veel meer regen in één bepaald gebied zal vallen.

IN

1

Houston na doortocht van orkaan Harvey in 2017

Bestudeer het voorbeeld dat is uitgewerkt bij het onlinelesmateriaal of onderzoek een actueel voorbeeld van extreem weer. Gebruik daarvoor het stappenplan hieronder. Je vindt een wereldkaart met extreme weerfenomenen bij het onlinelesmateriaal.

VA N 2

1 Wat is er gebeurd? a Lees de tekst en onderstreep de belangrijkste woorden of stukken tekst. Vat de gebeurtenis samen. b Markeer de begrippen die je niet goed begrijpt en zoek de betekenis op.

3 Waarom is dat daar gebeurd? a Zoek een mogelijke verklaring in het artikel of op het internet. b Kan een dergelijke gebeurtenis ook bij ons voorkomen?

©

V6

2 Waar is dat gebeurd? a Omcirkel in de tekst alle plaatsen die genoemd worden. b Zoek met behulp van een detailkaart en je atlas waar die plaatsen liggen in de wereld. c Duid ze aan op de referentiekaart van de wereld achteraan je leerwerkboek.

4 Maak een synthese. Zorg dat je de ‘wat, waar en waarom daar’-vragen beantwoordt.

Extreme weerfenomenen zoals langdurige hittegolven en verwoestende overstromingen die we wereldwijd meemaken, zijn geen verre toekomst meer. Ze zijn het nieuwe normaal. Hoe meer de aarde opwarmt, hoe meer uitgesproken ze zullen zijn.

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

39


WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN DE KLIMAATVERANDERING VOOR DE VOEDSELZEKERHEID IN MAdAGASKAR? Onderzoek de impact van de klimaatverandering op het zuiden van Madagaskar. V6

a

Ga in je atlas op zoek naar een vegetatiekaart van Afrika. - Duid Madagaskar aan op de referentiekaart van de wereld achteraan je leerwerkboek. - Noteer in de tabel welke vegetatietypes er voorkomen. - Leg ook het verband met de neerslag. Gebruik daarvoor de klimatogrammen. Hou er rekening mee dat Madagaskar op het zuidelijk halfrond ligt en dat het daar in januari dus zomer is. Ampangorina 440 420 400 380 360 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

J

F M A M J

J A S O N D

VA N

40 30 20 10 0

Nmm

IN

T°C

Foulpointe

T°C

Nmm

Foulpointe

Antananarivo

Ampangorina

Lavanono

MADAGASCAR

T°C

Nmm

INDISCHE OCEAAN

Lavanono

300 km

0

fig. 3.8: kaart en klimatogrammen Madagaskar

©

40 30 20 10 0

westen

oosten

zuiden

40

J

F M A M J

J A S O N D

J

F M A M J

J A S O N D

neerslag (hoeveelheid en spreiding doorheen het jaar)

vegetatietype

Valt het klimaat nog te redden?

440 420 400 380 360 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

40 30 20 10 0

440 420 400 380 360 340 320 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0


b

Bekijk de grafiek hiernaast (fig. 3.9) over de dagelijkse hoeveelheid calorieën in Madagaskar. -

Dagelijkse hoeveelheid calorieën (1961-2017, uitgedrukt in kilocalorieën /dag)

Wat valt je op?

2,500 kcal

2,400 kcal

-

2,300 kcal 2,200 kcal

Voor welk deel van Madagaskar geldt dat vooral? Bekijk figuur 3.11.

2,100 kcal 2,000 kcal

Madagaskar

1961

1970

1980

1990

2000

2010

2017

fig. 3.9: dagelijkse hoeveelheid calorieën in Madagaskar (1961-2017) bron: ourworldindata.org

IN

Droogte in het zuiden van Madagaskar

c

Wat kun je uit figuur 3.10 afleiden over de neerslag in het zuiden van Madagaskar?

Toliara II

Mate van voedselzekerheid

Betroka BetiokyAtsimo

Lente en zomer 2021 beheersbaar problematisch

VA N

Bekily AmboasaryAmpaihy Ambo- Sud Ouest vombeTôlañaro Androy Beloha 0 Tsihombe

Diana

crisis

150 km

Sava

noodsituatie

Verschil in neerslag tijdens het neerslagseizoen van 2020-2021 t.o.v. het gemiddelde van de neerslagseizoenen over de periode 1981-2010.

–64

–38

–23

–3

0

8

23 cm

fig. 3.10: verschil in neerslag tijdens de neerslagseizoenen over de tijd in Madagaskar. bron data: Integrated Food Security Phase Classification System (IPC), US Air Force 14th Weather Squadron, Global Drought Observatory, Names and boundary representation are not necessarily authoritative. FAO, UN OCHA, press reporting

d

Breng de droogte (fig. 3.10) in verband met de mate van voedselzekerheid (fig. 3.11).

Sofia Boeny Betsiboka

Melaky

Bongolava

Bekijk het filmpje via de link of de QR-code en voer de opdrachten uit. -

Hoe komen de meeste mensen in Madagaskar aan voedsel?

Atsinanana

Amoron ‘I Mania Vatovavy Fitovinany

Haute Matsiatra Ihorombe

Atsimo Andrefana

© e

Analamanga

Vakinankaratra

Alaotra Mangoro

Antananarivo Itasy

Menabe

Analanjirofo

Atsimo Atsinanana

Anosy Androy 0

300 km

fig. 3.11: voedselzekerheid in Madagaskar bron: fews.net

-

Wat zijn de gevolgen van de droogte voor de inwoners van Madagaskar?

-

Waarom vraagt de president van Madagaskar hulp?

BEKIJK FILMPJE

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

41


f

Er is nog een andere oorzaak van de hongersnoden in het zuiden van Madagaskar. Lees de tekst en vat ze kort samen.

IN

“In het gebied van Tanandava hebben alle inwoners hun dorp verlaten”, vertelt Tsimanova Nazaire Paubert. Hij is ondernemer en student en woont in Ambovombe, de hoofdstad van de Androy-regio. Die regio wordt het zwaarst getroffen door droogte en zandstormen, die de lokale bewoners ‘tiomena’s’ noemen. Die winden ontstaan in een stoffig gebied met weinig begroeiing en in tijden van aanhoudende droogte. De huizen worden bedolven onder het zand dat door de tiomena opgeworpen wordt. Vroeger kwam de tiomena in het zuiden van Madagaskar voor van half mei tot half oktober. Nu waait hij bijna het hele jaar door. De tiomena zorgt niet alleen voor hongersnood, maar ook voor ziektes. Heel wat inwoners van Madagaskar beschikken niet over een toilet; ze doen hun behoeften in de natuur. Door de wind waaien de ziektekiemen uit menselijke uitwerpselen samen met het zand rond. Dat zorgt voor luchtweginfecties, diarree, oogproblemen …

VA N

Bron: newsmongabay.com (29/1/2021)

Door de klimaatverandering is het zuiden van Madagaskar veel droger geworden. Daardoor zijn de opbrengsten in de landbouw lager en dat zorgt voor voedseltekorten en hongersnood. De droogte in Madagaskar zorgt ook voor zandstormen die het probleem alleen maar groter maken. Het land stoot zelf amper broeikasgassen uit en draagt dus niet bij aan de klimaatverandering, maar het wordt er wel zwaar door getroffen. De president roept op tot solidariteit: de landen die het meeste broeikasgassen uitstoten, moeten de landen met de laagste uitstoot helpen. Niet alleen Madagaskar, maar ook andere plaatsen op aarde zullen door de klimaatveranderingen meer problemen krijgen met voedselzekerheid.

©

WAT IS HET EFFECT VAN DE KLIMAATVERANDERING OP TROPISCHE ZIEKTES? Onderzoek de verspreiding van de tijgermug als gevolg van de klimaatverandering. a

Bekijk het filmpje over de tijgermug via de link of de QR-code en beantwoord de vragen. -

Waar komt de tijgermug oorspronkelijk vandaan?

-

Hoe is deze mug in Europa terechtgekomen?

-

Welke risico’s houdt de tijgermug in voor de mens?

42

Valt het klimaat nog te redden?

BEKIJK FILMPJE


b

Lees de infotekst over de tijgermug en bekijk de kaarten.

VA N

IN

De tijgermug is een mug die het best gedijt bij zomertemperaturen van 20 tot 25 °C. Ze kan ook overwinteren, maar daarvoor blijven de temperaturen best boven de 3 °C.

0

10

20

30

40

50

fig. 3.12: geschiktheidsindex voor de tijgermug met historische data 1976-2005

60

70

80

90

100

fig. 3.13: geschiktheidsindex voor de tijgermug volgens het scenario voor gemiddelde uitstoot in de nabije toekomst 2031-2060

De kaarten tonen een index van geschiktheid voor de tijgermug in Europa. Dat is een getal dat weergeeft hoe geschikt een bepaald leefgebied is voor een plant- of diersoort. Hoe roder de kleur, hoe beter de regio is voor het gedijen van tijgermuggen.

c

Wat is het verband tussen de tijgermug en de klimaatverandering? Markeer wat juist is.

-

Tijgermuggen kunnen door de verandering van het klimaat minder goed / beter gedijen in Europa. Aanvankelijk was dat vooral het geval in het noorden / zuiden van Europa, maar in de toekomst zal de mug zich ook steeds beter thuis voelen in België.

©

De tijgermug is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Oost Azië maar door transport is de mug op veel plaatsen in de wereld terechtgekomen. Door de klimaatverandering wordt het bij ons warmer, waardoor de mug ook hier beter zal gedijen. De mug brengt tropische ziekten met zich mee die hier aanvankelijk niet waren.

3 GEVOLGEN VAN DE OPWARMING VAN DE AARDE

43


4 HET KAN ANDERS!

HOE KUNNEN WE KLIMAATNEUTRAAL WORDEN?

Onderzoek hoe jij kunt bijdragen aan een klimaatneutrale wereld. a

Je leerkracht verdeelt de klas in vier discussiegroepen die elk rond een eigen thema werken: mobiliteit, wonen, energie en voeding.

b

Gebruik de ontdekplaat bij het onlinelesmateriaal om informatie te verzamelen.

c

Denk met je groep na over de inspanningen die geleverd kunnen worden om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Noteer jullie besluit hieronder.

VA N

1

IN

Europa wil tegen 2050 klimaatneutraal worden en ook de omslag maken naar een circulaire economie. Zo staat het in de Green Deal die de Europese staatshoofden en regeringsleiders zijn overeengekomen. KIimaatneutraal betekent dat er niet meer broeikasgassen in de atmosfeer mogen komen dan er door de natuur of met behulp van technologie worden uitgehaald. In een circulaire economie is het de bedoeling om materialen en producten zo lang mogelijk te hergebruiken en op die manier de planeet minder uit te putten.

mobiliteit:

wonen:

energie:

voeding:

©

d

44

Wissel je bevindingen uit en noteer ook bij de andere thema's enkele ideeën.

Valt het klimaat nog te redden?


2

Onderzoek hoe we klimaatneutraal kunnen worden. a

Lees de tekst en bestudeer figuur 4.1 ter verduidelijking.

IN

Om te verhinderen dat onze aarde verdere schade oploopt door de klimaatverandering, moeten we de transitie maken naar een klimaatneutrale wereld. Wanneer we maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen naar beneden te halen, spreken we over klimaatmitigatie. Maar zelfs als we erin slagen de uitstoot naar beneden te halen, zal de opwarming van de aarde nog een hele tijd blijven doorgaan. We moeten ons dus ook aanpassen aan de gevolgen ervan. Dat noemen we klimaatadaptatie.

VA N

klimaatverandering

©

broeikasgassen

klimaatimpact

MITIGATIE uitstoot beperken

ADAPTATIE aanpassen aan gevolgen

fig. 4.1: verschil tussen mitigatie en adaptatie

4 HET KAN ANDERS!

45


b

Lees de bronnen hieronder en omcirkel onder elke bron of het gaat om klimaatadaptatie, klimaatmitigatie of allebei. Bron 1: Minder (rund)vlees eten

Bron: www.tijdschriftkarakter.be (nr. 71, 2020)

BEKIJK FILMPJE

IN

In onze westerse wereld is ongeveer de helft van de totale broeikasgasuitstoot gekoppeld aan de consumptie van dierlijk voedsel (vlees, vis en zuivel). De uitstoot voor rund- en schapenvlees is tien keer zo hoog als voor kippenvlees. Bovendien wordt ongeveer 60 % van alle landbouwgrond op aarde gebruikt om voedsel te kweken voor alle runderen en schapen. Als we die ruimte niet zouden gebruiken voor veeteelt maar voor natuur, dan zouden we veel koolstof kunnen opslaan die nu in de atmosfeer zit. We kunnen de klimaatimpact van ons voedsel terugdringen door minder vlees te eten, maar vooral door minder rundvlees te eten.

LEES ARTIKEL

klimaatadaptatie – klimaatmitigatie – klimaatadaptatie en klimaatmitigatie Bron 2: Circulaire en groene bouwmaterialen

VA N

Naast de staalindustrie is de cementindustrie een van de grootste uitstoters van broeikasgassen. Wereldwijd is de cementindustrie verantwoordelijk voor behoorlijk wat van de totale uitstoot. Daarom is het belangrijk om oude gebouwen zoveel mogelijk te renoveren in plaats van ze te slopen. Het kan ook helpen om bouwmaterialen te hergebruiken in plaats van daarvoor nieuwe grondstoffen te ontginnen. We spreken van urban mining of stadsmijnbouw. Vlaamse technologie is erin geslaagd een bouwmateriaal te ontwikkelen dat vergelijkbaar is met cement en waarin CO2 wordt opgeslagen. Het resultaat wordt Carbstone genoemd. Bron: Standaard.be (6/11/2021)

©

klimaatadaptatie – klimaatmitigatie – klimaatadaptatie en klimaatmitigatie

46

Valt het klimaat nog te redden?

BEKIJK FILMPJE

LEES ARTIKEL


Bron 3: Rivierpark Maasvallei In de zomer van 2021 kwamen bij overstromingen in Wallonië 41 mensen om het leven. Ook in de provincie Limburg trad de Maas toen buiten haar oevers. Daarbij vielen gelukkig geen slachtoffers. Dat heeft te maken met de aanleg van het Rivierpark Maasvallei. Na overstromingen in de jaren negentig besloot men om de Maas tussen Maastricht en Maaseik meer ruimte te geven (rewilding). Dat werd onder meer mogelijk gemaakt door graafwerken uit te voeren in samenwerking met grindwinningsbedrijven. Dit project is een mooi voorbeeld van nature based solutions.

BEKIJK WEBSITE

IN

Bron: www.rivierparkmaasvallei.eu

BEKIJK FILMPJE

klimaatadaptatie – klimaatmitigatie – klimaatadaptatie en klimaatmitigatie Bron 4: Chinese Great Green Wall

VA N

China vertegenwoordigt meer dan een kwart van de totale uitstoot van CO2 in de wereld en is daarmee de wereldwijde koploper. Maar China is ook de grootste investeerder in en gebruiker van hernieuwbare energie en levert de grootste bijdrage aan ‘vergroening’ (toenemende vegetatiebedekking) in de wereld. De campagne van de Great Green Wall is bedoeld om het oprukken van de Gobiwoestijn te stoppen. Er zijn al meer dan 60 miljard bomen geplant langs de woestijngrens van meer dan 4 500 km in noordelijk China. China werkt ook mee aan een Afrikaanse variant, een gigantisch herbegroeiingsproject langs de zuidelijke grens van de Sahara.

LEES ARTIKEL

LEES ARTIKEL

Bron: geografie.nl

klimaatadaptatie – klimaatmitigatie – klimaatadaptatie en klimaatmitigatie

Bron 5: Groen staal

©

Naar schatting zal de behoefte aan staal in de wereld tegen 2050 verdubbelen. Maar staal produceren is op dit moment allesbehalve duurzaam. De ongeveer 550 staalfabrieken in de wereld stoten jaarlijks 2,5 gigaton CO2 uit. Dat is 7 % van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Zweden is gestart met de productie van fossielvrij staal door gebruik te maken van groene waterstof. Ook de staalfabriek ArcelorMittal in Gent trekt de groene kaart en investeert samen met de overheid ruim 1 miljard euro om één van de twee bestaande hoogovens te vervangen door een elektrische installatie op waterstof.

BEKIJK FILMPJE

LEES ARTIKEL

Bron: Standaard.be (12/10/2021 en 6/11/2021) klimaatadaptatie – klimaatmitigatie – klimaatadaptatie en klimaatmitigatie

4 HET KAN ANDERS!

47


Je leerkracht verdeelt de klas in groepen. Elke groep gaat aan de slag met een bron. - Lees jullie bron opnieuw. - Bekijk het extra bronnenmateriaal bij het onlinelesmateriaal. - Vul de tabel aan met info over jullie project. jouw project om de aarde leefbaar te houden

klimaatadaptatie

andere vooren nadelen

klimaatmitigatie

IN

c

VA N

MAG HET IETS MEER ZIJN? d

Ga zelf op zoek naar enkele voorbeelden uit de actualiteit die aantonen dat de transitie naar een uitstootvrije wereld effectief bezig is.

3

Onderzoek of geo-engineering ons kan redden. Lees de infotekst.

©

a

Geo-engineering is het grootschalig en doelbewust ingrijpen in het klimaatsysteem om de door de mens veroorzaakte klimaatverandering tegen te gaan. Er worden twee groepen technologieën onderscheiden: zonlichtwerende technieken (Solar Radiation Management of SRM) en afvang en opslag van koolstof (Carbon Dioxide Removal of CDR). De eerste groep blokkeert of tempert inkomend zonlicht en heeft een direct koelend effect. De tweede groep haalt CO2 uit de atmosfeer en slaat die op in de zee of op het land. CDR heeft effect op de wat langere termijn.

48

Valt het klimaat nog te redden?


b

Omcirkel op de figuur hieronder de zonlichtwerende technieken groen en de afvang en opslag van koolstof rood.

injectie van reflecterende aerosolen

ruimtespiegels

grootschalige aanplanting van reflecterende folie in woestijnen nieuw bos versnelde verwering CO2 uit de lucht filteren van mineralen met kunstbomen zoals olivijn (carbon scrubbers)

IN

cultiveren van algengroei

ijzerbemesting van oceanen

CO2 ondergronds opslaan verkolen van plantaardig materiaal en begraven van het restproduct (biochar)

VA N

verbetering van watertransport tussen de hogere en diepere lagen in de oceaan

CO2-injectie in oceanen

fig. 4.2: technieken geo-engineering

bleken en/of creëren van laaghangende bewolking boven zee

De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire wereld (voor Europa tegen 2050) is gelukkig al volop bezig. Toch is er nog bijzonder veel werk aan de winkel. -

-

©

-

Op het vlak van mobiliteit kunnen we onze uitstoot verlagen door ons te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer te verplaatsen en door de omschakeling te maken naar elektrische voertuigen. Dat laatste heeft wel vooral effect als er hernieuwbare energie gebruikt wordt om de batterijen op te laden. Op het vlak van wonen kunnen we onze huizen energiezuiniger maken door ze beter te isoleren en efficiënte verwarmingstechnieken te gebruiken, zoals warmtepompen en warmtenetten. De industrie staat nog in haar kinderschoenen op het vlak van klimaatneutrale productie, maar stilaan zien we ook hier vernieuwingen: bv. nieuwe types hoogovens in de staalindustrie en het gebruik van groene waterstof. Niet alleen de productie van materialen moet aangepakt worden, ook de consumptie zal duurzamer en zelfs circulair moeten worden. Wat de landbouw betreft, zal de veestapel moeten inkrimpen. Wij kunnen ons steentje bijdragen door minder vlees te eten. Daarnaast gebruiken we best zoveel mogelijk lokale producten en eten we bij voorkeur volgens het seizoen.

-

De broeikasgassen die in 2050 nog altijd in de atmosfeer terechtkomen, zullen er weer uitgehaald moeten worden (geo-engineering). De natuur kan daarbij een belangrijke rol spelen (nature based solutions). Het creëren van natuurgebieden zorgt ervoor dat er meer CO2 wordt vastgelegd en verhoogt de biodiversiteit en de veerkracht van die gebieden.

4 HET KAN ANDERS!

49


©

50

Valt het klimaat nog te redden?

versterkte broeikaseffect

0

0.5

1

1.5

2

3

3.5

4

4.5

Verandering (°C)

2.5

5.5

warmer

5

Voorspelling temperatuur bij +2 °C

6

6.5 7

VA N

gevolg

droger

-30

-

0

-

-

-

-

20

-

-

• geo-engineering:

-

• landbouw

-

10

Verandering (%)

-10

-

-

• industrie

-20

• wonen:

-

Voorspelling neerslag bij +2 °C • mobiliteit:

natter

30

40

klimaatneutrale en circulaire wereld

IN

-40

oplossingen SYNTHESE


WOORDENLIJST Thema Valt het klimaat nog te redden? hoofdstuk

term

definitie

het albedo-effect

reflectie van de inkomende zonnestralen door de aarde en door wolken

3

de biodiversiteit

grote verscheidenheid aan planten en dieren

1

het broeikasgas

gas in de atmosfeer dat de warmte vasthoudt

4

de circulaire economie of kringloopeconomie

economisch systeem dat duurzaam omgaat met grondstoffen, materialen en hulpbronnen

3

het ecosysteem

systeem van levende organismen die een wisselwerking hebben met elkaar en hun omgeving

4

geo-engineering

het grootschalig en doelbewust ingrijpen in het klimaatsysteem om de door de mens veroorzaakte klimaatverandering tegen te gaan

3

de gletsjer

Langzaam van een berg of over land schuivende 'ijstong'. Die ijstong bestaat uit samengeperste en bevroren sneeuw.

1

het Global Warming Potential (GWP)

geeft weer hoeveel sterker een broeikasgas de dampkring opwarmt in vergelijking met CO2 (het aardopwarmingsvermogen)

4

de Green Deal

plan om de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken

4

groene waterstof

Waterstof die geproduceerd is met duurzame energie. Waterstof is geen energiebron, maar kan een energiedrager zijn: een stof waarin energie is opgeslagen die bij verbranding weer vrijkomt.

3

de ijskap

koepelvormige aaneengesloten ijsmassa op het land

2

het Intergovernmental klimaatpanel van de Verenigde Naties, opgericht om politieke leiders te voorzien van de nodige wetenschappelijke data achter de Panel on Climate klimaatverandering Change (IPCC)

4

de klimaatadaptatie

aanpassingen aan de gevolgen van de klimaatverandering

4

de klimaatmitigatie

maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen naar beneden te halen

1

de koolstofbron

plaats waar koolstof in de atmosfeer komt

1

het koolstofreservoir of de koolstofput

plaats in de geosfeer waar koolstof voor lange tijd opgeslagen blijft

4

klimaatneutraal

Er mogen niet meer broeikasgassen in de atmosfeer komen dan er door de natuur of met technologie worden uitgehaald.

©

VA N

IN

1

3

het landijs

IJs dat gevormd is door het ophopen van sneeuw gedurende meerdere honderdduizenden jaren. Die sneeuw verandert in ijs onder de druk van haar eigen gewicht. Gletsjers en ijskappen zijn voorbeelden van landijs.

4

nature based solutions

klimaatoplossingen waarbij de natuur gebruikt wordt als inspiratie

1

het natuurlijk broeikaseffect

Broeikasgassen zijn van nature aanwezig in de atmosfeer. Ze absorberen een deel van de warmtestraling van de aarde en warmen de atmosfeer op.

3

de orkaan

Tropische storm die harder waait dan windkracht 12 (> 117 km/u). In de VS en de Caraïben spreekt men van hurricanes, in Azië van tyfoons.

4

rewilding

een rivier meer ruimte geven

Woordenlijst

51


de transitie

structurele verandering, bv. de geleidelijke overgang van een energiesysteem gebaseerd op fossiele brandstoffen naar een systeem gebaseerd op hernieuwbare energie

4

urban mining of stadsmijnbouw

Hippe term voor het hergebruik van grondstoffen. Grondstoffen haal je daarbij niet meer uit de grond maar uit stedelijke 'mijnen' (voorraden waardevolle metalen uit oude elektrotoestellen, smartphones …).

2

de Verenigde Naties

Internationale organisatie waar de meeste landen van de wereld lid van zijn. Die landen werken samen op het vlak van mensenrechten, internationaal recht, veiligheid en wereldeconomie.

3

het verspreidingsgebied

gebied waar een bepaald verschijnsel (vegetatietype, diersoort …) voorkomt

1

het versterkte broeikaseffect

Doordat de mens extra broeikasgassen uitstoot, wordt het natuurlijk broeikaseffect versterkt en warmt de aarde op.

3

het zee-ijs

drijvende ijsmassa’s in de poolzeeën

VA N

IN

4

©

52

Valt het klimaat nog te redden?


tele

©

VA N

IN

EEN ODYSSEE

1 MIGRATIES KLEUREN BELGIË EN DE WERELD 2 MIGRATIES, DE CIJFERS ACHTER DE VERHALEN 3 HET KAN ANDERS!


e r e h ? h W art Wn heaerrthe?

o

e n o

VA N

IN

Migratiesaldo in de wereld (2020)

geen gegevens

-10 miljoen -100 000 -1 000 -1 miljoen -10 000

1 000

0

10 000

100 000

10 miljoen 1 miljoen

bron: ourworldindata.org

Ga op zoek naar de belangrijkste immigratie- en emigratielanden.

a Gebruik daarvoor de kaart van het migratiesaldo bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code. BEKIJK WEBSITE

b Noteer per werelddeel het grootste immigratieland en het grootste emigratieland in de tabel.

©

c Plaats de landen op de kaart. Noteer telkens de eerste twee letters van het land in de witruimte en trek een pijltje naar dat land. Gebruik groen voor de immigratielanden en rood voor de emigratielanden.

54

NoordAmerika

ZuidAmerika

Europa

Afrika

Azië

Oceanië

grootste immigratieland

grootste emigratieland

EEN ODYSSEE


1 MIGRATIES KLEUREN BELGIË EN DE WERELD WAAROM MIGREREN MENSEN NAAR BELGIË? De ouders van Elio Di Rupo emigreerden van Italië naar België. Lees zijn verhaal in onderstaand artikel en voer de opdrachten uit. Markeer in de tekst de zinnen groen die beschrijven wat het land van bestemming aantrekkelijk maakte. Dat zijn de pullfactoren.

b

Markeer in de tekst de zinnen geel die beschrijven waarom het gezin het land van herkomst verliet. Dat zijn de pushfactoren.

c

Markeer in de tekst de zinnen blauw die omschrijven welke stimulerende rol de overheid van het aankomstland speelde.

IN

a

“Mama deed ons vergeten dat we arm waren”

VA N

1

©

Elio Di Rupo, voormalig Belgisch premier, vertelt over zijn jeugd als kind van immigranten. “Mijn vader, Nicola, is eind 1946 naar België gekomen. Na de Tweede Wereldoorlog was de situatie in Italië dramatisch. Mijn vader was boer en samen met mijn moeder Maria had hij toen al zes kinderen. Het land bracht niet genoeg op om al die monden te voeden. De armsten trokken naar het land waar ze het goedkoopst heen konden, en dat was België. Dat deed ook mijn vader. Maar zelfs daarvoor moesten mijn ouders zich in de schulden steken.” Eerder dat jaar, op 23 juni 1946, hadden Italië en België het zogenaamde steenkolenakkoord gesloten. Italië zou tweeduizend arbeiders per week leveren, vijftigduizend in totaal. In ruil zou België, dat dringend arbeidskrachten nodig had, twee tot drie miljoen ton kolen leveren tegen een vriendenprijsje. De Fédéchar, de Belgische steenkolenfederatie, voerde een intensieve wervingscampagne in duizenden Italiaanse dorpen. Ook Nicola Di Rupo moet in zijn geboortedorp San Valentino, in de bergregio de Abruzzen in Midden-Italië, die roze affiches gezien hebben. Niet dat hij ze heeft kunnen lezen, want de ouders van Elio Di Rupo konden niet lezen. Maar de beloftes van de Belgische overheid - 'bijzonder gunstige arbeidsvoorwaarden' - waren in Italië het gespreksonderwerp van de dag. Net als duizenden landgenoten nam Nicola Di Rupo de trein naar Milaan. Daar werden de immigranten aan een medisch onderzoek onderworpen. Wie werd goedgekeurd, kreeg een kaartje op zijn vest gespeld met de naam van het Belgische mijnbekken waarvoor hij bestemd was. Na een treinreis van ruim twee dagen kwam vader Di Rupo, toen al een veertiger, aan in België. Op het perron wachtten de ziekenfondsen de gastarbeiders op. Ze namen hen mee naar de ‘cantines’, kale ruimtes met aan de ene kant de refter en aan de andere kant een immense slaapzaal. Vandaar verhuisde Nicola Di Rupo naar het barakkenkamp L'étoile in Morlanwelz. “Vader heeft in Morlanwelz, Chapelle-lez-Herlaimont en Trazegnies (Henegouwen) gewerkt. De mijngangen waren vaak niet hoger dan 1,20 meter, daar kon een volwassen man niet

1 Migraties kleuren België en de wereld

55


IN

in rechtstaan. Daar werkte mijn vader acht, negen uur per dag. Wanneer hij 's avonds weer in de barakken kwam, lag ook daar overal het stof van de mijnen.” “In 1948 kwam mijn moeder met de kinderen naar België. Mijn ouders woonden met hun zes kinderen in twee kamers in de barakken, op het einde van de tuin lagen de toiletten. Iedereen sliep er onder en boven elkaar, privacy had je er niet. In 1951 werd ik daar, in de barakken, geboren. De levensomstandigheden waren bijzonder hard. Toch zijn mijn ouders gebleven, net als de meeste Italianen. Omdat ze hier werk hadden. Met het geld dat ze verdienden, konden ze hun gezin te eten geven.” Elio Di Rupo was één jaar en een paar dagen oud toen het noodlot toesloeg. In 1952 werd zijn vader door een tankwagen overreden. “Mijn moeder had geen inkomen. Ze kreeg een uitkering van 300 Belgische frank per maand om haar kinderen groot te brengen.” Elio’s broers gingen uit werken en hielpen het gezin financieel. Zijn zus was eerder al getrouwd met een zakenman en ook zij stopte haar moeder geld toe. Toch bleef het krabben. “Mijn moeder moest vaak geld lenen. In het eerste jaar middelbaar onderwijs had ik voor aardrijkskunde een atlas nodig. Die kostte toen driehonderd frank. Mijn moeder heeft er zes maanden aan afbetaald.” Het studeren ging de jonge Elio Di Rupo aanvankelijk niet goed af. In de middelbare school moest hij een jaar overdoen. Toen ontfermde Franz Aubry, de leraar scheikunde, zich over hem. Hij wekte Elio's belangstelling voor wetenschappen. Elio Di Rupo ging naar de universiteit.

VA N

Zijn levensverhaal toont hoe een kind van arme Italiaanse migranten het tot het hoogste ambt in de Belgische federale politiek heeft geschopt. Bron: Het Nieuwsblad (29/9/2007)

d Vul met de gegevens uit opdrachten a, b en c de onderstaande tabel aan.

vertrekland

jaartal

aantrekkingskracht aakomstland = pullfactoren

reden van vertrek in land van oorsprong = pullfactoren

©

casus

stimulansen voor migratie

56

EEN ODYSSEE


2

Bestudeer in groep één migratieverhaal. Zoek een antwoord op de onderzoeksvragen (zie 4 Werkwijze). Je vindt de migratieverhalen bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Onderzoek 1 ONDERZOEKSVRAGEN - Waarom vertrekken migranten uit hun thuisland? - Welke hindernissen en stimulansen zijn er om te migreren? - Welk netwerk heeft de migrant dat hem of haar helpt om te migreren? 2 Hypothese

IN

3 Benodigdheden Elk duo beschikt over een migratieverhaal. Via de QR-code in de tabel of via de link bij het onlinelesmateriaal kom je bij het materiaal van julle casus.

naam

korte samenvatting migratieverhaal

VA N

casus

Sofia

arbeidsmigratie

2

Bashir Abdi

oorlogsvluchteling gezinshereniging

3

Muhammadu

student– gezinshereniging

4

Indrit

seizoensmigratie voor fruitteelt

5

Assil

vluchteling omwille van mensenrechten

6

Hamad

politiek vluchteling

7

Célia

arbeidsmigratie

8

Charlotte

arbeidsmigratie

©

1

foto

QR-code onlinemateriaal

1 Migraties kleuren België en de wereld

57


casus

korte samenvatting migratieverhaal

naam Nisrinne

migratie door gezinshereniging

10

Yad

oorlogsvluchteling

11

Deniz

arbeidsmigratie

12

Theresa

migratie door gezinshereniging

13

Tom

arbeidsmigratie

VA N

IN

9

foto

QR-code onlinemateriaal

14

Rosa

gezinshereniging

15

eigen verhaal

©

4 Werkwijze Onderzoek één van de migratieverhalen. Haal volgende elementen uit jullie casus: - Waarom vertrekt de persoon (push)? - Wat trekt de persoon aan in het land van bestemming (pull)? - Hoe verliep de reis: welke barrières of hindernissen kwam de persoon onderweg tegen? - Welke stimulansen om te migreren heeft deze persoon? Beschikt hij/zij over een netwerk dat de migratie vooruit helpt? - Is/was de migratie legaal of illegaal? Wat weet je over de prijs? Komt/kwam er mensensmokkel kijken bij de migratie? - Ken jij personen met een migratieachtergrond? Als je over voldoende informatie beschikt, kun je daar een aparte casus van maken (casus 15).

58

EEN ODYSSEE


5 Waarneming a Vul de tabel hieronder aan met gegevens over jullie casus. Kies voor de laatste kolom uit: actieve werving van gastarbeiders – netwerk – wetgeving EU – wetgeving België – studiebeurs – gesloten buitengrenzen Europa – vrijheid om te reizen – asiel gekregen – opleiding in België – tewerkstelling in knelpuntberoep – taal – scholingsgraad – zee – woestijn b Vervolledig de tabel met de resultaten van de andere groepen. naam + land van vertrek

2

3

Bashir Abdi

Muhammadu

Indrit

VA N

4

Sofia en man

stimulansen (+) / hindernissen (–)

pushfactoren

IN

1

pullfactoren

5

Assil

Hamad

Célia

Charlotte

Nisrinne

10 Yad

11 Deniz

13 Tom

14 Rosa

6

7

8

©

9

12 Theresa

15 eigen verhaal

1 Migraties kleuren België en de wereld

59


EEN ODYSSEE

zuidpoolcirkel 66°S

23°S

0 0°

23°N

fig. 1.1: wereldkaart, migratie naar België

60

op de evenaar

66°N

3000 km

©

Vertreklanden in kaart gebracht

VA N

IN

Steenbokskeerkring

evenaar

noordpoolcirkel

Breng de casussen in kaart door de vertreklanden rood te kleuren. Noteer de nummers van de casussen bij de juiste landen op de kaart (fig. 1.1).

Kreeftskeerkring

c

V6


MAG HET IETS MEER ZIJN? d

Een aantal migranten uit de casussen zijn uit hun thuisland vertrokken omdat hun leven in gevaar was. Lees de infotekst en ga in de casussen na waarom de personen vreesden voor hun leven. Als dat echt in gevaar is, krijgen ze als politieke vluchteling normaal het statuut van erkende vluchteling. Politieke vluchtelingen zijn personen die zich niet veilig voelen in hun thuisland. Ze ontvluchten hun land en gaan op op zoek naar bescherming in een ander land.

IN

In 1951 legden de Verenigde Naties in de Conventie van Genève vast wat een vluchteling is: “Een vluchteling is elke persoon die zich buiten het land waarvan hij de nationaliteit heeft, of indien hij geen nationaliteit heeft, buiten zijn land van herkomst bevindt, en die de bescherming van dat land niet kan of wil inroepen omdat hij vreest voor vervolging ...”

De meeste vluchtelingen komen op een illegale manier in een land terecht. Daarbij schakelen ze vaak de hulp in van mensensmokkelaars.

VA N

Elke vreemdeling die in een land aankomt, kan in dat land asiel aanvragen of een verzoek indienen om internationale bescherming te krijgen. Het land onderzoekt dan of de asielzoeker kan blijven. Niet iedereen wordt als vluchteling erkend. De procedure die de persoon moet doorlopen, noemt men een asielprocedure. Na deze procedure kun je het statuut van erkende vluchteling krijgen. Dan krijg je een verblijfsvergunning en heb je in het gastland ook een aantal rechten. In de EU kreeg ongeveer 18 % van de vluchtelingen asiel. In België was dat ongeveer een kwart. De situatie verandert elk jaar.

-

Bashir Abdi:

-

Yad:

-

Hamad:

-

Indrit:

-

Assil:

Je bent een migrant als je naar een ander land verhuist. - Als je in dat land komt wonen, ben je daar een immigrant. - In je eigen land, het land dat je verlaat, ben je een emigrant. - Migraties veroorzaken mensenstromen tussen verschillende landen.

©

Factoren die ervoor zorgen dat mensen hun land verlaten, noemen we pushfactoren: ze duwen de mensen weg uit dat land. Pullfactoren zijn factoren die mensen aantrekken om in een land te komen wonen. Als men toelating heeft om naar een land te verhuizen, is de migratie legaal. Migraties kunnen afgeremd worden door obstakels of bevorderd worden door stimuli en netwerken. Politieke vluchtelingen genieten internationale bescherming als hun leven in gevaar is, bijvoorbeeld door oorlog of schending van de mensenrechten. Ze hebben dan recht op ‘asiel’ in een veilig land. De Belgische overheid voorziet tijdelijke opvang in centra voor asielzoekers die wachten op een beslissing in hun dossier. België is voor veel migranten een interessante bestemming: - Brussel is aantrekkelijk als Europese hoofdstad. De meeste inwijkelingen komen uit de EU. - Voor een aantal specifieke beroepen is er in België veel kans op werk. - Franstalige migranten (zoals mensen uit veel Afrikaanse landen) vinden in België makkelijk hun draai. Ook Belgen emigreren naar het buitenland: de meesten verhuizen naar een ander Europees land. 1 Migraties kleuren België en de wereld

61


KUN JE IN Europa en de EU VRIJ VAN HET ENE NAAR HET ANDERE LAND BEWEGEN? 1

Ga na wat er binnen Europa kan op vlak van migratie. Lees daarvoor de infotekst en bestudeer de kaart (fig. 1.2) over de Schengenlanden. De Schengenzone is niet hetzelfde als de EU. Raadpleeg je atlas, deze kaart en de legende om het verschil tussen de twee te zien. Voer daarna de opdrachten uit.

Huidige leden EU-land niet-EU-land

Niet-leden EU-land buiten de Schengenzone kandidaat-land voor de Schengenzone (EU)

VA N

26 Europese landen behoren tot de Schengenzone. Op 14 juni 1985 ondertekenden de regeringsleiders van België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk het eerste Verdrag van Schengen. Ze kwamen overeen om de personencontrole aan hun gemeenschappelijke grenzen af te schaffen. Zo ontstond een gebied zonder binnengrenzen dat bekendstaat als de Schengenzone. Schengen is het dorp nabij het drielandenpunt tussen Luxemburg, Duitsland en Frankrijk waar het verdrag werd ondertekend. Binnen de landen van de Schengenzone mag men vrij reizen. Ondertussen zijn nog veel andere Europese landen toegetreden. De controle van personen gebeurt aan de buitengrenzen van de Schengenzone.

IN

V6

a

fig. 1.2: de Schengenzone

De EU-landen in onderstaande lijst zijn geen Schengenlanden. Noteer de nummers van deze landen op de juiste plaats op de kaart op de vorige pagina (fig. 1.2). 1 2 3

Bulgarije Cyprus Ierland of Ierse Republiek

4 5

Kroatië Roemenië

b

Markeer hierboven welke landen kandidaat zijn om toe te treden tot de Schengenzone.

c

Naast de ministaat Liechtenstein zijn er nog drie landen die niet tot de EU behoren maar wel tot de Schengenzone. Welke landen zijn dat? Noteer hun namen en noteer ook deze nummers op de juist plaats op de kaart (fig. 1.2). 7

8

©

6 d

2

Welke status heeft het Verenigd Koninkrijk binnen Europa? - Markeer de juiste omschrijving(en). EU-land – geen EU-land – lid van de Schengenzone – geen lid van de Schengenzone - Lokaliseer het VK op de juiste plaats op de kaart (fig. 2.1) door de grenzen te overtrekken.

Lees de infotekst over transmigranten. Onderzoek de grensproblemen die migranten en transmigranten ondervinden en beantwoord vervolgens de vragen. Heel wat transmigranten proberen vanuit België of Frankrijk het Verenigd Koninkrijk te bereiken door illegaal te reizen. Met behulp van mensensmokkelaars wagen ze de moeilijke en gevaarlijke oversteek. Ze verstoppen zich in een vrachtwagen of steken de Noordzee over met rubberbootjes. Regelmatig komen mensen om het leven tijdens die overtochten.

62

EEN ODYSSEE


a

Waarom is het voor migranten zo moeilijk om het Verenigd Koninkrijk binnen te geraken vanuit Frankrijk of België?

b

Waarom kunnen migranten wel kriskras door de Schengenzone reizen?

c

Waarom kiezen migranten ervoor om de gevaarlijke zee tussen Turkije en Griekenland over te steken, in plaats van te kiezen voor de grens over land met Bulgarije?

IN

3

De zee: een plek voor ontspanning en plezier, of een gruwelijk graf ? Vergelijk de belevingswaarde van de zee voor EU-burgers enerzijds en vluchtelingen of transmigranten anderzijds. Noteer je vaststellingen hieronder. a

Hoe beleeft een EU-burger de zee? Noteer enkele passende kernwoorden.

VA N

Hoe beleeft een transmigrant dezelfde zee? Denk aan de Noordzee of de Middellandse Zee. Noteer opnieuw enkele passende kernwoorden.

©

b

Binnen de Europese Unie is er in theorie vrij verkeer van personen, maar dat is (voorlopig) nog niet het geval voor alle EU-lidstaten. In het Verdrag van Schengen staat nauwkeurig uitgewerkt in welke landen men wel van dat voorrecht kan genieten. Een aantal niet-EU-landen behoort ook tot de Schengenzone. Binnen de Schengenzone mag je vrij reizen. Om in de Europese Unie, de Schengenzone en het Verenigd Koninkrijk binnen te geraken, ondernemen vluchtelingen vaak levensgevaarlijke tochten over zee.

1 Migraties kleuren België en de wereld

63


TUSSEN WELKE WERELDREGIO’S ZIJN ER GROTE MIGRATIESTROMEN? 1

Figuur 1.3 geeft de migratiestromen weer tussen herkomst- en aankomstregio's. Onderzoek per groep een aankomstregio uit de grafiek. Noteer in de tabel per aankomstregio de twee belangrijkste herkomstregio’s. Als de aankomstregio dezelfde is als de herkomstregio kun je ‘eigen regio’ noteren. De dikte van de lijn is evenredig met het totaal aantal migranten. De kleur van de lijn komt overeen met de kleur van de herkomstregio van de migranten. REGIO VAN HERKOMST (aantal miljoen emigranten)

onbekend

Centraal- en Zuid-Azië (51)

Latijns-Amerika en de Caraïben (43)

Oost- en Zuidoost-Azië (38)

Arabische wereld (38)

Sub-SaharaAfrika (28)

Noord-Amerika

Oceanië

(13) (4)

VA N

IN

Europa (63)

Europa (87)

Noord-Amerika (59)

Arabische wereld (50)

Sub-SaharaAfrika (22)

Oost- en Zuidoost-Azië

(20)

Centraal- en Latijns-Amerika Zuid-Azië en de Caraïben

(19)

REGIO VAN AANKOMST (aantal miljoen immigranten)

(15)

(9) Oceanië

fig. 1.3: migratiestromen tussen regio’s, in miljoen aantal mensen bron data: United Nations Department of Economic and Social Affairs, Population Division (2020). International Migrant Stock 2020.

a

Zoek in de casussen bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code een voorbeeld van de herkomstregio die jij onderzoekt. Noteer de naam van de migrant uit de casus bij de juiste regio in de tabel. Noteer ook één pushfactor.

aankomstregio

grootste groep

tweede grootste groep

casus migrant

pushfactor

Noord-Amerika

©

Europa

casus migrant pushfactor

64

herkomstregio

EEN ODYSSEE

BEKIJK CASUSSEN


aankomstregio

herkomstregio tweede grootste groep

Arabische wereld

casus migrant

Oost- en ZuidoostAzië

casus migrant

pushfactor

Sub-SaharaAfrika

casus migrant

pushfactor

pushfactor

IN

grootste groep

Duid op de wereldkaart hieronder de belangrijkste migratiestromen aan met een pijl tussen de herkomst- en aankomstregio’s. Stel per regio de twee belangrijkste migratiestromen voor op de wereldkaart. Gebruik daarvoor de kleuren van de legende. Als de migratiestroom in de eigen regio plaatsvindt, plaats je een cirkelvormige pijl in die regio.

c

Vervolledig de tabel hierboven en de wereldkaart (fig. 1.4) met de resultaten van het onderzoek van je klasgenoten.

©

VA N

b

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

Steenbokskeerkring

zuidpoolcirkel 0

3000 km op de evenaar

migratie binnen:

migratie vanuit: Europa

Oost- en Zuidoost-Azië

Europa

Oost- en Zuidoost-Azië

lage HDI

Latijns-Amerika

Centraal en Zuid-Azië

Latijns-Amerika

Centraal en Zuid-Azië

hoge HDI

Arabische wereld

Sub-Sahara-Afrika

Arabische wereld

Sub-Sahara-Afrika

fig. 1.4: wereldkaart migratiestromen

1 Migraties kleuren België en de wereld

65


2 V6

Onderzoek nog een aantal redenen waarom mensen migreren. a

Raadpleeg de kaart van de HDI in je atlas en lees de tekst hieronder. De HDI of Human Development Index is de index van de menselijke ontwikkeling. De HDI is een maat voor welvaart en welzijn. Welvaart wordt onder meer gemeten door levensstandaard en bnp, welzijn door onder meer onderwijs en kennis, gezondheid en levensverwachting.

-

Maak op de wereldkaart op de vorige pagina (fig. 1.4) duidelijk welke regio’s in de wereld een HDI hebben die lager is dan gemiddeld en welke regio’s een HDI hebben die duidelijk heel hoog is. Kies voor elk type een kleur. Kleur de vakken in de legende in de kleuren die je gekozen hebt. Welk verband zie je tussen HDI en migratie? Markeer wat juist is. -

b

Een gebied met een lagere HDI is een vertrekgebied / aankomstgebied. Een gebied met een hoge HDI is een vertrekgebied / aankomstgebied.

De meeste mensen zijn op zoek naar een beter leven, beter werk en een hoger inkomen. Dat vinden ze in een land dat rijker is dan het land dat ze verlaten. Ga na welke redenen er nog zijn om de eigen regio te verlaten. - Zoek in je atlas de kaart van de milieurisico’s. - Vul aan met enkele voorbeelden.

VA N

V6

IN

-

-

klimaatrisico’s:

-

natuurlijke risico's:

©

Dhaka, Bangladesh: overstroomde straat in de zomer van 2020

-

Florida, VS: ravage na de doortocht van een orkaan in 2018

Lees de infotekst over klimaatvluchtelingen. Klimaatvluchtelingen willen weg uit hun leefomgeving omwille van de levensbedreigende gevaren van de klimaatverstoring. Droogte, overstromingen, hevige stormen en orkanen bedreigen woningen en de productie van voedsel. Ook natuurlijke risico's zoals aardbevingen en vulkaanuitbarstingen veroorzaken vaak grote verwoestingen. Die leiden in arme landen ook tot vluchtelingenstromen.

66

EEN ODYSSEE


Ga naar het onlinelesmateriaal en raadpleeg de casussen. Noteer in de tabel naast elke persoon uit de casussen uit welk land ze afkomstig zijn en voor welk milieurisico ze op de vlucht slaan. casus

land

risico

Renu Bibi

Marcel

Emerson

Abraha

IN

-

VA N

©

Migraties zijn een wereldwijd verschijnsel. De belangrijkste redenen om te vertrekken (pushfactoren) zijn armoede, oorlog, vervolging en natuurlijke gevaren. - Veel mensen slaan op de vlucht voor een leven in armoede. Ze gaan op zoek naar een beter bestaan en naar (beter betaald) werk. Dat hopen ze te vinden in een land dat rijker is dan het land dat ze verlaten. Twee derde van alle migranten zijn arbeidsmigranten. - In het geval van oorlog en vervolging vluchten veel mensen naar een buurland. Er is veel migratie in de eigen regio. Armoede en oorlog hangen samen met de Human Development Index (HDI). De grootste mensenstromen gaan van gebieden met een lagere HDI naar gebieden met een hogere HDI (pullfactoren). - Ook natuurlijke gevaren zoals vulkanen en aardbevingen bedreigen het leefgebied van veel mensen. - Klimaatrisico’s verhogen het gevaar op stormen, droogte en overstromingen. Dat zijn ook belangrijke redenen om het eigen leefgebied te ontvluchten (pushfactoren).

3

Markeer in het schema op de volgende pagina alle push- en pullfactoren die je ontdekte in de verschillende verhalen. Noteer de woorden 'obstakels' en 'stimulansen' op de juiste plaats.

1 Migraties kleuren België en de wereld

67


68

EEN ODYSSEE

honger

armoede

werkloosheid

lage HDI

-

-

-

-

economie

©

-

-

-

-

-

aardbevingen

-

-

-

over- stromingen vulkanen -

branden

droogte

natuurrampen:

ecologie

PUSH

UITWIJKING = EMIGRATIE

mensenrechten

discriminatie

genocide

instabiliteit

dictatuur

oorlog

grens, muur

zee

woestijn

scholingsgraad

taal

-

-

-

-

-

politieke beslissingen, beleid

netwerken

-

-

cultuurverschillen

-

VA N politiek

afstand, kostprijs

-

MIGRATIESTROMEN

hoge HDI

welvaart

werk

IN

-

-

-

economie

-

-

veilig

stabiel

ecologie

PULL

INWIJKING = IMMIGRATIE

hereniging …)

(asiel, gezins-

wetgeving

politiek


2 MIGRATIES, DE CIJFERS ACHTER DE VERHALEN HOE IS DE RECENTE MIGRATIEGESCHIEDENIS WEERSPIEGELD IN DE bevolkingssamenstelling van België? 1

a

Lees de infotekst en bekijk figuur 2.1.

IN

V17

Onderzoek hoe de bevolkingssamenstelling de migratie weerspiegelt.

De Belgische bevolking vertoont een grote diversiteit. De meer dan 11 miljoen inwoners van België hebben niet allemaal dezelfde herkomst.

VA N

Samenstelling van de bevolking in België, op 1 januari 2020

Belgen met Belgische achtergrond Vreemdelingen Belgen met een buitenlandse achtergrond

fig. 2.1: samenstelling van de Belgische bevolking naar herkomst bron: www.myria.be, cijfers van Statbel

Verbind elk begrip met de juiste omschrijving. Belgen met een Belgische achtergrond

Beide ouders hadden de Belgische nationaliteit bij inschrijving.

niet-Belgen

personen die de Belgische nationaliteit niet hebben

Belgen met een buitenlandse achtergrond

©

b

De ouders of zijzelf hadden bij de eerste inschrijving niet de Belgische nationaliteit, maar hebben nu wel de Belgische nationaliteit: dat proces heet naturalisatie.

2 Migraties, de cijfers achter de verhalen

69


Je onderzocht de push- en pullfactoren in een aantal verhalen over migraties naar België. Onderzoek aan de hand van figuur 2.2 hoe die concrete verhalen passen in de statistieken.

VA N

IN

2

fig. 2.2: redenen om te migreren naar België (2015 – 2019) bron: www.myria.be, cijfers van Dienst Vreemdelingenzaken

a

Wat is de belangrijkste reden om te migreren naar België?

b

Rond welk percentage schommelt het aandeel van de migranten dat naar België komt voor de tewerkstelling (‘bezoldigde activiteiten’)?

MAG HET IETS MEER ZIJN? c

Welke migratieverhalen uit de casussen horen bij de ‘bezoldigde activiteiten’?

©

d

Welke migratieverhalen horen bij ‘internationale bescherming’?

De Belgische bevolking vertoont een grote diversiteit. - Ongeveer 70 % van de inwoners van het Belgisch grondgebied zijn Belgen met een Belgische achtergrond. - Ongeveer 30 % van de Belgen heeft een buitenlandse achtergrond. Zij kunnen al Belg zijn of nog steeds de nationaliteit van hun herkomstland hebben. Ze kunnen een aanvraag doen om de Belgische nationaliteit te krijgen. Dat kan als ze voldoen aan bepaalde voorwaarden die wettelijk vastgelegd zijn. Dat proces noemen we ‘naturalisatie’.

70

EEN ODYSSEE


HOE ZIJN DE INWONERS MET EEN NIET-BELGISCHE ACHTERGROND verspreid OVER HET BELGISCH GRONDGEBIED? V6

Onderzoek de spreiding van de inwoners met een andere herkomst in België. Zoek daarvoor de kaart met de spreiding van de migranten per gemeente in je atlas.

1

a

Analyseer de kaart nauwkeurig en gedetailleerd.

b

Vul de tekst aan met de juiste regio’s. Kies uit: grensgebieden – grote steden – oude mijnregio’s

IN

Op deze plaatsen wonen meer migranten dan gemiddeld: -

In door de nabijheid van werk en vrienden/familie.

-

In omwille van werk over de grens, belastingsvoordelen of de nabijheid van het eigen land.

-

In omdat men voor het werk in de steenkoolmijnen actief op zoek ging naar buitenlandse werkkrachten. (Tip: zie fig. 2.3.)

VA N

De inwoners met een niet-Belgische achtergrond zijn ongelijk verspreid over België. - Grensgemeenten, steden en verstedelijkte gebieden, oude mijnregio’s en industriegebieden tellen meer mensen met een migratieachtergrond dan gemiddeld. - In landelijke gebieden wonen minder mensen met een migratieachtergrond dan gemiddeld.

MAG HET IETS MEER ZIJN?

2

Onderzoek de ongelijke spreiding van migranten in België. Welke horizontale en verticale relaties herken je? Markeer de juiste oplossing zodat de verklaring voor elk verschijnsel klopt. -

horizontale relatie: Spreiding migranten en de grens met Nederland, Duitsland, Groothertogdom Luxemburg, Frankrijk: langs de grenzen komen aanzienlijk minder / meer mensen voor met een migratieachtergrond.

-

verticale relatie: In de voormalige mijnstreken van Limburg en Wallonië is het percentage migranten kleiner / groter dan gemiddeld. Men ging actief op zoek naar buitenlandse werknemers voor het werk in de steenkoolmijnen.

©

V6

fig. 2.3: De steenkoolbekkens van België, Nederland, Duitsland en Frankrijk. In België en Nederland zijn alle mijnen gesloten.

2 Migraties, de cijfers achter de verhalen

71


HEBBEN MIGRATIES EEN INVLOED OP DE LEEFTIJDSSTRUCTUUR VAN DE BEVOLKING? Onderzoek de leeftijdsstructuur van de Belgische bevolking.

V23 b

Ga naar het onlinelesmateriaal of de QR-code en raadpleeg de meest recente leeftijdshistogrammen. Daarop kun je de exacte cijfers aflezen per leeftijdsgroep. BEKIJK

HISTOGRAMMEN Hieronder staan vier uitspraken over de leeftijdsstructuur die je kunt afleiden uit de leeftijdshistogrammen. - Noteer bij elke uitspraak de letter van het histogram waarover het gaat. - Duid op histogram B, C en D de leeftijdsgroep (in vet in de opgave) aan waarover de uitspraak gaat.

A

Dit is het leeftijdshistogram van de totale Belgische bevolking.

IN

a

Op het leeftijdshistogram van de niet-Belgen tref je veel 18- tot 65-jarigen aan. Dat komt doordat immigranten vooral jonge mensen zijn in de beroepsactieve leeftijd.

Belgen met een buitenlandse achtergrond zijn gemiddeld jonger dan de gemiddelde Belgische bevolking. Deze bevolkingsgroep telt veel min-18-jarigen.

VA N

Dit is het leeftijdshistogram van Belgen met een Belgische achtergrond. Deze bevolkingsgroep kenmerkt zich door vergrijzing en telt veel 65-plussers.

A

man

400 000

C

200 000

©

man

100 000

50 000

100+ 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0 0

100+ 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0 0

B

vrouw

200 000

50 000

200 000

400 000

vrouw

100 000

man

D

man

100 000

50 000

100+ 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0 0

100+ 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0 0

vrouw

200 000

vrouw

50 000

100 000

fig. 2.4: leeftijdshistogrammen 2020 bron data: Statbel

Belgen met een Belgische achtergrond zijn gemiddeld veel ouder dan niet-Belgen en inwoners met een niet-Belgische achtergrond. De vergrijzing is het sterkst bij Belgen met een Belgische achtergrond. 72

EEN ODYSSEE


HEBBEN MIGRATIES GEVOLGEN VOOR DE BEVOLKINGSEVOLUTIE IN BELGIË EN EUROPA? 1

Lees de infotekst om je kennis over de natuurlijke en de totale bevolkingsevolutie op te frissen. De natuurlijke bevolkingsevolutie is de bevolkingstoename of -afname door geboorte en sterfte, zonder migraties. De totale bevolkingsevolutie is de bevolkingstoename of -afname door geboorte, sterfte en migraties. Vergelijk op de grafieken hieronder de natuurlijke en de totale bevolkingsevolutie van België en Europa. a

Bevolkingsgroei met en zonder migratie, Europa

Scan de QR-code of ga naar de link bij het onlinelesmateriaal en raadpleeg de meest recente grafieken. Bevolkingsgroei met en zonder migratie, 1% België 0.8%

0.7% 0.6%

Bevolkingsgroei met en zonder migratie, Europa 1%

0.8%

0.6%

0.5%

0.6%

0.4%

0.4%

IN

2

0.4%

0.3%

VA N

0.2% 0.2%

0.2%

0%

0.1% 0%

1950

1960

1970

1980

1990

2000

20101950 2020

0%

1960

1970

bevolkingsgroei (met migratie)

bevolkingsgroei (zonder migratie)

1950 1980 1960

19901970

1980 2000

1990 2010

2000 2020

2010

2020

bevolkingsgroei (met migratie)

bevolkingsgroei (met migratie)

bevolkingsgroei (zonder migratie)

bevolkingsgroei (zonder migratie)

BEKIJK WEBSITE

fig. 2.5: bevolkingsgroei met en zonder migratie in België (1950-2020) bron: ourworldindata.org

b

BEKIJK WEBSITE

fig. 2.6: bevolkingsgroei met en zonder migratie in Europa (1950-2020) bron: ourworldindata.org

Vul aan met het juiste getal en markeer de juiste keuze. -

In 2020 is de natuurlijke aangroei van de Belgische bevolking laag / gemiddeld / hoog (

Door migraties is de bevolkingsgroei lager / hoger (

).

In 2020 is de natuurlijke aangroei van de Europese bevolking positief / negatief (

©

-

Door migraties is de totale bevolkingsgroei lager / hoger (

).

).

).

Zonder migraties neemt de Europese bevolking af en kent de Belgische bevolking slechts een zeer kleine natuurlijke aangroei. Door migraties neemt de bevolking van zowel België als van Europa licht toe.

2 Migraties, de cijfers achter de verhalen

73


WELKE INVLOED HEBBEN MIGRATIES OP DE ECONOMIE VAN HET AANKOMSTLAND?

2

Onderzoek de invloed van inwijking op de leeftijdsstructuur van de bevolking. Markeer wat juist is. a

Immigranten zijn vooral jonge / oudere mensen.

b

Inwijkelingen zijn verhoudingsgewijs jonger / ouder dan de gemiddelde Belgische bevolking. Daardoor komen er veel kinderen met een migratieachtergrond bij.

c

De totale actieve bevolking neemt toe / neemt af.

IN

1

Onderzoek de gevolgen voor de economie, bijvoorbeeld op het invullen van vacatures voor knelpuntberoepen. a

Lees de tekst over braingain en braindrain.

VA N

Vacatures voor knelpuntberoepen worden vaak ingevuld door mensen met een migratieachtergrond.

©

Als hoogopgeleide migranten hier vacatures opnemen, spreekt men van ‘braingain’. Het omgekeerde gebeurt in het vertrekland: als die jonge en actieve bevolking het vertrekland heeft verlaten, wordt de economie daar niet vooruitgeholpen, wel integendeel. Als mensen met een hogere opleiding, zoals artsen en verpleegkundigen, emigreren, betekent dat voor het vertrekland een ‘braindrain’.

b

Noteer enkele knelpuntberoepen. Illustreer met een voorbeeld uit de bestudeerde casussen.

74

EEN ODYSSEE


Het pensioen is één van de pijlers van onze sociale zekerheid. Dat wordt betaald door de actieve bevolking. Bekijk de impact van migratie op onze sociale zekerheid.

3

a

Vul de tekst aan. Baseer je op het onderzoek van de leeftijdshistogrammen dat je eerder gedaan hebt (fig. 2.4). Een belangrijk aandeel van immigranten is jonger dan 18 jaar door

.

In de groep van de Belgen met een Belgische achtergrond zien we de bevolking

.

Die groep wordt gekenmerkt door en de sterftecijfers liggen . De vergrijzing is problematisch voor onze sociale zekerheid. Markeer wat juist is. Het aandeel jonge, actieve mensen wordt steeds groter / kleiner.

c

Hoe draagt migratie bij aan de betaalbaarheid van de pensioenen? Markeer wat juist is. Door migratie stijgt / daalt de actieve bevolking .

IN

b

VA N

Migraties veranderen de gemiddelde leeftijd van de bevolking. Ze beïnvloeden de economie, zowel in het aankomstland als in het vertrekland. - Als het aankomstland een verouderde bevolking heeft, zorgt immigratie voor een extra input aan jonge mensen en neemt de actieve bevolking toe. Veel knelpuntberoepen geraken daardoor ingevuld. De pensioenbijdragen door de actieve bevolking stijgen ook. Als het beroepen voor hoogopgeleiden betreft, spreekt men van ‘braingain’. - In het vertrekland is het effect omgekeerd. Jonge, actieve mensen trekken weg en de oudere mensen blijven achter. Dat noemen we 'braindrain'.

MAG HET IETS MEER ZIJN?

In West-Europa zorgt de immigratie voor een ‘verjongingskuur’ van de verouderde bevolking en krijgt de economie een boost. In de landen en regio’s van herkomst voltrekken zich drama’s door emigratie en veroudering. In Oost- en Zuid-Europa lopen hele dorpen leeg door emigratie. Ook het lage geboortecijfer is in die regio’s een probleem dat al decennialang aansleept. Een aantal Oost-Europese landen sloot zich vrij recent (2004 en 2007) aan bij de EU. Die inwoners kunnen daardoor genieten van de vrijheid om door de EU te reizen en in West-Europa werk te zoeken. Ze verlaten hun land omwille van de zwakke economie en de ongunstige politieke toestand. Men klaagt er over werkloosheid, lage lonen, veel corruptie en een niet goed functionerende democratie. Ook in sommige streken van Zuid-Europa is de leegloop dramatisch. Ga naar het onlinelesmateriaal voor meer info.

©

-

-

2 Migraties, de cijfers achter de verhalen

75


WELKE BIJDRAGEN LEVEREN MIGRANTEN AAN DE ECONOMIE VAN HUN HERKOMSTLAND? 1

Lees het onderstaand artikel over hoe migranten hun familie in het land van herkomst ondersteunen. Voer vervolgens de opdrachten uit.

IN

Karim, zijn vrouw Wini en hun drie kinderen gaan elke zomer terug naar zijn geboortedorp Al Hoceima, in de Rif, in het noorden van Marokko. Karim verliet deze streek om te gaan studeren in Barcelona en kwam daarna in Merksem terecht. De regio rond Al Hoceima is een arme streek, zonder degelijk onderwijs of een goed ziekenhuis. Het gezin steunt de familie van Karim in Marokko met geld en goederen, zoals kleren, kookgerief en schriftjes. De Marokkaanse familie vindt het leuk om typisch Belgische gerechten te bereiden, zoals bloemkool in witte saus, dus daarvoor gaan ook ingrediënten mee. Ook lekkernijen zoals chocolade, pindakaas, kaas en koffie gaan mee in de aanhangwagen. Bron: interview in MO (2/8/2017)

Onderzoek op de onderstaande grafiek het belang van de geldtransfers in vergelijking met de ontwikkelingshulp. Vul vervolgens de zin aan.

VA N

a

Geldtransfers van migratiegemeenschappen

Van rijke landen naar familie en vrienden in herkomstlanden

miljard dollar

geldtransfers officiële ontwikkelingshulp

500

551 miljard

442 miljard

400

300

wisselkantoor

200 100 0

2000

2005

2010

©

fig. 2.7: geldtransfers van migrantengemeenschappen bron data: World Bank Blogs

b

2015

2020

De geldtransfers zijn nu ongeveer keer zo hoog als de officiële ontwikkelingshulp.

Lees de info over financiële stromen en goederenstromen naar het land van herkomst. Naast financiële hulp bezorgen migranten hun familie in het land van herkomst vaak ook een variatie aan goederen die de mensen goed kunnen gebruiken. Die stromen van geld en goederen noemt men 'remittances'.

c

Met welke goederen helpt het gezin hierboven haar familie in Marokko?

76

EEN ODYSSEE


2

Bekijk wat er in 2020 gebeurde met de geldtransfers. a

Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code en lees de tekst hieronder.

Geen werk en geen geld van familie uit het Westen: ontwikkelingslanden dubbel getroffen

BEKIJK FILMPJE

Bron: Standaard.be (16/6/2020)

b

IN

Wereldwijd is het geld dat migranten naar familie in hun herkomstland sturen in 2020 met 20 % teruggevallen. Daardoor kwamen miljoenen mensen daar in de armoede terecht. Ook in de Westerse landen is er economische schade door het coronavirus.

Wat veroorzaakte die plotse daling van de geldtransfers in 2020? Vul aan.

VA N

Door werd in 2020 het reizen sterk beperkt. In veel sectoren viel de economie stil door de lockdowns, waardoor de migranten minder geld verdienden en ook minder konden opsturen naar hun land van herkomst.

MAG HET IETS MEER ZIJN?

3

a

Vergelijk de kaart met de atlaskaarten van het migratiesaldo en met die van de HDI. Welk verband zie je tussen de kaarten van de remittances, het migratiesaldo en de HDI? Duid het juiste antwoord aan. Mensen die gemigreerd zijn, storten het meeste geld naar hun land van herkomst. Mensen die gemigreerd zijn naar een land met een hoge HDI, storten het minste geld naar hun land van herkomst. Mensen die gemigreerd zijn naar een land met een hoge HDI, storten het meeste geld naar hun land van herkomst.

Mensen die gemigreerd zijn naar een land met een hogere HDI sturen vanuit hun aankomstland geld en goederen naar hun achtergebleven familie. Die geld- en goederenstromen of 'remittances' helpen mee in de strijd tegen armoede en leveren een belangrijke economische bijdrage aan de families in het land van herkomst.

©

V6

Ga naar het onlinelesmateriaal en bestudeer de kaart over de persoonlijke geldtransfers van mensen vanuit het land waar ze werken naar hun land van herkomst.

2 Migraties, de cijfers achter de verhalen

77


78

EEN ODYSSEE

ecologie natuurrampen: - droogte - branden - overstromingen - vulkanen en aardbevingen

EMIGRATIELAND

IMMIGRATIELAND

- ‘brain

- tewerkstelling in

beroepen

bevolking

politiek wetgeving (asiel, gezinshereniging …)

- bevolkingsdruk

- bevolkingsstructuur =

demografie

ecologie - stabiel - veilig

PULL

INWIJKING = IMMIGRATIE

IN

economie - werk - welvaart - hoge HDI

stromen van = 'remittances'

jonge mensen = actieve bevolking

stimulansen - politieke beslissingen, beleid - netwerken

-

obstakels afstand, kostprijs cultuurverschillen grens, muur zee woestijn taal scholingsgraad

MIGRATIESTROMEN

VA N

politiek - oorlog - dictatuur - instabiliteit - genocide - discriminatie - mensenrechten

- voor wie achterblijft

- ‘brain

- bevolkingsdruk

- bevolking

demografie bevolkingsstructuur

economie - honger - armoede - werkloosheid - lage HDI

PUSH

UITWIJKING = EMIGRATIE

© b Vul het schema aan met de passende woorden.


3 HET KAN ANDERS! ZIJN MIGRATIES OORZAAK OF GEVOLG VAN EEN WERELD VOL ONGELIJKHEID? 1

Onderzoek de migratiegeschiedenis van de mens aan de hand van de onderstaande kaart en het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code.

Europa 45 000 j geleden

Arabisch schiereiland 120 000 – 90 000 j geleden

Amerika 15 000 j geleden

Levant

Zuid-Azië, Indonesië

Australië 50 000 j geleden

VA N

Homo sapiens in Afrika 150 000 – 200 000 j geleden

IN

Noord-Azië

BEKIJK FILMPJE

20 000 j geleden

fig. 3.1: verspreiding van de mens over de aarde

a

Waar ontstond de ‘moderne mens’?

b

Welk continent werd als laatste door de mens ingenomen?

Interessant om weten

©

Veel recenter, op het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw, zijn er vanuit West-Europa en ook vanuit Vlaanderen grote migratiegolven geweest naar Australië, Canada en vooral naar de VS. Wil je daar meer over weten, bezoek dan zeker eens het Red Star Line Museum in Antwerpen. Vlaanderen was toen zeer arm, er was een hoog geboortecijfer en veel jonge mannen trokken alleen of met hun familie naar de Nieuwe Wereld, op zoek naar een betere toekomst. Zij zaten in dezelfde situatie als veel migranten nu. Heb jij ook verre voorouders die naar Amerika zijn uitgeweken, daar gebleven zijn of terugkeerden? In het Red Star Line Museum kun je dat opzoeken. Migreren om de armoede, onvrijheid, oorlog en vervolging te ontvluchten: het gebeurt nog steeds. Maar ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’ (naar Willem Elsschot). De wetgeving laat geen grote migratiestromen meer toe. De VS, Canada, Australië en de EU sloten de laatste decennia hun grenzen voor onbeperkte migratie. Mensen die omstreeks 1960 vanuit het onvrije Oost-Berlijn naar het vrije West-Berlijn wilden vluchten, stuitten op de ondertussen gebouwde Berlijnse muur. Die hindernis viel weg in 1989.

de muur die Berlijn verdeelde tot 1989

3 HET KAN ANDERS!

79


Hetzelfde overkomt nu de migranten die vanuit Latijns-Amerika naar de VS willen vluchten: ook zij stuiten op een moeilijk te nemen hindernis aan de grens.

IN

Bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code vind je een link naar de huidige en geplande ‘muren’ in de wereld.

BEKIJK WEBSITE

de muur tussen Mexico en de VS

© www.CartoonStock.com

Hoe kun je deze cartoon ontleden? Noteer stapsgewijs een antwoord bij elke vraag. 1 Wat zie je?

VA N

2 Waar speelt het zich af?

3 Waar gaat de cartoon over?

4 Vind je dit grappig of niet?

5 Wat wil de tekenaar ons vertellen?

6 Wat is jouw mening daarover?

7 Bedenk een titel voor de cartoon.

Is migratie positief en wenselijk voor Europa? Op die vraag hebben we een antwoord gezocht in de vorige lessen.

©

2

a

Vat de belangrijkste argumenten pro migratie samen. -

-

80

EEN ODYSSEE

economische argumenten: •

demografische argumenten: •


b

Lees de infotekst. Op de kaart met de migratiestromen (zie p. 65) zie je dat de grote migratiestromen gaan van gebieden met een lagere HDI naar gebieden met een hogere HDI. Massale migratie is evenwel niet wenselijk omdat in het vertrekland veel kansen voor ontwikkeling verdwijnen. In het aankomstland leidt massale immigratie vaak tot onrust en verstoring van het maatschappelijke evenwicht.

3

IN

Om de massale migratie af te remmen moet de HDI in het ‘arme zuiden’ omhoog. Dat kan alleen als de gebieden met een te lage HDI, the Global South of het Globale Zuiden een betere, sterkere economie krijgen. Dan zullen daar ook de welvaart en het welzijn toenemen.

Tijdens de vorige lessen onderzocht je de push- en pullfactoren. Je leerde ook de effecten van migraties op de samenstelling van de bevolking en de economie van het aankomst- en vertrekland kennen. In een ideale wereld, waar de economie in evenwicht is met ecologie en welzijn, is migratie mogelijk maar zijn er geen massale mensenstromen meer. Onderzoek hoe duurzame ontwikkeling een alternatief kan bieden voor emigratie. Bekijk bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code het filmpje dat uitlegt wat cirkelmigratie of circulaire migratie is.

VA N

a

b

Vul de onderstaande tabel aan. - Vertrek van de pushfactoren in het grote schema dat je opstelde aan het einde BEKIJK FILMPJE van hoofdstuk 1 (p. 68). - Buig elke pushfactor om in een positieve factor, als een werkpunt voor de regeringen van alle landen. Noteer die positieve factoren bij de juiste categorieën in de tabel. welzijn

ecologie

economie

©

c

Breng alle factoren en hun onderlinge samenhang samen in een causaal diagram. Kies daarvoor één van de sporen op de volgende pagina's.

3 HET KAN ANDERS!

81


SPOOR 1 a Lees de stellingen in de tabel en noteer of ze juist of fout zijn. b

Is de stelling fout? Markeer dan het foute woord en vervang het door het juiste.

c Vervolledig het causaal diagram. Noteer bij elke pijl van het schema een + als beide factoren elkaar versterken en een – als ze elkaar verzwakken of tegenwerken. stellingen

juist/ fout

verbetering

1

In landen met een hoge bevolkingsdruk nemen de migraties af

2

Hoe beter de gezondheidszorg in een land, hoe meer migraties.

3

Hoe beter het onderwijs in een land, hoe lager de bevolkingsdruk.

4

Hoe beter het onderwijs in een land, hoe meer / minder migraties.

5

Beter beleid zorgt voor een betere economie en een hoger inkomen.

6

Migraties zorgen voor een betere financiële situatie bij de families in het vertrekland.

7

De voedselvoorziening daalt door de klimaatverstoring.

8

Als de voedselvoorziening in een land stijgt, dan stijgt het aantal migraties.

9

In een land met oorlogen en schendingen van mensenrechten nemen de migraties af.

10 Hulp van ontwikkelde landen doet de migraties toenemen.

11 Cirkelmigratie heeft een negatieve impact op de economie, werk, inkomen … van het vertrekland.

12 Oorlog heeft een negatieve impact op de voedselvoorziening.

13 Klimaatrampen doen de voedselvoorziening afnemen.

VA N

IN

©

MIGRATIESTROMEN

werk

inkomen

stromen van geld en goederen

bevolkingsdruk

82

EEN ODYSSEE

cirkelmigratie

gezondheidszorg

voedselvoorziening

onderwijs

(klimaat)rampen

oorlog, vervolging


SPOOR 2 Onderzoek de relaties tussen enkele HDI-factoren en migraties. a Markeer de juiste oplossing. Als de twee factoren samen stijgen of dalen, zet je een plus in de laatste kolom. Als de ene factor stijgt, en de andere factor daardoor daalt (meer …. minder), noteer je een –. b Vervolledig het causaal schema door een + of – bij de pijlen te zetten. stellingen

+ of –

In landen met een hoge bevolkingsdruk nemen migraties af / toe.

2

Hoe beter de gezondheidszorg in een land, hoe minder / meer migraties

3

Hoe beter het onderwijs in een land, hoe lager / hoger de bevolkingsdruk.

4

Hoe beter het onderwijs in een land, hoe minder / meer migraties

5

Beter beleid zorgt voor een lager / hoger inkomen van de mensen in het vertrekland.

6

Migraties zorgen voor een minder goede / betere financiële situatie bij de families in het vertrekland.

VA N

IN

1

7

De voedselvoorziening daalt / stijgt door de klimaatverstoring.

8

Als de voedselvoorziening in een land stijgt, dan daalt / stijgt het aantal migraties.

9

In een land met oorlogen en schendingen van mensenrechten nemen de migraties af / toe.

10 Hulp van ontwikkelde landen doet de migraties afnemen / toenemen.

11 Cirkelmigratie heeft een negatieve / positieve impact op de economie, werk, inkomen … van het vertrekland.

12 Oorlog heeft een negatieve / positieve impact op de voedselvoorziening.

13 Klimaatrampen doen de voedselvoorziening afnemen / toenemen.

©

MIGRATIESTROMEN

werk

inkomen

stromen van geld en goederen

bevolkingsdruk

cirkelmigratie

gezondheidszorg

voedselvoorziening

onderwijs

(klimaat)rampen

oorlog, vervolging

3 HET KAN ANDERS!

83


Pushfactoren hangen vaak onderling samen. Ze versterken migraties en mensenstromen tussen verschillende regio’s in de wereld. Pullfactoren zijn het gevolg van de grote ongelijkheid tussen vertreklanden en aankomstlanden. Migranten zoeken een beter leven in landen zonder gevaren, oorlog of vervolging, met meer kans op werk, beter onderwijs en een betere gezondheidszorg. Minder ongelijkheid, meer vrede, een hogere HDI en een betere wereldwijde zorg voor milieu en klimaat moeten de leefomstandigheden in de vertreklanden verbeteren en de massale migratiestromen verminderen.

©

VA N

IN

Bij circulaire migratie of cirkelmigratie keren migranten terug naar hun land van herkomst. Daar brengen ze de kennis die ze opgedaan hebben in de praktijk. Zo dragen ze bij aan de economische en sociale ontwikkeling van hun herkomstland.

84

EEN ODYSSEE


ecologie natuurrampen: - droogte - branden - overstromingen - vulkanen en aardbevingen

maatregelen tegen massale emigratie: ontwikkeling van Global South

EMIGRATIELAND

demografie bevolkingsstructuur - jonge bevolking - hoge bevolkingsdruk - ‘braindrain’ - armoede voor wie achterblijft

economie - honger - armoede - werkloosheid - lage HDI

PUSH

UITWIJKING = EMIGRATIE

© VA N

stromen van geld en goederen = 'remittances'

jonge mensen = actieve bevolking

stimulansen - politieke beslissingen, beleid - netwerken

obstakels afstand, kostprijs cultuurverschillen grens, muur zee woestijn taal scholingsgraad

circulaire migratie of cirkelmigratie = terugkeer

politiek - oorlog - dictatuur - instabiliteit - genocide - discriminatie - mensenrechten

-

MIGRATIESTROMEN

ongelijkheid in de wereld: Global South pusht

politiek wetgeving (asiel, gezinshereniging …)

argumenten pro en contra immigratie

IMMIGRATIELAND

IN

ecologie - stabiel - veilig

demografie - bevolkingsstructuur = oude bevolking - lage bevolkingsdruk - tewerkstelling in knelpuntberoepen - ‘braingain’

economie - werk - welvaart - hoge HDI

PULL

INWIJKING = IMMIGRATIE

SYNTHESE

SYNTHESE

85


WOORDENLIJST Thema Een Odyssee hoofdstuk

term

definitie

de asielprocedure

onderzoek of een persoon recht heeft op internationale bescherming

1

de arbeidsmigratie

migratie met als doel werk te vinden in een ander land

1

de asielzoeker of ‘verzoeker om internationale bescherming’

Persoon die in een land een verzoek indient om internationale bescherming omdat zijn leven of zijn persoonlijke veiligheid in gevaar is in het eigen land. Zo start hij een asielprocedure op.

2

de braindrain

Hoogopgeleide personen verlaten hun land van oorsprong en trekken naar een ander land.

2

de braingain

toename van het aantal hoogopgeleide personen uit het buitenland

3

de circulaire migratie of cirkelmigratie

proces waarbij men mensen uit het Globale Zuiden naar het ontwikkelde Globale Noorden haalt, hen een opleiding geeft en dan laat terugkeren, zodat zij de economie in hun herkomstland vooruithelpen met hun verdiende geld en opgedane kennis

2

de diversiteit

verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld veroorzaakt door een verschillende herkomst

3

de duurzame ontwikkeling

ontwikkeling die aansluit op de huidige behoeften zonder de mogelijkheden van de toekomstige generaties in gevaar te brengen

1

de emigrant

persoon die zijn land verlaat om in een ander land te wonen

1

de erkende vluchteling persoon die in het land waarnaar hij gevlucht is, na het doorlopen van de asielprocedure, een verblijfsvergunning en rechten krijgt

1

de gastarbeider

een uit het buitenland afkomstige werknemer die tijdelijk in het gastland verblijft

2

de financiële stroom of geldstroom

Geld dat door migranten naar hun oorspronkelijk land van herkomst gestuurd wordt. Die financiële stromen zijn vaak belangrijk voor de economische ontwikkeling van de herkomstlanden.

1

een genaturaliseerd persoon

persoon die de nationaliteit van een land gekregen heeft

1

de gezinshereniging

verschijnsel waarbij migranten met een verblijfsvergunning hun huwelijkspartner en/of gezinsleden laten overkomen

©

VA N

IN

1

86

2

de goederenstroom

Goederen die van het ene land naar het andere vervoerd worden. Bij migratie zijn dat goederen die door de migrant aan de familie in het herkomstland worden bezorgd.

3

the Global South of het Globale Zuiden

Gebied van de wereld dat leeft in armoede en een slecht ontwikkelde economie heeft. Die landen noemt men ook de 'ontwikkelingslanden'.

1

de HDI

Human Development Index: de maat voor de ontwikkelingsgraad van een land. Deze index werd ontwikkeld door de VN en is een getal tussen 0 en 1. Hoe dichter bij 1, hoe hoger de ontwikkelingsgraad. De belangrijkste maatstaven voor de HDI zijn de levensverwachting, de scholingsgraad en de welvaart.

EEN ODYSSEE


de horizontale relatie

Als er een verband is tussen de ligging van een element en de afstand tot een ander element, is er een horizontale relatie tussen beide elementen. Bv. Fabrieken liggen vaak in de nabijheid van verkeerswegen.

1

illegaal

niet legaal, niet in overeenstemming met de wettelijke voorschriften (om in het land te verblijven)

1

de index van de menselijke ontwikkeling

Synoniem van de HDI of Human Development Index. Deze index werd ontwikkeld door de VN en is een getal tussen 0 en 1. Hoe dichter bij 1, hoe hoger de ontwikkelingsgraad. De belangrijkste maatstaven voor de HDI zijn de levensverwachting, de scholingsgraad en de welvaart.

1

de immigrant

persoon die in een land komt wonen

1

de klimaatvluchteling of klimaatmigrant

persoon die zich door plotse of geleidelijke verslechtering van zijn leefomgeving of milieu gedwongen voelt om zijn omgeving te verlaten. Hij verhuist binnen het eigen land of naar het buitenland.

2

het knelpuntberoep

beroep waarvoor men onvoldoende werknemers vindt

1

legaal

volgens de wettelijke voorschriften (om in het land te verblijven)

1

de mensensmokkelaar

persoon die tegen betaling mensen begeleidt of vervoert naar een ander land en met hen zonder toestemming de grenzen oversteekt

1

de mensenrechten

fundamentele rechten en vrijheden voor alle mensen, ongeacht hun nationaliteit, geslacht, nationale of etnische afkomst, ras, religie, taal of andere status

VA N

IN

2

de migrant

Persoon die naar een ander land verhuist. De definitie die door de meeste experten wordt gebruikt is die van de VN: ‘een migrant is elk persoon die in een land woont waarin hij of zij niet is geboren, ongeacht zijn of haar nationaliteit of diens redenen van vertrek.’ Het is dus een overkoepelende term waar ook vluchtelingen, asielzoekers, arbeidsmigranten (waaronder bv. expats), internationale studenten, enz. onder vallen. Anders gezegd: alle vluchtelingen en asielzoekers zijn migranten, maar omgekeerd is dat niet het geval. Migranten zijn zowel emigranten als immigranten.

2

het migratiesaldo

Verschil tussen het aantal immigranten en emigranten. Kan worden uitgedrukt in absolute getallen of in ‰.

2

de migratiestroom

richting waarin een grote groep mensen zich beweegt van de ene plaats naar de andere

2

de naturalisatie

de nationaliteit verkrijgen van een land

1

het netwerk

Migranten die tijdens hun vlucht of in het land van aankomst één of meerdere personen kennen die hen bijstaan, beschikken over een netwerk. Zo'n netwerk helpt om de migratie vlotter te laten verlopen.

©

1

1

de oorlogsvluchteling

persoon die zijn land ontvlucht omdat het er door oorlogen, aanslagen enz. onveilig is

1

de persoon van buitenlandse herkomst

De groep personen van buitenlandse herkomst omvat drie groepen mensen: 1 personen met een huidige buitenlandse nationaliteit; 2 personen met een huidige Belgische nationaliteit die een buitenlandse geboortenationaliteit hebben; 3 personen met een Belgische geboortenationaliteit en met minstens één ouder met een buitenlandse geboortenationaliteit.

Woordenlijst

87


de politieke vluchteling

persoon die het thuisland ontvlucht is omdat zijn leven in gevaar was omwille van vervolging voor een niet toegelaten overtuiging

1

de pullfactor

reden waarom mensen beslissen om naar een bepaald land te verhuizen

1

de pushfactor

reden waarom mensen beslissen om een land te verlaten

1

de transmigrant

Persoon die zich illegaal (zonder vaste verblijfplaats) in een land bevindt, maar geen verzoek om internationale bescherming aanvraagt. Die persoon wil doorreizen naar een ander land.

1

de Schengenlanden

Europese landen waartussen men vrij kan bewegen, zonder personencontrole aan de grenzen

1

de seizoensmigratie

jaarlijks terugkerende migratie gedurende één bepaald seizoen, waarbij buitenlanders komen helpen in een sector die op dat moment een tekort aan arbeidskrachten heeft

2

de vergrijzing

verschijnsel waarbij het aandeel ouderen in een bevolking hoog is en blijft stijgen

2

de verticale relatie

verband tussen twee elementen die op dezelfde plaats voorkomen

1

de ‘verzoeker om internationale bescherming’ of asielzoeker

Persoon die in een land een verzoek indient om internationale bescherming omdat zijn leven of zijn persoonlijke veiligheid in gevaar is in het eigen land. Het verzoek wordt onderzocht tijdens een asielprocedure.

1

de vreemdeling

Persoon die niet de nationaliteit van het land heeft waarin hij verblijft. In ons land zijn dat dus de niet-Belgen.

1

de vluchteling

persoon die het thuisland ontvlucht is omdat zijn leven in gevaar is

VA N

IN

1

©

88

EEN ODYSSEE


tele

©

VA N

IN

Leven in een termietenstad

1 WERELDSTEDEN 2 DE STAD ONTLEED 3 HET SYSTEEM AARDE ONDER DRUK 4 HET KAN ANDERS!


e r e h ? h W art Wn heaerrthe?

o

4

6

2 8

3

10

1

kreeftskeerkring

7

evenaar

steenbokskeerkring

3000 km

VA N

0

9

IN

e n o 5

noordpoolcirkel

op de evenaar

Bekijk de locaties op de wereldkaart.

a Wat hebben de tien plaatsen met elkaar gemeen?

b Noteer de plaatsnamen die bij de nummers horen en zet de landen telkens tussen haakjes.

6

2

7

3

8

4

9

10

©

1

5

90

Leven in een termietenstad

zuidpoolcirkel


1 WERELDSTEDEN De groei van de wereldbevolking en de verhoogde levensstandaard hebben ertoe geleid dat mensen meer en beter voedsel en een grotere verscheidenheid aan producten nodig hebben. Aangezien er steeds meer mensen in dichtbevolkte gebieden gaan wonen, veranderen dorpen in steden en groeien bestaande steden. Dat proces noemen we verstedelijking.

Waarom zijn steden op wereldschaal zo snel gegroeid? Onderzoek de evolutie van steden op wereldschaal. a

V6 V10

IN

1

Bekijk de foto’s. Bij de oude foto's staan telkens de datum en de coördinaten. - Verbind de oude foto’s met de overeenkomstige recente foto’s. - Gebruik de coördinaten om in je atlas op te zoeken welke steden het zijn. - Noteer de namen van de steden en de landen waarin ze liggen onder de recente foto’s.

nu

VA N

1930

22° 57' 7'' S - 43° 12' 38'' W

1900

54° 41' 15'' N - 25° 17' 19'' E

©

1932

33° 51' 10'' S - 151° 12' 36''

nu

1964

22° 31' 52'' N - 114° 6' 48'' E

nu

nu

1 WERELDSTEDEN

91


b

Lees de uitspraken hieronder over de evolutie van de steden doorheen de tijd. Markeer wat juist is. - Steden zijn kleiner geworden / even groot gebleven / gegroeid doorheen de tijd. - De hoogte van gebouwen is afgenomen / gelijk gebleven / toegenomen doorheen de tijd. - Gebouwen in de steden stonden doorheen de tijd dichter bij elkaar/ op dezelfde afstand van elkaar / verder uit elkaar.

c

Ga via de QR-code of de link naar de interactieve website over steden. Zijn de onderstaande stellingen juist of fout? Duid aan en verbeter de foute stellingen. stellingen

fout Bekijk WEBSITE

In 2020 hebben China en India de meeste steden met meer dan 500 000 inwoners.

IN

1

juist

2 In 1800 waren er wereldwijd slechts vijf steden met meer dan 500 000 inwoners.

3 Tussen 2000 en 2020 zijn de steden in Zuid-Amerika sneller gegroeid dan die in Afrika.

VA N

d

Formuleer een besluit over de evolutie van de steden sinds 1800.

2

V17 tele 3

Onderzoek de groei van de verstedelijking in de wereld. a

Vorig schooljaar bestudeerde je de bevolkingsgroei in de wereld. Vergelijk die groei (fig. 1.1) met de curve van de verstedelijking (fig. 1.2). -

Welk patroon vertonen beide curves sinds 1950?

-

Welke vorm hebben beide curves?

-

Hoe noemen we dat proces?

Bevolkingsgroei in de wereld sinds 1800

Bevolking in stedelijke en landelijke gebieden sinds 1800

miljard

miljard

©

stad

7

7

6

6

5

5

4

4

3

3

2

2

1

1

0 1800

1850

fig. 1.1: bevolkingsgroei (wereld) bron data: ourworldindata.org

92

Leven in een termietenstad

1900

1950

2000 2020

0 1800

platteland

1850

1900

fig. 1.2: bevolking in de steden (wereld) bron data: ourworldindata.org

1950

2000 2020


b

V17

Bekijk onderstaand staafdiagram en vul daarna de tabel in. 100

Percentage van de stedelijke bevolking per werelddeel

90

1950

2020

2050

80 70 60

40 30 20 10 0

Afrika

Azië

Oceanië

Europa

IN

50

NoordZuidAmerika Amerika

wereld

VA N

fig. 1.3: verdeling stedelijke bevolking (wereld) bron data: ourworldindata.org

1950

% van de wereldbevolking dat in de steden woont

2050

de twee meest verstedelijkte werelddelen

de twee minst verstedelijkte werelddelen

de twee werelddelen waar de verstedelijking het snelst groeit

3

2020

Onderzoek de verstedelijking van het platteland met behulp van de GIS-viewer. Ga via de QR-code of link naar de website met oude kaarten van het Belgische landschap vanaf 1775. Klik linksboven op het icoontje van de kaartlagen zodat er rechts een balk met kaartlagen verschijnt.

©

a

V21

b

Start vanaf 1777 en onderzoek de uitbreiding van de bebouwde ruimte voor je eigen gemeente. Maak geregeld een screenshot zodat je dit later opnieuw kunt bekijken.

c

Markeer wat juist is met betrekking tot de bebouwing, de open ruimte en het percentage landbouwgebied. -

Bekijk WEBSITE

Er is weinig / veel nieuwe bebouwing te vinden en er zijn weinig / veel nieuwe wijken. De open ruimte is sterk afgenomen / gegroeid. Het percentage landbouwgrond is sterk afgenomen / gegroeid.

1 WERELDSTEDEN

93


De verstedelijking van het platteland is ook duidelijk te zien in het landschap. Koppel de luchtfoto’s aan de juiste infoteksten door de letters en cijfers te combineren. Noteer het juiste cijfer bij de bijbehorende letters in de tabel. 1

2

3

4

IN

d

5

VA N

6

luchtfoto

luchtfoto

gebied dat in bouwgronden (kavels) verdeeld is

luchtfoto

lang uitgestrekt, bebouwd gebied in de open ruimte dat zich langs een weg heeft ontwikkeld

luchtfoto

concentratie van winkels buiten het dichtbebouwde centrum

e

gebied dat enkel bestemd is voor industrie en bedrijven, het wordt niet gebruikt als woongebied

geheel van alle wegen in een bepaald gebied

luchtfoto

luchtfoto

landbouwgebieden en natuurgebieden worden vaak doorsneden door infrastructuur

Noteer de juiste begrippen bij de foto’s. Kies uit:

©

bedrijventerrein – lintbebouwing – verkaveling – versnippering – wegennet – winkelcentrum

f

94

Omcirkel de foto’s die voorkomen in je eigen gemeente. Gebruik daarvoor je antwoorden uit vraag c.

Leven in een termietenstad


4

Onderzoek de ontvolking van het platteland in de provincie Soria (Spanje). a

Bekijk de foto’s en het filmpje via de QR-code of de link.

b

IN

Bekijk FILMPJE

Lees de infotekst hieronder en zet de letters van de omschrijvingen bij het juiste termen.

Door de groeiende bevolking is er meer nood aan voedsel. Twee oplossingen om meer voedsel te produceren zijn intensiveren en het uitbreiden van het landbouwareaal. De laatste jaren is er een evolutie naar schaalvergroting. Landbouwers gebruiken daarvoor betere technieken en methodes en doen aan mechanisatie. Daardoor zullen er ook minder werkkrachten nodig zijn.

meer landbouwoppervlakte creëren

B

streven naar grotere opbrengsten en lagere kosten door het gebruik van grond, arbeid en kapitaal te veranderen

C

aanpassingen doen waardoor je op dezelfde oppervlakte meer produceert

D

vervangen van handarbeid door machines

VA N

A

intensiveren

schaalvergroting

mechanisatie

Waarom kiezen mensen ervoor om weg te trekken van het platteland en in de stad te gaan wonen? Markeer de juiste antwoorden.

©

c

uitbreiden van landbouwareaal

pushfactoren Het platteland biedt minder mogelijkheden.

pullfactoren De stad biedt meer kansen.

diensten

weinig / veel

weinig / veel

werkgelegenheid

weinig / veel

weinig / veel

verkeersverbindingen

weinig / veel

weinig / veel

gezondheidsvoorzieningen

beperkt / gespecialiseerd

beperkt / gespecialiseerd

aanbod winkels

weinig / veel

weinig / veel

aanbod scholen

beperkt aanbod / groot aanbod

beperkt aanbod / groot aanbod

ontspanning

weinig / veel

weinig / veel 1 WERELDSTEDEN

95


MAG HET IETS MEER ZIJN? 5

In veel landen zien we dat mensen in hun zoektocht naar een inkomen van het platteland naar de stad trekken. Overheden bouwen extra huizen maar kunnen het tempo van de aangroeiende bevolking niet volgen. Zo ontstaan sloppenwijken. Onderzoek het leven in zo’n sloppenwijk. a

Geef een definitie van een sloppenwijk. Gebruik daarvoor de bovenstaande info en de foto’s hieronder.

VA N

IN

Rio de Janeiro (Brazilië)

V6

b

Mumbai (India)

In welk type landen vinden we vooral sloppenwijken? Ga in je atlas op zoek naar een geschikte kaart

om te vergelijken metpopulation de onderstaandeliving kaart. in slums, 2018 Share of urban

©

A slum household is defined as a group of individuals living under the same roof lacking one or more of the following conditions: access to improved water, access to improved sanitation, sufficient living area, and durability of housing. Aandeel van de stedelijke bevolking wonend in sloppenwijken, 2018

geen gegevens No data 0%

10%

20%

30%

40%

fig. 1.4: aandeel van de stedelijke bevolking Source: UN-HABITAT (via World Bank) wonend in sloppenwijken (2018) bron: ourworldindata.org

96

Leven in een termietenstad

50%

60%

70%

80%

90%

100%

OurWorldInData.org/urbanization • CC BY


c

Bespreek met je buur wat de nadelen zijn van het leven in een sloppenwijk.

d

Mensen die zowel in een landelijke omgeving als in een sloppenwijk hebben gewoond, verkiezen bijna allemaal het leven in een sloppenwijk. Hoe kun je dat verklaren? Brainstorm eerst individueel en bespreek daarna klassikaal.

IN

De bevolkingsgroei, de betere tewerkstellingsmogelijkheden en het grote aanbod van voorzieningen in steden hebben geleid tot een toename van het aantal steden en een groei van de steden. Dat leidt tot verstedelijking van het platteland enerzijds en ontvolking van het platteland anderzijds.

VA N

Niet elke plaats op aarde kent dezelfde evolutie van verstedelijking. Het ene werelddeel (bv. Zuid-Amerika) kent al een grotere verstedelijking dan het andere (bv. Afrika).

Welke HIËRARCHIE vinden we tussen steden op wereldvlak? Onderzoek twee steden. Beoordeel waarom niet alle steden op wereldvlak even belangrijk zijn. a

Duid Londen en Lima aan op de referentiekaart achteraan dit leerwerkboek.

b

Bekijk de foto’s van Londen en Lima hieronder. Noteer onder elke foto het inwonersaantal. Gebruik daarvoor de website via de link of de QR-code. Londen (Verenigd Koninkrijk)

Bekijk WEBSITE

Lima (Peru)

©

1

inwonersaantal:

inwonersaantal:

1 WERELDSTEDEN

97


c

Ken je deze steden? Noteer wat je er al over weet. -

Londen:

-

Lima:

d

Stel: je wilt zelf een bedrijf opstarten. In welke van deze steden zou jij dat het liefst doen? Leg uit waarom.

e

IN

Sommige steden hebben veel invloed op wereldschaal, andere minder. Bekijk figuur 1.5 en lees de infotekst hieronder over de hiërarchie van steden.

VA N

De kaart hieronder toont netwerken tussen de meest geglobaliseerde steden ter wereld. Netwerken zijn verbindingen op het vlak van bv. mobiliteit, economie, communicatie, energie … De grootste bollen zijn alfasteden, de kleinere bollen zijn bètasteden. Alfasteden zijn de belangrijkste knooppunten in het wereldwijde economische netwerk en bètasteden zijn kleinere wereldsteden die economische regio’s met elkaar verbinden. Verbindingen tussen steden

0

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

Steenbokskeerkring

3000 km

op de evenaar

zuidpoolcirkel

fig. 1.5: verbindingen tussen wereldsteden

In welke regio’s zijn er veel steden met veel netwerken naar andere steden te vinden?

©

f

g

Bekijk de verbindingen van Londen en Lima naar andere steden: ze zijn groen aangeduid op de kaart. Markeer de juiste antwoorden. -

Londen is het minst / meest verbonden met andere steden. Deze stad is dan ook het minst belangrijk / belangrijkst op vlak van economie, mobiliteit …

Niet alle steden zijn even belangrijk op wereldvlak. Een aantal steden hebben een bepalende rol in de economie, politiek, mobiliteit … in de wereld. Het zijn die steden die ook het meest verbonden zijn met andere steden op aarde en dus het grootste netwerk hebben. 98

Leven in een termietenstad


2 DE STAD ONTLEED In het vorige hoofdstuk zagen we dat steden er niet overal hetzelfde uitzien en dat ze niet allemaal even snel en op dezelfde manier groeien. In dit hoofdstuk gaan we op ontdekkingstocht door New York, een megastad! We onderzoeken de functies van de verschillende wijken en de achtergronden van de mensen die er wonen.

Welke gelijkenissen en verschillen kun je zien tussen stadsdelen? V16 Ga op ontdekkingstocht door New York City met behulp van de GIS-viewer Google Earth. Duid New York aan op de referentiekaart van de wereld.

b

Wat is een megastad?

c

Bekijk het satellietbeeld van New York op de volgende pagina. Noteer de nummers van de locaties bij de juiste foto’s. Benoem wat je ziet op de foto. Maak daarbij gebruik van het onlinelesmateriaal.

VA N

IN

a

©

2 DE STAD ONTLEED

99


A

B

5• New Jersey 7• B 5• 1• 3•

Staten Island

2•

IN

6• 8•

1•

4•

3•

VA N

4•

0

5 km

6•

0

1 km

fig. 2.1: Sentintel-2 satellietbeeld New York bron: Google Earth

d

Wat is er aanwezig in de verschillende buurten? Kruis aan. diensten/ kantoren

Vrijheidsbeeld Liberty Island Central Park

©

Empire State Building

Times Square Chinatown Brooklyn

9/11 Memorial The Bronx

100

Leven in een termietenstad

wolkenkrabbers

winkels

ontspanning/ toerisme


e

Lees de infotekst over het CBD. Noteer vervolgens de volgende stadsdelen op het satellietbeeld (fig. 2.1) op de vorige pagina. Brooklyn – CBD – Manhattan – Queens – The Bronx Times Square, het 9/11 Memorial en het Empire State Building maken deel uit van het Central Business District (CBD) van New York. Het CBD is het zakengebied van een stad en kenmerkt zich door hoge wolkenkrabbers. Het CBD vind je op het satellietbeeld (fig. 2.1 B) op p. 100. Vul de tabel aan. Gebruik daarvoor het onlinelesmateriaal over de etnische afkomst en de kaart met de inkomens (fig.2.2).

IN

f

wonen/werken

gemiddeld inkomen

etnische afkomst inwoners

Manhattan: Chinatown

wonen / werken

Manhattan: CBD

wonen / werken

The Bronx

wonen / werken

Brooklyn

wonen / werken

VA N

The Bronx

Mediaan inkomen per gezin (in €) 0 – 40 000

The Bronx

40Mediaan 001 – 65inkomen 000 per gezin (in $) 0 –000 36 500 65 001 – 85

36 501 85 001 – 111 000– 57 000 – 74 300 meer dan57 111001 000

74 301 – 97 400

97 401 – 250 000 Manhattan CBD Chinatown

Manhattan CBD

©

Chinatown

Brooklyn Brooklyn 0

20 km

0

20 km

fig. 2.2: mediaan inkomen per gezin (New York, 2017) 2 DE STAD ONTLEED

101


g

Lees de uitleg over segregatie en omschrijf vervolgens de vormen van segregatie die je in New York kunt vinden. Ruimtelijke segregatie betekent dat mensen met verschillende achtergronden in verschillende wijken van de stad wonen en dus gescheiden zijn van elkaar.

-

sociale segregatie:

-

etnische segregatie:

IN

In de megastad New York is een duidelijke segregatie van stadsdelen te vinden. - Manhattan heeft een uitgesproken CBD met hoge wolkenkrabbers. Die buurt heeft vooral een handel- en dienstenfunctie; de mensen die er toch wonen zijn voornamelijk blanken met een heel hoog inkomen. - Buiten het CBD treffen we woonwijken aan waar een duidelijke scheiding te vinden is tussen de rijke blanken en de vaak armere mensen met een andere etniciteit.

Welke veranderingen KAN EEN STAD ONDERGAAN?

Onderzoek hoe de functies in een stad veranderen met behulp van de onderstaande GIS-viewer.

VA N

1

a

Volg het stappenplan om de veranderingen te zien.

1 Open via de QR-code of de link de interactieve website met luchtfoto’s van New York. 2 Tik in de zoekbalk ‘Hunters Point South Park’ in. Dat is een park in Queens. 3 Klik rechtsboven op het icoontje met de lagen en bekijk de verschillende lagen.

b

Bekijk WEBSITE

Beschrijf welke veranderingen je ziet.

tele 3

c

Je kunt die verandering koppelen aan een term die je vorig jaar leerde kennen. Welke term is dat?

Bekijk de foto's op de volgende pagina. Op de foto links zie je hoe Hunters Point er in 2020 uitzag en rechts staat een schets van hoe het er zal uitzien als de bouw voltooid is. Beschrijf de functiewijziging die dit gebied sinds 1924 heeft ondergaan. Wat zijn waarschijnlijk de gevolgen van dat proces? Vul de tekst aan en markeer wat juist is. Kies uit:

©

d

arbeiders – bedienden – landbouwgrond – primaire sector – secundaire sector – tertiaire sector – woningen en kantoren

Het industriegebied maakt plaats voor aantrekken. In plaats van

. Dat zal andere inwoners zullen er mensen komen die werken in

de . Het park zorgt ervoor dat er minder / meer gezinnen zullen wonen. De huizenprijzen zullen ook dalen / stijgen. 102

Leven in een termietenstad


Onderzoek hoe opwaardering een stad verandert. a

The Bronx

De meest noordelijke wijk van het district Manhattan heet Harlem. Gebruik opnieuw het onlinelesmateriaal om na te gaan welke etniciteit de meeste inwoners van Harlem hebben.

VA N

2

schets van Hunters Point in de toekomst

IN

situatie in 2020

Harlem Morningside Heights

East Harlem

b

In East Harlem lag de fabriek Washburn Wire factory. Dat was een grote draadfabriek met eromheen tal van arbeiderswoningen. In 1978 verdween de fabriek door de-industrialisatie, waardoor enkel de arme arbeiders bleven. Wat zou daarvan het gevolg zijn voor de wijk? -

-

Upper East Side

Upper West Side Central Park

Queens

Midtown West Times Square

Garment District

Midtown East

Murray Hill

Gramercy Chelsea Stuyvesant Town East Village

©

Greenwich Village

Washburn Wire Factory

c

Lower Little East Italy Side

Soho

Tribeca Chinatown New Jersey

Financial District

Brooklyn

2.3: wijken in Manhattan (New York)

Bekijk het filmpje.

BEKIJK FILMPJE

2 DE STAD ONTLEED

103


V16

d

Je leerkracht verdeelt de klas in drie groepen. Elke groep onderzoekt één van deze locaties via de GIS-viewer Google Street View: - 1399 Park avenue - 2040 Frederick Douglass Boulevard - 112 Dr Martin Luther King Jr Boulevard 1 Ga naar je locatie in Google Maps. 2 Open Street View. 3 Klik op het klokje links en kijk hoe jouw locatie geëvolueerd is doorheen de tijd.

Bespreek jullie vaststellingen klassikaal. Welke conclusie kun je trekken uit je onderzoek en de info uit het filmpje?

IN

e

f

Wat is er gebeurd met de huizenprijzen in New York? Onderzoek daarvoor het onderstaand staafdiagram.

VA N

325 292,5 260 227,5 195 162,5 130 97,5 65 32,5 0

Harlem vs. Manhattan: gemiddelde prijs per m² Harlem

Manhattan

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028

fig. 2.4: gemiddelde huizenprijs in New York bron: www.propertyshark.com

g

Lees de onderstaande tekst over gentrificatie. Gebruik de info en je kennis uit de vorige vragen om het juiste antwoord aan te duiden onder de tekst.

©

Kunstenaars en jonge mensen worden aangesproken door de locatie en de goedkope prijzen. Zij knappen hun eigen huizen op. Daarnaast kopen projectontwikkelaars ook stukken grond op als investering om het te verbouwen tot appartementen of bedrijven. Dat maakt de wijk langzaamaan aantrekkelijker, waardoor de huizenprijzen stijgen. Dat proces waarbij stadsdelen geleidelijk aan opgewaardeerd worden, noemen we gentrificatie.

We vinden gentrificatie in Manhattan / Harlem.

104

Leven in een termietenstad


h

Het opwaarderen van stadsdelen heeft heel wat gevolgen. Zet kruisjes in de juiste kolom. neemt toe 1

neemt af

het aantal historische gebouwen met oorspronkelijke functie

2 de leefbaarheid van de stad 3 de kans voor de armere bevolking om een huis te kopen/huren 4 de woon-en werkgelegenheid

VA N

IN

5 het thuisgevoel van de oorspronkelijke bewoners

gentrificatie Harlem

protest in Harlem tegen gentrificatie

©

Steden veranderen voortdurend. Oude stadsdelen worden vervangen door vernieuwde en moderne gebouwen en industriegebieden in de stad krijgen nieuwe functies. Die opwaardering van de stad noemen we gentrificatie. Ze doet de huurprijzen stijgen, waardoor de armere bewoners van die buurten hun huizen vaak moeten verlaten.

2 DE STAD ONTLEED

105


3 HET SYSTEEM AARDE ONDER DRUK In de loop van vorig schooljaar heb je onderzocht welke impact landbouw en industrie hebben op de vier sferen. Ook verstedelijking heeft hierop een invloed. In dit hoofdstuk onderzoek je de effecten van verstedelijking op het systeem aarde.

Welke invloed heeft verstedelijking op de temperatuur? Onderzoek het effect van verstedelijking op de temperatuur. a

Open de website WOW-BE via het onlinelesmateriaal.

IN

1

b

Je leerkracht kiest twee weerstations die in ongeveer dezelfde buurt liggen: één binnen en één buiten de stad. - Noteer de weerstations in de tabel. - Vul in de tweede kolom de coördinaten aan: ze verschijnen als je eerst op het weerstation en vervolgens op het icoontje info klikt. weerstation

V16

V21

beschrijving van het landschap

VA N

V21

coördinaten

c

Ga naar de GIS-viewer Google Maps en geef de coördinaten van het weerstation in. - Beschrijf het landschap in de buurt van het weerstation in de tabel hierboven. - Maak een screenshot zodat je het landschap later opnieuw kunt bekijken.

d

Ga opnieuw naar WOW-BE en volg het stappenplan.

Klik op het eerste station. Links verschijnt er een kolom met een grafiek. Geef de naam van het andere station in bij ‘Vergelijk stations’. Maak een screenshot van je resultaat zodat je het achteraf opnieuw kunt bekijken. Noteer wat er opvalt als je de temperatuur van de stations vergelijkt.

©

1 2 3 4 5

V6

106

e

Vergelijk de hittegolfgraadkaart (fig. 3.1) met de atlaskaart over het ruimtegebruik. - Lees eerst de info over hittegolfgraaddagen. - Lokaliseer jouw weerstations op de hittegolfgraadkaart (fig. 3.1) en de atlaskaart over het ruimtegebruik.

Leven in een termietenstad


IN

Met hittegolfgraaddagen duiden we zowel de duur als de hevigheid van een hittegolf aan. Om van een hittegolf te spreken, moet er in België minstens vijf opeenvolgende dagen een temperatuur van minimum 25 °C bereikt worden en van die vijf dagen moet de temperatuur op minstens drie dagen 30 °C of meer bereiken.

fig. 3.1: hittegolfgraaddagen (2019, Vlaanderen) bron: www.milieurapport.be

Vergelijk de twee kaarten. Welke conclusie kun je trekken?

VA N

-

Interessant om weten

Verduidelijk je conclusie aan de hand van figuur 3.2. - Kijk naar de bebouwingsgraad op de figuur. - Markeer het juiste woord. - Teken een lijn op de figuur die het temperatuurverloop op de verschillende plaatsen aangeeft. hoge temperatuur

gemiddelde temperatuur

©

f

In het noorden van Limburg (de Kempen) duren de hittegolven langer en zijn er meer hittegolfdagen. De oorzaak daarvan is de afstand tot de zee en de samenstelling van de bodem (zand).

lage temperatuur

fig. 3.2: verband bebouwingsgraad en temperatuur

bebouwing

veel / weinig

veel / weinig

open ruimte

veel / weinig

veel / weinig

groen

veel / weinig

veel / weinig

water (rivieren, vijvers …)

veel / weinig

veel / weinig 3 HET SYSTEEM AARDE ONDER DRUK

107


Dit verschijnsel, waarbij de temperatuur in stedelijke gebieden hoger is dan in landelijke gebieden, wordt het stedelijk hitte-eilandeffect genoemd. Onderzoek de oorzaken van dat effect door de ontdekplaat bij het onlinelesmateriaal te bekijken.

verdamping

wind kan niet verder

absorptie

fig. 3.3: oorzaken temperatuurverschillen stad en platteland

a

Noteer hier enkele vaststellingen.

Interessant om weten

©

Ook het gebruik van airco’s verhoogt de temperatuur in de stad. Airco’s voeren de warmte van binnenshuis af naar de buitenlucht, waardoor de temperatuur daar nog meer stijgt.

108

Leven in een termietenstad

warmte van gebouwen

warmte van straat

VA N

verdamping

IN

2

gebouw in Singapore

warmte van auto’s


b

Bekijk onderstaand diagram. De woorden en enkele verbindende pijlen zijn al gegeven. Vul het schema aan met de ontbrekende verbindende pijlen.

c

Als de pijlen er staan, plaats je een + bij een versterkende relatie en een – bij een verzwakkende relatie.

verkeer

bebouwing / verharding

warmte vasthouden

wind water

weerkaatsing

IN

donkere kleur in de stad

industrie en huishoudens

VA N

vegetatie

temperatuur

Interessant om weten

Recent onderzoek toont aan dat er naast het stedelijk hitte-eilandeffect ook een stedelijk windeiland kan ontstaan. Hoge bebouwing zorgt soms ook voor een hogere windsnelheid in tochtgaten. Die verfrissende bries kan voor stadsbewoners heel gunstig zijn en kan ook helpen tegen luchtvervuiling.

Er is een duidelijk verband tussen de mate van verstedelijking en de temperatuur. In gebieden met veel bebouwing / verharding ligt de temperatuur hoger. We noemen dat het stedelijk hitte-eilandeffect.

©

Dat effect heeft verschillende oorzaken: - minder weerkaatsing van het zonlicht; - minder afkoelend effect door de wind; - minder afkoelend effect door de verdamping van water; - minder vegetatie en dus minder verdamping; - meer vrijgekomen warmte bij verkeer, industrie; - bouwmaterialen houden de warmte meer vast.

3 HET SYSTEEM AARDE ONDER DRUK

109


4 HET KAN ANDERS! We zagen al dat de stadsbevolking blijft stijgen, het platteland verstedelijkt en bestaande steden groeien. Dat zorgt voor heel wat problemen. In dit hoofdstuk gaan we op zoek naar oplossingen voor die problemen.

Hoe kunnen we de stad leefbaarder maken? Onderzoek voor welke problemen onderstaande voorbeelden een oplossing kunnen zijn. a

Je leerkracht verdeelt de klas in vier groepen. Elke groep onderzoekt één oplossing.

b

Bekijk de foto’s en teksten hieronder en de filmpjes bij het onlinelesmateriaal.

c

Vul de tabel op p. 114 aan over jullie oplossing. Volg het stappenplan.

IN

1

1 Vat jullie oplossing samen. 2 Markeer in jullie tekst het belangrijkste effect. Omschrijf dat in de tabel. 3 Waar heeft dat effect betrekking op? Noteer dat bij het effect in de tabel. Kies uit:

VA N

atmosfeer – bevolking – biosfeer – geosfeer – hydrosfeer 4 Lees de andere effecten in de tabel. Noteer ook telkens waar ze betrekking op hebben. Kies opnieuw uit het lijstje hierboven. 5 Ga als expert naar de andere groepen en leg jullie oplossing uit. 6 Luister naar de uitleg van de andere groepen en vul de tabel aan met de informatie over hun oplossingen.

©

Oplossing 1

universiteitsgebouw in Singapore

110

Leven in een termietenstad

universiteitsgebouw in Singapore

Bekijk FILMPJE


Genk streeft naar langste groene gevel van Vlaanderen Krijgt de Stalenstraat in Genk binnenkort een nieuw jasje? Als het van schepen van Duurzaamheid Toon Vandeurzen (CD&V) afhangt wel. “Stad Genk is al enige tijd bezig met het ontwikkelen van een nieuwe identiteit voor de Stalenstraat”, schrijft hij in zijn blog. Zijn idee is om de straat te vergroenen door middel van planten, bomen, bloemen én groene gevels. Het stadsbestuur zal handelaars en bewoners stimuleren om daaraan mee te werken, met als ultieme doel de langste groene gevel van Vlaanderen te creëren. “Als de stad erin slaagt om iedereen mee te krijgen, creëren we een gevelvergroening van 1,6 km”, klinkt het.

Naar: hln.be (27/9/2020)

IN

“Nu onze steden opwarmen, wordt het belang van groen voor de broodnodige zuurstof, het opvangen van stof en de afkoeling van de straten steeds belangrijker. Groen is ook een sociaal bindmiddel. Planten en bloemen bieden gespreksstof, wakkeren een gezonde competitie aan en zorgen voor samenhorigheid in een straat.”

© Dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden. Elk hergebruik dient het voorwerp uit te maken van een specifieke toestemming van de beheersvennootschap License2Publish: info@license2publish.be".

VA N

Oplossing 2

Daarom zijn de Griekse huizen wit met blauw

Naousa, Griekenland

Bekijk FILMPJE

Santorini, Griekenland

©

Spierwitte huisjes met blauwe deuren en kerkjes met blauwe koepels. Griekser kan het bijna niet. Vraag een willekeurig iemand om een Grieks eiland te beschrijven en de kans is groot dat je het bovenstaande antwoord krijgt. Het wit-blauwe plaatje, dat voornamelijk terug te vinden is op de Cycladen, is uitgegroeid tot het visitekaartje (of clichébeeld) van Griekenland. Maar waarom zijn die huizen nu eigenlijk wit? Om alvast een misverstand uit de weg te ruimen: het heeft niets te maken met de Griekse vlag, zoals vaak wordt aangenomen. De voornaamste reden dat de huisjes op de Cycladen stralend wit zijn, is nogal praktisch van aard. Omdat er weinig tot geen hout beschikbaar was op de eilanden, gebruikten de bewoners (donkere) stenen voor het bouwen van hun huizen. Dat bracht wel een probleem met zich mee. Omdat die stenen warmte absorberen, werd het binnen ondraaglijk warm in de zomer. Door de buitenmuren een witte kleur te geven, worden de zonnestralen gereflecteerd en blijft het binnen lekker koel. Bron: historiek.net (19/10/2019)

4 HET KAN ANDERS!

111


Oplossing 3

kweek van champignons op voedingsbodem

IN

Paddenstoelenkwekerij breidt uit naar de kelders van de hoofdstad

kweek van oesterzwammen in Parijse parkeergarage

VA N

Onder het beton, duizenden paddenstoelen … Twee jaar na de opening in een ondergrondse parkeergarage van 9 000 m², dichtbij het centrum van Parijs, heeft La Caverne haar plaats verdiend binnen de stadslandbouw. Vorig seizoen werd er 25 ton paddenstoelen en 60 ton witloof verkocht in een korte keten (waarbij er enkel verkocht wordt aan lokale restaurants en winkels). "We hopen volgend jaar 30 ton paddenstoelen te kweken en de symbolische mijlpaal van 100 ton witloof te overschrijden", verklaart Jean-Noël Gertz, een 31-jarige ingenieur en medeoprichter van de stadsboerderij. De jaaromzet van het kleine bedrijfje toont aan dat stadslandbouw allesbehalve anekdotisch is. Het bedrijf bereidt zich voor om van november tot juni ongeveer twintig seizoensarbeiders aan te nemen die het personeelsbestand van vijf werknemers zullen aanvullen. Een plek waar drugshandel en prostitutie waren gevestigd Een bezoek aan het pand voelt als sciencefiction. De garage biedt geen plaats aan auto’s (die de inwoners van Parijs steeds minder gebruiken), maar aan blokken paddenstoelen, zo ver het oog reikt, op niveau -2. Het is moeilijk voor te stellen dat de parkeerplaats amper drie jaar geleden een verlaten plaats was voor drugdeals en prostitutie.

©

Oesterzwammen en shiitakes groeien op een voedingsbodem gemaakt van stro en zaagsel, in het donker, dag en nacht bewaterd door sproeiers die een constante luchtvochtigheid garanderen. "We zijn zelfs net gestart met de productie van de zogenaamde ‘Parijse champignons’, de eerste die effectief in Parijs gekweekt worden", kondigt Jean-Noël Gertz aan. Hun grootschalige teelt wordt deze winter gelanceerd in een nieuwe parkeergarage van 2 200 m² in de rue Mathis. Bron: vertaald uit Le Parisien (10/9/2019)

112

Leven in een termietenstad


Oplossing 4

Bekijk FILMPJE

West Eau Claire Park in Alberta

IN

Zaryadye Park, gelegen in het centrum van Moskou en ingehuldigd in 2017

Centrumlanen: een nieuwe voetgangerszone

VA N

Door de Anspachlaan, die geregeerd werd door Koning Auto, tussen het De Brouckère- en Fontainasplein in te richten als voetgangerszone kreeg het stadscentrum van Brussel opnieuw kleur. Deze prestigieuze en levendige wijk wordt nu niet langer in twee gesneden door een stadssnelweg. Dit project, uitgevoerd in samenwerking met de Stad Brussel, is een kans voor buurtbewoners, pendelaars, toeristen en winkeliers om zich de openbare ruimte opnieuw toe te eigenen en te genieten van een gezondere stad en schonere lucht. Zo wordt het stadscentrum opnieuw uitnodigend en draagt het bij aan een gezonder leefmilieu in navolging van veel Europese hoofdsteden.

©

Dankzij de werken transformeerden het De Brouckèreplein en de Beurs tot multifunctionele ruimten voor markten, festivals en evenementen. De Anspachlaan werd omgevormd tot een groene promenade met drie stroken: een voetgangerszone, een ontspanningszone met bloemenperken en terrassen en een gedeelde zone om snel van A naar B te gaan. Anspachlaan, Brussel De kruispunten en de pleinen zijn tot rust gekomen. Het Fontainasplein, nu vol bomen, groene perken en strategisch geplaatste banken om volop van de zon te kunnen genieten, is een groene schakel geworden tussen de wijken. Bron: Beliris

4 HET KAN ANDERS!

113


oplossing 1

2

Noteer het belangrijkste effect + invloed op: - atmosfeer; - bevolking; - biosfeer; - geosfeer; - hydrosfeer? Lees de andere effecten + invloed op: - atmosfeer; - bevolking; - biosfeer; - geosfeer; - hydrosfeer?

oplossing 4

verdamping door planten  daling temperatuur

toeristische aantrekkingskracht

ontspanning

meer water in de grond

meer infiltratie van water door vegetatie

eigen voedselvoorziening

VA N

3

Omschrijf de oplossing.

oplossing 3

IN

1

oplossing 2

Meer planten zorgt voor een verhoging van de biodiversiteit.

plaats om tot rust te komen

minder ruimte voor landbouwgrond nodig

Plantengroei in de straten i.p.v. verkeer zorgt voor meer afkoeling.

Dankzij een groene doorgang kunnen dieren zich makkelijk verplaatsen.

rust

©

Vegetatie zorgt voor verdamping en de opvang van water als het regent.

water wordt gezuiverd

gespreksstof bij de bevolking

114

Leven in een termietenstad

plaats om af te spreken en te spelen


2

Ga op zoek naar mogelijke oplossingen om jouw stad leefbaar te maken. a

Welke ideeën heb je zelf? Noteer enkele kernwoorden.

b

Bespreek jullie antwoorden klassikaal.

VA N

IN

Er zijn heel wat kansen om de problemen in de stad te verminderen. De verschillende oplossingen hebben een impact op de verschillende sferen. Sommige oplossingen zijn klein en makkelijk door te voeren, andere zijn groter en complexer, waardoor ze meer planning vereisen. Enkele voorbeelden zijn stadslandbouw, meer groen in de stad, het creëren van meer warmteweerkaatsing en de aanleg van leefbare openbare ruimtes.

©

groene stad van de toekomst

4 HET KAN ANDERS!

115


SYNTHESE

The Bronx Mediaan inkomen per gezin (in $) 0 – 36 500 36 501 – 57 000 57 001 – 74 300 74 301 – 97 400 97 401 – 250 000

Manhattan CBD

IN

Chinatown

Brooklyn

0

20 km

VA N

megastad

hiërarchie tussen steden

Verbindingen tussen steden

©

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

Steenbokskeerkring

0

3000 km op de evenaar zuidpoolcirkel

116

Leven in een termietenstad

Leven in een termietenstad


Bevolking in stedelijke en landelijke gebieden sinds 1800

miljard

stad 7

platteland

6 5

3 2 1 0 1800

1850

1900

1950

2000 2020

IN

4

oorzaken

VA N

hoge temperatuur

gemiddelde temperatuur

lage temperatuur

©

mogelijke oplossingen

SYNTHESE

117


WOORDENLIJST Thema Leven in een termietenstad hoofdstuk

term

definitie

het bedrijventerrein

gebied dat enkel bestemd is voor industrie en bedrijven, wordt niet gebruikt als woongebied

1

het Central Business District (CBD)

centraal zakengebied van een stad

2

de etnische afkomst

Een groep met een andere etnische afkomst onderscheidt zich van de rest van de bevolking door eigen gewoonten en kenmerken (bv. cultuur, religie, taal, uiterlijke kenmerken, geschiedenis).

2

de functiewijziging

het veranderen van de functie van een bepaalde wijk: bv. van industrie naar woongebied

2

de gentrificatie

proces waarbij vervallen stadsdelen veranderen in een hippe buurt

1

de Great Acceleration of de Grote Versnelling

Een bevolkingsexplosie zorgt voor de snelle toename van heel wat andere zaken zoals productie, consumptie en milieuproblemen.

1

de hiërarchie

rangschikking op basis van het aantal functies dat aanwezig is

3

de hittegolf

aaneensluitende periode van min. 5 dagen van 25 °C en 3 dagen van 30 °C

1

de lintbebouwing

lang uitgestrekt bewoond gebied in de open ruimte dat zich langs een weg heeft ontwikkeld

1

de levensstandaard

niveau van welvaart van een persoon of volk op economisch, sociaal en cultureel vlak

1

het netwerk

Steden hebben verbindingen/relaties met elkaar. Al die verbindingen samen vormen een netwerk.

2

de megastad

stad met meer dan 10 miljoen inwoners

1

de ontvolking van het platteland

verschijnsel waarbij mensen verhuizen van het platteland richting de stad op zoek naar meer kansen

2

de opwaardering van een stad

moderniseren van een stad waardoor ze een hogere waarde krijgt

1

de pullfactoren

factoren die aantonen dat de stad meer kansen biedt

1

de pushfactoren

factoren die aantonen dat het platteland minder mogelijkheden heeft

2

de ruimtelijke segregatie

scheiding in een bepaalde stad, die zowel sociaal als etnisch kan zijn

1

de sloppenwijk

Spontaan gegroeide wijk aan de rand van de stad die vaak illegaal is. Ze heeft een onregelmatige vorm en er wonen arme mensen.

4

de stadslandbouw

telen en oogsten van voedsel in de stad

3

het stedelijk hitte-eilandeffect

verschijnsel waarbij de temperatuur in stedelijke gebieden hoger is dan in landelijke gebieden

1

de verkaveling

manier waarop een gebied in bouwgronden (kavels) verdeeld is

1

de versnippering

Landbouwgebieden en natuurgebieden worden vaak doorsneden door infrastructuur.

1

de verstedelijking

proces waarbij meer mensen in dichtbevolkte gebieden gaan wonen

1

het wegennet

geheel van wegen in een bepaald gebied

©

VA N

IN

1

118

Leven in een termietenstad


tele

©

VA N

IN

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK 2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND? 3 KAN HET ANDERS?


e r e h ? h W art Wn heaerrthe?

o

Bekijk de tabel met de grootste luchthavens en zeehavens. Situeer de vijf grootste luchthavens op de wereldkaart met een rood cijfer en de vijf grootste zeehavens met een blauw cijfer. Ter info: De rangschikking van de luchthavens gebeurt op basis van het aantal passagiers, die van de zeehavens op basis van de totale goederentrafiek. Grootste zeehavens (2019)

VA N

IN

e n o

Grootste luchthavens (2019)

Aantal passagiers:

Totale omzet:

1 ATL – Hartsfield-Jackson Atlanta International Airport, USA – 110,53 miljoen passagiers

1 Shanghai, China – 650 miljoen ton

2 PEK – Beijing Shoudu Guoji Jichang, China – 100,01 miljoen passagiers

3 LAX – Los Angeles International Airport, VS – 88,07 miljoen passagiers

4 DXB – Dubai International Airport, Verenigde Arabische Emiraten – 86,4 miljoen passagiers

2 Ningbo-Zhoushan, China – 627 miljoen ton 3 Singapore – 463 miljoen ton 4 Rotterdam – 442 miljoen ton 5 Tianjin, China – 408 miljoen ton

©

5 HND – Tokio-Haneda, Japan – 85,51 miljoen passagiers NB Vergelijk met Zaventem - 26 miljoen passagiers (in 2019)

120

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

NB Vergelijk met Antwerpen - 235 miljoen ton (in 2019)


WHERE ON EARTH?

121

0

op de evenaar

3000 km

© VA N IN

zuidpoolcirkel

Steenbokskeerkring

evenaar

Kreeftskeerkring

noordpoolcirkel


1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK WAT IS MONDIALISERING? In de lessen van het tweede en derde jaar leerde je al veel over de plaats van de mens in de wereld. We leven vandaag in een steeds meer gemondialiseerde wereld. Ben je benieuwd wat dat voor jou betekent?

1

IN

De begrippen mondialisering en globalisering worden vaak door elkaar gebruikt. Mondialisering is afgeleid van het Franse woord 'monde' en is de correcte term, globalisering is een term die afgeleid is uit het Engels. Ze betekenen allebei dat veel aspecten van ons leven wereldwijd verbonden en verweven zijn. Mondialisering doet zich voor op meerdere vlakken: op economisch, sociaal, politiek en cultureel vlak.

Onderzoek aan de hand van de foto’s hieronder wat mondialisering in jouw leefwereld betekent. Werk in de tabel op p. 124. Noteer het nummer van de foto bij de omschrijving die er het best bij past. Er kunnen meerdere foto’s overeenkomen met één omschrijving. 2

VA N

1

de populaire game Fortnite

3

©

wereldwijd online shoppen

5

het VN-gebouw in New York

122

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

de Europese Unie (EU)

4

containerterminal in Port of Antwerp-Bruges

6

de Ikea-vestiging in Dubai


7

8

McDonald's in China

internationale studies, vaak in het Engels

10

IN

9

ERASMUS

strandbar in Kenia

VA N

kledij 'made in Bangladesh'

11

12

Koreaanse auto's veroveren onze markt

OKAN

Wij leren Nederlands

©

13

les volgen in een Onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN)

met sociale media de wereld rond

14

internationale vluchten brengen ons overal ter wereld

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

123


omschrijvingen 1

Consumptiegoederen voor onze markt worden in andere werelddelen geproduceerd.

fotonummers

3 Dankzij goede transportmogelijkheden kunnen mensen en goederen steeds gemakkelijker, verder en sneller reizen.

4 Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie hebben een flinke vinger in de pap van de nationale politiek.

5 Over de hele wereld vind je grote restaurantketens.

6 Dit online computerspel speel je met spelers van over de hele wereld.

7 Overal ter wereld kom je dezelfde grote winkelketens tegen in de grote steden.

8 Grote internationale ketens zorgen ervoor dat dezelfde merken (bijna) overal ter wereld beschikbaar zijn.

9 De diversiteit van de bevolking neemt toe door migraties.

10 In het buitenland studeren is veel eenvoudiger geworden. Engels wordt gebruikt als communicatietaal in landen over heel de wereld.

11 E-commerce maakt shoppen mogelijk over heel de wereld.

VA N

IN

2 We hebben via het internet contact met heel de wereld en kunnen zo snel en veel informatie uitwisselen.

2

3

Zoek tussen de foto's telkens een of meer voorbeelden van sociale, politieke, economische en culturele mondialisering. Noteer de nummers van de foto's. -

sociale mondialisering:

-

politieke mondialsering:

-

economische mondialisering:

-

culturele mondialisering:

Noteer drie andere voorbeelden die illustreren hoe mondialisering ook in jouw leven aanwezig is.

©

Mondialisering is een synoniem van globalisering. Het betekent dat er een voortdurende wisselwerking is tussen verschillende plaatsen in de wereld. Belangrijke economische en politieke beslissingen worden door grote organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie genomen. De wereld is op politiek, cultureel, economisch en sociaal vlak steeds meer verbonden en verweven. Het gebruik van het Engels vergemakkelijkt de wereldwijde communicatie. Over de hele wereld kom je dezelfde goederen en winkelketens tegen.

124

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


MONDIALISERING: EEN RECENTE TREND?

600

4

7 6 5 4

3

400

2

200

1

0 1750

1800

1850

1900

1950

3 2 1

0 1750

2000 2010

0

1800

1850

1900

1950

2000 2010

1750

1800

1850

1900

1950

2000 2010

IN

800

6 5

miljard mensen

1200 1000

miljard mobilofoons

Onderzoek de evolutie van de mondialisering vanaf 1950. Vergelijk de groeicurves van het transport, de telecommunicatie en het internetgebruik met de evolutie van de wereldbevolking. miljoen motovoertuigen

1

fig. 1.1: evolutie van vervoer fig. 1.2: evolutie van telecommunicatie fig. 1.3: evolutie van bevolking bron data: Will Steffen et al. “The trajectory of the Anthropocene: The Great Acceleration”. The Anthropocene Review (maart 2015).

90

Internetgebruikers (per 100 inwoners)

80

rijke landen gemiddelde in de wereld Globale Zuiden

70 60

VA N

50 40 30 20

10

0 1996

1998

2000

2002

2004

2006

2008

2010

2012

2014

2016

2018

fig. 1.4: evolutie van het internetgebruik per 100 inwoners bron data: wikipedia.org

a

Welk patroon vertonen de curves vanaf 1950?

Welke vorm hebben die curves?

c

Hoe wordt dat groeipatroon genoemd, dat zich op talrijke curves voordoet in de periode vanaf 1950?

©

b

d

Dankzij welk communicatiemiddel liepen alle contacten vlotter vanaf het einde van de 20ste eeuw?

2

Onderzoek de anamorfosekaart van de wereld op de volgende pagina. De kleuren geven de hoogteligging weer. Op deze anamorfosekaart komt de grootte van het voorgestelde landoppervlak overeen met de reistijd die nodig is om eenzelfde afstand af te leggen op het land. Een anamorfosekaart is een vertekende kaart. De oppervlakten van de verschillende gebieden worden zo vervormd dat hun grootte evenredig is aan de grootte van een bepaald verschijnsel in dat gebied.

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

125


a

Schrijf de nummers van de regio’s uit de tabel op de juiste plaats op de kaart. regio’s met grote reistijd 1

Groenland

regio’s met kleine reistijd 6 Europa

2 Himalaya en Tibet

7 Japan

3 Siberië

8 India

4 Sahara

9 Verenigde Staten

VA N

IN

5 Amazonië

fig. 1.5: anamorfosekaart van de reistijd die nodig is om eenzelfde afstand af te leggen op het land

b

Hoe kun je de grote reistijd in sommige regio’s verklaren? natuurlijke factoren

Er zijn nauwelijks nog afstanden die mensen scheiden. Dat was ooit anders! Onderzoek hoe betere technologie het transport vergemakkelijkt. Lees de infotekst en onderzoek via de figuur op de volgende pagina hoe de ‘relatieve afstand’ verkleind is tussen 1600 en 2020. Welke veranderingen in snelheid en bereikbaarheid hebben zich voorgedaan sinds 1950?

©

3

menselijke factoren

-

na 1950 / transport:

-

na 2000 / communicatie:

We kunnen steeds gemakkelijker en sneller met elkaar communiceren over steeds grotere afstanden. Dat noemt men de tijd-ruimtecompressie. Het lijkt alsof de ruimte steeds kleiner wordt. Dezelfde afstand wordt sneller overbrugd en in dezelfde tijd leggen we steeds grotere afstanden af. De ervaren tijd en ervaren afstand veranderen naarmate er meer en betere verbindingen zijn. Als we bepaalde verplaatsingen vaker afleggen, geraken we eraan gewend en lijken die minder ver. Na 2000 zijn, door de snelle en mondiale communicatiemogelijkheden via internet, de ervaren afstanden nog sterk verkleind.

126

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


Antwerpen

zeilschip 15 km/u

Antwerpen

Herentals

Aalst Brussel

IN

stoomschip 40 km/u Antwerpen

Brussel

stoomtrein 100 km/u

Luik

Charleroi

Antwerpen Brussel

VA N

Parijs

propellervliegtuig 500 km/u

Bern

Antwerpen

straalvliegtuig 1 000 km/u

Bordeaux

Venetië

©

internet 25 Gb/sec

fig. 1.6: Betere transportmogelijkheden en internet brengen ons steeds verder in dezelfde tijd.

De mondialisering neemt sinds 1950 zeer snel toe. Technologische vooruitgang heeft het transport vergemakkelijkt, versneld en goedkoper gemaakt. De werkelijke afstanden blijven gelijk, maar de relatieve afstanden worden korter dankzij betere en snellere verbindingen. Een grote vooruitgang was mogelijk dankzij: - telecommunicatie: het internet verbindt mensen steeds meer en sneller met elkaar, tot in bijna alle uithoeken van de wereld; - veranderende politieke systemen: internationale verdragen maken wereldhandel makkelijker; - economische systemen: personen/bedrijven zijn verspreid en wereldwijd met elkaar verbonden. Deze voortdurende groei is een effect van the Great Acceleration. 1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

127


HOE IS DE POLITIEKE MONDIALISERING VERWEVEN IN ONS LEVEN? Politieke mondialisering betekent dat de nationale en zelfs de Europese politiek gebonden is door afspraken binnen de grote internationale organisaties. Bekijk de logo’s van grote internationale organisaties die verantwoordelijk zijn voor de politieke mondialisering. Voer de opdrachten uit. Vul in de tabel de afkorting van de naam van elke organisatie in.

b

Plaats het nummer van het logo bij de juiste organisatie in de tabel.

c

Noteer of België wel of geen lid is van de organisatie.

2

3

VA N

1

IN

a

4

5

organisatie

doel

afkorting

België lid?

logo

Europese Unie

politieke, economische en culturele samenwerking

WTO of Wereldhandelsorganisatie

de wereldhandel en een open economie bevorderen

Verenigde Naties

politieke, economische en culturele samenwerking

Organisatie van olieexporterende landen

samenwerkingsverband tussen landen die aardolie uitvoeren en samen de prijs bepalen

Wereldgezondheidsorganisatie van de VN

samenwerking op vlak van gezondheid en welzijn

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

samenwerking op vlak van defensie

© 128

6

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


d

Welke van deze organisaties hebben hun hoofdzetel in Brussel?

e

Het klimaat is door het massaal verbruik van fossiele brandstoffen ontregeld. Dat is een wereldomvattend probleem dat alleen door samenwerking tussen zoveel mogelijk landen opgelost kan worden. Daarom organiseren de VN elk jaar een klimaatconferentie. Waar vond de meest recente klimaatconferentie plaats? In welk jaar was dat?

f

Binnen welke organisatie worden grote handelsakkoorden gesloten?

Welke organisatie probeerde de coronapandemie in goede banen te leiden?

h

IN

g

Een conflictvrije wereld? Op de kaart hieronder staan de landen die lid zijn van de OPEC. Olie is synoniem van macht. Noem enkele olieproducerende landen waar zich de voorbije decennia zware conflicten hebben afgespeeld.

VA N

huidige lidstaten voormalige lidstaten

fig. 1.7: wereldkaart leden OPEC

i

Welke OPEC-landen hebben een grote rijkdom? Raadpleeg het onlinelesmateriaal via de link of de QR-code.

j

Welk verband zie je tussen het bezit van olie en conflicten?

BEKIJK WEBSITE

©

Door de politieke mondialisering wordt het beleid in veel landen bepaald door de grote organisaties waarvan ze lid zijn, zoals de VN en de EU. De nationale en Europese politiek moeten zich richten op de afspraken die binnen die wereldorganisaties gemaakt worden. Grote wereldomvattende problemen kunnen gezamenlijk aangepakt worden. Enkele grote verenigingen van landen met dezelfde belangen bepalen op hun beurt het economisch en politiek lot van andere landen. De OPEC is daarvan een voorbeeld.

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

129


HOE IS DE ECONOMISCHE MONDIALISERING VERWEVEN IN ONS LEVEN? 1

Volg hieronder het beeldverhaal over de wereldreis die een jeansbroek aflegt vanaf het ontwerp tot het moment dat ze vervangen wordt door een nieuwer exemplaar. Breng het traject in kaart. a

Lees de info bij de beelden en zoek de landen op in je atlas.

b

Noteer de nummers van de fasen van het productieproces in de juiste cirkels op de wereldkaart.

c

Kleur die landen in op de kaart en schrijf hun namen in de juiste vakken.

1

Het ontwerp en de werktekening worden online naar de fabriek in de Filipijnen gestuurd.

VA N

De Amerikaanse ontwerpers van Levi Strauss & Co ontwerpen een model voor de Europese markt.

2

IN

V6

3

Het katoen wordt in Kazachstan geoogst.

Het katoen wordt naar China verstuurd waar er katoengaren van gesponnen wordt. 6

©

5

4

In Taiwan wordt het garen met indigokleuren (soort blauw) geverfd. De natuurlijke kleur komt van een plantje dat oorspronkelijk uit India komt.

130

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

Na het verven gaat het garen naar Polen om daar tot rollen stof te worden geweven.


7

8

9

De rollen stof, voering, knopen, ritsen, labels … worden naar de Filipijnen gestuurd.

IN

Het label wordt gemaakt in Frankrijk.

De laatste behandeling is het bleken en schuren met puimsteen. Die behandeling vindt in Turkije plaats en geeft de broek de typische versleten look.

VA N

In de Filipijnen worden alle onderdelen aan elkaar genaaid (confectie).

10

11

©

De broek wordt verkocht in België.

13

Kledij die niet gekocht of verkocht wordt, wordt massaal gedumpt en gestort, zoals hier op de foto in de Atacamawoestijn in Chili.

12

Als je de jeansbroek niet meer draagt, gaat ze naar een liefdadigheidsorganisatie die kledij inzamelt. Van daaruit gaat ze per schip en vrachtwagen naar Afrika. Daar belandt ze bijvoorbeeld op een markt in Madagaskar. 14

Afgedankte kledij wordt gedumpt op stranden in Ghana. Dat bedreigt het bestaan van duizenden vissersfamilies. 1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

131


fig. 1.8: de wereldreis van een jeansbroek

132

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

op de evenaar

3000 km 0

©

VA N

IN

zuidpoolcirkel

Steenbokskeerkring

evenaar

Kreeftskeerkring

noordpoolcirkel

De wereldreis van een jeansbroek


d

Het onderzoek van de reis van de jeansbroek brengt in kaart hoe verschillende delen van de wereld met elkaar verbonden zijn. Lees in het kenniskader hieronder welke belangrijke begrippen met dit voorbeeld geïllustreerd worden. In de productieketen van bepaalde producten worden bedrijven van over de hele wereld ingeschakeld. Dat noemen we economische mondialisering. De wereldwijde versnippering van de productieketen veroorzaakt grote goederenstromen, de wereld rond.

2

Lees de infotekst en bestudeer de wereldkaart van de minimumlonen.

a

IN

De confectie van jeansbroeken is een arbeidsintensief proces. Dat wil zeggen dat een jeansbroek maken veel arbeidsuren vraagt. Om te besparen op de productiekosten laat een multinational het arbeidsintensieve deel van de productie uitvoeren in landen met de laagste loonkosten.

Vergelijk de minimumlonen in de EU met die in Zuidoost-Azië. Gebruik daarvoor figuur 1.9. Vul aan.

De loonkosten zijn het hoogst in en het laagst in . b

Waarom wordt de jeansbroek in de Filipijnen in elkaar gestoken? Leid dat af uit de kaart van de minimumlonen.

VA N

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

geen data

geen minimum $ 0,00 - $ 1,00

Steenbokskeerkring

$ 1,01 - $ 2,00 $ 2,01 - $ 3,00

$ 3,01 - $ 5,00 $ 5,01 - $ 7,50

$ 7,51 - $ 10,00

zuidpoolcirkel

©

$ 10,00 +

fig. 1.9: wereldkaart minimumlonen

3

De wereldreis van de jeansbroek gebeurt met containers. Ga naar het onlinelesmateriaal via de link of de QR-code en bestudeer de belangrijkste containerhavens van de wereld. a

Noem de drie belangrijkste wereldregio’s waarin containerhavens voorkomen en rangschik ze in volgorde van belangrijkheid. 1

2

3

BEKIJK WEBSITE

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

133


b

c

In welke steden liggen de twee belangrijkste Europese containerhavens? Noteer ook het nummer van hun rangorde in de lijst (2020). -

: plaats

-

: plaats

Vergelijk de ligging en de functie van de grote containerhavens met het verhaal van de jeansbroek. Vul de tabel hieronder aan door de juiste oplossingen te markeren. Oost- en Zuidoost-Azië laag / hoog

laag / hoog

economisch proces

productie lager / hoger dan consumptie

productie lager / hoger dan consumptie

containerhavens

import / export

import / export

Het verhaal van de jeansbroek zie je ook bij andere arbeidsintensieve goederen. Ga naar het onlinelesmateriaal en bekijk met de GIS-viewer de grote scheepvaartroutes in de wereld. Ga naar filter en kies enkel voor containerschepen.

VA N

V6

loonkost

IN

4

Europa

a

Wat zijn de drie drukst bevaren zeeën? Raadpleeg je atlas. Situeer ze ook op de wereldkaart achteraan in je leerwerkboek. -

-

-

Welke nauwe passages op de scheepvaartroutes zijn zeer belangrijk voor de containertrafiek? Noteer de nummers in het rood op de wereldkaart achteraan in je leerwerkboek. Door welke land- en zee-engten varen de containerschepen? Zoek de namen op in je atlas. 1

tussen de Rode Zee en de Middellandse Zee:

2

tussen de Atlantische en de Grote/Stille Oceaan:

3

tussen de Perzische Golf en de Golf van Oman/Arabische Zee:

4

tussen Maleisië/Singapore en Sumatra (Indonesië):

5

tussen de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan:

©

b

c

Deze zee-engten kunnen economische en politieke knelpunten zijn. Geef van allebei een voorbeeld. Leg uit hoe dit soort zee-engten strategisch belangrijk kunnen zijn. Vul eventueel aan met voorbeelden van recente gebeurtenissen. -

economisch:

-

politiek:

134

BEKIJK WEBSITE

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


5

Turkije ontzegt Russische oorlogsschepen toegang tot Bosporus en beantwoordt daarmee aan de Oekraïense oproep tot solidariteit (1/3/2022)

IN

Ever Given vaart zich vast in de oever van het Suezkanaal met file van containerschepen tot gevolg (23/3/2021)

Bestudeer de grafiek (fig. 1.10) hieronder. Ze geeft de evolutie weer van de waarde van de goederen die over de wereld verhandeld werden sinds 1950. Welke vorm herken je in deze curve?

Groei van de wereldwijde export % 5 000

VA N

a

b

4 000

Welke naam geven we aan dat groeiproces?

3 000

2 000

De groei van de waarde van de export betekent een steeds grotere financiële stroom tussen de verschillende landen van de wereld.

1 000

0

1913

1940

1960

1980

2000

2020

fig. 1.10: Groei van de wereldwijde export. Waarde in 1913 = 100 % bron data: ourworldindata.org

MAG HET IETS MEER ZIJN?

Ook België kent sinds 1950 een sterke groei van import en export. Bestudeer de grafieken van de Belgische export en import.

©

6

Waarde van uitgevoerde goederen als aandeel van het bbp

%

Waarde van ingevoerde goederen als aandeel van het bbp %

België

80

80

60

60

40

40

20

20

0 1950

1960

1970

1980

fig. 1.11: Belgische export, in % van het bbp bron data: ourworldindata.org

1990

2000

2010

2020

0 1950

België

1960

1970

1980

1990

2000

2010

2020

fig. 1.12: Belgische import, in % van het bbp bron data: ourworldindata.org 1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

135


a

Ga naar het onlinelesmateriaal voor een update van deze cijfers.

b

Hoe is de Belgische exportwaarde geëvolueerd?

c

Hoe is de Belgische importwaarde geëvolueerd?

De Belgische economie draait voor een groot deel op invoer en uitvoer. Wanneer de economie van een land sterk afhankelijk is van de internationale handel, spreken we van een open economie. Bestudeer deze grafiek. Vul aan. -

Daling van de transport- en communicatiekosten ten opzichte van 1930

De kosten om internationaal handel te drijven zijn sinds 1930 sterk

-

.

-

.

Ook het transport van en

100%

80%

De sterkste daling van de kosten was er in

IN

d

60%

40%

werd veel

personenvluchten 0%

1930 1940

1950

1960

1970

VA N

goedkoper.

zeevrachten

20%

1980

1990

2005

internationale telefonie

fig. 1.13: evolutie van de transport- en communicatiekosten vanaf 1930 bron: ourworldindata.org

7

De mondialisering vanuit verschillende standpunten of perspectieven bekeken. Kies één van de twee sporen. SPOOR 1

Hoe kun je deze cartoon ontleden? Noteer stapsgewijs een antwoord bij elke vraag. 1

-

links:

-

rechts:

Waar speelt het zich af? -

links:

-

rechts:

©

2

Wat zie je?

3

Waar gaat de cartoon over?

4

Vind je dat grappig of niet?

5

Wat wil de tekenaar ons vertellen?

136

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

ZUID-OOST AZIË veel werk

EUROPA minder werk

schoenen € 150,geen schoenen


6

Wat is jouw mening daarover?

7

Bedenk een titel voor de cartoon.

SPOOR 2

uitspraken 1

IN

Hieronder staan acht uitspraken en opinies over mondialisering. Elke uitspraak gaat over een sociaal (S) en/of een economisch (E) thema en wordt positief (+) of negatief (–) ervaren. Vul de tabel aan. Plaats daarna de nummers van de uitspraken op de juiste plaats in het kwadrant. Sommige uitspraken kunnen zowel E als S zijn. Beoordeel de uitspraken ten slotte door er een eigen mening over te vormen. E of S + of –

Belgische jongere: “Ik kan mijn T-shirts aan lage prijzen kopen in de Primark. Daardoor kan ik mijn kleerkast uitbreiden.”

2 Vietnamese textielarbeidster: “Ik maak T-shirts in een bedrijf in Vietnam. Daarvoor krijg ik maar een laag loon.”

3 Belgische jongere: “Mijn moeder werkte vroeger in een confectiefabriekje in Sint-Niklaas. Die zijn daar nu allemaal gesloten. Veel laaggeschoolde vrouwen in onze streek zijn daardoor werkloos geworden.”

4 Milieu-activist: “De mondialisering van de productie van jeansbroeken en andere kledij brengt grote goederenstromen met zich mee op onze wegen, met files en veel uitstoot van CO2 en fijn stof tot gevolg.”

5 Belgische jongere: “Mijn vader werkt in een West-Vlaamse fabriek die basisproducten invoert vanuit Azië. Hij dreigt werkloos te worden omdat zijn baas te weinig grondstoffen kan kopen in het buitenland.”

6 Vietnamese vakbondsafgevaardigde: “Wij ijveren voor een beter loon voor de arbeiders die T-shirts maken in onze textielfabriek.”

7 Roemeense vrachtwagenchauffeur: “Ik werk voor een Belgisch transportbedrijf en ik breng containers van de haven van Antwerpen naar alle landen van West-Europa. Er is meer werk voor ons in België dan in Roemenië.”

8 Belgisch politicus: “Door de groeiende in- en uitvoer is onze economie sterk gegroeid.”

©

VA N

SOCIAAL

-

+

ECONOMISCH

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

137


Formuleer een conclusie bij deze classificatie. Gebruik het woord perspectief (of standpunt) in je antwoord.

IN

In de productieketen van bepaalde producten worden bedrijven van over de hele wereld ingeschakeld: dat is economische mondialisering. Het gevolg van die economische mondialisering is dat de productie van een grote hoeveelheid goederen sinds 1950 verschoven is van ons land en Europa naar landen met lage lonen. Van daar worden ze met containers verscheept en tot in de dichtstbijzijnde grote haven gebracht. Vervolgens worden de goederen over het Europese vasteland vervoerd naar verdeelcentra en winkels. De goederen in onze winkels worden daardoor goedkoper. De voor- en nadelen daarvan zijn afhankelijk van uit welk standpunt of perspectief je het bekijkt.

De wereldwijde versnippering van de productieketen veroorzaakt grote goederenstromen, de wereld rond. Er rijden steeds meer vrachtwagens met containers op onze wegen. Containervervoer heeft het transport sneller, goedkoper en efficiënter gemaakt. Daardoor zijn er ook grote financiële stromen tussen de verschillende landen. De Belgische economie is sterk afhankelijk van de internationale handel. Wij hebben een open economie.

VA N

CULTURELE EN SOCIALE MONDIALISERING: OOK IN JOUW LEEFWERELD?

1

Mondialisering of veramerikanisering? Voer de onderstaande opdrachten uit. a

Taal: Welke Engelstalige uitdrukkingen zijn ook in jouw woordenschat binnengeslopen, onder meer onder invloed van bekende Amerikaanse films en tv-series?

Muziek: Welke Amerikaanse muziekgroepen behoren tot jouw geliefkoosde muziek?

©

b

c

Kledingstijl: De jeans en het T-shirt, afkomstig uit de VS, zijn een internationaal ‘uniform’ geworden. Sta je er nog bij stil dat Coca-Cola, Pepsi, McDonald’s, chips, ketchup … van oorsprong Amerikaanse producten zijn? Welke andere oorspronkelijk Amerikaanse producten en merken die we regelmatig gebruiken, ken je nog?

d

Neemt China binnenkort de leidende rol over? Een aantal Chinese merken worden meer en meer geduchte concurrenten voor leidende Amerikaanse merken. Welke van die merken ken je?

138

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


MAG HET IETS MEER ZIJN? 2

Onderzoek het gebruik van sociale media in Vlaanderen en in je klas. Gebruik de informatie op de website bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Stel een staafdiagram op van het gebruik van de verschillende sociale media in je klas. Vergelijk de gegevens van jullie klas met die van Vlaanderen. sociale media in onze klas

BEKIJK WEBSITE

sociale media in Vlaanderen (2020) 100 90

30

80

25

74%

70 59%

IN

60

20

50

15

45%

40

27%

30

10

20%

20

5 0

Facebook

YouTube

Instagram

Pinterest

LinkedIn

Twitter

TikTok

Snapchat

Reddit

fig. 1.14: staafdiagram sociale media in onze klas

3

14%

14%

0

TikTok

Snapchat

6%

Facebook

YouTube

Instagram

Pinterest

LinkedIn

Twitter

Reddit

fig. 1.15: staafdiagram sociale media in Vlaanderen

Onderzoek het gebruik van Facebook in de wereld. Lees de infotekst en bekijk de kaart.

VA N

a

Foto’s, meningen en belevenissen delen met wie ook waar ook ter wereld: het kan met onder andere Facebook, een internetplatform dat uitwisseling van ideeën, foto’s, filmpjes … mogelijk maakt. Mensen van over de hele wereld kunnen daardoor verbonden zijn met elkaar. Dat creëert heel grote datastromen.

b

fig. 1.16: het Facebooknetwerk en de datastromen die dat netwerk creëert (2015)

Bekijk de datastromen van Facebook op de kaart. Welke lege plekken zie je? Vergelijk met de kaart van de bevolkingsspreiding.

Interessant om weten

©

V6

18%

10

China is ook een lege plek op de Facebookkaart. Sociale mediaplatformen zoals Facebook worden daar deels geblokkeerd door de overheid. Dat heet internetcensuur. Er wordt in dat verband ook wel gesproken over de Great Firewall of China.

Culturele en sociale mondialisering zorgen ervoor dat overal ter wereld veel aspecten van het leven min of meer vertrouwd aanvoelen. Er is een zogenaamde wereldcultuur ontstaan, met min of meer dezelfde en herkenbare voedingsgewoonten, muziekstijlen, kledingstijlen … Bijna overal ter wereld is het mogelijk om je te verbinden met mensen van overal. Waar internet is, kun je iedereen onmiddellijk bereiken, bellen en zien, je kunt met de hele wereld handeldrijven ... Die zaken zijn ook veel gemakkelijker geworden dankzij het Engels als dominante wereldtaal. Ook in onze taal zijn veel Engelse woorden en uitdrukkingen binnengeslopen. 1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

139


IN WELKE MATE ZIJN ALLE LANDEN VAN DE WERELD GEMONDIALISEERD? 1

Lees in de infotekst wat ‘globaliseringsindex’ betekent. Voer de opdrachten uit. De mate waarin een land gemondialiseerd is, of verbonden is met andere landen van de wereld, wordt uitgedrukt in de globaliseringsindex. Die index meet de internationale economische, sociale en politieke verbondenheid van een land.

V6

b

Zoek in je atlas op of de wereldregio’s in de tabel niet, weinig, matig of sterk geglobaliseerd zijn. Raadpleeg ook het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Verschuif het balkje naar het meest recente jaar. Beweeg met de muis over enkele landen en vergelijk hun globaliseringsindex. Markeer de juiste oplossingen in de tabel.

IN

a

Noteer per regio het sterkst en het minst geglobaliseerde land. Noteer twee landen als het verschil tussen de twee klein is. Voor West-Europa noteer je de drie meest geglobaliseerde landen. regio

globaliseringsindex niet / weinig / matig / sterk

sterkst geglobaliseerd

minst geglobaliseerd

VA N

Afrika

Europa

Oceanië

Noord-Amerika

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

Centraal-Amerika

Zuid-Amerika

©

Arabisch Schiereiland Oost-Azië

West-Azië

c

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

niet / weinig / matig / sterk

Op welke plaats staat België in de lijst van de globaliseringsindex?

140

BEKIJK WEBSITE

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


De wereldhandel is een maat voor de mondialisering en speelt zich voornamelijk af tussen enkele wereldblokken.

NOORDAMERIKA

MIDDENOOSTEN

handel binnen regio’s

1 100

handel tussen regio’s 1 030 500 300 100 20 (in miljarden dollars)

AZIË

AFRIKA

4 100

70

CIS

EUROPA

LATIJNSAMERIKA

IN

2

AUSTRALIË

VA N

fig. 1.17: interregionale goederenstromen in 2016 in miljard dollar, op basis van cijfers van de WTO bron data: World Trade Organization (WTO), www.wto.org

Tussen welke drie werelddelen speelt zich het grootste deel van de internationale handel af? -

-

-

©

De zone waarbinnen de internationale handel zich afspeelt, noemt men wel eens de globale triade. China, de VS en de EU zijn de belangrijkste handelspartners.

1 DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK

141


Dankzij de technologische vooruitgang is de wereld schijnbaar verkleind en zijn de afstanden schijnbaar verkort. We zijn steeds meer verbonden met de hele wereld. Dat uit zich in veel aspecten van ons leven. culturele en sociale mondialisering

politieke mondialisering fig. 1.18: schema mondialisering

IN

technologische vooruitgang

economische mondialisering

VA N

Sociale en culturele mondialisering zijn opvallende en ingrijpende vormen van mondialisering: - Het internet brengt ons in contact met mensen, gewoonten en gebruiken over de hele wereld. - Muziekgenres verspreiden zich via sociale netwerken en internet razendsnel over de hele wereld. - Via streamingdiensten volgen we series en films van overal ter wereld. - We gamen met (of tegen) andere spelers die zich overal in de wereld bevinden. - Supermarkten bieden een vrijwel onbeperkte keuze aan voedingswaren uit alle uithoeken van de wereld aan. - Door migraties zijn we vertrouwd geworden met mensen uit andere culturen. Taal en gewoonten uit andere culturen sluipen bijna ongemerkt ons dagelijks leven binnen.

Internationale en wereldwijde handelsstromen en investeringen zijn een uiting van economische mondialisering. Technologische vooruitgang maakt snelle en gemakkelijke wereldwijde communicatie mogelijk. Ook het transport wordt steeds beter en sneller. Dat laat multinationals toe om (delen van) producten over de hele wereld te laten produceren, vaak op de beste en vooral op de goedkoopste plaatsen. Al die producten bieden ze tegen lage prijzen aan op de afzetmarkt. De grote havens zijn steeds belangrijker geworden in de gemondialiseerde handel.

©

Door internationale samenwerking vormen landsgrenzen steeds minder hindernissen. Dat maakt internationale handel eenvoudiger. Het is een voorbeeld van politieke mondialisering. De dominerende economische structuur ligt in het gebied tussen Noord-Amerika, Europa en Zuidoost-Azië.

142

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND? In het vorige hoofdstuk leerde je hoe goederen de hele wereld rondreizen, van hun productiegebied naar hun consumptiegebied. Door de toenemende mondialisering is reizen ook voor personen veel gemakkelijker geworden en worden verre bestemmingen voor meer mensen toegankelijk. Steeds meer mensen ontdekken andere landen en culturen en komen zo in contact met bijvoorbeeld andere talen, levenswijzen, ze ontdekken mooie gebouwen, exotische gerechten … De relatieve afstand tussen mensen wereldwijd wordt daardoor steeds kleiner.

WAAROM REIZEN WE?

IN

MAG HET IETS MEER ZIJN?

Lees de ‘Interessant om weten’ en onderzoek enkele bestemmingen uit de top 25 van Tripadvisor. Volg daarvoor het stappenplan.

BEKIJK WEBSITE

VA N

Interessant om weten Om onze reisbestemming te kiezen, raadplegen we vaak het internet. Tripadvisor is één van de grootste reiswebsites, waarop reizigers hun beoordelingen en foto’s kunnen toevoegen van vakantieverblijven, restaurants en bezienswaardigheden. Reizigers uit de hele wereld maken gebruik van Tripadvisor omdat ze veel belang hechten aan de mening van andere reizigers. Jaarlijks publiceert de website een toeristische top 25 van de populairste bestemmingen, op basis van de input van de gebruikers.

©

1 Bekijk de foto’s in tabel 1 en situeer de bestemmingen op de wereldkaart (fig. 2.1) door het nummer van de foto op de juiste plaats te zetten. 2 Noteer in de tweede kolom van tabel 1 het land en het werelddeel of de wereldregio van de toeristische bestemming. 3 Lees de beschrijvingen van de toeristische plaatsen in tabel 2. 4 Noteer in de derde kolom van tabel 1 de letter van de beschrijving die bij de foto past. 5 Kies voor elke plaats of ze aantrekkelijk is voor strandtoeristen (S), cultuurtoeristen (C) en/of natuurtoeristen (N). Zet een kruisje in de juiste kolom van tabel 1. Eén bestemming kan voor meerdere aspecten aantrekkelijk zijn. 6 Onderzoek via het onlinelesmateriaal of de bestemming een site van het Unesco Werelderfgoed bevat. Zet in dat geval een kruisje in de laatste kolom van tabel 1.

Interessant om weten Het Unesco Werelderfgoed omvat belangrijke en uitzonderlijke natuurlijke en culturele sites. Elk land mag elk jaar één site voordragen die na onderzoek kan aangenomen worden.

2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

143


Tabel 1: enkele bestemmingen uit de top 25 van Tripadvisor

foto’s

land werelddeel/ wereldblok

beschrijving tabel 2 letter

soort toerisme S

C

N

UNESCO Werelderfgoed? X

Parijs

Dubai 2

VA N

Bali

IN

1

3

Cuzco

4

medina in Marrakech

©

5

Siem Reap, tempelcomplex van Angkor Wat

6

144

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


66°N

noordpoolcirkel

23°N

Kreeftskeerkring

evenaar

0° 0

3000 km op de evenaar

23°S

66°S

fig. 2.1: wereldkaart met toeristische trekpleisters

IN

Steenbokskeerkring

zuidpoolcirkel

VA N

Tabel 2: beschrijving van de bezienswaardigheden Noteer de letters uit deze tabel op de juiste plaats in tabel 1.

Deze tempels en ruïnes liggen in Angkor Wat, één van de grootste religieuze complexen ter wereld. De tempels en de 12de-eeuwse koninklijke stad zijn populaire en belangrijke bezienswaardigheden in de provincie Siem Reap.

B

Dubai is een combinatie van moderne cultuur, geschiedenis en avontuur, met winkels en entertainment van wereldklasse.

C

Het schilderachtige Bali is een Indonesisch paradijs. Je kunt er genieten van de zon op een wit strand. In het binnenland zijn de groene rijstterrassen en de traditionele klederdracht een streling voor het oog.

D

Genieten van een museumbezoek, ontspannen na een wandeling langs de Seine en je verwonderen over iconen als het Louvre, de Eiffeltoren en de Arc de Triomphe. Deze stad bulkt van de bezienswaardigheden.

E

In Cuzco ontdek je mooie paleizen en kleurrijke marktjes waar traditionele stoffen aangeboden worden. Hoog in het Andesgebergte ligt Machu Picchu, een parel van de Incacultuur.

F

De stad Marrakesh is een magische plaats vol markten, tuinen, paleizen en moskeeën. Je kunt je gemakkelijk de hele dag vermaken op de gezellige binnenplaatsjes en in de kronkelende steegjes van de historische medina. Het Djemaa el Fnaa plein is een bruisend centrum van kraampjes en straatanimatie.

©

A

Toeristen zijn mensen die reizen naar een bestemming buiten de eigen omgeving. Belangrijke aantrekkingsfactoren zijn prachtige natuur, een aangenaam klimaat, vreemde culturen en mooie steden met een rijk verleden. Ook een breed aanbod aan ontspanningsmogelijkheden is voor veel toeristen een belangrijke troef om een plaats te bezoeken.

2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

145


WAARHEEN LOPEN DE TOERISTENSTROMEN? 1

Welke werelddelen ontvangen het meest toeristen? Vergelijk deze anamorfosekaart met de staatkundige kaart in je atlas. Zoek per werelddeel de landen op waar de meeste toeristen naartoe trekken. -

in Noord-Amerika: -

in Centraal-Amerika:

-

in Europa (3 landen): -

in Azië:

-

in Afrika (4 landen):

IN

V6

fig. 2.2: anamorfosekaart van het aantal inkomende toeristen (2015) bron: worldmapper.org

De grafiek hieronder toont de evolutie van het toerisme vanaf 1950. Je ziet de evolutie van de toeristische stromen per werelddeel. Bestudeer deze grafiek bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code en voer de opdrachten uit.

VA N

2

Internationale aankomsten van toeristen per wereldregio 1.4 miljard

Afrika

Midden-Oosten

1.2 miljard

Azië + Grote Oceaan

1 miljard

BEKIJK WEBSITE

Noord- en Zuid-Amerika

800 miljoen

600 miljoen

400 miljoen

Europa

200 miljoen

0

1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

2018

©

fig. 2.3: evolutie van de internationale aankomsten per wereldregio (1950-2018) bron: ourworldindata.org

a

De vorm van de curve herken je uit de vorige thema’s. Wat is de naam van deze exponentiële groei sinds 1950?

b

Rangschik de wereldregio’s van veel internationale aankomsten naar weinig voor het jaar 2018. veel aankomsten

weinig aankomsten 146

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


c

V17

Bestudeer de grafieken hieronder. Welk verband zie je tussen de grafiek hierboven (fig. 2.3) en deze twee grafieken? Formuleer een conclusie. bbp

Aantal luchtvaartpassagiers wereld

4 miljard

$25 biljoen

Oost-Europa

$20 biljoen 3 miljard $15 biljoen 2 miljard $10 biljoen

West-Europa

1 miljard $5 biljoen

1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

2018

$0

IN

0

1950

1960

1970

1980

1990

2000

2010

2018

1 biljoen = 1 000 miljard

fig. 2.4: totaal aantal luchtvaartpassagiers (vanaf 1950 (zie ook grafiek)) bron: ourworldindata.org

De stijging van het toerisme loopt gelijk met: -

de toename van ;

-

de toename van .

Lees de infotekst over de opkomst van het massatoerisme en voer de opdracht uit.

VA N

3

fig. 2.5: evolutie van het bbp van West- en Oost-Europa (1950-2018) bron: ourworldindata.org

©

De economische groei van de jaren ’50 bezorgde veel mensen niet alleen een hoger inkomen, ook de vrije tijd nam toe en het luchtverkeer werd voor meer mensen toegankelijk. Oorspronkelijk waren de stranden van het Middellandse Zeegebied goed bereikbaar en erg in trek. Door steeds goedkopere vluchten en de toename van hotels en campings in kustplaatsen werd het massatoerisme geboren. Dat beperkt zich vandaag niet tot populaire strandplaatsen, ook een aantal steden zijn zeer populair als korte vakantiebestemming. Als mensen massaal naar dezelfde plaatsen reizen, worden die overspoeld door toeristen. Ze worden daardoor drukker en verliezen hun charme. Dat is de keerzijde van de medaille. Door de toenemende mondialisering komen internationale en intercontinentale bestemmingen binnen het bereik van de massatoerist. Waartoe dat soms leidt, zien we bijvoorbeeld in Venetië en Benidorm.

massatoerisme in Venetië

Benidorm, een strandbestemming met massatoerisme

Het massatoerisme kwam op vanaf 1950. Noteer drie oorzaken. -

-

-

2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

147


De aankomstgebieden van toeristenstromen zijn niet gelijkmatig verspreid over de wereld. Europa vormt de grootste aankomstregio. Het internationaal toerisme groeie sterk sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw. We zien een verband tussen de toename van het toerisme en: - ontwikkelingen in de transportsector; - de groei van de communicatietechnologie; - de groei van de wereldbevolking; - de stijging van het inkomen. Sommige trekpleisters worden overspoeld door toeristen: dat noemen we massatoerisme.

IN

WELKE IMPACT HEBBEN DE TOERISTENSTROMEN OP DE PLANEET? Onderzoek aan de hand van het cirkeldiagram welke vervoermiddelen er wereldwijd gebruikt worden door internationale toeristen. a

Bekijk het cirkeldigram over het gebruik van transportmiddelen. (fig. 2.6) en de figuur over de uitstoot van broeikasgassen (fig. 2.7) die eerder aan bod kwam in het thema 'Valt het klimaat nog te redden?'.

trein 1 %

VA N

over het water 5 %

over de weg 35 %

vliegtuig 59 %

,5 tbo % ssi n akk erla g 2,2 gras nd 1,4 % lan land- en % stort plaa d 0,1 % bosbouw tsen 1 ,9 afvalw 18,4 % ater 1,3 % % afval chemicalië 3 ,2 % n 2,2 %

energie 73,2 %

rv o

sies ,8 % mis tie 5 ge eroduc i t h vluc ergiep en van

ve

br ove an rig di e ng 7,8 %

rgiev e

commerciële gebouwen 6,6 %

fig. 2.7: uitstoot van broeikasgassen op wereldvlak per economische sector bron data: ourwoldindata.org

148

rbruik in gebouwe

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

,5 % n 17

residentiële geb

ou w

e

,9 % n 10

lu

ch tva a

,7 % % rt 1 aa n 0,4 3 % , pv ee ege en 0 sch oorwiding sp ijple p

br an ds to fve r

en e

ort 11 ,9 %

industrie 5,2 %

in energie rij 1,7 % se w en vis u o b d n la

nsp

cement 3 %

energ ieve rbr uik in

% ën 10,6 strie ndu re i de an % 24,2 rie ust ind de

©

og st 3

%

gtra

ao

on

ijzer en st aal 7, 2

we

nn

veestapel en mest 5,8 %

% 0,6 ie str % u d in 0,5 ulp strie p u en nd er- -i pi ine pa ach m

er 1 6 ,2 %

ran de

,1 % n4 nde % gro 1,3 uw el t dbo tte lan rijs

afb

n on -fer rom ch eta pe emi len ind troc sch 0,7 e h u % vo str em en ie isc ed 3,6 he in gs % -e nt ab ak sin du str ie 1%

fig. 2.6: procentuele verdeling van vervoermiddelen bij toerisme wereldwijd (2019) bron data: World Tourism Organization (UNWTO)

rt 1,9

%


b

Beantwoord de vragen over de twee figuren. -

Welk onderdeel van de transportsector stoot het meest broeikasgassen uit?

-

Wat is het aandeel van boeikasgassen door de luchtvaart in de totale uitstoot?

-

Vul aan: De belangrijkste vervoermiddelen die wereldwijd voor het toerisme gebruikt worden, zijn en .

IN

De verplaatsingen voor het toerisme dragen bij tot de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.

KUNNEN WE OF WILLEN WE OVERAL NAARTOE? MAG HET IETS MEER ZIJN? 1

Onderzoek in functie van de actualiteit of sommige landen momenteel als toeristische bestemming haalbaar zijn, en motiveer waarom wel of niet. Onderzoek ook de link bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Jullie werken in groepen. Elke groep onderzoekt een land.

BEKIJK WEBSITE

VA N

a b

Situeer jullie land op de referentiekaart van de wereld achteraan je leerwerkboek.

c

Vul de gegevens aan over jullie land. Welke land heb je onderzocht?

-

Hoe lang denk je dat je erover doet om je bestemming te bereiken vanuit Brussel?

-

Wat is de afstand tussen Brussel en je bestemming? Doe een schatting.

-

Onderzoek via Google Maps wat de reële afstand en reistijd is. • afstand:

-

• reistijd:

Wat is er in dit land aantrekkelijk om te bezoeken? Geef een voorbeeld van:

©

• cultuurtoerisme: • natuurtoerisme: • strandtoerisme:

-

Kun je er gemakkelijk en veilig naartoe? • bereikbaarheid: • veiligheid: Zijn er veiligheidsproblemen? Indien ja, welke? Leg uit.

2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

149


2

Bij je keuze voor een transportmiddel om op reis te gaan, kun je je laten leiden door de CO2- uitstoot per vervoermiddel. Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. a

Bestudeer onderstaande tabel en beantwoord de vragen.

BEKIJK FILMPJE

Uitstoot CO2 per reizigerskilometer CO2 (gram per km)

te voet

0

fiets ferry (zonder auto) HST trein

IN

vervoermiddel

0

19

23

30 33

vliegtuig > 2 500 km

122

ferry (met auto)

132

auto

137

vliegtuig 700 – 2 500 km

165

vliegtuig < 700 km

246

VA N

bus

fig. 2.8: uitstoot van CO2 door verschillende vervoermiddelen bron data: Zomer Zonder Vliegen

-

Welke vervoerswijzen zijn volledig klimaatneutraal?

-

Welk vervoermiddel stoot het meest CO2 uit?

-

Wat gebeurt er met de uitstoot van CO2 bij een vliegtuigreis als de afstand langer wordt?

©

-

Kunnen we vliegtuigreizen over korte afstanden verantwoorden als je hun effect op de atmosfeer bekijkt? Leg je antwoord uit.

b

Zijn er volgens jou alternatieve oplossingen voor vliegreizen? -

Ja, want voor kortere afstanden kunnen we

-

Nee, want langere afstanden

150

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


MAG HET IETS MEER ZIJN? 3

Hoe duurzaam is jouw reis? Onderzoek en bereken de CO2-uitstoot van de reis naar de bestemming die je gekozen hebt op p. 149.

Interessant om weten

IN

De uitstoot van CO2 wordt heel vaak gebruikt om de invloed op het klimaat aan te tonen. Je leerde in het thema ‘Valt het klimaat nog te redden?’ dat er ook nog andere broeikasgassen zijn die de opwarming van de aarde versnellen, zoals waterdamp, lachgas of methaan. Maar niet enkel de toename van CO2 is slecht voor de planeet. Naast broeikasgassen stoot het verkeer ook giftige stoffen uit. Ozon, NOX en roetdeeltjes komen vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen en zijn slecht voor de gezondheid. In Europa veroorzaakt de luchtvervuiling veel doden (astma en longziekten, hart- en vaatziekten).

©

VA N

Het wereldwijde toerisme is sinds 1950 enorm gegroeid. Inwoners van rijke landen reizen het meest en het verst. Zij gebruiken vooral het vliegtuig. Voor relatief korte afstanden is de impact van een vliegvakantie op de CO2-uitstoot heel groot. Er zijn alternatieve manieren van reizen, zoals bijvoorbeeld met de trein, maar dat is duurder, omslachtiger, duurt langer en het aanbod is niet zo groot. De meest ecologische manier van reizen is te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer.

2 MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND?

151


3 KAN HET ANDERS?

MAG HET IETS MEER ZIJN?

IN

Duurzaam toerisme is toerisme dat geen schade berokkent aan de natuur en de natuurlijke hulpbronnen, dat respect toont voor de mensen en hun cultuur en de inkomsten naar de plaatselijke bevolking laat gaan. Bij duurzaam toerisme zijn welzijn (‘people’), ecologie (‘planet’) en economie (‘profit’) in evenwicht. Daarnaast zijn een vreedzame en eerlijke samenleving ('peace') belangrijk op de toeristische bestemming. Ook moet er een goede, eerlijke relatie zijn tussen de toerist en de toeristische uitbaters ('partnership'). Dit zijn de vijf p's van duurzaamheid. Duurzaam toerisme levert een bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van bestemmingen.

Onderzoek VAN enkele duurzame projecten op verschillende bestemmingen in de wereld

VA N

1 Bestudeer de casussen over de verschillende projecten. Elke groep gaat aan de slag met een casus. 2 Situeer de landen op de onderstaande wereldkaart. 3 Noteer in de tabel per project: - de effecten op het welzijn van de bevolking; - de voordelen voor de natuur; - de economie van de bestemming.

66°N

23°N

0

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

evenaar

3000 km

op de evenaar

23°S

66°S

Steenbokskeerkring

zuidpoolcirkel

©

fig. 3.1: duurzame projecten op de wereldkaart

1

152

De Anunga is een bevolkingsgroep in Ecuador. Ze leven in het tropisch regenwoud van het Yasuni Nationaal Park, een gebied met een grote biodiversiteit. Ze ontwikkelden een project waarbij ze al hun inkomsten uit toerisme halen. Toeristen komen aan in El Coca City en moeten dan nog twee uur doorreizen met een gemotoriseerde kano op de Naporivier. De Anunga laten de toeristen kennismaken met het belang van het regenwoud en met de eeuwenoude gewoonten en gebruiken van hun eigen bevolking. Ze beschermen het regenwoud en gebruiken hun inkomsten voor gratis medische hulp en onderwijs aan de plaatselijke bevolking. Elektriciteit halen ze uit zonne-energie en ze zuiveren het gebruikte water. De projecten creëren ook jobs voor de lokale bevolking.

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


De eilandengroep Palau is gelegen in de Grote Oceaan en is een favoriete reisbestemming van de Aziaten. Sinds 2017 krijgt elke toerist die aankomt op het eiland een stempel in het paspoort, de zogenaamde ‘Palau Pledge’. Dat is een ecobelofte die bezoekers moeten ondertekenen voordat ze Palau binnenkomen. Ze beloven daarmee om respectvol om te gaan met het milieu. In Palau is plastic voor eenmalig gebruik verboden. Sinds 2020 is het ook verboden om zonnebrandmiddelen te gebruiken die de koraalriffen beschadigen. De eilandengroep streeft ernaar om klimaatneutraal te worden. Toeristen kunnen een financiële bijdrage leveren om hun CO2-uitstoot te compenseren. Die fondsen worden onder meer gebruikt voor het behoud van het zeeleven en de ondersteuning van de lokale bewoners.

3

Costa Rica is met een aandeel van 6,5 % van de biodiversiteit in de wereld een internationale leider op gebied van natuurbehoud en duurzaamheid. Sinds het einde van de vorige eeuw is het land ook bezig met de ontwikkeling van duurzaam toerisme. Aan de oostkust, net ten zuiden van het nationaal park Torteguero in het kleine dorpje Parismina, kun je als vrijwilliger meehelpen met een natuurbeschermingsgroep die zich inzet om schildpaddensoorten die daar nestelen, te beschermen tegen stropers. De vrijwilligers en toeristen kunnen het volledige project bezoeken tijdens georganiseerde rondreizen. De organisatie heeft heel wat dorpelingen in dienst en de lokale bevolking vangt de vrijwilligers op tegen een vergoeding. Ook de lokale handel heeft voordeel bij de aanwezigheid van de toeristen.

VA N

IN

2

In het Volcanoes National Park in het noordwesten van Rwanda kun je bedreigde berggorilla’s en goudapen spotten. De Rwandese overheid doet inspanningen om toerisme op een milieuvriendelijke manier te organiseren met respect voor de leefomgeving van de lokale bevolking. In het Volcanoes National Park kun je onder begeleiding van lokale spoorzoekers en gidsen een gorillatrekking ondernemen. De lokale bewoners die het toerisme mee organiseren ontvangen een inkomen en beschermen op die manier de verschillende groepen gorilla’s tegen stropers. In de hele regio zijn heel wat mensen tewerkgesteld in jobs die samenhangen met het toerisme, zoals personeel in de hotels. Het welzijn van de lokale bevolking en de bescherming van de natuur gaan zo hand in hand.

©

4

mijn bestemming

welzijn = PEOPLE

ecologie = PLANET

economie = PROFIT/PROSPERITY

3 KAN HET ANDERS?

153


SYNTHESE DE WERELD BINNEN KLIKBEREIK: veroorzaakt wereldwijde stromen van , , en

800 600

meer, betere, snellere communicatie → afstanden en tijd verkleinen

miljoen motovoertuigen

1200 1000

400 200 0 1750

1800

1850

1900

1950

2000 2010

periode van enorme groei :

IN

1

soorten mondialisering

internet = stroom van data

culturele en sociale mondialisering

technologische vooruitgang

VA N

NOORDAMERIKA

politieke mondialisering

economische mondialisering

CIS

EUROPA

MIDDENOOSTEN

handel binnen regio’s

AZIË

AFRIKA

4 100 1 100 70

LATIJNSAMERIKA

handel tussen regio’s

AUSTRALIË

1 030 500 300 100 20 (in miljarden dollars)

concentratie van economische mondialisering in 3 wereldregio’s

2

MET Z’N ALLEN DE WERELD ROND: een wereldwijde stroom van Aantal luchtvaartpassagiers Aantal luchtvaartpassagiers

wereld

wereld

4 miljard 4 miljard

Waarom reizen we? aantrekkingsfactoren:

3 miljard

3 miljard 2 miljard

2 miljard

©

1 miljard

1 miljard 0

0

1950

1950

1960

1960

1970

1980

1970

1990

1980

2000

2010

1990

2018

2000

2010

2018

Uitstoot CO2 per reizigerskilometer

vliegverkeer: - sterke groei - duurzaamheid: hoge CO2-uitstoot

154

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN

vervoermiddel

CO2 (gram per km)

te voet

0

fiets

0

ferry (zonder auto)

19

HST

23

trein

30

bus

33

vliegtuig > 2 500 km

122

ferry (met auto)

132

auto

137

vliegtuig 700 – 2 500 km

165

vliegtuig < 700 km

246


WOORDENLIJST Thema Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen hoofdstuk

term

definitie

de absolute afstand

werkelijke afstand

1

de anamorfosekaart

Kaart waarop de werkelijke oppervlakten vervormd zijn. De grootte van een land op de kaart is evenredig met het belang van het voorgestelde verschijnsel.

1

arbeidsintensief

wanneer bij de productie veel arbeidsuren ingezet worden

1

de container

stalen kist met standaardmaten, met een lengte van 20 of 40 voet (ongeveer 6 en 12 m), waarin goederen verscheept en vervoerd worden

1

de culturele mondialisering

Culturen vermengen en verplaatsen zich. Bij ons is er een toenemende invloed van het Engels en de Amerikaanse cultuur.

1

de datastroom

verplaatsing van digitale gegevens (data) tussen verschillende apparaten en systemen

3

het duurzaam toerisme toerisme dat geen schade berokkent aan de natuur en de plaatselijke gemeenschappen ten goede komt

1

de economische mondialisering

De productie van goederen gebeurt in veel stappen, in meerdere landen, verspreid over de hele wereld. De markt wordt steeds meer een wereldmarkt. Je kunt overal dezelfde goederen kopen.

1

de e-commerce

het kopen en verkopen via internet

1

de ervaren tijd

De tijd om een bestemming te bereiken, wijzigt in het hoofd van een persoon naarmate die er meer of minder ervaring mee heeft.

1

de ervaren afstand

De afstand om een bestemming te bereiken, wijzigt in het hoofd van een persoon naarmate die er meer of minder ervaring mee heeft.

1

de Europese Unie of EU

27 Europese landen of lidstaten met een intensieve economische en politieke samenwerking

1

de export

uitvoer

1

de financiële stroom

geldstroom

1

de globale triade

de drie werelddelen waarbinnen het zwaartepunt van de wereldeconomie zich afspeelt: Noord-Amerika, Europa en Azië

1

de globalisering

letterlijke vertaling uit het Engels, synoniem van het correcte begrip ‘mondialisering’

©

VA N

IN

1

de globaliseringsindex

mate waarin een land internationaal verbonden is op economisch, politiek, sociaal en cultureel vlak

de goederenstroom

vervoer van grondstoffen en producten van de ene plaats naar de andere

1

de import

invoer

1

het internetplatform

internetbedrijf dat uitwisseling van goederen en/of ideeën organiseert en mogelijk maakt

2

het massatoerisme

veel mensen die tegelijk eenzelfde plaats bezoeken

1

de medina

oudste, ommuurde stadsdeel van Arabische steden

1

Woordenlijst

155


de mondialisering

verbondenheid en verweving van economieën en samenlevingen, overal op aarde

1

de multinational

bedrijf dat vestigingen heeft over heel de wereld

1

de NAVO (Eng. NATO)

De Noord-Atlantische VerdragsOrganisatie (Engels: NATO) verbindt een aantal landen aan beide zijden van het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan. De NAVO heeft tot doel de vrijheid en veiligheid van haar lidstaten te garanderen met politieke en militaire middelen.

1

de OPEC

organisatie van olie-exporterende landen

1

de open economie

economie waarbij de internationale handel een belangrijke rol speelt

1

het perspectief

punt van waaruit iemand naar iets kijkt of iets waarneemt

1

de politieke mondialisering

De politiek en het beleid van verschillende landen wordt meebepaald door grote organisaties zoals de EU, VN …

2

de reële tijd

werkelijke tijd

2

de reële afstand

werkelijke afstand

1

de relatieve afstand

hoe de afstand ervaren wordt

1

de sociale mondialisering

Internet en sociale media verbinden mensen van overal. In elk land is de diversiteit van de bevolking sterk toegenomen door migraties.

1

de tijd-ruimtecompressie

Tijds- en ruimteverschillen vormen steeds minder een obstakel om snel en gemakkelijk met elkaar te communiceren.

2

de toeristische stroom

verplaatsing van grote groepen mensen van hun woonplaats naar een toeristische bestemming en terug

2

het toerisme

verplaatsing tussen de woonplaats en een andere plaats, met ontspanning als belangrijkste doel

1

de UNESCO

Organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, UNESCO). Het doel is het bijdragen aan de vredesopbouw, armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en interculturele dialoog door onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.

2

het werelderfgoed

cultureel en/of natuurlijk monument dat belangrijk is voor de wereldgemeenschap en dat we veilig aan toekomstige generaties willen doorgeven

1

de WTO of World Trade Organisation (Wereldhandelsorganisatie)

Organisatie die 160 landen vertegenwoordigt. Ze is erop gericht om de handel tussen die landen te bevorderen door regels te beperken. Besluiten worden in onderlinge overeenstemming genomen.

©

VA N

IN

1

156

IEDEREEN IS VAN DE WERELD EN DE WERELD IS VAN IEDEREEN


tele

©

VA N

IN

HET ZAL ONS WORST WEZEN

1 We shoppen in de natuur 2 We botsen op de grenzen van onze planeet 3 Het kan anders!


e r e h ? h W art Wn heaerrthe?

o

Menselijke activiteiten hebben heel wat impact op het leefmilieu. Je ziet hier enkele foto’s van plaatsen met een sterk verstoord landschap.

e n o

V6

a Zoek hun ligging op in je atlas en noteer het betreffende land in de vakken.

1

2

IN

b Noteer de nummers van de foto’s op de juiste plaats op de wereldkaart.

3

massatoerisme op Tenerife

bodemerosie t.g.v. landbouw

woestijnvorming door overbegra-

in Yunnan

zing in Sahel

4

6

VA N

5

vervuiling door mijnbouw in

radioactiviteit in Tsjernobyl

serres in Almeria

Norilsk

7

©

noordpoolcirkel

0

Kreeftskeerkring

evenaar

Steenbokskeerkring

favela Rocinha in Rio de Janeiro

3000 km

op de evenaar

8

158

zuidpoolcirkel

10 9

luchtvervuiling in New Delhi

uitdrogen van het Aralmeer t.g.v.

irrigatie

HET ZAL ONS WORST WEZEN

ontbossing voor akker- en weiland in Rondônia


1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR We zijn allemaal afhankelijk van de natuur: ze levert ons voedsel, water, zuivere lucht, grondstoffen, geneesmiddelen en we vinden er rust en ontspanning. WAAROM IS EEN GEZOND LEEFMILIEU BELANGRIJK VOOR ONS? 1

Lees de tekst over ecosysteemdiensten en los de opdrachten op.

Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code en noteer vijf diensten die de natuur ons levert. 1

2

3

4

5

BEKIJK FILMPJE

VA N

a

IN

Ecosystemen leveren onophoudelijk producten en diensten die onmisbaar zijn voor de mens. Al die voordelen noemen we ecosysteemdiensten (ESD).

b

Bekijk de ecosysteemdiensten op figuur 1.1. Noteer de nummers van jouw voorbeelden bij de overeenstemmende diensten.

voedselproductie

hout, vezels, genetisch materiaal groene recreatie gezondheid water voor en mentaal ander verbruik welzijn

drinkwater

©

biomassa voor energie

wetenschap en onderwijs

hitte-eilandeffect afremmen

kustbescherming

herstel van water-, bodem- en luchtkwaliteit

cultuurerfgoed

bodemvorming

koolstof vasthouden bodemerosie afremmen

natuurlijke bestrijding van plagen

bestuiving

lawaai dempen, afremmen van wind

wateropslag

fig. 1.1: ecosysteemdiensten bron: Bassin de la Bourbre 1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR

159


c

Onderzoek figuur 1.1 opnieuw. Noteer naast elke activiteit hieronder de ecosysteemdienst waar je voornamelijk gebruik van maakt. 1

Je gaat met je vrienden mountainbiken.

2

Je spoelt het toilet door.

3

Je bakt pannenkoeken.

IN

Producten en diensten worden vaak verkregen op een manier die het milieu sterk belast. Ze zijn m.a.w. niet duurzaam. Ga in de opdrachten na of je al dan niet duurzaam leeft. a

Bekijk de foto’s. Duid per duo aan welk product of welke dienst jou de meest duurzame keuze lijkt.

b

Leg telkens je keuze uit onder de foto’s.

VA N

2

©

160

HET ZAL ONS WORST WEZEN


3

Ga na op welke manieren een ecosysteem uitgeput kan geraken. a

Lees eerst de tekst over uitputting van een ecosysteem. Natuurlijke hulpbronnen zijn alle in de natuur aanwezige stoffen die economisch nuttig en voor de mens onmisbaar zijn, zoals water, vruchtbare bodem, hout, aardolie en ertsen. Gebruiken we die te veel of komt er te veel afval in het milieu terecht, dan geraakt het ecosysteem uitgeput. De natuur herstelt zich dan moeilijk. Bekijk de foto’s. Welke zes oorzaken van uitputting van een ecosysteem brengen ze in beeld? Noteer de letter van elke oorzaak bij het juiste beeld.

IN

b

aardolielekken (A) – onverantwoord kappen van bossen (B) – overbemesting (C) – plastic in zee gooien (D) – versnippering door wegen en huizen (E) – vervuilde grond door lozing door fabrieken (F) 2

3

VA N

1

4

5

6

Interessant om weten

©

Ecosysteemdiensten hebben een economische waarde. Heel wat van die diensten zijn gratis, en zo blijft de bijdrage die ze aan onze welvaart leveren onzichtbaar. Ze hebben nochtans een economische waarde die men wereldwijd op gemiddeld 30 biljoen euro per jaar schat. Dat is 1,8 keer het huidige wereldwijde bnp. De werkelijke waarde is vrijwel zeker nog veel groter.

De natuur levert allerlei diensten aan de mens: - Sommige diensten zijn heel zichtbaar, zoals de productie van voedsel en hout. - Andere diensten zijn minder zichtbaar, zoals water zuiveren, fijn stof uit de lucht halen, planten bestuiven of de mogelijkheid bieden om ons te ontspannen. Producten en diensten die de natuur ons levert, worden ecosysteemdiensten genoemd. Het is van groot belang dat we als mens duurzame keuzes maken zodat het milieu niet overbelast wordt en een gezond systeem blijft dat ons diensten kan blijven leveren. 1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR

161


FOCUS OP DE BODEM: WAAROM IS EEN GEZONDE BODEM BELANGRIJK VOOR ONS? 1

Lees de informatie over hoe een bodem gevormd wordt. De bodem is het bovenste losse deel van de aardkorst waarin biologische activiteit voorkomt. Planten zorgen ervoor dat voedingsstoffen zoals koolstof en stikstof in de bodem terechtkomen, waardoor de bodem voortdurend vruchtbaarder wordt. De opbouw van een vruchtbare bodem duurt duizenden jaren. pioniersvegetatie

tussensoorten

= vegetatie die voorkomt in een gebied dat gedurende lange tijd onaangeroerd is geweest. In ons land is dat meestal een gemengd eiken- en beukenbos.

IN

= spontaan opkomende plantengroei op kale bodems

climaxvegetatie

korstmossen en kleine eenjarige planten

VA N kale rots

korstmossen

grassen en vaste planten

grassen, struiken en pijnbomen

loofbomen

duizenden jaren

fig. 1.2: de vorming van een vruchtbare bodem

De bodem is na de oceanen de grootste opslagplaats voor koolstof. Het is een koolstofreservoir of -put. Als de bodem ongemoeid wordt gelaten, neemt koolstof een stabiele vorm aan en ligt het voor duizenden jaren vast. Een gezonde bodem draagt dus bij aan het afremmen van de opwarming van de aarde. De ene bodem kan beter koolstof opslaan dan de andere. Bos en grasland kunnen een grote hoeveelheid koolstof per hectare opslaan.

akker

gras

bos

©

wijngaard

(tC/ha = ton koolstof per hectare) fig. 1.3: koolstofgehalte in verschillende bodems bron: ADEME, le GIS Sol et l’illustratrice: Gana Castagnon

Van zodra de mens land begon te gebruiken om voedsel te produceren, werd het evenwicht van het bodemecosysteem doorbroken en nam de kwaliteit van de bodem af: de bodem degradeerde. Een graslandbodem kan met een goed beheer nochtans evenveel koolstof (CO2) opslaan als een bos. 162

HET ZAL ONS WORST WEZEN


MAG HET IETS MEER ZIJN? 2

Lees de infotekst over de bescherming van veengebieden in Schotland en beantwoord de vragen.

Hoe Schotland zijn klimaat wil redden: "De Schotse venen zijn een schatkamer voor CO2-opslag"

VA N

IN

Dumfries en Galloway is een minder bekende regio in het uiterste zuidwesten van Schotland. Ooit bestond een derde van dat gebied uit venen. Maar de afgelopen eeuwen werden net zoals op andere plaatsen in Europa veel venen gedraineerd, omgeploegd en bemest om plaats te maken voor naaldbomen, bedoeld voor houtwinning, of ze werden omgevormd tot schapenweiden. Tot wetenschappers ontdekten dat de venen een schatkamer zijn voor CO2-opslag. Het water verhindert namelijk dat het plantmateriaal afsterft en CO2 vrijlaat in de atmosfeer. "Gezonde veengrond houdt tot tien keer meer koolstof vast dan een vergelijkbaar aangeplant bos", zegt Anna Basely, Peatland Action Officer in Dumfries en Galloway. "In 25 cm veen zit evenveel koolstof als in een volwassen boom van 60 meter. En het veen gaat hier op vele plaatsen tot 10 meter diep. Als Schotland al zijn venen zou herstellen, dan is dat het equivalent van onze volledige CO2-uitstoot van 140 jaar. Dat zijn cijfers die je doen duizelen." Bron: vrtnws (9/11/2021)

a

b

Veenbedekking 0-1% 1-5%

5 - 10 %

10 - 15 %

15 - 20 %

20 - 35 % > 50 %

Is er ook een plaats met veen in ons land? Ga op zoek in je atlas en noteer de naam van dat gebied op de referentiekaart van België achteraan in je leerwerkboek.

©

V6

Waar in Europa vinden we nog veen? Onderzoek de kaart (fig. 1.4) en duid het juiste antwoord aan. waar het droog en koud is waar het droog en warm is waar het nat en koud is waar het nat en warm is

fig. 1.4: kaart veenbedekking bron data: European Union 1995-2022, CC BY 4.0

1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR

163


Bodems leveren heel wat ecosysteemdiensten die het leven op aarde mogelijk maken. Ga na welke diensten dat zijn. Gebruik daarvoor het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Raadpleeg ook de foto's en figuur 1.5 en neem vooraf de termen bij opdracht a door. 1

2

3

4

5

6

BEKIJK FILMPJE

IN

3

waterleveringen zuivering bodemvorming + opslag van koolstof

VA N

klimaatregeling

productie van brandstof (veen) en voedsel

bergplaats voor cultureel erfgoed

leverancier van bouwmaterialen

fundamenten voor infrastructuur

voedselkringloop

woonplaats voor organismen

opslag van water bij overstroming

bron van geneeskundige producten

©

fig. 1.5: ecosysteemdiensten bron: Food and Agriculture Organization of the United Nations, 2022, https://www.fao.org/3/ax374e/ax374e.pdf. Reproduced with permission

164

7

8

9

10

11

12

HET ZAL ONS WORST WEZEN


a

Begrijp je alle begrippen? Zoek samen met een klasgenoot de betekenis van deze woorden op of kijk achteraan in de woordenlijst van dit thema. cultureel erfgoed – fundament – infrastructuur – leverancier – voedselkringloop

b 4

Noteer de nummers bij de foto’s in het juiste segment.

Een gezonde, levende bodem is de sleutel voor de teelt van gezonde gewassen. Maar wat zit er allemaal in de bodem? En hoe weet je of een bodem gezond is? Onderzoek het zelf. Lees eerst de tekst en bekijk figuur 1.6.

IN

a

VA N

Het rijke bodemleven, vooral dan bacteriën en schimmels, breekt organisch materiaal (afgestorven planten- en dierresten, uitwerpselen) af, maakt er humus van en verspreidt de humus over de toplaag. Bij dat proces ontstaat CO2 dat weer in de atmosfeer terechtkomt.

humus

regenwormen

schimmels

(honderdtal)

(honderden soorten)

zand-, leem of kleideeltjes

mijten

(20 à 30 soorten)

bacteriën (ontelbaar)

insecten

(50 à 100 soorten)

water en lucht

aaltjes

(ontelbaar)

fig. 1.6: gezonde bodem (aantallen per vierkante meter) bron data: allesoverbio.be

tele 1

Proef 1: Onderzoek de bodem door middel van een boring. Lees eerst de tekst op terreinfiche 7. Je vindt daar de werkwijze om een bodemboring uit te voeren. Boor tot ongeveer 50 cm diepte. - Leg na elke bodemboring de stukken bodem achter elkaar in de juiste volgorde en over de juiste afstand. Vind je de lagen van figuur 1.7 terug? - Meet de dikte van elke laag en teken ze in het bodemprofiel in de rechthoek hieronder. 10 cm bodemmateriaal komt overeen met 1 cm op de tekening.

©

TF 7

b

strooisellaag (takjes, bladeren)

humuslaag

omgewoelde laag moederlaag fig. 1.7: bodemboring

-

Neem een beetje grond en gebruik je determineertabel om de grondsoort te bepalen.

1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR

165


c

Proef 2: Hoe snel breekt de bodem af?

SPOOR 1 Onderzoek hoe snel organisch materiaal afbreekt met behulp van een onderbroek. 1 Begraaf een katoenen onderbroek (geen synthetische want die verteert niet). Leg de onderbroek mooi plat in de bodem op ongeveer 10 cm diepte. 2 Graaf de onderbroek na twee maanden weer op. 3 Noteer hier je vaststellingen en vergelijk jullie resultaten met elkaar.

IN

4 Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Kloppen jullie vaststellingen met die in het filmpje?

VA N

BEKIJK FILMPJE

SPOOR 2

Onderzoek hoe snel organisch materiaal afbreekt met behulp van een theezakje.

groene thee

Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Verzamel het materiaal en bestudeer de werkwijze. Weeg de theezakjes en noteer hun gewicht. Kies een plaats voor je proef. Spreek af met je klasgenoten zodat jullie voor zo veel mogelijk verschillende locaties kiezen: bv. bos, weiland, tuin, akker … Bepaal de locatie van je plaats met een gps of smartphone. Begraaf twee theezakjes: één met groene thee en één met rooibosthee. Markeer de plaats waar ze liggen. Laat de theezakjes 90 dagen ‘trekken’ in de grond. Graaf de zakjes weer op.

©

1 2 3 4

5 6

7 8

166

rooibos

HET ZAL ONS WORST WEZEN

BEKIJK FILMPJE


vaststellingen

onderzoeksvraag

VA N

antwoord onderzoeksvraag

IN

9 Laat de theezakjes drie dagen drogen en weeg ze dan opnieuw. Het gewichtsverlies geeft aan hoeveel plantaardig materiaal, in dit geval thee, er is afgebroken. 10 Noteer je vaststellingen in onderstaande tabel. 11 Vergelijk jouw bodem met die van je klasgenoten. Welke onderzoeksvraag kun je stellen? Noteer ze in de tabel. 12 Zoek samen naar een antwoord op de onderzoeksvraag. Noteer dat ook in de tabel. 13 Geef je resultaten in op de wereldkaart via de site op het onlinelesmateriaal.

De bodem is samengesteld uit los gesteente, voedingsstoffen, lucht, water en organismen. Ze is het leefgebied voor de meeste levende wezens en levert hun voedsel. Het is een belangrijk ecosysteem dat heel wat diensten levert. Die ecosysteemdiensten zijn onder meer het verbeteren van de luchtkwaliteit, de temperatuurregeling, de waterkringloop, de kringloop van voedingsstoffen en de koolstofcyclus. Zonder al die bodemfuncties zou de mens niet kunnen overleven. Het bodemleven (schimmels, bacteriën) breekt organisch materiaal af en zorgt ervoor dat de voedingsstoffen voor de planten worden vrijgemaakt. Snelle afbraak leidt tot een verhoogde uitstoot van CO2, terwijl langzame afbraak de opslag van koolstof in de bodem vergroot.

©

Er is een grote variatie in vertering van organisch materiaal wereldwijd. In koude gebieden verloopt de afbraak bijvoorbeeld veel langzamer dan in warmere klimaten.

1 WE SHOPPEN IN DE NATUUR

167


2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET De mens kan niet zonder de natuur; we maken uitgebreid gebruik van haar diensten. We zetten bossen om in landbouwgrond, richten steden op, bepalen de loop van rivieren, boren tunnels door bergen en leggen eilanden aan. We mijnen, kappen, verslepen, bouwen en telen. Maar hoeveel kan onze aarde aan?

LEVEREN ALLE ECOSYSTEEMDIENSTEN ONS VOLDOENDE OM TE LEVEN? Voor onze gebouwen en infrastructuur gebruiken we vooral gesteenten en mineralen uit de bodem en ondergrond. Maar hoe groot is de impact van onze bouwwoede op de aarde? Ga dat na aan de hand van de onderstaande figuren. Bekijk figuur 2.1. Ze geeft het gewicht van alle door de mens gemaakte materialen weer in teraton. Je herkent vast de hockeystick.

1,6

-

1,2

Over welke materialen gaat het vooral?

Gewicht op aarde (in teraton)

(1 teraton = 1 000 miljard ton)

1,4

1,0

biomassa gewicht door mens gemaakte structuren beton granulaat (bv. gravel) baksteen asfalt metalen overig

VA N

a

IN

1

-

Vergelijk het gewicht van de biomassa (= gewicht van alle bacteriën, planten en dieren samen, waaronder ook de mens zelf) met dat van de door de mens gemaakte structuren. Wat stel je vast?

0,8 0,6 0,4

0,2

0 1900

1920

1940

1960

1980

2000

fig. 2.1: gewicht van structuren die door de mens gemaakt zijn bron data: NRC, Science

b

Bekijk figuur 2.2. -

Wat stelt deze figuur voor?

©

-

De mens heeft dus een zeer grote en blijvende impact op de aarde. Steeds meer spreekt men over het antropoceen. Wat betekent die term?

-

Noteer die naam op de juiste plaats bij de figuur.

fig. 2.2

168

HET ZAL ONS WORST WEZEN

2020


2

Hoe kunnen we weten of we duurzaam leven? Onderzoek de ecologische voetafdruk (EVA) en de biocapaciteit. a

Bekijk het filmpje over de ecologische voetafdruk bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code. -

Hoe omschrijft professor Mathis Wackernagel de ecologische voetafdruk (EVA)? Kruis aan. Slechts twee uitspraken zijn correct.

BEKIJK FILMPJE

-

Deze uitzending werd gemaakt in 2007. Hoeveel mensen leefden er toen op aarde?

-

IN

De EVA is gelijk aan de oppervlakte die nodig is om ons voedsel te kweken. De EVA geeft weer hoeveel land- en wateroppervlakte we nodig hebben om in ons levensonderhoud te voorzien. De EVA is gelijk aan de totale oppervlakte van een land gedeeld door het aantal inwoners. De EVA is de oppervlakte natuur die we hebben om te kunnen leven. De EVA rekent ook de oppervlakte mee die nodig is om ons afval te verwerken.

Ga naar de website bij het onlinelesmateriaal en zoek op hoeveel inwoners er vandaag zijn. aantal inwoners:

-

maand/jaar:

Hoeveel biologisch productieve oppervlakte (in ha) is er beschikbaar op aarde?

VA N

-

Hoeveel is er nu nog beschikbaar per persoon?

b

Lees de tekst over biocapaciteit en hoe dit samenhangt met de ecologische voetafdruk.

©

De biocapaciteit is de oppervlakte natuur die nodig is om levensnoodzakelijke producten voort te brengen en ons afval te verwerken. Biocapaciteit leert ons hoeveel natuur we hebben en ecologische voetafdruk hoeveel natuur we gebruiken. Beide begrippen worden uitgedrukt in globale hectaren (gha), zodat men personen, bedrijven, regio’s en landen met elkaar kan vergelijken.

c

fig. 2.3: verband tussen de ecologische voetafdruk en de biocapaciteit

Bereken je eigen ecologische voetafdruk met behulp van de website bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code. Noteer je resultaat.

BEKIJK WEBSITE

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

169


Ga naar de wereldkaart bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code en klik op België. De rode curve geeft de ecologische voetafdruk per persoon weer, de groene de biocapaciteit per persoon. -

Tot welk jaar loopt de grafiek?

-

Noteer de waarden voor dat jaar in de tabel.

-

ecologische voetafdruk p.p.

biocapaciteit p.p.

Schrap wat niet past: overschot / tekort

Wat betekenden die waarden voor ons land?

e

BEKIJK WEBSITE

Lees de tekst over ecocredit- en ecodebetlanden.

IN

d

In een ecocreditland ligt de biocapaciteit van het land hoger dan de ecologische voetafdruk van de bevolking. In een ecodebetland ligt de ecologische voetafdruk van de bevolking hoger dan de biocapaciteit van het land. Dat betekent dat het land biocapaciteit invoert uit het buitenland, de eigen ecologische middelen verspilt of een overschot aan CO2 in de atmosfeer uitstoot.

-

VA N

-

f

Bekijk hieronder de grafieken van twee landen. De rode curve geeft de evolutie weer van de ecologische voetafdruk per persoon, de groene die van de biocapaciteit per persoon. Noteer onder elke grafiek bij welk land ze past. Kies uit: China, D.R. Congo. - Markeer per land of het een ecocredit- of ecodebetland is. - Leg je keuze uit onder elke figuur.

voetafdruk pp (in ha)

ecologische voetafdruk per persoon biocapaciteit per persoon

55 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

voetafdruk pp (in ha)

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 jaren

©

ecologische voetafdruk per persoon biocapaciteit per persoon

16 14 12 10 8 6 4 2 0

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 jaren

Land?

Land?

Reden?

Reden?

ecocreditland / ecodebetland

ecocreditland / ecodebetland

fig. 2.4: grafieken ecologische voetafdruk en biocapaciteit p.p. (in ha) Bron data grafieken: National Footprint and Biocapacity Accounts 2021 edition (Data Year 2017); GDP, World Development Indicators, The World Bank 2020; Population, U.N. Food and Agriculture Organization

170

HET ZAL ONS WORST WEZEN


Het ecologische tekort van de wereld wordt globale ecologische overshoot genoemd. Tegenwoordig gebruiken we 1,7 aardes om te voorzien in de hulpbronnen en om ons afval op te nemen. Onderzoek de globale ecologische overshoot. a

Bekijk figuur 2.5. Vanaf welk jaar verbruikte de wereldbevolking meer dan de natuur kon produceren en verwerken?

Ecologische voetafdruk en biocapaciteit van 1961 tot 2017 voetafdruk pp (in ha)

ecologische voetafdruk per persoon biocapaciteit per persoon

4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0

IN

3

1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 jaren WERELD (2017) biocapaciteit per persoon

1,6 gha

bevolking 7 550 260 224

ecologische voetafdruk per persoon

2,8 gha

=

biocapaciteit: reserve (+) of tekort (-)

–1,2 gha

VA N

fig. 2.5: biocapaciteit en ecologische voetafdruk in de wereld bron data: National Footprint and Biocapacity Accounts 2021 edition (Data Year 2017); GDP, World Development Indicators, The World Bank 2020; Population, U.N. Food and Agriculture Organization

MAG HET IETS MEER ZIJN?

Earth Overshoot Day (EOD) is de datum waarop de hele mensheid meer van de natuur heeft gebruikt dan onze planeet in het hele jaar kan voortbrengen. Bestudeer de grafiek (fig. 2.6). Earth Overshoot Day (1970 – 2021)

december

november oktober

september

augustus

juli

juni

mei

april

maart februari

©

b

19 70 19 72 19 74 19 76 19 7 19 8 80 19 8 19 2 8 19 4 8 19 6 8 19 8 9 19 0 9 19 2 9 19 4 9 19 6 9 20 8 0 20 0 0 20 2 0 20 4 0 20 6 08 20 10 20 12 20 14 20 16 20 1 20 8 2020 21

januari

1 aarde

1,7 x aarde

fig. 2.6: Earth Overshoot Day bron data: National Footprint and Biocapacity Accounts 2021 Edition

-

Wat was het laatste jaar dat Earth Overshoot Day het einde van het jaar haalde?

-

Wanneer viel Earth Overshoot Day in het jaar 2000?

-

En in het jaar 2021?

-

Hoe kun je verklaren dat Earth Overshoot Day in 2020 plots weer verschoof naar 22 augustus?

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

171


c

België voert een grote hoeveelheid land- en bosbouwproducten in. In sommige van de landen die uitvoeren naar België ontstaat het risico op ontbossing. Dat verschijnsel, waarbij de import van goederen leidt tot ontbossing bij de exporterende landen, noemen we geïmporteerde ontbossing. Onderzoek dit aan de hand van een van de sporen.

SPOOR 1 -

Bekijk figuur 2.7. Rangschik de vier belangrijkste basisproducten volgens hun grootste voetafdruk in de risicogebieden. Noteer naast elk gewas ook een product waarvoor het een grondstof is.

-

MEER DAN 3×

4,6M ha

Totaal ingenomen oppervlakte (1 boom = 100 000 ha) Risicogebieden

IN

Welke producten die door België worden ingevoerd, vormen de grootste risico’s voor bossen?

zo groot als ons land (10,4 miljoen hectare), dat is de oppervlakte die nodig is om aan de Belgische vraag naar voldoen.

VA N

40%

2,0M ha

van deze gebieden bevindt zich in landen waar tropische bossen met hoge snelheid worden vernietigd.

1,6M ha

1,1M ha

64%

65%

17%

0,6M ha

19%

HOUT EN PAPIER

SOJA

CACAO

RUNDVLEES EN LEDER

©

fig. 2.7: belangrijkste importproducten die elders voor ontbossing zorgen bron: WWF

1

2

3

4

172

HET ZAL ONS WORST WEZEN

89%

PALMOLIE

0,3M ha

73% KOFFIE

0,2M ha

80% NATUURLIJK RUBBER


landen is de vernietiging van bossen en natuurlijke savannes met een hoge biodiversiteit ten voordele van de landbouw of houtkap uitvoerig gedocumenteerd, en vaak bestaat er een verband met corruptie, landroof, het niet respecteren van de rechten van de inheemse bevolking en schending van de rechten van werknemers.

aak is Een zwak leiden dingen

Dit rapport bepaalt niet precies uit welke regio's de Belgische importproducten afkomstig zijn en het is dus onmogelijk om precies te weten waar de impact van de Belgische SPOOR 2 handelsactiviteiten zich laat voelen. Gezien de omvang van de oppervlakten in gebieden met een hoog risico is het echter zeer waarschijnlijk dat onze invoer verband houdt met ontbossing. De toenemende vraag, het gebrek aan investeringen in verantwoorde productie, - Onderzoek het staafdiagram (fig. 2.8). In de eronder met een hoog risico op en niet-duurzame consumptiepatronen vergroten hettabel risico op druk op staan bossen regio’s en andere natuurlijkeNoteer ecosystemen meer. ontbossing. bij nog elke regio het belangrijkste basisproduct dat België invoert.

o, rundvlees erkte vorm 2017). Voor rvlakte van voetafdruk n heeft soja undvlees en deze studie jven is aan

Belgische voetafdruk zeer hoog risico ontbossing Soja Huile in delanden palme met een hoog enCacao Bois etop pâte à papier

BRAZILIË 949 000 ha

Brésil

IVOORKUST 776 000 ha

Côte d'Ivoire

ingevoerde ruk van de dan België.

ARGENTINIË 525 000 ha

Argentine

INDONESIË 517 000 ha

Indonésie

RUSLAND 485 000 ha

MALEISIË 181 000 ha

Malaisie Chine

CHINA 174 000 ha

Nigéria

NIGERIA 159 000 ha

ECUADOR 57 000 ha

Honduras

HONDURAS 46 000 ha

Colombie

COLOMBIA 45 000 ha

Hout en papier

PAPOEA-NIEUW-GUINEA 45 000 ha VIETNAM 43 000 ha

Vietnam

31%

Cacao

VA N

Equateur

Papouasie Nouvelle-Guinée

SOJA

Palmolie

PERU 59 000 ha

Pérou

8%

Soja

PARAGUAY 110 000 ha

Paraguay

UURLIJK BER

IN

Fédération russe

met

OUT EN APIER

Bœuf et cuir

Ouganda

OEGANDA 38 000 ha

Guatémala

GUATEMALA 15 000 ha

Rundvlees en leder

Natuurlijk rubber

KAMEROEN 10 000 ha

Cameroun

ETHIOPIË 8 000 ha

Ethiopie

0

100000

200000

300000

400000

500000

600000

700000

800000

Koffie

900000

1000000

fig. 2.8: verband ontbossing en Belgische import bron: WWF

r

Rubber

1

Afrika

2 Rusland

3 Zuid-Amerika

4 Zuidoost-Azië

©

Rubber

Timber, pulp & paper Soy

Cocoa Beef & Leather Palm Oil

Coffee

Rubber

POUASIE ELLE-GUINÉE

E

soja

houtwinning 2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

173


4

Onderzoek de ecologische voetafdruk en de biocapaciteit aan de hand van het causaal diagram hieronder. Ontleed hoe de volgende factoren elkaar beïnvloeden. a

De drie cirkels stellen de pijlers van duurzaamheid voor: people (mens) – planet (planeet/milieu) – prosperity (welvaart).

b

Onderzoek de relaties tussen de begrippen die al in het schema staan. Ze zijn aangegeven door pijlen. Noteer bij elke pijl een + bij een versterkende en een – bij een verzwakkende relatie.

c

Noteer de ontbrekende begrippen in de cirkels waar ze bij horen.

d

IN

broeikasgassen – fossiele brandstoffen – gezondheid – hernieuwbare hulpbronnen – natuur – welzijn/geluk

Markeer de begrippen: - blauw als ze de ecologische voetafdruk doen afnemen en de biocapaciteit doen toenemen; - rood als ze de ecologische voetafdruk doen toenemen en de biocapaciteit doen afnemen.

people

planet

VA N

biocapaciteit bevolking

bbp/inwoner

nieuwe technologie

ecologische voetafdruk

©

bebouwing

fig. 2.9: causaal diagram

174

HET ZAL ONS WORST WEZEN

prosperity

bebossing

klimaatverandering


e

Kies nu samen met je leerkracht één van de volgende sporen.

SPOOR 1 Zoek twee relaties die invloed hebben op de toename of afname van broeikasgassen. Teken de pijlen op het causaal diagram en noteer er een + of een – bij. Leg hieronder uit.

SPOOR 2

IN

Onderzoek waar minstens twee pijlen (drie factoren) elkaar opvolgen. Omschrijf die relaties.

VA N

De mens heeft een grote impact op de aarde. Alles wat de mens maakte, weegt nu meer dan alle biomassa op aarde. Men spreekt in de media over het antropoceen. Die term betekent dat mensen de aarde op een nooit geziene manier beïnvloeden.

©

De natuur levert ons allerlei producten zoals hout, gewassen en vis, waarvoor we land en zee nodig hebben. - Hoeveel hectare een individu, land of bedrijf nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien, druk je uit in de ecologische voetafdruk. - De biocapaciteit van de aarde duidt aan hoeveel oppervlakte natuur er nodig is om al die producten voort te brengen en ons afval te verwerken.

Niet elke hectare op de wereld brengt evenveel op. Daarom worden er gemiddelde waarden gebruikt: de globale hectares (gha). Als we alles eerlijk verdelen, zou elke wereldburger recht hebben op 1,5 gha (biocapaciteit p.p.). We verbruiken echter meer: gemiddeld 2,8 gha (ecologische voetafdruk p.p). Om aan ons huidig verbruik te voldoen, zouden er op dit moment 1,7 aardes nodig zijn. Onze aarde gaat in het rood: we consumeren op wereldniveau meer dan er beschikbaar is. De verdeling van die consumptie is heel ongelijk: sommige streken gaan diep in het rood, terwijl er in andere streken een overschot is.

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

175


KUNNEN WE AAN DE BEHOEFTEN VAN IEDEREEN VOLDOEN BINNEN DE DRAAGKRACHT VAN DE AARDE? 1

Draagkracht is het vermogen van de natuur om de gevolgen van menselijk ingrijpen op te vangen zonder dat het evenwicht wordt verstoord. Hoeveel kan onze aarde aan? Bestudeer de grafiek (fig. 2.10) en de tekst en voer de opdrachten op de volgende pagina uit.

IN

Het leven op aarde is slechts mogelijk dankzij een aantal ecologische processen, die zich in een kwetsbaar evenwicht bevinden. De Great Acceleration, namelijk de snelle bevolkingsgroei en de toenemende consumptie, brengt ons aardse systeem uit evenwicht. 28 wetenschappers o.l.v. Johan Rockström onderzochten negen planetaire grenzen die iets zeggen over de toestand van het systeem aarde.

VA N

Die negen processen en de manier waarop ze worden gemeten zijn: 1 de klimaatverandering (CO2-gehalte, in deeltjes per miljoen); 2 chemische verontreiniging (concentratie van giftige stoffen, plastic, hormoonverstoorders, zware metalen en radioactieve stoffen); 3 het gat in de ozonlaag (ozonconcentratie in de stratosfeer); 4 atmosferische aerosolen (deeltjesconcentratie); 5 de oceaanverzuring (gemeten aan de hand van de verzadigingsgraad van calciumcarbonaat); 6 biogeochemische kringlopen (stikstof uit de atmosfeer getrokken en fosfor dat naar de oceanen gaat, in miljoen ton per jaar); 7 waterschaarste (menselijke consumptie, in kubieke kilometer per jaar); 8 landgebruik (percentage van het landoppervlak dat wordt omgezet in akkers); 9 biodiversiteitsverlies (aantal soorten per miljoen, per jaar). In de groene zone kan het aardse systeem veilig voortbestaan, maar zodra die zone overschreden is, vergroot het risico op grootschalige, plotse of onomkeerbare veranderingen in het milieu.

veranderingen in biodiversiteit

klimaatsverandering

uitsterven soorten verlies ecologische functie

nieuwe chemische stoffen

1

9

©

verandering landgebruik

2

8

3

4

7

zuiver water

ozonafbraak in de stratosfeer

atmosferische aerosol lading

5

6 fosfor stikstof

verzuring van de oceanen

biogeochemische kringlopen hoog risico vernietiging deel van aards ecosysteem fig. 2.10: planetaire grenzen bron: WWF

176

HET ZAL ONS WORST WEZEN

onzeker risico

veilig

nog niet gemeten


a

In welk decennium startte de Great Acceleration?

b

Vanaf het moment dat er een onzeker of hoog risico is, overschrijden we de duurzaamheidsgrens. Overtrek die duurzaamheidsgrens in het blauw op figuur 2.10.

c

Analyses tonen aan dat vier van de negen planetaire grenzen al overschreden zijn. Kruis aan welke grenzen dat zijn.

2

IN

klimaatverandering nieuwe chemische stoffen in het milieu afbraak van ozon in de stratosfeer stofdeeltjes in de atmosferische (aerosolen) verzuring van de oceanen uitstoot van fosfor en stikstof verontreiniging van water verandering van het landgebruik verlies van biodiversiteit: uitstervende soorten

Ook ons land is mee verantwoordelijk voor het aantasten van de ecosystemen. Onderzoek hoe dat zit aan de hand van onderstaande krantenkoppen.

Hieronder zie je een aantal krantenkoppen. Bekijk de planetaire grenzen op figuur 2.10 opnieuw. Noteer in de vakjes bij de artikels het nummer van de planetaire grens die onder druk komt te staan.

VA N

a

Kleur de vakjes bij de artikels groen waar het beter gaat het met systeem.

Veel te veel PFOS in het bloed van buren 3M-site

Wie op minder dan 3 kilometer van de 3M-fabriek in Zwijndrecht woont, heeft vaak alarmerend hoge waarden van forever chemicals in het bloed. ‘Zwijndrecht is internationaal een van de ergere hotspots.’

Drinkwaterbedrijven bereiden zich voor op droogte

Twee drinkwaterbedrijven, De Watergroep en Farys gaan samenwerken om de uitdagingen van klimaatverandering en droogte de baas te kunnen. Bron: Standaard.be (26/6/2021)

Bron: Standaard.be (27/10/2021)

©

b

Nieuwe fijnstofmonitor zet Europese steden in hun blootje

Zes op de tien Europese steden kampen met een matige tot slecht luchtkwaliteit. Geen enkele Vlaamse stad zit onder de veilige drempel. Bron: Standaard.be (17/6/2021)

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

177


We zijn koploper in verharding en hebben een intensieve landbouw die de bodem langzaam uitput. Internationale experts hekelen in een nieuw rapport de nonchalance waarmee Vlaanderen omgaat met zijn bodemrijkdom. Bron: Standaard.be (8/2/2021)

Biodiversiteit in België licht gestegen in laatste 30 jaar

Te zuur, te warm en te weinig zuurstof: de oceanen lijden ‘Bij mijn weten zijn er geen manieren om CO2 terug uit de zee te halen’ JAN VANAVERBEKE Marien bioloog Koude zeeën hebben meer onder de verzuring te lijden. Ook onze koele Noordzee ontsnapt niet aan de verzuring. Metingen aan de monding van de Westerschelde gaven aan dat de verzuring er sneller gaat dan elders. ‘Dat heeft te maken met het specifieke karakter van de modderige bodem van de Noordzee,’ zegt Vanaverbeke. Bron: Standaard.be (27/1/2020)

VA N

De biodiversiteit in België is de laatste 30 jaar licht gestegen. Dat zegt de eerste 'Living Planet Index' (LPI) voor ons land van het Wereld Natuur Fonds (WWF). Van 1990 tot 2018 zien we een totale stijging van 5,7 procent of een stijging van 0,2 procent per jaar. Die trend is niet voor elke diersoort hetzelfde.

Vlaanderen stikt in de stikstof, maar beseft het niet

Bron: vrtnws (14/9/2020)

Er komt ‘vijf keer sneller’ bos bij, maar dat is nog te traag

©

Het bebossingstempo is de jongste maanden flink opgevoerd. Minister Zuhal Demir spreekt van een trendbreuk, natuurorganisaties zijn tevreden. Maar het tempo moet nog hoger om de doelstelling te halen. Bron: Standaard.be (20/3/2021)

Het gros van onze beschermde natuurgebieden kreunt onder de druk van te veel stikstof. Ook onze gezondheid heeft eronder te lijden. De gevolgen van de grootschalige landbouw gaan ver. ‘Vlaamse veehouderijen kunnen bijdragen tot de smog in Parijs.’ Bron: Standaard.be (19/12/2020)

178

HET ZAL ONS WORST WEZEN

IN

‘We verkwanselen het kapitaal van onze bodems in ijltempo’


3

Laten we niemand achter? Niet alleen de planetaire grenzen, ook de sociale grenzen worden overschreden. Lees de infotekst en voer de opdrachten uit. De Engelse econome Kate Raworth merkte op dat het schema van de planetaire grenzen geen rekening houdt met de bevolkingsgroei. Zij stelde voor om ook sociale grenzen zoals onderwijs, voedsel, toegang tot water, jobs, gezondheid en energie een plaats te geven in de voorstelling van de planetaire grenzen. Haar model, de donut genaamd, bestaat uit: 1 het (ecologisch) plafond: de buitenste kring met de negen planetaire grenzen 2 de vloer (of sociale drempel): de binnenste kring met de twaalf sociale voorwaarden voor een menswaardig leven

IN

Daartussen bevindt zich de ‘veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid’, waarbij de ecologische grenzen (naar buiten toe) en de sociale drempel (naar binnen toe) niet worden overschreden.

VA N

ve rlie uit s ec ste

vo e

k

ra a

urzame economische o

bio che m stik ische kr in stof / fosf glopen or

li ke k i nt w

ng

mo sfe risc he aer osol ladin g

er- gezo gendheid he ndid k gelij

verandering land gebr uik

©

veerkra cht

n du

jo bs

fbraak in de ozona tosfeer stra

ronde wijs

ee

rgie

p

IJ HR

C

RS

E OV

n me

c s o ij k l ge

i

r ate er w zuiv

ene

ins

N

DE

EN

M KO RT O TEK

ia he le id

nc lu s ie v

fen tof es

klimaatverandering tie c n nieu e fu en GISCH PLAFO we O h L t c N O che C is oor D E g mi u r i olo en s m e g i sch t e d voor vaar t rv h d c em e r en en sh IALE DREMPE ige eid l C i O e L S v water s i u h g ink l vestin e o s d

at

n ane e c eo an d v g n i r verzu

fig. 2.11: donutmodel: de plantetaire en sociale grenzen van het systeem aarde

a

Bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal via de link of de QR-code en onderzoek figuur 2.12. Wat is je besluit wanneer je de sociale grenzen bekijkt?

BEKIJK FILMPJE

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

179


b

Niets aan te doen? Onderzoek in de legende van figuur 2.12 de extra informatie over 'voedsel' en 'energie' en formuleer je besluit.

ergendheid k gelij

k

ra a

ins

e ner gie

at

n ne cea de o n a v verzuring

VA N

stik stof / fosf or

jobs

p

mo sfe risc he aer osol ladin g

veerkra cht

c s o l ij k ge

r ate er w zuiv

IN

vo e

gezondh eid

erwijs ond

EN

OM TK OR TEK

ia h e le id

N

DE

RIJ

SCH

ER OV

osf ak in de atm eer afbra ozon

n me

verandering land gebr uik

fen tof es

ve rlie uit s ec ste

klimaatverandering ie nct ni e fu en O G I S C H P L A F O N euwe L h t c O che EC EEFBARE RUIMT D gis oor mi E L D olo en s R E sch EMP CIAL EL rv SO ng water i t s e v huis ink el o ds

13 % van de wereldbevolking leidt honger. Slechts 3 % van de totale wereldvoedselproductie helpt honger de wereld uit (FAO).

fig. 2.12: plantetaire en sociale grenzen van het systeem aarde

Onderzoek aan de hand van een actuele situatie hoe menselijke activiteiten bepaalde planetaire en sociale grenzen overschrijden. a

Ga op zoek naar een recente gebeurtenis in het buitenland waar de grenzen van de planeet en de mensheid worden bedreigd. Je vindt die grenzen op de figuren op de vorige pagina’s. Misschien kunnen de krantenkoppen op p. 177-178 je inspireren.

b

Zoek twee verschillende artikels of filmpjes over dezelfde gebeurtenis. Noteer de titels en de bronnen.

1

2

©

4

19 % van de wereldbevolking leeft zonder elektriciteit. Elektriciteit voor iedereen zorgt voor slechts 1 % van de totale CO2-uitstoot (IEA).

c

Situeer de land(en) uit jouw filmpjes of artikels op de wereldkaart achteraan je leerwerkboek.

d

Onderzoek jouw bronnen aan de hand van het actualiteitssjabloon bij het onlinelesmateriaal.

e

Welke planetaire en sociale grens/grenzen wordt er door jouw nieuwsfeit bedreigd?

180

HET ZAL ONS WORST WEZEN


Door de groei van de wereldbevolking en de voortdurend toenemende productie en consumptie hebben we de grenzen van onze planeet bereikt en zelfs overschreden. De donuteconomie streeft ernaar om de mensheid binnen een rechtvaardige en veilige zone te houden. In plaats van voortdurend te streven naar economische groei, moeten we ervoor zorgen dat de behoeften van iedereen gerealiseerd kunnen worden binnen de grenzen van de planeet.

FOCUS OP DE BODEM: WAAROM LEIDT VERANDERING IN LANDGEBRUIK TOT BODEMDEGRADATIE?

IN

Landgebruik, het percentage van het landoppervlak dat wordt omgezet in landbouwgrond, is één van de planetaire grenzen die doorgeschoten is. Onderzoek wat de oorzaken daarvan zijn. Lees eerst de infotekst.

VA N

Landbouw heeft sinds eeuwen bijgedragen aan het ontstaan van heel wat landschappen en leefgebieden. Als gevolg van ongepaste landbouwpraktijken worden de kwaliteit van de bodem en het leefmilieu op verschillende plaatsen onder druk gezet. Er zijn aanwijzingen dat gedurende de laatste 70 jaar meer dan 35 procent van het bebouwde land is aangetast als gevolg van menselijke activiteiten. Vermindering van kwaliteit van de bodem door verkeerd bodemgebruik noemen we bodemdegradatie. Bekijk de foto’s aandachtig en noteer op welke manier de waarde van de bodem vermindert. Kies uit: humus verdwijnt door ontbossing – samendrukking door tractorsporen – verdrogen – vernietiging door begrazing – verzilten – verzuren door overbemesting – wegspoelen – wegwaaien

1

2

3

4

©

a

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

181


5

6

8

IN

7

VA N

b

De wereldkaart hieronder toont dat bodemdegradatie overal ter wereld voorkomt. Welke vorm van bodemdegradatie komt het meest voor in ons land?

noordpoolcirkel

Kreeftskeerkring

Vormen van bodemdegradatie watererosie winderosie

evenaar

chemische degradatie fysische degradatie

Steenbokskeerkring

©

ernstige degradatie stabiel terrein woestijn 0

3000 km

op de evenaar zuidpoolcirkel

fig. 2.13: bodemdegradatie in de wereld tele 3

c

Vorig schooljaar leerde je wat de oorzaken zijn van die vorm van bodemdegradatie. Ken je ze nog? Noteer ze hier.

182

HET ZAL ONS WORST WEZEN


Bekijk het filmpje over bodemerosie in verschillende landen bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code. Voer vervolgens de onderstaande opdrachten uit. - Noteer de namen van de landen op de wereldkaart achteraan je leerwerkboek en bij de juiste foto's onderaan. - Noteer bij elk land het type bodemdegradatie dat daar voorkomt in kolom 2. - Noteer de problemen die ontstaan door dat type bodemdegradatie in kolom 3. - Hieronder vind je oplossingen waar de bevolking over beschikt om de verschillende vormen van bodemdegradatie tegen te gaan. Plaats de letter van elke beschrijving bij het overeenstemmende land in de laatste kolom. A B C D E F

BEKIJK FILMPJE

verschillende gewassen (polycultuur) tussen de palmbomen machines die de bodem zo weinig mogelijk verstoren snelgroeiende bomen tussen de gewassen compost van eigen afval als mest waardoor minder bos wordt gerooid  biodiversiteit wordt beschermd terrassen en kleine dammen bomen als windbrekers land

problemen

Myanmar

©

Colombia

oplossingen

VA N

Georgië

type bodemdegradatie

IN

d

2 WE BOTSEN OP DE GRENZEN VAN ONZE PLANEET

183


e

Bekijk het overzicht van de oorzaken en gevolgen van bodemdegradatie hieronder. Eén vak is nog leeg. Lees de info in het overzicht aandachtig en vul op basis daarvan in het lege vak enkele mogelijke oplossingen in om de bodem te beschermen. BODEMDEGRADATIE

OORZAKEN - Natuurlijke factoren • hevige neerslag • wind • steile hellingen - Menselijke factoren • ontbossing • intensieve landbouw (zware machines, overbemesting, te veel irrigatie …) • overbegrazing • vervuiling door huishoudens en industrie

VA N

IN

DEFINITIE Proces(sen) waardoor bepaalde kenmerken van de bodem veranderen. Daardoor gaat de bodemkwaliteit achteruit en wordt de bodem minder geschikt voor het telen van gewassen.

©

GEVOLGEN - verlies van vruchtbare bodem - afname van de bodemkwaliteit - opbrengst vermindert - afname van de biodiversiteit - afname van opslagcapaciteit voor water

OPLOSSINGEN

BESLUIT De bodem is de basis voor de productie van voedsel. Het landbouwareaal op aarde is beperkt. De wereldbevoking groeit aan, maar door bodemdegradatie dalen de landbouwopbrengsten. Dat is problematisch, en duurzaam landbeheer is dan ook van het grootste belang.

Door de uitbreiding van het landbouwareaal en de toenemende intensivering van de landbouw lijden bodems onder een hele reeks van degradatieprocessen. Bodemdegradatie komt over de hele wereld voor. Afhankelijk van fysische omstandigheden zoals klimaat, reliëf en gebruikte landbouwtechnieken onderscheiden we verschillende vormen van bodemdegradatie: erosie door water, wind en grondbewerking, verdichting, vermindering van organisch materiaal, achteruitgang van de bodembiodiversiteit, verzilting en verzuring. 184

HET ZAL ONS WORST WEZEN


3 HET KAN ANDERS! Gelukkig is er ook heel wat wetenschappelijk bewijs dat we de overgang naar een meer duurzame wereld aankunnen. Maar dan moeten alle neuzen wel in dezelfde richting staan: bijna 200 landen moeten dan afspraken maken en samenwerken.

HOE WILLEN WIJ EEN DUURZAME WERELD REALISEREN? Van de 196 internationaal erkende onafhankelijke staten hebben 193 landen zich verenigd binnen de Verenigde Naties. Die landen werken samen aan de realisatie van een betere wereld waarin niemand achterblijft. Bekijk op welke manier ze dat doen. a

IN

1

Lees de infotekst en bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code.

BEKIJK FILMPJE

Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen.

VA N

In september 2015 werden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Sustainable Development Goals (SDG's) aangenomen door de algemene vergadering van de Verenigde Naties (VN). De 17 SDG’s vormen een actieplan om tegen 2030 armoede uit de wereld te bannen en de planeet op een duurzame manier te beschermen. De SDG’s bevatten uitdagingen waarmee iedereen geconfronteerd wordt, zoals armoede, afvalbeheer, gezondheid, scholing, energie … Ze zijn opgebouwd volgens vijf grote, universele pijlers: people, prosperity, planet, partnership en peace.

pe o

et

ip sh

pr o sp

DUURZAME ONTWIKKELING

erity

pl

p ar t n e r

©

pl

e

an

pea c e

fig. 3.1: duurzame ontwikkelingsdoelen

3 HET KAN ANDERS!

185


De vijf p’s zijn: - planet: de natuurlijke hulpbronnen van de planeet en het klimaat beschermen voor toekomstige generaties; - people: armoede en honger in al zijn vormen uitroeien en waardigheid en gelijkheid garanderen; - prosperity: een welvarend en zinvol bestaan garanderen in harmonie met de natuur; - peace: vredevolle en rechtvaardige gemeenschappen bevorderen die niemand buitensluiten; - partnership: samenwerking tussen regeringen, bedrijven, organisaties en burgers en deze doelen in de praktijk brengen.

Alle ontwikkelingsdoelen houden verband met elkaar. Systeemdenken helpt je om relaties tussen de duurzaamheidsdoelen te ontdekken. - Je vindt de 17 SDG's bij het onlinelesmateriaal. Knip ze uit. - Bekijk de info bij SDG 6: ‘Schoon water en sanitair’ op de ontdekplaat bij het onlinelesmateriaal. - Leg van drie SDG's het verband met SDG 6 uit in de tabel op de volgende pagina. - Kies zes SDG's die een nauw verband hebben met SDG 6 en leg ze in de cirkel errond (fig. 3.2.). - Maak van je figuur een causaal diagram: trek pijlen tussen de SDG’s waar je een verband ziet. Noteer een + bij een versterkende en een – bij een verzwakkende relatie. Leg die relaties aan elkaar uit en noteer er drie op de volgende pagina.

©

VA N

b

IN

De SDG’s richten zich op overheden, bedrijven, scholen, universiteiten en wetenschappelijke instellingen en verenigingen, en op de burgers, waar ook ter wereld. De SDG’s bieden gemeenten en organisaties een houvast om het verband te leggen tussen lokaal en globaal.

fig. 3.2: relaties tussen duurzaamheidsdoelen

186

HET ZAL ONS WORST WEZEN


SDG6: Schoon water en sanitair

Hoe staat België ervoor om de 17 SDG’s te bereiken? Figuur 3.3 zet je op weg om die vraag te beantwoorden.

IN

2

Interessant om weten

VA N

België stijgt naar vijfde plaats in wereldwijde 2021 SDG-ranking Sinds de goedkeuring van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september 2015, presenteert het Sustainable Solutions Network (SDSN) elk jaar over de voortgang van de Sustainable Development Goals (SDG’s) op landniveau. Half juni werd het rapport van 2021 gelanceerd. België stijgt in de ranglijst van de elfde plaats in de SDG-index 2020 naar de vijfde plaats in 2021. Bron: ecotips.org

©

stand van zaken evolutie grote uitdaging  achteruitgang  geen gegevens beschikbaar belangrijke uitdaging  geen vooruitgang uitdaging blijft bestaan  lichte vooruitgang SDG bereikt  handhaven van de SDG of op de op de goede weg om ze te bereiken

fig. 3.3: stand van zaken in ons land om de 17 SDG’s te bereiken (2021) bron: United Nations, Division for Sustainable Development Goals (DSDG)

3 HET KAN ANDERS!

187


b

Bekijk de tabel. Noteer in de derde kolom per categorie de nummers van de juiste SDG’s. SDG bereikt

grote uitdagingen

handhaven van de SDG of op de goede weg om ze te bereiken

geen vooruitgang

achteruitgang

Vergelijk onze rang in de wereld (zie ‘Interessant om weten’ op p. 187) met de behaalde SDG’s. Wat merk je?

Wat is de stand van zaken van de SDG’s in jouw gemeente? Ga naar de website bij het onlinelesmateriaal of scan de QR-code om dat te onderzoeken.

VA N

3

IN

a

BEKIJK WEBSITE

fig. 3.4: SDG Index Scores Vlaanderen

Klik op jouw gemeente. Wat is de SDG Index Score van je gemeente? Markeer wat juist is. Die is beter / slechter dan het Vlaamse gemiddelde.

©

a

b

Noteer, indien mogelijk, drie SDG’s waarvoor jouw gemeente het beter doet dan gemiddeld.

c

Noteer, indien mogelijk, drie SDG’s waarvoor jouw gemeente het minder goed doet dan gemiddeld.

188

HET ZAL ONS WORST WEZEN


d

Onderzoek SDG 1 in jouw gemeente. - Ga op de website naar pagina 2 van 2 door onderaan op de grijze balk te klikken en klik op SDG 1: ‘Geen armoede’. - Bekijk de kaart. Ga met je cursor over de gemeenten om de namen te zien. Wat is je conclusie?

MAG HET IETS MEER ZIJN? Klik op één van de andere SDG’s. Noteer nog een andere opvallende conclusie. Kun je daar een verklaring voor geven?

IN

e

4

Onderzoek je eigen inzet om de SDG’s te bereiken.

Hieronder zie je enkele manieren om je eigen ecologische voetafdruk te verkleinen. Aan welke SDG’s werk je dan? Tot welke pijler behoren ze voornamelijk?

VA N

a

1

DRINK KRAANTJESWATER Flessenwater is 150 tot 500 keer zo duur als kraantjeswater.

3

NEEM EEN DOUCHE Het gemiddelde waterverbruik in Vlaanderen is 110 liter per dag.

©

4

2

VOER EEN VEGGIEDAG IN Bos vrijmaken voor weiland is verantwoordelijk voor 60 % van de ontbossing in het Amazonewoud. Voor 1 kg vlees is gemiddeld 7 kg graan nodig. 1 kg rundvlees = 5 000 – 20 000 liter water 1 kg tarwe = 500 - 4 000 liter water

NEEM DE FIETS Fietsen gaat drie keer zo snel als stappen. Fiets 30 km per week en je bespaart € 150 per jaar. Na 1 uur fietsen heb je 5 cupcakes verbruikt.

5

EET WAT JE KOOPT De Vlaming eet jaarlijks 445 kg voedsel (zonder drank). Hij verspilt daarbij 13 tot 25 kg voedsel. Gemiddeld bedraagt de ‘voedselverspillingsafdruk’ 19 tot 29 m2 per Vlaming of in totaal 11 800 tot 17 900 ha. 3 HET KAN ANDERS!

189


b

Kies een SDG uit de pijler ‘people’ die je zelf belangrijk vindt.

c

Welke actie zou jij kunnen ondernemen om aan die SDG te werken?

d

Wat zou jij aan het bestuur van jouw gemeente adviseren om die SDG te bereiken?

Bedenk een slogan voor je actie.

MAG HET IETS MEER ZIJN? 5

IN

e

Wat doen jullie op school om de SDG’s te realiseren? a

Overleg samen om na te gaan aan welke doelen jullie op school al werken. Noteer de SDG’s en leg uit wat jullie al doen.

VA N

b

Welke SDG’s vragen om actie? Wat zouden jullie met de klas kunnen doen?

©

Duurzame ontwikkeling is het toekomstbeeld waarbij de wereld vrij is van armoede, honger en ziekte, en waarin elke mens een menswaardig leven kan leiden. Daarom formuleerden de VN in 2015, 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Die Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen gelden voor iedereen in bijna alle landen in de wereld. Er wordt op alle niveaus aan gewerkt: overheden, bedrijven, verenigingen, scholen en burgers, zoals jullie, zetten hun schouders er mee onder.

190

HET ZAL ONS WORST WEZEN


FOCUS OP DE BODEM: HOE ZORGEN WE VOOR EEN GEZONDE BODEM VOOR IEDEREEN? 1

Onderzoek hoe een evenwichtig, gezond en duurzaam voedingspatroon is samengesteld. a

Bekijk de dubbele piramide aandachtig. Ze is samengesteld uit de voedsel- en de milieupiramide. MILIEUPIRAMIDE

HOOG

AA NB

MI

LIE U

EV OL EN

-IM

CO N

IN

SU

PA CT

MP

TIE

LAAG

HOOG

VOEDSELPIRAMIDE

LAAG

VA N

fig. 3.5: voedselpiramide en milieupiramide bron data: Barilla Center for Food and Nutrition (BCFN)

Kruis de stellingen aan die correct zijn.

Voedsel dat je beter met mate eet, zoals vlees, vis en zuivelproducten, belasten het milieu sterk. Voedsel dat je vaak mag eten, zoals fruit, groenten en volkoren granen, belasten het milieu sterk. Voedsel dat je beter met mate eet, zoals vlees, vis en zuivelproducten, belasten het milieu veel minder. Voedsel dat je vaak mag eten, zoals fruit, groenten en volkoren granen, belasten het milieu veel minder.

©

b

3 HET KAN ANDERS!

191


Bekijk landbouw en de pijler ‘planet’. In het vorige hoofdstuk heb je gezien dat landbouw een oorzaak is van bodemdegradatie. Maar het kan ook anders, kijk maar hoe Tijs Boelens van de Groentelaar te werk gaat. a

Bekijk in het filmpje bij het onlinelesmateriaal of via de QR-code hoe Tijl Boelens anders te werk gaat dan de meeste landbouwers in Vlaanderen.

b

Noteer in de tabel op welke manier hij de volgende activiteiten aanpakt. activiteit

traditionele landbouw

De Groentelaar

bodemgebruik (vergelijk het bedrijf met de akker ernaast)

onkruidbestrijding

bemesting

VA N

bescherming tegen droogte

BEKIJK FILMPJE

IN

2

©

bescherming van biodiversiteit

Het goede nieuws is dus dat landbouwers door de manier waarop ze hun land bewerken extra CO2 uit de lucht kunnen halen en in de bodem kunnen opslaan. Zo helpen ze de opwarming van de aarde tegen te gaan. Landbouwactiviteiten die ervoor zorgen dat de bodem zich herstelt, noemt men regeneratieve landbouw. Die vorm van landbouw slaat veel vliegen in één klap: de kwaliteit van de bodem gaat erop vooruit, de (bodem)biodiversiteit verhoogt, de waterhuishouding verbetert en de ecosysteemdiensten worden opgekrikt.

192

HET ZAL ONS WORST WEZEN


MAG HET IETS MEER ZIJN? 3

Bekijk landbouw en de pijlers 'people' en 'prosperity'. Ga na wat gemeenschapslandbouw is. a

Lees de tekst en bekijk het filmpje over CSA via de link of de QR-code. BEKIJK FILMPJE

b

IN

Boeren en Buren is een netwerk van lokale boeren en voedselverwerkers die hun producten aanbieden aan de lokale markt. Via een online platform organiseren ze de rechtstreekse verkoop van lokale, seizoensgebonden producten. Ze werken over het algemeen ook biologisch. Buurtbewoners betalen jaarlijks een bijdrage voor de productiekosten van het landbouwbedrijf. In ruil krijgen ze een deel van de opbrengst.

CSA staat voor ‘Community Supported Agriculture’. Maar wat betekent dat eigenlijk?

Het filmpje leerde je waarom die manier van werken zowel goed is voor de landbouwer (prosperity) als voor de gemeenschap (people) en het milieu (planet). Noteer de nummers van de pluspunten hieronder in de juiste kolom.

VA N

c

1 verbondenheid tussen de buurtbewoners – 2 milieubewuste teelt – 3 risico’s worden niet alleen door de landbouwer gedragen, maar ook door de gemeenschap – 4 seizoensgebonden groenten en fruit – 5 samenwerking met de landbouwer – 6 lokaal: van veld naar bord (geen transportkosten) – 7 vast inkomen voor de boer – 8 bewustwording (voor kinderen) – 9 insectenhotel planet

people

prosperity

d

Welke van de vijf p's komt hier nog aan bod?

e

Zijn er in jouw buurt CSA-boerderijen? Ontdek het op het onlinelesmateriaal.

©

BEKIJK WEBSITE

Gezond eten en een gezond leefmilieu houden nauw verband met elkaar. - Gewassen die het milieu weinig belasten, leveren voedingsmiddelen die ook goed zijn voor je gezondheid. - Meer en meer landbouwers zetten in op een gezonde leefomgeving: ze doen o.a. aan regeneratieve landbouw, waarbij de bodem zich voldoende kan herstellen en de biodiversiteit beschermd wordt. Landbouwers die op een duurzame manier willen werken, richten zich ook vaak rechtstreeks tot de lokale markt: in de gemeenschappelijke landbouw of CSA is er een nauw contact tussen producenten en consumenten. Veel van deze landbouwers gaan bovendien op een biologische manier te werk. Zo dragen ze op een actieve manier bij aan de realisatie van de SDG’s.

3 HET KAN ANDERS!

193


SYNTHESE

1 We shoppen in de natuur -

Ecosystemen (ES) leveren onmisbare

-

Die diensten hebben een

-

Bij overmatig gebruik

IN

Focus op de bodem: -

De bodem levert heel wat ESD.

-

De bodem is een belangrijke

Je kunt zelf onderzoeken hoe snel koolstof in de bodem afbreekt.

VA N

-

2 We botsen op de grenzen van onze planeet -

-

Sinds 2020 weegt wat de mens maakte

3 Het kan anders!

De wereldbevolking heeft 1,7 aardes nodig

-

om te leven. Dat komt doordat

SDG’s of duurzame ontwikkelingsdoelen werden in 2015 door de VN aangenomen om

-

-

De donuteconomie heeft als doel

Focus op de bodem: -

©

Focus op de bodem: -

Omzetting van natuur naar landbouwgrond is één

-

Bodemdegradatie is

194

HET ZAL ONS WORST WEZEN

In 193 landen en op veel beleidsniveaus tracht men de doelen in de praktijk te brengen.

Evenwichtige, gezonde voeding is ook

-

Regeneratieve landbouw zorgt ervoor

-

De gemeenschapslandbouw (CSA) is een vorm van samenwerking


WOORDENLIJST Thema Het zal ons worst wezen hoofdstuk

term

definitie

de aerosolen

zeer kleine stofdeeltjes en druppeltjes in de lucht

2

het antropoceen

geologisch tijdperk van de mens

2

de biocapaciteit

vermogen van een bepaald biologisch productief gebied om een continue toevoer van hernieuwbare hulpbronnen te produceren en het afval te verwerken

2

de biomassa

gewicht van alle bacteriën, planten en dieren bij elkaar, waaronder ook de mens

2

de bodemdegradatie

vermindering in kwaliteit van de bodem door verkeerd bodemgebruik

1

het cultureel erfgoed

alles wat door vorige generaties is gemaakt is, nu nog bestaat en een grote waarde heeft voor de gemeenschap

2

de draagkracht

vermogen van de natuur om de gevolgen van menselijk ingrijpen op te vangen zonder dat het evenwicht wordt verstoord

1

duurzaam

geproduceerd of verkregen op een manier die het milieu en de natuur zo weinig mogelijk belast

VA N

IN

2

de duurzame ontwikkeling

ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen

3

de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen of Sustainable Development Goals = SDG’s

Afspraken binnen de VN om te werken aan een betere en duurzamere toekomst voor iedereen. Het doel is wereldwijde uitdagingen aan te pakken, waaronder armoede, ongelijkheid, klimaatverandering, aantasting van het milieu, vrede en gerechtigheid.

2

Earth Overshoot Day

de dag van het jaar waarop de mensheid wereldwijd net zo veel van de natuur heeft opgebruikt als wat de aarde in één jaar tijd kan produceren

2

het ecocreditland

land waarvan de biocapaciteit groter is dan de totale ecologische voetafdruk van de bevolking

2

het ecodebetland

land waarvan de totale ecologische voetafdruk van de bevolking groter is dan de biocapaciteit

2

de ecologische voetafdruk

geeft weer hoeveel land- en wateroppervlakte iemand of een gebied nodig heeft om in zijn levensonderhoud te voorzien en het afval dat erbij hoort te verwerken

1

het ecosysteem

natuurlijk systeem dat bestaat uit alle organismen (biotisch) die in een bepaald gebied voorkomen, samen met hun abiotische omgeving, en de wisselwerkingen tussen beide

1

de ecosysteemdiensten alle goederen en diensten die ecosystemen aan de samenleving leveren

1

het fundament

constructie in de grond waarop gebouwen, bruggen e.d. gebouwd worden

2

de geïmporteerde ontbossing

ingevoerde producten zoals soja of palmolie, waarvoor in het buitenland gebieden ontbost werden

©

3

Woordenlijst

195


de gemeenschapslandbouw of CSA

landbouw die ondersteund wordt door de plaatselijke gemeenschap door lidmaatschap te betalen en te helpen op de boerderij; werkt ook vaak biologisch

2

globale ecologische overshoot

Het tekort aan oppervlakte om de mensen van middelen te voorzien. Ze bedraagt ongeveer 0,7 aardes.

2

de globale hectare (gha)

Eenheid van de ecologische voetafdruk en de biocapaciteit. Het is een hectare land- of zee-oppervlakte met een biologische productiviteit gelijk aan het wereldgemiddelde.

1

de hulpbron

alle in de natuur aanwezige stoffen die van economisch nut zijn en onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit van de mens

1

de infrastructuur

alle voorzieningen zoals wegen, havens, vliegvelden, elektrische installaties, waterleiding, riolering, kabelnetwerken ...

1

de leverancier

iemand die goederen en/of diensten levert

2

de planetaire grenzen

grenzen waarbinnen de mensheid moet blijven om duurzaam gebruik te kunnen blijven maken van de hulpbronnen van de planeet aarde

3

de regeneratieve landbouw

landbouwactiviteiten die ervoor zorgen dat de bodem zich herstelt

2

de sociale grenzen

grenzen waarbinnen iedereen de mogelijkheid heeft om menswaardig te leven

2

de stratosfeer

luchtlaag tussen 10 en 50 km boven het aardoppervlak

1

veen

Grondsoort, gevormd door afgestorven planten in moerassen en later bewaard gebleven onder natte, zuurstofarme omstandigheden. Veen is een fossiele brandstof.

1

de voedselkringloop

aaneenschakeling van dieren en/of planten die elkaar opeten waarbij de cirkel rond is (alles wordt hergebruikt)

VA N

IN

3

©

196

HET ZAL ONS WORST WEZEN


© VA N IN


tele scoop

Muriel Hombroukx Eline Smets Chris Van Broeck Annemie Van Cleemput

4

Ria Van Mol

©

VA N

IN

met medewerking van Emmy Ruppol

Leer zoals je bent

Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-94-641-7478-6 600412

vanin.be

4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.