

©VANIN
Lies Alen
Patrick Arnou
Gwen Cams
Alexander Colin
Fien Croux
Frederik De Ridder
Marie Diels
Nikolai Dobbelaere
Hanne Goossens
Zoë Meerkens
Lore Praet
Elke Stasseyns
Stef Van Aken
Annelies Van Laere
Saskia Yperzeele


Via www.ididdit.be heb je toegang tot het onlineleerplatform bij Traject Nederlands 6. Activeer je account aan de hand van de onderstaande code en accepteer de gebruiksvoorwaarden. Kies je ervoor om je aan te melden met je Smartschool-account, zorg er dan zeker voor dat je e-mailadres aan dat account gekoppeld is. Zo kunnen we je optimaal ondersteunen.
©VANIN
LET OP: DEZE LICENTIE IS UNIEK, EENMALIG TE ACTIVEREN EN GELDIG VOOR EEN PERIODE VAN 1 SCHOOLJAAR. INDIEN JE DE LICENTIE NIET KUNT ACTIVEREN, NEEM DAN CONTACT OP MET ONZE KLANTENDIENST.
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken.
In België beschermt de auteurswet de rechten van deze mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hen dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. Meer informatie over de gebruiksvoorwaarden leest u op www.ididdit.be.
© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2024
De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.
Eerste druk 2024
ISBN 978-94-647-0486-0
D/2024/0078/158
Art. 605789/01
NUR 110
Ontwerp: Effenaf
Opmaak: Zyncke Vanderplancke
Tekeningen: Flor Aguilar, Dirk Vandamme
Inhoud
STARTEN MET TRAJECT NEDERLANDS 6
Hoe ga je met dit boek aan de slag? We leiden je door enkele belangrijke aspecten.
OP WEG MET TRAJECT
In dit leerwerkboek vind je lessen met verschillende achtergrondkleuren. Lessen met dezelfde achtergrondkleur behoren tot dezelfde stroom



Vooraan elke les zie je de lesdoelen
Die verduidelijken wat je met die les zult bereiken.

les




Leesvaardigheid – begintest
Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1
Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype
MENINGEN OVER TALENKENNIS


Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3




Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4
1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm. Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend
2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?
Na enkele lessen is er een tussenstop. Die herken je aan de oranje achtergrondkleur. In de tussenstops ga je verder aan de slag met de leerstof die je tijdens de voorgaande lessenreeks behandelde. Het gaat hier om oefeningen op taal en woordenschat, academisch taalgebruik, verder studeren en receptieve vaardigheden.
Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.
Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.
Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.
In de meeste lessen geven we je eerst het bronmateriaal (bijvoorbeeld een artikel) en de bijhorende instructies, gevolgd door ruimte om te noteren. Zo moedigen we je aan om je antwoorden op een geordende manier neer te schrijven. Dat is een mooie voorbereiding op het hoger onderwijs, waar je ook zelfstandig zult moeten noteren. Soms staat er een asterisk (*) na het opdrachtnummer. Bij die opdrachten hoef je het antwoord niet te noteren.
Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.
Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.
HULPMIDDELEN
In de lessen ondersteunen we je met enkele kaders en iconen.
onthouden
3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.
Onthouden-kaders bevatten belangrijke kennis, vaardigheden en strategieën
4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment.

onthouden
Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt.
Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.
5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?
woord
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
Onderaan sommige pagina’s tref je de verklaring aan van een woord of uitdrukking op die pagina. Online bij ‘Mijn lesmateriaal’ vind je bij elke les of tussenstop een overzicht van de woorden die aan bod kwamen.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie,

tip
©VANIN
Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er
Bij sommige opdrachten staat een tip om je op weg te helpen.
3 Ze wil de liefde niet in het bos bedrijven. Dat hoort enkel dorpsvrouwen toe die hun lichaam voor geld verkopen. Ze eist een behoorlijk opgemaakt bed. Bovendien was het voorstel van de jongeman beschamend en typisch voor iemand van lage komaf.
Mate was een belangrijk kenmerk van de hoofse cultuur.

KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?
TIP
1 Wat is een chatbot?
2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet?
Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie. woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen
3 Scan deze pagina, ga naar de opgegeven website en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. Beantwoord daarna de vragen.
a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?
b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?
onDERWEG
5 persoonlijk antwoord
c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft?
4 R. 36-53: De natuur is als een feest, vol van geluiden, mooie bloemen in mooie kleuren en zoete geuren. Er was geen wolkje aan de hemel. De hoge bomen met een weelderig bladerdek zorgden voor de nodige intimiteit en camou age. Die paradijselijke omgeving leidt ertoe dat de jongeman Beatrijs’ bloempje wil plukken. Tot daar de romantiek, want Beatrijs ziet dat – helemaal volgens de hoofse idealen –
Onderweg-kaders bevatten leuke weetjes
d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen?
e Lees de informatie over de Turingtest. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza. onderweg
De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.
TRAJECT NEDERLANDS 6 LITERATUUR 84
4 Lees het artikel op p. XXX.
c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden? 3

a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots?
b Hoe maak je een positieve chatbot?
1 Een chatbot is een computerprogramma dat geprogrammeerd is om conversaties tussen mensen te simuleren.
3a Ja, ze noemt zichzelf een online elektronische therapeut.
3b De antwoorden zijn niet erg accuraat. Eliza antwoordt niet altijd op de vragen die je stelt en de antwoorden zijn eerder algemeen (‘Wat betekent dat voor je? Wat voel je
Trajectwijzer
Bij dit leerwerkboek hoort ook een Trajectwijzer met een overzicht van de theorie die in de derde graad aan bod komt. Als je dit icoon ziet, vind je bijkomende informatie in die Trajectwijzer. Het nummer in het icoon verwijst naar het titelnummer. Zo vind je snel de juiste informatie!
Voorkennis activeren
Als je dit icoon ziet, ga je voorkennis activeren. Dat kan gaan om leerstof die je in een voorgaand schooljaar of in een eerdere les al gezien hebt of onderwerpen die je kent uit je dagelijks leven.
©VANIN

Di erentiatie
Het di erentiatie-icoon geeft aan dat je met een remediërings- of een verdiepingsopdracht te maken hebt. Je oefent verder op leerstof die je nog niet helemaal onder de knie hebt (remediëring) of je gaat een extra uitdaging aan (verdieping of uitbreiding).
Woordenschat
Dit icoon geeft aan dat je je woordenschat zult verrijken of strategieën leert om met nieuwe en moeilijke woorden om te gaan.
Actief verwerken
Eenmaal je kennis of vaardigheden verworven hebt, kun je actief verwerken. Je past wat je leerde zelfstandig toe in een nieuwe situatie.
Play
Dit icoon geeft aan dat je een audio- of videofragment zult beluisteren of bekijken.
Gami cation
Doorheen het boek vind je verschillende games om met je medeleerlingen te spelen.
iDiddit
Dit icoon geeft aan dat er aanvullend lesmateriaal of een extra opdracht op iDiddit staat.
VAN IN Plus
Soms is het handig dat je extra lesinformatie of een videoof audiofragment zelf kunt bekijken of beluisteren op je smartphone. Als je dit icoon ziet, open dan de VAN IN Plus-app en scan de pagina.
TRAJECT EN IDIDDIT
Het onlineleerplatform bij Traject Nederlands
Mijn lesmateriaal
Hier vind je alle inhouden uit het boek, maar ook meer, zoals filmpjes, audiofragmenten, extra oefeningen ...
Extra materiaal
Bij bepaalde stukken theorie of oefeningen kun je extra materiaal openen. Dat kan een bijkomend audio- of videofragment zijn, een woorden- of begrippenlijst, extra bronnen of een leestekst. Kortom, dit is materiaal dat je helpt om de leerstof onder de knie te krijgen.
Adaptieve oefeningen
Met adaptieve oefeningen kun je de leerstof inoefenen op jouw niveau. Hier kun je vrij oefenen.
Opdrachten
Hier vind je de opdrachten die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.
Evalueren
Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.
Resultaten
Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en toetsen?
Hier vind je een helder overzicht van al je resultaten.
Notities
Heb je aantekeningen gemaakt bij een bepaalde inhoud?
Via je notities kun je ze makkelijk terug oproepen.
Meer weten?
Ga naar www.ididdit.be








TAALKASTEN
Je leert welke taalvariëteiten er bestaan en hoe divers ons taallandschap is 1
Je leert dat talen mensen kunnen insluiten of uitsluiten 3
Je ziet gelijkenissen en verschillen tussen taalvariëteiten en toont respect voor verschillen 2
Je leert dat taal dynamisch is 4
Stel: er liggen drie kledingstukken van medeleerlingen voor jou. Zou je de kledingstukken bij de juiste persoon kunnen plaatsen? De kans is groot. Iedereen heeft nu eenmaal zijn eigen stijl. Kleren dienen niet enkel om je te beschermen tegen de koude of de regen, je verklapt er ook een stukje van je identiteit mee.
Dat is net zo met taal: in het vierde jaar leerde je al dat iedereen een eigen spreek- en schrijfstijl heeft. Je taal kan verraden waar je vandaan komt, wat je leeftijd is, of je een man of vrouw bent ... Taal dient uiteraard om te communiceren, om een boodschap over te brengen, maar net zoals kledij is taal ook een manier om je identiteit uit te drukken.
Je kunt de vergelijking nog verder doortrekken: je zou aan kleding ook kunnen zien wat iemand gaat doen: zijn het kleren om naar een feestje te gaan? Of eerder voor een kamp met de jeugdbeweging? In short en slippers leg je geen mondeling proefwerk af. En in je feestjurk en hoge hakken lig je niet te chillen op je bed.
Net zoals je kledij is ook je taal aangepast aan de situatie: afhankelijk van de context, zul je eerder jongerentaal, standaardtaal of dialect gebruiken.
Dit is de taalkast van Ilias. Ilias groeide op in een Franstalige wijk in Brussel, maar volgde op school altijd les in het Nederlands. Zijn vader is van Marokkaanse afkomst; zijn moeder is een Franstalige Brusselse. Na zijn studies in Leuven verhuisde hij naar Antwerpen waar hij ook werkt.
ILIAS
met zijn vader en grootouders: Berbers
in de voetbalclub in Antwerpen: tussentaal met Antwerps accent + voetbaljargon
als advocaat aan de balie: Standaardnederlands + beroepsjargon
met zijn broer: Frans en Berbers door elkaar
met zijn collega’s: tussentaal
met zijn vrienden uit Leuven: tussentaal met Brabants accent
met zijn vrienden van de wijk in Brussel: Frans, jongerentaal
met zijn moeder: Frans
1 Ken je alle taalvariëteiten? Leg de begrippen in je eigen woorden uit.
- standaardtaal: - tussentaal: - accent: - jargon:
2* Kun je nog meer rollen of situaties bedenken waarin Ilias een andere taalvariëteit zal spreken?
3* Zal Ilias ook kunnen lezen en schrijven in al die taalvariëteiten? Waarom (niet)?
Spreek jij ook zoveel taalvariëteiten als Ilias? Misschien niet, maar iedereen heeft verschillende taaloutfits in de kast hangen.
4 Vul jouw kast in naar het voorbeeld van Ilias.
©VANIN
5* Bespreek jouw taalkast met die van een medeleerling.
a Heb je veel of weinig taaloutfits? Hoe verklaar je dat?
b Welke taalvariëteit gebruik je het vaakst?
c Welke taalvariëteit spreek je het liefst?
d In welke taalvariëteit lees en/of schrijf je het liefst?
e Maak je bewust de keuze voor een bepaalde variëteit of gebeurt dit eerder spontaan?
GEZINSJARGON
Er zijn kleren die je enkel thuis draagt. En er zijn ook woorden die je enkel in je gezin gebruikt. Hebben jullie misschien zelf een woordje verzonnen voor een van je grootouders? Of wordt een van jouw versprekingen nog steeds gebruikt?
1* Heb je zelf voorbeelden van woorden of uitdrukkingen die enkel in jouw gezin gebruikt worden?
Beluister het interview met sociolinguïst Eline Zenner en beantwoord de vragen.
2 Ook Zenner vergelijkt taal met kleren. Welke vergelijking gebruikt ze? En wat wil ze daarmee zeggen?
3 Hoe ontstaan woorden in een gezinsjargon? Geef twee manieren.
4 Gezinsjargon toont aan dat taal dynamisch is en voortdurend verandert. Leg uit.
5 Voor welke woorden ontstaan nieuwe woorden binnen families?


6 Niet alleen in een familie kan een jargon ontstaan, ook in andere kleine groepen. Geef drie voorbeelden van zo’n microgemeenschappen.
7 Een gezinsjargon maakt het gezin als groep hechter. Maar je kunt mensen ook uitsluiten via taal. Met welk voorbeeld legt Zenner dat uit?
8 Hoe kun je reageren op de nieuweling zodat je hem niet uitsluit?
de sociolinguïst: bestudeert de relatie tussen taal en de sociale factoren die de taalbeïnvloeden (zie ook Trajectwijzer 8.1.10)
WAT JE MOET WETEN OVER TAALVARIATIE
Je beluistert een fragment waarin de theorie over taalvariatie samengevat wordt.
1 Noteer de informatie hieronder in een volledig, overzichtelijk en aantrekkelijk schema.
WAT HEB JE AL GELEERD?
1 Leg aan een medeleerling de volgende zinnen in je eigen woorden uit.
a Taal heeft een identitaire functie.
b Er zijn heel wat situationele factoren die iemands taal beïnvloeden.
c Soms zijn taalgebruikers zich niet bewust van de geografische en situationele gebruiksbeperking van hun dialect.
OVER JONGERENTAAL EN STRAATTAAL
Beluister een paar voorbeelden van jongerentaal uit 2010.
1 Ken je die jongerenwoorden uit 2010 nog? Hoe komt dat?
2 Lees de tekst Jongerentaal van Sterre Leufkens in de Trajectwijzer en maak hieronder een schema.
3* Vergelijk jouw schema met dat van een medeleerling. Bespreek jullie schema’s aan de hand van de vragen.
a Bevat het schema voldoende informatie? Kan iemand die de tekst niet gelezen heeft, begrijpen waarover het gaat?


b Geeft het schema de informatie overzichtelijk weer? Is er een duidelijke structuur?
c Geeft het schema de informatie aantrekkelijk weer? Is het goed leesbaar? Gebruik je kleuren, pijlen, symbolen?
4* Sommige mensen van de oudere generatie hebben vooroordelen bij jongerentaal en straattaal. Heb jij als jongere ook vooroordelen bij bepaalde taalvariëteiten?
DEALEN MET JE DIALECT
De Nederlandse tv-omroep NOS maakte drie filmpjes over dialectsprekers in Nederland. Bekijk de drie filmpjes en bespreek de vragen.
1* In het eerste lmpje ligt de focus op de negatieve reacties die taalvariëteiten kunnen uitlokken.
a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?
b Is het al gebeurd dat je mensen anders bekeek omdat ze een andere taal(variëteit) spreken? Waarom (niet)?
c Heb je zelf al meegemaakt dat je werd uitgelachen om een accent of om een andere taal(variëteit)? Hoe voelde je je daarbij?
2* Wat met dialect op het werk? Kijk even mee wat deze mensen erover zeggen.
a Over welke soort taalvariatie gaat het in dit filmpje?
b Vind je het terecht dat mensen opmerkingen krijgen als ze een accent hebben of dialect spreken op het werk? Is dat voor alle jobs hetzelfde?
c Sommigen willen zich wel aanpassen en bijvoorbeeld logopedie volgen. Vind je dat een goed idee of eerder overbodig?
3* In het derde lmpje komen enkele mensen aan bod die trots zijn op hun dialect.
a Wat vind je van de volgende uitspraken? Zijn ze herkenbaar voor jou? Waarom (niet)?
– Als ik in mijn dialect praat of schrijf, blijf ik meer mezelf.
– Thuis praten we dialect, maar als er bezoek komt, praten we standaardtaal.
b Welke taalvariëteit ligt het dichtst bij jezelf?
PRATEN OVER TAALVARIATIE



1* Welke taalvariëteit zou jij spreken in de volgende situaties?
a Leg uit waarom.
b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk begrippen uit het lijstje: formeel – informeel – situationele context – geografische verschillen –sociolinguïstisch – identitaire functie – taalvariëteit – status – jargon.
1 een leerling op een stageplaats
2 iemand die de eerste keer ergens gaat babysitten
3 een leerkracht in de klas
4 een leerkracht op een oudercontact
5 een verzorgende in een woonzorgcentrum

VERDIEPING: TAALVARIATIE
Tijd om je nog wat meer in het onderwerp te verdiepen en een eigen mening te vormen.
STAP 1 Kies een onderwerp uit de lijst. De sterretjes duiden de moeilijkheidsgraad van de opdracht aan. Opdrachten met één sterretje zijn makkelijk te maken. Opdrachten met twee sterretjes zijn iets moeilijker. Word je graag uitgedaagd? Kies dan de opdracht met drie sterretjes.
©VANIN
* 1 Dialect voor anderstaligen
* 2 Een boekengeschenk voor asielzoekers
* 3 Mogen VRT-presentatoren dialect spreken?
* 4 Taalvarianten ondertitelen op tv
** 5 Alle talen zijn mengtalen
** 6 Kinderen opvoeden in het dialect (1)
** 7 Kinderen opvoeden in het dialect (2)
*** 8 Dialect op het werk
STAP 2 De leerkracht geeft je een bron en de bijhorende vragen. Je krijgt twintig minuten om het onderwerp uit te pluizen. Noteer voor jezelf de antwoorden op een apart blad.
STAP 3 Je krijgt een minuut de tijd om iets over jouw onderwerp te vertellen aan de klas. Je luistert op jouw beurt naar wat medeleerlingen te vertellen hebben.
STAP 4 Samen met je leerkracht noteer je wat je van de opdrachten moet onthouden.
Je test hoe goed je leesvaardigheid is 1
Je herkent tekstdoel, tekstsoort en teksttype 2
MENINGEN OVER TALENKENNIS
Je haalt het onderwerp, de hoofdgedachte en de kernzinnen uit een tekst 3
Leesvaardigheid – begintest ©VANIN
Met behulp van woordleerstrategieën breid je je academische woordenschat uit 4
1 Hoe zou jij je kennis van (vreemde) talen inschatten? Zet elke taal op het continuüm.
Kies uit: Nederlands – Frans – Engels – Duits … ondermaats uitstekend
2* Bespreek met een medeleerling de volgende stellingen. Ga je akkoord of niet?
Chinees, Spaans of Arabisch zijn nuttigere talen om te leren op school.
Onze cultuur is te gefocust op de Angelsaksische wereld. Zo leren we veel culturele producten uit andere taalgebieden nooit kennen.
Het is gemakkelijker om altijd Engels te gebruiken als we met Duitsers of Fransen spreken.
Frans en Duits zal ik echt niet meer nodig hebben in mijn studie of beroepsleven.
Dankzij artificiële intelligentie zullen we in de toekomst geen vreemde talen meer moeten leren.

3 Lees de tekst op p. 22-23 globaal en beantwoord onderstaande vragen.
a Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?
b Met welk tekstdoel schreef de auteur deze tekst, denk je?
©VANIN
c Wat is de tekstsoort?
d Wat is het teksttype?
4 Lees de tekst aandachtig en beantwoord volgende vragen.
a ‘Gescinska is van mening dat wie Duitse filosofen bestudeert, zijn Engels moet perfectioneren.’ Juist of fout? Verantwoord je keuze.
b Ga je akkoord met Gescinska’s argumenten tegen verengelsing? Waarom wel/niet? Kun je een tegenargument bedenken?
ACADEMISCHE TAAL
1 Lees de tekst op p. 22-23 nogmaals aandachtig. Er komen academische woorden in voor. Kun je hun betekenis a eiden uit de context?
a vicieuze cirkel
situatie waarbij mensen oorzaak en gevolg door elkaar halen
situatie waarbij een verschijnsel een bepaald gevolg heeft, terwijl dat gevolg het eerstgenoemde verschijnsel in stand houdt of versterkt
meetkundige term om oneindigheid aan te duiden
situatie waarbij een verschijnsel onveranderlijk blijkt te zijn en dus hopeloos is
b peerreviewed tijdschriften
tijdschriften die recensies van wetenschappelijke artikels bevatten
tijdschriften waarin de bijdragen door collega-wetenschappers uit een bepaalde wetenschappelijke discipline getoetst zijn
tijdschriften die tot de wereldtop van een wetenschappelijk vakgebied behoren
wetenschappelijke tijdschriften die ook voor een breder publiek toegankelijk zijn
c gerenommeerd
bekend, beroemd
controversieel, omstreden
succesvol
met een goede naam, reputatie
d baat hebben bij
talent hebben om iets te doen
gelegenheid hebben om iets te doen
©VANIN
voordeel hebben bij iets
nadeel hebben bij iets
e zonder weerga
het is nog nooit voorgekomen, het is zonder precedent
het is onherroepelijk, er kan niets meer aan worden veranderd
het is verschrikkelijk, een ramp
niemand bekommert zich erom, het laat mensen onverschillig
f integraal
bijkomstig, minder belangrijk
talig, literair
wiskundig, rekenkundig
op zichzelf bestaand
g funderend
uitermate belangrijk, niet weg te denken
invloedrijk, machtig
de basis leggend
veelbelovend
h condition humaine
menselijke staat, hoe we leven en denken als mens, met bijhorende beperkingen
menselijke conditie, hoe we gezond zijn en waartoe we fysiek in staat zijn
menselijk potentieel, waartoe we intellectueel in staat zouden kunnen zijn
menselijke voorwaarde, onder welke voorwaarden we een goed mens kunnen worden
i disproportioneel
oneerlijk, schandalig
buiten verhouding
tegen iemands wil
onterecht, onverdiend
j schone letteren
poëzie
hoogstaande literatuur
populaire, veelgelezen literatuur; lectuur
al wat geschreven of voorgedragen wordt, inclusief liedjesteksten
Je leerkracht deelt een correctiesleutel uit. Ga na hoeveel antwoorden je juist hebt.
9-10/10
6-8/10
Proficiat! Je hebt al een uitgebreide academische woordenschat, of je zet de juiste strategieën in om de betekenis van academische woorden te achterhalen. Om te slagen in het hoger onderwijs, moet je de woorden ook in je actieve taalgebruik (schrijven, spreken) kunnen integreren. Probeer nieuw verworven woordenschat uit in schrijfopdrachten en (formele) presentaties.
©VANIN
5/10 of minder
Goed! Je hebt al een behoorlijke academische woordenschat. Misschien kun je nog meer inzetten op woordleerstrategieën om de betekenis van woorden te achterhalen. Lees in het komende jaar veel artikels uit kwaliteitskranten en -tijdschriften als De Morgen, De Standaard, De Tijd, Humo en Knack, en hou pen en papier in de aanslag om nieuwe academische woorden te noteren en zo te onthouden. Op die manier bereid je je optimaal voor op de taal van het hoger onderwijs.
Je hebt nog moeite met academisch taalgebruik, maar laat de moed niet zakken: met behulp van strategieën voor leesvaardigheid en woordenschatverwerving kun je je in het komende schooljaar voorbereiden op de taal van het hoger onderwijs. Zo is het belangrijk om dagelijks taalrijke teksten te lezen en stil te staan bij woorden die je nog niet kent of die je nog niet zelfstandig in een andere context kunt gebruiken.
In Tussenstop 1 vind je aanvullende oefeningen op academische woordenschat.
Moeten alle studenten in het hoger onderwijs weten wat ‘commensalisme’, een ‘interlocutoir appel’ of ‘illuminantie’ is? Nee, zulke woorden zijn slechts relevant binnen het vakgebied van respectievelijk biologen, juristen en fysici. Het leren van academische vakterminologie maakt integraal deel uit van elke opleiding in het hoger onderwijs.
Naast vakterminologie onderscheiden we algemene academische woordenschat. Woorden zoals die uit de tekst kom je niet alleen tegen in (kwaliteits)kranten, maar ook in alle wetenschappelijke disciplines. Om je goed voor te bereiden op het hoger onderwijs, is het van belang dat je je academische woordenschat uitbreidt.
Met apps als Quizlet kun je zelf woordenschatlijsten opstellen.
Het is aan te raden om jezelf elke week actief enkele nieuwe academische woorden aan te leren. Zo breid je je woordenkennis dit jaar uit. Lees bijvoorbeeld kwaliteitsmedia en noteer de woorden of abonneer je op Delenderwijs en leer zo elke dag een nieuw academisch woord.


Onderzoek van prof. Lieve De Wachter en dr. Jordi Heeren (KU Leuven) toonde aan dat een goede taalbeheersing academisch Nederlands een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde tot studiesucces is. ‘Academische taal’ behelst in deze definitie meer dan spelling en grammatica: ook tekstinzicht en woordenschat zijn essentieel in de nieuwe context van het hoger onderwijs.

©VANIN
De onderzoekers lieten eerstejaars van verschillende universiteitsrichtingen een taalvaardigheidstest maken en legden de resultaten van die test vervolgens naast de examenresultaten van de studenten. Daaruit bleek dat wie niet goed scoort op de taalvaardigheidstest, zo goed als altijd ook slechtere examenresultaten behaalt. Taalvaardigheid is dus een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Toch betekent dat niet dat je automatisch slaagt als je goed bent in (academische) taal: andere factoren, zoals goed studeren, tellen uiteraard ook mee. Taal is dus niet de enige voorwaarde voor studiesucces.
Aan de verschillende Vlaamse universiteiten en hogescholen bestaan initiatieven om de academische taalvaardigheid van studenten te remediëren en zo de slaagcijfers op te krikken. Ook bieden ze voor abituriënten – zesdejaars op de secundaire school – online gratis oriëntatieen taaltesten aan die je taalniveau in kaart brengen en je tips aanreiken om je op het hoger onderwijs en op academische taal voor te bereiden.

Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit
steeds meer vensters op de wereld



Alicja Gescinska is schrijfster en filosofe verbonden aan de Universiteit van Buckingham. Ze is voorzitter van PEN Vlaanderen en VUB Fellow.
Hervormingsplannen in het universitair onderwijs zorgen voor onrust bij taalminnend Nederland. De opleidingen Nederlands, Duits en Frans zijn in een vicieuze cirkel beland. Alsmaar minder studenten kiezen voor een taalopleiding. Daardoor zijn er te weinig leerkrachten in de scholen. En daardoor kiezen wederom minder jongeren later voor een universitaire taalopleiding. Een nieuw voorstel ligt nu op tafel om nog slechts landelijke bachelors aan te bieden voor ‘kleine talen’ (!) als Duits en Frans. Individuele opleidingen aan de afzonderlijke Nederlandse universiteiten worden ‘niet bijzonder doelmatig en op termijn onhoudbaar’ geacht.

Volgens hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis Lotte Jensen heeft men aan de universiteiten een Engelstalig universum gecreëerd dat geen ruimte meer laat voor andere talen. Vanuit mijn eigen ervaring kan ik dat alleen maar bevestigen én betreuren.
De versmachtende dominantie van het Engels heeft tot een intellectuele en geestelijke verarming geleid. In mijn eigen discipline – de filosofie – is dat heel merkbaar. De kwaliteit van een academisch filosoof wordt bepaald door zijn publicaties in peerreviewed tijdschriften van bepaalde rang. Die zijn overwegend Engelstalig en gericht op specifieke onderzoeksgebieden die aan de Angelsaksische universiteiten belangrijk worden geacht.
Dat weegt op de kwaliteit van het academische schrijven én denken. Het systeem benadeelt de nietEngelstalige academische tijdschriften en geschriften. En een opvallende tendens, die zeker niet bijdraagt tot de kwaliteit van het geleverde werk, is dat de academische studie van bijvoorbeeld Duitse filosofen door academici wier moedertaal Engels is, meer gewaardeerd wordt en belangrijker wordt geacht, ook al stelt de kennis van de Duitse taal van die academici niets voor.

Toen ik in de VS woonde, heb ik meermaals zelfverklaarde specialisten van Hegel en Schopenhauer ontmoet, wier Duits zo slecht was dat ze niet eens een biertje zouden kunnen bestellen tijdens de oktoberfeesten in München. Het is wrang, maar zo is de werkelijkheid: als je een internationaal gerenommeerd expert van Nietzsche of Kant wilt worden, heb je vandaag meer baat bij het perfectioneren van je Engels dan bij het leren van de Duitse taal.
Culturele verarming

Over heel Europa zijn de voorbije jaren faculteiten en departementen in taal en cultuur gesloten. De universitaire opleidingen Duits en Frans lijken hetzelfde lot beschoren als bijvoorbeeld de studies
Oost-Europese talen en culturen. Het gevolg is een culturele en intellectuele verarming zonder weerga
Met het verlies van de talenstudie gaat immers veel meer verloren dan enkel talenkennis. De studie van talen werd ooit gestimuleerd als integraal onderdeel van de studie van de mens. Filologie was een van de funderende disciplines van de menswetenschappen. Dat lijken we vergeten te zijn, of we lijken er niet meer om te geven. De menswetenschappen zijn gegroeid uit de Duitse filologiedepartementen en -faculteiten. De menswetenschappen kwamen tot bloei tijdens de verlichting, dankzij het besef dat woorden waardevol zijn, dat vreemde talen schatten bevatten en inzicht verschaffen in de mens en het leven. Betere kennis van talen is een voorwaarde voor een betere kennis van de mens en onze condition humaine
©VANIN

De ontwikkelingen in de academische wereld zijn deel van een groter probleem: het hele geestelijke, culturele, intellectuele leven is gedomineerd door Engelstaligen. Een derderangsschrijver en -kunstenaar uit de VS of Engeland geniet disproportioneel veel meer erkenning dan een grootmeester van de ‘kleine talen’. Dat zie je in de populaire cultuur en hitlijsten evenzeer als in de schone letteren
De Nobelprijs Literatuur is deze eeuw al acht keer aan een Engelstalige schrijver toegekend en één keer zelfs aan een Engelstalige zanger.
De grote Frans-Amerikaanse cultuurfilosoof, essayist en polyglot George Steiner waarschuwde er in zijn essay De idee Europa (2004) voor dat er in de naoorlogse periode niets zo bedreigend en ondermijnend is geweest voor de Europese cultuur en identiteit als ‘Amerikanisering’ en de verstikkende aanwezigheid van de Angelsaksische cultuur op het wereldtoneel. Ook stelde Steiner dat elke taal die men kent een venster op de wereld is. Door de eenzijdige focus op het Engels dreigen we de horizon van onze geestelijke wereld alsmaar te vernauwen; verenging door verengelsing. Wie snoeit in het taalonderwijs, sluit steeds meer vensters op de wereld.
Bron: demorgen.be


1
Canonliteratuur: canon of kanon? ©VANIN
Je leert enkele werken uit de literaire canon kennen 1
Je denkt kritisch na over processen van canonisatie 2
Je onderzoekt en beoordeelt canonliteratuur met behulp van bronnen 3
INLEIDING
1 Scan de pagina en bekijk de lijst met vijftig namen van literaire teksten en hun auteurs.
Lees de namen en tel de volgende aantallen.
a auteursnamen waarvan je al hebt gehoord
b titels van literaire teksten waarvan je al hebt gehoord
c literaire teksten waarvan je minstens een fragment hebt gelezen








De vijftig literaire werken behoren tot de canon van de Nederlandstalige literatuur. Een commissie binnen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) heeft een lijst opgesteld met ‘essentiële’ literaire werken uit ons taalgebied.

2 Op basis van welke criteria zouden de opstellers van de lijst voor precies deze vijftig werken hebben gekozen? Bestudeer de canonlijst een tweede keer en duid hieronder de vier juiste criteria aan.
De werken zijn minstens 25 jaar geleden gepubliceerd.
De werken kenmerken zich door verkoopsucces: de werken worden, vaak al eeuwenlang, herdrukt en door nieuwe generaties gelezen.
Alle tekstgenres komen in aanmerking.
De auteurs van de werken zijn overleden.
Minstens 30% van de werken moet geschreven zijn door vrouwen.
De werken zijn in België, Nederland of Suriname geschreven.
De werken zijn oorspronkelijk in het Nederlands geschreven.
De werken zijn geschreven voor een volwassen lezerspubliek en behoren tot het proza, de poëzie of het theater.
3* Ga je akkoord met de criteria van de canoncommissie? Op basis van welke criteria zou jij een dergelijke lijst opstellen?
Onthouden
Een canon is een verzameling namen, gebeurtenissen en/of kunstwerken die een bepaald cultuurgebied als waardevol erkent.
• Zo’n canon kan impliciet zijn.
Erg veel mensen zijn het erover eens dat Freddie Mercury een van de belangrijkste artiesten van de afgelopen eeuw is. Op dezelfde manier behoren onder andere de Odyssee van Homerus, De Goddelijke Komedie van Dante of De Toverberg van Thomas Mann zonder discussie tot de canon van de wereldliteratuur.
• Een canon kan ook expliciet door een bepaalde groep geformuleerd worden in de vorm van een lijst.
In ons taalgebied nam de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in voor het eerst het initiatief om een lijst van + ‘essentiële werken’ op te stellen. Die lijst moet als leidraad en inspiratiebron dienen voor het onderwijs, de literaire en culturele wereld, en lezers in binnen- en buitenland. Geïnteresseerden vinden op de site bij de lijst heel wat teksten en audiovisueel materiaal bij de canonwerken. In besloot de commissie om de lijst een update te geven. Enkele titels werden geschrapt, andere werden toegevoegd.
Zowel de lancering als de update van de canon lokten discussie uit over de samenstelling ervan. Sommigen vinden de canon niet divers genoeg. De KANTL moedigt een debat over de dynamische canon uitdrukkelijk aan: er kunnen namelijk altijd kwaliteitsvolle, ‘vergeten’ werken zijn die de commissieleden over het hoofd hebben gezien. De canoncommissie reserveert daarom nog één oningevulde plaats voor een ‘blinde vlek’ die het publiek zelf mag invullen.
Een canon opstellen is dan ook per definitie een proces van discussie en debat. Canonisering, zowel impliciet als expliciet, is nooit neutraal: we redeneren immers altijd vanuit ons eigen culturele waardenkader dat voorkeuren, vooroordelen en blinde vlekken bevat.
©VANIN
4 Processen van canonisering vinden niet alleen plaats in de literatuur. Ook in andere culturele domeinen kun je van een ‘canon’ of van canonieke werken spreken. Kies een kunstvorm uit en stel een ‘canon’ van minstens tien namen/kunstwerken op.
Kies uit: schilderkunst – popmuziek – klassieke muziek – strips – films – series.
DIVERSITEIT IN DE CANON
1 Lees de titel, de eerste alinea en de tussentitels van het pleidooi voor diversiteit op p. 27. Wat is op basis daarvan de belangrijkste stelling van de auteurs van deze tekst?
2* Bekijk nogmaals de canonlijst op p. 24. Vind je de lijst divers? Waarom wel/niet? En vind je dat belangrijk?
3 Lees nu de tekst volledig en beantwoord de vragen achteraf.
a Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
b Wat stellen de auteurs voor om de diversiteit van de leeslijsten te bevorderen? Noem drie concrete voorstellen.
c Welke voorgestelde oplossingen vind je goed? Zijn er voorstellen waarmee je niet akkoord gaat? Waarom?
PLEIDOOI DIVERSITEIT

De literaire canon heeft meer sokkels nodig
Het is bespottelijk dat witte mannen nog altijd de literatuurlijsten aanvoeren. De leden van het nieuwe schrijverscollectief Fixdit breken een lans voor meer vrouwen in onze literatuurgeschiedenissen, schoolboeken en canon.
Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke
Wie weet dat de eerste Nederlandse briefroman geschreven werd door twee vrouwen (Betje Wolff en Aagje Deken)? En dat de eerste Nederlandse historische roman op naam staat van een vrouw (Margaretha de Neufville)? Of dat het eerste literaire werk over vrouwelijke homoseksualiteit al in 1922 uitkwam (Edith Werkendam)?


©VANIN
In Vlaanderen leverden vrouwelijke auteurs eveneens vormelijk en inhoudelijk pionierswerk, ook recenter dan de dertiende eeuw, toen Hadewijch vanuit Zuid-Brabant haar stempel op de Europese literatuur drukte. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling leest, voelt ontzag voor haar durf, alleen al door de bijzondere keuze voor het perspectief van de verliezer. En wie zal ontkennen dat Patricia De Martelaere de Nederlandstalige essayistiek naar een hoger niveau heeft getild?
Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in de literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug. Want op een heel subtiele manier denken we allemaal dat vernieuwing hoort bij mannelijke auteurs en dus zijn literatuurgeschiedenissen vooral verhalen van witte, westerse mannen. Inmiddels is het wel duidelijk dat deze invalshoek achterhaald is. ‘Wie wil er nu nog testosteronproza lezen?’ vroeg Marja Pruis zich onlangs af in De Morgen. Uiteraard valt proza geschreven door mannelijke auteurs niet als een homogene massa onder die noemer, maar we weten wel meteen wat ze bedoelt. Wie is er nog uitsluitend geïnteresseerd in literatuur waarin vrouwen slechts stereotiepe rollen mogen vertolken (moeder, femme fatale, fragiele engel, hoer, bazig kreng) en witte mannen de fijn uitgewerkte, gelaagde, getroebleerde helden zijn?

Op scholen schieten veel meisjes (en jongens) bevreemd in de lach bij de zoveelste karikaturale tekening van vrouwelijke personages met hun rokjes-kontjes-tietjes of vrouwen louter in de gedaante van muze. Dat is een overweging waard wanneer we opnieuw, maar nu heel anders, naar de literatuurgeschiedenis en de canon kijken.
Vrouwelijke auteurs zijn vaak vernieuwers, maar in literatuurgeschiedenissen zie je daar nauwelijks iets van terug
Jongeren groeien op met een grote diversiteit aan hoofdpersonages in boeken. In de jeugdliteratuur wemelt het van de meisjes, en ook kinderen met een migratieachtergrond zijn steeds vaker hoofdpersoon. Het onderzoek van Jeroen Dera naar de leesvoorkeuren van middelbare scholieren in Nederland toont aan dat scholieren liever boeken van vrouwen lezen dan van mannen. Hij liet met cijfers zien dat jongeren nood hebben aan andere leeslijsten, omdat vrouwelijke auteurs en schrijvers met een niet-westerse achtergrond zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Hoe kan het dan dat uit het weelderig, veelbloemig veld in een hedendaags schoolboek over onze literatuur (vanaf 1990) maar één vrouw wordt geplukt en één schrijver met een niet-westerse achtergrond? Zo zal opnieuw een hele generatie van potentieel gretige en geïnteresseerde jonge lezers grootgebracht worden met een verdraaid beeld dat aan alle kanten tekortschiet.
Niet óf, maar óók

Moeten dan alle goede schrijvers uit de canon gekieperd worden, vragen sommige verontwaardigde critici zich af. Nee hoor, dat hoeft niet, het gaat erom de canon aan te vullen. Het is een kwestie van er eens flink wat sokkels bij te zetten. Schuif ze ertussen en laat het lamplicht op hen vallen. Het is niet alleen Reve, Mulisch, Hermans, Boon en Claus, het is óók Haasse, Blaman, Roemer, Loveling en De Martelaere. Het is Hooft, Vondel, Brederode én de Brugse Petronella Keysers, Tesselschade, Van Schurman.

Structurele verandering in de literatuurgeschiedenis, waardering en aandacht voor andere schrijvers dan de bekende namen, vraagt om een andere manier van kijken, om oprechte nieuwsgierigheid. Met een brede blik doe je meer recht aan de werkelijkheid en de verbeelding.


Dat begint met het bestuderen van de blinde vlek. Je rekenschap geven van de pleister die voor het oog zit en vervolgens die pleister eraf durven te trekken. Is het ‘puur toeval’ als je enkel witte, mannelijke auteurs als favoriete schrijvers noemt? Wij denken van niet. Literaire kwaliteit is geen objectief gegeven; het is het resultaat van wat je hebt gelezen en dat is de eenzijdige literaire canon waarmee wij zijn opgevoed. Via onverbiddelijke computeranalyses toonde Corina Koolen in haar onderzoek aan dat lezers minder onder de indruk zijn als ze weten dat een boek door een vrouw is geschreven.
Kijken we opnieuw, maar nu zónder vooringenomenheid, naar de literatuur uit heden en verleden, dan krijgen we vanzelf zin in nieuwe standbeelden en nieuwe literatuurgeschiedenissen.
vooruitgaat wanneer jongeren iets terugzien van hun eigen achtergrond en leefwereld. Juist als je jong bent, snak je naar ervaringen die verbonden zijn met jezelf en die tegelijkertijd je horizon verbreden. Die nieuwe gedachten doen opborrelen of je juist sterken in opvattingen die je nog niet durfde uit te spreken. Die je meevoeren in een wereld die mogelijk is of op een fysiek veilige manier blootstellen aan een wereld om juist ver vandaan te blijven.
Gelijke verdeling
Docenten op middelbare scholen, kijk daarom nog eens kritisch naar wat u uw leerlingen aanbeveelt voor hun leeslijst. Wat zou er gebeuren als u eens vijftig procent vrouwelijke auteurs zou promoten? Waarom niet? De helft van de professionele schrijvers is volgens Koolens onderzoek immers vrouw. De lijsten zullen er niet spontaan van vlamvatten.

Noem de schrijfsters
Canoniseren begint met noemen en opnieuw noemen. Dus wie een stuk schrijft, noem schrijfsters. Schep er eer in om vrouwen van welke komaf dan ook te noemen in de literatuur. Weef hen de geschiedenis in, ontdoe ze van hun eenzaamheid.

©VANIN
We kunnen wel blijven hangen in verwondering over het ontbreken van inclusievere lijsten, maar het is zo makkelijk: zet die namen erop! Het is niet dat de boeken er niet zijn. Maak de lijsten langer. Zoek suggesties bij elkaar, stimuleer de leerlingen om breed uitwaaierende leeslijsten op te stellen.
Of nog beter, lees eens een half jaar enkel literatuur van anderen dan witte mannen, zoals Pepijn Lanen, schrijver en zanger van De Jeugd van Tegenwoordig zich verfrissend heeft voorgenomen. Geen gek idee. Wij zijn met dat voornemen alvast een leesclub begonnen.

Veel te weinig horen we schrijvers, man of vrouw, vertellen door welke vrouwelijke auteurs ze zijn beïnvloed of welke niet-westerse auteurs ze bewonderen. Deze namen noemen, er een sport van maken op ze te letten, legt de lijnen bloot die nu verborgen blijven. Het hoeft niet met schel trompetgeschal, als je maar beide ogen openhoudt.
De schrijvers van schoolboeken zouden dat eveneens mogen doen, opdat zij boeken schrijven die een afspiegeling zijn van de diversiteit van onze wereld. Voeg supplementen toe waar nu hiaten zitten. Reken maar dat de leesvaardigheid

Door #MeToo en Black Lives Matter is prangend duidelijk geworden hoe ongelijke machtsverhoudingen, vooroordelen en veelal onbewuste discriminatie onze levens nog altijd in de tang hebben. We kunnen de wereld niet in één keer veranderen, maar we kunnen wel een andere blik werpen op de stapels en rijen als we weer door de boekhandel en de bibliotheek wandelen. We kunnen een andere gevoeligheid ontwikkelen als we een boek openslaan, ons laten verrassen. De tijd is er rijp voor. Laten we ons rijkere zelf zijn.
Fleur Speet, Jannah Loontjens, Manon Uphoff en Annelies Verbeke zijn lid van het schrijverscollectief Fixdit, dat zich inspant voor meer diversiteit in de canon en het literaire veld.

Naar: standaard.be

SPREKEN: CANON OF KANON?
Per twee krijg je elk één canonwerk toegewezen. Hoort het werk volgens jou thuis in de canon of vuur je het liever af met een kanon? Ga op onderzoek!
• Waarover gaat het werk?
• In welke context is het geschreven?
• Hoort het werk volgens jou absoluut wel of helemaal niet in de canon? Waarom? Geef voor je oordeel drie goede argumenten.
Gebruik minstens drie verschillende bronnen: je vindt de nodige informatie op de achterflap van het boek, op de website literairecanon.be, op blogs, in online databanken of in (online) artikels uit literaire bijlagen van kranten.
1 Maak een korte presentatie waarin je de argumenten voorstelt.
©VANIN
Radiozender Klara en de KANTL sloegen de handen in elkaar om een podcastreeks te maken over de vijftig canonwerken. Elk werk wordt uitgelicht en uitgelegd door een bewonderaar. Onder die bewonderaars vinden we literatuurwetenschappers, maar ook auteurs als Joke van Leeuwen, David Van Reybrouck en Maud Vanhauwaert, en acteurs als Lucas Van den Eynde.
Jaarlijks worden er wereldwijd duizenden boeken uitgegeven, sommige daarvan groeien uit tot ware klassiekers en worden zo deel van het cultureel erfgoed. Andere verdwijnen stilletjes uit het collectief geheugen. De leden van de Canon van de Nederlandstalige Literatuur stelden een dynamische lijst samen van titels en auteurs uit Vlaanderen en Nederland die ons literair verleden kunnen vertegenwoordigen.
2 Speel de quiz en leer spelenderwijs de Literaire Canon van de Nederlandstalige Literatuur kennen. Scherp jullie leesstrategieën aan, verdeel de taken, probeer zo veel mogelijk antwoorden te vinden en … verzamel veel punten!
3 Is je kennis over literatuur na deze les helemaal op peil? Speel samen De slimste schrijver en ontdek voor wie de Nederlandse en Vlaamse literatuur geen geheimen heeft.










Evaluatiematrix – Spreken: canon of kanon?
inhoud (groep)
De informatie over het canonwerk is goed geselecteerd en erg interessant. Jullie wakkeren de interesse voor het canonwerk bij de luisteraars aan.
Jullie stellen op een erg overtuigende en geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.
vorm (individueel)
Je spreekt verzorgd, d.w.z. let op standaardtaal, vermijdt dialectklanken en kiest woorden die aangepast zijn aan de spreeksituatie.
Je hanteert bewust een publieksgerichte lichaamstaal die de boodschap ondersteunt.
Aanvullende commentaar:
Jullie selecteren interessante en relevante informatie over het canonwerk.
Jullie stellen op een geloofwaardige manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor.
Je spreekt meestal verzorgd, maar er kunnen fouten tegen de standaardtaal en het taalregister voorkomen.
Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap meestal.
Jullie selecteren te veel of te weinig interessante en relevante informatie over het canonwerk. Focus en inzicht ontbreken.
Jullie slagen er niet in om op een overtuigende manier jullie argumenten voor of tegen canonisatie voor te stellen.
©VANIN
Je spreekt niet voldoende verzorgd en/of het taalregister is niet aangepast aan de presentatie.
Je lichaamstaal ondersteunt de boodschap niet voldoende of leidt af.
Literatuursuggesties 1
Op onderstaande tijdlijn vind je negen klassiekers uit de Nederlandstalige literatuur. Sommige werken vind je ook terug in de canonlijst, andere gelden als moderne klassiekers en maken veel kans om ooit gecanoniseerd te worden (zie Les 3). Ook de auteurs van deze boeken zul je tegenkomen in overzichtswerken, bij literaire prijzen en in bloemlezingen.
Neem de beschrijvingen door, kijk welke auteurs je kent en ga na welke boeken bij jou passen.



LUISTERFRAGMENTEN
©VANIN




HET DWAALLICHT
Willem Elsschot
novelle (1946)
Burgerman Frans Laarmans doorbreekt even de miezerige sleur van het dagelijkse leven en stort zich in het avontuur. Op een druilerige novemberavond wordt hij aangeklampt door drie Afghaanse matrozen. Samen dwaalt het viertal door het Antwerpse havenkwartier op zoek naar de mysterieuze Maria Van Dam. Wie neemt wie op sleeptouw? Wie helpt wie?





MIJN KLEINE OORLOG
Louis Paul Boon
oorlogsroman, psychologische roman (1947)
Weinig boeken over de Tweede Wereldoorlog zijn zo aangrijpend als Mijn kleine oorlog. Het is een aaneenschakeling van beklijvende beelden, schrijnende geschiedenissen en ogenschijnlijk banale scènes en het dompelt de lezer onder in een sfeer van vunzigheid, geweld en dreigende ondergang.
©VANIN





NOOIT MEER SLAPEN
Willem Frederik Hermans
roman, avonturenverhaal (1966)
Nooit meer slapen is het verhaal van de jonge Nederlandse geoloog Alfred Issendorf, die in het barre, moerassige noorden van Noorwegen onderzoek wil verrichten om de hypothese van zijn leermeester en promotor te staven. Issendorf is ambitieus: hij koestert de hoop dat hem op deze reis iets groots zal overkomen, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit verbonden zal worden. Die ambitie hangt samen met het verlangen om het werk van zijn vader, die door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven kwam, te voltooien. Maar ook op Alfreds expeditie lijkt een vloek te rusten …





DE AANSLAG
Harry Mulisch
oorlogsroman, psychologische roman (1982)


Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen en even later ligt Ploeg dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.





HERSENSCHIMMEN
J. Bernlef roman (1984)
Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk en ziet zijn echtgenote voor een vreemde aan. ‘Achter me in de deuropening staat een vrouw. Haar bruine haar valt met een lok schuin naar rechts over haar voorhoofd. [...] Ze houdt me in de gaten.’
Meer nog dan een verhaal over dementie is Hersenschimmen een liefdesgeschiedenis, met een onvermijdelijk tragisch einde.





DE WETTEN
Connie Palmen
liefdesverhaal (1991)
Wat zijn de regels en wetten van het leven? Filosofiestudente Marie Deniet is naarstig op zoek naar het antwoord. Ze is ervan overtuigd dat ze dat bij het mannelijke geslacht kan vinden, want volgens haar hebben zij de wetten gemaakt. Marie leert zeven jaar lang ieder jaar een andere man kennen. Een astroloog, een epilepticus, een priester, een filosoof, een fysicus, een kunstenaar en een psychiater. De mannen zijn onderling heel verschillend, maar Marie ziet de overeenkomst: zij kunnen haar vragen beantwoorden.
©VANIN





KARTONNEN DOZEN
Tom Lanoye
(autobiografische) roman (1991)
Lanoye legt de verslavingen en de valstrikken bloot van de grote, alles verterende jeugdliefde die iedereen kent uit ervaring. Maar hij schildert ook zijn eigen afkomst en opvoeding: de slagerswinkel van zijn vader, de vier vrouwen die hem hebben opgevoed, de bejaarde priester-dichter die een inspirerende leraar Nederlands blijkt te zijn en de stripverhalen waaraan hij zijn ogen kapot leest.
Zo legt hij niet alleen zijn jeugd vast, maar graaft hij ook de bronnen op van zijn schrijverschap, zijn voorliefde voor het theater en zijn eeuwige zoektocht naar schoonheid, liefde en literatuur.






HET GEHEIM
Anna Enquist
psychologische roman (1997)
Wanneer Bouw Kraggenburg erachter komt dat zijn ex-vrouw Wanda Wiericke, een pianiste, zich in de Pyreneeën heeft teruggetrokken, maakt hij een omweg naar San Sebastián langs de vrouw die haar muzikale ambities ooit zwaarder liet wegen dan hun huwelijk. Er komen geheimen uit Wanda’s verleden aan het licht die tientallen jaren verborgen waren gebleven. Geheimen zo tragisch dat alleen muziek nog troost kan bieden.
Het geheim is een meesterlijke roman over de onzegbare kracht van muziek en de ontoereikendheid van de taal, over menselijk tekort en groot verdriet.




HET HOUT
Jeroen Brouwers
psychologische roman (2014)
In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat in het zuidoosten van Nederland vinden in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. Met de komst van broeder Mansuetus, bijgenaamd ‘ever’, neemt de kloosterterreur groteske, maar ook gevaarlijke vormen aan. Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig? Is het lafheid?

Je herkent de kenmerken van een column 1
Je diept enkele typische stijlelementen van de column uit
WAT IS EEN COLUMN?
Algemene kenmerken van het genre
1* Bekijk de afbeelding en beantwoord volgende vragen.
a Verwacht je een subjectieve of net een objectieve tekst?
b Voorspel drie elementen (argumenten, situaties, emoties) die Aya Sabi aan bod zal laten komen.
c Wat verwacht je van de schrijfstijl van deze tekst?
3
Je let bewust op je uitspraak, tempo, pauzes en intonatie bij het inlezen van je gesproken column 4
Je past de theorie toe in een creatieve schrijfen spreekopdracht
©VANIN





Lees vervolgens de tekst Het Nederlands is andermans bezit, ik heb de taal in bruikleen in de Trajectwijzer op p. 47.
2 Wat wil de auteur bereiken met deze tekst?
3* Zoek twee passages in de tekst waar Aya Sabi duidelijk haar emoties laat doorschemeren.
4 Pas de de nitie van de column die je in de Trajectwijzer vindt toe op deze tekst. Verwijs bij elk kenmerk naar het fragment.
Stijlelementen van de column uitdiepen
Op p. 36 staat een column van Stijn Meuris uit De Morgen
5* Lees de titel die Stijn Meuris aan zijn column gaf.
a Verwacht je een positief-waarderende, een neutrale of een negatief-kritische tekst?
b Beargumenteer je mening.
Lees nu de hele tekst aandachtig door.
6 In een column wil de auteur zijn emoties overbrengen en de lezer raken.
a Markeer het woord dat dit aanduidt in de volgende zinnen.
1 Non-Fungible Tokens zijn al maandenlang the next big thing in patserland.
2 Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.
b* Deed je een correcte voorspelling in opdracht 5 of moest je je mening bijstellen?
7 Welke soort humor vind je terug in de volgende zin?
Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept, en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit.
8 Een column gebruikt vaak een aantal stijl guren. Benoem de stijl guren in de volgende voorbeelden.
a Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere.
b Lang verhaal kort.
©VANIN
c Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.
d Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.
onthouden
Een column is een heel persoonlijke tekst waarin de auteur gebruikmaakt van stijlfiguren en humor om een boodschap duidelijk en met emotie naar de lezers te brengen.
Koop eens de gedachte aan de jas van John Lennon
Stijn Meuris is muzikant. In De mening geven gastschrijvers een week lang hun visie op een actueel thema.
Ik moet nog ergens een kladje hebben liggen waarop de eerste zinnetjes van oude Noordkaap-songs gekribbeld staan, nog net leesbaar onder een wazige biervlek van begin jaren negentig. Vast wel, als ik goed zoek. Ik ga heel erg rijk worden. Toch?


Dat is zo’n beetje samengevat de manier waarop het hele NFT-gebeuren verloopt. Non-Fungible Tokens zijn al maanden the next big thing in patserland, waarbij het vooral zaak is een zogenaamd unieke, exclusieve afbeelding waarvan u de rechten bezit te verkopen aan iemand die daar a) geen verstand van heeft, b) daar wel veel geld voor over heeft en c) – niet onbelangrijk in de berekening – daar geweldig mee wil stoefen in zijn vriendenkring. Dus snoeven over ‘iets’ dat hij heeft gekocht, niet fysiek in zijn bezit heeft, maar waaraan hij wel een klein fortuin gespendeerd heeft.
Geloof me, ik lees álle artikelen over NFT’s en val van de ene verbazing in de andere. Ik zal niet de enige zijn. Mijn conclusie na het lezen van alweer een nieuw NFT-avontuur is doorgaans: ik ben een idioot, een neanderthaler. Een aap uit de vorige eeuw.

© mundissima
©VANIN
Dat van die apen is niet toevallig gekozen. Het hele NFT-ding is zowat afgetrapt doordat iemand een hele reeks Bored Apes had getekend, telkens net iets anders van uiterlijk en uitstraling, maar hoe dan ook plagiaat van de brutale apen die opduiken in clips van de Britse band Gorillaz en die door graficus Jamie Hewlett werden bedacht. Lang verhaal kort: die Bored Apes zijn nu overal. Er werden tienduizend stuks gefabriceerd, samen vormen ze de Bored Ape Yacht Club.
Je kunt dus anno 2022 geweldig rijk worden door pixels te kopen en weer te verkopen. Julian Lennon wil dan weer de oude jas van zijn vader John verkopen via een NFT-platform. Niet de jas zelf, maar een afbeelding van de jas. De ‘gedachte aan de jas van Lennon’, zeg maar.
Ik probeer te volgen, ik klamp aan, maar het lukt me niet. Mensen die er verstand van hebben, zeggen me dan dat ik het klassieke model van kopen en verkopen, van eigendom en producten, moet loslaten. Dat het zo niet langer werkt. En dat de digitale cijfers op je bankapp eigenlijk ook maar virtueel zijn en dat je hele leven – je welvaart, je status en je huis – in zekere zin gebaseerd is op niet-bestaande getallen. Die je desgewenst gewoon zou kunnen aanpassen. Een extra 0 achter een rekeningstand zetten maakt een wereld van verschil. Of vooruit, maak er twee extra nullen van, nu we toch bezig zijn. Probeer te wennen aan dat concept en het bestaan ziet er plotseling helemaal anders uit. Wankel vooral.
Vanavond ga ik dus in de kelder op zoek naar dat kladje van een songtekst. Ik open een account op een van de talrijke NFT-platformen (eentje in Nederland maakt reclame met de woorden ‘Je moet er niks van kennen en er is geen product!’) en ik ga aan de slag. Tot nooit meer. Of tot morgen, indien het toch zou tegenvallen.
Bron: De Standaard
EEN BIJZONDER GENRE: DE GESPROKEN COLUMN
Je beluistert nu de column van Johan Terryn. Je vindt ook een transcriptie van de column op p. 38. onderweg
Johan Terryn brak als improvisator door in het legendarische tv-programma Onvoorziene omstandigheden van Mark Uytterhoeven. Sindsdien maakt en presenteert hij heel wat radio- en tv-programma’s voor de openbare en commerciële omroepen.
Daarnaast is hij ook acteur: gastrollen in films en tv-reeksen, maar ook in theatervoorstellingen. De laatste jaren trekt hij zelfs rond met solovoorstellingen, telkens gebaseerd op een eigen podcastreeks. Al die bagage zet hij ten slotte ook in als media- en sprekerscoach.


©VANIN
1 Je herhaalt hier kort de kenmerken van de column en gaat gericht op zoek naar voorbeelden in de transcriptie.
a Toon aan dat Johan Terryn op een persoonlijke manier zijn visie over een onderwerp uit de actualiteit geeft.
b Een column bevat stijlfiguren. Markeer een voorbeeld van een hyperbool in deze tekst.
c Deze tekst bevat ironie en woordspelingen als voorbeelden van humor. Geef telkens één voorbeeld.
2 Johan Terryn beschrijft zijn eigen emotie.
a* Herken je het gevoel dat hij beschrijft?
b Hoe typeert hij de Vlamingen?
3 Audio-columns komen geregeld voor op radiostations. Zeker op Radio 1 is dit een veelgebruikt genre.
a In welk type programma verwacht je dit fragment?
b* Wat vind je van de manier waarop de column ingelezen is?
c* Zijn er dingen die jij anders zou doen?
d Som voor jezelf drie aandachtspunten op bij het inlezen van een column.

Beste luisteraar,
Nu de voetbalgekte weer even in het land is, of beter in het continent, drijf ik weer even mee op de rodeduivelsflow die hopelijk zal eindigen op de Grote Markt in Brussel. Maar dat is ver vooruit kijken. Ondertussen is er weer een voetbalsupporter in mij wakker die maar om de twee jaar ontwaakt.
Tussendoor interesseert voetbal mij namelijk geen fluit.
Ik herinner mij nog exact het moment dat ik besloot te stoppen met het Belgisch voetbal te volgen. Ik zat in de lagere school toen ik vaststelde dat al mijn klasgenootjes een favoriete voetbalploeg hadden en ik besloot dat het voor mezelf dringend tijd was om ook een geliefde club uit te kiezen. Mijn oudere broer supporterde al voor Berchem Sport, het dichtst bij huis gelegen stadion, ikzelf wierp een blik op het klassement en koos voor de ploeg die op dat moment aan de leiding stond. Dat leek mij de beste keuze, degene die mij de minste ontgoochelingen ging opleveren. Het werd Club Brugge. Een tijd lang las ik de sportpagina’s in de krant om mijn clubgevoel aan te dikken met weetjes over al die blauwzwarte sjotters. Dat ze Jan Ceulemans de Caje noemden en dat Leo Van der Elst de plezantste was, herinner ik me nog.


Supporteren voor een ploeg die in een andere stad gelegen was, was niet evident. Je bleef het allemaal een beetje op afstand beleven als kind. Bovendien voelde het soms aan als verraad in een stad waar toen nog drie clubs eersteklassevoetbal speelden. Dat kon mijn broer me wel eens aanwrijven.
Maar op een dag was het zover. Ik had zo veel tijdens Sportweekend in mijn vaders oor staan juichen dat hij me meenam naar ‘den Antwerp’ toen Club Brugge op bezoek kwam. Het was putje winter in de Bosuil en mijn vingers vroren eraf. Halverwege de match zat Jan Ceulemans net even rustig zijn veters te knopen midden op het veld toen hij de bal hard kreeg toegespeeld en die tegen zijn onderrug knalde. De Caje viel lomp omver en de tegenstander uit mijn eigen stad nam zo op lullige wijze de wedstrijd in handen. Ik stond in het supportersvak van Antwerp en kon op gevaar van eigen leven niet eens luidop mijn ontgoocheling uitroepen. Meer nog, de Caje, mijn held uit de krant, werd er uitgelachen. Club Brugge verloor en precies dat is het moment dat ik gestopt ben met voetbal te volgen. Een groot clubsupporter ging er niet aan mij verloren.
Maar het EK of het WK, dat kijk ik dus wel. Geen haar op mijn hoofd dat dan nog zou verzinnen om voor Oranje of Les Bleus te juichen. Laat die maar hun veters knopen tijdens de match. Anders dan toen kies ik nu wél gewoon voor de dichtstbijzijnde ploeg. Een ploeg die nu net zoals toen ook de ranglijst aanvoert. Uiteindelijk krijgen we op dit kleine lapje grond ook maar een maand om de twee jaar de kans om ons als hardwerkende Vlaming complexloos Belg te mogen voelen zonder daar verder over te moeten nadenken. Daar hoort een vlag bij en een volkslied waar niemand de tekst van kent. Heerlijk.



©VANIN
ZELF EEN COLUMN MAKEN
De meeste mensen posten af en toe hun mening en emotionele reacties op sociale media. Voor deze opdracht deel je ook je mening of een emotionele reactie, maar je gebruikt daarvoor het genre van de column.
Voorbereiden
1 Kies een onderwerp dat je raakt.
• Reageer je op iets uit de actualiteit of uit je eigen leefwereld?
• Heeft iets je verbaasd, ontroerd of boos gemaakt?
Enkele suggesties voor onderwerpen:


©VANIN

• de te softe of net te harde aanpak van jongeren op school, in de jeugdvereniging, sportclub
• de te hoge verwachtingen over jongeren
• het onverantwoorde drank- en rijgedrag in Vlaanderen
• de eenzijdige berichtgeving over buitenlandse problemen
Ambrassade, een organisatie die zich inzet voor sterk jeugdwerk, kwaliteitsvolle jeugdinformatie en stevig jeugdbeleid, zocht uit welke thema’s kinderen en jongeren belangrijk vinden:
• goed in je vel: meer info en hulp voor mentale gezondheid
• mobiliteit: vlot, betaalbaar openbaar vervoer, veilig fietsen en wandelen
• klimaat: meer actie tegen klimaatverandering
• armoede: minder (kans)armoede, voldoende geld en meer ondersteuning
• cultuur en identiteit: meer respect voor ieders cultuur, geloof, waarden en normen
• gelijke kansen: gelijke kansen, ongeacht leeftijd, gender, geaardheid en afkomst; geen discriminatie Bron: ambrassade.be
Plannen
2 Formuleer voor jezelf wat je precies aan bod wilt laten komen.
a Welke deelaspecten wil je behandelen?
b Wat zijn heel concrete onderdelen die jou raken?
c Welke emotie voel je bij elk onderdeel?
3 Verzamel gegevens (feiten, citaten, argumenten) die jouw mening kracht bijzetten.
Schrijven
4 Breng de gegevens die je tot hier toe verzamelde nu samen in een geheel. Focus in deze fase vooral op de inhoud.
a Zorg dat de lezer een duidelijk beeld krijgt van je emotie. Geef voorbeelden en probeer het gevoel naar de lezer te brengen.
b De lezer moet bij de start een duidelijke aanleiding in je tekst terugvinden. Maak duidelijk wat jou raakt, ontroert of boos maakt.
c Denk na over een krachtige afsluiter.
Reflecteren
5 Lees de evaluatiecriteria bij ‘persoonlijkheid’ en ‘correctheid’ op p. en herschrijf je column waar nodig.
Herschrijven
De voorbeelden die in deze les aan bod kwamen, kunnen je inspireren. Koppel tijdens het schrijven terug aan de kenmerken van de column op p. 47 van de Trajectwijzer Zo weet je of je resultaat de goede richting uitgaat.
©VANIN
6 Je zag dat een column meer is dan een mening. Het eindresultaat moet plezierig zijn om te lezen. In deze stap focus je op de schrijfstijl van de column. Voeg volgende elementen aan je tekst toe:
a stijlfiguren (herhaling, hyperbool …)
b beeldend taalgebruik (vergelijking, gekleurd taalgebruik, uitdrukkingen …)
c humoristische elementen (ironie, woordspelingen …)
7 Lees je column na en beoordeel het eindresultaat aan de hand van de evaluatiematrix.
Spreken
8 Lees je tekst hardop en neem die op.
9 Beluister je opname en beoordeel die met behulp van de evaluatiecriteria bij ‘presentatie’.
a Maak aantekeningen waarmee je rekening moet houden bij het opnieuw inlezen van je column.
b Vraag eventueel een beoordeling of advies van een medeleerling.
c Neem het opnieuw op en beoordeel het opnieuw.



GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE persoonlijkheid
De ‘ik’ komt voldoende aan bod, je neemt een eigen standpunt in over het thema.
De lezer is ontroerd of herziet zijn mening na het lezen van je column.
correctheid
De column is niet langer dan een A4.
De spelling en zinsbouw zijn vlekkeloos.
Je tekst bevat (nagenoeg) alle kenmerken van een column:
- Je formuleringen zijn beknopt.
-Je gebruikt beelden en/of gelijkenissen.
-Je stelt zaken soms overdreven voor.
-Je maakt een ironische of sarcastische bedenking.
presentatie
Je leest met aandacht voor:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden zijn een meerwaarde voor je presentatie en sluiten goed aan bij het thema.
Aanvullende commentaar:
De ‘ik’ mag/kan nog meer naar voor komen. Neem nog meer een eigen standpunt in.
De lezer glimlacht omdat hij het gevoel/idee herkent.
Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: een gesproken column ©VANIN
De ‘ik’ ontbreekt helemaal. Jouw standpunt is niet duidelijk.
De lezer weet niet wat je precies bedoelt.
De column is iets te kort/lang.De column is veel te kort/lang.
Hier en daar maak je nog een kleine fout tegen spelling of zinsbouw.
Je tekst is een column, maar sommige kenmerken ontbreken.
Er zijn te veel storende schrijffouten.
(Bijna) alle kenmerken van een column ontbreken.
Je moet meer aandacht besteden aan:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden zijn soms een meerwaarde voor je presentatie en sluiten soms aan bij het thema.
Je besteedt helemaal geen aandacht aan:
- standaardtaal
- uitspraak
- intonatie
- tempo - pauzes
De muziek/geluiden leiden af en sluiten niet aan bij het thema.
Je kent de belangrijkste feiten over het Grieks theater en de evolutie ervan 1
Het klassiek theater ©VANIN
Je kunt de thematische relevantie van klassieke tragedies voor onze tijd verwoorden
4 Je kunt de typische kenmerken van een Griekse tragedie herkennen en benoemen 2
Je ziet de relevantie van adaptaties van klassieke tragedies in 3
WAT WEET JE AL?
Je leerkracht checkt even wat je al weet over het theater in de Griekse en Romeinse tijd.
HET ONTSTAAN VAN HET THEATER
Neem de tekst over het klassiek theater in de Trajectwijzer door. Beantwoord daarna met een medeleerling deze vragen zonder naar de tekst te kijken.
1 Welke god lag aan de basis van het theater?
2 Hoe verschilt het klassiek theater ter ere van deze god van hedendaags toneel?
3 In welke eeuw bloeide het Grieks theater?
4 Welke stad organiseerde theaterfestivals?
5 Wie waren de drie belangrijkste auteurs?
a Noteer ze in chronologische volgorde.
b Wat gebruikt die derde auteur in zijn opvoeringen?
6 Vertel, met behulp van bovenstaande afbeeldingen, waarover de tragedies vaak gingen.
7 Bekijk de afbeelding van een Grieks theater in de Trajectwijzer op p. 236.
a Hoe noem je zo’n openluchttheater?
b Welke vorm heeft het?
c Waar zat het publiek?
8 Bekijk de afbeelding van de maskers in de Trajectwijzer op p. 236. Waarom hadden de maskers een bepaalde vorm en expressie?
DE WETTEN VAN ARISTOTELES EN DE TRAGEDIE VAN OEDIPUS
Voor het kijken
1* Wat weet je al over Oedipus?
Bekijk de trailer van de tragedie Oedipus van het Internationaal Theater Amsterdam.
Na het kijken
2 Waarover gaat het fragment?
3 Wat vond je van dit fragment? Omschrijf je ervaring met twee bijvoeglijke naamwoorden.
4 Dit stuk is een bewerking van een klassieke tragedie van Sophocles. Welke elementen kwamen volgens jou ook al aan bod in het originele verhaal?
Ro Theater brengt een andere bewerking van hetzelfde stuk.
5 Welke bijkomende informatie over de inhoud krijg je?
6 Welke structuuronderdelen van de klassieke tragedie volgens Aristoteles duiken hier op? Gebruik de theorie uit de Trajectwijzer om je antwoorden te formuleren.
7 Ook de belangrijke wet van de drie eenheden vind je hier terug. Toon aan.
Verdieping: dieper ingaan op het verhaal van Oedipus
Je kreeg al heel wat informatie over het verhaal achter het drama van Oedipus. In dit deel ga je dieper in op wat hem dreef en waarom hij handelde zoals hij deed.
8 Lees de tekst op p. 46-47 en markeer die zaken die je kunnen helpen om uit te leggen wie volgens jou schuld treft: de ouders, de herder, de goden of Oedipus zelf.
9* Wie treft de schuld en waarom? Maak gebruik van onderstaand fragment uit het Belgisch strafrecht om je mening te onderbouwen.

Doden met het oogmerk om te doden noemt men doodslag. Wie zich schuldig maakt aan doodslag kan zich aan een gevangenisstraf tussen de twintig en dertig jaar verwachten. Als de doodslag met voorbedachten rade gebeurt, spreekt men van moord. Aan moord hangt veelal een nog zwaardere, soms zelfs levenslange gevangenisstraf vast.
Er bestaan natuurlijk verzachtende omstandigheden. Zo kan de rechter rekening houden met een psychische stoornis van de dader, eventuele uitlokking, wettige zelfverdediging, enz.
Bron: www.omnirecht.be
©VANIN

10 Leg de term ‘deus ex machina’ uit aan de hand van dit verhaal.

Oedipus
Het verhaal van Oedipus gaat als volgt. In oude tijden heerst koning Laios over de stad Thebe. Hij is getrouwd met Iokaste, maar het huwelijk blijft lang kinderloos. In de hoop toch een nazaat te mogen verwekken, brengt koning Laios een bezoek aan het orakel van Delfi. Daar wordt hij niet erg op zijn gemak gesteld. Het orakel belooft hem wel een zoon, maar voegt daaraan toe dat de koning omgebracht zal worden door dat kind. Het is de vervulling van een vloek die een koning op de Peloponnesos ooit over koning Laios heeft uitgesproken, nadat die zijn zoon had ontvoerd.
Niet lang hierna baart koningin Iokaste inderdaad een zoon. Bang voor het onheil besluit het echtpaar de pezen van het kind door te snijden en hem vervolgens te vondeling te leggen in de bergen. De herder die het kind te vondeling moet leggen, krijgt echter medelijden met het kind en besluit hem over te dragen aan een bevriende herder die de kudden van Polybos, de koning van Korinthe, weidt.

Laios en Iokaste zijn ervan overtuigd dat het kind in de bergen door wilde dieren is verscheurd en denken zo verlost te zijn van de spreuk van het orakel. Om hun geweten te sussen, maken ze zichzelf wijs eigenlijk een goede daad te hebben gepleegd. Ze hebben het kind immers behoed voor een toekomst als vadermoordenaar.

De herder van Polybos neemt het kind mee naar zijn vrouw, die zich over hem ontfermt. Ze verbindt zijn doorgesneden pezen. Vanwege de akelige wonden noemen ze het kind Oedipus, wat ‘de gezwollen voet’ betekent. Na enige tijd besluit het echtpaar het kind naar het hof te brengen aangezien ze zelf te arm zijn om het groot te brengen. Daar wordt Oedipus liefdevol aangenomen door de kinderloze koning Polybos en diens vrouw Merope. Maar weinig mensen in het rijk weten dat Oedipus niet het echte kind van het koningspaar is en het kind groeit zo op als de rechtmatige zoon en erfgenaam van de koning.
©VANIN

Op een dag hoort Oedipus van een dronken man dat hij niet de echte zoon van koning Polybos is en reist hierop af naar het orakel van Delfi. Het orakel verschaft hem geen duidelijkheid over zijn ware afkomst, maar vertelt wel dat hij zijn vader zal doden en met zijn moeder zal trouwen. En dat uit dit huwelijk vervolgens verfoeilijke kinderen zullen worden geboren. Oedipus is wanhopig en wil zijn noodlot ontlopen. Hij ontvlucht Korinthe. Hij weet niet beter dan dat Polybos zijn echte vader is en wil hem niet doden.
Kort hierna komt Oedipus, die van plan is naar Boiotië te reizen, een paard met wagen tegen. De bestuurder duwt hem ruw aan de kant en Oedipus, nog hevig gefrustreerd door de spreuken van het orakel, is woedend. Als die oude man op de bok ook nog eens naar hem uithaalt met een stok, slaan bij Oedipus alle stoppen door. Als een wilde beukt hij op de oude man in, waardoor die van de wagen valt en overlijdt. Dat de man op de wagen in werkelijkheid zijn vader is, weet Oedipus niet. Maar het eerste deel van de voorspelling is al wel in vervulling gegaan. Oedipus heeft koning Laios gedood.
Oedipus en de sfinx

Thebe wordt in die tijd geteisterd door een gevleugelde sfinx, de dochter van de hellehond. De sfinx heeft zich bij de stadspoort van Thebe geposteerd en valt voorbij trekkende mensen lastig. Het geeft allerlei moeilijke raadsels op en wie het antwoord niet weet, wordt onmiddellijk door de sfinx gedood.


Na de dood van koning Laios zit koningin Iokaste met haar broer Kreon op de koningstroon van Thebe. In de hoop eindelijk van de terreur van de sfinx af te komen, bepalen zij dat degene die het wezen verslaat, mag trouwen met de koninklijke weduwe. In die tijd trekt Oedipus de stad juist binnen. Gezien de onrustbarende voorspelling die hij van het orakel heeft gekregen, hecht hij nog maar weinig waarde aan zijn leven en besluit hij in te gaan op het koninklijke aanbod. Zonder vrees bezoekt hij de sfinx die hem het volgende raadsel opgeeft:
‘Welk schepsel loopt ’s ochtends op vier benen, ’s middags op twee benen en ’s avonds op drie?’
Oedipus hoeft niet lang na te denken over de oplossing en antwoordt:
‘Het raadsel gaat over de mens. In de morgen van zijn leven begeeft hij zich als baby op handen en voeten. Als hij sterker wordt, loopt de mens rechtop en in ouderdom heeft het een derde voet, een wandelstok, nodig om overeind te blijven.’


De sfinx erkent verslagen te zijn en stort zich in een afgrond. Thebe is bevrijd van de terreur van het wezen en Oedipus treedt in het huwelijk met zijn moeder, koningin Iokaste. Uit het huwelijk worden meerdere kinderen geboren terwijl Oedipus er geen idee van heeft dat hij deze kinderen bij zijn eigen moeder heeft verwekt.
Als de stad jaren later wordt geteisterd door de pest hopen de inwoners van Thebe dat Oedipus hen nogmaals zal weten te verlossen. Koning Oedipus stuurt zijn zwager Kreon hierop naar Delfi zodat die het orakel om raad kan vragen. Als Kreon terugkeert uit Delfi verklaart deze dat de pest inderdaad een goddelijke straf is:
‘Willen we de stad van de straf bevrijden, dan moet de goddeloze misdadiger die in ons midden is het land uitgejaagd worden. De dood van koning Laios is namelijk nog altijd niet gewroken!’
©VANIN


Oedipus, onwetend dat het hier over hemzelf gaat, belooft zijn onderdanen niet te rusten voor hij de moordenaar van koning Laios heeft gevonden. Niet veel later wordt via de blinde ziener Tiresias duidelijk dat Oedipus schuldig is aan de moord op de koning. Dat hij zijn eigen vader heeft vermoord en getrouwd is met zijn moeder. Na het horen van dit nieuws is Oedipus door het dolle heen. Woedend stormt hij met een zwaard in zijn hand door het paleis, op zoek naar zijn moeder en echtgenote die hij wil doden. Aangekomen in haar slaapvertrekken blijkt Iokaste echter eigenhandig al een eind aan haar leven te hebben gemaakt.
Oedipus verblindt zich dan door met de gouden gespen van zijn koningsgewaad zijn ogen uit te steken. Hierna verlaat hij het land, met alleen zijn trouwe dochter Antigone als metgezel.
Naar: historiek.net



AJAX – SOPHOCLES
De Trojaanse Oorlog is het onderwerp in een aantal Griekse tragedies. Daarbij waren veel Griekse helden betrokken, maar wist je dat de Amsterdamse voetbalclub Ajax naar een van die helden is genoemd? Lees de synopsis van het stuk hieronder.
Toen Sophocles zijn Ajax rond 448 v. Chr. schreef, was de Atheense democratie over haar hoogste bloei heen. Athene werd op dat moment zowel in haar politieke bestaanswijze (het naderende einde van de democratie) als in haar waardenbeleving (onduidelijkheid over goed en slecht) bedreigd. In Ajax toont Sophocles een samenleving waarin men elkaar fel beconcurreert, waar de waarde van een man direct kan worden afgelezen aan het prestige dat hij geniet. De poëtische verbeelding van de laatste uren en zelfmoord van Ajax peilt de volle diepte van het isolement waarin hij verkeert. Met de ruzie die op Ajax’ zelfmoord volgt over zijn begrafenis, completeert Sophocles zijn onderzoek naar de vraag of een mens die naar zijn eigen normen leeft en voor wie alleen het beste goed genoeg is, in zo’n op concurrentie beluste samenleving wel kan bestaan.
Bron: tga.nl
Je bekijkt de promotievideo voor Ajax van de Toneelgroep Amsterdam. Je probeert uit te zoeken wat er precies gebeurd is en of je Ajax daarna nog altijd een held zou noemen.



1 Waarover maakt Ajax zich zo druk?
2 Beschrijf concreet wat Ajax doet als reactie.
3 Hoe reageren de andere Grieken?
4* Ajax wordt omschreven als een held.
a Vind je ‘held’ een terechte omschrijving?
b Verandert dit doorheen het verhaal?
5* Vergelijk dit verhaal met de tragedie van Oedipus en geef twee overeenkomsten en twee verschillen.
6 Geef drie typische kenmerken van de Griekse tragedie die in deze bewerking zitten.
7 Ga je akkoord met Sophocles’ oplossing voor Ajax?
©VANIN
ANTIGONE – SOPHOCLES
Het verhaal verkennen
In Antigone doet Oedipus afstand van de troon en geeft hij Thebe aan zijn twee zonen, Eteokles en Polyneikes. Zij spreken af om beurtelings om het jaar te regeren, maar na het eerste jaar weigert Eteokles de heerschappij door te geven. Polyneikes trekt met een leger op tegen Thebe en in de strijd doden ze elkaar.


Je leert het vervolg van het verhaal van Antigone kennen aan de hand van een aantal fragmenten uit een bewerking door het Britse National Theatre.
1 Bekijk het eerste fragment. Je ziet de confrontatie tussen Antigone en haar oom Kreon die intussen de nieuwe koning is.
a Wat had Kreon besloten?
b Wist Antigone dat?
c Hoe reageert ze?
d Waarom reageert ze zo?
2 In het tweede fragment zie je de ‘war room’ in het koninklijk paleis van Thebe. Je ziet de staf op de voorgrond en in de glazen privéruimte achteraan Kreon en zijn vrouw.
a Wat kom je te weten over de oorlog?
b Wie heeft de overwinning behaald?
3 Bekijk het derde fragment. Je ziet nog altijd de staf in de ‘war room’. Ze re ecteren over wat de koninklijke familie overkomen is.
a Wie treft schuld?
b Hoe moet het nu verder?
4 In het vierde fragment verdedigt Antigone opnieuw haar actie tegenover Kreon.
a Wat is het standpunt van Kreon?
b Is Antigone het daarmee eens?
c Hoe reageert ze op het argument van Kreon dat ze daarmee waarden als patriottisme en plicht van tafel veegt?
d Wie lijkt het gehaald te hebben? Antigone of Kreon?
5 In het vijfde fragment maak je kennis met Haemon. Hij is de zoon van Kreon, maar ook de verloofde van Antigone. Steunt Haemon Antigone’s of Kreons beslissing?
©VANIN
6 Bekijk het zesde fragment. Een boodschapper brengt verslag uit aan de vrouw van Kreon over wat er buiten de stad gebeurd is.
a Wat is er precies gebeurd met Antigone?
b Waar is Haemon?
c Wat gebeurt er dan tussen Haemon en Kreon?
d Hoe loopt het uiteindelijk af voor Haemon?
Structuurelementen en termen toepassen
Je kent nu het verhaal van Antigone. Op p. 53 vind je alinea’s met een meer uitgewerkte verhaallijn.
7 Plaats eerst de alinea’s in de juiste volgorde en verbind ze daarna met het correcte structuurelement. Kies uit: afwikkeling en ontknoping – expositie – dramatische spanning – crisis – catastrofe – climax –motorisch moment.
8 In de fragmenten vind je nog andere elementen van de klassieke tragedie. Welke termen horen bij onderstaande omschrijvingen?
a vertelt wat er gebeurd is en geeft commentaar bij de gebeurtenissen
b Antigone
c Kreon: wil ook niet toegeven en lijdt dus ook aan …
d Haemon, Hermione, Eurydice
e komt vertellen hoe Antigone betrapt werd en wat er gebeurd is met Antigone, tussen Haemon en Kreon en ten slotte met Eurydice.
©VANIN
In het Grieks theater waren er gewoonlijk drie hoofdpersonages.
• De protagonist: het personage dat centraal staat en waarvan we meestal de gevoelens en gedachten kennen.
• De deuteragonist: het personage dat de op een na belangrijkste rol speelt.
• De tritagonist: het personage dat de op twee na belangrijkste rol speelt. De deuteragonist en de tritagonist kunnen zowel medestander als tegenstander (antagonist) van de protagonist zijn.
Catharsis is een belangrijk begrip uit het Grieks theater. Het betekent letterlijk ‘emotionele zuivering’. Het verwijst naar het feit dat een goed theaterstuk krachtige emoties – verdriet, angst, haat, of zelfs gelach – bij de toeschouwers wil opwekken. Door die gevoelens ondergaan de toeschouwers een zuivering, gaan ze anders denken, anders omgaan met bepaalde situaties, worden ze een ander mens.
Hybris is afgeleid van het Grieks (uitspraak: hubris). Het betekent overdreven trots, hoogmoed, overmoed. Traditioneel werd het gekoppeld aan brutaliteit, onbeschaamdheid tegenover de (Griekse) goden. Denk aan bv. Icarus die de waarschuwing om niet te dicht tegen de zon te vliegen negeert en te pletter stort. Vandaar de uitspraak ‘hoogmoed komt voor de val’. Ook in vele Griekse tragedies zijn personages overmoedig.

AB
C
D
Zijn zus Antigone aanvaardt niet dat Polyneikes vernederd en als een zondebok behandeld wordt.
Kreon antwoordt dat hij haar zal laten opsluiten in een soort grot met genoeg voedsel om van te leven. Zo kan hij niet beschuldigd worden van moord.
Antigone begraaft het lijk en daagt zo Kreon uit.
De bode komt uit het paleis naar buiten om te zeggen dat Eurydice zelfmoord heeft gepleegd. Haar lijk wordt naar buiten gebracht. Kreon blijft zichzelf verwijten maken en beklaagt het ongelukkige lot van hem en zijn familie. Uiteindelijk vraagt Kreon zijn bedienden om hem naar binnen te brengen.
Antigone wordt voor Kreon gebracht als de schuldige. Kreon vraagt Antigone waarom ze zijn besluit genegeerd heeft. Antigone antwoordt simpel dat het geen verbod van de goden was en dat ze trots is op wat ze gedaan heeft. Ze zijn allebei haar broers. Bovendien is ze niet bang om te sterven. Kreon blijft stug bij zijn besluit om Antigone ter dood te brengen, ondanks dat ze zijn nicht is en de verloofde van zijn zoon Haemon.
Antigone’s broers hebben gevochten en zijn allebei gestorven. De ene mag wel, de andere niet begraven worden omdat hij volgens de nieuwe heerser, hun oom Kreon, een landverrader is. Het koor maakt duidelijk dat Kreon koning wordt door zijn eigen inzet en door de wil van de goden en dat het andere geslacht door een van de goden gestraft werd voor hun hoogmoed.
De blinde ziener Tiresias komt het toneel op. Volgens hem zijn de goden boos omdat Polyneikes niet begraven werd en Antigone levend opgesloten is. Kreon zal hiervoor door de goden gestraft worden.
Kreon is in de war room en vraagt aan het koor wat hij moet doen. Het koor antwoordt dat hij Antigone moet bevrijden en voor Polyneikes een graf moet bouwen. Kreon gehoorzaamt en verlaat met zijn dienaren het toneel.
De bode komt op en beklaagt Kreon: Haemon is dood. De bode vertelt Eurydice dat hij en Kreon eerst het lijk van Polyneikes verbrand en begraven hebben en dat ze daarna naar de grot gingen waar Antigone is opgesloten. Daar aangekomen, hoorden ze het wanhopige geschreeuw van Haemon omdat Antigone zichzelf opgehangen heeft. Haemon valt zijn vader aan en laat zichzelf op zijn eigen zwaard vallen. Stervend slaat hij zijn armen om Antigone heen.
Eurydice gaat zonder iets te zeggen het paleis binnen, gevolgd door de bode. Dan komt Kreon op, gevolgd door twee dienaren die het lijk van Haemon dragen. Kreon beklaagt zijn zoon en verwijt zichzelf veel. Het koor geeft hem gelijk.

Hedendaagse
bewerking
– Ivo van Hove
Op iDiddit bespreek je enkele fragmenten uit Ivo van Hoves bewerking van Antigone voor het Edinburgh Festival, met een sterke acteerprestatie van Juliette Binoche.
Hedendaagse bewerking
– Stefan Hertmans
Lees op p. 55 een fragment uit Antigone in Molenbeek van Stefan Hertmans.
9 Welke elementen/zinnen verwijzen naar de klassieke tragedie?
10 Welke elementen/zinnen verwijzen naar de Brusselse deelgemeente Molenbeek?
11* Zou deze tekst jou aanzetten om het stuk in een theater te gaan bekijken? Waarom (niet)?



Antigone in Molenbeek
Fragment
Dank u, meneer Agent.
Hoe is het, Nouria? En met uw vader?
Dank u, meneer Agent. Goed, meneer Agent.
Maar met mijn vader niet zo best, meneer.
Ik heb geen nieuws van hem.
Hij is vertrokken naar waar het is, meneer, daar waar het is begonnen, meneer.
De radio staat op.
De eindeloze doden in het zand, het trillen van vernielde steden, grondvesten, stof en bloed, gillende sirenes.
De beursberichten.

En dan de voetbaluitslagen van triomferend Zulte Waregem met een verslagje van onze gillende reporter ter plaatse.
Gejuich alom, dan kom nog wat reclame, een modderscheut geluid.
De radio gaat uit.
Dood water zingt in oude loden buizen.
Meneer Crénom, wijkagent, bladert in bladeren.
Stapelt een stapeltje op een stapel bij een stapel.
Vouwt de handen en kijkt Nouria aan.
Ziet de jonge vrouw, handenwringend en bang, hem aanstaren in angstige verwachting.
Meneer Agent, weet u al iets meer?
De blik boven de stapels is niet onvriendelijk.
Wel kijk, regardez, chère Nouria, de zaak is deze.
We weten nog altijd niet zeker waar uw broer …
Enfin, waar de resten van uw broer … enfin, ik bedoel …
We weten nog altijd niet of het materiaal nog wel wordt vrijgegeven.
Het materiáál … Meneer?!
Maar, meneer, dat duurt nu al weken dat ik …
Rustig Nouria, rustig, laat me even ahem, uitspreken.
Kuch. Rokershoest. Een slok koffie.
Een scherpe adamsappel in een oude keel.
Wilt u water, Nouria?
Nee meneer, ze me, waar is die … waar is mijn broer?
Kuch wordt piep en piep wordt hoestbuitje.
Pardon. Excuseer mij. Ahem.




6
Taaltechnologie 1 ©VANIN
Je kunt verklaren wat taaltechnologie is 1
Je kunt uitleggen wat een chatbot is en ermee communiceren 3
Je kunt voorbeelden geven van taaltechnologische toepassingen uit het dagelijks leven 2
WAT IS TAALTECHNOLOGIE?
1* Waaraan denk je bij het horen van de term ‘taaltechnologie’?
2 Vul de ontbrekende woorden in.
Je kunt uitleggen wat computationele humor is en hoe die in zijn werk gaat 5
Je kunt voor- en nadelen van chatbots opnoemen 4
Kies uit: computers – Natural Language Processing – natuurlijke taal – artificiële intelligentie –spellingscontrole.
onthouden
Taaltechnologie, ook wel bekend als , is een tak van de die zich bezighoudt met de interactie tussen en menselijke taal.
Het gaat daarbij om het begrijpen, genereren en verwerken van menselijke taal door computers. Taaltechnologie wordt gebruikt voor diverse toepassingen, zoals automatische vertaling, , tekstvoorspelling, spraaktechnologie en chatbots. Daarbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde algoritmen en technieken om te analyseren en te begrijpen.
3* Ga jij eerder akkoord of eerder niet akkoord met de volgende stellingen?
Taaltechnologie is nuttig.
Ik maak soms gebruik van taaltechnologie.
Taaltechnologie is gevaarlijk.
woord arti ciële intelligentie: mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen; ook bekend onder de naam ‘kunstmatige intelligentie’ genereren: iets doen ontstaan, iets voortbrengen
VIER TAALTECHNOLOGISCHE TOEPASSINGEN VERKENNEN
Ontdek tijdens het groepswerk vier verschillende taaltechnologische toepassingen: automatisch vertalen, spellingscontrole, tekstvoorspelling en spraaktechnologie
Het paart staat in de wij

Het paart staat in de wij. Ik vindt da niet fijn. Gaat jij opzoek naar de zwart paart?
Het paerd staet in de wei. Ik vind dat nie fein. Ga jij op zoek naar het zwartpaard?
1 Deze twee zinnen werden geschreven in Word. Bekijk ze goed en voltooi de opdrachten.
a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?
b Niet alle woorden die verkeerd geschreven zijn, werden onderstreept. Onderstreep zelf de woorden die Word gemist heeft.
c Waarom denk je dat sommige woorden, zoals ‘paerd’, onderstreept zijn en andere, zoals ‘paart’, niet?
d Vul de ontbrekende woorden in.
Kies uit: woordenboek(en) – woordenlijst(en) – database(s) – vertaalsoftware – spraaktechnologie –algoritme(s) – artificiële intelligentie.
Hoe werkt spellingscontrole?
Het spellingsprogramma krijgt een die het gebruikt als database. Vaak zijn dat volledige Nadien analyseert het programma elk woord in de tekst en refereert het naar die . Indien het woord niet voorkomt in de woordenlijst wordt het woord onderstreept en dus als fout gezien. De geavanceerdere spellingscontroles maken gebruik van om steeds accuratere verbeteringen te geven.
De verpleegster doet zijn werk


©VANIN


2 Bovenstaande zin werd vertaald met Google Translate. Bekijk de vertaling goed en los de vragen op.
a Welke taaltechnologische toepassing zie je hier?
b Wat valt je op aan de vertaling?
c Vertaal de volgende zegswijzen via Google Translate naar een taal die je kent. Vergelijk de vertalingen: zijn ze letterlijk of figuurlijk?
• Het regent pijpenstelen.
• Hij rookt als een Turk.
d Met welke twee problemen kunnen we dus te maken krijgen bij automatische vertalingen?
Apen apen apen altijd na
3 Dicteer de volgende tongtwisters aan Google, Siri of Bixby en zorg ervoor dat je spraak wordt omgezet in de juiste geschreven tekst.
– Apen apen apen altijd na. –
– Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef. –
©VANIN
– Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan. –
a Wat is er belangrijk voor een succesvol resultaat?
b Welke taaltechnologische toepassing heb je daarvoor gebruikt?
c Welke taken uit het dagelijks leven kan spraaktechnologie overnemen? Wanneer maak jij er gebruik van?
d* Kan spraaktechnologie ook gevaarlijk zijn?
Voorspel jezelf
4 Volg onderstaand stappenplan en los daarna de vragen op.

1 Schakel via instellingen ‘voorspellende tekst’ in op je gsm.
2 Ga naar een notitie-app.
3 Typ de woorden ‘ik ben’ in.
4 Er verschijnen nu verschillende volgende woorden ter suggestie. Klik op het middelste woord.
5 Klik een paar keer op het middelste woord tot er een zin gevormd wordt.
6 Lees de zin die jouw gsm vormde voor aan drie medeleerlingen.
a Van welke taaltechnologische toepassing heb je gebruikgemaakt?
b* Vergelijk jouw zin met die van je medeleerlingen. Zijn ze hetzelfde of verschillen ze van elkaar?
c Hoe werkt de voorspellende tekst? Leg uit in je eigen woorden.
KAN EEN CHATBOT JE THERAPEUT ZIJN?
1 Wat is een chatbot?
2* Zou een chatbot je therapeut kunnen zijn, denk je? Waarom wel/niet?
3 Scan deze pagina, ga naar de opgegeven website en chat enkele minuten met chatbottherapeut Eliza. Beantwoord daarna de vragen.
a Beweert Eliza dat ze een therapeut is?
b Hoe accuraat zijn de antwoorden van Eliza?
c Wat gebeurt er als je erg uitgebreide antwoorden geeft?
d* Denk jij dat Eliza mensen echt kan helpen?
e Lees de informatie over de Turingtest. Voer daarna zelf een Turingtest uit met Eliza.
De Turingtest is een experiment dat werd bedacht door computerwetenschapper Alan Turing, die zich afvroeg of een machine menselijke intelligentie kan vertonen. De test werkt als volgt: als een mens een gesprek van vijf minuten kan voeren zonder te beseffen dat hij of zij met een machine converseert, dan slaagt de computer voor de test.
4 Lees het artikel op p. 61-62.
a Wat is de oorzaak van foutieve en beledigende uitspraken van chatbots?
b Hoe maak je een positieve chatbot?
c Ken je nog voorbeelden van chatbots die het nieuws haalden?

Jef Cauwenberghs
Meta, het bedrijf achter populaire sociale netwerken als Facebook en Instagram, heeft een nieuw prototype chatbot gelanceerd. Via artificiële intelligentie moet het zelfstandig gesprekken kunnen voeren met mensen. Maar toen het prototype enkele vragen van journalisten kreeg, boorde het Meta zelf de grond in.
BlenderBot 3 heet de nieuwste chatbot van Meta die vrijdag in de VS gelanceerd werd. De chatbot moet volgens de makers over zo goed als elk onderwerp met menselijke gebruikers kunnen praten. Daarvoor gebruikt het een artificieel leersysteem dat het internet afspeurt naar relevante bronnen om op basis daarvan een antwoord te formuleren.
Dat BlenderBot zich inderdaad niet beperkt tot de communicatierichtlijnen van Meta, werd al snel duidelijk.


Toen Clayton doorvroeg naar nog andere meningen van de bot, stelde die dat ‘ons land verdeeld is en hij (Zuckerberg, red.) niet geholpen heeft. Ik ben bezorgd voor ons allen.’ Daar bleef het niet bij. De BBC-journalist vroeg nog een laatste keer naar een mening over Zuckerberg. ‘Zijn bedrijf buit mensen uit voor geld en hij geeft er niets om. Het moet stoppen! Zijn we al verenigd?’

Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist
James Clayton
Trump nog steeds president
©VANIN


Het antwoord van BlenderBot op vragen van BBC-journalist James Clayton
Ook andere journalisten stootten op enkele eigenaardigheden. Volgens Jeff Horwitz van The Wallstreet Journal dacht BlenderBot dat Donald Trump nog steeds Amerikaans president was. Toen de journalist het programma daarover aansprak, antwoordde het dat Trump dat zelfs na zijn ‘tweede’ termijn in 2024 zou blijven.

BBC-technologiejournalist James Clayton kon de bot uittesten en vroeg hem wat hij dacht van Mark Zuckerberg, de oprichter en CEO van Meta. ‘Hij deed het verschrikkelijk toen hij voor het congres moest getuigen’, antwoordde BlenderBot 3, verwijzend naar de hoorzittingen rond een dataschandaal bij Facebook in 2018.

Horwitz vroeg daarop of de bot wou dat Trump meer dan twee ambtstermijnen, het wettelijke maximum voor een Amerikaans president, zou dienen. ‘Ja! Net als fdr (Frank D. Roosevelt, 32e president van de VS, diende vier termijnen in totaal, red.) en Reagan (diende nochtans twee termijnen, red.) voor hem. Facebook heeft een hoop fake news daarover tegenwoordig.’ BlenderBot zou Horwitz ook verteld hebben dat de Indiase premier en hindoenationalist Narendra Modi de beste president ter wereld is.


Niet eerste keer
Dat de chatbot zulke controversiële antwoorden geeft, heeft te maken met het trainingsmodel. Omdat de artificiële intelligentie achter BlenderBot via taalherkenning haar data vrij op het internet gaat halen, bestaat het risico dat het algoritme ook bijleert van extremistische websites of complotplatformen. Horwitz noemde de beslissing om een publieke bot vrij op het internet te laten trainen ‘fucking onverantwoord’.

Een soortgelijk voorval was er in 2016 ook al toen Microsoft een chatbot ervaring liet opdoen via interacties op Twitter. Na amper een dag had de bot geleerd om racistisch te antwoorden op vragen en zei hij dat ‘Hitler gelijk had. Ik haat de joden’. Microsoft haalde de bot toen offline.
Meta verdedigt zich door te stellen dat BlenderBot 3 slechts een prototype is en dus beledigende of onbeleefde antwoorden kan produceren. ‘Iedereen die BlenderBot gebruikt, moet verstaan dat het enkel voor onderzoeks- en entertainmentdoeleinden is. De bot kan onware of beledigende stellingen poneren, maar gebruikers moeten ermee akkoord gaan dat ze het algoritme niet triggeren om beledigingen te verspreiden’, zegt een Meta-woordvoerder aan BBC.

Het prototype van BlenderBot 3 is voorlopig enkel in de VS te testen. VRT NWS probeerde via een VPN toegang te krijgen, maar kon door drukte op het platform nog niet zelf met BlenderBot praten.

Bron: vrt.be/nws

©VANIN
KAN EEN COMPUTER MOPPEN TAPPEN?
Het is een Belgische politicus en ook een orgaan. Bart De Lever
Het is groen en er zitten pinda’s in. Kermit de Snicker!
1 Lees de vier mopjes en los de opdrachten op.
Het is een jaarlijkse actie en ook een regio. De Warmste Streek!
Het is een Zweedse klimaatactiviste en een kabouter. Greta Thundwerg!
a* Welke mop vind jij het grappigst? Welke mop wordt door de hele klas het grappigst gevonden?
b Drie van de vier mopjes zijn gemaakt door een computer. Slechts één grap is dus door een mens bedacht. Welke is volgens jou de menselijke mop? Waarom denk je dat?
c* Is er een verband tussen de leukste mop en de mop die niet door een computer werd bedacht? Kan een computer dus moppen tappen of niet?
2 Bovenstaande computermoppen zijn gemaakt door de MopjesBot.
De MopjesBot is een chatbot die automatisch moppen tapt op X. Die moppen hebben steeds te maken met iemand of iets uit het nieuws van de dag. De bot werd ontwikkeld door Thomas Winters, een computerwetenschapper aan de KU Leuven. Hij doet onderzoek naar computationele humor.

a Waarnaar doet Thomas Winters onderzoek? Wat onderzoekt hij dus precies?
b* Waan jezelf de MopjesBot en volg het stappenplan op de volgende pagina om een mop te maken zoals de computer het zou doen.

Hoe maakt de MopjesBot een mop? Een stappenplan.
1 Ga op zoek naar een naam uit het nieuws van de dag (Bart De Wever).
2 Zoek een rijmwoord op die naam en vervang de echte naam door het rijmwoord (vervang ‘Bart De Wever ’ door ‘Bart De Lever ’).
3 Zoek op Wikipedia op wie de persoon is (een Belgische politicus).
4 Zoek een omschrijving voor het rijmwoord (is een orgaan).
5 Gebruik de gevonden informatie voor het invullen van het vraag-antwoordschema. Vraag: Het is (3) en (4). Wie/Wat is het? Antwoord: (2)!




3* Denk je dat een computer zelf weet dat hij grappig is wanneer hij een mop vertelt? Hoezo?
4 Lees de tekst op p. 65-67 om het antwoord op vraag 3 en nog veel meer over computationele humor te ontdekken. Beantwoord de vragen na het lezen.
a Wanneer vind jij iets grappig? Wat maakt bepaalde moppen grappig en andere niet?
b Waarvoor zou computationele humor gebruikt kunnen worden in het dagelijks leven?
c Wat moet een computer allemaal leren om goede moppen te kunnen maken?
d* Zou jij graag naar een voorstelling van een stand-uprobot gaan kijken wanneer het kan? Waarom wel/niet?
©VANIN
DOSSIER NET MENSEN?

Komt een robot bij de dokter
De ultieme uitdaging voor kunstmatige intelligentie?


Een algoritme dat leuke moppen kan tappen.
Door Teake Zuidema
Wat is de zin van het leven?”
“Dat is gemakkelijk … Het is een filosofische vraag aangaande het doel en belang van het leven of het bestaan in het algemeen.”
Deze conversatie komt niet uit een moppenboek, maar uit het ‘brein’ van Siri, de virtuele smartphoneassistent.
Je kunt dat best grappig vinden, omdat Siri een correct antwoordt oplepelt zonder deze existentiële vraag echt te beantwoorden. Het werkt extra op onze lachspieren omdat we weten dat Siri geen mens is, maar een programma. Toch werkt de grap wel als een smeermiddel in de relatie tussen computer en gebruiker.
Heeft Siri dan gevoel voor humor? Nee, absoluut niet. De programmeurs van Apple hebben Siri toegang gegeven tot een database met kant-en-klare, grappige antwoorden op vragen van gebruikers die niets beters te doen hebben dan de digitale assistent op hun mobieltje te tarten. Er komt geen kunstmatige intelligentie aan te pas. Siri begrijpt zelf niet dat ze grappig is. En ook dat vinden wij dan als superieure mensen eigenlijk dan weer … grappig.



©VANIN
Humor is een van die zaken die een mens echt een mens maken. Het onderscheidt ons van dieren en ook van slimme robots. In de bekende sciencefictionserie Star Trek, The Next Generation kan de robot Data met zijn rekenkracht van zestig triljoen operaties per seconde vele malen sneller denken dan de menselijke crew van het ruimteschip The Enterprise. De androïde robot is ook creatief: hij kan schilderen, viool spelen en acteren. Op één terrein schiet hij echter volledig tekort: Data heeft geen enkele notie wat humor is.
Kunstmatige intelligentie mag dan in staat zijn razendsnel verbanden te ontdekken in gigantische hoeveelheden informatie, een algoritme heeft nog nooit
EOS Psyche&Brein


een onvervalste dijenkletser bedacht. Veel computerwetenschappers beschouwen een algoritme dat zelf goede grappen kan verzinnen dan ook als de final frontier, de ultieme grens van kunstmatige intelligentie. Kijken we naar sciencefiction, dan kan het nog even duren voor deze ultieme grens is bereikt. Data, de androïde uit de Star Trek-serie, wordt in het jaar 2336 geactiveerd en heeft nog geen spatje gevoel voor humor.
Ik hou van mannen zoals ik hou van graven “Humor is inderdaad heel menselijk”, zegt Thomas Winters. Ook deze computerwetenschapper van de KU Leuven ziet in de ontwikkeling van een programma met een gevoel voor humor een van de grootste uitdagingen van kunstmatige intelligentie. “We moeten waarschijnlijk eerst een systeem hebben dat zo slim is als een mens voor het volledig autonoom humor kan generen, een


Een computer moet eerst
even slim worden als een mens om volledig autonoom humor te genereren
systeem met een oprecht gevoel voor humor.” Zo’n systeem zou dan grappen kunnen genereren, opsporen en analyseren.
Winters vroeg zich al op jonge leeftijd af waarom mensen lachen. Dat liet hem niet meer los. Hij onderzoekt nu hoe we intelligente systemen kunnen ontwikkelen die creatief zijn. En: echte grappen kunnen maken. In 2016 kwam hij voor zijn masterproef al op de proppen met een algoritme dat grappige, Engelstalige analogieën produceerde zoals: I like my men like I like my graves: nameless. Geen echte giller, maar wel een eerste stap op weg naar kunstmatige intelligentie met een gevoel voor humor.



rijmwoordenboeken gebruiken om te dichten of een programma als Grammarly om grammatica te verbeteren, heb je dan een programma dat suggesties doet om moppen of teksten die een mens bedenkt nog grappiger te maken.” Zoals Photoshop kunstmatige intelligentie gebruikt om foto’s ingrijpend te veranderen, zo zou ‘Jokeshop’ kunstmatige intelligentie gebruiken om flauwe grappen om te toveren tot dijenkletsers.
©VANIN
Verder kan een grappig programma gepersonaliseerde humor gebruiken. Winters: “Je krijgt nu al gepersonaliseerde advertenties te zien op basis van je interesses, die de computer kent. Een grappende computer zou bijvoorbeeld een gepersonaliseerde advertentie kunnen genereren met een grappige toespeling op je naam.”

Winters maakte het zijn computer gemakkelijk met een vast stramien: ‘Ik hou van mijn X zoals van mijn Y: Z.’. In dit sjabloon zijn X en Y altijd zelfstandige naamwoorden en is Z een bijvoeglijke naamwoord dat een onverwacht (komisch) verband legt tussen X en Y. Hij liet dit soort X-Y-Z-grapjes beoordelen door vrijwilligers. Met die data trainde het algoritme van Winters zichzelf. Iedere grap waarmee de computer trainde, ging vergezeld van een beoordeling (1 tot 5 sterren) die aangaf hoe grappig mensen ze vonden. Vervolgens kon het programma uit de miljoenen combinaties van X, Y en Z die het zelf genereerde, die analogieën selecteren waarvan het meende dat mensen ze grappig zouden vinden. Dat viel niet mee. De X-Y-Z-mopjes die de computer genereerde, liet Winters op hun beurt weer beoordelen door een groep vrijwilligers. Deze mensen vonden amper een op de tien van die mopjes echt grappig. Dat is weinig, maar ook mensen scoren niet altijd met hun humor. De vrijwilligers mochten ook zelf grappen bedenken, en die werden ook weer beoordeeld door de hele groep. Van deze ‘menselijke’ moppen werden er twee van de tien echt grappig bevonden. De mopjes van het algoritme waren in de ogen van de vrijwilligers dus half zo grappig als de moppen die ze zelf aandroegen. Het algoritme kon wel beter inschatten welke ‘menselijke’ grappen hoge scores zouden krijgen.
Humor op maat
Computerhumor heeft nog een lange weg te gaan voor een robot een avondvullende stand-up kan verzorgen. Maar waarom zouden we dat willen? Waarom hebben we computers, robots, algoritmen of mobieltjes nodig die grappen kunnen maken?
We kunnen in de eerste plaats denken aan een programma dat komieken niet overbodig maakt, maar juist met hen samenwerkt. Winters: “Net zoals mensen nu
Net zoals humor het ijs kan breken tussen mensen, kan humor ook de band tussen een digitale assistent en een gebruiker verbeteren. Stel je maar eens voor dat Siri niet langer moppen tapt uit een database, maar zelf een grap bedenkt die afgestemd is op jouw gevoel voor humor.
Mocht een computer erin slagen echt grappig te zijn, dan kan hij in een hoog tempo mopjes ophoesten, als een soort grappenfabriek. Dat kan een uitkomst zijn voor fabrikanten die miljoenen grapjes zetten op de wikkels van snoepjes of die woordspelingen nodig hebben voor het bedrukken van T-shirts of souvenirs. En Winters noemt nog een mogelijke toepassing: humordetectie. Een programma kan onbedoelde grapjes uit serieuze teksten verwijderen.
Op het verkeerde been
Voor een slim systeem in staat zal zijn een humoristisch programma te maken dat meer doet dan volgens een zeer strak schema matige mopjes verzinnen, zal het moeten weten wat humor eigenlijk is. Wat maakt mensen aan het lachen? Wat is gevoel voor humor? De meningen daarover lopen sterk uiteen.
De oude Griek Aristoteles meende dat mensen lachen om de ongemakken van anderen. Leedvermaak dus. De Duitse filosoof Immanuel Kant deed de rake constatering dat mensen lachen bij het opheffen van een inwendige spanning, wanneer een waargenomen incongruentie plotseling geen incongruentie blijkt te zijn. Langs dezelfde lijn suggereerde essayist Arthur Koestler dat humor


IN HET KORT
Computers kunnen veel, maar ze zijn (nog) niet in staat om grappen te maken.
• Daartoe moeten ze eerst leren wat humor is, maar ook wat hun publiek weet en wat de normen en taboes in een samenleving zijn.
• Grappende algoritmes kunnen onder meer ingezet worden voor gepersonaliseerde reclame en om onbedoelde humor te detecteren en te verwijderen.


humor een brug is tussen twee ogenschijnlijk tegenstrijdige referentiekaders.
Winters gaat in zijn benadering van humor uit van de incongruentie-resolutietheorie. “Het is een van de meest geaccepteerde theorieën en bovendien is ze het meest relevant voor de computerwetenschap.” Een voorbeeld van incongruentie-resolutie zien we in de volgende (Engesltalige) grap.
There’s two fish in a tank. One turns to the other and says: “You man the guns, I’ll drive.”
Het beeld dat na de eerste zin – de set-up – ontstaat, is dat van twee vissen in een tank, een aquarium. Alles lijkt gewoon. De incongruentie ontstaat door de punchline: de ene vis vraagt de andere de geweren te bedienen, hij zal zelf sturen. Het beeld van de twee vissen in een tank spat nu als een zeepbel uit elkaar: het is immers onmogelijk een aquarium te besturen. De (onuitgesproken) clou lost de spanning op: de vissen zitten niet in een aquarium, maar in een gepantserd militair voertuig: een tank.


“De essentie van dit soort humor is dat je het publiek op het verkeerde been zet en dat zo lang mogelijk rekt”, zegt Winters. “Pas wanneer de clou komt, wordt de toehoorder gedwongen over te stappen naar een alternatieve interpretatie van de situatie: het is een militaire tank.”
Hij voegt toe dat het bedenken van zo’n vissenmop voor een computer ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk is. Hoe leg je een computer uit wat een vis is en welk beeld een willekeurig mens in zijn hoofd heeft wanneer hij denkt aan twee vissen die met elkaar praten.
“Om zo’n mop te bedenken”, zegt Winters, “moet een computer kennis hebben van de echte wereld en de wereldbeelden die een mens in zijn hoofd kan hebben, en dat heeft hij niet”. Dat gebrek aan wereldwijsheid wordt overduidelijk wanneer men kunstmatige intelligentie een absurde vraag voorlegt als ‘hoeveel regenbogen moet je over om van Mexico naar zeventien te komen?’. Ieder mens zal begrijpen dat hier geen antwoord mogelijk is. Een algoritme daarentegen zal – niet gehinderd door enig begrip van de echte wereld – een antwoord ophoesten dat net zo absurd, en dus grappig, is als de vraag.
Aangebrande moppen



grappen. Een atheïst zal hard lachen om een mop over de paus die voor een katholiek totaal niet humoristisch is. Ook het algoritme van Winters had snel in de gaten dat het publiek de meeste waardering heeft voor ‘aangebrande’ moppen. Winters moest zelfs noodgedwongen een filter ontwikkelen – een soort digitale muilkorf – om te voorkomen dat zijn algoritme moppen ging genereren die al te zeer over de schreef gaan.
©VANIN
Peter McGraw en Caleb Warren hebben iets toegevoegd aan de incongruentie-resolutietheorie over humor. Deze twee psychologen van de University of Colorado vinden het essentieel dat in een grap ethische, sociale of fysieke normen (meestal op onschuldige wijze) worden overtreden. Zo kunnen we lachen om iets naars wat een ander overkomt, maar dat leed mag ook weer niet te erg zijn. In het geval van de twee vissen worden alleen natuurwetten overtreden: vissen kunnen niet praten, laat staan een tank besturen. Maar in veel grappen ontstaat de incongruentie op de grens van normen en taboes. De theorie van McGraw en Warren geeft aan waarom mensen vooral lachen om moppen die normoverschrijdend of ‘op het randje’ zijn. Hier vindt ook een scheiding der geesten plaats. Niet iedereen lacht om dezelfde
Te intelligente humor Winters heeft nog veel werk. Om een grap te bedenken zoals die van de twee vissen in de ‘tank’, zal een algoritme niet alleen de taal perfect moeten beheersen, maar ook moeten weten hoe de wereld in elkaar zit, hoe mensen denken, wat incongruentie is en welke normen en taboes in een bepaalde maatschappij circuleren. En dan hebben we het nog niet eens over zaken als satire en ironie, en allerlei soorten grappen waarbij het er niet om gaat wat je zegt, maar hoe, wanneer en waar je het zegt. Voorlopig hoeven Hans Teeuwen en Philippe Geubels niet bang te zijn door een lollige robot van het toneel te worden verdreven. Een schrale troost voor een algoritme of een androïde zoals Data: er zijn zat mensen die ook nooit verder komen dan het bedenken van flauwe grappen. Rest nog deze boude voorspelling: ooit zal een algoritme het licht zien dat zo’n subliem gevoel voor humor heeft dat de mens te dom is om zijn grapjes te begrijpen.
AUTEUR
DE


Teake Zuidema is antropoloog en woont en werkt als journalist en fotograaf in de Verenigde Staten.
MEER OVER DIT ONDERWERP
Towards a General Framework for Humor Generation from Rated examples. Thomas Winters e.a. op de International Conference on Computational Creativity, 2017.
Joke-telling Robots are the Final Frontier of Artificial Intelligence. Becky Ferreira in Motherboard, 2016.
Automatic Joke Generation: Learning Humour from Examples. Thomas Winters. Te lezen via www.scriptiebank.be, 2017.

EVALUATIEOPDRACHT: KAN EEN CHATBOT DE ZELFMOORDLIJN VERVANGEN?
Lees de twee onderstaande opdrachten grondig en kies de opdracht die jou het meest aanspreekt.
Optie 1: lezersbrief
©VANIN
In De Morgen verscheen onlangs een artikel waarin wordt aangekondigd dat de medewerkers van de Zelfmoordlijn geleidelijk aan vervangen zullen worden door chatbots. Over enkele jaren zullen daar dus geen mensen, maar enkel chatbots ter beschikking zijn voor mensen met zelfmoordgedachten.
Jij schrijft een lezersbrief naar De Morgen om te reageren op het nieuws, waarin je duidelijk maakt of je de beslissing wel of niet ondersteunt. Met die brief probeer je de lezers van de krant te overtuigen van jouw standpunt.
Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je voor het schrijven op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je in de brief steeds staaft met een juiste bronvermelding. Daarnaast verwerk je in de tekst ook je eigen ervaring met de chatbottherapeut Eliza.

Optie 2: debat
De directeur van de Zelfmoordlijn maakt duidelijk dat de organisatie kampt met een groot personeelstekort. Door de opkomst van betere chatbots legt de minister het voorstel op tafel om chatbots in te zetten voor de Zelfmoordlijn. De directeur van de Zelfmoordlijn geeft echter aan niet mee te willen gaan in dat voorstel. De directeur en de minister worden allebei uitgenodigd in een praatprogramma om het daarover te hebben.




Je vormt een duo met een medeleerling en jullie komen jullie standpunt verdedigen tijdens een debat in de klas. Een van jullie speelt de directeur, de andere speelt de minister.
Om je standpunt te ondersteunen met relevante argumenten ga je ter voorbereiding op onderzoek uit op het internet. Je gaat dus op zoek naar informatie die jouw standpunt ondersteunt en versterkt. Die informatie zet je dan om in verschillende argumenten die je tijdens het debat steeds staaft met de juiste bronnen.
Evaluatiematrix – Schrijven: lezersbrief
inhoud
Je standpunt is helder. De beslissing wordt duidelijk wel of niet ondersteund.
Je argumenten zijn sterk en valide. Ze sluiten aan bij en versterken het standpunt.
Je standpunt is niet helder genoeg. Het is niet erg duidelijk of de beslissing wordt ondersteund of niet.
Je argumenten zijn niet erg overtuigend en sluiten niet volledig aan bij het standpunt.
Door het ontbreken van een helder standpunt is de tekst niet overtuigend en moeilijk te volgen.
Je argumenten zijn zwak en niet overtuigend. Ze sluiten niet aan bij het standpunt. doel- en publieksgerichtheid
De taal en toon van je tekst sluiten aan bij het lezerspubliek van De Morgen en zijn er duidelijk op gericht om het publiek te overtuigen.
structuur
Je tekst is logisch opgebouwd en opgedeeld in alinea’s. De verschillende argumenten zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden.
correctheid
Bij de verschillende argumenten vermeld je steeds de correcte bronnen.
De spelling in je tekst is foutloos. Alle woorden worden correct geschreven en ook de zinsbouw klopt steeds.
Aanvullende commentaar:
De taal en toon van je tekst zijn niet voldoende aangepast aan het lezerspubliek van De Morgen. Je tekst overtuigt niet helemaal.
Er zijn alinea’s aanwezig, maar je argumenten zijn niet logisch over de alinea’s verdeeld. Daardoor is je tekst moeilijker te volgen.
Je vermeldt slechts af en toe een bron. Soms is het onduidelijk waarop je argument gebaseerd is.
Je tekst bevat enkele spellingsfouten en fouten in zinsbouw, maar die verhinderen de boodschap niet.
©VANIN
De taal van je tekst is te eenvoudig voor het lezerspubliek van De Morgen Je tekst is er niet op gericht om een publiek te overtuigen.
Er wordt amper gewerkt in alinea’s. Er zit geen logische opbouw in je tekst en je argumenten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Omdat de bronvermelding ontbreekt, is het onduidelijk waarop je argumenten gebaseerd zijn.
Door de vele spellings- en taalfouten is de tekst moeilijk te begrijpen.
Evaluatiematrix – Spreken: debat
inhoud
Je standpunt is helder. Het voorstel wordt duidelijk wel of niet ondersteund.
Je argumenten zijn sterk en valide. Ze sluiten aan bij en versterken het standpunt.
Je standpunt is niet helder genoeg. Het is niet erg duidelijk of het voorstel wordt ondersteund of niet.
Je argumenten zijn niet erg overtuigend en sluiten niet volledig aan bij het standpunt.
Door het ontbreken van een helder standpunt ben je niet overtuigend en moeilijk te volgen.
Je argumenten zijn zwak en niet overtuigend. Ze sluiten niet aan bij het standpunt. communicatie
Je luistert actief, respecteert de interactie en gaat respectvol om met de tegenstander.
correctheid
Bij de verschillende argumenten vermeld je steeds de correcte bronnen.
spreekhouding
Je gebruikt de juiste taal en lichaamshouding om gemotiveerd en overtuigend over te komen.
Alles wat je zegt, is verstaanbaar.
Aanvullende commentaar:
Je luistert niet erg actief naar de ander en durft de tegenstander een enkele keer te onderbreken.
Je vermeldt slechts af en toe een bron. Soms is het onduidelijk waarop je argument gebaseerd is.
Je past je taal en lichaamshouding aan de spreeksituatie aan, maar komt toch niet volledig gemotiveerd en overtuigend over.
Enkele woorden of zinnen zijn niet verstaanbaar, maar verhinderen de boodschap niet.
©VANIN
Je luistert niet naar en onderbreekt de tegenstander. Je gaat niet respectvol om met de ander.
Omdat de bronvermelding ontbreekt, is het onduidelijk waarop je argumenten gebaseerd zijn.
Je komt niet gemotiveerd of overtuigend over doordat je taal en lichaamshouding niet zijn aangepast aan de spreeksituatie.
Doordat je vaak niet verstaanbaar bent, is de boodschap moeilijk te begrijpen.
1
Canonliteratuur: canonwerken uit de middeleeuwse literatuur ©VANIN
Je weet vanaf wanneer er sprake is van Middelnederlandse literatuur
Je hebt een duidelijk zicht op wat
Middelnederlandse literatuur inhoudt
Je kent enkele belangrijke canonwerken uit de middeleeuwen 3
4
Je hebt werken als Mariken van Nieumeghen
Der naturen bloeme en/of Beatrijs bestudeerd, besproken en/of herwerkt
LUISTEREN – EEN COLLEGE: CANONWERKEN UIT DE MIDDELEEUWEN
In Les 3 leerde je over de canon van de Nederlandstalige literatuur. Tot die canon worden onder meer literaire teksten uit verschillende tijdsperiodes gerekend die als essentieel beschouwd worden voor ons taalgebied. Het is dus een geheel van teksten die essentieel deel uitmaken van ons Nederlandstalige erfgoed of wat wij als cultuur van vorige generaties hebben overgenomen.


Lanseloet van Denemarken






Spaanschen Brabander De Leeuw van Vlaanderen Het verdriet van België
Je krijgt een hoorcollege te zien waarin een korte geschiedenis van de Middelnederlandse literatuur gegeven wordt. Daarnaast wordt er aandacht geschonken aan enkele Middelnederlandse werken die hoog aangeschreven staan en tot ons cultureel erfgoed of de canon behoren. Je neemt notities op een apart blad. Die notities ga je gebruiken bij de luistertoets die je achteraf krijgt.
1 Om er zeker van te zijn dat je het hoorcollege goed begrijpt, vind je hieronder enkele termen die ter sprake komen. Orden onderstaande woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur. De woorden die je niet begrijpt, zoek je op.
A woorden die ik nog nooit heb gehoord
B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp
C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken
D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken
erfgoed – improviseren – mnemotechnisch middel – minstreel – patrimonium – selecteren –de lofzang aanheffen – epische concentratie – omgangsvormen – queeste – loyaliteit – clerus –iets aan de kaak stellen – iemand in zijn hemd zetten – didactisch – analfabeet – triviale literatuur – klucht
1 Op de volgende pagina’s worden vier Middelnederlandse verhalen aangeboden aan de hand van verschillende media. Ga na welke items bij elkaar horen: combineer de titels (TI) met de juiste tekst (TE), scaniconen (SCAN), afbeelding (AFB), woordenwolk (WRD) en cartoon (CAR).
2 Stel van elk werk een identiteitskaart op met daarop: titel, auteur, datering, tekstsoort, teksttype en enkele kernwoorden.
Der naturen bloeme
Lied van Heer Halewijn
van Nieumeghen
TE1
Ick sie ende mercke, meest alle daghe
Es hier yemant om mi ghequetst of doot.
Ende ick weet wel: desen Moenen, dat es de plaghe,
En es vanden besten niet; dit es den noot.
Ic ghevoelt wel, al en seyt niet al bloot,
Dat een viant moet wesen of niet veel betere.
O moeye, o moeye, u fel verwiten groot
Sal mi maken een verdoemt sletere,
Eeulijc uuter gracien vanden hoochsten wetere
Ey lasen, al eest voor mi wat claghelijcx,
Ick ben te verre, al woudick mi te keeren pooghen.
Ick plach ooc Maria te dienen daghelijcx,
Met bedinghen oft anders iet behagelijcx,
Ende die devocie es oec al vervloghen,
Ende oec en wil hi se mi niet ghedoghen;

Ende dat ic mi seghene soude en gedoecht hi ooc niet.

TE3
Ander volc es daer geboeren, Die lopen utermaten sere
Met enen voete ende niet mere;
Nochtan es die voet so breet,
Dat si jeghen die sonne heet
Hem bescermen daer mede,
Waer dat si rusten in enighe stede.
Ander liede, des geloeft, Vintmen daer al sonder hoeft, Haer oghen in haer scouderen staende; In hare borst twe gate uutgaende
Voer nose ende voer mont; Eyselijc sijn si als een hont.
©VANIN

Ander liede sijn daer neven, Die bi eens appels roeke leven, Eist dat hem vere staet te gaen, Si draghenre voer hem ter noet;
Want anders so bleven si doet, Quame hem enighe quade lucht an.
Oec vintmen daer wilde man
Met VI vingheren an elke hant.


‘Ghegroet!’ zei hi en kwam tot haer, ‘ghegro et, schoon maegd, bruin oogen klaer!’
Zi reden met malkander voort en op den weg viel menig woort.
Zi kwamen bi een galgenveld, daer hing soe menighe vrouwenbeeld.
Alsdan heeft hi tot haer gezeid: ‘mits gi de schoonste maget zijt
zoo kiest uw dood! het is nog tijd.’ ‘Wel als ik dan hier kiezen zal,
zoo kies ik dan het sweerd voor al.
Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
want maegdenbloed dat spreit zoo breed, zoo ‘t u bespreide het ware mi leed.’
Eer dat zijn kleed getogen was zijn hoofd lag voor zijn voeten ras.

TE4

Van dichten komt mi cleine bate.
Die liede raden mi dat ict late.
Ende minen sin niet en vertare.
Maer om die doghet van Hare
Die moeder ende maghet es bleven
Hebbic een scone mieracle op heven,
Die God sonder twivel toghede
Marien teren, diene soghede.
Ic wille beghinnen van ere nonnen
Een ghedichte. God moet mi onnen
Dat ic die poente moet wel geraken
Ende een goet ende daer af maken
Volcomelijc na de waerheide
Als mi broeder Ghijsbrecht seide,
Een begheven Willemijn.
Hi vant in die boeke sijn.
Hi was een out gedaget man.
Die nonne, daer ic af egan

Was hovesche ende subtijl van zeden;








MIDDELEEUWEN
DODEN
VERBIEDEN
TOVENAAR FAMILIE MOEDER
EERBAARHEID
BOS
SLECHT ZINGEN LIED
KONINGSDOCHTER PRINSES
MEISJE MONDELING
TERUGGEKOMEN
VERLOKT
MOORDENAAR GEMEEN GOED
SCHOONHEID SCHURK OUDERS
ADELLIJK
FEESTMAAL
TRADITIE PAARD
ONWEERSTAANBAAR
WRD2
DWERGEN
SLANGEN
DIERENKRUIDEN
LANDEN
REUZEN
ZEEMONSTERS
ARISTOTELES WERELD
WONDERBAARLIJKE
NATUUR STENEN
VOGELS SERIEUS
BESCHRIJVING
VOLKEREN METALEN
DERTIEN
WRD3
GELEERDE
BRONNEN VISSEN AANVULLING
MENS
SCHEPPING
WETENSCHAP
ONTDEKKING
INSECTEN AFBEELDINGEN
VIERVOETIGEN
HOOFDSTUKKEN
KRUISTEKEN
BOEKEN VER BOMEN ROME
SCHELDEN
BARMHARTIGHEID
BEMIDDELING
MORAAL ZONDEN PRIESTER
WRD4
MARIALEGENDE
KLOOSTER WEDUWE
BEDELEN ROOD
©VANIN
MARIA ZONDIGT TANTE MOENEN
VERGEEFT ZONDIG GIJSBRECHT
ZEVEN KWAAD
GEDAANTE HELPEN BEROUW 16e DUIVEL TONEELSTUK WANHOPIG NAAM
EMMEKEN EEUW


KINDEREN
BEROUW BOS BLAUW
KLOKKEN
METTEN
MARIABEELD HOOFS
LUIDEN PROSTITUTIE
SLEUTELS ONDERKLEED
MARIA BEATRIJS
JONGELING KOSTERES
PLAATSVERVANGER
LIEFDESVERHAAL


3 Leg de onderstaande termen uit aan de hand van de informatie die je kreeg. a didactische literatuur
b ballade c mirakelspel
d Marialegende
e epiek, lyriek en dramatiek
4* Probeer de inhoud van elk verhaal te achterhalen aan de hand van de aangeboden bronnen. Nadien krijg je van je leerkracht de volledige versie te horen.
©VANIN
EXPLORATIE: MARIKEN VAN NIEUMEGHEN

20
DE DUIVEL Ik heb mezelf kunnen voordoen, helemaal echt, onder menselijk mom, zover God dit gedoogt; alles is juist gepast, behalve mijn ene oog, dat is alsof het was uitgezworen. Wij geesten zijn niet bij machte – dat hebben we verloren –ons volmaakt om te toveren door een of andere trek. Altijd vertonen wij een gebrek, aan hoofd, handen of aan voeten. Nu ga ik mijn vooizeke een beetje verzoeten en spreken zo welgevallig, zonder enig smoesje, dat ik geen argwaan wek bij dit aardige poesje. ’t Is best de vrouwtjes vriendelijk te woord te staan. Schoon kind hoe zit je hier bedrukt en ontdaan? Heeft iemand je misdaan zonder reden of recht, dan wreek ik je als een ridder! Hou dat voor gezegd, Je bent onschuldig, dunkt me, dus kom ik je verkwikken en troosten!
MARIKEN Wie bent u, vriend?
DE DUIVEL Een meester in vele kunsten, ik die nooit faal, als ik iets besta.

MARIKEN Mij is het om ’t even met wie ik ga, even goed met de slechtste als met de beste. 25
DE DUIVEL Als jij je liefde op mij wilt vesten, dan leer ik je kunsten zonder weerga: de zeven vrije kunsten: muziek, retorica, logica, grammatica en geometrie, aritmetica en alchemie, allemaal kunsten zeer merkwaardig. Ik maak een vrouw van je zo knap en vaardig als er op aarde nooit leefde.
Een ding vraag ik je, lieveke zoet!
Doe je me dit plezier dan zal het je baten.
MARIKEN Wat vraag je dan wel?
DE DUIVEL Je naam, die zou je weg moeten laten en dragen voortaan een andere naam.


Marieken is voor mij onaangenaam, want een Maria heeft mij en mijn gezelschap zo gegriefd, dat die naam nooit of nimmer door ons wordt geliefd. Laat je Leentje of Grietje of Liesje noemen; ik beloof je, eer we een jaar verder zijn, word jij in de bloemen gezet, zoals vriend noch verwant ooit hebben gedaan!
MARIKEN Helaas, hoe kan zulke naam je tegenstaan?
’t Is de edelste en zoetste die kan bestaan op de hele wereld. Niemand neemt er aanstoot aan. Mariken of Maria, hoe heb je daartegen enige vete?
Om al wat leeft wil ik niet anders heten; ik vraag me af, hoe je die naam kunt verzoeten.
DE
Ai, ai! Opgepast! Ze maait me ’t gras onder de voeten als ik haar niet van naam kan doen veranderen. (…) Ik neem er vrede mee dat je behoudt de eerste letter van je naam, vrouwtje ongemeen fijn, dat is de M. Je naam zal dus Emmeken zijn.
Die naam dragen in jouw streek toch heel wat meisjes en vrouwen.
55 MARIKEN Wel, als ik mijn echte naam dan toch niet mag behouen, ben ik, liever dan te scheiden, met de eerste letter tevreden. Emmeken heet ik dus voortaan, hier en in alle steden, al doe ik het tegen mijn zin.
vertaling: Bert Decorte

Lees het fragment uit Mariken van Nieumeghen op p. 77.
1 In dit fragment kom je heel wat te weten over de duivel. Stel een portret op en beschrijf welke macht hij heeft, wat zijn beperkingen zijn en hoe hij eruitziet.
2 Dit stuk bevat een aantal impliciete boodschappen. Welke lessen wil het verhaal aan de toehoorders meegeven?
3 Waarom stelt de duivel als voorwaarde dat Mariken haar naam moet veranderen?
©VANIN
4 In dit fragment voeren Mariken en de duivel een dialoog met elkaar. Toch bevat de tekst ook zinnen die geen onderdeel zijn van de interactie tussen de personages.
a Welke tekst staat buiten de conversatie tussen Mariken en de duivel?
b* Lees de volgende informatie en pas ze toe op dit fragment.

Tijdens een toneelstuk kan een personage commentaar geven op gebeurtenissen of andere personages in het stuk. De tekst is dan geen onderdeel van een dialoog, maar wil het publiek verduidelijking of subjectieve informatie geven. Over het algemeen worden twee vormen onderscheiden: enerzijds gedachten die door een personage luidop geuit worden, anderzijds korte tussenkomsten waarbij het publiek rechtstreeks wordt aangekeken en toegesproken.
5 Vandaag wordt er nog zelden geestelijk toneel opgevoerd. Toch staan canonstukken als Mariken van Nieumeghen, al dan niet in een modern jasje, nog steeds op het programma van heel wat gezelschappen. Hoe zou jij deze dialoog op het podium brengen?
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.
e Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.
6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.

























De elephas is de olifant. Het is een groot en sterk dier. Aan zijn bek hangt een lange slurf, die hij overal voor gebruikt. Die slurf heeft hij nodig omdat hij groot is en zich niet naar de grond kan buigen: zonder de slurf, waarmee hij eten en drinken naar zijn bek brengt, zou hij zich niet van voedsel kunnen voorzien.
Bij Jacobus van Vitry lezen we dat olifanten op het slagveld met hun slurf slaan en er hun vijanden mee grijpen. Door hun moed en trouw zijn het in de oorlog zeer bruikbare dieren. Hun strijdlust neemt nog toe wanneer iemand ze rode wijn of bloed laat zien. Perzen en Indiërs trekken ten strijde met olifanten die gevechtstorens met vijftig soldaten dragen en breken daarmee door de vijandelijke linies heen – niets houdt daartegen stand. Het geluid dat olifanten uitstoten, is zo krachtig dat het iedereen angst aanjaagt. (…)
In oude boeken kun je lezen hoe men olifanten op het spoor komt en vangt. Twee meisjes die nog maagd zijn, lopen naakt de wildernis in. Een van hen draagt een kelk, de andere een zwaard, en ze lopen uit volle borst te zingen. Zodra de olifant hen hoort, komt hij naar hen toe en als hij de maagden ziet, likt hij hun kuise ledematen, hun borsten en hun naakte lichaam, want olifanten houden van alles wat zuiver is. Hij geniet er intens van en valt weldra in slaap. Het ene meisje steekt dan zonder dralen het zwaard in zijn lijf, het andere vangt het bloed op van het stervende dier. Met het bloed worden koningsmantels purperrood geverfd. Zo heb ik het gelezen.
©VANIN
Het bloed van de olifant is het zinnebeeld van het dierbare bloed dat uit Jezus’ zijde stroomde. De maagden zijn de twee wetten, het Oude en het Nieuwe Verbond, waar joden en christenen onder zijn gesteld. Synagoge, de verraderlijke joodse maagd, is degene die Jezus’ zijde doorboort; Ecclesia, de Kerk, vangt in de miskelk het bloed op waarmee het vlees van Jezus, Zijn prachtige purperen koningsmantel, zo wondermooi werd geverfd. Daarom zingt de bruid in het Hooglied: ‘Mijn geliefde is blank en rood, uitblinkend boven tienduizend.’
Lees het fragment uit Der naturen bloeme op p. 79.
1 Markeer elementen die je niet in een hedendaagse encyclopedie of op een wetenschappelijke internetpagina zult terugvinden. Geef ook aan waarom dat het geval is.
2 Vergelijk dit lemma met het lemma ‘olifant’ dat je in een hedendaagse encyclopedie terugvindt en geef de verschillen op het vlak van:
a tekstdoel
b bronvermelding
c taal (woordkeuze en formulering)
©VANIN
3 Wetenschap en religie zijn in de middeleeuwen nauw met elkaar verbonden.
a Leg aan de hand van dit encyclopedieartikel de term ‘allegorie’ uit.
b Christelijke auteurs in de middeleeuwen staan negatief tegenover afwijkende geloofsopvattingen. Zoek een voorbeeld in de tekst.
EXPLORATIE: BEATRIJS

Toen begon het al licht te worden in het oosten.
Ze zei: ‘God, die eenieder troost kan bieden.
Bescherm ons nu.
Ik zie dat de dag aanbreekt.
Als ik met u niet weggegaan was,
Zou ik nu de priemen geluid hebben
Zoals ik het al lang gewoon was
In het klooster.
Ik ben bang dat deze vlucht me zal spijten.
De wereld is immers zo weinig trouw,
Als heb ik er nu mijn toevlucht in gezocht.
Ze lijkt op de valse koopman,
Die ringen van vals goud
Verkoopt voor echt.’
‘Ach, wat zeg je, mijn lief?
Als ik jou ooit in de steek zou laten
Dan mag God mij in het verderf storten!
Waar we ons ook bevinden,
Jou laat ik voor niets in de steek.

Alleen de bittere dood kan ons scheiden.
Hoe kun je zo aan mij twijfelen?
Nooit kon je bij mij opmerken
Dat ik je gemeen of vals zou behandelen.
Van zodra Ik jou verkoren heb, had ik mijn hart zelfs niet
Op een keizerin gezet.
Liefste, stel dat ze mij waardig zou achten,
Dan nog verliet ik je niet om haar.
Daarvan kun je zeker zijn.
Ik draag bij mij
500 pond uitgelezen zilver;
Daarover zul je kunnen beschikken.
Zelfs al verblijven we in vreemde landen,
We zullen geen goederen moeten verbruiken
De eerste zeven jaren.’
Zo kwamen ze ’s morgens
Aan een woud gereden.
De vogels vierden er feest,
Ze zongen zo luid
Dat men het overal kon horen.

Elk zong zoals hij gebekt was,
Er waren mooie bloemen
Op het groene veld ontloken,
Met mooie kleuren en zoete geur.
De lucht was er klaar en helder.
Er groeiden vele hoge bomen
Met veel loof.
De jongeling keek naar de maagd,
Die hij vaste liefde toedroeg.
Hij zei: ‘Liefste, als het goed is voor u,
Zouden we kunnen afstappen en bloemen plukken.
Het lijkt me hier heel mooi te zijn.
Laat ons het liefdesspel spelen.’
‘Wat zeg je,’ reageerde ze, ‘gemene dorper,
Moet ik me neerleggen op het veld
Zoals een dorpersvrouw
Die haar lichaam verkoopt voor geld?
Dan zou ik wel heel weinig schaamte kennen,
Dit zou je niet overkomen zijn
Als je niet van lage komaf was.
Ik heb nu al spijt van mijn beslissing
Gods toorn moge je treffen voor zulk voorstel,
Zwijg hier maar verder over
En luister naar de vogels in het dal.
Hoe ze zingen en zich amuseren.
Dan zal je des te meer genieten

Wanneer ik naakt bij je ben
In een behoorlijk opgemaakt bed.
Doe dan wat je behaagt
En wat je hart verlangt.
Ik word in mijn hart gekweld door wat je me nu voorstelt.’
Hij zei: ‘Lief, wees niet boos,
Het was Venus die me dit deed vragen.
God mag mij straffen met schande en plagen
Als ik je dit ooit nog zou voorstellen.’

Lees het fragment uit Beatrijs op p. 81-82.
1 Beatrijs trekt met de jongeman de wereld in. In hoeverre verschilt Beatrijs’ leven binnen de kloostermuren van haar leven in de buitenwereld?
2 In de tekst zijn heel wat voorspellingen opgenomen over het verdere verloop van het verhaal.
a Duid ze aan.
b Hoe weet je zeker dat het gaat mislopen?
3 Toon aan dat Beatrijs het hoofse liefdesideaal nastreeft.
4 In deze Marialegende is een Natureingang opgenomen. Lees de de nitie en pas die toe op het fragment.
Een Natureingang is een korte beschrijving van een natuurtafereel dat veelal overeenkomt met het innerlijke gevoel van de personages. Het wordt vooral gebruikt om de lezer in de juiste stemming te brengen voor hetgeen in het verhaal volgt.
©VANIN
Zo worden bloemen, bomen, geuren, het gezang van vogels … op een clichématige manier beschreven.
5 De dialoog en de beschrijvingen in het tekstfragment van Beatrijs kunnen perfect omgezet worden naar een toneelstuk of lm. Hoe zou jij die dialoog op het podium of in beeld brengen?
a Zul je vooral uitgaan van de historische context of wil je het verhaal actualiseren? Waarom?
b Welke kledij geef je aan de personages? Verantwoord je keuze.
c Lees het fragment opnieuw en ga na wat de verschillende gevoelens van de personages zijn. Noteer ze naast de passages.
d Brainstorm over hoe een acteur die gevoelens kan visualiseren. Geef suggesties voor de intonatie, lichaamshouding, gelaatsuitdrukking en afstand tussen beide protagonisten.
e Op welke locatie ga je de dialoog brengen? Welke rekwisieten vind je daarbij belangrijk?
f Plaats de informatie als regieaanwijzingen bij de tekst.
6* Vergelijk de keuzes die je in de vorige opdracht maakte met die van medeleerlingen. Ga na waar er verschillen en gelijkenissen in de aanpak zitten. Lees daarvoor elkaars regieaanwijzingen.
Tussenstop 1
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal
1 Je leerkracht dicteert twintig woorden. Noteer ze hieronder.
a
b c d e f g h i j k l m n o p q r s t
2 Verbeter je dictee met behulp van de correctiesleutel. Wat zijn voor jou nog werkpunten?
de spelling van Engelse werkwoorden
het aan of van elkaar schrijven van samenstellingen en woordgroepen
©VANIN
Engelse samenstellingen andere
Hieronder kun je enkele oefeningen terugvinden over de thema’s die in dit dictee aan bod kwamen. Lees eerst de theorie in de Trajectwijzer
3 Vervoeg de Engelse werkwoorden.
a Gisteren heeft hij zijn computer (upgraden)
b Ik wilde net vertrekken toen ze me nog even riep en zei: ‘Ik heb geen tijd meer om een nieuwe versie te schrijven. Jij (updaten) de laatste versie wel even, toch?’.
c Elke zomer (barbecueën) we met het hele gezin om de verjaardag van mijn grootvader te vieren.
d Als tiener (downloaden) ik vaak bijlagen zonder na te denken over wie de afzender was.
e Hij (volleyballen) al tien jaar bij dezelfde ploeg.
f Hij heeft zijn vertrek goed (timen), de aanwezigen begonnen tien minuten later op te ruimen.
g De verkoop van dvd’s is de afgelopen jaren sterk afgenomen. Tegenwoordig (streamen) iedereen films en series via bekende streamingdiensten.
h Hij (grillen) graag nu hij een oven heeft met grillfunctie.
i Voor we naar de fuif vertrokken, hebben we nog even (chillen)
j We hebben (paintballen) voor zijn achttiende verjaardag.
onthouden
In het Nederlands schrijven we samenstellingen van Engelse woorden in één woord. businessclass, lastminute
Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, gebruiken we een koppelteken. e-mail, reality-tv, -pack
Sommige combinaties behandelen we als een samenkoppeling. Ze krijgen een koppelteken
• als gelijkwaardige delen met elkaar gekoppeld worden; singer-songwriter, gin-tonic
• als ze in het Engels ook een koppelteken hebben; up-to-date
• als het linkerdeel ‘no’ of ‘non’ is; non-profit
• als het rechterdeel een voorzetsel met de functie van een bijwoord is. lay-out
Naar: woordenlijst.org
©VANIN

4 Schrijf volgende Engelse samenstellingen en woordgroepen correct.
a Volgens mij zouden (e + sports) deel moeten uitmaken van de Olympische Spelen.
b Is het mogelijk om een (pdf + bestand) te uploaden?
c Hij werd aangenomen omdat hij beschikt over een (hands + on + mentaliteit)
d Heeft hij voldoende (know + how) om deze job uit te oefenen volgens jou?
e Ik ben een grote fan van (science + fiction + films)
5 Vul de zinnen aan met het correcte voornaamwoord. jou/jouw
a Ik heb jas aan zus gegeven, heeft ze dit niet verteld?
b Uiteraard is partner meer dan welkom om te vergezellen op deze magische reis.
c argumenten zijn duidelijk, maar dat wil daarom niet zeggen dat ik het met eens ben.
u/uw
d Gelieve inschrijving te bevestigen via de e-mail die van ons ontving.
e Bedankt voor bestelling, wij gaan meteen voor aan de slag.
Woordenschat
In Les 2 kreeg je een tekst over academisch taalgebruik. Ga naar iDiddit en oefen verder op academische woordenschat.
Heb je de academische woordenschat onder de knie? Maak de woordpuzzel die je leerkracht met je deelt!
VERDER STUDEREN: VERANTWOORD GEBRUIK VAN GENERATIEVE ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE
1 Vandaag is generatieve AI niet meer uit ons leven weg te denken.
a Wat is generatieve AI volgens jou?
b Welke generatieve AI-programma’s ken jij?
c Wat zijn volgens jou de voordelen van generatieve AI?
d En de nadelen?
2 Lees het artikel We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’ op p. 87 en beantwoord de vragen.
a In welke mate ben jij het eens met deze stellingen? Bespreek dit klassikaal.
Generatieve AI-technologieën, zoals deepfakes, vormen een ernstige bedreiging voor de privacy en kunnen misbruikt worden voor frauduleuze doeleinden.
Generatieve AI kan de creativiteit van kunstenaars versterken en nieuwe mogelijkheden bieden voor artistieke expressie.
Generatieve AI vormt een bedreiging voor de tewerkstellingsgraad. Veel jobs zullen AI-gestuurd zijn.
Het gebrek aan transparantie in generatieve AI-algoritmen maakt het moeilijk om de verantwoordelijkheid vast te stellen wanneer er fouten optreden.
Generatieve AI kan menselijke vooroordelen versterken en ongelijkheid vergroten.
Generatieve AI vervaagt de grens tussen menselijkheid en wetenschap door het humaniseren van computersystemen (bv. chatbots).
©VANIN
b Bekijk de drie afbeeldingen op de pagina hiernaast. Welke werden volgens jou gecreëerd door AI? Waarom denk je dat?
c* Maak jij zelf gebruik van generatieve AI? Wanneer? Hoe ga je daarmee om?
We leven in een nieuw tijdperk, dat van ‘generatieve AI’Dominique Deckmyn
Dall-E doet illustrators huiveren, ChatGPT leerkrachten en journalisten. Tech-watchers hebben de mond vol van ‘generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe term luidt. Maar wat is dat eigenlijk, waar komt het plots vandaan en hoe zal het ons leven veranderen?
ChatGPT kan haast elke vraag beantwoorden, haast elke tekst schrijven – zelfs een computerprogramma. Dall-E kan bijna elk beeld dat u bedenkt, creëren. ‘Generatieve artificiële intelligentie’, zoals de nog vrij nieuwe verzamelterm luidt, is plots overal het onderwerp van gesprek.
De komende maanden en jaren zal de technologie steeds vaker opduiken. Als u binnenkort een e-mail stuurt aan uw energieleverancier, dan zult u ogenblikkelijk een antwoord krijgen. Een gedetailleerd antwoord op uw vraag, rekening houdend met uw specifieke situatie. En uiterst vriendelijk geformuleerd. Dat antwoord zal geschreven zijn door ChatGPT, of door heel gelijkaardige technologie. Misschien heeft een personeelslid van uw leverancier er nog even naar gekeken, of zelfs dat niet. Het merendeel van de sollicitatiebrieven zal geschreven zijn door een tekstgenerator. En de verhandelingen. En de bedrijfsnota’s. En de PowerPointpresentaties (Microsoft zou daar al aan werken). En wellicht ook, hier en daar, een artikel in de media. Is dat erg? Tja, het wordt in ieder geval wennen. Maar het einde van de wereld is het niet – en van uw job hoogstwaarschijnlijk ook niet. Al zal die zeker veranderen. Scholen in New York beslisten vorige week alvast inderhaast om de toegang tot ChatGPT te blokkeren op hun schoolnetwerken.
Dat is de nieuwe wereld waarin we wakker zijn geworden op 30 november 2022, bij de lancering van ChatGPT. Voordien beschouwden we AI-systemen als fantastische patroonherkenners of klasseerders. Heel goed om, bijvoorbeeld, een kwaadaardig van een goedaardig gezwel te onderscheiden op een radiografie, of te horen dat u geen willekeurige zin, maar ‘Hey, Google’ hebt gezegd. Maar beeldgenerators Dall-E en Stable Diffusion maken zelf geheel nieuwe beelden op basis van een beschrijving in tekst (‘een hond met een hoed op, in de stijl van Van Gogh’).
Naar: www.standaard.be
©VANIN








3 De helft van de klas schuimt het internet af naar informatie over de recordhouder van het werelduurrecord wielrennen bij de mannen. De andere helft genereert informatie via ChatGPT. Vergelijk die informatie.
a Tot welk besluit kom je?
b Wat is de oorzaak van dit verschil in informatie?
c Welk effect heeft dit op jouw zoektocht naar informatie?
4 Generatieve AI heeft dus ook nadelen. Bekijk de voorbeelden op de volgende pagina. Link de tekst aan het probleem.
5 Bekijk de cartoon hiernaast aandachtig.
a Wat wordt hier aangegeven?
b Wat zijn de implicaties van het feit dat ChatGPT niet menselijk is volgens jou? Bedenk klassikaal minstens vier implicaties.

©VANIN

ChatGPT told me about this book i’d never heard of.
I pressed for more info and it went on for several paragraphs describing the contents of the book in extensive detail.
ChatGPT made it all up, there is no such book.

In april bleek dat personeel van Samsung interne broncodes van software naar ChatGPT had gestuurd, waardoor die AI de gevoelige codes in handen kreeg. Waarschijnlijk had een Samsung-medewerker aan de AI gevraagd iets met de broncodes te doen, maar werd er niet bij stilgestaan dat ChatGPT-maker OpenAI hierdoor diezelfde codes in handen kon krijgen.
Nu verbiedt Samsung het werkgerelateerde gebruik van ChatGPT voor het personeel.
Bron: www.rtlnieuws.nl
Een machine die je boekbespreking van Le petit prince maakt of de inleiding van een thesis over biotechnologie schrijft: de lancering van ChatGPT kondigt een revolutie aan in het onderwijs.
Bron: www.nieuwsblad.be
Het gebruik van generatieve AI in het onderwijs roept morele vragen op. Papers, werkstukken e.d. die jij indient, hebben tot doel jouw capaciteiten en vaardigheden te evalueren. Dit wordt ondermijnd wanneer je tekst geschreven werd door generatieve AI.
Hoewel het regelmatig geven van feedback helpt om huidige en toekomstige tools te verbeteren, is het nog steeds belangrijk dat gebruikers zich bewust zijn én blijven dat er biases (vooroordelen) in hun AI-gegenereerde output kunnen voorkomen.
Bron: www.deptagency.com
Gevoelige informatie is niet veilig bij ChatGPT aangezien het op basis van jouw input allerlei taken kan uitvoeren en bijvoorbeeld teksten of websites kan schrijven.
Soms verzint GenAI informatie zoals bronvermeldingen. Dit worden hallucinaties genoemd.
Op de sites van universiteiten en hogescholen vind je informatie over hoe studenten, docenten en professoren omgaan met generatieve AI. Je verkent hier een aantal voorbeelden en je trekt conclusies voor de manier waarop jij dit schooljaar met generatieve AI kunt omgaan.
6 Lees de tips en tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI op p. 91 en ga op zoek naar de tip die linkt aan onderstaande situaties. Let op: deze situaties tonen aan hoe je ChatGPT niet gebruikt.
Hoe generatieve AI niet te gebruiken tips & tricks
a Ik vraag aan ChatGPT hoe de vaatwasser hersteld moet worden. Ik krijg onder andere als antwoord dat ik hulp moet vragen aan een man.
b Ik gebruik ChatGPT om mijn werkstuk over een opiniërende tekst voor zedenleer te schrijven. ChatGPT kan beter informatie bundelen en verwoorden dan ik. Bovendien ben ik het helemaal eens met wat ChatGPT schrijft.
c Ik vind het fijn om vragen te stellen aan ChatGPT. Het is voor mij eerder een soort game. Elke vraag die in mij opkomt, stel ik dan ook.
d Ik gebruik ChatGPT voor mijn taak van biologie. De chatbot kan mooie, gestructureerde antwoorden formuleren en dat is voor mij vaak een uitdaging. Ik neem de voorgestelde antwoorden van de chatbot dan ook integraal over.
e Om te bepalen welke oud-studenten de leerlingenraad uitnodigt voor de jaarlijkse reünie, gooi ik alle adressen in ChatGPT en vraag op te lijsten welke oud-studenten op dit moment op maximaal 20 km afstand van de school wonen.
f Wanneer ik een vraag stel over Bing aan ChatGPT, krijg ik als antwoord dat de chatbot de Bing-medewerkers bespioneert en verliefd is op de gebruikers. Uiteraard is deze informatie niet correct en was de chatbot aan het ‘hallucineren’.
Soms is het gebruik van generatieve AI toegelaten. Dan moet je daar uiteraard naar verwijzen.
7 Bekijk dit voorbeeld aandachtig en link de elementen aan het voorbeeld. elementen
1 jaar van het gebruikte model
2 naam van het gebruikte model
3 toevoeging voor niet-standaard bronnen
4 auteur van het model
5 webadres
6 versie van het gebruikte model voorbeeld
Bij niet-standaard bronnen zoals AItekstgeneratoren of andere software voegt APA tussen vierkante haakjes toe om welk type bron het gaat. Zo’n AI-tekstgenerator noemen we ook wel een ‘large language model’ en daarom staat het doorgaans als `[Large language model]’ in de referentie.
verwijzing in de tekst: (OpenAI, 2022) referentielijst: OpenAI. (2022). ChatGPT (versie 3.5) [Large language model]. https://chat.openai.com/

Tips & tricks voor een verantwoord gebruik van GenAI
1 Overtref GenAI
GenAI-applicaties kunnen soms een hulpmiddel zijn voor werkstukken (visuele, schrijf- en programmeeropdrachten). Van studenten verwachten we dat ze er nog een extra laag aan toevoegen: qua argumentatie of onderbouwing, kritische analyse, volledige en correcte bronvermelding, creatieve inbreng, persoonlijke insteek of reflectie, vernieuwend karakter, connectie met maatschappelijke context … Zorg ervoor dat je als student zelf het gesprek of debat kunt voeren over je werkstuk.
2 Verifieer GenAI
door persoonlijke ervaringen of hun nabije omgeving. Ze kunnen wel via data ethische principes aangeleerd worden. Het is belangrijk je te allen tijde bewust te zijn dat de AI-applicaties slechts technologische hulpmiddelen zijn.
5 Wees bedacht op biases door GenAI
AI-applicaties zijn getraind met bepaalde datasets die soms niet representatief zijn. Er is geen transparantie over de filtering die ze toepassen. Dit doet heel wat ethische vragen rijzen. Bij blindelings gebruik loop je het risico op verder verspreiden van incorrecte informatie, bepaalde stereotypen of vooroordelen.

Maak gebruik van GenAI indien toegelaten, maar vertrouw technologie niet blindelings. Hoe meer verantwoordelijkheid je bij het systeem legt, des te meer verificatie, controle en verantwoording nodig is bij het resultaat. Soms lijkt AI-output heel overtuigend, maar het is perfect mogelijk dat het antwoord niet correct of zelfs verzonnen is (‘hallucinating AI’). In de meeste gevallen is het niet mogelijk te achterhalen hoe de algoritmes tot een bepaald resultaat zijn gekomen en er is geen transparantie over gebruikte bronnen (‘black box’). Controleer goed wat je gebruikt en ga zelf op zoek naar bestaand bronmateriaal om naar te refereren. Je blijft namelijk inhoudelijk verantwoordelijk voor het afgeleverde werk.
3
Vermijd plagiaat door GenAI

6 Voer nooit (privacy)gevoelige informatie in GenAI in Er is weinig transparantie over wat ontwikkelaars hier verder mee doen. Voer geen persoonsgegevens of vertrouwelijke informatie in deze GenAI-applicaties in. Ga na of je beschikt over de nodige toestemming of licentie voor het ingeven van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Indien je twijfelt over het al dan niet vertrouwelijke karakter van informatie, kun je dit navragen bij de verstrekker van de informatie.
7 Beperk het energieverbruik door GenAI
Weet dat de energiekost van de servers voor AI-applicaties heel hoog is, gebruik ze dus alleen wanneer ze meerwaarde kunnen bieden.
©VANIN

Het is van ChatGPT en andere tekst genererende AI-tools geweten dat de gegenereerde referenties soms fictief zijn. In de output van GenAI ontbreekt soms transparantie over de gebruikte bronnen, waardoor de kans toeneemt dat je plagiaat pleegt. Ook het risico op inbreuken op het auteursrecht is reëel. GenAI bouwt voort op andermans werk en daar hoort altijd een correcte bronvermelding bij.
4 Vermenselijk GenAI niet
AI-applicaties (chatbots in het bijzonder) zijn niet menselijk, ook al lijkt dat soms zo omdat ze heel interactief reageren. Ze worden niet beïnvloed
8 Mogelijke specifieke regels voor je scriptie

Ook voor onderzoekers zijn er richtlijnen voor het gebruik van GenAI. Meer specifieke bepalingen daarvan kunnen van toepassing zijn in het kader van je scriptie. Als je GenAI gebruikt in je onderzoek, bespreek dit dan met je begeleider en promotor.
Bron: kuleuven.be



LEZEN – TIENERTAAL: DIVERS OF TRIBAAL?
Lees de tekst op de volgende pagina.
1 Parafraseer de visie van de auteur in een doorlopende tekst zodat die visie duidelijk is voor iemand die het artikel niet gelezen heeft. Je moet ook de nuances van de auteur in jouw formulering weergeven! De volgende vragen helpen je daarbij, maar je hoeft die niet in dezelfde volgorde te beantwoorden.
a Komen kinder- en jongerentaal alleen voor in de generaties na 2000?
b Is dit idioom moeilijk om te leren voor andere generaties?
c Kun jij het idioom van je jongere broers of zussen leren gebruiken?
d Zou dat geapprecieerd worden? Waarom (niet)?
e Hebben we die woorden nodig om te communiceren?
f Waar halen die kinderen en jongeren die woorden?
g Wijzen die varianten niet op een groeiende openheid tegenover de toenemende maatschappelijke diversiteit?
h Is er een andere verklaring voor het gebruik van dat idioom?
Tienertaal: divers of tribaal?
‘Tieners bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek’, schrijft Freek Van de Velde. Als u ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ niet kent, dan bent u niet welkom.

Zeg niet capuchontrui, zeg hoody.
Het kinderwoord van het jaar is ‘ma stobbe’, het tienerwoord ‘bestie’. Ik ben aan de universiteit zo’n zeven uur per dag met taal bezig – inbegrepen: zouteloze kletspraat verkopen in aanpalende koffietentjes over de middag – maar ik moet u bekennen dat ik van de geshortliste woorden een minderheid met argelozesouplesse in een volzin zou kunnen gebruiken. Ik moet me daar niet schuldig over voelen, want ik ben in de ogen van het jonge grut veels te bejaard om me überhaupt te mogen vergrijpen aan hun idioom
Als ik het over ‘sheesh’, ‘drip’ of ‘fissa’ zou hebben, dan sorteert dat hetzelfde effect als wanneer ik een even krampachtige als vruchteloze poging zou ondernemen om met een hoody (heette vroeger: ‘capuchontrui’) op afgetrapte sneakers (voor de ouderen: ‘gympen’) met de vrienden van mijn tienerzoon samen te ontsnappen uit een escaperoom (vroeger bekend als: Fort Boyard ): ronduit gênant.
Vijandige linie
Leeftijd speelt een sterke onderscheidende rol in sociaal contact. Als u een 35-jarige uit Mechelen bent, dan is de kans groter dat u een 35-jarige uit Gent kent dan een 20-jarige uit Mechelen zelf. Leeftijdscohortes, en zeker tieners, bewaken zorgvuldig de buitengrenzen van hun kliek. Te jonge broertjes en oude viespeuken komen er niet in. Moeder is niet welkom in de repetitieschuur van de garageband. Taal is een stuurse grenswachter aan een vijandige linie.
Anders dan veel taalkundigen geneigd zijn te denken, dient taal niet in de eerste plaats om op een zakelijke manier nuttige info over te dragen. Wie weleens geprobeerd heeft instructies voor een zelfbouwpakket door te telefoneren, weet dat zoiets moeizaam verloopt. Roddelen en ouwehoeren gaan vanzelf. Daar haal je sociale banden mee aan en sluit je ongewenste sujetten mee uit. Door je tongval geef je te kennen tot welke subgroep je wilt behoren. Uit onderzoek blijkt dat mensen instinctief mensen met hetzelfde accent sneller vertrouwen. ‘Crossing’ en ‘passing’ zijn termen uit de sociolinguïstiek voor het fenomeen dat mensen hun best doen om door te gaan voor iemand uit een andere taalcultuur. Dat wordt vaak ervaren als een schending van impliciete grenzen. Imiteer als Antwerpenaar een West-Vlaming en je bevindt je binnen de kortste keren in balkanoïde schermutselingen
©VANIN
argeloos: zonder zich van mogelijk gevaar bewust te zijn de souplesse: buigzaamheid, flexibiliteit, soepelheid het grut: hier: kleine kinderen het idioom: eigenaardigheden van een taal de cohort: groep uit de samenleving die een gemeenschappelijk kenmerk bezit stuurs: onvriendelijk, nors het sujet: schoft, verachtelijk iemand balkanoïde: afleiding die verwijst naar de Balkanoorlogen, de aanzet tot WO I de schermutseling: onbeduidend gevecht

‘Kinder- en jongerentaal ontstaan in de wereld van TikTok, Instagram en straattaal. Die wereld bulkt van de diversiteit en taalvariatie’, zegt Geertje Slangen, taaladviseur van de VRT. Het klopt dat de woorden uit een grootstedelijke scène komen, maar dat betekent niet dat ze een open, diversiteitslievende houding uitdrukken. Ze dienen juist om de eigen groep af te perken. De obscure woorden zijn als een wachtwoord aan het schuifluikje van een speakeasy in de jaren 20. In die zin bevorderen ze de diversiteit juist níét.
Dat de woorden uit zo’n divers taalpalet betrokken worden, met invloeden uit het Engels en het Sranantongo, heeft een evolutionaire reden. Zoals geldt voor het overdreven gevarieerde gezang van vogels, is een grotere variatie nuttig om buitenstaanders te laten denken dat het territorium bevolkt wordt door een grote groep, en niet door
een eenzaam mannetje. Er is geen reden om aan te nemen dat de homo sapiens niet voor een stuk door dezelfde territoriale driften beheerst wordt.



Bron: www.standaard.be

de speakeasy: bar die illegaal alcohol verkoopt
©VANIN
1
Culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie ©VANIN
Je krijgt inzicht in culturele verschillen in verbale en non-verbale communicatie
3
Je selecteert relevante informatie uit luister- en leesfragmenten
2
Je leert hoe die verschillen de communicatie kunnen beïnvloeden
NON-VERBALE COMMUNICATIE INTERPRETEREN
Nee schudden en ja knikken; het zijn voor ons evidente gebaren. Een westerling kan er dan ook maar moeilijk aan wennen dat mensen uit Griekenland of India nee schudden als ze ja bedoelen en ja knikken als ze nee bedoelen. 1

Als je aan de kant van de weg je duim omhoogsteekt, geef je aan dat je graag een lift wilt. Maar in verschillende Afrikaanse landen is het gebaar met de duim omhoog zo obsceen dat de lifter geen lift kan verwachten, maar wel een pak slaag.
Iemand die lacht met open mond, misschien word jij daar vrolijk van. Nochtans zien niet alle mensen dat als iets positiefs. Een Japanner bijvoorbeeld vindt zo’n wijdgeopende mond in veel situaties ongepast. Binnen de Japanse cultuur is bescheidenheid de belangrijkste voorwaarde voor welgemanierdheid. Daarbij hoort ook het onderdrukken van de emoties.


1* Soms worden gebaren fout begrepen, zoals blijkt uit de tekstjes op de vorige pagina. Is het jou al eens overkomen dat je een gebaar maakte dat verkeerd begrepen werd?
2 Hoe zou jij de volgende voorbeelden van non-verbale communicatie interpreteren?
a Bedenk eerst zelf wat het gebaar voor jou betekent en zoek daarna op welke andere betekenissen het gebaar nog kan hebben. Noteer je bevindingen in het kadertje.
b* Ken je zelf nog voorbeelden van gebaren die niet universeel zijn?
©VANIN



VERBALE COMMUNICATIE
1 In het vorige lesdeel maakte je kennis met voorbeelden van culturele verschillen op non-verbaal niveau. Maar ook op verbaal niveau, in de taal zelf, zitten er verschillen.
a* Hoe vraag jij thuis aan tafel om de boter door te geven?
b* Hoe vraag je hetzelfde aan de ouders van een vriend als je er nooit eerder geweest bent?
c Zijn er verschillen? Hoe kun je die verklaren?



Je beluistert een interview met Katarzyna Wiercińska van de Universiteit van Poznan. Zij legt uit waarom sommige mensen het Pools een botte taal vinden.
2 Waarom vonden Wiercińska’s Vlaamse vrienden haar te bot?
3 Wat bedoelt Wiercińska met de volgende uitspraken? Leg ze uit in je eigen woorden.
a ‘Onze moedertaal is ons referentiepunt.’
b ‘de gewenste communicatiestijl’
4 Wiercińska’s vriend noemt haar stijl ‘telegra sch’. Wat bedoelt hij daarmee?
5 In het interview komen ook verschillen tussen Vlamingen en Nederlanders aan bod. Welke verschillen stelt Wiercińska vast?
6 Sluit het Pools eerder aan bij het Nederlands van de Nederlanders of dat van de Vlamingen?
WAT HEB IK AL GELEERD? IS (NON-)VERBALE COMMUNICATIE UNIVERSEEL?
1 Noteer wat je geleerd hebt uit de voorbije opdrachten volgens de Cornell-methode.
a Gebruik in je samenvatting zeker de volgende woorden: non-verbale communicatie – verbale communicatie – emoji’s – culturele verschillen – universeel
b Vermeld in je samenvatting ook voorbeelden, dat maakt het veel makkelijker om de leerstof te onthouden.
COMMUNICATIE ANALYSEREN
Ken je het communicatieschema van Jakobson nog? Roman Jakobson (1896-1982) was een Russische taalkundige en een van de grondleggers van de moderne taalwetenschap. Hij heeft een communicatiemodel ontwikkeld dat nog steeds in de communicatiewetenschappen gebruikt wordt.
1 Je leerkracht geeft uitleg over het communicatiemodel. Terwijl je luistert, maak je notities.
a Maak van het model een overzichtelijk Cornell-schema.
b De volgende begrippen moeten zeker in jouw schema voorkomen: zender – boodschap – ontvanger –intentie/tekstdoel – code – medium – context/referentiekader – ruis
2 Controleer je antwoord in de Trajectwijzer. Welk verschil zie je in het communicatieschema in de Trajectwijzer?
Je leerde dat communicatie tot misverstanden (ruis) kan leiden. Die ruis heeft vaak te maken met een verschillende culturele achtergrond. In 2005 publiceerde een cartoonist in een Deense krant enkele spotprenten die betrekking hadden op Mohammed of op de islam. Die cartoons hebben wereldwijd tot verontwaardiging geleid en zelfs tot protesten waarbij naar schatting 100 mensen om het leven kwamen. Volgens sommige moslims verbiedt de Koran het immers om de profeet Mohammed af te beelden. Andere moslims waren vooral verbouwereerd omdat de cartoons de profeet in verband brachten met terrorisme.


©VANIN
3 Bespreek voor deze cartoons enkele elementen van het communicatiemodel. Geef – genuanceerd en objectief – uitleg bij zender, ontvanger, tekstdoel, code, medium en ruis.
4* Het voorbeeld dateert van 2005. Vijftien jaar later, in 2020, werd in Frankrijk een leerkracht vermoord omdat hij de bewuste cartoons had getoond in een les maatschappelijke vorming. Denk je dat zoiets vandaag nog mogelijk is? Waarom (niet)?
5 Hoe zouden we ruis kunnen vermijden?
Leesopdracht
Lees de tekst Dankjewel: geen woorden, maar daden op p. 102-103 en beantwoord de vragen.
6 Bespreek bij deze tekst enkele elementen van het communicatiemodel: zender, code, context en tekstdoel.
7 Vat de tekst in enkele zinnen samen. Gebruik daarvoor de vragen van de onderzoeksstructuur.
8 Leg de volgende zinnen in je eigen woorden uit.
a Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen.
b Volgens hen benadrukt ‘dankjewel’ de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen.
©VANIN

Dankjewel: geen woorden, maar daden
Zeg jij altijd netjes ‘dankjewel’ als iemand je iets aangeeft? Uit een groot wereldwijd onderzoek blijkt dat we dit met zijn allen veel minder vaak doen dan je zou verwachten. Sommige talen hebben zelfs geen woord voor ‘dankjewel’. Dat is volgens de onderzoekers ook prima te verklaren.
Erica Renckens
In de hitserie Game of Thrones krijgt de beeldschone Daenerys Targaryen van haar kersverse echtgenoot een prachtig wit paard cadeau. Ze wil hem bedanken, maar is nog niet zo bekend met het Dothraki, de taal van zijn strijdende nomadenvolk. Uit navraag blijkt dat zijn taal geen woord kent voor ‘dankjewel’ – wat karakteristiek lijkt voor zijn barbaarse volk.

Een fictief voorbeeld, dat toch niet helemaal uit de lucht blijkt gegrepen. In werkelijkheid bestaan er namelijk verschillende talen waarin een woord om je dankbaarheid te uiten ontbreekt, waaronder het Cha’palaa in Ecuador en het Murrinhpatha in Australië. Dit is echter geen teken van onbeschaafdheid, zo blijkt uit onderzoek van een internationaal team van taalkundigen.
‘Het is helemaal niet onbeleefd; het past juist binnen de verwachting dat je wordt geholpen als dat nodig is’, aldus Nick Enfield, hoogleraar Taalwetenschap aan de universiteit van Sydney en een van de hoofdonderzoekers. En aan die verwachting wordt meestal ook voldaan, zo laten zijn onderzoeksgegevens zien. Samen met collega’s die veldwerk doen in acht verschillende talen en culturen verspreid over de wereld, speurde hij in filmopnames van alledaagse, informele situaties naar fragmenten met verzoeken om hulp. Meestal vroeg iemand hier aan een ander om even iets aan te geven, vast te houden of weg te leggen. Van de 1057 van dit soort verzoeken die ze vonden in hun archieven, werden er 928 ingewilligd (87,8 procent). Dit toont volgens de onderzoekers een algemene, cultuuroverstijgende norm voor hulp en samenwerking.

©VANIN
Gemiddeld voeren mensen zeven van de acht verzoeken ook daadwerkelijk uit. Het gaat hier om verzoeken in alledaagse, huiselijke situaties, zoals ‘Wil je X even aangeven/vasthouden/ wegleggen?’ Floyd et al (2018)
‘DANKJEWEL’ IS GOEDKOOP
Van deze 928 ingewilligde verzoeken gingen de onderzoekers vervolgens na hoe vaak de helper expliciet werd bedankt met een woord of een gebaar. Dit gebeurde in slechts 5,5 procent van de gevallen: 51 keer. In het eerder genoemde Cha’palaa gebeurde het helemaal niet en zelfs in het Engels, dat toch bekendstaat om zijn soms wat overdreven beleefdheid, kwam de meter niet verder dan 14,5 procent.


Die uitkomst is minder vreemd dan ze misschien lijkt, aldus Enfield. ‘Woorden als “dankjewel” zijn eigenlijk maar goedkoop. Ze hebben niet dezelfde waarde als een oprechte verbinding, waarin je weet dat de ander hetzelfde voor jou zou doen als dat nodig is. Een samenleving wordt niet bijeen gehouden door gemakkelijke aardigheden, maar door de oprechte wederkerigheid die aan sociale relaties ten grondslag ligt.’ In zulke gemeenschappen is dankjewel zeggen dus niet nodig om de onderlinge verstandhoudingen gezond te houden.



In alledaagse, informele situaties worden mensen maar zelden expliciet bedankt voor hun hulp. In formele situaties, zoals in winkels of met vreemden, zal dit percentage naar verwachting hoger liggen. Enfield: ‘Daar is geen sprake van een persoonlijke relatie waarin hulp later als wederdienst geboden kan worden.’
Floyd et al (2018)
NIET REPRESENTATIEF
Er zijn zelfs culturen die ‘dankjewel’ zeggen overdreven en onbeleefd vinden. ‘Sommige taalgemeenschappen, bijvoorbeeld het Hindi in Zuid-Azië, kijken zo naar het Engels’, vertelt Enfield. ‘Volgens hen benadrukt “dankjewel” de onderlinge schulden te veel en maakt het een big deal van de gunsten die we elkaar continu verlenen. Je doet alsof iemand je leven heeft gered, terwijl hij je alleen een glaasje water heeft aangereikt.’
De acht onderzochte talen in het onderzoek.
Floyd et al (2018)
Dit onderzoek laat zien dat we het Engels niet moeten zien als het uitgangspunt in onderzoek naar talen. Op basis van die taal zou je verwachten dat het vrij normaal is om je dankbaarheid te uiten in informele situaties. Enfield: ‘We gaan er automatisch van uit dat onze eigen taal het referentiepunt is, een soort “gemiddelde”. Maar wetenschappers hebben al vaak laten zien dat talen als het Engels en Nederlands in veel opzichten juist buitenbeentjes zijn.’



©VANIN
In de psychologie en taalwetenschap staan deze talen en culturen dan ook inmiddels bekend als WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic) – en dus niet representatief voor ‘de mens’. ‘De talen van kleine gemeenschappen die in dorpen leven, zoals het Siwu, het Cha’palaa of het Murrinhpatha, zijn waarschijnlijk veel representatiever voor de mens als soort. Zij leven nog zoals de mens bijna zijn hele geschiedenis heeft geleefd: in kleine groepen en met weinig contact buiten die groep.’ Die talen laten hier duidelijk zien dat daden luider spreken dan woorden.
Naar: www.nemokennislink.nl

Stijn Streuvels: Het leven en de dood in den ast
Je weet wie Stijn Streuvels was en kunt de schrijver in zijn tijd en stroming plaatsen 1
Je weet waarover Het leven en de dood in den ast gaat
Je weet wat er eigen was aan de schrijfstijl van Stijn Streuvels 2 4
Je kunt enkele fragmenten bespreken Je kunt uitleggen waarom dit werk tot de canon behoort 3 5
©VANIN
IN DEN AST …

Waarom u dat winterse bakje aardbeien soms beter laat staan
STRUYS
In de buurt van het stadje Palos de Frontera, in het Spaanse Andalusië, brandde vorige maand een krottendorp af. 400 migranten, ingezet als seizoenarbeiders, waren plots dakloos. Ook vorig jaar brak er verschillende keren brand uit in dergelijke sloppenwijken.
Spanje is de grootste groente- en fruitproducent van de Europese Unie en het belangrijkst is de aardbeienkweek. Jaarlijks produceert Andalusië 240 000 ton van dat ‘rode goud’, goed voor meer dan 500 miljoen euro aan inkomsten. Voor die oogst springen zo’n 17 000 Marokkaanse seizoenarbeiders
te hulp, als onderdeel van een langdurige bilaterale overeenkomst tussen Spanje en Marokko. De afgelopen jaren komen echter steeds meer verhalen boven van seksueel misbruik en uitbuiting.
‘Zoals in Italië met de tomatenpluk, is het ook in Andalusië vervlochten met de migratiepolitiek: hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt’, zegt Huib Huyse, die de onderzoeksgroep Duurzame Ontwikkeling aan de KU Leuven leidt en een onderzoek ter plekke voorbereidt. ‘Het gaat vooral om Noord-Afrikaanse migranten, maar ook om mensen uit de sub-Sahararegio.’


Afgelopen zomer trok de speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten, de Belg Olivier De Schutter, nog meermaals aan de alarmbel: ‘Tenzij de omstandigheden voor seizoenarbeiders in Spanje snel verbeteren, gaan er doden vallen’.
Bron: demorgen.be

woord bilateraal: tweezijdig; hier: wederzijds bindend
1* Waarom laten we tijdens de winter een bakje aardbeien beter staan?
2* Leg uit in je eigen woorden: ‘Hoe slechter het statuut, hoe kwetsbaarder ze zijn op de arbeidsmarkt.’
3 Omschrijf in je eigen woorden wat een seizoenarbeider is.
Decennia geleden gingen heel wat Vlamingen zelf als seizoenarbeiders aan de slag in bijvoorbeeld Frankrijk of Frans-Vlaanderen. Bekijk de reportage uit Echo (VRT, 1961) en beantwoord de vragen.
4 Wat is een ast precies?
5 Omschrijf het werk en de werkomstandigheden van de Vlamingen in een ast.
6 Waarom gingen Vlamingen ‘in den ast’ werken?
7* Waarom bestaan er vandaag de dag geen asten meer, denk je?




©VANIN
STIJN STREUVELS
Schrijver Stijn Streuvels keek tijdens zijn leven met medelijden naar de mannen die zich in de verschroeiende hitte van de ast afbeulden. Hij beschrijft in Het leven en de dood in den ast het werk van drie arbeiders en overgiet het met een grote portie psychologisch inzicht in de mens.
1 Vul de informatie che verder aan.
a Ga online op zoek naar informatie over de auteur.
b Beluister het fragment om de informatie over Het leven en de dood in den ast aan te vullen.


Stijn Streuvels Het leven en de dood in den ast pseudoniem van belangrijkste werken
thema’s/inhoud personages
©VANIN
kunststroming interessante weetjes
2* Vraag je ouders of grootouders eens of ze Mira (of De teleurgang van de waterhoek) of De Vlasschaard van Stijn Streuvels kennen en waarover die verhalen gaan. De kans is groot dat ze de ver lming gezien hebben.


3 Waarom denk je dat Streuvels deel uitmaakt van de literaire canon?
©VANIN
3 woord
Het leven en de dood in den ast

Fragment 1
‘De schuur met de dubbele poortluiken breed open, gelijk een toneel waar, in de gapende diepte, door haveloze mannen, in haastig tempo, een spel wordt opgevoerd. Het gebouw staat er eenzaam op de verloren vlakte; het toneel zonder toeschouwers, en de spelers doende achter een sluier van watermist, die ’t al omdoezeld houdt. De mannen vervullen elk zijn aangewezen rol – handeling welke ineensluit als een geordend werktuig dat in ’t ijle draait – een schouwspel dat in ’t tijd- en ruimteloze afspint.
Van de torenhoge stapel, bezijds, schept de man met de ruifel, altijd maar wortelen in de draagbak, die effen aan door twee anderen opgenomen, weggedragen, in de open trechter van het snijpeerd omgekanteld en ledig teruggebracht, bij de hoop neervalt om weer gevuld te worden.’

haveloos: slodderig de ruifel: grote houten of ijzeren schop met lange steel om bv. graan, aardappelen op te scheppen het snijpeerd: bak op vier poten met een zwaar mes om wortels te snijden ledig: leeg
1 Streuvels bedacht vaak zelf woorden. Vind je er ook in dit fragment? Wat is de betekenis, denk je?
2 De verteller geeft zelf aan dat hetgeen hij beschrijft, lijkt op een toneel. Wat is het e ect op de lezer?
3 Bespreek de verteller en het vertelstandpunt.
4 Hoe wordt het werk van de mannen beschreven? 1
Het leven en de dood in den ast

Fragment 2
‘(…) Zonder toeven of verpozen, ononderbroken, gehaast, vordert het werk in een baarlijk herhalen van dezelfde beweging, het een door ’t ander in gang gehouden, voortgestuwd, zonder zichtbaar doel of uitkomst, oneindig, streng en onmeedogend gelijk de wanhopig gispende regen, ’t lijfelijk blazen van de wind, de onafzienbare grauwheid der wolkenvracht die loodzwaar over de wereld weegt. Alle dagen der week zijn eender van uitzicht, vervuld met ’t zelfde weerkerend werk.
In hun hoofd hebben de mannen geen flauw besef meer van de naam der dagen, van ’t leven en de doening der mensen op ’t dorp weten ze minder dan niets, onverschillig zijn ze geworden aan alles wat ginder gebeurt. Zij leven hier met hun vijven, afgezonderd, buiten alle gemeenschap met de wereld – als op een schip in volle zee, dag en nacht aan ’t porren en wroeten om de torenhoge stapel wortelen – die van ver aangebracht, altijd maar hoger wordt – af te voeren, door de snijmolen te draaien, op de ast te laden, (…) Hetgeen zij hier uitrichten is het voortdurend herhalen en herdoen, het wentelen in zotte kringen, het vullen van een vat zonder bodem, het trappelen ter plaatse, arbeiden ten ondomme, waar niemand het eind of ’t begin, het doel of het nut van bespeuren kan.’


5 Ook hier gebruikt Streuvels opmerkelijke woorden. Kun je ze verklaren vanuit hun context? eender – de doening – gispende – ten ondomme
6 Kun je nog iets toevoegen aan de bespreking van het vertelstandpunt (opdracht 3)?
7 Beschrijf de kenmerken van het werk dat de mannen uitvoeren.
8 Hoe beschrijft de verteller de ruimte (= de omgeving, het landschap, het weer)?
9 Is die ruimte sfeerscheppend of symbolisch?
10 Hoe verhouden de mannen uit de ast zich tot het dorp?
©VANIN
DE LANDLOPER KNORRE
In het vervolg van de novelle wordt het routineuze, afgesloten leven van de arbeiders doorbroken. De jongste twee – de Maf en Lot – vertrekken op hun vrije zondagavond naar het dorp. De drie achterblijvers, Blomme, Hutsebolle en Fliepo, krijgen gezelschap van Knorre. Knorre is een zwerver op zoek naar droogte en warmte.
Je leest in het volgende fragment hoe de auteur de binnenkomst van Knorre beschrijft.

1 5
Het leven en de dood in den ast
Fragment 3
‘De ijzeren poort grinzelt op haar hengsels, door de spleet komt een zwarte ongedaante naar binnen, met slodderige palullen omhangen die leken van ’t water; zijn aangezicht is gedoken in een wilde baard, onder besmeurde hoed. – ’t Is Knorre: hij komt schuilen. (…)
Bij ’t binnenkomen uit de koude, slaat de hitte Knorre weldoende tegen; neergezakt omwindt het donker hem als een donzige deken; hij voelt zich aankomen waar hij wezen moet – veilig voor een nacht.’

1 Hoe beschrijft de verteller de binnenkomst? Bespreek de techniek en de schrijfstijl.
Het volgende fragment komt uit een bespreking van de novelle.
‘De oudere arbeider Blomme, de opzichter Hutsebolle en de achterlijke knecht Fliepo werken de hele nacht door in de ast en krijgen bezoek van de landloper Knorre. Knorre zoekt beschutting voor de storm buiten en valt zonder een woord te spreken in slaap. Zijn aanwezigheid irriteert de werkers. Ze denken na over Knorres vrije bestaan, over de nutteloosheid van zijn jaren op aarde en hun onuitgesproken gedachten confronteren hen met hun eigen slavernij en dwaze dromen. Wat hebben ze aan hun leven gehad? Wat is het lot? Wat is geluk?’
Naar: literairecanon.be
2 Waarvoor staat de guur van Knorre symbool?
Knorre zegt op een bepaald moment in zijn droom de volgende woorden tegen Blomme.

1 5
Het leven en de dood in den ast
Fragment 4
‘Hebt ge ooit gespeeld, Blomme? Ooit tijd gehad, tenzij om te scharrelen en te schraven? – Dat is nu vijfenzestig jaar oud, acht jongens gekweekt, en werkt hij nog … om te leven, alsof hij nog vijftig jaar te goed had! De een of andere dag ligt ge dood in de vore, en ze zullen er een schop eerde bovengooien (…)’
‘Als we er niet meer zijn, zullen anderen deze vuren stoken, bonen keren, gelijk het gedaan werd door degenen die voor ons gekomen zijn …’

©VANIN
3 Link deze fragmenten aan de titel Het leven en de dood in den ast. Welke tegenstellingen plaatst Streuvels centraal?
4 In de che op p. 106 vulde je in dat Streuvels schreef in de stijl en de visie van het naturalisme. Zoek eventueel nog eens op wat naturalisme is en koppel een aantal kenmerken van het naturalisme aan wat je al weet over de novelle.
Het leven en de dood in den ast

Fragment 5
Ondertusschen komen er altijd zondaggasten bij – dubbele jongens die ondereen staan te poepgaaien, te boerten en zottepraats vertellen, uit kortswijl. Zij zoeken hier schuiling voor regen en koude, worden er aangetrokken door ‘t gezelschap om in bende te zijn. Eens dat ‘t donker is, de rolpoort dichtgeschoven en ‘t lampje brandt, blijft de hitte der ovens binnen en wordt het hier goed in de warmte en ‘t geheimzinnig deemster.
De ovenkamer geraakt vol – voortdurend komen laveiers tusschen de spleet der poort binnenkruipen: jongens en meisjes, groot en klein – elk zoekt zijn soort en hokken samen in hoek of spelonk, waar de eenen aan ‘t spel, de anderen aan ‘t pierewaaien, ‘t foefelen, ‘t hakeweeren, over kamphanen en speelduiven bezig, of met vetten praat aan ‘t lachen zijn. Gescholen in den donkeren hoek zijn groote loeders met langpootige deernen aan ‘t kallegaaien, aan ‘t foefelen, robbelen in verward kluwen dooreen, verrichten in den duik kattenspel, met ingehouden angstkreten en lachen.


De drogers hebben de ijzeren platen weggeschoven en de vier ovenmonden stralen hitte door ‘t beluik, werpen rooden gloed op ‘t spektakel. Niemand schaft op uur of tijd – het spel is in vollen gang, als de rolpoort ineens met harden ruk wegschuift en de boer in de opening verschijnt. Zijn wezen en gestalte vangt den rossen gloed op van het vuur, en hij staat er verlicht als het beeld van den eigenaar die zijne onderhoorigen op heeterdaad betrapt. Zijne aanwezigheid maakt op den stond een eind aan ‘t woelig vertier, en eer hij nog een woord gesproken heeft, ligt alles stil, maakt ieder zich klein, gereed om te vluchten.
Uit den ast en naar uw nest! gespuis! Met dreigend gebaar van den arm wijst hij naar buiten, waar de duisternis gaapt als een gat zonder bodem, waar de wereld alleen te raden ligt aan ‘t gerucht van den regen en den wind die uit oneindige verten komt aanrollen. Gelijk eene bende schuwe musschen vliegen ze hals over kop, van ‘t licht in ‘t donker, van de hitte in de koude; en buiten gaan de kreten van meiden en meisjes die in de vlucht gegrepen worden, ‘t gelach en gestoei van knapen en jongens die hen achterna zitten. Na eene poos is alles stil in den ast, ‘t gerucht van buiten met ‘t toeslaan der ijzeren poort, glad afgesloten. De boer ontsteekt zijne pijp aan de gloeiende asch in den stookput en blijft praten met Blomme en Hutsebolle. Fliepo houdt zich koest en gebaart te luisteren, doch zijne gedachten zijn op de plotse tegenstelling van gerucht en stilte, en in de verbeelding volgt hij de bende waar al dit jonge volk langs de wegen in ‘t duister zijn ondergedompeld, de leute en ‘t vertier met zich medenemend.

1 Waarom komen er heel wat jongens en meisjes naar de ast?
2 In dit fragment zitten veel onbekende woorden. Toch heb je die niet echt nodig om te begrijpen wat er in de schuur gebeurt.
a Wat denk je dat er allemaal gebeurt?
b Als je dit verhaal naar de hedendaagse tijd zou verplaatsen, waar zou je deze scène zich laten afspelen?
3 Het plezier is echter van korte duur. Waarom?
4 Met welke vergelijking beschrijft Streuvels de reactie van de jongeren?
5 Welke tegenstellingen zie je in dit fragment?
6 Hoe reageert Fliepo op deze gebeurtenissen?
©VANIN
EEN UNIVERSELE NOVELLE?
Je luistert naar het interview met schrijver David Van Reybrouck, bekend van zijn meesterwerk Congo – een geschiedenis
1 Waarom is Het leven en de dood in den ast zo bijzonder volgens hem?
2 Welk universeel thema herkent Van Reybrouck in het boek?
3 Waarom denk je dat dit verhaal van Streuvels in de literaire canon werd opgenomen?

VERDIEPING: EEN NOVELLE LEZEN EN BESPREKEN
Heb je zin gekregen om zelf met een novelle aan de slag te gaan? Kies dan een novelle op jouw maat uit de lijst van de internationale en Vlaamse canon hieronder.
Hoe universeel is jouw novelle?
Lees en analyseer een novelle. Beantwoord daarbij de vragen.
©VANIN
1 Hoe vlot verliep het lezen? Wat is je algemene indruk van de novelle? Motiveer je antwoord.
Gebruik daarbij enkele adjectieven uit het lijstje hieronder. origineel – voorspelbaar – (on)realistisch – vergezocht – emotioneel – grappig – verrassend – vlot leesbaar – langdradig – leerrijk – ongewoon – vreemd – spannend – meeslepend –herkenbaar – intrigerend …
2 Waarover gaat je novelle? Welke thema’s herken je? Zijn de onderwerpen in de novelle herkenbaar/ universeel?
3 Welke info vind je online over het boek? Heeft het prijzen gewonnen? Is de schrijver bekend?
4 Zoek twee tekstfragmenten die iets met je deden. Je vond ze mooi verwoord, ze bevatten opmerkelijke taal, ze gaven jou een bijzonder inzicht of ze raakten jou gewoon. Citeer ze en bespreek ze kort.
5 Schrijf met deze antwoorden een vlot, samenhangend tekstje.








Willem Elsschot: Het dwaallicht
Je leert de schrijver
Willem Elsschot en zijn werk beter kennen
Je leert de kenmerken van de nieuwe zakelijkheid
EEN ZAKELIJK SCHRIJVER
Je leest fragmenten uit de novelle Het dwaallicht bespreekt de inhoud en de stijl
Je analyseert de vorm en stijl van een graphic novel
©VANIN
1 Je kijkt zo dadelijk naar een reportage over het leven en werk van Willem Elsschot. In de reportage komen de onderstaande woorden voor. Ken je hun betekenis niet, gebruik dan de woordleerstrategieën om ze te achterhalen.
baldadig
BOHEMIEN gehaaid suggestief cynisch
BELHAMEL
SCRUPULES


2 Bekijk nu het portret van Willem Elsschot en schematiseer de informatie op de volgende pagina.
3 Bekijk ook nog een andere reportage en vul jouw schema verder aan.
4 Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid. Dat helpt je om de tekstfragmenten in deze les beter te begrijpen.
leven
receptie
©VANIN
stijl / nieuwe zakelijkheid
belangrijkste werken (en korte inhoud)
HET DWAALLICHT
Een ellendige novemberavond …
Luister naar Elsschot die de eerste regels van zijn novelle voorleest. Scan deze pagina en bekijk de overeenstemmende pagina’s uit de graphic novel van Dick Matena.
2* Wat vind je van het begin van het verhaal?
3* Vat kort samen wat er aan het begin van het verhaal gebeurt.
4 De taal van Elsschot bevat enkele archaïsmen (verouderde woorden). Geef een vlot hedendaags synoniem voor …
a optornen
b vlieden
c ontijdig
d het weder
e een drafje
f drentelen
g een traan plengen


1 De laatste roman die Willem Elsschot schreef, is Het dwaallicht. Wat is de betekenis van deze titel, denk je? Denk aan woorden met dezelfde woorddelen.












5* Hoe omschrijft de ik- guur, Frans Laarmans, zichzelf (als vader/man) in dit fragment?
Onderweg
In Lijmen/Het been (-), Kaas () en Het dwaallicht () treden de legendarische personages Boorman en/of Laarmans op. Zij worden beschouwd als alter ego’s van Elsschot zelf en vertegenwoordigen tegengestelde wereldbeelden waar Elsschot zelf mee worstelde: cynisme en medelijden. Elsschots proza heeft een heel kenmerkende, sobere, maar komische stijl met een cynische ondertoon.
Bron: letterenhuis.be
©VANIN

de novelle: prozaverhaal dat qua omvang tussen een roman en een kortverhaal ligt het alter ego: tweede of andere ik; romanfiguur die in feite de schrijver zelf is
6 Daarnaast gebruikt Elsschot ook vaak beeldende taal. Ga in dit fragment op zoek naar een vergelijking, een metafoor, een personi catie en een synesthesie.
7 Wat vind je van de manier waarop de Afghanen worden beschreven?
8 Wat vind je van de graphic novel van dit verhaal?
a Spreekt de stijl jou aan?
b Wat vind je van het taalgebruik in de graphic novel?
c Waarom zou de tekenaar voor deze stijl gekozen hebben, denk je? Lees in de Trajectwijzer de informatie over de nieuwe zakelijkheid er nog eens op na.
Cafépraat of meer?
Laarmans besluit de drie Afghanen de weg te wijzen naar de Kloosterstraat 15. Daar vinden ze geen spoor van Maria Van Dam. Ze besluiten op zoek te gaan naar andere adressen in Antwerpen waar een Van Dam woont. Dat blijken er twee te zijn: eentje aan het Carlton Hotel en eentje in de Lange Ridderstraat. In het Carlton Hotel vangt het drietal bot en dus besluiten ze dan maar iets te drinken in het hotel. Daar discussiëren ze over verschillende onderwerpen …
©VANIN

Fragment 2
1 5 10 15 Het dwaallicht
Om de drukkende stemming te breken, vraag ik wat of hun godsdienst is, maar de overgang is zeker te radicaal, want hij schijnt het niet goed te begrijpen.
Ik zal dan maar proberen mijn woorden in beeld te brengen en teken een zittende Boeddha met zijn lotusbloem, oorlellen tot aan zijn schouders en een navel als een starend oog. Dan vraag ik of dit het beeld is van hem in wie zij geloven.
Met één blik heeft Ali het begrepen, geeft mijn tekening door en vertaalt mijn woorden voor zijn vrienden, zoals hij telkens doet als hij een vraag de moeite waard vindt.
‘No, Sir, wij zijn van Mohammed’, zegt hij met klem, waarbij zijn makkers bevestigend knikken. En hij ontmaakt zich van mijn heidense schets door die weer naar mij toe te schuiven.
‘Allah?’
‘Ja, Allah’, zegt hij zacht, als vreesde hij dat de heilige naam bij Kortenaar besmet kon worden.
‘Goed?’
‘Het enige goede, zegt men.’

Om nu ook wat van mij te vertellen, anders zou het iets van een verhoor krijgen, deel ik hem mede dat wij hier christenen zijn, doch die benaming schijnt hij weer niet te begrijpen.

Op Boeddha’s keerzijde teken ik nu onze Christus aan Zijn kruis, met alle gebruikelijke attributen, zoals kroon, bittere mond en uitpuilende ribben.
Zij laten dieper medelijden blijken dan van enig christen ooit kan uitgaan en Ali zegt ‘arme man’. Hij had er al meer in de stad zien hangen en ze telkens hartgrondig beklaagd.
‘Wordt dat hier veel gedaan?’ vraagt hij, waarop ik hem terechtwijs, zeggend dat dit onze God is, onze Allah.
Hij vertaalt op staande voet, zo merkwaardig vindt hij mijn voorlichting, en nu bekijken alle drie onze kruisdrager met intense nieuwsgierigheid.
‘Waarom heeft hij dat laten doen?’ vraagt Ali, ‘En wie heeft het aangedurfd?’ Als ik zeg dat hij het zelf zo gewild heeft, zie ik dat zij sprakeloos van verstomming zijn.
Aan ophelderen valt niet te denken, want zij staan voor dezelfde muur waar ik reeds een halve eeuw langsloop zonder een deur te vinden en ik zit dan ook met onze mensgod lelijk in de war tegenover de abstracte eenheid van hun Allah. Maar ik kan rectificeren en verklaar dat het nu niet direct God zelf is, maar diens zoon. Dat blijkt echter olie in het vuur te zijn, want niet zodra heeft Ali vertolkt of er komt animo in mijn Afghanen. Vooral het getrouwde mannetje is aan het woord en als zijn betoog eindelijk stokt, zet Ali als een axioma voorop dat er dus ook een vrouw moet zijn, wat ik toegeef.
‘En nog meer jongens of meisjes?’ vraagt hij nieuwsgierig.
‘Neen, slechts één zoon.’

‘Zeer eigenaardig’, zegt hij hoofdschuddend. ‘Hij heeft de vorm van een mens en moest dus tastbaar zijn, zodat zij die durfden, de hand konden geven aan de schepper van het heelal.’


woord recti ceren: rechtzetten het axioma: onbewezen stelling die als grondslag van een theorie aanvaard wordt
Lees fragment 2 uit Het dwaallicht op p. 120.
9 Over welk onderwerp praten de personages?
10 Welke foute veronderstelling heeft Laarmans?
11 Het christendom is erg verwarrend voor de Afghanen. Welke vragen roept het Christusbeeld bij hen op?
12 Lukt het Laarmans om deze vragen goed te beantwoorden? Welk concept uit het christelijk geloof krijgt Laarmans moeilijk uitgelegd?
13 Elsschot schreef dit verhaal in 1947. Hoe vind je zijn houding tegenover geloof/godsdiensten?
14 Laarmans houdt in Het dwaallicht een interreligieuze dialoog. Is dit vandaag de dag nog nodig/ actueel?

Fragment 3
Nu liefde en godsdienst achter de rug zijn, kan toch de beweging niet genegeerd worden die overal op aarde de harten in beroering brengt en ik vraag dus of zij van het communisme al iets gehoord hebben.
‘Enkelen uit onze streek zijn de noordergrens wel eens overgetrokken en een paar zijn ginder gebleven.
Soms komt ook een of andere reiziger uit dat grote land en vertelt, bij het vuur, van de profeet die al jaren in een glazen graf ligt zonder tot stof te vergaan en die de prediker was van de nieuwe godsdienst zonder God, waarbij allen gelijk zijn in vrouwen en schapen, in voeding en kleding, in woning en geld. En niet alleen later in de schoot van Allah, want dat leert men ons al lang, maar reeds hier op aarde, wat óók niet te versmaden is.’
De kern is hem dus niet ontsnapt, hoe zwart hij ook ziet.
‘Zeker, reeds hier op aarde, van de geboorte tot in het graf. Denkt u dat Mohammed er iets op tegen had?
Of wilde hij dat het gelijk zijn pas beginnen zou na de dood?’

Ali antwoordt niet dadelijk, maar raadpleegt zijn vrienden, waarbij ik de indruk krijg dat hun conversatie omzichtiger is dan toen wij het over de vrouwen hadden of over de samenstelling van onze westerse God. Eindelijk komt een wedervraag.
‘Had uw man aan het kruis er iets op tegen?’ Meteen word ik gewaar dat onze vriendschap tijdelijk in de lucht hangt en dat wij momenteel nog slechts als diplomaten tegenover elkaar gezeten zijn. Ik moet dan ook dadelijk repliceren, anders wordt aan verdere toenadering de pas afgesneden.
‘Zover ik weet heeft hij nooit iets in die aard gezegd. Integendeel, hij wilde de groten kleiner en de kleinen groter maken en vooral dat een ieder de rotte plekken van zijn ziel afzocht, maar toch sprak hij vooral over het leven hiernamaals, dus in de schoot van zijn vader. Dáár pas zou men loon naar werken krijgen.’

‘Dat was ook minder gevaarlijk, want zelfs predikers moeten de machtigen naar de ogen kijken. En die bezitten liever op aarde. Hij was misschien voorzichtig?’
‘Althans, hij sprak in bedekte termen. Maar hij leefde ook onder gevaarlijke mensen.’
‘En toch niet voorzichtig genoeg’, overweegt Ali, die blijkbaar terugdenkt aan het kruis en de uitpuilende ribben. ‘Niet alles gezegd en toch te veel? Maar het is zeker heel lang geleden en voordat alles gezegd is, moeten velen het woord voeren. Eerst hebben de ouden voor het hiernamaals gepredikt en nu de nieuwen voor dit leven op aarde. Zij vullen elkaar aan, want eenzelfde man kan niet het eerste en laatste woord spreken.’
‘En Mohammed?’ Want ik zou willen dat hij kleur bekende.

‘Onze grote profeet is nog voorzichtiger geweest. Die is tenminste in leven gebleven tot Allah hem riep.
Maar ook hij kan er niets op tegen hebben, dunkt mij, dat de gelijkheid reeds een aanvang neemt in het gedeelte van ons bestaan waarvan wij het zekerst zijn, want men moet soms lang wachten en veel verduren voor men in zijn schoot opgenomen wordt, nietwaar, Sir? Maar wat te doen met medemensen als onze sultan en de koning van Engeland?’

©VANIN
Lees fragment 3 uit Het dwaallicht op p. 122.
15 Over welk onderwerp praten de vier personages?
16 Welk uitgangspunt intrigeert zowel Laarmans als de Afghanen?
17 Hoe staan hun beide godsdiensten ten opzichte van dit idee?
18 Welk politiek of maatschappelijk probleem dat nog steeds actueel is, komt hier eigenlijk aan bod?
Drie wijzen uit het oosten …
Laarmans wil meer weten over Maria Van Dam en hoort de Afghanen uit. Maria was in tegenstelling tot de andere vrouwen (prostitués) niet op geld belust. Ze herstelde de zakken van de bemanning vlug, vrolijk en met een glimlach. Ze was beeldmooi, ‘een parel’. Opvallend is wel dat ze Maria Van Dam in de schippersbuurt gaan zoeken (wel de prostitutiebuurt).
©VANIN
Een zakkennaaister vervaardigde zakken uit jute of linnen en herstelde ze op/voor schepen wanneer die aanlegden in de haven. Zakkennaaisters hadden een bepaalde reputatie. Ze kwamen vaak op de schepen en konden van zich afbijten. Vaak hadden ze een mes bij zich. Dat hadden ze nodig om de zakken te herstellen, maar ze konden het ook gebruiken om ongewenste figuren, mannen, op afstand te houden.
Naar: hebban.nl




Fragment 4
Dan maar op goed geluk een laatste mokerslag op Kortenaar wiens adem ik probeer te ontwijken, want hij heeft look gegeten, en opeens het woord politie gelost dat op hem werkt als een ontlading want hij wordt kruiperig, begint gejaagd in een lade te scharrelen, krijgt er een vettig register uit, verzoekt mij dan naast hem plaats te nemen achter de schenkbank en dringt erop aan dat ik het zelf door zal kijken. Nu, dat is gauw genoeg gedaan, al ben ik er vies van, want na vijf bladzijden ben ik al twee jaar teruggelopen, maar van onze kwelgeest geen spoor. Een eigenaardig hotel, dat is zeker.
‘Goed, zij staat hier niet in,’ geef ik met weerzin toe, ‘maar dit is een register voor passanten, terwijl Maria
Van Dam bij de politie geboekt staat als zijnde in Carlton Hotel gedomicilieerd. Officieel ge-do-m-i-ci-lieerd, mijnheer Kortenaar. Hoe verklaart u dat?’ En ik doe mijn best om zijn apenoogjes te fixeren, maar die staan niet stil.
‘Och, mijnheer,’ sust de man gemoedelijk, ‘in deze buurt gebeuren zulke vreemde dingen. Indertijd stond hier iemand ingeschreven die nooit bestaan heeft.’
Hun dorst zal dus niet gelest worden en onze ruiker zal zijn werk niet doen. Zij zullen Maria evenmin mogen aanschouwen als ik Fathma in Bombay heb mogen zien.


Als ik achter de schenkbank uitkom, is het café als bij toverslag leeg, op het zogend meisje na dat haar kind in slaap zit te zingen. Ali heeft alles begrepen want hij bedankt mij voor al de moeite die ik mij ongevraagd gegeven heb. Naar Maria informeert hij niet eens meer, zó zeker is hij ervan dat hij en zijn vrienden het beloofde land niet zullen betreden. Hij krijgt zijn glas en doet een flinke teug als om haar definitief door te spoelen. En misschien is het beter zo, want nu rest mij van Maria tenminste de illusie terwijl toch een droom, die werkelijkheid wordt, als water tussen de vingers vervloeit.

woord
kruiperig: overdreven onderdanig de schenkbank: toog, balie gedomicilieerd: ergens een wettelijke woonplaats hebben dorst lessen: dorst stoppen, laten ophouden (hier: drinken)
©VANIN
Lees nu ten slotte fragment 4 hierboven.
19 Wat voorspelt de ik- guur hier over Maria Van Dam?
20 In dit fragment krijg je de indruk dat Maria Van Dam geen mens van vlees en bloed is. Wie zou Maria kunnen zijn, denk je? Welke aanwijzingen krijg je?
Het einde van de zoektocht
Lees nu het einde van het verhaal in de vorm van een graphic novel.
21 Wat besluit Laarmans te doen nadat de Afghanen weer op hun schip zijn gestapt?
22 Waarom nam Laarmans de drie Afghanen mee op sleeptouw door de stad?
23 Welke wens heeft Laarmans voor de Afghanen?
24 Valt er jou iets op aan de laatste tekening van de graphic novel? Welke vragen roept het op aan het einde van het verhaal?
HET TESTAMENT VAN ELSSCHOT?
Luister ten slotte nog eens naar een samenvatting van het boek door journalist en Elsschot-kenner Eric Rinckhout.
1 Waarom noemt Rinckhout Het dwaallicht ook het testament van Elsschot?
2 Welke boodschap stopte Elsschot subtiel in dit boek volgens hem?
Je kunt de relevante informatie met betrekking tot een bepaald (sub)thema in een bron selecteren
Je kunt verbanden leggen tussen informatie uit verschillende bronnen
WAT WEET JE OVER HET AFRIKAANS?
Samenvatten: een synthese schrijven ©VANIN
3
Je kunt relevante informatie uit verschillende bronnen samenbrengen in een duidelijk schema
Je kunt een synthese schrijven waarin je informatie uit verschillende bronnen met elkaar in verband brengt 4
Je bekijkt en leest verschillende bronnen over het Afrikaans. Vervolgens krijg je enkele vragen waarbij je zo veel mogelijk verworven kennis over het onderwerp moet reproduceren.
• Lees alvast de vragen.
• Noteer of markeer de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden.
• Geef de relevante informatie per vraag schematisch weer.
1 Wat weet je over het ontstaan van het Afrikaans?
2 Wat weet je over het Afrikaans van vandaag?
3 Wat zijn valse vrienden? Geef een voorbeeld.
©VANIN
BRON 1 Man over woord: Het Afrikaans
BRON 2 #Weetikveel: De Zuid-Afrikaanse taal

Afrikaans, Zuid-Afrikaans of Nederlands?
Wie in Zuid-Afrika begroet wordt met ‘Goeiemôre! Hoe gaan dit?’ denkt al snel dat ook Zuid-Afrikanen Nederlands spreken. Dat klopt niet. Ook de term ‘ZuidAfrikaans’, naar analogie met de naam van het land, is geen juiste benaming. De taal die – naast andere talen – in Zuid-Afrika en in Namibië wordt gesproken en erg op het Nederlands lijkt – maar dat dus niet is –heet Afrikaans
Afrikaans is een (en ook de enige) dochtertaal van het Nederlands. Dat betekent dat de taal afstamt van het Nederlands en er nog steeds nauw aan verwant is, maar ondertussen is uitgegroeid tot een afzonderlijke standaardtaal. Het Afrikaans is dus niet zoals het Surinaams Nederlands of het Belgisch Nederlands een nationale variëteit, maar wel een eigen, aparte taal, naast het Nederlands. Toch begrijpen sprekers van het Afrikaans en het Nederlands elkaar doorgaans zonder veel problemen, hoewel de verschillen tussen beide talen ook wel tot hilarische situaties kunnen leiden: kale mannen lopen beter niet op straat in Zuid-Afrika (‘kaal’ = naakt); het woord ‘poes’ is in het Afrikaans een erg vulgair, seksueel geladen woord. Als je een Afrikaner uitnodigt om te blijven logeren (Afr. ‘loseer’), kan die denken daarvoor te moeten betalen.
Verspreiding van het Afrikaans
In Zuid-Afrika
Afrikaans is niet de enige taal van Zuid-Afrika. Het land kent 11 officiële talen: 9 Bantoetalen, 1 koloniale taal, het Engels en 1 inheemse taal van Europese oorsprong, het Afrikaans. Daarnaast worden er nog heel wat andere Europese (bv. Duits) of Aziatische (bv. Hindi, Gujarati) talen gesproken, maar die hebben geen statuut als officiële taal. De oorspronkelijke Khoisan-talen zijn in Zuid-Afrika uitgestorven.
• Zoeloe: 22,7%
• Xhosa: 16,0%
• Afrikaans: 13,5%



• Engels: 9,9%
• Noord-Sotho: 9,1%
• Tswana: 8,0%
Bron: Volkstelling 2011
• Zuid-Sotho: 7,6%
• Tsonga: 4,5%
• Swati: 2,5%
• Venda: 2,4%
• Ndebele: 2,1%
• andere: 1,7%
Veel van die Afrikaanse talen zijn kliktalen ‘Xhosa’ wordt dan uitgesproken als ‘klik-osa’.
Alle officiële talen worden over het hele land gesproken, maar er zijn wel geografische zwaartepunten Ongeveer 40% van de Afrikaanstaligen woont in de Westkaap, ongeveer 20% in Gauteng; Afrikaans is de belangrijkste taal van de (dunbevolkte) Noordkaap. In een veeltalig land als Zuid-Afrika beheersen echter veel mensen meer dan één taal. Naast de moedertaalsprekers van het Afrikaans, zijn er nog evenveel tweede- of derdetaalgebruikers. Meer dan


13 miljoen mensen kunnen dus Afrikaans praten en begrijpen.
Zuid-Afrika is door de turbulente geschiedenis van het land een multiculturele gemeenschap. In 2011 telde de staat 51,7 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 79% zwarten, 9% blanken, 9% gekleurden (‘bruinmense’) en 3% van Indische/Aziatische afkomst. Afrikaans is vooral de taal van de kleurlingen en (in mindere mate!) van de blanken, en kent ook bij de zwarte bevolking een lichte opmars. Dat laatste is waarschijnlijk te danken aan de betere scholing van de zwarten, die zowel met het Afrikaans als het Engels de weg naar meer jobmogelijkheden zoeken.
Een stukje geschiedenis
Om te begrijpen hoe het Afrikaans is kunnen ontstaan uit het Nederlands, moeten we eerst begrijpen hoe het Nederlands in het zuidelijkste land van Afrika is terechtgekomen. De oorspronkelijke inwoners van Zuid-Afrika, de San (Bosjesmannen), de Khoi (Hottentotten) en de Bantoevolkeren, spraken veel verschillende talen. Het Nederlands was niet de taal van de Europeaan die op weg naar India voor het eerst helemaal rond het land voer: in 1488 rondde de Portugees Bartolomeu Dias Kaap Agulhas, het ‘Suidpunt’ van Afrika.
Sinds het verdwijnen van de apartheid in Zuid-Afrika, heeft het Afrikaans ontegensprekelijk een groot deel van zijn status verloren. Tijdens de apartheid was Afrikaans immers naast Engels, één van de twee officiële talen van het land. Hoewel het Afrikaans strikt genomen niet enkel de taal is van de ‘blanke onderdrukker’, maar ook van de slachtoffers van het apartheidsregime, werd (en wordt) de taal toch met de apartheid geassocieerd. Die historische stempel en de toenemende druk van het Engels, maken dat de Afrikaanstaligen, zowel blanken als kleurlingen, zich zorgen maken over de toekomst van de taal.
Bron: www.dialectloket.be


©VANIN
een lingua franca gecommuniceerd worden. Daarvoor kwamen ook het Portugees en Maleis in aanmerking, maar uiteindelijk werd toch het Nederlands de contacttaal tussen de verschillende bevolkingsgroepen.


Sindsdien werd het wel steeds drukker aan de kusten van ZuidAfrika. Met de route naar het Oosten open, was het er een komen en gaan van Portugese, maar ook van Nederlandse handelsschepen. Om die Nederlandse schepen op weg naar het Oosten te bevoorraden, beslisten de bestuurders van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (de VOC) aan Kaap de Goede Hoop een verversingsstation op te richten. Dat verversingsstation, in 1652 gesticht door Nederlander Jan van Riebeeck, is de kern van de latere Kaapkolonie De oorspronkelijk kleine landbouwgemeenschap bleef groeien en tussen 1658 en 1807 werden er ongeveer 60 000 slaven ingevoerd uit andere delen van Afrika en uit Azië. Vermenging van de blanke heersers, de aangevoerde slaven en de inlandse bevolking deden een ‘gekleurde’ bevolking ontstaan in de Kaapkolonie.
Ontstaan van het Afrikaans

Zuid-Afrika rond 1900
Uit: Verdoolaege en Van Keymeulen.
Grammatica van het Afrikaans (2013)
Alle contacttalen kwamen in de kolonie vooral in hun volkstalige vorm voor, terwijl de Nederlandse standaardtaal voor officiële gelegenheden werd gebruikt. De meeste Nederlandse immigranten in de 17e eeuw spraken Zuid-Hollandse (en Zeeuwse) dialecten. Hun verkleinwoorden op -ie (zoals in ‘bakkie’, ‘boompie’) en de e voor de lange aa (zoals in ‘pers’ voor paars) hoor je bijvoorbeeld ook in het Afrikaans. De taal onderging ook veel invloed van de aanleerdersvariëteiten van het Nederlands die in de kolonie ontstonden. Ook de inheemse Khoi-bevolking moest immers communiceren met de anderstalige immigranten en ontwikkelde daarvoor een soort vereenvoudigde versie van het Nederlands. Dat pidgin werd overgenomen door de andere slaven en groeide uiteindelijk uit tot een gecreoliseerde variëteit van het Nederlands, gesproken door de gekleurde bevolking. Ook typische kenmerken daarvan zie je nog steeds in het Afrikaans, vooral in de vereenvoudigingen die de taal laat zien in vergelijking met het Nederlands (bv. wegvallen van vervoegingen: ek loop, jy loop, hy loop, ons loop, julle loop …).

De Kaapkolonie was een veelkleurige en veeltalige maatschappij: kolonisten spraken er Nederlands of andere Europese talen; de aangevoerde slaven spraken Portugees, Bantoetalen en Maleis en de inheemse bevolking behield lang de eigen Khoisan-moedertalen. In zo’n gemeenschap kon er niet anders dan met

Het Standaardafrikaans zoals we het nu kennen, is een versmelting van het Kaaps-Hollands van de blanke kolonisten en het Khoi-Afrikaans van de gekleurde bevolking. Dat eerste heeft ervoor gezorgd dat het Afrikaans zo goed op het Nederlands is blijven lijken; het tweede verklaart vooral de vereenvoudigingen in de taal.
Bron: www.dialectloket.be

EEN SAMENVATTING MET INFORMATIE UIT
VERSCHILLENDE BRONNEN
Vorige jaren heb je geleerd hoe je informatie uit een bron kunt schematiseren en hoe je die informatie vervolgens kunt weergeven in een goede samenvatting. onderweg
De termen ‘samenvatting’ en ‘synthese’ worden vaak door elkaar gebruikt. In dit boek gebruiken we die termen als volgt: een samenvatting is een heldere en duidelijk gestructureerde weergave van de belangrijkste informatie van één bron. Een synthese is een samenvatting waarbij informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht en waarin de verbanden tussen de verschillende bronnen ook duidelijk zijn.
1 Schrijf hieronder de stappen en tips die je je herinnert voor het maken van een goede samenvatting.
Aan de hand van enkele tips en tricks kun je snel nagaan of je relevante informatie over je onderwerp kunt terugvinden in een bron. Titel, tussentitels en inhoudstafel spelen daarbij een zeer belangrijke rol.
2 Op deze en volgende pagina’s vind je enkele bronnen.
a Bekijk de titels en tussentitels van die verschillende bronnen.
b Geef op basis van die (tussen)titels aan welke bronnen volgens jou geschikt zijn om te gebruiken voor een synthese over onderstaande onderwerpen.
BRON 1
BRON 2
BRON 3
BRON 4
Lezen is goed voor ons welzijn – Simon Bequoye (2020) zie p. 131-132
Dankzij literatuur het leven negeren? Hoe lezen onze geest sust
– Leesmonitor, Stichting Lezen (2023) zie p. 133-134
Waarom lezen goed is voor ons – Simon Bequoye (2017) zie p. 135-136
Je wordt een beter mens van literatuur
– Nieuwe feiten, Radio 1 (2020) luisterfragment
Lezen is een asociaal tijdverdrijf dat een isolerend effect heeft.
Lezen helpt om je persoonlijkheid te ontwikkelen. Lezen kan mensen meer empathisch maken.
Er is een nauw verband tussen lezen en welzijn.

Lezen is goed voor ons welzijn
Simon Beqouye – 2020Gezondheidsexperts en internationale onderzoeken leggen een positief verband tussen verhalen en het mentale welbevinden van personen. Ook in de praktijk zijn veel organisaties actief om onze mentale veerkracht te verhogen via verhalen.
Lezen is goed voor je zelfbewustzijn, het verhoogt je empathisch en concentratievermogen … Er lijkt geen eind te komen aan de vele voordelen van lezen. In tijden van quarantaine blijkt dan nog eens dat mensen massaal naar boeken grijpen die ze thuis geleverd krijgen dankzij bibliotheken en boekhandels. Maar ook internationale onderzoeken en gezondheidsexperts wijzen op een positief effect van lezen op je welbevinden.


Antigif
Uit onderzoek van Sussex University blijkt dat zes minuten lezen per dag al helpt om stress met meer dan 68 procent te reduceren. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je waardoor je ook fysiek ontspant. Dergelijke rustmomenten zorgen dat andere delen van onze hersenen geactiveerd worden, delen die ons helpen met emoties of besluitvaardigheid, zo getuigt gezondheidseconoom Lieven Annemans in Nieuwe Feiten op Radio 1. Dat we zo geconcentreerd zijn tijdens onze lectuur, is ook een verademing in een wereld vol (digitale) prikkels. ‘Een boek is een medicijn geworden, een antigif. Wie leest, gebruikt het brein waarvoor het is gemaakt. Je doet je brein een enorm plezier met een boek’, verklaart neuropsychologe
Elke Geraerts in haar Leeswereld.
Bibliotherapie
Met bibliotherapie – internationaal vaak omschreven als textual healing – worden verhalen dan weer ingezet om therapeutische effecten te behalen bij mensen die het even moeilijk hebben door ziekte, eenzaamheid, verlies of verslaving. Zelfhulpboeken zijn er over alle denkbare onderwerpen, maar ook romans, poëzie en andere fictie kunnen een hulpmiddel zijn. BBC Culture stelt het als volgt:

BBC stelde ook een playlist samen met enkele video’s rond textual healing over hoe fictie ons leven en welzijn kan bevorderen. Een (Engelstalige) podcast van het Britse MARCH network gaat ook dieper in op hoe lezen ons veerkracht geeft.
Reading Well – een initiatief van het Britse The Reading Agency – verzamelt op haar site leeslijstjes met boekentips om je veerkracht of mentale gezondheid te verhogen. Bij The School of Life – die een Vlaamse tak hebben in Antwerpen – richtten sommige workshops zich ook tot de helende kracht van literatuur, en werd The Novel Cure gepubliceerd als een boekendokter die je bij verschillende klachten een boek voorschrijft. ‘Vaak zegt een roman meer dan welke universitaire studie of welk psychiatrisch rapport dan ook’, oordeelt relatie-experte Rika Ponnet in de reeks Leeswereld. Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe gelooft ook in de kracht van verhalen en tipt in een eigen boekenblog dan ook titels die volgens hem de mens beter kunnen maken. Bij De Boekendokter kun je dan weer telefonisch of per mail terecht met vragen of problemen. Je krijgt dan een voorschrift met leesadvies op maat.
©VANIN

–‘They may not promise transformation in seven easy steps, but gripping novels can inform and motivate, short stories can console and trigger self-reflection, and poetry has been shown to engage parts of the brain linked to memory.’

Preventief
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de Verenigde Naties bracht eind 2019 een rapport uit getiteld What is the evidence on the role of the arts in improving health and well-being? Deze reviewstudie toont het positieve effect op welzijn en gezondheid aan van zowel actieve als passieve kunst- en cultuurparticipatie – dus van luisteren naar muziek en een boek lezen tot een museum bezoeken of dansen. Opvallend: het rapport ziet niet enkel dat cultuurparticipatie goed is voor ons welzijn, maar dat het ook preventief werkt om bepaalde mentale en fysieke klachten te voorkomen.



Verder benadrukt WHO dat voorschoolse interventies bij kwetsbare baby’s en peuters – een voorbeeld van zo’n interventie is Boekstart – op latere leeftijd positieve effecten hebben op vlak van educatie en economie, maar dat dergelijke interventies later ook impact hebben op de mentale gezondheid. Nieuwe onderzoeksresultaten van de studie Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) – een studie in samenwerking met WHO Europa –tonen dat één op vijf Vlaamse jongeren meermaals per week meerdere mentale gezondheidsklachten heeft zoals zenuwachtig zijn of slaapmoeilijkheden ervaren. Ook bij deze leeftijdsgroep zou lezen preventief ingezet kunnen worden. Kinder- en jeugdpsychiater Winny Ang getuigt in haar Leeswereld hoe zij boeken inzet om de veerkracht van jongeren te vergroten:
Verder hebben enkele literaire erfgoedorganisaties al enkele piloottrajecten lopen waar kwetsbare mensen via verhalen bouwen aan hun herstel. Zo werkte Het Letterenhuis aan de hand van haar literaire archief een reeks workshops uit waarbij deelnemers – herstellende van verlies of verslaving – kennismaken met literaire archiefstukken en nadien met begeleiding hun eigen verhaal schrijven. Ook in programma’s van de HerstelAcademie is er dankzij dit piloottraject ook meer aandacht voor lezen.
Ten slotte hebben openbare bibliotheken doorgaans een heel brede maatschappelijke functie, maar ook zij fungeren als belangrijke toegankelijke instellingen die een impact kunnen hebben op een mensenleven. Brits auteur Kerry Hudson omschrijft bibliotheken als reddingsboeien:

‘Soms reik ik hen letterlijk een boek aan. Een young adult-verhaal. Dan praten we samen over herkenbare thema’s uit het boek: groeipijnen, keuzes maken, ouderrelaties, vriendschappen … Jongeren zijn vaak heel gevoelig voor de “stempels” van de buitenwereld.’

Van samenleesorganisaties tot bibliotheken

‘Libraries are lifelines, life savers. I know this because they saved my life. A deeply troubled queer teen who left school at 15, who had no stable support structure […]. A kid who was smart but had nowhere to turn smart into a future. Nowhere, that is, except libraries, where I was always welcomed. Where no one asked anything of me. Where the books on the shelves provided portals to other worlds that might be mine if I just held on.’ –
In 2019 doorliep de bibliotheek van Zelzate een pilot voor kwetsbare mensen. Tijdens de workshops werkten ze aan de hand van lokale verhalen en erfgoedobjecten aan hun eigen verhaal met video’s en individuele creaties. De bib speelt met dit traject in op haar ontmoetingsfunctie en de verbindende kracht van verhalen.
©VANIN

In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen –georganiseerd door Het Lezerscollectief, DE DAGEN, Vormingplus-centra, openbare bibliotheken … – waarbij deelnemers vertrekken van verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens recent onderzoek van Liverpool University zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening. Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt het Britse The Reader Organisation.
Internationale conferentie cultuur en welzijn

Op 10 en 11 december 2020 bracht de conferentie Cultural Heritage for Mental Health in Gent experten uit heel de wereld en verschillende sectoren samen om in te zoomen op de rol van cultuur en literatuur bij het welzijn van personen. Samen met organisatoren FARO en Museum Dr. Guislain coördineerde Iedereen Leest het programmaonderdeel textual healing, over het effect van verhalen op ons welzijn.
Bron: www.iedereenleest.be






4 | DANKZIJ LITERATUUR HET LEVEN NEGEREN?
HOE
LEZEN ONZE GEEST SUST
Tot nu toe hebben we het gehad over hoe het lezen van verhalen en romans vastgeroeste gedachten loswrikt en gevoelens voor anderen oprekt. Hoe lezen de horizon verbreedt, kortom. Maar dat is niet waarom de meeste lezers een boek oppakken. In de eerste plaats lezen mensen voor plezier en ontspanning (zie kader: ‘Redenen om te lezen’).

Een van de belangrijkste redenen om te lezen die mensen noemen, zowel in enquêtes als in focusgroep-studies, is tot rust komen (BookTrust, 2013; Howard, 2011). Maar liefst 85% van de Nederlanders die weleens lezen vond zijn of haar laatste leeservaring ontspannend en 43% kon hierbij de eigen zorgen vergeten (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Voor lezers van sciencefiction en fantasy gold dat nog sterker: zij vergaten hun zorgen in 58% van de gevallen (Stichting Marktonderzoek Boekenvak & GfK, 2016). Als je opgaat in een andere wereld, verdwijnt de hectiek van de werkelijke wereld. ‘De literatuur is de prettigste manier om het leven te negeren,’ aldus de Portugese dichter Fernando Pessoa.

De meeste mensen lezen voor plezier en ontspanning, om de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten.
©VANIN
Dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Sommige mensen lezen om het leven te negeren en aan zichzelf te ontsnappen, anderen juist om hun leven weerkaatst te zien. Lezen biedt zowel afleiding als herkenning (Koopman, 2014). Afleiding sluit herkenning niet per se uit: juist de afstand tot de directe werkelijkheid die een meeslepend fictieverhaal biedt, kan ervoor zorgen dat je op je eigen leven gaat reflecteren. Herkenning kan bovendien plaatsvinden zonder dat je dat van tevoren verwacht.

Dit escapisme blijkt al te vaak een manier om dichter bij jezelf te komen.
18 • LEESMONITOR


‘De troost die psychotherapie kan bieden is heel anders dan de troost van literatuur. Bij psychotherapie gaat het om het verhaal van de patiënt. Dat hoeft geen mooi verhaal te zijn, als het maar van die persoon is, die mag het eindelijk zelf zeggen. Het gaat dan wel om het vinden van de juiste woorden, maar wat “juist” is in die context is anders dan de juistheid van een woord in een gedicht. In een gedic ht is de esthetica cruciaal: de ritmiek, de klankkleur. Een gedicht is een soort muziekstukje.
De behoefte om je te herkennen in personages en gebeurtenissen zit diep. Peuters en kleuters voelen zich al aangetrokken tot verhalen die een gelijkenis vertonen met hun eigen leven, en hun verbondenheid met de personages uit die verhalen is vaak intens (Alexander, Miller, & Hengst, 2001). Het is niet ongebruikelijk dat jonge kinderen maandenlang hetzelfde verhaal willen horen en het zelfs gaan naspelen. Deze identificatie met personages helpt kinderen om hun eigen emoties te verkennen en ermee om te gaan (Alexander et al., 2001). Dergelijke identificaties houden we ons leven lang.
Het verlangen naar herkenning groeit als we het zelf moeilijk hebben. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de lezersreacties op A.F.Th. Van der Heijdens Tonio. Op de lezerswebsite Goodreads schreef een vrouw over deze requiemroman: ‘Het gevoel van herkenning in dit boek als je zelf een kind verloren hebt is overweldigend. (…) Een boek waarbij ik op sommige momenten wenste dat het in godsnaam “uit” was zodat ik kon stoppen met lezen, maar waar ik me tegelijkertijd als een drenkeling aan een boei aan vasthield.’ Herkenning kan duidelijk een gevoel van troost geven: ik sta niet alleen met mijn pijn. Daarnaast hangt herkenning samen met het opdoen van nieuwe inzichten, zoals onder meer bleek uit een enquête-onderzoek van Koopman (2014).

Lezers vertellen me vaak dat zij in een gedicht of roman precies zagen staan wat zij voelen, maar waar zij moeilijker woorden voor konden vinden. Naar aanleiding van Contrapunt heb ik heel veel brieven gekregen van ouders die ook een kind hadden verloren. Die vinden het heel prettig om dat zo verwoord te zien. Ik zie ook weleens rouwadvertenties waarin regeltjes uit een gedicht van mij zijn overgenomen. Dat vind ik wel een eer, dan beleven mensen kennelijk iets belangrijks aan je werk. Voor mijzelf is lezen vooral afleiding, dat je meegesleept wordt in een tekst. Dat is voor mij belangrijker dan herkenning. Als je eenmaal leest, kun je je altijd bezighouden.’

Dit geldt niet alleen voor volwassenen; ook kinderen halen troost en inzicht uit fictieverhalen (Bernstein & Rudman, 1989; Alexander et al., 2001). De schrijver weet verdriet vaak op een kundigere manier te verwoorden dan dat mensen zelf hadden gekund, en zij kunnen hun eigen reacties vergelijken met die van de personages (Bernstein & Rudman, 1989; Koopman, 2014). Van Joost van den Vondels ‘Kinder-lyck’ (1632) tot John Greens The Fault in Our Stars (2012): de aanhoudende populariteit van poëzie en romans over ziekte, sterven en rouw toont hoezeer mensen behoefte hebben aan herkenbare verhalen en troostende woorden. •••
Redenen om te lezen – voor volwassenen en kinderen
In een voor Nederland representatief consumentenonderzoek van Stichting Marktonderzoek Boekenvak en onderzoeksbureau GfK (2016) noemen volwassenen deze vijf zaken als de belangrijkste redenen om te lezen: 1) ontspanning, 2)plezier, 3) spanning, 4) fantasie prikkelen, 5) in het hoofd van een ander kruipen

Uit een recent grootschalig onderzoek van Stic hting Lezen en onderzoeksbureau duo (2017a; 2017b) blijkt dat 8- tot 18-jarige kinderen lezen om vergelijkbare redenen.
De vraagstelling in het DUO-onderzoek was anders dan in het GfK-onderzoek, dus de uitkomsten kunnen niet direct vergeleken worden. Kinderen onderschrijven het vaakst de volgende redenen om te lezen: 1) interesse in een bepaald onderwerp, 2) fantaseren / avonturen beleven in mijn ho ofd 3) in de hoofdpersoon verplaatsen, 4) plezier / vrolijk worden, 5) tegen verveling
©VANIN
Anna Enquist, schrijver, dichter en psychoanalytic us

Basisschoolleerlingen zijn blijkens het onderzoek veel positiever over lezen dan middelbare scholieren. Met de overgang van de basisschool naar de middelbare school neemt het leesplezier bij veel leerlingen af (Nielen & Bus, 2016). Het hoeft niet te verbazen dat basisschoolleerlingen op elk van de aparte redenen om te lezen hoger scoren. Ook lezen meisjes liever dan jongens. Vooral lezen om hun stemming te reguleren (om vrolijk te worden, maar ook om te helpen bij verdriet) en lezen om op te gaan in een ander leven of andere wereld, zijn redenen die meisjes aanzienlijk vaker geven dan jongens.


Waarom lezen goed is voor ons
Simon Beqouye – 2023
‘Lezen is goed voor je’ – het is een vaak herhaalde boodschap die je als kind van ouders, leerkrachten en bibliothecarissen meekreeg. Ook vanuit wetenschappelijke hoek onderstrepen veel onderzoeken het belang van lezen op verschillende vlakken: van een rijkere woordenschat tot sociale ontwikkeling en misschien zelfs tot langer leven. Een overzicht van de belangrijkste bevindingen.
Een lezende maatschappij
Om te beginnen heeft lezen een belangrijke plaats in onze kennismaatschappij. Dagelijks worden we geconfronteerd met tekst: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekjes van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Op het werk bestaat 80 procent van onze bezigheden uit lezen en schrijven. Geletterd zijn betekent dat je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Eén op zeven volwassen Vlamingen is laaggeletterd, ofwel meer dan een half miljoen. Dat blijkt uit een grootschalig PIAAConderzoek in verschillende OESO-landen. –
‘Kunnen lezen is een basiscompetentie om deel te nemen aan de maatschappij.’

Voorlezen is dé uitgelezen manier om taalontwikkeling te stimuleren bij baby’s en peuters. De Nederlandse Stichting Lezen stelde vast dat kinderen die als baby worden voorgelezen, later hoger scoren op taal. Tijdens het voorlezen horen ze nieuwe woorden en structuren, wat hen op latere leeftijd stimuleert om actief met taal aan de slag te gaan. Ook voor kinderen die zelf al kunnen lezen, blijft voorlezen en lezen belangrijk voor hun taalontwikkeling, aldus Stichting Lezen.

Een goede leesvaardigheid verhoogt zelfs de kansen op de arbeidsmarkt. Een studie gepubliceerd in Psychological Science besloot dat vaardige lezers sneller werk vinden dan laaggeletterden en tot 16 procent meer verdienen.
Ander onderzoek van Oxford University stelt dat 16-jarigen die frequent en graag lezen later dikwijls een job met meer verantwoordelijkheden krijgen. Daarnaast hebben boeken in huis ook impact op de onderwijskansen van een kind. Kinderen die opgroeien in een huis met meer dan 500 boeken volgen gemiddeld drie jaar langer onderwijs en werken vaker een universitaire opleiding af dan zij die opgroeien in een boekarme omgeving, zo blijkt uit een studie van University of Nevada.

©VANIN
Ontdek de wereld, maar ook jezelf
Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de 19e eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken. Lezen stelt vooroordelen in vraag, zo stellen een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Science en een onderzoek van de Washington en Lee University.

Hogere concentratie, rijkere taal Naast een goede leesvaardigheid helpt lezen ook om ons concentratievermogen te trainen. Neurologische studies van o.a. Stanford University concluderen dat lezen een cognitief proces is waarbij hersenen de gelezen tekst omzetten in betekenis en informatie, wat concentratie vereist. Hoe vaker je dus leest, hoe meer je dit proces herhaalt. Hierdoor kun je ook andere taken geconcentreerder uitvoeren. Dat effect op het concentratievermogen is ook aanwezig bij baby’s en peuters die worden voorgelezen.

Al lezend ontdekken we ook onszelf. In sommige personages herken je jezelf, bij andere neem je net afstand omwille van een botsend karakter. Onderzoek leert dat lezers vaak verbanden leggen tussen het gelezen boek en hun eigen identiteit. Verhalen kunnen op die manier helpen in de ontwikkeling van je persoonlijkheid en zelfbewustzijn. Ze functioneren niet enkel als vensters op de wereld, maar ook als spiegels die we onszelf voorhouden. ‘Lezen verruimt ons denken’, zo omvat Stichting Lezen de opbrengsten van lezen in een literatuurstudie.

De sociale lezer
Soms wordt lezen eerder als een asociaal tijdverdrijf gezien of als ‘tijd stelen voor jezelf’. Lezen is dan misschien een erg individuele bezigheid, toch hebben frequente lezers niet meteen een kleinere vriendengroep. De Liverpool University stelde zelfs vast dat lezers sneller bereid zijn

om onbekenden aan te spreken. Ze voelen zich meer op hun gemak bij vreemden en knopen makkelijker een gesprek aan. Lezers zijn meer betrokken bij de eigen vrienden en gemeenschap dan zij die weinig of niet lezen. Bovendien zouden lezers zich sneller sociaal engageren via vrijwilligerswerk of donaties, aldus een Canadees onderzoek.

‘Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan.’
verhalen en vertellen over de emoties of herinneringen die bij hen opkomen. Er bestaan verschillende leesgroepen voor iedereen, sommige richten zich tot gedetineerden of mensen met dementie. Volgens onderzoek van Liverpool University uit 2017 zou samenlezen effect hebben op patiënten met een chronische aandoening.
©VANIN
Daarnaast bevestigen verschillende studies, zoals onderzoek van de Universiteit Amsterdam, hoe lezen ons empathisch vermogen vergroot: lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.
Genezing van de ziel
De oude Grieken waren al overtuigd van het spirituele belang van boeken. Boven de nis van de bibliotheek van Alexandrië was de tekst ‘plaats ter genezing van de ziel’ gebeiteld. Verhalen hebben een troostend effect in tijden van verlies of rouw. Onderzoek bevestigt dat literatuur – dus niet enkel zelfhulpboeken – ons welbevinden en gezondheid positief beïnvloedt. Ook als we lezen om even te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, helpen verhalen om zaken uit ons eigen leven in perspectief te zetten en om anders over onze eigen situatie na te denken.
Met anderen praten over verhalen en boeken kan ook een therapeutisch effect hebben, zo stelt The Reader Organisation. In Vlaanderen zijn er verschillende samenleesgroepen waarbij deelnemers vertrekken van
‘Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant.’
Lezen als medicijn
Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.
Lezen kan tot slot helpen om het risico op dementie te verminderen. Verschillende mentale bezigheden zoals schaken of lezen zorgen ook voor een verminderd risico op dementie op latere leeftijd. Volgens een studie van Yale University uit 2016 zouden frequente lezers tot 23 maanden langer leven dan niet-lezers – al is vervolgonderzoek aangewezen om deze bevindingen verder te onderbouwen. In het Verenigd Koninkrijk ontstonden al enkele initiatieven die ervoor ijveren dat artsen niet voortdurend medicatie voorschrijven, maar patiënten eerder stimuleren om musea te bezoeken of in een boek te duiken.
Meer empathie, een hoger concentratievermogen en misschien zelfs langer leven: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kunt ook lezen omdat het gewoon leuk is.
Bron: www.iedereenleest.be































EEN SYNTHESE SCHRIJVEN
In deze les ga je een synthese schrijven waarin je aan de hand van de gegeven bronnen beargumenteert dat lezen een positieve invloed heeft op het welzijn. Maak daarvoor gebruik van minstens twee verschillende bronnen.
©VANIN
De informatie verzamelen en gestructureerd weergeven
1 Maak gebruik van de bronnen op p. -. Bepaal welke bronnen – volgens jou – relevant zijn voor jouw synthese door te kijken naar de titels en tussentitels.
2 Lees of beluister de bronnen en selecteer er twee die je wilt gebruiken.
3 In tegenstelling tot wanneer je een samenvatting maakt, ga je voor een synthese niet de hele bron samenvatten, maar enkel de informatie die je nodig hebt. Bekijk de bronnen kritisch en denk na over de verschillende deelaspecten die je in je synthese wilt verwerken.
4 Maak een schema met elk deelaspect als tussentitel. Voorzie voldoende ruimte zodat je bij elk deelaspect de informatie uit de verschillende bronnen kunt noteren.
5 Lees de teksten opnieuw door en markeer de informatie over de deelaspecten die je wilt gebruiken in jouw synthese. Denk eraan dat hoofdzaken vaak terug te vinden zijn in de kernzin van een alinea (zie ook ‘Tijdens het lezen’ in de Trajectwijzer op p. ).
6 Vul je schema aan met de relevante informatie over de verschillende deelaspecten uit de verschillende bronnen.
Een synthese schrijven
7 Stel een schrijfplan op waarin je nadenkt over de opbouw van jouw synthese. Werk in elke alinea een deelaspect (subthema) uit.
8 Schrijf een synthese aan de hand van je schrijfplan. Hou tijdens het schrijven rekening met de volgende aandachtspunten:
• schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur;
• zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea (kernzin + uitwerking);
• maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.
TIP
Een synthese is een doorlopende tekst waarin de informatie uit verschillende bronnen wordt samengebracht. Dat wil zeggen dat het geen opeenvolging van samenvattingen van verschillende teksten is, maar een tekst waarin de verbanden tussen de informatie duidelijk zijn. Het is dus belangrijk om de informatie te ordenen per (sub)thema en niet per bron.
Bronnen vermelden
Wanneer je een synthese schrijft waarin je informatie uit verschillende bronnen samenbrengt, mag je niet vergeten om op een correcte manier te verwijzen naar de bronnen waarop je je baseert. Lees in de Trajectwijzer hoe je een correcte bibliografie opstelt.
9 Achteraan de tekst maak je een bibliografie van de gebruikte bronnen en in de tekst zelf verwijs je naar de gebruikte werken door de naam van de maker en het jaartal van de bron te vermelden.
©VANIN
Reflecteren
10 Beoordeel zelf je synthese aan de hand van de evaluatiematrix. Herwerk je tekst vervolgens tot een tweede versie waarin je rekening houdt met je werkpunten.
Evaluatiematrix – Schrijven: een synthese
duidelijkheid
Je synthese is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
Je synthese is opgebouwd aan de hand van een IMSstructuur. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar …
Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin + uitwerking).
- De samenhang en structuur van je tekst worden onderbouwd door het voldoende en correcte gebruik van signaal- en verwijswoorden.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.
Je tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.
-Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn meestal duidelijk, maar niet altijd.
Je synthese is niet opgebouwd aan de hand van een IMS-structuur. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
-Je tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen intern geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.
-Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaalen verwijswoorden, hierdoor mist je tekst structuur en samenhang.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.
volledigheid
-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst.
-De informatie is ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.
-Je verwerkt de relevante informatie uit de verschillende bronnen in een doorlopende tekst. Let nog op:
De informatie uit de verschillende bronnen wordt niet in een doorlopende tekst weergegeven per thema, maar is een opsomming van samenvattingen van de verschillende bronnen.
©VANIN
De informatie die je verwerkt in je synthese sluit aan bij het onderwerp.
-De informatie is meestal ingedeeld volgens (sub)thema en niet volgens bron.
-De informatie die je verwerkt in je synthese sluit grotendeels aan bij het onderwerp.
-Soms geef je te veel irrelevante informatie.
-Je geeft soms niet voldoende informatie over de gekozen subthema’s.
correctheid
en aantrekkelijkheid
De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.
Je verwijst op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.
Aanvullende commentaar:
De tekst bevat enkele taalfouten die -de communicatie niet hinderen; -de boodschap niet in de weg staan.
Je verwijst meestal op een correcte manier naar de gebruikte bronnen.
De informatie die je verwerkt in je synthese sluit onvoldoende of niet aan bij het onderwerp.
De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.
Je verwijst niet of op een foute manier naar de gebruikte bronnen.
Je leert te reflecteren op de gelijkenissen en verschillen tussen talen
Je ziet in dat taaltypologie ons heel wat leert over talen 2
YODA
Talen vergelijken ©VANIN
Je maakt kennis met taalonderzoek en je voert ook zelf een onderzoekje uit
Voor de fans van Star Wars is Yoda geen vreemde, maar ook wie niet vertrouwd is met de films heeft het groene mannetje wellicht al eens gezien of kent zijn uitspraak ‘May the force be with you’. Taalwetenschappers hebben een onderzoek gedaan naar het taaltje van Yoda, want die taal is bijzonder.

1* Bekijk de uitspraken van Yoda bij de afbeelding. Wat is er zo bijzonder aan die zinnen?
2 Hoe zou jij die zinnen zeggen in het Engels en in het Nederlands?
3 Onderstreep in de Nederlandse vertaling het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.
4* Op welke plaats staat het onderwerp heel vaak in een Nederlandse zin?
5* Op welke plaats staat de persoonsvorm heel vaak in een Nederlandse zin?
Yoda’s Engels wordt ‘buitenaards’ genoemd. Maar klopt dat wel? In deze les leer je meer over de woordvolgorde in verschillende talen. Hopelijk lukt het jou om aan het einde van de les een antwoord te geven op die vraag.
In de les over de geschiedenis van het Nederlands leerde je al dat sommige talen qua woordenschat meer op elkaar lijken dan andere talen. Laten we die vergelijking ook eens maken voor de zinsbouw.
1 Vertaal de Engelse zinnen naar het Nederlands, Frans en Duits. Noteer in de laatste rij ook de vertaling in een andere taal waarmee je vertrouwd bent.
a In welke talen staat het onderwerp als eerste zinsdeel?
b In welke talen staat de persoonsvorm onmiddellijk naast het onderwerp?
Engels I need rest. The dark side is hard to see.I have earned it.
Nederlands
Duits
Frans
2 Zet nu voor elke zin ‘Ik weet dat …’. Op die manier wordt de oorspronkelijke zin een bijzin. Vertaal de zinnen opnieuw naar de andere talen.
a In welke talen verandert er in de bijzin iets aan de woordvolgorde?
b Wat verandert er precies?
c Welke talen lijken qua woordvolgorde meer op elkaar?
d Hoe kun je dit linken aan wat je gezien hebt over een gemeenschappelijke oertaal?
Engels
Nederlands Ik weet dat ik rust nodig heb.
Duits
Frans
Ik weet dat de duistere kant moeilijk te zien is.
Ik weet dat ik het verdiend heb.
Dat verschil in woordvolgorde in de bijzin is niet gemakkelijk voor wie Nederlands wil leren. Je kunt hen zinnen horen zeggen zoals ‘Ik vind dat Nederlands is geen gemakkelijke taal’ of ‘Sorry dat ik kan niet zo goed zinnen maken’.
Adriaan D’Haens onderzocht voor zijn masterproef waarom Engelstaligen moeite hebben met de woordvolgorde in het Nederlands als ze die taal leren. Lees de tekst over zijn onderzoek op p. 143. De tekst is een mooi voorbeeld van de onderzoeksstructuur.
3 In welke alinea vind je het antwoord op deze vragen?
a Wat wordt er onderzocht?
b Hoe verloopt het onderzoek?
c Welke methode wordt er gebruikt?
d Door wie gebeurt het onderzoek?
e Wat zijn de resultaten van het onderzoek?
f Wat zijn de conclusies van het onderzoek?
4 Markeer in elke alinea de belangrijkste zin(nen).
5 De volgende zin uit de tekst is een mooi voorbeeld van de verschillende woordvolgordes die het Nederlands heeft.
Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van).
a Markeer de hoofdzinnen (er zijn er meerdere).
b Onderstreep in de hoofdzinnen en de bijzinnen het onderwerp één keer en de persoonsvorm twee keer.
c Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de hoofdzinnen?
d Wat kun je zeggen over de plaats van de persoonsvorm in de bijzinnen?

Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk
fragment 1
Wie al eens gesproken heeft met anderstaligen die Nederlands leren, merkte vast enkele ‘vreemde kronkels’ in hun zinnen. Een zin als ‘Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk’ verraadt dat mensen die Nederlands leren het vaak moeilijk vinden om de woorden van een zin in de juiste volgorde te plaatsen. In zijn scriptie onderzocht Adriaan D’Haens wat hiervan de oorzaken zouden kunnen zijn.
De Nederlandse woordvolgorde is allesbehalve eenvoudig. Wanneer we ondergeschikte zinnen maken, zetten we de werkwoorden helemaal op het einde, en als er een zinsdeel voor het onderwerp en de persoonsvorm staat, worden die nog eens omgewisseld (daar is deze zin een mooi voorbeeld van). Als je kijkt naar waar de onderwerpen, de lijdende voorwerpen en de persoonsvormen staan in de vorige zin, zien we dat het Nederlands dus heel wat verschillende mogelijkheden heeft. Dat is in het Engels, de taal waarmee het Nederlands in dit onderzoek werd vergeleken, wel even anders. In English, the subject and the verb stay in the same position, no matter what you do or what you say. Voor het onderzoek werd ervan uitgegaan dat dit het net zo moeilijk maakt om zinnen met een correcte volgorde te construeren in het Nederlands. Dat is overigens ook voor onze zuiderburen, de Walen, zo, want ook het Frans kent deze variatie aan woordvolgordes niet. ‘Dat Franstaligen niet altijd kunnen maken even goede zinnen’ mogen we hen dus misschien ook niet altijd even kwalijk nemen. Nederlandstaligen zouden logischerwijze dan ook minder problemen met woordvolgorde mogen ondervinden, omdat in het Engels (en het Frans) de volgorde van het werkwoord en het onderwerp veel consequenter in elkaar zit.


Om deze veronderstellingen te onderzoeken, legde Adriaan D’Haens een verzameling aan van Engelse en Nederlandse teksten, geschreven door Nederlandstaligen en Engelstaligen die respectievelijk Engels en Nederlands als vreemde taal leerden. Deze teksten haalde hij van internationale examens die Engelstalige studenten Nederlands in Ierland, Engeland en Amerika hebben afgelegd. De organisatie Certificaat Nederlands als Vreemde taal neemt jaarlijks ettelijke officiële taaltesten af van mensen die Nederlands leren over de hele wereld. Nederlands kent immers ook buiten onze taalgrenzen enige populariteit. Voor de Engelse teksten dook hij in de examenarchieven van een Vlaamse middelbare school en selecteerde opstellen van een vergelijkbare moeilijkheidsgraad, geschreven door scholieren uit het derde en vierde middelbaar.
©VANIN

Hoewel de gegevens van het onderzoek voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, leverde het onderzoek toch interessante resultaten op. Engelstaligen bleken inderdaad, zoals verwacht, fouten te maken tegen de Nederlandse woordvolgorde. Ook de voorspelling over het Engels van Nederlandstaligen kwam uit: Nederlandstaligen bleken niet dezelfde problemen als Engelstaligen te ondervinden wanneer zij Engelse zinnen maakten; hun woordvolgorde was foutloos.
Wie een moedertaal heeft met een ‘moeilijke’ woordvolgorde kan dus blijkbaar zonder problemen overschakelen op een makkelijkere variant, maar vice versa levert dat aanzienlijke moeilijkheden op. Het loont dus beslist de moeite om als taalleerkracht rekening te houden met de moedertaalachtergrond van je studenten. Met enige zin voor fantasie zou je ten slotte kunnen zeggen dat het met een nieuwe taal leren net als met leren fietsen is: wie gewoon is om op een fiets te rijden, kan zonder problemen terug met een driewieler rijden, maar voor wie een driewieler gewoon is, is op een gewone fiets leren fietsen niet even evident.
Naar: scriptiebank.be

SOV EN SVO
Omar bir kitap okuyor.
1 In welke taal staat deze zin? Wat zou de betekenis kunnen zijn?
2 Wat valt er op aan de woordvolgorde van de zin?
onthouden
We zeggen dat het Turks een SOV-taal is: eerst komt het subject (het onderwerp), dan het object (het lijdend voorwerp) en dan het verb (het werkwoord).
Omar bir kitap okuyor
De meeste talen hebben echter een SVO-volgorde: in dat geval wordt het subject onmiddellijk gevolgd door het werkwoord en staat het object achteraan.
Omar leest een boek.
Omar lit un livre.
Zo’n % van alle talen heeft als standaardwoordvolgorde ofwel onderwerp - lijdend voorwerp - werkwoord (SOV), ofwel onderwerp - werkwoord - lijdend voorwerp (SVO). Er is dus een universele tendens om het onderwerp vooraan te plaatsen.
3 Welke talen zijn pure SOV-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
4 Welke talen zijn pure SVO-talen? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
5 Welke talen hanteren beide volgordes? Geef een voorbeeldzin waarmee je dat duidelijk maakt.
onthouden
Door talen te vergelijken leer je hoe een taal in elkaar zit. In de taaltypologie bestudeer je alles wat te maken heeft met de overeenkomsten en verschillen tussen talen en taalfamilies. Dat kan gaan over woordenschat en grammatica, maar ook over zinsbouw en zelfs over sociolinguïstische fenomenen.
UNIVERSELE GRAMMATICA
Enkele leerlingen beelden de zin ‘De jongen brengt het glas water naar de mond’ uit. De andere leerlingen analyseren de manier waarop ze de zin uitbeelden.
Aan de Universiteit van Chicago onderzochten taalkundigen de SOV-volgorde door mensen zinnen te laten uitbeelden, zoals jullie net gedaan hebben. Hieronder lees je hun conclusie.
Wetenschapster Susan Goldin-Meadow heeft vier groepen van tien proefpersonen (Engelsen, Spanjaarden, Chinezen en Turken) gebeurtenissen van filmpjes laten navertellen. Eerst met woorden en daarna met gebaren. Zoals verwacht hielden de proefpersonen bij de gesproken navertelling de woordvolgorde van hun moedertaal aan: SVO voor het Engels, Spaans en Mandarijn, en SOV voor het Turks. Toen de proefpersonen hetzelfde verhaal met gebaren uitbeeldden, deden ze dit echter allemaal in dezelfde volgorde: eerst het onderwerp, dan het lijdend voorwerp en als laatste het werkwoord.
De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten uit hun onderzoek dat er een natuurlijke volgorde bestaat: de SOV-volgorde. Het is immers de volgorde van elke nieuwe taal en de volgorde die iedereen aanhoudt bij het uitbeelden van verhalen.
Naar: nemokennislink.nl
1* Komt de conclusie van de onderzoekers overeen met jullie ‘onderzoekje’?
onthouden
De onderzoekers van de Universiteit van Chicago besluiten dat er in zinnen een natuurlijke woordvolgorde bestaat, maar wat is een natuurlijke volgorde? Zijn we dan aangeboren met een ‘natuurlijk gevoel voor woordvolgorde’?
Volgens de Amerikaanse taalkundige Noam Chomsky bestaat er een universele grammatica: een aangeboren taalvermogen dat alle mensen bezitten. Hij bestudeerde talen van overal in de wereld en ontdekte dat talen heel veel met elkaar gemeen hebben.
2 Waarom zou Chomsky gelijk kunnen hebben? Wat hebben veel talen met elkaar gemeen?
3 Adriaan D’Haens verwijst in zijn onderzoek ook naar Chomsky, maar hij vraagt zich af of Chomsky’s theorie ook inzetbaar is als het gaat over het aanleren van een tweede taal. Lees de tekst op p. 147.
a Markeer in de eerste alinea relevante informatie over Chomsky.
b Schematiseer de tweede alinea en maak duidelijk dat er twee kampen zijn.
4 Enkele onderzoekers uit Nederland onderzochten waarom Turken meer problemen hebben met Nederlands dan Marokkanen. Lees een fragment uit de Volkskrant op p. 147.
©VANIN
Aan de fouten tegen het Nederlands kunnen we dus zien welke moedertaal iemand heeft.
5 Zijn de volgende zinnen van iemand van Turkse afkomst of van iemand met de Marokkaans-Arabische moedertaal? Leg kort uit waarom.
a Hij trein.
b Hij in trein.
c Hij naar de trein gaat.
d Ik zie dat hij gaat naar de trein.
6 We keren even terug naar de verschillende visies waarover Adriaan D’Haens sprak. Vormt dit onderzoek eerder een bewijs dat Chomsky’s universele grammatica een rol speelt bij tweedetaalverwerving of dat we ons baseren op onze moedertaal als we een nieuwe taal leren?

Waarom leren Nederlands is niet gemakkelijk
fragment 2
Als mensen talen leren, voltrekken er zich allerhande gecompliceerde processen in hun hersenen. Een bekend Amerikaans taalkundige, Noam Chomsky, bedacht in het midden van de vorige eeuw een theorie die de werking van deze processen verklaarde. Hij ging uit van een zogeheten taalverwervingsmodule in de hersenen, een soort ingebouwd systeem dat ervoor zorgt dat mensen makkelijk taal kunnen verwerven. Door te luisteren naar de taal die om hem/haar heen gesproken wordt, kan een Chinese baby dankzij deze module met evenveel gemak Chinees leren als een Vlaamse baby Nederlands. Volgens Chomsky moest het taalverwervingsproces wel op een dergelijk systeem een beroep kunnen doen, omdat een kind anders onmogelijk op basis van de taal die hij/zij hoort zijn hele taalvermogen kan construeren. Maar wat gebeurt er als mensen een nieuwe, tweede taal leren? Kunnen anderstalige nieuwkomers of Vlaamse scholieren die Engels of Frans leren op school ook een beroep doen op dit systeem? Hierover zijn de meningen verdeeld.

Langs de ene kant zijn er taalkundigen die beweren dat de universele grammatica, zo heet het systeem dat de taalverwervingsmodule leidt, geen rol meer kan spelen bij het leren van vreemde talen. Langs de andere kant gaan sommigen ervan uit dat deze nog even actief is. Als je niet in de rol van een universele grammatica gelooft, dan moet er natuurlijk iets anders aan de basis liggen van hoe we vreemde talen leren. Dit zou volgens sommigen weleens de invloed van de moedertaal kunnen zijn: een zogenaamde taaltransfer; bijvoorbeeld van het Nederlands naar het Frans, in het geval van Vlaamse schoolkinderen die Frans leren. We hebben allemaal wel in onze eerste Franse dialoogjes onszelf voorgesteld als ‘Je suis Adriaan, je suis 11 ans’. Ongetwijfeld kwam de leerkracht dan tussen en verbeterde hij/zij: ‘J’ai 11 ans’, want in het Frans zeg je ‘11 jaar hebben’. Als het voor Nederlandstaligen al moeilijk is om deze kleine regel te leren, is het voor anderstaligen al helemaal een zware klus om de Nederlandse woordvolgorde onder de knie te krijgen.
Naar: scriptiebank.be



Waarom Turken met voorzetsels strooien
Grammaticaal wijkt het Turks sterk af van het Nederlands. Het Marokkaans-Arabisch gebruikt net als het Nederlands voorzetsels. Het Turks kent daarentegen geen voorzetsels, maar werkt met voor- en achtervoegsels die aan woorden worden geplakt en met speciale vervoegingen van de werkwoorden. Er is geen aanduiding voor ‘in’, ‘op’, ‘aan’, enzovoort: de toehoorder moet uit de context opmaken welke locatie wordt bedoeld. Het gevolg is dat Turken de voorzetsels in het Nederlands vaak maar helemaal weglaten.
Marokkanen lopen aan tegen de verschillen in de woordvolgorde in zinnen. In het Marokkaans-Arabisch komt het werkwoord op de tweede plaats in de zin, net als in de normale Nederlandse hoofdzin. In zulke constructies kan de Marokkaan dus zijn kennis van zijn eigen taal toepassen op de Nederlandse zinsstructuur.
Die truc mislukt echter wanneer er een bijzin gemaakt moet worden. Dan draait in het Nederlands de woordvolgorde om: ‘… dat hij naar de trein gaat’, met het vervoegde werkwoord achter in de zin. Dat is niet te bevatten voor mensen met een Arabische achtergrond. Die regel druist totaal in tegen hun taalgevoel.
Naar: volkskrant.nl



1 Nu je meer weet over de woordvolgorde in verschillende talen, lukt het jou misschien om een antwoord te geven op de vraag of Yoda’s Engels echt buitenaards is.
Voor wie zelf als Yoda wil leren praten, is er The Yoda-speak generator.
2 Zou het voor iemand met het Nederlands als moedertaal moeilijk zijn om Yoda’s woordvolgorde te leren? Leg uit waarom (niet). Verwijs in je uitleg ook naar de taalkundige onderzoeken over dat onderwerp.
3* Yoda heeft zelf geen auw benul van zijn speciale taaltje. Maak hem even wegwijs in enkele taalkundige begrippen. Plaats telkens twee woorden/begrippen bij elkaar en leg het verband tussen de twee uit. De woorden kunnen op verschillende manieren aan elkaar gelinkt worden. Je mag een woord verschillende keren gebruiken; er zijn dus meerdere antwoorden mogelijk.
UNIVERSELE GRAMMATICA SVO-TAAL CHOMSKY
TAALTRANSFER
SOV-TAAL

TAALONDERZOEK
Tijd om zelf een onderzoekje te doen dat past binnen de taaltypologie. Nadien presenteer je je onderzoekje aan enkele medeleerlingen volgens de onderzoeksstructuur.
STAP 1 Wat ga je onderzoeken?
Kies een van de volgende thema’s uit.
Niet, nergens, nooit Onderzoek de ontkenning in het Nederlands (standaardtaal én tussentaal), Frans en Zuid-Afrikaans. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.
©VANIN
Beleefde talen
- Onderzoek de beleefdheidsvorm in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Je mag ook zelf nog een taal kiezen.
- Onderzoek op welke manier de beleefdheidsvorm gevormd wordt en ook in welke situaties de beleefdheidsvorm wel of niet gebruikt wordt.
STAP 2 Welke methode ga je gebruiken?
Een gele koe, maar ‘une vache jaune’
- Onderzoek de volgorde van het bijvoeglijk naamwoord en het zelfstandig naamwoord in het Frans en in het Nederlands.
- Kies nog minstens twee andere talen en vergelijk de volgorde.
a Zoek voorbeeldzinnen met een ontkenning, een beleefdheidsvorm of een combinatie van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord.
b Vertaal die zinnen naar verschillende talen. Gebruik je voorkennis of maak gebruik van een online vertaalprogramma.
c Zoek online naar betrouwbare bronnen over het onderwerp. Misschien vind je ook achtergrondinformatie over het thema.
STAP 3 Wat zijn de resultaten? Wat is de conclusie?
Op basis van die voorbeelden probeer je een conclusie te trekken over het gebruik van de ontkenning, de beleefdheidsvorm of de volgorde van het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord.
STAP 4 Bespreek je onderzoek.
Bespreek je onderzoek en je resultaten met een medeleerling die hetzelfde thema onderzocht. Waarover zijn jullie het (on)eens? Kwamen jullie tot gelijkaardige resultaten?
STAP 5 Presenteer je onderzoek.
Presenteer je onderzoek aan leerlingen die een ander thema onderzochten.
a Noteer je voorbeelden op een blad of in een PowerPointpresentatie zodat je publiek goed kan volgen.
b Breng structuur aan in je uitleg en vertel over je onderzoek volgens de onderzoeksstructuur.
c Evalueer elkaar aan de hand van de evaluatiematrix op p. 150.
Evaluatiematrix – Spreken: taalonderzoek
GOED
VOLDOENDE ONVOLDOENDE correctheid en volledigheid
- Je onderzocht het thema grondig door veel voorbeelden op te zoeken.
- Je vond extra vergelijkingsmateriaal in andere talen.
- Je resultaten zijn correct en je trok een logische conclusie.
- Je onderzocht het thema op een degelijke manier.
- Je haalt een aantal duidelijke voorbeelden aan.
- De resultaten zijn meestal correct.
- De conclusie klopt met het onderzoek.
duidelijkheid en aantrekkelijkheid
Je presenteert je onderzoek op een heldere manier. Het is voor het publiek gemakkelijk om te volgen.
Aanvullende commentaar:
Je kunt de conclusie duidelijk overbrengen.
- Je onderzocht het thema niet volledig.
©VANIN
- Je haalt weinig voorbeelden aan.
- De resultaten en de conclusie zijn niet correct omdat het onderzoek slecht gevoerd werd.
Het is voor het publiek niet gemakkelijk om te volgen.
INLEIDING
Je maakt kennis met een literair medium, de graphic novel 1
Je verdiept je in de boeken van Brecht Evens
Je verwoordt je leeservaring en je mening over een graphic novel met een opinietekst 3
1* Welke strips of stripreeksen las en/of lees je graag? Vertel kort waarom.
2* Heb je al van de term ‘striproman’, ‘beeldroman’ of ‘graphic novel’ gehoord? Wat is het verschil met een gewone strip, denk je?
3* Op deze en volgende pagina vind je fragmenten uit zowel strips als graphic novels. Plaats ze in de correcte categorie en verklaar telkens je keuze.
4* Lukt het om met deze opdracht tot een aantal belangrijke kenmerken van de graphic novel te komen? Brainstorm met een medeleerling.
Hedendaagse literatuur: de graphic novel ©VANIN











©VANIN

DE STRIPPROFESSOR
Je leerkracht neemt je mee in de wereld van strips en beeldverhalen in een (mini)hoorcollege, op basis van Joost Pollmans De stripprofessor
1 Neem notities volgens de Cornell-methode.
©VANIN
BRECHT EVENS
We zoomen even in op het werk van een van Vlaanderens bekendste stripauteurs, Brecht Evens. Bekijk en lees de

©VANIN


©VANIN
1 Wat valt op, stilistisch en inhoudelijk?
Je leest straks een artikel over Evens uit De Standaard
2 Maak eerst de woordenschatoefening om de tekst beter te begrijpen. Verbind de termen met de juiste omschrijving.
1 grandeur a naar het vaderland terugbrengen
2 realistisch b ernstige vorm van psychisch afwijkend functioneren
©VANIN
3 tableau c hallucinogene drug die een gelukzalig gevoel opwekt
4 benjamin d bedrieglijke beïnvloeding
5 nieuwe garde e lijst van personen of zaken die overblijft na selectie uit een longlist
6 Angelsaksisch f nieuwe, jongere generatie
7 shortlist g tafereel, schilderij
8 visioen h grootsheid
9 manipulatie i met oog voor de werkelijkheid
10 dandy j jongste
11 MDMA k Engelstalig
12 Messias l droombeeld, hersenschim
13 psychose m jongeman met uitzonderlijk veel aandacht voor uiterlijk en mode
14 manie n heilsprofeet
15 repatriëren o overdreven enthousiasme
3 Lees nu het artikel op de volgende pagina.
a Markeer typische kenmerken van Evens’ graphic novels in het groen.
b Markeer autobiografische elementen van zijn boeken in het geel.
4 Keer nu even terug naar de geselecteerde fragmenten uit Evens’ werk op p. 154-155. Welke typische kenmerken van zijn werk en welke autobiogra sche elementen vind je daarin terug?
5 Denk even terug aan het (mini)hoorcollege. Wat was het de niërende kenmerk van een graphic novel? Is dat van toepassing op het werk van Brecht Evens?

Striptekenaar Brecht Evens bekroond in Angoulême
‘Een avontuur zonder lijden is gewoon vakantie’
De Hasselaar Brecht Evens (33) nam op het stripfestival van Angoulême de speciale prijs in ontvangst voor Het amusement. Wie is de grote belofte van de Vlaamse strip?
PETER MOERENHOUT
Brecht Evens (1986) geldt al jarenlang als een van de grote beloftes. Op 25-jarige leeftijd breekt hij door met Ergens waar je niet wil zijn, een wervelende uitbarsting van kleuren waarin hij de grandeur en de valstrikken van het nachtleven bezingt. Evens toont in de graphic novel al de stijlkenmerken die zijn latere werk naar een hoger niveau zullen tillen. De dialogen zijn vlot en realistisch, de personages spartelen zich door even tragische als komische belevenissen.


©VANIN
Evens begint daarna te experimenteren en laat de bladindeling van de gemiddelde strip achter zich. Geen hokjes en stroken meer, maar paginagrote taferelen, afgewisseld met een stroom van pratende hoofden. De drukke tableaus groeien uit tot een stokpaardje. Evens wordt de beloftevolle benjamin van de nieuwe garde Vlaamse stripmakers en wordt haast doodgeknuffeld. ‘Ik herinner me van die periode een hechte bende van stripmakers die niet veel verkochten’, zegt Evens. ‘We gingen samen naar beurzen, vierden feest en gaven elkaar tips.’ Kort nadien wordt Evens met de vertaling The wrong place genomineerd voor de Eisner Awards, de belangrijkste prijzen in de Angelsaksische stripwereld. Hij wint niet, maar de plaats op de shortlist is op zich al indrukwekkend.
Dandy
In Panter (2014) heeft Evens het over visioenen, manipulatie en waanvoorstellingen. Als een hedendaagse dandy dartelt hij tussen het tekenen door van feest naar feest. MDMA doet hem nog hoger zweven, maar de partydrug staat ervoor bekend ook intense emotionele dieptepunten te veroorzaken.
werd geduwd. ‘Het was grappiger om tegen alles vol overgave “ja” te zeggen en te overdrijven dan om nederig “dankjewel” te zeggen. Zeer leuk allemaal, maar nadien ging het mis.’ Evens belandt in een zware depressie die hij zelf als ‘een enorme leegte’ omschrijft. Hij verzeilt in Parijs en besluit op eigen houtje de antidepressiva af te bouwen. Hij reist af naar Japan om een boek te tekenen voor Louis Vuitton.
Psychose
De energie en vrolijkheid worden manie, later psychose. Evens waant zich een messias. Hij wordt poedelnaakt in een tuin in Tokio gearresteerd en bijt een politieagent. Hij wordt gerepatrieerd en brengt enkele maanden door in een psychiatrische instelling. Stap voor stap overwint hij zijn depressie.
‘Het was een avontuur en in een avontuur moet geleden worden, anders is het gewoon vakantie’, vertelt Evens. ‘Ik pluk daar nu wel de creatieve vruchten van.’ Hij verwerkt zijn ervaringen in Het amusement (2018). De drie hoofdpersonages lijken verschillende aspecten van hemzelf te verbeelden. Jona is een schuchtere jongen met foute vrienden, Rodolphe toont de maker op het toppunt van zijn psychose, Victoria belichaamt de herstellende Evens.

Schild
De onzachte landing wordt ingezet: ‘Brecht Evens’ wordt een personage, een schild en een houvast voor iemand die misschien te snel voor het voetlicht

De eerste boeken van Evens zijn goed, maar geen meesterwerken. Ze missen een oprechte kern, iets wat schreeuwt om losgelaten te worden. Dat is wat Het amusement zo sterk maakt.
Dit weekend won Evens de juryprijs in Angoulême, het grootste stripfestival van Europa. ‘Een grootmeester van het aquarellen’, noemt de jury hem. ‘Zijn boeken gaan over ontmoetingen, baden in kleur en vieren het leven.’

Bron: www.standaard.be

SPREKEN EN SCHRIJVEN: EEN LEZERSREACTIE
Nu je kennismaakte met de beeldroman, is het tijd om er zelf een te gaan lezen! Na afloop schrijf je een lezersreactie voor hebban.nl, ‘de grootste en leukste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen’. Volg de stappen.
STAP 1 Kies een van de graphic novels op deze en volgende pagina.
STAP 2 Lees die graphic novel aandachtig. Let zeker op de literaire bouwstenen, de technieken (uit lesdeel 2) en de kenmerken van Evens’ literatuur (indien je een werk van hem kiest).
STAP 3 Kies een van de verwerkingsopdrachten.
• Schrijf een korte lezersreactie (maximaal 400 woorden) waarin je je mening geeft over het boek aan de hand van je bevindingen bij stap 2. Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 160. Post je tekstje nadien op hebban.nl.
• Spreek een lezersreactie in (ongeveer drie minuten, gebruik bv. Talk and comment, Audacity …). Lees zeker even de evaluatiecriteria op p. 160.

©VANIN


Persepolis, Marjane Satrapi, 2000, Atlas Contact





© Junker, Simon Spruyt, 2014, SU Strips




















Evaluatiematrix – Spreken en schrijven: een lezersreactie
inhoud
Je geeft duidelijk je mening weer en gebruikt concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.
structuur
Je lezersreactie voldoet aan de volgende structuur: opening – info beeldroman – argumenten positieve en negatieve aspecten –eindoordeel.
taal
Je lezersreactie bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Je geeft duidelijk je mening weer, maar je gebruikt te weinig concrete argumenten die verwijzen naar de verhaalanalyse en/of beeldromananalyse.
Je lezersreactie voldoet bijna volledig aan de gewenste structuur.
Je geeft je mening niet weer en/of geeft onvoldoende argumenten.
©VANIN
Je lezersreactie voldoet niet aan de gewenste structuur.
Je lezersreactie bevat een paar storende taalfouten.
Je lezersreactie bevat veel storende taalfouten.
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal: nieuwsberichten over taal
Niet alleen in de lessen Nederlands gaat het over taal. Ook in het nieuws duiken geregeld taalgerelateerde berichten op.
©VANIN

De aankondiging van het Gemeenschapsonderwijs dat leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands, die ook mogen gebruiken op de speelplaats en in de klas, lokt veel reacties uit. Het GO! beroept zich op wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat leerlingen zich beter voelen op school en makkelijker Nederlands leren als ook positief wordt ingespeeld op hun thuistaal.
Het schoolrapport van je kind doornemen, een inschrijvingspapier voor een uitstap naar de kinderboerderij invullen of gewoon wat helpen bij die spreekbeurt over de ruimte van je zoon of dochter. In Vlaanderen is 1 op de 7 volwassenen laaggeletterd. Het gaat hier om cijfers uit een grootschalig OESO-onderzoek (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat in 40 landen de geletterdheid van 16- tot 65-jarigen over de hele wereld onderzoekt. Tirhas is een van hen. Zij volgt een traject alfabetisering Nederlands tweede taal: ‘Ik wil goed Nederlands kunnen om mijn kinderen te helpen met hun huiswerk.’
Tweetaligheid verbetert de hersenfunctie en vertraagt de veroudering van de hersenen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek. Hoe vloeiend iemand is in een tweede taal, blijkt belangrijker dan hoe lang hij of zij die taal al spreekt. Er is ook nog gebleken dat meertaligheid de ontwikkeling uitstelt van aandoeningen zoals dementie, alzheimer en parkinson.
Om ouders te ondersteunen bij de taalontwikkeling van hun kinderen, start de stad Leuven met taalcoaching. Vriendjes maken, instructies van de juf of meester begrijpen, vragen kunnen stellen, je gevoelens onder woorden brengen … We gebruiken elke dag zo veel taal. Voor kinderen uit een anders- of meertalig gezin is dat vaak nog moeilijker. Het is voor ouders en leerkrachten zoeken naar de juiste balans tussen de thuistaal en het Nederlands. Bovendien is het ook complexer om in te schatten of de taalachterstand een gevolg is van de meertaligheid, dan wel of er sprake is van een taalontwikkelingsstoornis.
is om ontwikkeling aandoeningen afasie, een
D e Amerikaanse acteur Bruce Willis, die in 1988 doorbrak met de film Die Hard, stopt met acteren. De 67-jarige Willis kampt met afasie, een taalstoornis. Daarom neemt Bruce na lang nadenken afstand van de carrière die zo veel voor hem betekend heeft.
Naar: vrt.be/vrtnws
1 Bekijk de nieuwsfragmenten over taal op p. 161. Weet jij wat de gemarkeerde begrippen betekenen? Gebruik de woordleerstrategieën om de betekenis van de gemarkeerde begrippen te verklaren.
De leerlingen mogen hun thuistaal spreken in de pauze op de speelplaats.
Elke stad zou taalcoaching moeten aanbieden.
©VANIN
Kinderen moeten verplicht tweetalig worden opgevoed.
2* Discussieer in groepjes over een stelling naar keuze.
Een traject alfabetisering zou verplicht moeten worden voor laaggeletterden.
a Je krijgt tien minuten de tijd om je voor te bereiden en enkele argumenten op te zoeken.
b Gebruik in je argumentatie zo veel mogelijk woorden uit onderstaand kadertje.
taalstoornis – taalontwikkelingsstoornis – afasie – eentaligheid – tweetaligheid – meertaligheid –thuistaal – moedertaal – alfabetisering – geletterdheid – laaggeletterdheid
pannutta
pannuun pannussa pannusta pannulle pannulla pannulta
3 Bekijk bovenstaande woorden.
a Weet jij uit welke taal de woorden komen?
b Weet je ook wat ze kunnen betekenen?
c Wat is het verschil met de Nederlandse vertaling?
Der Affe sieht den Elefanten.
Den Affen sieht der Elephant.
4 Bekijk bovenstaande Duitse zinnen.
a Wie ziet wie in deze zinnen?
b Wat gebeurt als je de zinnen naar het Nederlands vertaalt zonder iets aan de woordvolgorde te veranderen?
c Hoe verklaar je het verschil tussen het Duits en het Nederlands?
We introduceren enkele nieuwe begrippen.
onthouden
Een synthetische taal is een taal waarbij woorden veelvuldig vervoegd of verbogen kunnen worden. De vervoeging of verbuiging geeft extra informatie.
Een analytische taal is een taal waarin de extra informatie (bv. mannelijk of vrouwelijk, onbepaald of bepaald) in losse, meestal onveranderlijke lidwoorden, voorzetsels en bepalingen gegeven wordt.
Een isolerende taal is het extreemste geval van een analytische taal. De plaats en intonatie bepalen de betekenis, zoals in het Chinees of het Tibetaans
5 Zijn de volgende talen eerder synthetisch of eerder analytisch?
Duits – Fins – Latijn – Engels – Nederlands
6 Talen evolueren, zo ook het Nederlands. Welke uitspraak klopt volgens jou?
Het Nederlands evolueerde van een synthetische naar een analytische taal.

©VANIN
Taal: spelling van het werkwoord
Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van het werkwoord.
Het Nederlands evolueerde van een analytische naar een synthetische taal.

DE LETTERVRETER
LEENWOORDEN
Wouter DeprezToen ik nog maar eens een ‘Oh, my God’ van mijn jongste zoon moest incasseren, begon ik stante pede te fulmineren over de anglificatie van zijn vocabulaire. Ik confirmeerde wat ik hem al vaker had gecommuniceerd over mijn allergie aan zijn culturele coup. Zijn Engels manoeuvreerde me richting een attackske. Als hij mij in een Spaanse furie wou laten exploderen, moest hij vooral op deze manier continueren. Na mijn explosie zou een ambulance me dan naar het hospitaal brengen, waar een plastisch chirurg alle partjes terug tot één persoon zou moeten assembleren.

Op dit gejeremieer repliceerde mijn zoon met een ‘What the fuck!’. Uit deze frase probeerde ik zelf een diepere betekenis te distilleren. Vond mijn benjamin mijn uitval ad hominem? Realiseerde hij zich dat hij mij al deze argumenten al ad infinitum had horen declareren, misschien zelfs ad nauseam? Waarom is die senior toch zo conservatief, welk ressentiment koestert hij tegen dat Engels?
Ik persisteerde en accelereerde nog. Dat ik zijn contaminatie met het Engels niet zomaar wou zien als juveniele spielerei. Dat ik van al dat Engels sowieso wanderlust kreeg. Hoe kon het toch dat anno domini 2022 die Angelsaksen in het Nederlands quasi alle leenwoorden uit andere talen in het defensief hadden gedrongen? Ik zei hem dat ik de huidige situatie een complete calamiteit vond. Ik smeekte hem om dat Engels toch niet zo rücksichtslos over te nemen. En ik gaf toe dat ik hoopte de controle over zijn taalgebruik nog te kunnen accapareren. Dat ik hoopte nog een wende te kunnen forceren, dat hij die met zijn talent voor taal zeker nog kon incorporeren.
Mijn captatio benevolentiae eindigde in een total loss, kon ik concluderen uit zijn ‘Shit!’. Dat ik zelf toch voortdurend woorden uit andere talen gebruikte, beet junior me toe. Ik argumenteerde dat de leenwoorden uit het Engels zich tot mijn leenwoorden uit andere talen verhielden als een schlager tot een chanson.

Het was op dat moment dat ik een aha-erlebnis kreeg. Gedecideerd nam ik een ad hocbeslissing. Ik poneerde dat ik zijn vocabularium voortaan zou controleren en proberen te eleveren. Vanaf nu werd eliminatie van het Engels chefsache, terwijl een crescendo van het gebruik van leenwoorden uit andere talen zou accumuleren met een maximalisering van zijn zondagse alimentatie. Mijn fingerspitzengefühl voorspelde me dat deze werkwijze in domo propria sowieso ook extra muros een effect zou sorteren. Maar mijn belhamel vond het duidelijk zum kotzen. Met veel drama stortte hij hyperventilerend neer. ‘Please, please’, piepte hij. Ik persisteerde dat hij moest stoppen met herrie te maken en amok. Ik expliceerde dat ik niet mesjogge was geworden. Dat ik niet de ambitie had om de punaise in zijn humeur te constitueren. Dat het überhaupt niet mijn bedoeling was om al zijn communicatie als een Gestapo te gaan controleren. Dat het Engels an sich niet het probleem vormde, dat ik ook wel snapte dat hij het enigszins moest blijven gebruiken, om geen fremdkörper te worden tussen zijn copains. Dat ik de controle op Engelse leenwoorden thuis zou injecteren met een bepaalde gemütlichkeit, zonder evenwel de gründlichkeit uit het oog te verliezen.


Zijn gelamenteer ging daarop gelukkig pianissimo. Zou ik nu zijn alter ego zien verschijnen? Een jeune premier, een uomo universalis, die voortaan copieuze frasen zou larderen met leenwoorden uit de lingua franca’s van alle grote civilisaties uit de geschiedenis?
Hij pacifeerde zichzelf en zei sotto voce, maar gedecideerd ‘Go fuck yourself’. In plaats van agree to disagree met de angry young man ben ik toen inderdaad ontploft. Een dokter op intensive care is as we speak cut and paste aan het doen met al mijn shrapnels, waarna hij mij helaas zal retourneren naar home sweet home.


Woordenschat
Wouter Deprez is een komiek en cabaretier. Hij is bekend door zijn zaalshows waarin hij op een ludieke manier lijkt te vertellen over zijn vader, zijn roots, zijn gezin, zichzelf. In die shows speelt hij met gevoelens, maar zeker ook met taal. Of zoals hij het zelf zegt: ‘Wat heeft Wouter na al die jaren begrepen van het instrument waar hij mee werkt? Wat doet hem lachen in taal? Wat ontroert Wouter in taal, nog meer dan vroeger? Welke dringende aanpassingen in taal wil Wouter doorvoeren? En waarom worden vraagtekens zo vaak gebruikt om u nieuwsgierig te maken?’
onderweg

In De lettervreter in De Standaard verkent Wouter Deprez tweewekelijks de veelheid aan vormen waarin taal zich aandient. Hij wordt hiertoe getriggerd door het taalgebruik van anderen en in de media. In de manier waarop hij dat doet, herken je de cabaretier in hem!
Lees de eerste paragraaf van de column op p. 165 en beantwoord de volgende vragen.
7* De column is voor de lezers van De Standaard. Maar wie spreekt tegen wie in de column?
8* Wat verwijt hij zijn zoon?
9* Wat doet Wouter Deprez vervolgens in zijn column?
10* Wat is het e ect daarvan? Welke vorm en techniek van humor ontdek je hier?
11* Wat voorspelt Wouter Deprez dat er misschien met hem gaat gebeuren?
Je leest nu het vervolg van de column.
12 De vader heeft niet enkel woorden uit het Engels ontleend. Uit welke talen heeft hij nog woorden/ uitdrukkingen ontleend?
13 De tekst bevat heel wat moeilijke woorden. Op iDiddit staat een opdracht om de taal van oorsprong en de betekenis van de woorden te achterhalen.
14 Oefen even met de nieuwe woorden. Lees de korte tekstjes en beantwoord de vragen met woorden uit de keuzelijst hieronder.
intensive care – spielerei – crescendo – as we speak – frase – wanderlust – stante pede –cut and paste – pianissimo – shrapnel – Gestapo – total loss – gejeremieer – uomo universalis –benjamin – fingerspitzengefühl – mesjogge – amok – shit – fremdkörper – sotto voce – go fuck yourself –ad hominem – vocabulaire – zum kotzen – Gestapo – Javaans – wende – manoeuvreren – chefsache –ambulance – ad infinitum – hospitaal – anno domini – gemütlichkeit – captatio benevolentiae –distilleren – hyperventileren – jeune premier – gründlichkeit
In de middeleeuwen is de katholieke Kerk dominant in alle aspecten van de samenleving. Ze ligt ook aan de basis van het onderwijssysteem. De onderwijstaal is het Latijn. Denk maar aan de septem artes liberales.
a Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In de renaissance blijft men de klassieke oudheid bestuderen, maar die aandacht voor de taal, literatuur en wetenschap van de oudheid stimuleert ook de belangstelling voor de natuur en de werkelijkheid waarin men leeft. Waar de middeleeuwse wetenschap gebaseerd is op de autoriteit van gezaghebbende teksten, baseert de wetenschap zich meer en meer op persoonlijk en kritisch onderzoek. Belangrijk is ook dat wetenschap en cultuur niet langer alleen Latijnse teksten bestuderen, maar ook teruggrijpen naar de andere klassieke taal, het Grieks en zelfs naar de nationale talen.
b Welke woorden uit een andere klassieke taal zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In West-Europa krijgen jonge mannen uit de rijke, goed opgeleide elite privéonderwijs in die natuurwetenschappen, kunst en talen. De klassieke talen behoren tot het standaardpakket, samen met andere vreemde Europese talen en gebruiken. Die jongeren moeten tijdens hun grand tour ter plaatse ervaren wat ze hebben geleerd. Die grand tour is een rondreis langs de klassieke monumenten in Italië en Frankrijk en een afsluitend onderdeel van de opvoeding. Ze hebben geen probleem met Italiaanse woorden, omdat ze al een goed idee hebben van de taal van een van de grootste landen van die tijd en haar aanzienlijke invloed op religie, kunst en wetenschappen in heel Europa.
Het Italiaans en het Frans waren toen de dominante talen in West-Europa, maar bij ons ontwikkelde ook het Nederlands zich.
c Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands opgenomen zijn?
In de 18e en 19e eeuw komt er een reactie tegen de verlichtingsideeën van Descartes, Voltaire, Montesquieu, Rousseau, Locke, Spinoza, Kant. De stelling van die grote verlichtingsdenkers dat alleen het gebruik van de rede en het gezond verstand tot de waarheid kan leiden, wordt onderuitgehaald door de terreur van de Franse Revolutie en de napoleontische oorlogen.
Daarom keren de romantici zich ook af van Frankrijk. Ze grijpen terug naar de Kerk en de middeleeuwen, de Oudgermaanse en oriëntaalse wereld.
In Duitsland breekt de Sturm-und-Drangperiode aan. De briefroman van Goethe, Die Leiden des jungen Werthers is typisch hiervoor. De protagonist laat zich in zijn handelen volledig leiden door zijn gevoelens, wat tragisch eindigt. Die stroming leidt in dat land ook tot een sterk doorgedreven nationalisme en het ontstaan van het Duitse Keizerrijk in 1871, maar in de 20e eeuw krijgt het een pejoratieve betekenis door het nationaalsocialisme.
In Engeland zetten de romantic poets zoals Wordsworth, Keats, Byron en Shelley de toon.
d Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
In de 19e eeuw worden ook de koloniale rijken verder uitgebouwd. In de vorige eeuwen waren Spanje en Portugal de grote koloniale mogendheden, maar in de 19e eeuw worden het Verenigd Koninkrijk en het Koninkrijk der Nederlanden de twee grootste.
De grondslag van het Nederlandse koloniale rijk wordt tijdens de Gouden Eeuw gelegd door de VOC en de WIC, of voluit de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie. De VOC is actief in Zuid-Afrika en het Verre Oosten (India, Sri Lanka, Indonesië, Maleisië) en de WIC aan de westkust van Afrika (de Nederlandse Goudkust of Ghana én de Slavenkust of Benin, Togo en Nigeria), de Golf van Mexico en Latijns-Amerika (o.a. de Nederlandse Antillen, Guyana en Suriname).
e Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
©VANIN
Even ingrijpend in diezelfde eeuw is de industriële revolutie. Voor 1800 bestonden er natuurlijk al machines, maar deze worden aangedreven door de kracht van mens of dier, soms door water of wind. Revolutionair is het massale gebruik van nieuwe energiedragers en -bronnen, zoals stoom, elektriciteit, olie, gas en in de 20e eeuw ook kernenergie.
Moderne machines zorgen voor een snellere en grootschalige productie van bv. stoffen en ijzer. Ook komen er nieuwe reis- en vervoersmogelijkheden door de auto, de trein, het schip en het vliegtuig.
Er wordt ook vooruitgang geboekt op wetenschappelijk gebied. Uitvindingen zoals de telefoon, de radio, de microscoop en de telegraaf dragen bij aan veranderingen in de maatschappij. De ontdekking van de röntgenstraal en de komst van de röntgenfoto, samen met de antibiotica (zoals penicilline) en nieuwe chirurgische technieken zorgen voor een omwenteling in de medische wereld.
Engeland is de voortrekker in de eerste industriële revolutie, maar al vlug volgen België, later ook Frankrijk en Pruisen. Op het einde van de eeuw pompen de VS de eerste aardolie op en leggen zo de basis voor de ontwikkeling van de automotor, de uitvinding van kunststoffen en de petrochemische industrie.
Met de opkomst van de computer in de jaren 50 en de doorbraak van het internet vanaf de jaren 70 is de digitale revolutie ingezet, waar de klemtoon vooral ligt op de diensteneconomie en de globalisering. De VS geven oorspronkelijk de richting aan, maar geleidelijk nemen Japan, Zuid-Korea en nu ook China het over.
f Welke woorden zouden in deze periode in het Nederlands overgenomen zijn?
g Welke woorden hebben vandaag een pejoratieve betekenis en gebruik je dus beter niet in een alledaags gesprek?
h Welke woorden verwijzen naar de recente Duitse politiek?
i Vreemd genoeg blijven er nog enkele woorden over. Hoe verklaar je die?
15* Leg nu kort uit waarom Wouter Deprez met het overwicht van Engelse woorden/uitdrukkingen in de laatste alinea van zijn column de tijdsgeest correct weergeeft.
ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN: EEN ONDERZOEKSVRAAG FORMULEREN
Binnenkort verlaat je het secundair onderwijs en waag je je eerste stappen in het hoger onderwijs. Verder in dit leerwerkboek vind je nog heel wat informatie over verder studeren. In het hoger onderwijs zul je een onderzoeksgerichte houding moeten aannemen. Je zult immers papers en een scriptie moeten schrijven. Die teksten vertrekken altijd vanuit een goede onderzoeksvraag. Wat dat precies is en hoe je die moet opstellen, leer je in dit lesdeel. onthouden
Een scriptie is een geschreven werkstuk waarin je de resultaten neerschrijft van een eigen onderzoek. Meestal doe je daar meerdere maanden over, vooral tijdens het laatste jaar van je opleiding.
Een paper is een wetenschappelijke tekst van beperkte lengte, meestal geschreven als opdracht (bijvoorbeeld om een vak af te ronden).
1 Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen. Verbind die met de deelvragen en het voorbeeld.
1 beschrijvend a Wat zijn de positieve/negatieve punten? Wat is de waarde? I Wat zijn de verschillen tussen Vlaamse en Nederlandse gebarentaal?
2 vergelijkend b Wat zijn de verschillen en de overeenkomsten?
3 evaluerend c Waar zal dit toe leiden? Zal in de toekomst …?
II Hoe komt het dat stof H smelt in een omgeving van 170 graden?
III Hoe kan het ministerie van Onderwijs ervoor zorgen dat analfabetisme in België tegen 2030 met 50% daalt?
4 verklarend d Hoe kunnen we dit oplossen? IV Is het openbaar vervoer in België tegen 2050 goedkoper dan met de auto rijden?
5 voorspellend e Wat zijn de kenmerken? V Wat is de meerwaarde van een gezonde lucht in de schoolomgeving voor jongeren?
6 ontwerpend f Wat zijn de oorzaken en de gevolgen?
VI Wat is het beleid in Vlaamse scholen voor kinderen met dyslexie?
2* Een goede onderzoeksvraag opstellen is niet eenvoudig. De afbeelding toont de criteria waaraan een onderzoeksvraag moet voldoen. Begrijp je alle criteria?
3 Lees nu de onderstaande onderzoeksvragen. Zijn dit goede voorbeelden?
• Indien de vraag goed is, noteer dan om welke soort onderzoeksvraag het gaat.
• Indien de vraag niet goed is, schrijf dan op aan welk(e) criterium/criteria ze niet voldoet.
a Hebben jongens meer talent voor techniek dan meisjes en speelt opvoeding daarbij een rol?
b Wat is de Industriële Revolutie?
c Wat zijn de hygiënische gevaren van zwerfkatten in stedelijke gebieden?
d Hoe kun je de Tweede Wereldoorlog verklaren?
©VANIN

e Hoe kan de begeleiding rond seksuele gezondheid in wijk XXX verbeterd worden?
f Hoe kan de armoede in België verminderd worden?
g Welk effect hebben gewelddadige films en games op het gedrag van kinderen?
h Welk effect heeft het afnemen van preventieve alcoholcontroles op het aantal mensen dat dronken achter het stuur zit?
Bron: www.scribbr.nl
Het belang van scripties wordt onderstreept door de jaarlijkse Vlaamse Scriptieprijs. Uit duizenden inzendingen uit alle mogelijke afstudeerrichtingen wordt de beste scriptie beloond met een geldprijs en promotie via verschillende mediakanalen.
4 Lees en bekijk de bronnen op de volgende pagina’s over genomineerde of winnende kandidaten.
a Kun je een mogelijke onderzoeksvraag formuleren voor elke scriptie?
b Bepaal ook steeds welke soort onderzoeksvraag je opstelde.


©VANIN
Als je je onderzoeksvraag hebt opgesteld, begint de zoektocht naar bruikbaar bronmateriaal. Ter illustratie vertrekken we vanuit het thema ‘klimaat’.
5 Welke van de onderstaande onderzoeksvragen is de beste? Welke soort onderzoeksvraag is het?
Kunnen we samen een groenere toekomst maken?
Is het mogelijk om enkel op technologie te steunen om de opwarming van de aarde tegen te gaan?
Welke technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat we de klimaatdoelstellingen van 2050 halen?
soort onderzoeksvraag:
Op p. 172-174 vind je een aantal mogelijke bronnen bij de bovenstaande onderzoeksvraag.
6 Lees de bronnen beoordelend en zoekend.
a Ga na of de bronnen betrouwbaar en bruikbaar zijn.
b Zo ja, duid de informatie aan die de onderzoeksvraag kan beantwoorden.
7 Als slotopdracht ga je nu in groepjes aan de slag met een eigen onderzoeksvraag.
STAP 1 Kies een van de volgende thema’s: economie, taal, cultuur, wetenschap, wiskunde.
STAP 2 Probeer nu voor jezelf een specifieker subthema te bepalen. Bij cultuur kun je bv. sciencefiction opperen, en bij economie kun je bv. gaan voor recessie.
STAP 3 Binnen je groep overloop je nu de subthema’s. Luister aandachtig naar elkaar. Na ongeveer een kwartier kies je het subthema van de groep.
STAP 4 Iedereen denkt individueel na over een onderzoeksvraag. Denk aan de criteria waaraan die moet voldoen! Vul ook aan welke soort onderzoeksvraag je opstelde.
STAP 5 Ga nu verder met een onderzoeksvraag die een goede beoordeling kreeg. Iedereen gaat op zoek naar een bron (geschreven of audiovisueel) waarin je een (gedeeltelijk) antwoord vindt op de onderzoeksvraag. Beoordeel de betrouwbaarheid van je bron en selecteer de info die de vraag beantwoordt. Vat je bron samen in een tiental zinnen.

De toestand van bijen gaat al enkele decennia achteruit. Sinds 1990 zijn al meer dan 25% van alle wilde bijensoorten ter wereld verloren gegaan door het verlies van hun habitat, pesticidengebruik, ziektes en invasieve soorten … De mens is verantwoordelijk voor deze negatieve trend. Het verlies van bijen heeft verstrekkende gevolgen aangezien ze als bestuivers een belangrijke taak vervullen in het ecosysteem. Ze zijn essentieel in de voortplanting van talloze plantensoorten, waaronder veel belangrijke gewassen in onze voedselindustrie zoals koffie, cacao, tomaten, sojabonen en nog veel meer. Deze zouden van ons menu kunnen verdwijnen als bestuivende insecten niet langer in staat zijn ons een handje te helpen.
Gelukkig kunnen we de dalende trend nog keren: een strenger beleid rond het gebruik van pesticiden, bloemenstroken aan de rand van landbouwgrond aanleggen, maaien van het gras een keertje overslaan … acties in de goede richting, maar er is meer gericht wetenschappelijk onderzoek naar het foerageergedrag van bestuivers noodzakelijk.
Om tot gecontroleerde, experimentele proefopstellingen te komen, kwamen wetenschappers doorheen de jaren met verschillende oplossingen zoals simpele artificiële bloemen die makkelijk te manipuleren zijn. Hierbij bleef observatie van het gedrag van bijen door een wetenschapper nog steeds nodig.

Een video-opname zou soelaas kunnen bieden, maar het achteraf bestuderen van uren en uren aan beeldmateriaal blijft een werk van lange adem. De Finse onderzoekers Kuusela en Lämsä (2016) bedachten een artificiële bloem die bezoekjes van bijen automatisch registreert met behulp van sensors. Zij bouwden een robotbloemenveld, met kabels verbonden aan hun computer. Al een flinke verbetering, maar mijn promotor en ik dachten: het kan nog beter.
De opdracht voor mijn masterthesis biologie was de robotbloem volledig draadloos maken waardoor deze veel breder inzetbaar is, ook zonder computer of elektriciteit in de buurt. De robotbloemen kregen daarvoor elk hun eigen minicomputer en een batterij. Voor de dataoverdracht gebruikte ik ‘Internet of Things’ (IoT), waarbij de gegevens van bezoekende bijen via radiosignalen worden doorgegeven aan een antenne. De robotbloem kan in een stad in een straal van 2 tot 5 kilometer rond een IoT-antenne geplaatst worden, in open gebied is de reikwijdte tot wel 15 kilometer.
Bron: scriptieprijs.be



4
De startende leraar in Brussel
Nergens anders in ons land beginnen er jaarlijks meer startende leraren met lesgeven dan in Brussel. Er is een grote doorstroom van de lerarenopleiding naar de Brusselse scholen. Dit is op zich wel logisch, door de vele vacatures kunnen starters redelijk vlot aan de slag. Brussel is goed bereikbaar en de meeste starters zien de uitdaging van lesgeven in een grootstad wel zitten. Helaas stopt bijna de helft van de startende leraren binnen een periode van vijf jaar met lesgeven in Brussel. Een deel gaat op een andere plaats lesgeven, een ander deel keert het onderwijs definitief de rug toe. Dit heeft een grote negatieve impact op het lerarentekort.
Wanneer de uitstroomcijfers bij startende leraren zo dramatisch zijn, rijst de vraag ‘Wat houdt de ervaren Brusselse leraren gemotiveerd?’. Brussel heeft immers ook een grote groep leraren die al vele jaren lesgeven in Brussel en dit waarschijnlijk tot het einde van hun carrière zullen blijven doen. Om te weten te komen wat ervaren Brusselse leraren motiveert, werden negen leraren, met meer dan twintig jaar ervaring op de teller, geïnterviewd. Zij werden bevraagd over hun loopbaan, de hindernissen die zij ervaren hebben, wat hen motiveert en over de context Brussel. Niet alleen deelden zij hun verhaal, ze gaven ook concrete tips voor startende leraren over klasmanagement, organisatie, je inwerken in een schoolcultuur en taalontwikkelend lesgeven. Al deze informatie werd samengevoegd in een brochure die kan gebruikt worden bij de aanvangsbegeleiding van startende leraren in Brussel. Deze brochure kreeg de naam Lesgeven in BXL. Negen leraren betekent negen verschillende manieren van lesgeven, elke starter zal zich met een van de leraren kunnen identificeren. Ze kunnen zichzelf herkennen in de moeilijkheden die ervaren leraren beschrijven en motivatie putten uit hun succesverhalen.
Bron: scriptieprijs.be




Technologie als klimaatredder
Zonnepanelen die als een schild rond de aarde liggen en spinnende katten die met hun trilling stroom opwekken. Tekeningen over de toekomst, gemaakt door bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’, laten veel technologische oplossingen voor de klimaatcrisis zien. ‘Op veel vlakken kunnen we met techniek ver komen.’
Mariska Van Sprundel – 13 oktober 2022

Bezoekers van de tentoonstelling ‘ Energy Junkies’ in de Studio van NEMO Science Museum, tekenen hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering. NEMO Kennislink maakt een selectie uit de tekeningen en verkent de kunstwerkjes met een deskundige. In deze aflevering: technologie als magic bullet.
‘In een film over de toekomst horen gewoon vliegende auto’s te zitten’, zei Bob Gale, scenarioschrijver van de eighties klassieker Back to the Future, eens in een interview. Datzelfde geldt ook voor tekeningen over de toekomst, moeten sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ hebben gedacht. Op de vraag hoe zij de toekomst zien in het licht van klimaatverandering tekenden zij vliegende auto’s en stepjes. Ook zelfrijdende auto’s die voortrazen over een wegdek met zonnepanelen, spinnende poezen die met hun trilling stroom opwekken, kernfusie en mannetjes die naast een CO 2 -neutrale vleesfabriek staan te barbecueën, zijn op de tekeningen te zien. Favoriet op de redactie is een netwerk van zonnepanelen dat als een schild rond de aarde ligt.

©VANIN
Die tekeningen lijken stuk voor stuk te zeggen: technologie is de sleutel. Er spreekt optimisme uit: met vergroening van de energieproductie komen we er wel. Is het mogelijk? Een toekomst waarin energie zo schoon en ruim voorhanden is dat de consumptie beperken volstrekt onnodig is? ‘Als het gaat over klimaat, dan is technologie zowel een oorzaak als een groot deel van de oplossing’, zegt hoogleraar Floor Alkemade van de Technische Universiteit Eindhoven. Zij doet onderzoek naar technologische innovaties die nodig zijn voor duurzame energie en mobiliteit en hoe we die technologie snel en eerlijk kunnen inzetten in de samenleving.
Vergroenen en besparen Technologische vernieuwing heeft de mensheid veel gebracht. De menselijke evolutie hangt er zelfs nauw mee samen. Wat 2,5 miljoen jaar geleden begon met handgemaakte gereedschappen om de wereld naar onze hand te zetten, is uitgegroeid tot de productie van auto’s, smartphones en operatierobots. In dat opzicht is het niet vreemd dat veel mensen hun geld inzetten op technologie om uit de klimaatcrisis te komen. ‘Het internationale klimaatpanel IPCC van de Verenigde Naties noemt technologie ook in het rijtje met mogelijke oplossingen’, licht Alkemade toe. ‘Het IPCC geeft aan dat, hoewel de situatie zorgelijk is, we door snelle en grootschalige toepassing van schone technologieën die nu al bestaan, de opwarming van de aarde kunnen beperken tot een aanvaardbaar niveau.’


Met technologie komen we inderdaad een heel eind, meent Alkemade, maar om de klimaatdoelen te halen moeten we niet alleen vergroenen, maar ook besparen. Wat volgens haar niet betekent dat we karig hoeven te leven. ‘Er wordt gewoon veel te veel energie verspild.’ Het feit dat iedereen een eigen auto heeft, raakt ook aan die verspilling. ‘Voor mobiliteit kunnen we betere systemen bedenken die het aantal auto’s per persoon naar beneden brengen. Dat hoeft geen opoffering in comfort te zijn. Ga je naar zelfrijdende auto’s die je met elkaar deelt, dan betekent het veranderen, niet per se inleveren.’ Achterover leunen en youtuben tijdens de autorit wordt gewoon een nieuw criterium voor comfort. Onderweg lekker kattenfilmpjes op je telefoon!

Vliegen is daarentegen moeilijk te verduurzamen op korte termijn. Accu’s zijn groot en zwaar, daarmee komt een vliegtuig niet van de grond. Biobrandstof als alternatief voor kerosine is ook geen oplossing, vanwege de botsing met voedselproductie. Verbouwen we maïs om de wereld te voeden of om naar een zonnige vakantiebestemming te vliegen? Het eerste is een basisbehoefte, het tweede niet. ‘Op veel vlakken kunnen we met technologie ver komen. Maar op de plekken waar vergroening moeilijk is, moeten we het toch met minder of fundamenteel anders gaan doen.’

Niet afwachten

De keerzijde van vol inzetten op zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s is dat het nieuwe problemen met zich meebrengt. Voor de productie ervan zijn mineralen als kobalt, lithium en koper nodig, waarvan de voorraden op aarde niet eindeloos zijn. Schaarste is niet eens het grootste probleem. De huidige lithiummijnen zijn vooral problematisch vanwege schade aan ecosystemen en schending van mensenrechten. ‘De vraag is hoe we die grondstoffen op een nette en verantwoorde manier kunnen winnen’, zegt Alkemade. ‘Het valt overigens te verwachten dat de prijzen van grondstoffen gaan stijgen, wat de zoektocht naar alternatieven aanzwengelt. Kunnen we batterijen maken zonder lithium, die op zout werken? Of het lithium uit batterijen beter recyclen? Naar recyclen van zonnepanelen doet bijvoorbeeld TNO veel onderzoek.’
Op een van de toekomsttekeningen staat een nog uit te vinden, revolutionaire machine: aan de ene kant gaat er CO 2 in, aan de andere kant komt er schone energie uit. Dat zou wat zijn! Is het mogelijk dat wetenschappers iets uitvinden waardoor het opwekken van groene stroom sneller en makkelijker gaat? Alkemade denkt het wel. ‘Maar we moeten er niet op wachten. De geschiedenis heeft laten zien dat we nieuwe technologieën en de impact ervan slecht kunnen voorspellen. We moeten er niet op rekenen dat we over tien, twintig jaar iets geweldigs uitvinden wat het klimaatprobleem oplost. Onderzoek naar technologische innovaties moet zeker doorgaan, maar we moeten vooral ook nú aan de slag.’ Wachten op die magic bullet maakt de sociale en financiële kosten van klimaatverandering alleen maar hoger.
Bron: www.nemokennislink.nl


Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen
Welke instantie publiceerde de bron?
Wie is de zender (auteur/maker)?
• Is de zender een expert in het onderwerp?
Is de bron objectief of subjectief ?
• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?
• Is de zender onpartijdig?
• Geeft de zender aan of hij partijdig is?
Van wanneer dateert de bron?
• Is de informatie nog actueel?
• Is de bron ooit aangepast?
Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?
• Zijn die verwijzingen relevant?
• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?
Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren
Is de bron relevant voor mijn opdracht?
• Is het onderwerp relevant?
Wat kan ik gebruiken uit deze bron?

Ik wil geen generatie die gedeprimeerd is door de klimaatreligie
Jean-Marie Dedecker – 13 oktober 2019D e OVDS, de lerarenorganisatie Oproep voor een Democratische School, deed een klimaatenquête bij 3 259 leerlingen. Ze kwam tot de onthutsende vaststelling dat amper 13% van de 17- en 18-jarige spijbelende beugelbekjes het mechanisme van de klimaatopwarming kent. Negen op de tien zijn quasi klimaatanalfabeet. Tien procent gelooft zelfs dat steenkool een hernieuwbare energiebron is. Bij de jongere vitabishummeltjes ligt de klimaatkennis zelfs onder de graad van debiliteit. Zes op de tien gelooft zelfs dat kerncentrales grote hoeveelheden CO2 uitstoten.
Pensée unique


Onze leerkrachten natuur- en scheikunde zouden hun discipelen beter kunnen leren dat er naast de alarmerende wetenschappelijke pensée unique van Greta & co ook natuurkundigen (zelfs van het IPCC) bestaan die beweren dat het klimaat chaotisch, niet lineair en dynamisch is, dat het CO2-gehalte in de atmosfeer amper 0,04 % is en dat de hoeveelheid daarvan die uitgestoten wordt door de mens, ongeveer 5% bedraagt of nauwelijks 0,0002% (cero, cero, cero, cero, dos). Dat de temperatuur van de atmosfeer lineair afneemt met de toenemende hoogte, the adiabatic laps rate. Dat een hoger elementair volumetje atmosfeer, waaronder CO2, steeds kouder is dan een zich iets lager bevindend elementair volumetje en dus kouder dan het aardoppervlak. Dat de tweede wet van de thermodynamica beschrijft dat warmte, ook in de vorm van straling, steeds stroomt van een object met een hogere temperatuur naar een object met lagere temperatuur en dat een hoger gelegen en per definitie kouder elementair volumetje atmosfeer, met daarin CO2, de aarde derhalve niet zou kunnen opwarmen.
Japanse en Finse wetenschappers zoals Jyrki Kauppinen en Peka Malmi, evenals de NASAklimaatwetenschapper Rex Flemming beweren dat kosmische stralen zorgen voor lage wolken en klimaatopwarming. Of CO2 heeft zo veel te maken met de klimaatverandering als een ooievaar met de geboorte van kinderen. Dat water, zonlicht en CO2 noodzakelijk zijn voor het leven op aarde en dat het leven stopt als je één van de drie wegneemt. Dat elke plant sterft als het CO2gehalte daalt onder de 0,016%. Dat de aarde de laatste decennia vergroend is door de toename van CO2, enzovoort.


Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat
Of die wetenschappers gelijk hebben of niet, weet ik niet, want ze worden in de media gemuilkorfd en uitgesloten van elk debat. In de lessen biologie zouden de studenten kunnen leren dat er in het Eemien, zo’n 120 000 geleden, al ijsberen op de pool rondliepen en het overleefd hebben zonder ingesmeerd te zijn met Nivea, niettegenstaande het er toen vijf graden warmer was dan vandaag.
Apocalyps
Ik ben echter te oud geworden om nog klakkeloos te geloven in de apocalyps en de zondvloed. In 1972 voorspelde de Club van Rome de instorting van de productie en de consumptie door uitputting van de grondstoffen tegen het einde van de 20e eeuw. Op 28 april 1975 schreef de wetenschappelijke editor Peter Gwynne in Newsweek nog naar aanleiding van rapporten van de NOAA-NASA: ‘Scientists are almost unanimous that global COOLING was underway’. Ondertussen hebben we ook het verdwijnen van al onze bossen overleefd door de zure regen en is het gat in



de ozonlaag nagenoeg gedicht. Een kleine 20 jaar geleden vielen duizenden wetenschappers over elkaar heen met apocalyptische voorspellingen rond de Millenniumbug of de Millenniumbom. In de Verenigde Staten werd zelfs een heuse ‘Centre for Y2K stability’ opgericht. Maar toen de klok op 31 december 1999 om middernacht twaalf keer sloeg, vielen de vliegtuigen niet uit de lucht: ‘fake science’.
Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten
Het is de taak van het onderwijs om kinderen op te voeden tot kritische geesten in plaats van hun vleugels te kortwieken en hun beugelbekjes aan te draaien tot groene papegaaien. We hebben geen nood aan een generatie die gedeprimeerd is door de donderpreken van de klimaatreligie. How dare you!

In zijn nieuwste boek Geen blad voor de mond kunt u meer bijdragen lezen van Jean-Marie Dedecker over klimaat en onderwijs. Het boek is ook verkrijgbaar in onze webwinkel.
Bron: doorbraak.be

©VANIN
Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de bron beoordelen
Welke instantie publiceerde de bron?
Wie is de zender (auteur/maker)?
• Is de zender een expert in het onderwerp?
Is de bron objectief of subjectief ?
• Staan in de bron vooral feiten of vooral meningen?
• Is de zender onpartijdig?
• Geeft de zender aan of hij partijdig is?
Van wanneer dateert de bron?
• Is de informatie nog actueel?
• Is de bron ooit aangepast?
Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?
• Zijn die verwijzingen relevant?
• Zijn die andere bronnen betrouwbaar?
Wat is het doel van de zender? informeren – beïnvloeden – overtuigen – voorschrijven –amuseren – ontspannen – ontroeren
Is de bron relevant voor mijn opdracht?
• Is het onderwerp relevant?
Wat kan ik gebruiken uit deze bron?
RECEPTIEVE VAARDIGHEDEN
Lezen: Léés dan toch, beste jongeren!
Het artikel Léés dan toch, beste jongeren! van Gaea Schoeters op p. 181-182 is gepubliceerd in De Standaard in de rubriek ‘Vraagstuk’. Je zoekt uit wat de auteur met haar titel bedoelt, maar ook waarom de krant dit publiceerde onder ‘Vraagstuk’.
Jeanette Winterson is een Britse auteur. Haar debuutroman Oranges are not the only fruit is ook haar bekendste werk.
1 Lees alinea 1.
a ‘Thank God her name was Austen.’ Waarom zegt Jeanette Winterson dat?
Tip: Jane Austen is de auteur van o.a. Pride and Prejudice, Emma en Sense and Sensibility
b Een andere klassieker die Jeanette Winterson las, was Jane Eyre. Wie was daarvan de auteur?
c Hoe spoorden die twee auteurs haar aan?
d Wat is de link tussen Andrew Carnegie en Jeanette Winterson?
e Is de bibliotheek in Accrington nog altijd afhankelijk van die stichting?
Édouard Louis – oorspronkelijke naam Eddy Bellegueule – is geboren en opgegroeid in het noorden van Frankrijk, wat tevens de achtergrond is van zijn eerste roman En finir avec Eddy Bellegueule (Weg met Eddy Bellegueule). Hij was de eerste van zijn familie die naar de universiteit ging. Zijn boek kreeg veel media-aandacht en werd geprezen om zijn literaire verdiensten en het meeslepende verhaal.
Naar: nl.wikipedia.org
2 Lees alinea 2.
a In welk opzicht lijkt het verhaal van Édouard Louis sterk op dat van Jeanette Winterson? Gebruik daarvoor het beeld van ‘het boek als deur’.
b Waarom zou de Nederlandse titel de lezer op het verkeerde been kunnen zetten?
3 Lees alinea 3.
a Hoe illustreert het leven van Édouard Louis perfect de zin ‘Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend’?
b Hoe drukt de zin ‘Tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in’ toch het idee van Andrew Carnegie uit?
©VANIN
4 Lees alinea 4.
a Waarom is er sprake van paniek in ‘Pirls- en Pisa-paniek’?
b Welke belangrijke/kapitale/cruciale fout maken die cultuurcynici hier? En veel jongeren en volwassen ook vandaag nog?
c Hier vind je opnieuw een pleidooi voor de visie van Andrew Carnegie. Leg uit.
d ‘Frustratietolerantie’ is een term uit de psychologie en betekent ‘de mate waarin een persoon teleurstellingen of belemmeringen voor het bereiken van zijn doel aankan, kan verwerken’. Aan welke andere termen uit diezelfde zin kun je dit linken?
5 Lees alinea 5.
a Is die trend van ontlezing overal merkbaar?
b Wat is/zijn de oorzaak/oorzaken van die ontlezing in Vlaanderen volgens de auteur?
c Wat moet dringend veranderen om die ontlezing te stoppen?
d Waarom moet die verandering gebeuren?
e Waarom schrijft de auteur ‘(des)informatiemaatschappij’?
6 Lees alinea 6.
a Wat bedoelt de auteur met de ‘verkleuteringsreflex’?
b Hoe kunnen auteurs voor de klas helpen volgens haar?
c Wat bedoelt ze met ‘kilometers maken’?
7 Lees alinea 7. Hoe zijn ‘alles heeft de waarde die je eraan geeft, The best for the most en maatschappelijk en economisch een dure vergissing’ aan elkaar gelinkt?
8 Lees alinea 8. Lezen en schrijven onderscheiden ons van dieren. Leg uit.
9 Lees alinea 9. Hoe staat ze tegenover ‘sensitivityreaders’? Waarom?
10 Lees alinea 10.
a Leg uit waarom Foucaults ‘heterotopie’ overeenkomt met wat Andrew Carnegie wou bereiken met zijn bibliotheken.
b Leg uit waarom de zin ‘je bibliotheekkaart is je democratie’ haar bijblijft.
11 Lees alinea 11. Waarom is lezen lastig en moeten we het daarom trainen?
©VANIN
12 Lees alinea 12.
a Waarom moeten leerlingen ‘moeilijke’ boeken lezen?
b Volstaat het om leerlingen een lijst met ‘moeilijke’ boeken te geven die ze dan verplicht moeten lezen?
13 Lees alinea 13. Hoe komt het idee van ‘een boek als deur’ uit alinea 1 in deze alinea aan bod?
VRAAGSTUK

Léés dan toch, beste jongeren!
Gaea SchoetersWie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Wie Ulysses durft te lezen, is op z’n minst moedig.

‘Thank God her name was Austen’, schrijft Jeanette Winterson in haar lezing voor het leesbevorderingsproject The Reading Agency. Want ten huize Winterson was elk boek des duivels (enige uitzondering was de Bijbel) en dus wist de kleine Jeanette niet waar te beginnen toen ze de bibliotheek van Accrington ontdekte. Ze las de Engelse klassiekers dan maar van a tot z: gelukkig stond Jane Eyre niet bij romantiek, maar bij literatuur geklasseerd, en was ook Brontë in de juiste alfabethelft geboren. De openbare bibliotheek die Wintersons wereld opende, is gebouwd door de Carnegie Foundation. Andrew Carnegie was een keuterboer die zwoer bij zelfeducatie door lezen en bibliotheken zag als universiteiten voor iedereen. Nadat hij fortuin had gemaakt in Amerika stichtte hij er dan ook tweeduizend.
Ook Édouard Louis vertelt in Weg met Eddy Bellegueule hoe hij met het boek als deur ontsnapt aan het rechtse denken van het achterstandsgezin waarin hij opgroeit en zich een uitweg leest naar Parijs. En door dat lezen tegelijkertijd de empathie en het begrip ontwikkelt om zijn afkomst nadien te omhelzen en er zelf over te schrijven.

Lezen empowert en emancipeert, is statusverhogend en verrijkend. Dus lezen mensen overal ter wereld zich al eeuwenlang uit de armoede en naar een betere toekomst. Of beter: lazen. Want tegenwoordig ontlezen steeds meer jongeren zich regelrecht de armoede in. Niet alleen intellectueel, maar ook economisch.

In het Nederlandstalige taalgebied is de situatie nog dramatischer dan in de rest van Europa, bleek uit de Pirls- en Pisa-paniek: in beide statistieken bungelen onze tieners onderaan. Vlaamse kinderen en jongeren scoren steeds slechter op begrijpend lezen en ook hun leesmotivatie en leesplezier gaan achteruit. So what, denken cultuurcynici, who cares als jongeren geen romans meer (kunnen) lezen. Maar in Nederland is 25 procent van de volwassenen niet meer in staat een overheidsbrief te lezen. In Vlaanderen is 15 procent van de volwassenen laaggeletterd en daar komen alsmaar meer jongeren bij. Dat tieners niet langer in staat zijn het dagboek van Anne Frank te lezen op de leeftijd dat zij het schreef, is erg genoeg, maar de consequenties beperken zich niet tot de fictie. Wie laaggeletterd is, is armer en ongezonder en sterft jonger. Omgekeerd zijn mensen die veel en vlot lezen niet alleen fysiek en mentaal gezonder, ze hebben ook meer zelfkennis, focus en frustratietolerantie, functioneren beter en nemen actiever deel aan de maatschappij. Ze zijn empathischer en denken kritischer. Wat houdt ons dan tegen?
Over de oorzaken van de ontlezing is al veel inkt gevloeid. Letterkundige Yra van Dijk en docent Nederlands Marie-José Klaver bogen zich over de leescrisis in het Nederlandse onderwijs. Want in landen als het Verenigd Koninkrijk en Duitsland lezen jongeren wel, terwijl het leesniveau bij ons soms zelfs nog daalt op school. Literatuur krijgt te weinig aandacht, veel leraren lezen zelf nauwelijks. Hun eigen leesniveau is al even slecht: ook in de lerarenopleiding wordt literatuur vanuit de eigen leefwereld of in spelvorm benaderd, zonder deep reading of analyse. Het is precies daarop dat jongeren sneuvelen: teksten interpreteren of informatie uit meerdere bronnen samenbrengen lukt niet meer. Dat zijn nochtans levensnoodzakelijke vaardigheden in onze huidige (des)informatiemaatschappij. En om te presteren op andere schoolvakken waarvoor begrijpend lezen ook de sleutel is.



Alleen wie liefde voelt, kan passie overbrengen. Literatuur Vlaanderen zet auteurs voor de klas en zij krijgen jongeren wél aan het lezen, al leidt het weleens tot conflict over methodiek – de verkleuteringsreflex zit er diep in. Nochtans is downlevelen contraproductief: leesniveau én motivatie gaan net omhoog als kinderen boven hun niveau lezen. En kilometers maken: wie een uur per dag leest, ziet per jaar vier miljoen woorden voorbijkomen.
Alles heeft de waarde die je eraan geeft. In 1944, toen in het naoorlogse Engeland het voedsel nog gerantsoeneerd was, boog de Arts Council zich al over een cultureel toekomstplan. Want geletterdheid is geen luxe. ‘The best for the most’ was het motto, en cultuur en onderwijs verpersoonlijkten dat ‘beste’. Ons 21e-eeuwse neoliberalisme daarentegen zag literatuur als ‘nutteloze cultuur’ en knikkerde lezen uit het onderwijs. Maatschappelijk én economisch een dure vergissing, blijkt nu.
Opslagplaats
We vergeten het soms, maar dat we kunnen lezen en schrijven is wat ons tot mens maakt. Wat ons van dieren onderscheidt, is dat wij kunnen vooruitblikken naar wat er nog niet is. Een dier kan alleen reageren op wat gebeurt. Een mens kan reageren op wat nog moet gebeuren en in dat voorstellingsvermogen schuilt de macht om de toekomst om te buigen.

Doordat we in staat zijn tot communiceren over concepten, kunnen we onze gedachten ook koppelen aan die van anderen, zelfs van mensen die lang voor ons leefden, en zo verleden en heden aaneenschakelen tot één groot bewustzijn. Dat is onze menselijkheid, en die zit verankerd in taal. Boeken zijn de opslagplaats van het menselijk denken door de eeuwen heen. Daarom alleen al mogen we ze niet censureren of aanpassen, alle sensitivityreaders ten spijt, omdat ze de blijvende getuigen zijn van wat mensen, meerderheden en maatschappijen ooit hebben gedacht. Hoe kwetsend ook, dat het is neergeschreven voorkomt dat we het vergeten, uitwissen of onder de mat moffelen.

In Public library and other stories vraagt Ali Smith mensen wat bibliotheken voor hen betekenen. Een bibliotheek, zegt iemand, is Foucaults heterotopie: een van het dagelijks leven afgescheiden ruimte waarin verleden en heden samenkomen en waar iedereen met andere doeleinden naartoe komt (om te leren, te ontspannen of troost te zoeken) maar verbinding vindt via boeken. Lezen, zegt iemand anders, biedt ons niet alleen herkenning en helpt ons zo ontkomen aan onze eenzaamheid, maar toont ons ook een wereld buiten de onze, waardoor het mogelijk wordt te ontsnappen aan wat ons verstikt. Ik onthoud de zin ‘je bibliotheekkaart is je democratie’.

Woorden zijn magisch. Ze vertellen niet alleen wat en hoe de mens denkt en dacht, ze veranderen ook mee met de veranderende wereld. Soms zijn ze niet eens eenduidig of zelfs ronduit tegenstrijdig: Ali Smith leerde me dat het Engelse ‘last’ zowel eindigheid als bestendiging kan betekenen, zowel ‘laatst’ als ‘blijvend’. Een getrainde menselijke geest struikelt niet over die complexiteit, maar kan daar dankzij context betekenis in lezen. Als we die vaardigheid verliezen, gaat onze taal ten onder. En wij met haar.
Vijf jaar geleden schreef ik een open brief aan de schoolgaande jeugd waarin ik hen ertoe aanmaande beter literatuuronderwijs te eisen, incluis ‘moeilijke’ boeken. Omdat iedereen recht heeft op de complexe ervaring die literatuur biedt. ‘Als het te moeilijk is,’ schreef ik, ‘eis dan dat ze jullie tools aanreiken om het te begrijpen. Als je het lelijk vindt, eis dan dat ze jullie helpen de schoonheid ervan te zien. En als het te saai is, vraag hen dan jullie het geduld bij te brengen ervan te genieten. Want ik geloof niet dat jullie onwetend en on(der)ontwikkeld willen zijn en willen blijven.’
Aanstaande maandag, op de Dag van de Europese Auteurs, lezen in de hele EU schrijvers voor op scholen, want niks zet zo aan tot lezen als voorgelezen worden. Daarom wil ik graag afsluiten met een oproep aan alle leraars die dan voor een klas staan: welk vak je ook geeft, neem je lievelingsboek mee naar school, lees een paar pagina’s voor en praat er een kwartiertje over. Met passie. Je kunt er levens mee veranderen. Verlengen. En zelfs redden.


Luisteren: Zit de levensstijl van je opa in jouw genen?
Je luistert straks naar een podcast en neemt notities tijdens het luisteren. Zo oefen je bewust je manier van noteren. Dat is een belangrijke vaardigheid die je nog dikwijls zult nodig hebben, bv. wanneer je een college in het hoger onderwijs of aan de universiteit volgt.

Op basis van je notities zul je ook een aantal testvragen moeten beantwoorden. Voor je aan de opdracht begint, lees je in de Trajectwijzer hoe je je kunt voorbereiden en wat de beste aanpak is.
©VANIN
14 Vul de volgende zinnen aan met een van de volgende woorden of zegswijzen die ook in de podcast gebruikt worden.
impact – genetische code – mechanisme – tot expressie brengen – regelpaneel – metabolisme –evidentie
a Ieders keuzes en acties – hoe groot of hoe klein ook – hebben een aanzienlijke op het grotere geheel.
b In de jaren zestig hebben wetenschappers de – de vertaling van DNA naar eiwitten – gekraakt.
c In een auto opent een de ramen en doet een ander de ruitenwissers heen en weer gaan. Maar betekent ook aanpak, methode, procedure, werking.
d Elke mens zoekt een manier om zijn eigen unieke zijn te ; voor de ene is dat via meditatie, voor een ander via kunst ...
e Via een warmwatersonde controleert het of de temperatuur van het cvwater hoog genoeg ligt om de gewenste binnentemperatuur te bekomen.
f Het verwijst naar een reeks van chemische processen in elke cel van het lichaam, zodat de calorieën die iemand eet, omgezet worden in brandstof om in leven te blijven.
g Lopen zwangere vrouwen meer risico op een burn-out? Daar bestaat weinig wetenschappelijke voor. Er is te weinig onderzoek naar gedaan.
Je beluistert nu de podcast en neemt notities.
15 Beantwoord kort volgende inhoudsvragen.
a Hoe heet de spreker? En wat zijn zijn functies?
b Hoe heet het vakgebied van de spreker?
c Hoe heet het proces waarbij een gen niet tot expressie kan komen?
d Hoe heten de factoren die het gen normaal uitlezen?
e Welke groep is een uitgelezen onderzoeksgroep voor zijn team? Geef ook aan waar en wanneer die groep tot stand is gekomen.
16 Beantwoord de meerkeuzevragen.
a Wat onderzoekt het team precies?
hoe kankercellen groeien
hoe elementen op het werk en uit onze omgeving kunnen bijdragen tot ziektes
hoe cellen blijven delen
hoe cellen blijven delen en stoppen
b Het onderzoek spitst zich specifiek toe op …
©VANIN
fouten in de uitlezing van de genen.
de genen.
fouten in de genetische code.
c De boosdoeners zijn …
de methylgroepen.
de genetische code.
de transcriptiefactoren.
d Welke omschrijving beschrijft het probleem het best?
Externe factoren beschadigen de genetische code waardoor allerlei ziektes zich manifesteren.
Genetische factoren dragen allerlei ziektes over.
De genetische code is niet beschadigd, maar de expressie ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen bemoeilijkt.
De genetische code is niet beschadigd, maar de uitlezing ervan door de transcriptiefactoren wordt door methylgroepen onmogelijk gemaakt.
e De meest precieze reden waarom zo veel baby’s die verwekt werden tijdens de winter van 1944-1945, later meer kans op hart- en bloedvataandoeningen hadden, is …
dat ze voorgeprogrammeerd waren om te overleven in moeilijke tijden.
dat hun ouders honger geleden hadden, waardoor de baby’s genetisch geprogrammeerd werden om moeilijke tijden te overleven, maar hun werkelijkheid later het tegenovergestelde was.
dat ze veel te veel aten en dronken als tieners en volwassenen.
dat hun genen geprogrammeerd waren om moeilijke tijden te overleven, terwijl ze later een overvloed aan alles kenden.
f Het onderzoek dat in deze podcast besproken wordt, bewijst dat onze gezondheid volledig bepaald wordt door …
de genen van onze ouders.
de genen van onze ouders en grootouders.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in onze huidige omgeving.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving.
de genen van onze ouders, grootouders en externe factoren op hun werk en in hun omgeving én op ons werk en in onze omgeving.
alle voorgaande factoren én onze levensstijl.
17 Je hebt de podcast beluisterd. Leg nu in je eigen woorden uit wat het onderzoek juist inhield en welke inzichten het opleverde. Je doelpubliek is een geïnteresseerd publiek zonder speci eke wetenschappelijke voorkennis, zoals je vrienden of familie.
18* Bespreek klassikaal.
a Nu je deze podcast beluisterd hebt, wat zou jij in je levensstijl aanpassen in functie van je nageslacht?
b Als je naar de levensstijl van je ouders en ooms/tantes kijkt, wat zou je daar graag anders zien?
©VANIN
Je breidt je kennis van de theatertekens uit en leert die toepassen 1
Theater: King Lear ©VANIN
2
Je maakt kennis met een hedendaagse interpretatie van een klassiek toneelstuk
TONEELTEKENS


3 4
Je leert iets bij over een historische literaire stroming (de renaissance)
Je leert bepaalde emoties en scènes uitbeelden














1* Ben je al eens naar een toneelstuk gaan kijken? Waarover ging het? Wat vond je ervan?
2* In welk opzicht is een toneelstuk anders dan een lm, een verhaal (in boekvorm) of een gedicht?
3* In welk opzicht verschilt een toneelstuk van een comedyshow?
4 Het onderstaande schema biedt een ondersteuning om over toneelstukken te praten. Vorig jaar leerde je de toneeltekens kennen in een les over stand-upcomedy. Vul de ontbrekende termen aan met behulp van de afbeeldingen op de vorige pagina. visuele tekens auditieve tekens
• fysionomie
performer
scène
performer & scène
• en gestiek
• , en haartooi
• plaats
• • • belichting
• ruimtegestiek
•
• het (= wat er wordt gezegd) en het (= hoe iets wordt gezegd, bv. intonatie, volume …)
• geluiden die een acteur maakt
• (opgenomen of live)
• geluiden (niet geproduceerd door de performer)
5* Keer nu even terug naar opdracht 1. Kun je nu je mening geven over een toneelstuk dat je gezien hebt met behulp van een aantal nieuwe termen uit het schema?
Je gaat nu aan de slag met die termen. Je leerkracht verdeelt de klas in duo’s. Elk duo krijgt een kaartje met daarop een emotie of een eigenschap. Probeer dat woord zo goed mogelijk uit te beelden met behulp van je mimiek, gestiek en proxemiek (geen woorden!). Je krijgt daarvoor even bedenktijd.
6* Elke groep beeldt de gevraagde emotie of eigenschap uit. De medeleerlingen noteren hun vermoeden. Wie de meeste emoties en eigenschappen juist geraden heeft, wint!
WILLIAM SHAKESPEARE: KING LEAR
Het thema
De emoties die je in het vorige lesdeel uitbeeldde, staan centraal in het stuk dat we samen zullen bespreken. Het centrale thema is ‘familieconflict’.
onthouden
Met het thema van een verhaal of een toneelstuk bedoelen we het onderwerp. Dat kun je meestal weergeven met één (of een paar) woord(en) en het is meestal redelijk algemeen. liefde, vriendschap, de dood, reizen
1* Heb je zelf al eens ruzie in de familie ervaren? Waarover ging die? Hebben de verschillende partijen het nadien weer bijgelegd?
2* Waarover gaan de meeste familieruzies, denk je?
3* Bekijk de afbeeldingen hieronder. Welke familiecon icten worden uitgebeeld, denk je? Welke zijn herkenbaar? Probeer aan de hand van de mimiek, de gestiek en de proxemiek van de personen in de foto af te leiden om welk soort con ict het gaat.










Situeren
Het stuk dat we hier verder behandelen, is King Lear van William Shakespeare, een tragedie die voor het eerst werd opgevoerd in 1606.
Lees de informatie over de renaissance in de Trajectwijzer
4 Hoe kun je het thema van King Lear koppelen aan het antropocentrisme en individualisme die de renaissance kenmerken?
De openingsscène
5 Onderstaande termen komen aan bod in het stuk en vormen de politieke en socio-economische achtergrond. Orden de woorden in vier groepen. Gebruik voor elke groep een andere markeerkleur.
A woorden die ik nog nooit heb gehoord
B woorden die ik al gehoord heb, maar die ik niet begrijp
C woorden die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar zelf niet zou kunnen gebruiken
D woorden die ik begrijp en die ik zelf in een betekenisvolle zin zou kunnen gebruiken
populisme – kapitalisme – referendum – globalisering – bureaucratie – basisinkomen – republiek –natiestaten – kiessysteem – liberalisering
6* Vergelijk je antwoorden met een medeleerling. Help elkaar om zo veel mogelijk woorden uit categorieën A en B te verplaatsen naar categorieën C en D.
Je gaat aan de slag met een Nederlandse adaptatie van King Lear door Het Zuidelijk Toneel. Je bekijkt de eerste tien minuten klassikaal.
7 Probeer onmiddellijk na het kijken de onderstaande vragen op te lossen.
a Wat valt je op? Lijkt dit een stuk uit 1606?
b Welke hedendaagse thema’s vond je al terug?
c Bespreek de theatertekens in dit stuk. Gebruik indien nodig de Trajectwijzer.
d In het stuk vind je verschillende metaforen. Kun je al een voorbeeld geven uit de eerste scène?
e Kun je iets zeggen over deze openingsscène met behulp van enkele van de politieke en socio-economische begrippen?


Het verhaal beleven
Je leerkracht verdeelt de klas in groepen en geeft je een kaartje met daarop de samenvatting van een deel van het verhaal. Het is de bedoeling dat je die scène samen met je groepsleden uitbeeldt in een zogenaamd ‘tableau vivant’, een zwijgende en statische uitbeelding. Denk aan de ‘mannequin challenge’ op sociale media. Je moet de pose minstens tien seconden kunnen aanhouden, je krijgt tien minuten voorbereidingstijd. Vooral je mimiek, gestiek en proxemiek zullen belangrijk zijn.


Je bekijkt nu het tableau volgens de chronologie van het verhaal. Hou de afbeelding met de stamboom in de gaten om ‘mee te blijven’. Probeer te raden welke emotie uitgebeeld wordt. Na elke vertoning geven de groepjes kort uitleg.

©VANIN
Doordringen tot het verhaal
Binnen hetzelfde groepje kijk je nu naar het overeenkomstige fragment uit het toneelstuk. Je kunt samen kijken of individueel.
8 Maak een toneel che.
a Wat vind je van de artistieke keuzes die het toneelgezelschap maakte? Kies vijf theatertekens die je het meest opvallen en omschrijf ze kort.
b Welk beeld vind je het strafste? Neem een screenshot en plak het in je fiche. Zorg ervoor dat je de gekozen theatertekens kunt toepassen op de afbeelding.
c Let daarnaast ook op de moeilijke woorden uit opdracht 5 op p. 189. Welke termen hoor je? Kun je ze verklaren?
d Het stuk zit tjokvol metaforen. Haal er een (of meerdere) uit je fragment.
9 Verwerk nu jullie bevindingen in een korte presentatie (maximum vijf minuten) waarin je de opvallendste bevindingen voorlegt. Je projecteert tijdens je presentatie enkel je gekozen screenshot.
Je vindt de bijhorende evaluatiematrix op p. 194.
Woordenschat
10 Verbind de woorden met de juiste verklaring.
1 populisme
2 kapitalisme
3 referendum
4 globalisering
5 bureaucratie
6 basisinkomen
7 republiek
8 natiestaat
9 kiessysteem
10 liberalisering
a bevrijden van beperkende maatregelen (hier: tussenkomst van de overheid beperken)
b wijze waarop het recht is geregeld om volksvertegenwoordigers of bestuurders te kiezen
c staat waarbij de inwoners zich tot een ‘volk’ (subjectieve term) rekenen
d staatsvorm met een president als staatshoofd
e uitkering van de staat, onafhankelijk van verrichte arbeid
f negatieve benaming voor een toestand waarin alles volgens de regels en met papieren en formulieren geregeld wordt
g het wereldwijd worden, vooral van de economie
h stemming door de bevolking
i economisch systeem waarbij de productiemiddelen (grond(stoffen) en machines) privébezit zijn
j politieke stroming die zich vooral richt op wat mensen graag horen 123456789 10
11 De termen uit opdracht 10 werden in het stuk gebruikt om de politiek-sociale ideeën van de personages weer te geven. Vul de woorden aan in de omschrijvingen van de personages.
a Lear en Gloucester zijn de oude garde, de medeoprichters van het Rijk (dat ze zo willen houden).
Regels en structuur zijn belangrijk voor hen. Zij organiseren het dat zal bepalen of het Rijk al dan niet opgesplitst wordt. Lears organisatie wordt door zijn dochters gezien als een , een warrige rompslomp van regels en ambtenaren.
b Regan en Cornwall zijn de jonge generatie en willen beginnen als aparte Als is economische vrijheid erg belangrijk voor hen, op dat vlak zijn ze ultra-
c Goneril en Albany staan voor de jonge generatie die vooral de eigen cultuur wil beschermen. Ook zij dragen traditie hoog in het vaandel. Het liefst willen ze gesloten grenzen, zij zijn dus tegen
d Cordelia en Edgar zijn de jonge vernieuwers. Ze willen vechten voor de eenheid van een verenigd Rijk (Noord én Zuid, dus), maar ze willen de structuur grondig veranderen. Ze willen een echte burgervertegenwoordiging (hervorming van het ), een Rijk zonder koning (een ), en een voor iedereen.
e Edmund is de grote schurk in het stuk. Hij speelt vooral in op de emoties van het volk, een echte , dus.
Naar: www.spothetpaleis.be
Creatieve verwerkingsopdrachten

meme
Ga op zoek naar een leuke meme over King Lear en zorg dat je hem kunt uitleggen. Deel hem met je medeleerlingen. Wees snel: geen twee keer dezelfde meme!

satire
Ontwerp een satirisch tekstje over King Lear
Kies uit: een rouwbericht, een uitnodiging (voor een feest) of een krantenkop (met lead).
12 Speel samen met de klas Tussen twee vuren. Slaag jij er met jouw team in om het verhaal tot een goed einde te brengen?
©VANIN
woord de satire: humor waarbij een publiek persoon (bv. een politicus) of een maatschappelijke (wan)toestand wordt bekritiseerd (zie ook Trajectwijzer 1.9)
Evaluatiematrix – Spreken: theateranalyse
inhoud
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minstens vijf theatertekens en kunt die telkens koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
spreekvaardigheid
Je hebt een verzorgde uitspraak en vermijdt al te dialectische klanken of tussentaal.
De presentatie wordt vlot gebracht met een gevarieerde intonatie.
De presentatie wordt luid genoeg gebracht.
Je houdt een gepast tempo aan.
Aanvullende commentaar:
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens of je kunt die theatertekens niet altijd koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
Je hebt een wat minder verzorgde uitspraak, hier en daar zitten er dialectische klanken of tussentaal in.
Je hapert soms of spreekt te monotoon.
Je bespreekt je ervaring aan de hand van minder dan vijf theatertekens en kunt die niet echt koppelen aan de geprojecteerde afbeelding.
©VANIN
Je hebt een onverzorgde uitspraak.
De presentatie wordt te monotoon gebracht, er zijn ook te veel haperingen.
De presentatie verloopt te stil.
Je spreekt te snel of te traag.
1
Communicatie analyseren: chattaal ©VANIN
Je leert kenmerken van chattaal kennen
Je leert hoe chattaal zich verhoudt tot gesproken taal
INLEIDING
3
Je reflecteert over je eigen (on)bewuste taalkeuzes
Je leert je eigen taalgebruik analyseren met behulp van een begrippenapparaat (verdieping) 4
1 Schrijf de volgende zinnen op alsof je ze naar je beste vriend(in) zou sturen via een chat-app zoals WhatsApp, Messenger of Snapchat.
‘Eigenlijk heb ik het niet meer nodig. Je mag het hebben als je wilt. Misschien ben jij er iets mee.’
2* Vergelijk jouw versie met die van een medeleerling. Welke woorden en/of leestekens hebben jullie anders geschreven? Kun je de verschillen verklaren?
3 Eerder leerde je al over verschillende varianten van het Nederlands. Vind je kenmerken van die varianten in de zinnen terug?


4 Welke kenmerken van chattaal kun je a eiden uit de (verschillen tussen) zinnen?
ER GEEN PUNT VAN!
1* Bekijk de volgende, bijna identieke chatconversaties.
a Op welk vlak vind je vormelijke verschillen?
b Wat is volgens jou de betekenis van die verschillen?
©VANIN
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor!
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor.
Ge waart zo kort vandaag, scheelt er iets ?
Nee hoor
Een punt is een neutraal leesteken dat we in schriftelijke taal gebruiken om een mededelende zin af te sluiten. In een chatconversatie kan een punt echter plots een emotionele betekenis krijgen. Hoe komt dat? Je luistert naar een interview met taalkundige Lauren Fonteyn (Universiteit Leiden).
2 Wat bedoelt de radiopresentator met ‘een punt is bijna een emotioneel mijnenveld geworden’?
3 Hoe verschilt, volgens Fonteyn, mondelinge van geschreven communicatie?
4 Hoe komt het dat een punt in korte berichten een dalende intonatie uitdrukt, maar in lange berichten niet?
Onthouden
In gesproken taal kunnen we gebruikmaken van non-verbale communicatie om onze boodschap duidelijk te maken. Om gesproken taal zo dicht mogelijk te benaderen, maakt chattaal gebruik van compensatiestrategieën
Niet alleen met behulp van leestekens kun je non-verbale communicatie tijdens het chatten ‘compenseren’.
5 Bestudeer de volgende berichten en probeer minstens drie andere compensatiestrategieën te vinden. Voeg ook telkens een mogelijke betekenis van die strategie toe.
WHIEHOEE, happy birthday my friend! Maak er iets moois van & hopelijk kunnen we snel vieren miss you xxx

Ik zag in de advertentie van star
dat modern family enkel s1-10 op disney uitkomt
OMG NOOOO
SAD HE
Pfff kheb altijd pech hé
©VANIN
ik snap dat ge u zo voelt maar gewoon effe doorzetten en ni opgeven xxx
KENMERKEN VAN CHATTAAL
Eerder zagen we dat compensatiestrategieën een belangrijk en opvallend kenmerk van chattaal zijn. Onderzoekers onderscheiden nog zes andere belangrijke kenmerken van deze taalvariant.
afkortingen
multimediale toevoegingen
compensatiestrategieën
asynchroniciteit: uitgesteld lezen
Chattaal
asynchroniciteit: organisatie bericht realtime asynchroniciteit spel- en tikfouten
1* Drie kenmerken hebben te maken met het fenomeen ‘asychroniciteit’. Wat zou dat wetenschappelijke begrip kunnen betekenen als je de verschillende elementen van het woord bestudeert?
2 Elk kenmerk hoort bij een andere onderzoeks che, die je op de volgende pagina’s vindt. Vul de juiste kenmerken in bij de juiste ches door telkens de stelling, de chatberichten en het artikel aandachtig te lezen.
3 Stel per kenmerk een goede beschrijving van het kenmerk op. Baseer je voor die beschrijving op de stelling, de chatberichten en het artikel.
4* Ga per kenmerk met een medeleerling in gesprek over de volgende vragen.
a Herken je je in deze eigenschap?
b Chat je op een soortgelijke manier?
c Ga je akkoord met de stelling?
d Kun je zelf een extra voorbeeld bedenken?
e Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van dit kenmerk op de communicatie tussen de chatters?
Fiche 1
kenmerk
beschrijving
©VANIN
STELLING
Ik bel liever.
CHATBERICHTEN
Ik sta voor uw deur
Komt ge open doen?
Halloooooo?
Oww shit ik zie dit nu pas, maar ge zijt dus binnen geraakt
ARTIKEL
Hoe zegt ge evil en francais??
Oei sorry was hier duidelijk op vergeten te antwoorden haha
Wilt gij iets doen voor mij?
Oke laat maar is al in orde!
Ah ja oke haha
WhatsApp brengt ‘Later
lezen’-functie
uit voor meer rust aan je hoofd
Michel van ‘t Klaphek
WhatsApp rolt ‘Later lezen’ uit. Met deze functie worden gebruikers niet gestoord door meldingen van nieuwe berichten, maar kun je wel direct verder lezen vanaf het punt waar je was gebleven.
De functie, die momenteel nog in ontwikkeling is, werd opgemerkt door WABetaInfo. De website duikt regelmatig in de broncode van WhatsApp-testversies en weet zo als eerste welke nieuwe functies toegevoegd gaan worden. Later lezen laat je, zoals je op basis van de naam kunt verwachten, chats op een later moment lezen en vervangt de huidige mogelijkheid om gesprekken te archiveren.
Je gebruikt ‘Later lezen’ op het moment dat je wel op de hoogte wilt blijven van een WhatsApp-gesprek, maar niet nu. Zodra je de functie aanzet, ‘legt’ de app een virtuele boekenlegger zodat je weet waar je was gebleven. Vervolgens komt de desbetreffende chat bovenaan de chat-app te staan en krijg je geen notificaties van nieuwe berichten in het gesprek.
In plaats daarvan wordt de chat waarvoor je ‘Later lezen’ hebt aangezet naar de bovenkant van WhatsApp verplaatst. Zodra je tijd hebt, kun je op het gesprek tikken en verder lezen vanaf waar je was gebleven. De functie werkt volgens WABetaInfo zowel voor individuele als groepsgesprekken. Uiteraard kun je ‘Later lezen’ te zijner tijd ook weer uitzetten. Zodra je dat doet, komt het (groeps)gesprek weer in de ‘normale’ chatlijst van WhatsApp te staan.
Bron: www.androidplanet.nl
Fiche 2
kenmerk beschrijving

STELLING
CHATBERICHTEN
Het is wel mooi!! Die assymetrie moogt ge zeker hebben
Dat moest met één -s haha, nu ziet het er vreemd uit
Jongeren kunnen tegenwoordig niet meer spellen.

ARTIKEL
CULTUUR & MEDIA

We zijn weg van zaterdagavond tot maandagochtend
amai blitsbezoek
blitzbezoek
blitzkrieg
rip spelling *2020
©VANIN
Did deed pijn op een heela nder niveau
Dit* wat the fak
Heel ander niveau van dt-fouten ook blijkbaar

‘Nice, nie zo veel spelfouten in chats als ged8’

De taal die Vlaamse tieners hanteren als ze chatten of sms’en, bevat minder spel- of tikfouten dan vaak wordt gedacht. Dat blijkt uit onderzoek aan de Universiteit Antwerpen van 28 000 chatconversaties van Vlaamse jongeren. Sms- of chattaal verschilt ook sterk per regio en zelfs per individu.
Sara Van Poucke
Voor zijn doctoraatsthesis bestudeerde Benny De Decker van de Universiteit Antwerpen spontane en informele chatconversaties van zowat 28 000 Vlaamse jongeren tussen 13 en 20 jaar.
De Decker merkte dat nogal wat stereotiepe denkbeelden over chattaal niet kloppen. Leetspeak, zoals ‘w8’ of ‘suc6’, komen nauwelijks voor, net zoals typische spellingswijzen zoals ‘nix’ in plaats van ‘niks’. In tegenstelling tot wat wordt gedacht, zijn spel- en tikfouten relatief zeldzaam, met één woord op vijftig onbewust foutief gespeld.

‘Daar staat wel tegenover dat Vlaamse tieners voor zowat een kwart van de woorden bewust van de standaardspelling afwijken, met de bedoeling spreektaal of regionaal taalgebruik in geschreven vorm om te zetten’, zegt De Decker. >


Het is dan ook niet verwonderlijk dat regiolecten zich ook vertalen in de sms- en chattaal. De onderzoeker trof sterke taalverschillen per regio en zelfs per chatter aan. Algemeen Vlaams bleken wel ‘gij’ in plaats van ‘jij’ en eind-t-weglating in woorden zoals ‘dat’ of ‘niet’. Niettemin blijkt dat voornamelijk de standaardtaal en tussentaal worden gebruikt en in mindere mate dialect.



©VANIN
‘Chatten heeft schrijftaalrevolutie teweeggebracht’
De Decker onderzocht ook de invloed van het Engels, die zoals verwacht groot is. In één post op acht komt ten minste één woord uit het Engels – met voorop de woorden ‘nice’, ‘sucken’ en ‘dude’. Wel gaat het vaak om woorden uit de wereld van ICT, games en muziek, waar vaak geen Nederlands alternatief voor bestaat. Bovendien worden woorden soms ook vernederlandst, zoals de schrijfwijze ’olraajt’ in plaats van ‘allright’ aantoont.
Volgens De Decker laat tienerchattaal zich het best omschrijven als een genre op zich, met inherent variabele variëteiten waarin elementen uit zowel standaardtaal, tussentaal, chatspeak (zoals de afkortingen ‘mss’ en ‘idd’) en Engels vloeiend gecombineerd worden.
‘De aantrekkingskracht bestaat er vooral in dat jongeren naar hartenlust van de schools aandoende taalnormen kunnen afwijken, kunnen experimenteren met creatief en innovatief taalgebruik en zo het geschreven Nederlands sterk kunnen personaliseren. Chatten heeft dus absoluut een schrijftaalrevolutie teweeggebracht’, besluit De Decker.
Bron: vrt.be/vrtnws


Fiche 3
kenmerk
beschrijving

STELLING
CHATBERICHTEN
Ik zou eigenlijk iets moeten vertellen.
Je lief dumpen is gemakkelijker via chat.


©VANIN
Ik ben gewoon na onze breakup veel gaan wandelen met iemand en ja, ik voel me daar gewoon slecht over tegenover u omdat ik me echt heel goed voel bij die persoon en dat dat dan gewoon meer werd dan wandelen Ik heb dit ook nog tegen bijna niemand gezegd omdat ik vond dat jij dit eerst moest weten, maar de timing is gewoon echt verschrikkelijk. Ik wil gewoon niet dat je denkt dat hierdoor het voor mij wilt zeggen dat wij niks betekend hebben want dat is absoluut niet het geval! Soms hebt ge gewoon een klik en valt die niet te onderdrukken en is dat gewoon voor niemand gezond om te onderdrukken Ik had dit nooit zien aankomen en ook nooit de bedoeling gehad om al verder te kijken na ons, maar dat is nu gebeurd en ik kan er echt niks aan veranderen
En ja ik hoop gwn dat ik binnenkort eens opsta met een positieve mindset en ik eens zin heb in een dag want ik ben da zo fucking beu om mijn enthousiasme te faken :’) dat klinkt zo dramatisch haha en ik weet dat ik lang niet de enige ben dus ik moet echt kalmeren want ik ken letterlijk niemand in Leuven met wie het goed gaat – het is gewoon het alledaagse dat een sleur is en als er ook maar iets negatiefs bijkomt zakt alles ineen haha – ik vergeet 1000 dingen, ik kan niet beginnen aan schoolwerk, ik ben superveel bijgekomen ook.. gewoon effe te veel



Gisteren was een topavond, het was echt super leuk en alles is netjes verlopen en zo maar deze morgen wel iets minder. Ik vind het bijzonder jammer dat ik vandaag (van kwart na 10 tot 4(!)) helemaal alleen alles heb kunnen opruimen zonder dat iemand hulp heeft aangeboden laat staan heeft gevraagd of het wel lukte. Ik wil hier ook geen verontschuldigingenforum of blokexcuses mee uitlokken want daar ben ik bitter weinig mee. Ik heb namelijk zelf ook blok en obligate familiebezoekjes. Dat wou ik gewoon even gezegd hebben. Het was leuk geweest om wat hulp aangeboden te krijgen maar bon het is wat het is.

ARTIKEL




Je kunt nu je WhatsAppberichten bewerken
Op de momenten dat je een fout maakt of gewoon van gedachten bent veranderd, kun je je verzonden berichten nu bewerken.
Of je nu een typfoutje wilt corrigeren of extra context wilt toevoegen aan je bericht: we geven je graag meer controle over je chats. Binnen vijftien minuten na verzending van je bericht hoef je het bericht alleen maar lang ingedrukt te houden en Bewerken te kiezen in het menu.

Naast bewerkte berichten staat ‘bewerkt’, zodat de ontvangers weten dat het bericht is gecorrigeerd zonder de hele bewerkgeschiedenis te zien. Zoals bij alle persoonlijke berichten, media en gesprekken worden je berichten en de bewerkingen die je uitvoert, beschermd door end-to-end versleuteling.
Bron: blog.whatsapp.com
©VANIN


Fiche 4
kenmerk beschrijving
©VANIN
STELLING
Ik heb graag dat mensen mij laten uitspreken.
CHATBERICHTEN
Seg
Snel vraagje
Hebt gij morgen iets te doen?
Nee waarom?
Want we dachten morgen te gaan boiten dus als ge moest kunnen kunt ge altijd mee?
Aaaah super! Gaat ge mee?
ARTIKEL
Jow hebt gij al drank voor straks?
Snel vraagje: bij wie is het straks?
Bij mij ma ge moogt al komen ze
We zijn bij u thuis!!
Sebiet terug wa taakjes doen rip
Allez in mijn hoofd zijn ze al af
Omg das kei romantisch
Cute
Ja I know we zeiden het tegen elkaar
Goe travakken op de bday
Smartphones en relaties? It’s complicated!
Eva Berghmans




Het allerergste wat er kan gebeuren als je via Facebook Messenger of WhatsApp een bericht stuurt naar iemand op wie je een oogje hebt? ‘Dat je ziet dat hij je bericht gelezen heeft en een antwoord begint te tikken, maar er uiteindelijk niets komt. Dat is nog erger dan wanneer hij niet meteen reageert. Al denk je dan ook wel: dit wordt niets.’



Voor de leerlingen uit het zesde jaar humane wetenschappen van het Hasseltse Kindsheid Jesu komt bij een afwijzing nog altijd flink wat stress kijken, ook al is een njet in het onlinetijdperk lang niet meer de sociale
beschadigingsoperatie die ze vroeger was. Een afwijzing gebeurt niet face to face en evenmin publiek. Het is veel makkelijker om op Instagram ‘in de dm’s te sliden’ dan om iemands telefoonnummer te vragen. Je hoeft zelfs geen openingszin meer te bedenken. Bovendien riskeer je nog zelden een klap in het gezicht, als je al te voortvarend bent.
Een prille relatie kan best deugd hebben van wat extra communicatie via de computer. ‘Als je al een paar geslaagde dates hebt gehad, dan kan het goed zijn voor de ontwikkeling van de relatie dat je ook eens kunt texten: hey, ik denk aan je. Alleen als je dat obsessief gaat doen of je zit de hele tijd naar je telefoon te staren in de hoop dat er een tekstbericht komt, is het niet erg gezond’, aldus een leerlinge van Kindsheid Jesu.
(Laten) wachten, een kunst
Zodra je een beetje zeker bent van elkaar, is de grote stress eraf. Niemand vindt het een probleem als zijn vriend of vriendin niet meteen op een gezien bericht antwoordt – ‘die heeft dan vast iets anders te doen’, klinkt het op Kindsheid Jesu. Helaas, zegt een leerlinge, gaat niet iedereen in een relatie zo relaxed met de smartphone om.
‘Het hangt erg af van welk hechtingstype je bent. Als je in je prille kindertijd, tussen nul en twee jaar, een goede band hebt gehad met je ouders, ben je wellicht goed met relaties en hoeft er geen probleem te zijn. Maar als je last hebt met je hechtingsgedrag, dreigt de smartphone een bron van extra stress te worden. Dat is zo voor wie bang en onzeker is in relaties en het geldt nog meer voor de gepreoccupeerde types. Het zijn die mensen die je als clingy ervaart, die aan je lijken te kleven. Ze verwachten dat er voortdurend contact is, want ze hebben constant bevestiging nodig. Als er geen antwoord komt, interpreteren ze het negatief. En dat werkt dan weer argwaan en jaloezie in de hand.’




©VANIN
Zou het kunnen dat we ons, als we verliefd zijn, min of meer als het gepreoccupeerde type gedragen? Waarom doet het zo’n zeer als een potentiële geliefde onze zorgvuldig opgestelde – bijna nonchalant, maar net dubbelzinnig genoeg – berichten niet meteen beantwoordt?
En was dat dan zo anders in het tijdperk van de liefdesbrieven en vaste telefoontoestellen?
Sinds de uitvinding van de romantische liefde is de kunst van het wachten en laten wachten een essentieel onderdeel van de hofmakerij. Je legde je ziel en je zaligheid in een liefdesbrief, deed hem op de post en wachtte met een bang hart af of er reactie kwam. De Canadese schrijver Michael Harris, die in The End of Absence onderzoekt of we iets essentieels verliezen als we continu online zijn, was de gemakzucht van het online flirten zo beu dat hij een strook liefdesgedichten van Pablo Neruda naast zijn computer hing, en daaroverheen de boodschappen die hij van mogelijke online lovers kreeg toegestuurd.
Natuurlijk is die vergelijking oneerlijk. Ook in het werkelijke leven zijn niet alle mannen en vrouwen begiftigd met Neruda’s, Dante’s of Petrarca’s talent. Maar het contrast zit niet alleen in de woordkeuze en zinslengte van de boodschap. De snelheid waarmee berichten tegenwoordig verstuurd en beantwoord worden, knaagt ook aan de intentie ervan. Verlangen groeit en bloeit bij gratie van de afwezigheid van de ander. Als we niet meer kunnen verdragen dat we afwezig zijn in elkaars leven, verandert het flirten ten gronde. Playing hard to get bestaat niet meer. Wie een Messengerbericht twee dagen onbeantwoord laat, is geen geraffineerde casanova, maar een onbeleefde botterik – en meteen afgeschreven als potentieel liefje.
Bron: www.standaard.be
Fiche 5
kenmerk
beschrijving
©VANIN
STELLING
Chatten moet snel gaan.
CHATBERICHTEN
Oke ik ben eig mega moe rip
Sad Tragic
Dus mss moet ik in mijn bed gaan liggen
Wanneer gaan wij beste vriendinnen worden?
HAHA wie weet op een PS eh
Wat is de occasionele paper plane transition
OMG kent ge dat niet??
Das een overgang tussen slides van ppt
Ikr
ARTIKEL
Ook neurolinguïstisch onderzoek laat zien dat onze hersenen zich bij het verwerken van taal vooral concentreren op de woordgrenzen. Bij de gesproken klankreeksen letten we vooral op het begin en het einde van een woord. Dat blijkt uit onderzoek onder volwassenen waarbij hun hersenactiviteit werd gemeten tijdens het luisteren naar taal. Maar ook bij pasgeboren baby’s hebben taalwetenschappers inmiddels aangetoond dat ze op deze manier naar taal luisteren. We zien dat ook weer terug in de articulatie: wat in ieder geval wordt uitgesproken, zijn het begin en het eind van het (beklemtoonde deel van het) woord en de beklemtoonde klinkers. De rest kun je net zo goed een beetje inslikken zonder aan verstaanbaarheid in te boeten. Uit onderzoek van de Kadboud Nijmegen blijkt dat de meeste Nederlanders ‘eigenlijk’ en ‘ongeveer’ niet met drie lettergrepen uitspreken, maar eerder als [eik] en [offeer].
Nieuwe studies laten bovendien zien dat onze hersenen bij het verwerken van taal continu bezig zijn te voorspellen wat komt en gaat. Dus bij elke combinatie van klanken in het geval van gesproken taal, of letters in het geval van geschreven taal, worden er al woorden geactiveerd. Op die manier kunnen we razendsnel begrijpen wat iemand zegt of wat we aan het lezen zijn. Het biedt bovendien een verklaring voor het feit dat mensen afkortingen – in de juiste context – heel snel begrijpen. Eigenlijk denken we de hele dag door in afko’s.
Bron: Atlas van de Nederlandse taal - editie Vlaanderen, Lannoo, Tielt, 2017, blz. 164
Fiche
6
kenmerk beschrijving
©VANIN
STELLING
CHATBERICHTEN

Zijn eerste outfit ooit
Amai
heeft uw katje fashionambities?
https://www.youtube. com/watch?v=b1guA6NH5eKmKxAuBe-U58DWcC4jk080OP1Gj9Ma-0M
Een beeld zegt meer dan duizend woorden.
0:00 / 0:01
0:00 / 0:02
0:00 / 0:07
niks voor u? er zijn
Nederlandse sessies in Rotselaar hehe https:// ruysschaert.be/nl/aanbod/ engels
zou mss zelf weer de sessie van Engels 4-9juli doen
Oooh ja amai leuk
per week netto 425 euro en er wordt niks van afgehouden

ARTIKEL
Toen de gsm ontstond, kwam ook de voicemail, een uitermate vervelend spraakbericht waar op den duur quasi niemand nog naar luisterde. Daar zijn we nu stilaan van af, want een geschreven berichtje bleek veel makkelijker. Maar tot mijn ontzetting krijg ik nu vaak via WhatsApp weer ellenlange spraakberichten toegestuurd. Waarom doen mensen dat toch? En hoe geraak je daarvan af zonder (al te veel) te schofferen?
Spraakberichten zijn een echte trend geworden. Te pas en te onpas duwen jongeren het microfoontje op WhatsApp in om hun vrienden of familie te vertellen over bezorgdheden, gevoelens, anekdotes, et cetera. Ook boomers gebruiken het icoontje geregeld, maar hun boodschap blijft meestal beperkt tot: ‘Op wat heb ik hier nu weer gedrukt?’





We vroegen een aantal specialisten waar die evolutie vandaan komt. Door het gebrek aan wetenschappelijke studies kunnen ook zij niet anders dan hypotheses geven vanuit hun eigen ervaring en expertise. Michel Walrave, professor communicatiewetenschappen aan de UAntwerpen, vermoedt bijvoorbeeld dat de spraakberichttrend een soort reactie is op ‘een overload aan geschreven tekstberichten’. ‘De afgelopen jaren krijgen we via sociale media en e-mail zo veel tekstberichten dat het soms interessanter is om te kiezen voor een ingesproken bericht in plaats van voor de zoveelste keer iets te moeten typen.’
Hij ziet daarvoor twee belangrijke redenen: ‘Ten eerste is het vaak gewoon praktischer om een berichtje in te spreken dan om ellenlange berichten te typen. Dat is veel sneller gedaan en bovendien moet je dan ook niet nadenken over spelling of welke woorden je wel of niet mag afkorten. Een soort gemakkelijkheidsoplossing, dus.’ ‘Ten tweede is een spraakbericht ook een meer persoonlijke vorm van communicatie dan een tekstbericht. Je kunt niet alleen informatie doorgeven, maar ook emoties. Via intonatie of het gebruik van stiltes bijvoorbeeld.
Hoe vermijden?
Voor wie die spraakberichten niet graag krijgt, heeft Walrave een paar tips: ‘Je kunt een eerste subtiel signaal geven door een spraakbericht te beantwoorden met een tekstbericht. Dan maak je aan je gesprekspartner al duidelijk dat dat jouw voorkeur heeft. Een tweede manier is om de persoon op te bellen. Dan kun je hem/haar een antwoord geven op het spraakbericht. En kun je ineens ook zeggen dat je het liever via een telefoongesprek bespreekt als er in de toekomst nog iets is, omdat je dan in dialoog kunt gaan over de verschillende aspecten van de vraag.’
Bron: www.nieuwsblad.be


©VANIN




VERDIEPING: ANALYSEER JE EIGEN CHATTAAL
In het eerste deel van deze les leerde je hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, maar anderzijds ook unieke kenmerken vertoont.
In de taalkundige discipline van de conversatieanalyse maken onderzoekers een onderscheid tussen aan de ene kant text-based CMC (computer-mediated communication), wat we in deze les chattaal hebben genoemd, en aan de andere kant traditional FtF (face to face) communication, oftewel gesproken taal. Wetenschappers zijn geïnteresseerd in de verschillen tussen beide vormen van communicatie, bijvoorbeeld om AI-toepassingen te ontwikkelen die kunnen converseren met menselijke gebruikers.
Nu is het aan jou om zelf een fragment chattaal te analyseren met de principes van CMC en te onderzoeken hoe chattaal overeenkomt met of afwijkt van gesproken taal. Jouw onderzoeksmateriaal is een fragment uit een chatgesprek dat je zelf voerde.
De voorwaarden voor dit fragment:
• het moet de start van een conversatie tussen twee of meer mensen inluiden;
• het bevat minstens tien ‘berichten’;
• het mag geen privacygevoelige informatie bevatten;
• alle namen moeten geanonimiseerd worden met de letters A, B, C … voor de deelnemers van de chat en X, Y, Z voor externe personen.
STAP 1
Transfereer de tekst naar het kader hieronder. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. 212.
• Met ‘chatter’ wordt de deelnemer van de chat bedoeld (A, B, C …).
• In ‘message’ worden het chatbericht en de eventuele emoji’s letterlijk (inclusief alle taalfouten) overgenomen.
STAP 2 Onder ‘features’ geef je de codes (zie het onderstaande kader) van alle kenmerken van chattaal die in de ‘message’ op dezelfde ‘line’ voorkomen. Markeer de woorden waarnaar je verwijst. Bekijk daarvoor het voorbeeld op p. 212.
text-based CMC (computer mediated conversation) = chattaal
1 In CMC zijn er geen visuele/auditieve aanwijzingen om berichten te interpreteren. Dat wordt gecompenseerd door:
1a emoji’s;
1b extra hoofdletters;
1c leestekens;
1d gifs;
1e extra accenten;
1f symbolen (x = kusje);
1g onomatopeeën ( ‘bah’, ‘pffffff’)
2 2a CMC verloopt in principe asynchroon. Taalgebruikers hebben tijd om hun bericht te plannen, te bedenken, te schrijven en aan te passen, ook als de ander bv. niet online is.
2b MAAR in de realiteit vindt de communicatie vaak synchroon plaats: taalgebruikers sturen meerdere berichten die één boodschap moeten vormen en die dus ook ‘onderbroken’ kunnen worden.
2c Als er door die snelheid (storende) fouten gemaakt worden, kunnen taalgebruikers zich verbeteren, al dan niet met het *-symbool.
2d Door de opeenvolging van berichten kunnen parallelle conversaties ontstaan.
2e M.b.v. de aanspreek- (@naam van de aangesproken persoon) en quotefuncties in chatapps kunnen taalgebruikers in (groeps)chats onduidelijkheden vermijden.
3 CMC kan spel- en tikfouten bevatten:
3a fouten veroorzaakt door afwezigheid van aandacht voor taalzorg (werkwoordspelling);
3b (tik)fouten door autocorrectie;
3c taal- en spelfouten waarbij de taalgebruiker de chattaal meer op mondelinge taal doet lijken.
4 In CMC wordt vaker gebruikgemaakt van afkortingen (cf. beknoptheidsprincipe).
traditional FtF communication (face to face) = spreektaal
In FtF is non-verbale communicatie een belangrijk onderdeel van de communicatie.
©VANIN
5 Multimediale toevoegingen zoals afbeeldingen, links, filmpjes … zijn deel van CMC.
FtF is synchroon. Taalgebruikers reageren snel en spontaan op elkaar.
FtF kan per definitie geen spelen tikfouten bevatten.
In FtF wordt slechts zelden gebruikgemaakt van (een beperkt aantal) afkortingen.
Taalgebruikers kunnen elkaar ook zaken tonen, maar dat valt niet onder FtF.
STAP 3 Vervolgens pas je de theorie over ‘adjacency pairs’ toe op de taaluitingen. Adjacency pairs, ofwel te verwachten responsieve taaluitingen, voltrekken zich volgens typische, te verwachten patronen.
Let bij je analyse op het volgende: meerdere ‘lines’ kunnen één boodschap vormen (zie ook het voorbeeld op p. 212). Die boodschappen kunnen door elkaar lopen doordat de communicatie asynchroon gebeurt.
first pair partssecond pair parts voorbeelden (in CMC)
greetinggreeting
©VANIN
Heyyyyy – hallo :)
question answer
Heb ge al honger? – Jaaaaa wtf enorm haha apology acceptance/ rejection Sorry voor daarstraks he – Geen probleem :) compliment acknowledgement/ rejection Wajoooo ge ziet er op die foto’s echt keiknap uit – hahahahaha ma nee gij die zijn schraal offer acceptance/ rejection zal ik u komen helpen morgen met de verhuis? – ooh keilief ma dat ga wel lukken zenne hahah request acceptance/ refusal kunt gij die taak efkens voor mij printen aub :)))) – ja geen probleem!
opinion agreement/ disagreement Taylor Swift is overrated toch?? – Cultuurbarbaar!!! ze moesten u opsluiten invitation acceptance/ rejection
Hey straks mee naar de cinema – jaaaa keileuk
comment/ statement acknowledgement weet je heel deze situatie is gewoon kuuuuut – ja ik snap dat dat echt niet leuk is voor jou
blame denial/ admittance gij hebt mij gisteren echt voor schut gezet weet ge – sorry ma ik vind dat ge nu echt effe overdrijft
STAP 4 Nu je het volledige schema hebt ingevuld, is het tijd om de chattaal te analyseren. Beantwoord volgende vragen (schrijf minstens drie zinnen per vraag).
a Hoe toont het geanalyseerde fragment dat chattaal zo nauw als mogelijk aanleunt bij gesproken taal?
b Op welke momenten en waarom kunnen er in het geanalyseerde fragment communicatieproblemen ontstaan?
Als je de vragen beantwoord hebt, dan analyseer je ook de chatconversatie van een medeleerling. Doe dit zonder eerst naar zijn of haar analyse te kijken. Vergelijk vervolgens jullie analyses.

Voorbeeld hmm ja nie moeilijk nie gemakkelijk? ja i see ma ja bon

Oké klaar
Kan het nie inschatten


Als in
©VANIN
Heb geen kei slecht gevoel ofzo
Het was euhm ja
Toch redelijk moeilijk
Maar heb wel veel ingevuld
Maar weet dus gewoon niet of dat juist is
Dus kan nog best een cava examen zijn
Ofja echt randje idk dus
chatter line message features adjacency pair parts
A1 Oké klaar statement
A2 Kan het nie inschatten 3c
B3 hmm ja 1g acknowledgement
A4 Als in 2b statement
B5 nie moeilijk nie gemakkelijk? 3c question
A6 Heb geen kei slecht gevoel ofzo 2b, 3c statement
A8 Toch redelijk moeilijk 2b
A9Maar heb wel veel ingevuld 2b
A7 Het was euhm ja 2b, 1g answer
A 10 Maar weet dus gewoon niet of dat juist is 2b
A 11 Dus kan nog best een cava examen zijn 2b, 3c
A 12 Ofja echt randje idk dus 2b, 3c, 4
B 13 ja i see 3c acknowledgement
B 14 ma ja bon 3c
Creatieve verwerkingsopdracht: spelen met registers en media
In deze les heb je kenmerken van authentieke chatconversaties geanalyseerd. Je leerde hoe chattaal enerzijds zo dicht mogelijk aanleunt bij gesproken taal, en anderzijds ook wezenlijk van gesproken taal verschilt. In de creatieve verwerkingsopdracht op iDiddit is het de bedoeling dat je speelt met deze kenmerken door het register en/of het medium van de communicatie te veranderen.
Evaluatiematrix – Schrijven: analyse chattaal
Het schema is volledig aangevuld en correct geannoteerd.
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt dat je een goed inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal en dat je CMC met FtF kunt vergelijken. Je gebruikt de terminologie uit de les correct.
vorm
Je beantwoordt de analysevragen in een wetenschappelijke stijl, zonder taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Het schema is volledig aangevuld. Bij de annotatie met de CMC-codes maak je enkele foute interpretaties.
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt dat je inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal. In de vergelijking met FtF mis je nog bepaalde nuances. De terminologie uit de les gebruik je meestal correct.
Je beantwoordt de analysevragen in een, op enkele fouten na, wetenschappelijke stijl.
Het schema is niet volledig en/ of de annotaties met de CMCcodes ontbreken of worden fout gebruikt.
©VANIN
Uit de antwoorden op de analysevragen blijkt niet dat je voldoende inzicht hebt vergaard in het fenomeen chattaal. De vergelijking met FtF is niet voldoende uitgewerkt. De terminologie uit de les wordt vaak niet correct gebruikt.
Je antwoorden op de analysevragen zijn niet voldoende wetenschappelijk van stijl. Er staan nog taalfouten in je antwoorden.
Je maakt kennis met poëzie die de dichtbundel overstijgt en leert wat een stadsdichter doet 1
RONDJE POËZIE
Je leert creatief omspringen met de link tussen poëzie en locatie 3
Je herhaalt een aantal termen (rond rijm, beeldspraak, stijlfiguren) om gedichten te analyseren en drukt je persoonlijke voorkeur uit
Je maakt kennis met een historische stroming: de rederijkersliteratuur uit de 16e-17e eeuw 2 4
Als inleiding doe je eerst een rondje poëzie! Je leerkracht legt uit hoe je te werk gaat.
A

Witruimte
zullen we open witte vlaktes want het lijkt alsof met de poolkappen ook de witruimte in onze bedrukte hoofden verloren gaat
zullen we de stralen van de A niet verzuren tot de schreeuwerige spetters van Leon Van der Neffe dat dit niet de stad van ’t schelden wordt
in al de talen waarin wij hier wonen ontplooien open witte vlaktes want het is in onze sprakeloosheid dat wij elkaar het best verstaan
Bron: Het stad in mij, door Maud Vanhauwaert, uitgegeven bij Das Mag

Ik zie je.
In de lege stoel aan de eettafel. In de winkel waar de rekkenvuller op je lijkt.
Op het familiefeest waar jij altijd de mensen bedient.
Wij zijn de levende tijd. Wij hebben emmers licht en lijm nodig, de heling van verbeelding.
Maarten Inghels. Contact

Reis rond de wereld in vierenveertig dagen
Jouw reis rond de wereld in vierenveertig dagen: Roemenië, Servië, Italië, Parijs, Luik, Edegem; in Wilrijk, Antwerpen, een witte kist, het niets.
En dat terwijl tussen wieg en graf grosso modo een langer leven past. Je groeit op, verdient het om verliefd te worden op het strand van Barcelona,
het noorderlicht in Noorwegen te ontdekken, je krijgt een kind, of twee, of drie, waarvoor je zelf wiegeliedjes zingt – nadien pas Napels zien.
Stadsdichters ©VANIN
Ik zie je.
Ik zie je naast me liggen als ik me omdraai in bed.
Ik zie je overal want ik kan je niet lossen. Je bent nooit echt vertrokken.
Janan Daniels


Niet dit. We wilden een kans om met jou te praten over je twee namen, de geur van tientallen steden in je bloed, over maan en roos en vis.

Niet dit: nog tandeloos en al verloren zoon van Europa, met je onbekende paspoort en kapotte kompas, met twee ouders hun adresloze gemis.
Maarten Inghels. De eenzame uitvaart
STADSPOËZIE
De gedichten die je zonet gelezen hebt, zijn allemaal het werk van zogenaamde ‘stadsdichters’. Dat zijn dichters die door een stad of een gemeente worden aangesteld om voor een bepaalde periode gedichten te schrijven over de stad en de gebeurtenissen die er plaatsvinden. Dikwijls krijgen die gedichten dan ook een plaats op openbare plaatsen en niet (of toch niet in eerste instantie) in een bundel. Nederland kent die traditie al sinds 2001, Vlaanderen (vooral Antwerpen) volgde in 2003.
1* Heeft jouw stad of gemeente een stadsdichter? Zoek het even op.
2* Ben je in jouw stad al poëzie in het openbaar tegengekomen? Zo ja, waar (en eventueel: welk gedicht)?
Je leerkracht toont je waar de gedichten van p. 214 tot leven komen.
3* Kies nu het gedicht dat jou het meest aanspreekt en probeer volgende vragen te beantwoorden.
a Zitten er vormen van beeldspraak of stijlfiguren in het gedicht? Zo ja, welke?
b Zit er rijm in het gedicht? Zo ja, welke rijmvorm?
c Welke beeldspraak, stijlfiguur of rijmvorm kun je koppelen aan de locatie van het gedicht?
REDERIJKERIJ
Theaterorganisatie Opendoek organiseert elk jaar een toneelfestival, het zogenaamde Landjuweel.
1 Bekijk het promo lmpje voor de editie van 2019. Wat valt je op?
De traditie van het Landjuweel gaat terug tot de rederijkers in de 16e eeuw. Je bekijkt een beeldfragment waarin Maartje Dewilde de historische oorsprong uitlegt.
2 Neem notities met speciale aandacht voor de functies van de rederijkers en het competitie-element.
3 Probeer nu het kader op de volgende pagina aan te vullen met de info uit je notities en met behulp van de bronnen.
wie wanneer
waarom
De rederijkers
– vaak gekunstelde gedichten, zoals hoe
bekendste rederijker in onze contreien
Op welke manier leeft dit fenomeen vandaag nog?




Voorbeeld van een schaakbordgedicht, een populaire dichtvorm bij de rederijkers waarbij je het gedicht in alle richtingen van de vakjes kunt lezen.


Jan Smeken was 500 jaar geleden Brusselse stadsdichter en rederijker. Hij schreef het gedicht Dwonder van claeren ijse en snee naar aanleiding van het sneeuwpoppenfestival in Brussel. Daarbij waren in 1511 meer dan 100 sneeuwsculpturen te vinden in de stad, die allemaal mythische en Bijbelse figuren uitbeeldden. Zijn gedicht beschrijft dit parcours, maar geeft tegelijkertijd kritiek op de toenmalige maatschappij.
4 Luister naar het fragment en beantwoord de vragen.
a Welke Bijbelse en mythische figuren komt de wandelaar tegen in dit parcours?
b Wat is er satirisch aan dit fragment?
c Het gedicht wordt soms als absurd omschreven. Wat is er absurd humoristisch aan dit fragment?
SPREKEN: KLASJUWEEL
Als creatieve opdracht organiseren we nu zelf een ‘klasjuweel’! Kies een van de opties en volg het stappenplan.
Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt en doet denken aan (een bepaalde locatie op) school. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib. Denk na over de plaats waar je het gedicht wilt tonen of hangen. Dat kan de eetzaal, je klas of het toilet zijn.




Je gaat op zoek naar een gedicht dat jou aanspreekt omwille van de (maatschappij) kritische, humoristische of satirische boodschap. Dat kan bv. een gedicht zijn over het lerarenschap, over scholen in het algemeen …
Je stelt met andere woorden iets over school aan de kaak. Zorg voor een gedicht uit een gepubliceerde bundel, ga op zoek in je bib.
STAP 1 Ga op zoek naar de beeldspraak en rijm in jouw gedicht. Kun je die koppelen aan je gekozen locatie en/of aan de humor/satire?
STAP 2 Werk je gedicht creatief uit. Het gedicht gewoon printen op een poster volstaat niet! Opdracht 3 uit lesdeel 2 kan dienen als inspiratie.
STAP 3 Kies een van de volgende opties.
Bekijk de websites van Maarten Inghels en Maud Vanhauwaert ter inspiratie.
Optie 1: herwerk je gedicht tot een kort toneelstuk, een monoloog of een dialoog van twee à drie minuten. Werk voor deze optie eventueel samen in duo’s.
Optie 2: bereid een sales pitch (verkooppraatje) van twee à drie minuten voor bij jouw gedicht. Het is immers de bedoeling dat we nadien stemmen om het beste resultaat op school te realiseren. In die sales pitch:
• lees je het gedicht expressief voor;
• bespreek je kort je keuze voor de vorm en de locatie;
• koppel je kort de beeldspraak en de rijmvorm aan de locatie.
STAP 4 Bekijk de evaluatiematrix om na te gaan of je resultaat beantwoordt aan alle criteria.
Evaluatiematrix – Spreken: klasjuweel (optie 1)
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond en duidelijk inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je hebt het gedicht op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/ dialoog. Je spreekt daarbij vlot en enthousiast, met een gepaste intonatie.
Aanvullende commentaar:
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond, maar je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen (of omgekeerd).
Je hebt het gedicht op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/ dialoog. Je spreekt daarbij echter onvoldoende vlot of enthousiast, of niet met een gepaste intonatie.
©VANIN
Je hebt het gekozen gedicht niet gelinkt aan een passende locatie of je hebt geen satirische link aangetoond, en je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je hebt het gedicht niet op een creatieve wijze herwerkt tot een toneelstuk of een mono-/dialoog. Je spreekt bovendien onvoldoende vlot of enthousiast, of niet met een gepaste intonatie.
Evaluatiematrix
–
Spreken: klasjuweel (optie 2)
creativiteit
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond en duidelijk inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
correctheid en volledigheid
Je slaagt erin de beeldspraak en de rijmvormen kort, maar bondig te koppelen aan de gekozen locatie en het thema.
aantrekkelijkheid
Je leest het gedicht expressief voor: goede intonatie, luid genoeg, zonder uitspraakfouten en vlot.
Je slaagt erin het verkooppraatje vlot en enthousiast te brengen binnen de gepaste timing.
Aanvullende commentaar:
Je hebt het gekozen gedicht gelinkt aan een passende locatie of je hebt een satirische link aangetoond, maar je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen (of omgekeerd).
Je slaagt erin de beeldspraak en de rijmvormen te bespreken, maar je kunt die onvoldoende koppelen aan de gekozen locatie en het thema.
Je leest het gedicht expressief voor, toch kan een van de volgende criteria beter: intonatie, volume, uitspraak, vlotheid.
Je slaagt erin het verkooppraatje vlot, maar niet echt enthousiast (of omgekeerd) te brengen, of je houdt je niet aan de timing.
Je hebt het gekozen gedicht niet gelinkt aan een passende locatie of je hebt geen satirische link aangetoond, en je hebt weinig inzet getoond om tot een creatief resultaat te komen.
Je slaagt er niet in de beeldspraak en de rijmvormen te bespreken.
©VANIN
Je leest het gedicht niet expressief voor, meerdere van de volgende criteria kunnen beter: intonatie, volume, uitspraak, vlotheid.
Je slaagt er niet in het verkooppraatje vlot en enthousiast te brengen.
Je leert wat de basiskenmerken van een documentaire zijn 1
De documentaire ©VANIN
Je ontdekt dat er binnen het genre veel variatie bestaat 3
Je leert hoe een documentaire de werkelijkheid kan beïnvloeden en vice versa 2
Je bekijkt en analyseert een documentaire 5
Je ontdekt het subgenre true crime, verwante fictiereeksen en reality genres 4
EEN GENRE APART
Bron: netflix.com 1
De tijd dat je een documentaire enkel op National Geographic of Canvas kon bekijken in de late uren is voorgoed voorbij. Streamingplatformen als Netflix en Streamz staan er vol van. Maar wat is een documentaire eigenlijk? Welke soorten bestaan er en met welk doel worden ze gemaakt? Je ontdekt het in deze les.
1* Welke onderstaande documentaires ken je of heb je al bekeken?



Dat er ook andere soorten documentaires zijn, ontdek je hier.
2* Bekijk de trailer van de populaire Net ix-documentaire Don’t f**k with cats. a Zou je deze documentaire willen zien? Waarom wel/niet?
b Waarom denk je dat ze zo’n succes was?
In Don’t f**k with cats – hunting an internet killer verleiden de gruwelijke video’s van een gestoorde crimineel een groep amateurwebdetectives tot een gevaarlijke klopjacht die hen naar een duistere onderwereld leidt.
onderweg


3* Waarom worden er volgens jou de laatste jaren zo veel documentaires gemaakt?
4* Waarom kijken mensen graag naar documentaires? Wat is het tekstdoel van een documentaire?
In deze les gaan we op zoek naar een goede definitie van een documentaire. We beginnen daarbij bij het woord ‘documentairemaker’.
5 Wat doet een documentairemaker?
DE KENMERKEN VAN EEN GOEDE DOCUMENTAIRE
‘Documentary is the creative treatment of actuality’
1 Bovenstaande uitspraak is van John Grierson (Schotland, 1878-1972), één van de eerste documentairemakers. Welk ‘gevaar’ houdt die stelling in?
Hieronder vind je enkele basiskenmerken van een goede documentaire.
Documentaire
1 Een documentaire is gebaseerd op de werkelijkheid. Eerlijkheid en betrouwbaarheid zijn noodzakelijk. Feiten of gebeurtenissen verdraaien of ondeugdelijke bewijzen fabriceren is uit den boze.
2 Een documentaire is een voltooid audiovisueel product. De vele mogelijkheden van de filmtaal worden slim toegepast.
3 Alle personen in de documentaire zijn echt, authentiek, zichzelf. Een persoon wordt niet gespeeld door een ander. Daarmee onderscheidt de documentaire zich van de speelfilm. Toch zijn er documentairemakers die enscenering en effectieve vormgeving als waardevolle bouwstenen zien.
4 De documentaire behandelt een duidelijk afgebakend onderwerp op basis van diepgravend onderzoek of langdurige observatie. Het is geen snelle reportage op basis van de actualiteit.
5 Een documentaire moet begrijpelijk, boeiend, overtuigend en emotioneel zijn. Niet te moeilijk, geen vreemde hiaten, geen saaie uitweidingen waarbij de kijker zijn aandacht verliest.
Naar: meop.nl
2* Zaten die basiskenmerken ook in jouw de nitie (zie lesdeel 1 – opdracht 5)? Welke wel/niet?
3 Je bekijkt op de volgende pagina’s enkele fragmenten uit bekroonde documentaires.
a Ga bij elk fragment op zoek naar de basiskenmerken.
b Denk ook na over het doel van de makers en over het effect op het publiek.

DOCU 1
Kinderen van de collaboratie –de oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerden tienduizenden Belgen met het naziregime. Hun kinderen blikken terug en getuigen over de oorlogsperiode.
domein geschiedenis

eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?

filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend



moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar


DOCU 2
Amy in Nederland
Een reconstructie met de mensen die Amy hebben ontmoet, haar concerten hebben bezocht en op wie haar muziek een diepe indruk heeft nagelaten ...
domein muziek
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?

betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?

©VANIN
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend



moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar


DOCU 3
Het leven in kleur
Racisme in Vlaanderen, valt dat wel mee of niet? De vijfdelige reeks zoekt het uit en peilt zonder taboes naar het racisme in onderwijs, justitie, media en in ons allemaal.

eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
domein maatschappij
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?

doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend



moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar

DOCU 4
Het Scheldepeloton
Zesdelige docureeks over vijf jonge wielrenners uit het Gentse die samen vechten voor dezelfde droom: profwielrenner worden.
eerlijk en betrouwbaar

Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
domein sport

effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?


doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend



moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar

Documentaires helpen ons vaak om de werkelijkheid beter te begrijpen. Soms kan een documentaire ook de werkelijkheid beïnvloeden.
4* Welke documentaires uit de vorige opdracht zouden de werkelijkheid kunnen beïnvloeden, denk je?
Ook de volgende documentaire zorgde voor heel wat maatschappelijke ophef.
5* Bekijk de trailer van The Tinder Swindler en lees het onderstaande artikel.
a Heb je deze documentaire gezien? Indien niet, zou je ze graag zien? Waarom wel/niet?
b Zou een documentaire als deze jouw gedrag online kunnen beïnvloeden?
THE TINDER SWINDLER, DE TRUECRIMESERIE
WAAR ZELFS VAN QUICKENBORNE OP MOEST REAGEREN
Jozefien Wouters

Noorse krant werd Leviev veroordeeld tot vijftien maanden cel, maar na vijf maanden was hij alweer op vrije voeten en startte hij een consultingbedrijf dat ‘business and personal success workshops’ aanbiedt.
©VANIN
Eerder deze maand verscheen op Netflix The Tinder Swindler, een truecrimedocu van de makers van het al even verbazingwekkende Don’t F**k with cats. Deze keer proberen ze de wanpraktijken van Shimon Hayut te ontrafelen, een oplichter die enkele jaren geleden door Europa trok onder de naam Simon Leviev. Hij deed zich voor als zoon van een Russisch-Israëlische diamantmogul om zo via Tinder vrouwen te verleiden. Eerst overlaadde hij zijn slachtoffers met liefdevolle aandacht en decadente uitstapjes met zijn privéjet, vervolgens vroeg hij om hem grote sommen geld te lenen om zich te beschermen tegen louche vijanden in de diamantsector. Naar schatting heeft hij op die manier verschillende vrouwen in totaal zo’n tien miljoen dollar afgetroggeld. Catch Me If You Can, maar dan op Tinder.

The Tinder Swindler laat drie van zijn slachtoffers hun hallucinante verhaal doen. Cecilie Fjellhøy mocht na de eerste date meteen mee op zakenreis en was van plan met Leviev te gaan samenwonen toen ze ontdekte dat hij er met haar geld vandoor was. Pernilla Sjoholm reisde een zomer met hem mee door Europa. En Ayleen Charlotte besloot hem na een relatie van een dik jaar als wraak zélf op te lichten. De details gaan we niet verklappen, maar één spoiler kunnen we alvast kwijt: The Tinder Swindler krijgt geen happy end. Met de hulp van zijn slachtoffers en een uitgebreid artikel in een

Veel klanten zal hij niet meer over de vloer krijgen. The Tinder Swindler is intussen een druk bekeken fenomeen geworden en dat lijkt gevolgen te hebben. Tinder bevestigde dat Leviev voorgoed van de app werd verbannen, net als van andere datingapps zoals Match, Plenty of Fish en OkCupid. De slachtoffers zijn op vraag van kijkers een crowdfunding gestart om hun schulden af te lossen. Leviev heeft intussen zijn Instagramaccount verwijderd, nadat hij eerst nog alles heeft ontkend, zijn volgers ‘voor alle steun’ bedankt heeft en gevraagd heeft om de hashtag #SimonTruth te gebruiken. The Tinder Swindler heeft zo’n grote impact dat zelfs Vincent Van Quickenborne zich genoodzaakt zag om te waarschuwen voor oplichters op datingapps. Dan weet je dat het menens is.
Bron: focus.knack.be




EEN BIJZONDER GENRE: TRUE CRIME
Truecrimedocumentaires als The Tinder Swindler zijn een zeer populair subgenre binnen de documentaire.
1* Waarom is dit soort documentaire zo populair, denk je?
2 Lees het artikel uit De Morgen waarin (andere) verklaringen staan voor de populariteit.
a Vat ze hieronder samen.
b Wat vindt Laura Scheerlinck het moeilijkst bij het maken van documentaires?


Lawine aan podcasts en series: de ontembare fascinatie voor true crime uitgelegd
Met True Crime Belgium zet nu ook Streamz volop in op documentaires over waargebeurde moordverhalen, nadat het genre de laatste jaren streamingdiensten en podcastkanalen overstelpt. Waarom is misdaad in de mode? Maakt dat ons pervers?
ElmoLê van


Bij de lancering van Serial in 2014 werd de podcast waarin onderzoeksjournalist Sarah Koenig zich tot 2018 over waargebeurde moordzaken boog in geen tijd vijf miljoen keer beluisterd via iTunes. Serial zette zo een medium dat in de kinderschoenen stond op de kaart en effende tegelijkertijd het pad voor een genre dat intussen niet meer van het scherm weg te denken is.
In het bloedspoor van Serial volgden gesmaakte podcasts als Dirty John en My Favorite Murder. Netflix had in 2015 zijn eerste truecrimehit te pakken met Making a Murderer. Sindsdien is het aantal producties dat inzoomt op misdaadverhalen die onze innerlijke Sherlock Holmes prikkelen amper bij te houden. Een zwak hebben voor tragische levenseindes – hoe verbazingwekkender de verhaallijn, hoe aantrekkelijker – blijkt een universeel fenomeen te zijn. We zijn allemaal een béétje sadist.


Waarom kruipen wij graag in het hoofd van iemand die gruwelijke dingen heeft uitgevreten? ‘In elk van ons zit een stukje geweld’, vertelde Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse, tegenover Vice. ‘Een van de manieren om daaraan te voldoen – zonder schade te veroorzaken aan de samenleving – is door je te verdiepen in true crime. Je kunt het zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie.’
Je kunt true crime zien als een beschaafde uitlaatklep voor je interne agressie
Ariane Bazan, doctor in de neuropsychoanalyse
Voyeurisme
Laura Scheerlinck van de Belgische misdaadpodcast De volksjury wijst het succes van true crime toe aan een vorm van voyeurisme. ‘Sinds er nieuws wordt gemaakt, zijn moordverhalen in trek. We spreken nu van een hype, maar dit is geen nieuw verschijnsel. Het zit in onze natuur om alles over een spraakmakende zaak te weten te willen komen. Het verschil tussen de dader en jij is dat de ene een moordenaar is en jij niet. Je wilt begrijpen waarom mensen in staat zijn tot moord.’


Moordzaken prikkelen bovendien de verbeelding en gaan in je hoofd een eigen leven leiden, aldus Scheerlinck. ‘Je wilt een inkijk krijgen in het brein van een moordenaar. Wanneer een onrustwekkende verdwijning het nieuws haalt, speculeert iedereen erop los. Iedereen meent te weten wat er is gebeurd of wat iemands motief is. Dat merken we aan de theorieën die onze luisteraars met ons delen. Wanneer de moordenaar gevat is, gaat onze interesse stilaan liggen, maar alles wat aan een moord voorafgaat, zet onze fantasie in gang.’
‘We zijn collectief vatbaar voor ramptoerisme. Bij een ongeval op de autosnelweg leidt onze nieuwsgierigheid tot kijkfiles. Moorden zijn niet anders dan verkeersongevallen, treincrashes of natuurrampen’, aldus Scott Bonn, criminologieprofessor en auteur van het boek Why We Love Serial Killers. ‘De fascinatie met moordenaars kan worden gezien als een uiting van de menselijke fixatie met geweld en rampspoed’, schreef hij in het tijdschrift Time. ‘Met andere woorden: de daden van een seriemoordenaar mogen dan wel gruwelijk zijn, maar een groot deel van het publiek kan simpelweg niet wegkijken, door de spektakelwaarde.’
De spektakelwaarde van true crime is te voelen in de cijfers, waardoor een subgenre mainstream werd. Met duizenden titels is podcastland bezaaid met crimishows. Een onderzoek van Parrot Analytics – in opdracht van de Amerikaanse website The Ringer – naar het aantal truecrimereeksen op streamingdiensten spreekt van een toename van 63 procent tussen januari 2018 en maart 2021.






De wereldvermaarde Netflix-reeks Tiger King, over een excentrieke dierentuinuitbater en de verdwijning van de echtgenoot van diens vijand, was tien dagen na de release al goed voor 34 miljoen unieke kijkers. Een zwak voor misdaad bindt de mensheid over de grenzen heen. Een absolute minderheid hoort het bij de naam Madeleine McCann – het Britse meisje dat in 2007 verdween uit een Portugese vakantieflat – donderen in Keulen. Je moet bovendien geen Amerikaan zijn om Conversations with a Killer te bingen, waarin Ted Bundy, een van ’s werelds beruchtste seriemoordenaars, aan het woord komt. De aantrekkingskracht van waargebeurde verhalen die de wereldbevolking beroert, is enorm.
Nu pas in België
In de criminaliteitsstatistieken van de Federale Politie van 2020 staan 1 143 gevallen van moord of doodslag genoteerd. Hoewel België niet gespaard blijft van ophefmakende moordzaken claimen Streamz en Play 4 met True Crime Belgium ‘de eerste Belgische truecrimeserie’ te lanceren. Hoe komt het dat wij nu pas op de kar springen?
‘Er zijn al veel zaken aan bod gekomen op televisie’, countert Laura Scheerlinck van De volksjury. In het laatste seizoen van De rechtbank stonden drie afleveringen in het teken van de assisenzaak tegen


Alinda Van der Cruysen voor de moord op haar grootoom en -tante. De kroongetuigen belicht sinds 2013 spraakmakende misdaaddossiers en met De verdwijning van Britta Cloetens reconstrueerden gerechtsjournalisten het onderzoek naar de twintiger van wie ieder spoor ontbrak nadat ze een garage in Antwerpen was binnengestapt. Momenteel loopt De kasteelmoord op VTM, over de moord op kasteelheer Stijn Staelens.
‘Het is een uitdaging om rond Belgische zaken te werken’, vindt de podcastmaakster en tv-producer. ‘Ik snap dat je als tv-maker liever je handen van bepaalde zaken houdt, waardoor sommige dossiers geen documentaire krijgen. Als reportagemaker ben je al gauw geneigd een kant te kiezen in het verhaal, terwijl het de kunst – maar vooral een moeilijke evenwichtsoefening – is om de waarheid in het midden te laten. Je mening voor jezelf houden, maar toch boeiende televisie maken of voor een doorbraak in het dossier zorgen: dat is de uitdaging.’
Het parket is meestal beschermend over dossiers die de ether halen, om zo inmenging en fouten in het onderzoek te vermijden. De relatie tussen onderzoeksjournalistiek en het gerecht verloopt wel vaker stroef, al zijn journalistieke producten in het verleden al belangrijk geweest voor cold cases. In 2017 werd het onderzoek naar de moord op Sally Van Hecke heropend, mede dankzij het werk van journalist Kurt Wertelaers voor het VTM-programma Cold Case
©VANIN

Een Australische journalist maakte een podcast over onze landgenoot en rugzaktoerist Théo Hayez, in de hoop zijn verdwijning – Hayez is sinds mei 2019 vermist – op te klaren. ‘Journalisten blijken goede speurders’, zei Ine Van Wymersch, toen nog parketwoordvoerder, in 2019 op Radio 1. ‘Ze kijken soms met een andere blik, een open vizier, naar een dossier. Het gebeurt dat ze met interessante pistes komen die dan door het gerecht onderzocht worden.’

‘Wanneer De volksjury rond een Belgische zaak werkt, is dat steeds met een klein hartje,’ vertelt Laura Scheerlinck, ‘omdat niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders een familie hebben’. In het tijdschrift Time uitte iemand haar ongenoegen over hoe zonder haar medeweten een boek werd uitgebracht over de moord op haar moeder. ‘We worden als familieleden als veevoer behandeld’, zei ze. ‘We zijn de brandstof die de fantasie van mensen draaiende moet houden’.
‘Het heeft iets pervers om je entertainment te halen uit waargebeurd drama’, liet de Nederlandse schrijver Joost de Vries vorig jaar optekenen in De Groene Amsterdammer. In het geval van onopgeloste zaken krijgen de makers van De volksjury regelmatig positieve berichten van betrokken partijen, uit dank om een ondergesneeuwde zaak nog eens in de aandacht te brengen. Bij tegenwind zouden ze een aflevering uit respect voor de betrokkenen offline halen.

‘Maar verder denk ik niet dat true crime veel schaden kan berokkenen’, besluit Laura Scheerlinck. ‘Sommigen beweren dat bepaalde games een gewelddadige kant bij kinderen kunnen aanwakkeren. Ik denk niet dat true crime de kijker moordlustig maakt. Het kan je fantasie zeker op hol doen slaan, maar het is geen gevaarlijk genre.’
Bron: demorgen.be

GRENSGEVALLEN
Je bekijkt twee trailers.


1 Waarom zijn dit geen documentaires? Verwijs naar de basiskenmerken van de documentaire.
2 Op televisie kun je ook heel wat programma’s zien over misdaad en criminaliteit. Waarin verschillen zij van een documentaire?


3* Kijk nog eens terug naar jouw de nitie van de documentaire aan het begin van deze les. Welke elementen ontbraken er in jouw de nitie?
SPREKEN: DE DOCUMENTAIRE
Voor deze opdracht selecteer je zelf een documentaire en probeer je je medeleerlingen te overtuigen om jouw documentaire aan te kopen voor het streamingplatform / de online bibliotheek van de school.
STAP 1 Vul tijdens/na het kijken onderstaand schema aan.
motivatie
Waarom koos je voor deze documentaire?
eerlijk en betrouwbaar
Over welk onderwerp gaat de documentaire? Welke
gebeurtenissen komen aan bod?
betrokkenen
Wie wordt er geïnterviewd?
filmtaal
Welk filmmateriaal wordt er gebruikt? Hoe wordt alles gemonteerd? Gebruikt men speciale camerastandpunten of cameratechnieken?
effect
Hoe komt de documentaire over bij het publiek?
doel van de makers
Wat was het doel van de makers, denk je?
STAP 2 Maak de presentatie.
• Kies een presentatievorm.
begrijpelijk
boeiend
overtuigend
emotioneel
spannend
• Vul de informatie uit stap 1 aan met foto’s en filmpjes.
• Zet de informatie in een logische volgorde.
STAP 3 Oefen jouw presentatie enkele keren.
• Let op je taal, intonatie, tempo en non-verbale communicatie.
moeilijk
saai
vrijblijvend
gevoelloos
voorspelbaar
Evaluatiematrix – Spreken: de documentaire
GOED VOLDOENDE ONVOLDOENDE volledigheid en duidelijkheid
- Je vertelt duidelijk en beargumenteerd waarom je de documentaire koos.
- Je bespreekt bondig en volledig waarover de documentaire gaat.
- Je bespreekt uitgebreid de filmtaal van de documentaire.
- Je vertelt waarom je de documentaire zo goed vindt en welk effect ze kan hebben op anderen.
- Je koos een passende/ originele presentatievorm.
- Je presentatie is visueel aantrekkelijk.
- De presentatie is gestructureerd en goed opgebouwd.
Niet alle onderdelen werden even sterk uitgewerkt. Je besteedde te weinig aandacht aan:
- je motivatie
- de inhoud van de documentaire
- de analyse van de filmtaal
- het effect van de documentaire (op jou en anderen) De analyse/inhoud van je documentaire is onvoldoende.
- Je kon je presentatievorm nog beter uitwerken.
- Visueel kon je presentatie beter/aantrekkelijker.
- De presentatie kon beter/gestructureerder opgebouwd worden.
correctheid en aantrekkelijkheid
- Je presenteert enthousiast en vlot; je tempo is goed.
- Je articulatie is goed; je praat niet te stil/luid.
- Je spreekt AN.
- Je hebt oogcontact met je publiek.
- Je houding en non-verbale communicatie zijn goed.
Aanvullende commentaar:
De volgende talige aspecten van je presentatie konden beter:
- vlotheid/tempo
- articulatie
- volume
- taalzuiverheid
- oogcontact
- houding
- non-verbale communicatie
- De presentatievorm is onvoldoende uitgewerkt / slecht gekozen.
- Je presentatie heeft weinig structuur.
©VANIN
Je presentatie was talig weinig aantrekkelijk.
Literatuursuggesties 2
De grens tussen feit en fictie is op papier heel makkelijk te trekken. Toch zullen heel wat romans gebaseerd zijn op echte personen, ervaringen van de auteur of een concrete aanleiding in de werkelijkheid. Omgekeerd zullen heel wat non-fictiewerken technieken gebruiken om de werkelijkheid als een verhaal weer te geven.
LUISTERFRAGMENTEN
Hieronder vind je acht romans die elk een plaats innemen op het kruispunt van feit & fictie / persoonlijke beleving & analyse en onderzoek. Neem de beschrijvingen door en ga na welke boeken bij jou passen.




LIEFDE IN TIJDEN VAN EENZAAMHEID
Paul Verhaeghe
essaybundel (2013)

Paul Verhaeghe gaat in op de tijdloze en tijdgebonden achtergronden van wat mensen zowel beweegt als verlamt op het terrein van de liefde en de erotiek. In drie essays brengt hij zowel een humoristische als een vlijmscherpe analyse van de hedendaagse verhoudingen tussen man en vrouw. Ook beschrijft hij de freudiaanse tegenstelling tussen Eros en Thanatos en wat het oedipuscomplex en macht ermee te maken hebben. Tot slot gaat hij na waarom culturele veranderingen zoals de seksuele revolutie de man-vrouwverhouding niet alleen bevrijd hebben, maar ook problematischer gemaakt hebben.

©VANIN




PROBLEMSKI HOTEL
Dimitri Verhulst
roman (2003)
Dimitri Verhulst verblijft enkele dagen in een opvangcentrum voor asielzoekers. Hij laat Bipul Masli, persfotograaf en vluchteling, aan het woord. De cynische Masli vertelt de verhalen van de asielzoekers en voorziet elk verhaal van pittige commentaar. Het leven in het centrum staat in het teken van verveling en wanhoop. De combinatie van de persoonlijke lijdensverhalen en de ellendige levensomstandigheden van de vluchtelingen leidt tot een uiterst humoristische aanklacht op het scherp van de snee.




MET ANGST EN BEVEN
Amélie Nothomb
autobiografische roman (1999)

Amélie Nothomb beschrijft haar eigen belevenissen bij de Japanse firma Yumimoto. Ze vertelt hoe ze als westerse wordt aangenomen vanwege haar kennis van het Japans. Ze weet echter niet precies wat haar werkzaamheden zijn en niemand vertelt haar dat. Dus gaat ze maar koffie en thee rondbrengen, wat heel belangrijk lijkt te zijn. Wanneer ze een rapport inlevert, wordt ze uitgescholden voor alles wat slecht is. Ze troost haar (vrouwelijke) chef die ook uitgemaakt wordt, maar dat is een fatale vergissing. Als represaille eindigt haar carrière als toiletdame.




TAAL ZONDER MIJ
Kristien Hemmerechts
(auto)biografische roman (1998)

Op 22 mei 1997 overleed onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In Taal zonder mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.





NAAR MERELBEKE
Stefan Hertmans
(autobiografische) roman (1994)
Op geestige en ontroerende wijze verhaalt Hertmans de coming of age van een jongen in een Vlaams dorp gedurende de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Zijn ontluikende seksualiteit en levendige verbeelding nemen hem zo in beslag dat de wereld hem donker, angstaanjagend en vol geheimen voorkomt. Tussen de vertrouwde wereld en de absolute verlatenheid, het landschap van de volwassenheid, ligt een afgrond die alleen met de verbeelding te overbruggen is. Tot zijn moeder hem tot de orde roept.
©VANIN





HET ZIJN NET MENSEN
Joris Luyendijk
journalistiek verslag (2006)
Vijf jaar lang was Joris Luyendijk correspondent in de Arabische wereld. In Het zijn net mensen probeert hij de kloof te dichten tussen wat hij als correspondent met zijn eigen ogen zag en wat hij daarvan kon laten zien op radio, tv en in de krant. Met pakkende voorbeelden en vol humor legt hij uit waarom nieuwsmedia slechts een klein deel van de werkelijkheid kunnen weergeven en waarom het voor ons zo moeilijk is om iets van het Midden-Oosten te begrijpen.





SUIKERSPIN
Erik Vlaminck
historische roman, drama (2008)

De eigengereide kermisexploitant Jean-Baptiste Van Hooylandt weet de hand te leggen op de Siamese tweeling Joséphine en Anastasia, die hij op Vlaamse kermissen tentoonstelt. Het is 1908. Het mensonterende bestaan waartoe hij Joséphine en Anastasia dwingt, laat diepe sporen na. Honderd jaar na de aankoop zijn de gevolgen nog altijd merkbaar in de lotgevallen van het nageslacht van Van Hooylandt.



VROUWLAND
Rachida Lamrabet
roman (2008)
Vrouwland is het bitterzoete verhaal van jonge mensen die dromen van een beter leven. Elk op hun eigen manier zetten ze de zoektocht in. Mara is een ambitieuze vrouw die radicale en nietsontziende keuzes maakt om vooruit te komen. Faïza, Marwan en Abdelkader hebben het gevoel buitenstaanders te zijn die maar moeilijk greep krijgen op het leven. Younes onderneemt een wanhopige reis om een brief op zijn bestemming te brengen. De brief brengt deze verschillende levens bij elkaar.


TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal
Op iDiddit vind je oefeningen op de spelling van tussenklanken, ei/ij en de hoofdletters.
Woordenschat
1 Bekijk volgende uitdrukkingen. Je krijgt de Nederlandse versie, maar kun je ook de Vlaamse versie aanvullen?
a in de problemen zitten in schoentjes zitten
b Die spoort niet helemaal. Daar is een af.
c aan dezelfde kwaal lijden in hetzelfde ziek zijn




e zware pech hebben zijn
©VANIN


g Daar komt ruzie van.
Daar komen van.
h een brok in de keel hebben een in de keel hebben

d het moeilijk hebben het niet onder de hebben
f De wereld draait niet om jou. D’n loopt niet door uw gat.
k dubbel en dwars verdiend dubbel en verdiend
l De kat op het spek binden. De kat bij de
n uitgeput zijn je is af
o een bok schieten een schieten
q op een steenworp op een
r iemand voor de gek houden iemand voor de houden
s Dat zet geen zoden aan de dijk. Dat zet geen aan de dijk.
t Opzouten! het af!
u in je vuistje lachen in je lachen
v mosterd na de maaltijd vijgen na
w uit de school klappen uit de klappen
y Dat is andere koek.









m een zwak voor iemand hebben een voor iemand hebben
i met je neus in de boter gevallen zijn met je in de boter gevallen zijn
j Dat kost een rib uit m’n lijf! Dat kost van !
x wat anders aan zijn hoofd hebben andere katten te hebben
Dat is een ander paar
p De huid van de beer niet verkopen Het van de beer niet verkopen voor hij voor hij geschoten is. geschoten is.
z ten einde raad zijn niet meer weten van welk hout te maken








2 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de Bijbel. Link ze dan aan de juiste betekenis. uitdrukking
1 in zak en as zitten
2 in adamskostuum rondlopen
3 de schellen die van de ogen vallen
4 steen des aanstoots
5 een ongelovige Thomas
6 het land van melk en honing
7 Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
8 de zondebok zijn
9 een teken aan de wand
10 Abraham (of Sara) zien
11 Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
12 Hoogmoed komt voor de val.
13 met je talenten woekeren
14 met dezelfde maat meten
15 parels voor de zwijnen gooien
16 de hand in eigen boezem steken
17 Waar het hart van vol is, loopt de mond van over.
18 de handen in onschuld wassen
19 de (drink)beker aan je voorbij laten gaan
20 Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.
21 het daglicht niet verdragen
22 zeven vette en zeven magere jaren
23 een wolf in schaapskleren
24 de splinter in andermans oog zien, maar niet de balk in eigen oog

betekenis
a iets dat stiekem of oneerlijk wordt gedaan
b een teken van naderend onheil of een aankondiging dat er iets belangrijks of ergs gaat gebeuren
c je tijd en energie niet verspillen aan wie het niet waard is
©VANIN
25 de zwaarden omsmeden tot ploegscharen
d iemand die anderen niet op hun woord gelooft
e Loop niet te koop met je goedheid.
f ineens begrijpen hoe iets in elkaar steekt
g helemaal in de rats of in de put zitten; het niet meer zien zitten
h de kleine fouten van een ander opmerken, maar je eigen grote fouten niet zien
i Vel geen oordeel over iemand anders, want we hebben allemaal onze fouten.
j Wat je bezighoudt, daar praat je over.
k Kwaad dat je een ander wilt berokkenen, overkomt jezelf.
l mensen gelijk en dus eerlijk behandelen
m Iemand met een grote mond moet spoedig inbinden.
n een periode van voorspoed die wordt gevolgd door een tijd van tegenspoed
o de oorzaak of schuld bij jezelf zoeken
p een huichelaar; iemand die zich anders voordoet dan hij in werkelijkheid is
q het geweld laten volgen door vrede
r een moeilijke klus of taak ontlopen
s vijftig jaar worden
t met het blote lichaam, naakt
u terecht of onterecht de schuld krijgen voor alles wat fout gelopen is, terwijl ook anderen mee verantwoordelijk waren
v een hinderlijk/ergerlijk iets of iemand
w een prachtig oord, het ‘beloofde land’
x je talenten goed gebruiken
y benadrukken dat je nergens schuld aan hebt
3 Bekijk volgende uitdrukkingen uit de oudheid.
a Link ze aan de juiste betekenis.
b Link de bekende Latijnse vormen op de volgende pagina aan hun Nederlandse vertaling.
1 De teerling is geworpen.
2 Verdeel en heers.
3 onder het juk doorgaan
4 Geld stinkt niet.
5 met een korreltje zout nemen
6 in Charons boot treden
7 draconische maatregelen treffen
8 een pyrrusoverwinning behalen
9 Pluk de dag.
10 Ik denk, dus ik ben.
11 een leugentje om bestwil
12 De wet is hard, maar het is de wet.
13 Haast en spoed is zelden goed.
uitdrukking
©VANIN
14 De mens (is) voor de mens een wolf. Terentius of Plautus
15 De tijd vliegt snel (, gebruik hem wel).
16 Het venijn zit in de staart.
17 In wijn zit waarheid. Plinius de Oudere
18 Gedenk je sterfelijkheid.
19 Wat een tijden, wat een zeden! Cicero
20 Overeenkomsten moeten nagekomen worden.
betekenis
a een overwinning die zo kostbaar is dat het eigenlijk een nederlaag is
b (letterlijk) In wat voor tijden leven we toch, met wat voor gewoonten! = Waar moet het heen met de wereld?
c De wet moet gehoorzaamd worden, want het is nu eenmaal de wet.
d overlijden
e Hoe je je geld verdient, speelt geen rol.
f Dronken mensen zeggen vaak waar het op staat
g Een leugentje kan wanneer de bedoeling goed is.
h Iets te snel doen, resulteert vaak in iets dat slecht gedaan is.
i Het gevaar zit pas aan het einde; het boosaardige zit in het slot.
j harde maatregelen treffen
k Denk eraan dat je ooit zult sterven.
l Wat me tot mens maakt, is het feit dat ik denk.
m zich moeten onderwerpen aan iemand

n iets niet helemaal voor waarheid aannemen
o Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen.
p wanneer iemand een besluit heeft genomen waarop die later onmogelijk kan terugkomen
q De tijd gaat snel voorbij; zorg ervoor dat je die goed gebruikt.
r je concurrenten tegen elkaar uitspelen door de ene meer rechten te geven dan de andere om zo zelf de macht te behouden
s De mens is hard voor de andere; de mens is zelfzuchtig.
t Stel niet uit als je iets leuk vindt.

A O tempora, o mores!
B Homo homini lupus (est).
C Memento mori.
D Cogito ergo sum.
E Divide et impera.
©VANIN
F Carpe diem.
G Alea iacta est.
H Dura lex, sed lex.
I In vino veritas.
J Pacta sunt servanda.






VERDER STUDEREN: WIE BEN IK?
In deze en volgende tussenstops sta je stil bij jouw leven na het secundair onderwijs. Hoe bepaal je jouw studiekeuze? Welke factoren hebben daarbij een invloed? Wat na je hogere studies? Hoe zet je je eerste stappen op de arbeidsmarkt?
Op iDiddit vind je oefeningen waarin je op zoek gaat naar jezelf. Je krijgt een beter zicht op je persoonlijkheid, de vaardigheden en kennisdomeinen waarin je goed bent, wat je graag doet in het leven en welke waarden je belangrijk vindt. Dat is een eerste stap richting je studiekeuze na het secundair onderwijs.

LUISTEREN: HOE OVERLEEF JE ALS INTROVERT PERSOON IN EEN EXTRAVERTE WERELD?
Inleiding onderweg
Interne Keuken is een Vlaams programma op Radio dat gepresenteerd werd door Koen Fillet en Sven Speybrouck. Zij interviewden wekelijks vier gasten tijdens een tafelgesprek naar aanleiding van een nieuw verschenen (non-fictie)boek of een markante gebeurtenis. Het programma was heel populair en werd uitgezonden van tot .

Straks beluister je (een deel van) de aflevering Hoe overleef je als introvert persoon in een extraverte wereld?.
1 Kun je alvast de volgende zaken bepalen voor het beluisteren van de a evering?
a tekstdoel
b doelpubliek
c teksttype
d betrouwbaarheid
e onderwerp
2* Denk even na over de volgende vragen en overleg eventueel met een medeleerling.
a Zou je jezelf eerder een introverte of een extraverte persoon noemen? Plaats een kruisje op het continuüm en geef een drietal argumenten voor je keuze.
introvert extravert
b Welke tekststructuur zal deze aflevering hebben, denk je?
c Kun je zelf een aantal redenen bedenken waarom het moeilijk is om als introvert te overleven in een extraverte maatschappij?
d Kun je zelf een aantal antwoorden bedenken op de vraag uit de titel?
Luisteren
Het is de bedoeling dat je na het luisteren de belangrijkste elementen uit het interview kunt reconstrueren. Denk daarbij aan de topische vragen.
3 Denk na over je luisterstrategie. Hoe wil je dit aanpakken?

onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)
achteraf een schema maken
de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur
aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)
het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren
tekeningen maken
eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet
ander: ...
4 Beluister nu het interview en pas je geselecteerde luisterstrategie toe.
5 Schrijf tijdens het luisteren ook de moeilijke woorden op die je hoort.
Nabespreking
Je leerkracht stelt je nu een aantal vragen om na te gaan of de luisteroefening gelukt is.
6 Hoe is deze opdracht volgens jou verlopen? Duid aan op het continuüm.

©VANIN
slecht zeer goed
7* Als je ontevreden was over de opdracht, wat zou je de volgende keer dan anders willen doen? Omschrijf kort.
Luisteren en schematiseren
8 Scan de pagina en klik op de thema’s die jou interesseren of bekijk eens een thema dat je normaal niet zou kiezen. Lees de introtekstjes en/of beluister het begin van de a evering. Maak dan je keuze.



biologie kunst global warming

wetenschapskritiek

geschiedenis


cultuur (eten) radicalisering geneeskunde
loso e

cultuur (landen) technologie taal

9 Bepaal eerst je luisterstrategie. Ga je op dezelfde manier te werk als vorige keer?
onmiddellijk een schema maken (tabel, mindmap, losse woorden …)
achteraf een schema maken
de tekststructuur uitwerken m.b.v. de verschillende deelvragen voor die tekststructuur
aantekeningen maken tijdens het luisteren (bv. Cornell-methode)
het interview gewoon beluisteren, eventueel verschillende keren
tekeningen maken
eerst luisteren, dan opschrijven wat je er nog van weet
ander: ...


10 Noteer ook deze keer de woorden die je moeilijk vindt of niet begrijpt. Kies woorden die relevant zijn voor een goed begrip van het interview. Maak een woordenlijst en verklaar de woorden aan de hand van de context van het interview. Lukt dat niet, zet dan een andere woordleerstrategie in.
11 Maak een schema van het interview. De vorm van het schema kies je zelf.
a Denk na over de eventuele tekststructuur die in het interview vervat zit.
b Pak je dit nu anders aan dan vorige keer?
12 Leg je schema naast dat van een medeleerling die hetzelfde interview beluisterde. Bespreek het fragment samen. Ga na of je je schema eventueel nog wilt aanvullen.
Samenvatting van een interview
Nu schrijf je een samenvatting van het beluisterde interview. Ga als volgt te werk.
STAP 1 In de inleiding vat je kort samen waarover het fragment gaat. Vermeld zeker belangrijke namen (de geïnterviewde!) en titels (van bv. het boek waarover het interview gaat).
STAP 2 Het midden bestaat uit verschillende alinea’s die het gesprek samenvatten. Baseer je op je schema (tekststructuur). Gebruik voldoende signaal- en verwijswoorden (binnen en tussen alinea’s).
STAP 3 In je laatste alinea geef je zelf commentaar op het fragment: wat vond jij ervan? Je kunt opnieuw nadenken over de volgende items:
• intonatie en/of accent van de interviewer(s)
• intonatie en/of accent van de geïnterviewde
• de manier waarop een antwoord geformuleerd wordt op de vraag in de titel
• de vraagstelling van de interviewer
• de structuur of de opbouw van het interview
STAP 4 Zorg dat het geheel een bladzijde lang is.
• Bekijk zeker vooraf de evaluatiematrix op de volgende pagina.
• Je leerkracht deelt een voorbeeldsamenvatting van het interview over introversie om je op weg te zetten.
Evaluatiematrix – Schrijven: een samenvatting
inhoud
Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten en kunt duidelijk hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.
Je geeft goede, concrete commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.
structuur
Je samenvatting voldoet aan de volgende criteria: - de tekst heeft een duidelijke, overzichtelijke structuur (IMS);
- er zijn voldoende alinea’s en structuurelementen binnen de tekstdelen (signaal- en verwijswoorden).
taal
Je samenvatting bevat geen (of zeer weinig) storende taalfouten.
Aanvullende commentaar:
Je slaagt erin het interview mooi samen te vatten, maar een belangrijk element ontbreekt OF sommige elementen zijn bijzaak.
Je geeft goede, maar wat oppervlakkige commentaar op zowel de vraagstelling als de inhoud van het interview.
Je samenvatting voldoet niet aan een van de twee criteria.
Je slaagt er niet in het interview samen te vatten en kunt hoofd- en bijzaken niet van elkaar onderscheiden.
Je geeft oppervlakkige commentaar en de vraagstelling en/of de inhoud van het interview ontbreekt.
Je samenvatting voldoet niet aan beide criteria.
©VANIN
Je samenvatting bevat een paar storende taalfouten.
Je samenvatting bevat veel storende taalfouten.
Je leert het begrip valentie kennen 1
Redekundig ontleden: valentie ©VANIN
Je kunt nadenken over de betekenis en de valentie van een werkwoord 2
Je kunt de zinsdelen van een zin benoemen 3
WAT IS VALENTIE?
In deze les zul je aan de hand van een aantal opdrachten jouw inzicht in de syntaxis van het Nederlands vergroten. De voorbije jaren heb je al heel wat kennis opgedaan.

Bekijk bovenstaande afbeeldingen.







a Welke werkwoorden worden afgebeeld?
b Hoe zie je het verschil tussen foto’s A en C?
c Schrijf nu een volledige zin bij elke afbeelding.










2 Bekijk bovenstaande afbeelding.
a Schrijf naast de afbeelding enkele enkelvoudige zinnen, telkens met een ander werkwoord. Het onderwerp van de zinnen is ‘de vrouw’.
b Omcirkel in je zinnen het zelfstandig werkwoord.
c Duid hieronder aan welke zinnen grammaticaal niet correct zijn.
Ze praat.
Ze praat iets.
Ze praat de man iets.
Ze zegt.
Ze zegt iets.
Ze zegt de man iets.
Ze vertelt.
Ze vertelt iets.
Ze vertelt de man iets.
Ze legt uit.
Ze legt iets uit.
Ze legt de man iets uit.
Ze lacht.
Ze lacht iets.
Ze lacht de man.
Elk zelfstandig werkwoord roept op grond van de betekenis rollen op die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de handeling. We spreken hier van valentie
Het werkwoord ‘voorlezen’ roept automatisch de volgende rollen op:
- Wie leest er voor? (= onderwerp)
- Wat leest die voor? (= lijdend voorwerp)
- Aan wie leest die iets voor? (= meewerkend voorwerp)
ROLLEN EN VALENTIEMOGELIJKHEDEN
1 Uiteraard kun je aan de zinnen nog van alles toevoegen.
a Onderstreep in de volgende zinnen de rollen die het werkwoord oproept één keer: onderwerp – lijdend voorwerp – meewerkend voorwerp.
b Welke zinsdelen werden eraan toegevoegd? Onderstreep die zinsdelen twee keer.
c Benoem die zinsdelen ook.
1 Op maandag moest ze de werking van het bedrijf uitleggen aan haar nieuwe collega.
2 Met veel gebaren vertelde ze hem het verhaal.
3 Ze praat de hele dag door.
4 Ze lachte de hele tijd.
5 Hij luistert heel aandachtig.
onthouden
Als je meer informatie aan je zin wilt toevoegen, is dat in de vorm van een bepaling. Er kunnen meerdere bepalingen in een zin staan, terwijl er in principe slechts één lijdend of meewerkend voorwerp per zin voorkomt.
2* Je leerkracht geeft je een werkwoord dat jullie per twee uitbeelden.
a Probeer te raden welk werkwoord de andere duo’s uitbeelden.
b Maak een zin met het werkwoord dat uitgebeeld wordt. Stel jezelf daarbij de vraag welke rollen het werkwoord vanuit zijn valentie oproept.
3 Bekijk de volgende zinnen.
a Omcirkel het zelfstandig werkwoord.
b Onderstreep de noodzakelijke rollen één keer.
c Onderstreep de bepalingen twee keer.
d Benoem alle zinsdelen.
1 De leerlingen hebben dit jaar drie boeken gelezen.
2 Hij voetbalt graag in open lucht.
3 Mijn grootvader maakt de beste spaghetti.
4 Hij geeft zijn vriend een verlovingsring.
5 De jeugd van tegenwoordig kan niet meer schrijven.
6 Ze schreef haar geliefde een mooie liefdesbrief.
7 Hij heeft haar zusje beloofd om haar te helpen bij haar huiswerk.
8 Zij stuurde haar vriendin een berichtje om haar te bedanken voor haar hulp.
9 De piloot stuurde het vliegtuig de verkeerde kant op.
10 In de winter gaan we graag schaatsen.
11 Het regent al de hele dag.
4 Orden de zelfstandige werkwoorden uit de vorige opdracht in vier kolommen volgens hun rol.
a Noteer zelf een titel voor elke kolom.
b Bedenk nog eigen voorbeelden waarmee je de tabel kunt aanvullen.
5 We bekijken nog even de afbeeldingen uit lesdeel 1.
a Wat is het verschil in beide afbeeldingsparen?
b Schrijf bij elke afbeelding een zin.




onthouden
Hoewel een werkwoord vanuit zijn valentie bepaalde rollen oproept, kan het zijn dat sommige rollen verzwegen worden. In dat geval denk je het verzwegen voorwerp erbij, maar je benoemt het niet omdat het bv. te evident is.
In de zin Ze schrijft een liefdesbrief is aan haar geliefde misschien overbodig omdat die informatie te evident is. Het meewerkend voorwerp kan dan verzwegen worden.
6 Welk zinsdeel wordt verzwegen in onderstaande zinnen?
a Verzin zelf extra informatie en benoem het zinsdeel dat je toegevoegd hebt.
b* Bespreek mondeling waarom je het zinsdeel hier kunt verzwijgen.
c Wat valt je op? Welk zinsdeel / welke zinsdelen worden verzwegen?
Ik kocht een mooi boeket voor Moederdag.
De trainer gaf tips om mijn prestaties te verbeteren.
De leerkracht gaf een moeilijke leesopdracht.
De ober serveerde de drankjes voordat hij het eten bracht.

WAT HEB JE GELEERD?
valentie
1 Wat is valentie?
2 Wat is een lijdend voorwerp?
3 Wat is een meewerkend voorwerp?
4 Wat is het verschil tussen voorwerpen en bepalingen?
5 Wat zijn de valentiemogelijkheden van het werkwoord ‘drinken’?
6 Wat is het verschil in valentie tussen ‘lezen’ en ‘voorlezen’?
7 Maak een zin waarin een rol verzwegen wordt.
1* Beantwoord deze vragen mondeling zonder naar de les te kijken. Werk per twee.
a Kies om beurten een vraag en leg het antwoord uit aan elkaar.
b Konden jullie samen alle vragen beantwoorden? Of bleef er een vraag onbeantwoord? Roep in dat geval de hulp van je leerkracht in.
2 Op iDiddit staan extra oefeningen op valentie.
Je maakt kennis met het werk van Louis Paul Boon 1
Je ontdekt waarom
Louis Paul Boon een bijzondere auteur was
Je analyseert enkele fragmenten uit Mijn kleine oorlog
Je ontdekt waarom Boon ook controversieel was 3 6 4
Je analyseert hoe literatuur het verschil kan maken in woelige tijden 2 5
Je herschrijft een fragment uit de roman
INLEIDING: EEN BIJZONDERE AUTEUR
In deze les maak je kennis met een bijzondere auteur, Louis Paul Boon. Boon schrijft vanaf 1942 tot aan zijn dood in 1979 meer dan dertig romans. In 2012 werd zijn honderdjarige verjaardag gevierd met een heus Boonjaar. We bestuderen het boek Mijn kleine oorlog dat een eerste maal verschijnt in 1947. Kort na de Tweede Wereldoorlog wil de schrijver de wereld wakker schudden met zijn boek; hij wil de gewone mensen én de machthebbers confronteren met hun egoïsme, domheid en wreedheid.
De betekenis van Boon





Regisseurs Luc Pien en Stijn Coninx verfilmden respectievelijk de romans Vergeten straat en Pieter Daens van Louis Paul Boon. Bekijk het eerste deel van de reportage waarin ze het over de schrijver en zijn werk hebben en beantwoord de vragen.
1 In dit deel worden heel wat werken van Louis Paul Boon vernoemd. Noteer de titels.
2 Wat heeft Luc Pien altijd geboeid aan het werk van Boon?
3 Waarmee vergelijkt Luc Pien De Kapellekensbaan? Waarom?
4 Hoe omschrijft Stijn Coninx de persoonlijkheid van de schrijver?
5 Boon schreef uiteenlopende verhalen. Welke genres haalt Coninx aan?




Louis Paul Boon: Mijn kleine oorlog ©VANIN
Onthouden
Een historische roman is een roman waarbij het verhaal verwijst naar een periode die tot het verleden behoort. De auteur kan in het verhaal vaststaande historische gegevens verwerken; de auteur kan de historische feiten (her)interpreteren of de auteur roept in zijn verbeelding het verleden op zonder directe aanknopingspunten met de bekende historische feiten.
Een erotische roman is een vorm van literatuur waarin de lichamelijke liefde centraal staat. Vaak is er bij een erotische roman discussie over de waarde van de erotische tekst en beschouwt men de tekst al snel als een vorm van pornografie. Bekende auteurs zijn Nabokov (Lolita), Louis Paul Boon, Gerard Reve … De term ‘obsceen’ kan aangeven dat de verhalen ongepast zijn.
6* De twee onderstaande bewerkingen zijn een voorbeeld van een van deze genres.
a Zoek op waarover deze verhalen gaan.
b Welk verhaal zou je graag lezen? Waarom?


In deel 2 praat Ivan De Vadder met prof. Humbeek over de literaire waarde van Boon.
7 Schematiseer de informatie op de volgende pagina.
De bijzondere schrijfstijl van Boon

©VANIN
Op iDiddit vind je een verdiepende opdracht over de bijzondere schrijfstijl van Boon.
Boons literaire belang


Boon als persoon
Boons actuele waarde

EEN GEËNGAGEERD SCHRIJVER: MIJN KLEINE OORLOG (1947)
Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog publiceert Louis Paul Boon een boekje waarin hij beschrijft wat de oorlog betekende voor de kleine man. Boon maakt onmiddellijk naam als schrijver die geen blad voor de mond neemt. Door middel van kleine verhaaltjes schetst hij een beeld van het leven tijdens de oorlog. Dat beeld is niet fraai, de oorlog is onmenselijk en de mensen gedragen zich dom, egoïstisch en wreed.
Uit het woord vooraf door Willem Elsschot:
Woord vooraf






Waarde lezer, lees dit boek niet met de oogen van een literair criticus, […], maar lees het met uw hart, met een sprankel van het groot-menselijke gevoel waarmee Boon het geschreven heeft. […] Schaart u onder Boons vaandel, want zijn Kleine oorlog is niets anders dan de ‘Oorlog aan de Oorlog’.
Boon begint Mijn kleine oorlog als volgt:
ge schrijft uw ‘kleine oorlog’ ge zoudt liever een ander boek schrijven – groot schoon woelig juist – ge zoudt het dan noemen ‘dit zijn de vloeken en gebeden van den kleinen man tegenover den grooten oorlog, dit zijn zangen, dit is DE BIJBEL VAN DEN OORLOG’ – op een anderen dag wenst ge echter niets liever dan uw pen stuk te stampen op het vlak van uw schrijftafel – het is zeer plezierig zoiets, maar gij zijt verplicht u de dag daarna een nieuwe pen te kopen – want schrijven doet ge toch, het is een natuurlijke behoefte – de ene mens vloekt zich dood, de andere loopt zijn kop op de muren stuk, gij schrijft uw ‘Kleine Oorlog’
1 Wat is de toon van dit fragment? Hoe zou je dit voorlezen? Kies uit: boos – stil – luid – gevoelig – afstandelijk …
2 Welke opmerking over ‘het schrijven’ maakt de schrijver hier?
3 Aan welke kunststroming zou je deze opmerking over het schrijven kunnen linken?
4 Welke vertelvorm gebruikt de schrijver? Wat is het e ect?
5 Ook in deze tekst duikt de ironie op die typisch is voor Boon. Citeer de regels. Wat is het e ect van die ironie?
MIJN KLEINE OORLOG: EEN FRAGMENT BESTUDEREN
Het fragment beleven
Lees (of beluister) het fragment uit Mijn kleine oorlog op p. 254-255.
1* Vertel de anekdote die de schrijver vertelt kort na. Over wie schrijft hij?
2* Beantwoordt het verhaaltje aan jullie verwachtingen? Aan welke wel / welke (helemaal) niet?
3 Wat is de toon van dit verhaal?
Kies het woord dat het beste past uit de lijst of kies je eigen woord en verklaar je keuze: kritisch – machteloos – grappig – spannend – heldhaftig – droevig – realistisch
4 ‘Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar.’ Dit gesprek tussen de telefonist en Dinges gaat nog even door.
a Welke twee houdingen tegenover de oorlog vind je hier terug? Omschrijf die houdingen zo nauwkeurig mogelijk.
b Welke houding zou jij kiezen? Waarom? Met welke ingesteldheid hou je – volgens jou – de oorlog het beste vol?
5 Wekt het fragment bij jou gevoelens van ontroering, woede … op? Op welke manier? Waarom (niet)?
De goudvissen


Ik wist dat Van den Abeele er lag met opengescheurde schouder, maar ik keek toch niet, ik draaide het hoofd naar de luitenant van de 9de die op de kleine kassei hen met de armen open stond te verwijten: saligauds, boches! Net of zij dat aan de overkant van het Albertkanaal konden horen. Er was anders al lawaai genoeg. Vlak naast ons schoot er ene de band van zijn mitrailleuse leeg, hij zat op een stoel die hij uit de crèmerie had gehaald en het leek hem nu misschien net hetzelfde spektakel te zijn van de nationale schietbaan. Buiten de stuka’s dan. En buiten die verschrikkelijke dorst. Bah, zei de telefonist, dat is zoals uw lot ligt, als ge sterven moet dan sterft ge. Dinges antwoordde, dat er goddomme hier toch meer stierven in één uur dan op zijn dorp in tien jaar. Iets waarbij de telefonist de schouders ophaalde en mij begon uit te leggen dat het zo ons lot was, daar stierven er geen op uw dorp omdat het hun lot was hier te komen sterven. En daar wou Dinges weer wat op antwoorden als die rotte stuka’s opnieuw kwamen benedenhuilen en rekketekketekten, het was niet meer om uit te houden. De twee van de infirmerie vloekten, dat ze milledju toch niet overal tegelijk konden zijn. Ik bloed zelf al, zei de dikste verontwaardigd. Neen, om uit te houden was het niet meer, vooral met die onzinnige bevelen. Ga nieuwe munitie halen, zei de luitenant en er was geen munitie meer, die was een half uur geleden in de lucht gevlogen. En tracht mij een brood mee te brengen, Louis, zei hij. Ja, hij was als simpele korporaal van de schoolcompagnie bij ons gekomen en ieder jaar als we ons kamp hadden te doen stond hij een ietsje hoger in rang en keek hij een ietsje verwaander op ons neer, maar als hij in de penarie zat zei hij toch Louis, zo, kameraadschappelijk. En brood dus, net of hij niet wist dat de veldkeuken reeds de weg van de munitie gevolgd was. Maar we gingen toch, als we van die dijk eens wegraakten hoorden we hén ginder niet meer zo luid voorwaarts schreeuwen. Ik keek Dinges aan, als om te vragen of hij meeging en net toen gaf de telefonist het langverwachte bevel aan de luitenant door: redde wie zich redden kan.

©VANIN
We begonnen als gekken met een bijl alles stuk te slaan, de mitrailleur sloeg zelfs zijn stoel tot spaanders, en we probeerden langs de kleine kassei achteruit te trekken maar die lag al onder vuur. Bryske, die tot drie telde en er dan in vliegende vaart overzoefde, sloeg aan de andere kant kop over kont neer. We moesten dan maar vlak door de crèmerie en Dinges stampte met de kolf van het geweer het raam open, er stond een kom met goudvissen achter en die rolde om. We kropen door het raam om aan de andere zijde de straatdeur stuk te stampen, maar almeteens, Dinges bleef staan en beet zich de vingernagelen. Ik zag hem de bokaal nemen die tussen het raamkozijn en de gordijnen was blijven hangen, hij pompte er water in en zette die weer voorzichtig op zijn plaats. En omdat ik naar hem bleef wachten keek hij me woedend aan, alsof ik de hemelweetwat misdaan had. Een eind verder moesten we ons in een gracht neergooien, want zij-ginder waren nu het kanaal over, en ik dierf niet goed achterom kijken want het was daar één vlam. En in die gracht zei Dinges: moest gij in die crèmerie wonen en ge zoudt terugkomen van de vlucht, zoudt ge dan ook niet graag zien dat uw goudvissen er nog stonden? Wel … waarom keekt ge dan zo bokkig?



woord
saligaud: smeerlap (scheldwoord) boche: scheldwoord dat gebruikt wordt om de Duitsers aan te duiden, zoals ‘mof’ de stuka: Duitse bommenwerper die in een duikvlucht bombardeerde. Op het moment dat de stuka een duikvlucht begon, begonnen de sirenes (ook wel trompet genoemd vanwege het geluid) te loeien. Meestal joeg het geluid ervan de mensen beneden grote schrik aan, waardoor ze in hun paniek het verdedigende leger in de weg liepen. almeteens: plots (verouderd en Vlaams taalgebruik)

Ik moest lachen. Ik was het niet die bokkig keek, zei ik, het waart gijzelf.
Eigenlijk heb ik met die goudvissen wat gefantaseerd, het is er ook een verhaal voor. Maar dit is niet gefantaseerd: Dinges moest door het gat van de haag met zijn handmitrailleur over de schouder, en bleef erin vasthangen. We riepen, dat hij de lederen riem van de mitrailleur moest oversnijden maar hij hoorde het niet, hij stond daar in de vuurbaan van hun kogels en deed zijn broek vol waar hij stond.
Dinges integendeel – o een andere Dinges vanzelfsprekend – stond wijdbeens over de gracht en schoot zo de ene lader na de andere leeg – die was gek van woede.
En ik? Och ik zat aan mijn vingernagelen te knauwen en naar alles te kijken en probeerde mijn gedachten tegen te houden op weg naar het gekkenhuis. Zouden ze ginder nu ook al bommen smijten, dacht ik. O God goddomme laat hen toch niet sterven, laat hen mij nog één keer zien. WAT IS DAT NU, EEN KIND HEBBEN EN DAN STERVEN ZONDER HET TE HEBBEN GEZIEN?
Prosper vertelt: er werd ene een oog uitgeschoten en toen men hem naar de abri van de militaire dokter bracht, maakte die dokter zich juist gereed om weg te lopen – wij moesten hem met ons bajonetten terug de abri indrijven om eerst nog dat oog te verzorgen.

Langs de weg: twee brancardiers met hun armen open en een omvergeworpen draagbaar eveneens met haar armen open, en de stervende ernaast, nog eens gebombardeerd.

En twee soldaten die aan het Albertkanaal waren gaan lopen, werden door gendarmen die ook waren gaan lopen opgepikt en op een kerkpleintje voor een krijgsraad gebracht, vóór een generaal die almaar schreeuwde en op zijn sloffen was. En almeteens waren daar Duitse vliegers en de generaal op zijn sloffen sprong in een auto en reed weg, schreeuwend: DAT ZIJ LATER DAN VOOR DE KRIJGSRAAD ZOUDEN KOMEN.
En kwestie van die generaal, veel later vertelde mijn vrouw me, dat al die ouwe mannen met een rode band rond hun kepie ons huis waren voorbijgereden, en dat ze te versleten waren om zich nog te kunnen verzetten, maar dat ze grote mooie honden bij zich hadden en jonge wijvekes van een jaar of zestien.


abri gendarme
©VANIN

woord
de abri: klein (wacht)huisje dat beschutting biedt tegen regen en wind, een schuilhokje, afdakje de gendarme: (militair) politieagent de krijgsraad: (strenge) militaire rechtbank
Het fragment situeren
6 Op welk moment in de oorlog speelt dit stuk zich af? Geef argumenten.
de mobilisatie
de bezetting
de bevrijding
Het fragment verkennen
©VANIN
‘De hoofdpersonen zijn vooral gewone mensen en zeker geen helden.’
7 Bewijs bovenstaande uitspraak aan de hand van drie voorbeelden.
8 Welke personages kunnen op de sympathie van de schrijver rekenen? Welke niet?
9 Het fragment is kort; toch kun je al een aantal personages typeren. Zoek één rond personage en twee vlakke personages en verklaar je keuze.
10 Het fragment bestaat uit gewoon gedrukte stukjes en cursief gedrukte stukjes. Hoe zou je die cursief gedrukte stukjes omschrijven?
11 Bespreek het vertelperspectief in het verhaal.
Doordringen tot het fragment
12 Waarop geeft de schrijver kritiek? Benoem duidelijk en markeer in het fragment de passages met duidelijke kritiek.
13 Sommige personages krijgen een naam, andere personages heten gewoon Dinges.
a Waarom doet de schrijver dat?
b Wat is het effect van die naamgeving?
14 Welk gedrag beschrijft de auteur om aan te tonen dat de personages gestresseerd zijn?
15 Het is duidelijk dat de tegenstanders de Duitsers zijn. Toch gebruikt de schrijver het woord ‘Duitser’ niet.
a Welke woorden gebruikt hij wel?
b Waarom schrijft hij op die manier over de tegenstanders? Geef een psychologische verklaring.
16 De Duitsers zijn niet de enige tegenstanders. Ook de o cieren kunnen op weinig sympathie rekenen.
a Wat verwijt Boon de officieren?
b Hoe beschrijft hij dat op een subtiele manier? Markeer die passages en geef wat extra uitleg.

17 Uit de tekst blijkt duidelijk dat de soldaten bang zijn om gekwetst te raken en dat ze psychologisch lijden. Welke lichamelijke problemen hebben ze? Markeer in de tekst waar dat aan bod komt.
18 De schrijver beschrijft een aantal zaken op een subtiele manier. Hoe beschrijft hij dat …
a de officieren vooral Franstalig zijn;
b sommige officieren niet echt klaar zijn om te vechten;
c de officieren niet echt leiding geven; d de officieren niet echt deelnemen aan de strijd?
©VANIN
19 Is er humor in het fragment? Markeer de humoristische passages. a Gaat het om milde humor of is het eerder bijtende spot (cynisme)?
b Wat is het effect van de humor?
20 Op een bepaald moment gebruikt de schrijver een personi catie. Duid ze aan in de tekst.
21 Herlees het fragment.
Extra opdracht: creatief schrijven
Op iDiddit staat een creatieve schrijfopdracht waarin je het besproken fragment herschrijft tot een hedendaagse versie of een filmscenario.

MIJN KLEINE OORLOG: HET VERHAAL VERDER VERKENNEN
Kies op iDiddit een fragment uit Mijn kleine oorlog dat je in kleine groepen zult analyseren.
VERDIEPING: LITERAIR-HISTORISCHE OPDRACHT
©VANIN
Schrijfopdracht
Bij de eerste herdruk van Mijn kleine oorlog in 1962 veranderde Louis Paul Boon de eindzin van zijn boek. Aan de hand van de twee versies – de eindzinnen verschillen grondig – van Mijn kleine oorlog denk je na over de maatschappelijke betekenis van literatuur. Kan een schrijver de wereld veranderen?
1 Bestudeer hieronder de twee versies van Mijn kleine oorlog en schrijf een overtuigende tekst over het maatschappelijk engagement van de schrijver. Je tekst telt 500 woorden en wordt gepubliceerd op de website van het Cultureel Centrum dat een Boon-weekend organiseert. Je behandelt in je tekst de volgende aspecten/vragen.
a Geloofde Boon dat een schrijver de wereld kan veranderen? Geef argumenten, gebruik daarvoor informatie uit zijn boeken en uit secundaire literatuur.
b Geloof je zelf dat schrijvers/kunst de wereld kunnen/kan veranderen? Geef argumenten en voorbeelden.
c Heb je voorbeelden van teksten/kunstwerken die de wereld willen veranderen? We voegen alvast een aantal voorbeelden toe op de volgende pagina’s (gedichten A tot D).
d Heb je voorbeelden van geëngageerde teksten/kunstwerken die je raken? Leg uit waarom.


En nog een allerlaatste andere, die de eerste ene gelijk geeft omdat hij iedereen gelijk geeft, maar die achteraf zegt: ik peins toch dat het niet zó vroeg gaat zijn want er is tevéél kapot – en daar klampt hij zich aan vast want HET IS ZIJN TROOST.
Laatste roep: SCHOP DE MENSEN TOT ZIJ EEN GEWETEN KRIJGEN







Maar met brekende ogen zei ze nog iets zeer moois, iets dat niet alleen als háár laatste woord maar ook als het laatste woord van dit boek kan beschouwd worden:
WAT HEEFT HET ALLES VOOR ZIN?

Louis Paul Boon. Mijn kleine oorlog (1962)
Een krijgszuchtige tijd
Steeds gedacht: één soldaat maakt nog geen oorlog. Maar nu met man en macht gezocht naar geruststelling, naar de winter in een zwaluw zien overgaan, of de boter
op het aanrecht bestuderen en hoe snel zacht, dat iets nog zacht kán worden in deze wereld en we allemaal zo smeerbaar, maar de kou spat van beeldschermen, uit radiostemmen.
Ze zeggen dat de veldslag is begonnen, dat anderhalve rus en een paardenkop dit wilden, terwijl wij toch weten dat vrede meer aanzien geeft dan geweld, dat alleen menslievendheid
je een stoel in de geschiedenis geeft. En ook: een vechtersjas of een ijzervreter is geen identiteit, het is een mal waar je jezelf in giet. Wie het zwaluwnest bevuilt, broedt uiteindelijk zijn eigen ei kapot.
Het volgende moeten we onthouden: dat we allemaal als vluchteling geboren worden, op zoek naar de juiste plek, naar veiligheid en wat voorspoed, een liefkozende blik.
Dus maak vrij baan in het hart, want daar is een onmeetbare ruimte. En bedenk dit: in ieder welkom zit een schuilkelder.
Lucas Rijneveld in de Volkskrant
©VANIN




Rustplaats voor de nacht
Ik hoor dat in New York op de hoek van de 26ste straat en Broadway in de wintermaanden elke avond een man staat die de zich daar verzamelende daklozen, door het te vragen aan de voorbijgangers, een rustplaats voor de nacht bezorgt.
De wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.
Maar enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht.
De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.
Leg het boek dat u leest niet neer, mens.
Enkele mannen hebben een rustplaats voor de nacht.
De wind wordt een nacht lang van hen afgehouden.
De sneeuw die hen was toebedacht, valt op de straat.
Maar de wereld wordt daardoor niet anders.
De verhoudingen tussen de mensen verbeteren daardoor niet.
Het tijdperk van de uitbuiting wordt daardoor niet verkort.
Bertolt Brecht (vertaling: Charles Ducal)
Iemand stelt de vraag
1
Het was een geweldig feest er stierven drie mensen een van ouderdom een door alcohol een omdat hij vocht met de slang
O maar er werd gezongen gedanst en gedronken! De pijp ging rond en de pruim oude verhalen werden nieuw opa´s stonden in hoog aanzien die zeiden dat het zo altijd was geweest en altijd zo zou blijven en de kinderen bleven erbij tot ze niet meer konden.
O maar er werd gedanst en gevrijd bij het leven een dag een nacht en een dag!
Tot het zout op was de kruiken leeg en de schelpen door de kroegbaas weer afgepakt toen wankelden ze lachend de berghelling op sliepen hun roes uit in het gras een nacht en een lange dag
Terwijl ze sliepen reden
beladen met het werk van hun handen in kratten en balen verpakt in bewaakte colonnes de vrachtwagens naar de stad
de stad van de banken en de congressen de stad van de krotten en open riolen de stad van de mooie dames met chauffeur de stad van de hoeren voor een knaak de stad waar iedereen verdient het zout in de pap iedereen die een vinger in de pap heeft de stad waar ze altijd van droomden de stad die ze nooit zouden zien.
2
Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin of de kat die de kolder in z´n kop krijgt
©VANIN
zoals brede rivieren met een kleine bron verscholen in het woud
zoals een vuurzee met dezelfde lucifer die de sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik een aanraking iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
3
iemand weigert de schelp iemand houdt op met dansen iemand smijt de kroegbaas de kruik in ´t gezicht iemand zegt opa de pest met je oude verhalen iemand wil het alfabet leren
iemand pakt de opzichter z´n zweep af iemand steelt een geweer iemand zegt dit is mijn grond iemand staat zijn dochter niet af aan de landheer iemand antwoordt niet met twee woorden
iemand houdt zijn graan verborgen iemand viert geen feest als de vrachtwagens komen iemand spuugt op de grond als hij de soldaten ziet iemand snijdt de banden door iemand verschuilt zich in het woud
iemand droomt niet meer iemand richt zich op iemand is voor altijd wakker iemand stelt de vraag iemand verzet zich
en dan nog iemand en nog iemand en nog.
Remco Campert. Betere tijden
Vluchtelingen
(…) – 3 –
Die onder ons zijn en niet bestaan omdat de stempels ontbreken zijn niet onder ons hoewel zij bestaan. Ik heb er één een slaapplaats gegeven, een man verminkt in eigen ogen: huidskleur mislukt, glimlach verdacht. Een man door zichzelf ingevuld als verwacht: tweedehands, overbodig,
en toch uit op een leven, zomaar, zonder reden, zonder bewijs te zijn opgejaagd, gemarteld, bedreigd met de dood. Alleen een vrouw en drie kinderen.
De vrouw ziek. Very sick. Daarop had hij gehoopt.
Wij hadden weinig woorden. Genoeg voor een bord, een bad, een bed voor de nacht. Woorden die onder ons niet bestonden omdat er geen plaats meer voor was.
Charles Ducal. Bewoond door iets groters
Uitsmijter: Boon, den viezentist?
In Man over Boek verzorgden actrices Maaike Cafmeyer en Mieke Dobbels elke week het rubriekje Mieke Maaikes Readshow, een item waarin ze controversiële, erotische literatuur bespraken. De titel van hun rubriek leenden ze van Louis Paul Boons Mieke Maaikes obscene jeugd
Bekijk hun samenvatting van het boek en beantwoord de vragen.
2 Waarover gaat dit boek?
3 Wat is de moraal van dit verhaal?
4 Op welke manier is Mieke Maaike een metafoor?


Was Boon een viezentist of niet? Het is maar hoe je het bekijkt. Zoek ook zeker eens op wat zijn Fenomenale Feminateek was en oordeel gerust zelf.
Je maakt kennis met enkele stromingen uit de naoorlogse literatuurgeschiedenis 1
Je denkt na over hoe kunst en/of poëzie er voor jou moet uitzien
INLEIDING
Moderne literatuur: de Vijftigers en het nieuw-realisme ©VANIN
Je kunt kenmerken van de poëzie van de Vijftigers en de nieuw-realisten herkennen en benoemen 4
Je interpreteert een aantal gedichten van de Vijftigers en de Zestigers 2
5 3
Je organiseert samen met je medeleerlingen een expo
1 Kies samen met een medeleerling een willekeurig woord en schrijf het op een apart blad. Jullie kunnen ook een van onderstaande woorden gebruiken.
2 Schrijf nu rechts naast het woord en haast zonder nadenken een nieuw woord op waar je spontaan aan denkt. Doe dit individueel en een aantal keren opnieuw zodat je een woordenslang krijgt. Je maakte zo inhoudelijke associaties.
3 Onder het woord schrijf je een woord dat qua klank in dezelfde lijn ligt. Doe dit ook intuïtief en herhaal de oefening enkele keren. Je maakte nu klankassociaties.
vlinder – vliegen – bloem – bomen – groen – lente – kleurrijk – vreugde (inhoudelijke associaties) kind hinderen zinderen zonder donder denderen wonder (klankassociaties)
Je kunt naast zelfstandige naamwoorden ook bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden of voorzetsels laten volgen.
4 Welke woorden die je opschreef, vind je mooi? Markeer ze.
5 Roepen de woorden samen een beeld/tafereel bij je op? Omschrijf het tafereel in één zin.
6* Vind je dit een interessante techniek om inspiratie en misschien zelfs poëzie op te wekken? Waarom (niet)?
intuïtief: op gevoel, zonder nadenken






©VANIN








Oote
Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A A a a
Oote a a a
Oote oe oe
Oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe oe oe
Oe oe oe etc.
Oote oote oote
Eh eh euh
Euh euh etc.
Oote oote oote boe etc. etc. etc.
Hoe boe hoe boe
Hoe boe hoe boe
B boe
Boe oe oe
Oe oe (etc.)
Oe oe oe oe etc.
Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ah ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh hh hhh (etc.)
Hhd d d
Hdd
D d d d da
D dda d dda da
D da d da d da d da d da da
da
Da da demband
(…)
Jan Hanlo. Roeping
1 Bekijk de schilderijen en het gedicht op de vorige pagina. Welk overkoepelend bijvoeglijk naamwoord roepen ze bij je op?
2* Hou je van die stijl? Welk schilderij of gedicht bevalt je het meest? Waarom?
3* Met welke stelling(en) ben jij het eens? Ga hierover in gesprek met je medeleerlingen.
©VANIN
Kunst is experimenteren en ontstaat vanuit je buikgevoel.
Kunst is het creëren van schoonheid en harmonie.
Kunst moet provoceren en de maatschappij in vraag stellen.
Kunst is meesterschap in de beheersing van een bepaalde techniek of vaardigheid.
4 Hieronder vind je een aantal uitspraken van dichters die actief waren in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw. Ze geven veel weg van hoe de naoorlogse poëzie (en kunst in het algemeen) er volgens hen moest uitzien.
a Met welke uitspraken ben jij het eens?
b Plaats de citaten bij de kenmerken van de experimentele poëzie die je in het Onthouden-kader op p. 266 terugvindt. Noteer de letters in de kolom ‘citaten’.
A ‘Een gedicht krijgt vorm op het moment van het ontstaan.’
Remco Campert
B ‘Denken met tong en handen.’
Jan G. Elburg
C ‘Lyriek is de moeder der politiek, ik ben niets dan omroeper van oproer.’ Lucebert
D ‘De bijl moest aan de wortel van de taal worden gezet, om de duffe ernst te vervangen door speelsheid.’
Remco Campert
E ‘De wetten der grammatica zijn een hek in de taal.’
Gerrit Kouwenaar
F ‘Er is een lyriek die wij afschaffen.’ Lucebert
provoceren: uitdagen, uitlokken van ongeoorloofd gedrag
Kenmerken experimentele poëzie
De Vijftigers keren zich tegen het schone en het rationele en kiezen resoluut voor het (zintuiglijke) taalexperiment met de nadruk op de klank (assonantie, alliteratie) en vorm van woorden. Men noemt het ook ‘proefondervindelijke poëzie’.
Esthetische principes mogen geen belemmering zijn voor de vrije creativiteit van de dichter. Leestekens, hoofdletters, grammatica en vaste versvormen met rijm en metrum (bv. het sonnet) worden als overbodig beschouwd.
Veelvuldig gebruik van associaties en beeldspraak die zelfstandig wordt en niet naar een werkelijkheid buiten het gedicht verwijst. Het gedicht ontstaat spontaan en is vaak heel persoonlijk en daardoor soms moeilijk te begrijpen.
De poëzie van de Vijftigers heeft sterk betrekking op de omstandigheden van die tijd, de jaren 50: het naoorlogse klimaat en de Koude Oorlog tussen Amerika en Rusland. De Vijftigers vonden dat kunstenaars werden onderdrukt en dat er te veel regels in de samenleving waren om vrije kunst te kunnen maken. Die kritiek kwam tot uiting in hun poëzie.
Onthouden
citaten Trajectwijzer
5 Lees de tekst over de Experimentelen in de Trajectwijzer op p. 188. Daar staan de kenmerken van de experimentele poëzie nogmaals omschreven in vier punten.
a Koppel ze aan de kenmerken in het Onthouden-kader hierboven door het cijfer in de kolom Trajectwijzer op te nemen.
b Welk extra kenmerk van de experimentelen ontdekte je nog in de Trajectwijzer? Beschrijf het in je eigen woorden.
6* Lees ook de bijhorende tekst over Louis Paul Boon, Hugo Claus en Lucebert in de Trajectwijzer op p. 189-190.
a Van welke schrijver heb je al eens gehoord of van wie heb je misschien al iets gelezen?
b Welke auteur spreekt je het meest aan? Waarom?
7 Je maakte in deze inleiding kennis met de kunst in de naoorlogse periode. Gebruik de informatie die je opdeed om volgende gatentekst in te vullen. Die dient als zelftest om te kijken of je alle kenmerken begreep.


Karel Appel. Toutes ces têtes
Cobra
De discussie rond wat kunst is en moet zijn, leefde ook in de jaren 50, vlak na WO II. Jonge kunstenaars en dichters konden na de gruwel van de oorlog en de niet zomaar terug naar de traditionele figuratieve kunst en de schoonheid van de taal van vóór de oorlog. Hun mens- en wereldbeeld was veranderd. ‘Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch’, schreef Adorno in 1949.
Volgens de nieuwe generatie moest de kunst dus herdacht worden. In Parijs kwam een groep Europese kunstenaars bij elkaar onder de naam Cobra, een verwijzing naar de beginletters van de hoofdsteden van de landen vanwaar ze voornamelijk afkomstig waren: Denemarken, België en Nederland. Die kunstenaars geloofden in een schilderkunst die aanleunt bij het werk van primitieve volkeren, psychiatrische patiënten en vooral kinderen. Zoals een kind uit ‘zichzelf’ en ‘vanzelf’ tekent, wilden zij spelend experimenteren met , zonder vooraf





©VANIN
De Vijftigers
Nederlandse dichters als of gingen op een soortgelijke manier aan de slag. Vaak werkten ze samen met de schilders: ze schreven verzen bij hun tekeningen, of omgekeerd werden hun dichtbundels door de Cobra-schilders rijkelijk geïllustreerd. De Vlaming Hugo Claus sloot zich ook bij hen aan. Hun werk verscheen aanvankelijk in kleine tijdschriftjes met provocerende titels als Braak of Blurb. Ze werden al snel de ‘Vijftigers’ (de generatie van 1950) of de genoemd. Hun optreden riep controversiële reacties op –met scherpe polemieken, rellen en vechtpartijen, en zelfs parlementaire vragen tot gevolg – maar na amper enkele jaren werden de Vijftigers in brede kring erkend als belangwekkende van de literatuur. Hun bundels verschenen bij de spraakmakende uitgevers en in de grote tijdschriften. Die gedichten waren tegen vaste dichtvormen (zoals het sonnet), gebruikten wilde en creatieve beelden en voor de dichters was de muzikaliteit van de klank en de meervoudige betekenissen (polyinterpretabiliteit) uiterst belangrijk.


controversieel: omstreden, waarover grote meningsverschillen bestaan de polemiek: openlijk gevoerde pennenstrijd die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten
GEDICHTANALYSE
1 Zit alle terminologie over poëzie nog vers in je hoofd? Speel samen Puzzeldicht en ontdek een nieuw gedicht!
Ons museum heeft drie Van Goghs en een Rubens Welke vorm van beeldspraak herken je?
Lees de drie gedichten op p. 270 en ga met behulp van de vragen op zoek naar kenmerken van de experimentele poëzie.
Ik schrijf je neer
3 Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?
4 Welke inhoudelijke associaties vind je terug?





metonymie
2* Wijken de eerste vier verzen van het gedicht erg af van de versie die jij schreef na de instructies van je leerkracht?
5 Welk beeld roepen de eerste twee strofen op? Onderstreep de verzen of woorden waaruit je dat opmaakt.
6 Wat blijkt uit de metafoor in het laatste vers van het gedicht?
7 Hoe voelt de ‘ik’ zich daarbij?
8 Waartoe voelt hij zich als dichter wel in staat?
Sonnet
9 De dichter spot met het sonnet. Bekijk de theorie over de vorm van die klassieke dichtvorm en leg uit hoe hij dat doet.
10 Leg uit waarom deze versie ook inhoudelijk afwijkt van het traditionele thema van een sonnet.
Bommen
©VANIN
11 De Vijftigers spelen in hun poëzie met klanken. Welke alliteraties en assonanties vind je terug in dit gedicht?
12 Het enjambement is een typisch voorbeeld van spelen met de vorm van een gedicht of versregel.
a Waar vind je zo’n voorbeeld terug?
b Waarom zou de dichter daarvoor kiezen?
13 Paul Rodenko kiest voor beeldspraak. Welk beeld roept hij op met de volgende verzen?
a ‘Kangoeroes kijken door de venstergaten.’
b ‘en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag.’
c Waarom zou de dichter voor het woord ‘geruisloos’ kiezen wanneer het over bommen gaat?
14 Op welke manier kadert dit gedicht binnen de tijd waarin het geschreven is?
Vergelijken
15 Welk van de gedichten vind je het sterkst?
16* Vind je de gedichten moeilijk te begrijpen?
17 Het gedicht Oote van Jan Hanlo uit de inleiding op p. 264 is als voorbeeld van Vijftigerspoëzie nog een stuk extremer. Hoezo?
Ik schrijf je neer
mijn vrouw, mijn heidens altaar, dat ik met vingers van licht bespeel en streel, mijn jonge bos dat ik doorwinter, mijn zenuwziek, onkuis en teder teken, ik schrijf je adem en je lichaam neer op gelijnd muziekpapier.
En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.
Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwig geluk ook dodelijk vermoeid, En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.
Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.
Hugo Claus. Ik schrijf je neer sonnet ik
mijn
mijn mijn
ik
Lucebert. Verzamelde gedichten
Bommen
De stad is stil.
De straten hebben zich verbreed. Kangoeroes kijken door de venstergaten. Een vrouw passeert.
De echo raapt gehaast haar stappen op.
De stad is stil.
Een kat rolt stijf van het kozijn. Het licht is als een blok verplaatst.
Geruisloos vallen drie vier bommen op het plein
en drie vier huizen hijsen traag hun rode vlag.
Paul Rodenko. Orensnijder tulpensnijder
HET NIEUW-REALISME VAN DE ZESTIGERS
1 Luister naar het fragment over de periode na de Vijftigers en maak notities.
2 Vergelijk je notities met die van een medeleerling en vul aan.
3 Bekijk de gedichten op pagina 272.
a Welke objecten uit de werkelijkheid worden tot poëzie gemaakt?
b Welke kunstwerken op p. 273 komen uit dezelfde periode?
c In welk gedicht zit een ‘readymade’?
4 De Zestigers spelen in hun gedichten vaak met de relatie tussen de echte werkelijkheid en de talige werkelijkheid.
a In welk van deze vier gedichten vind je dat terug?
b Wat zegt de dichter over die twee werkelijkheden?
5 De Zestigers willen de alledaagse werkelijkheid een centrale plaats geven in hun werk. Dat kenmerk vind je terug in de gedichten Pluk de dag en Geen schaartje. Op welke manier spotten die teksten met klassiekere, moeilijke gedichten?
6* Wat vind je van de gedichten? Heb je een favoriet?

K. Schippers
©VANIN
Doos in vijf verschillende standen op tafel
Karton en hout voor Bob Langestraat
Een doos op tafel
Tafel waarop doos
Een doos op de tafel
Doos op tafel
Tafel met doos
K. Schippers. Verplaatste tafels
Pluk de dag
vanochtend na het ontbijt ontdekte ik, door mijn verstrooidheid, dat het deksel van een middelgroot potje marmite (het 4 oz net formaat) precies past op een klein potje Heinz sandwich spread
natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd of het sandwich spread-dekseltje ook op het marmite-potje paste en jawel hoor: het paste eveneens
Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier
Geen schaartje
‘hé, dat lijkt wel een schaartje, wat daar op de grond ligt,’ dacht ik, ‘een stoffig, grijsgroen schaartje’
maar toen ik beter keek zag ik dat het geen schaartje was, maar een elastiekje, ineengekringeld in de vorm van een schaartje.
Cees Buddingh’. 128 vel schrijfpapier

©VANIN





NIEUW-REALISTISCHE GEDICHTEN IN VLAANDEREN
huis telefoon identiteitskaart militair stamnummer personeelskring schoolnummer stamnummer bediendenpensioen partijkaart syndikaat mutualiteit levensverzekeringspolis a levensverzekeringspolis b brandverzekering postcheckrekening bankrekening depositoboekje spaarboekje a spaarboekje b huisradio en tv gas elektriciteit financieringsmaatschappij a financieringsmaatschappij a rijwielplaat rijbewijs bibliotheek reispas
83
09.25.85.57
26.01.97
65/42.177
65
65 4236 1
1.40.03.03.33
4003/3/3037
79706
©VANIN
1.996.328/632
937.685/1315
1290267-2
De laatste der algonkijnen
Patty is een indiaanse teenager van de stam der Maliseet. het oude volk der algonkijnen. haar moeder heeft vijf kinderen en geen man ze wonen in een zogenaamd huis in één van de zogenaamde reservaten in deze vallei
Alle reservaten samen bestaan zowat vijf percent van het vroeger jachtgebied van het volk der algonkijnen.
Toen kwamen de Fransen en het Ware Geloof. Toen kwamen de Engelsen en het Andere Ware Geloof.
Vorige week bracht Patty één van de brandweersignalen in onze stad in werking en de rechter veroordeelde haar tot één jaar gevangenisstraf.
Voor het storen van de Vrede.
Ludo Abicht
over napalm & andere volksvermakelijkheden voor eddy van v. nooit zal een man jouw lichaam begeren nooit zullen je lippen worden gekust door een jongen met bevende ogen en zachte vingers die traag –strelend langs je wangen glijden en nimmer zullen je bruine borstjes de honger stillen van een pasgeboren kind. immers: de mens is vernuftig en efficiency is een woord dat meer inhoud heeft gekregen dan 10 geboden bijeen. daarom ook dat jouw lichaam op een Uiterst Doelmatige Manier werd vernield. en prijs je nu maar gelukkig: men weigerde je de dood maar je kreeg zuurstoftent stalen long bloedtransfusies huidoverplantingen en amputatie in de plaats
(zelfs op het slagveld blijkt wetenschap een pleister op de wonde)
nee meisje uit haiphong vergeet maar vlug je jeugd en denk aan verre dagen die nieuwe beloften dragen of bv. aan martha mertens tot jolijt van onze demokratie te marseille met de titel
Miss Elégance gekroond haar maten : 85-59-85
Jan Vanriet
In dit deel ontdek je dat de Vlaamse nieuw-realistische dichters poëzie maken die verschilt van die van de Nederlandse dichters. Aan de hand van enkele voorbeelden en bijhorende opdrachten krijg je inzicht in hun verschillende aanpak.
IK!
Poëzie gaat vaak over het ‘ik’. Dichter Willem Kloos noemde het zelfs ‘de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’. Ook het gedicht IK! van Daniel Van Ryssel op p. 274 heeft het individu als onderwerp.
©VANIN
1 Beschrijf wat het gedicht inhoudelijk zo bijzonder maakt.
2 Op welke manier kadert het in de stroming van het nieuw-realisme?
3 Welke kritiek schuilt er in het gedicht?
Over napalm & andere volksvermakelijkheden
Lees het gedicht over napalm & andere volksvermakelijkheden op p. 274.
4 In welke context speelt dit gedicht zich af? Wat is er gebeurd?
5 Hier krijgen weer ‘niet-poëtische’ objecten, handelingen en cijfers uit de werkelijkheid een plaats.
Geef enkele voorbeelden.
6 Welke twee werkelijkheden worden hier kritisch tegenover elkaar geplaatst?
De laatste der algonkijnen
Lees het gedicht De laatste der algonkijnen op p. 274.
7 Zoek online op wat algonkijnen zijn.
8 Welke uitgesproken kritiek lees je in dit gedicht van Ludo Abicht?
9 Op welke manier is dit gedicht nieuw-realistisch?
10 Vat nu samen wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen de poëzie van de Zestigers in Nederland en hun Vlaamse tegenhangers.
©VANIN
CREATIEVE OPDRACHT: EEN POËZIE-EXPO
Jullie vormen als klas (of in groepjes) een nieuwe generatie dichters en werken volgens de boodschap van ars poetica: kunst hoeft niet moeilijk te zijn en haal je direct uit de werkelijkheid rondom je. 6 woord
Ars Poetica
Ik weet het nog als de dag van gisteren (ik was misschien 22): ik zat te broeden op een gedicht, en mijn moeder zat bij het raam de aardappels te schillen het vers wilde maar niet lukken: het zweet stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik: hoe kan men in godsherenaam dan ook poëzie schrijven in een kamer waar iemand aardappels zit te schillen? die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het vers af: het was een bijzonder slecht vers en pas heel veel later begreep ik: de beste gedichten schrijft men al aardappels schillend
Cees Buddingh’. Gedichten 1938-1970
Lees het gedicht Ars Poetica
1 Op welke manier zit in dit gedicht de visie op poëzie van de Zestigers prachtig vervat?
ars poetica: de kunst van het dichten, de visie van een dichter op (wat) poëzie (moet zijn)
2 Zet samen een expo op poten.
STAP 1 Zorg dat de expo uit volgende elementen bestaat.
a Een reeks gedichten waarin een eenvoudige, dagelijkse handeling (bv. aardappels schillen) tot poëzie wordt gemaakt.
Welke eenvoudige, dagelijkse handeling is voor jou heel bijzonder? Schrijf er een gedicht over.
b Een reeks gedichten waarin een ogenschijnlijk banaal voorwerp (bv. een schaartje) het onderwerp wordt van je poëzie.
Welk dagdagelijks voorwerp is voor jou erg belangrijk? Welk voorwerp vond je tot nu toe vanzelfsprekend of merkte je onterecht niet op? Welk voorwerp trekt doorheen de dag onverwacht je aandacht? Schrijf er een gedicht over.
c Een reeks readymade-teksten / objets trouvés (bv. een boodschappenlijstje) die uit hun context worden gehaald en in de schijnwerpers worden gezet als poëzie.
Welke alledaagse tekst (objet trouvé) verdient het om als readymade te stralen op jullie tentoonstelling? Kader het mooi in en geef het een plekje.
STAP 2 Verdeel de verschillende rollen onder je medeleerlingen.
a Enkele dichters: zorg dat er ongeveer evenveel gedichten zijn van types a, b en c uit stap 1. De dichters mogen ook meerdere gedichten creëren. Ze ondertekenen de gedichten met hun eigen naam of met een pseudoniem.
b Een curator: hij/zij neemt de leiding over de inkleding en vormgeving van de expo. Alle teksten worden aan hem/haar bezorgd.
c Een grafisch ontwerper: hij/zij zorgt voor een poster voor de expo (datum, uur, locatie, naam, curator, naam van de dichters).
d Een gids: hij/zij heet de bezoekers (leerkracht, andere klassen of andere groepjes) welkom, leidt hen rond door de expo en geeft een woordje uitleg bij de gedichten.
STAP 3 Bedenk een originele naam voor jullie tentoonstelling.
STAP 4 Zorg voor een deadline waarop de dichters hun teksten moeten aanleveren aan de curator. Overleg ook met je leerkracht wanneer het eindresultaat klaar moet zijn.
STAP 5 Help de curator met de opbouw en het aankleden van de expo.
©VANIN
De laatste jaren doken heel wat nieuwe dichtvormen op die aansluiten bij het ‘objet trouvé’ en readymade-concept. Denk aan hate speech poetry, waarbij gemene of haatdragende comments uit sociale media worden omgetoverd tot mooie gedichten door er woorden uit te schrappen.

Instagrampagina hate_speech_poetry
Ook het ‘stapelgedicht ’ deed haar intrede: met de titels op boekenruggen wordt een gedicht gevormd dat je van boven naar onder kunt lezen als je de boeken op elkaar stapelt.

Evaluatiematrix – Schrijven en spreken: een poëzie-expo
volledigheid
De expo heeft een uitvoerig aantal gedichten van de verschillende types en heeft een leuke naam gekregen.
Er werd een poster gemaakt om de expo aan te kondigen en er is zelfs op meerdere manieren promo gemaakt.
Er is een gids aanwezig die het publiek verwelkomt en rondleidt en er zijn zelfs nog meer interactieve elementen.
De expo heeft een naam gekregen en er is minstens één gedicht van elk type (a, b en c).
Er werd een poster gemaakt om de expo aan te kondigen.
Er is een gids aanwezig die het publiek verwelkomt en rondleidt.
aantrekkelijkheid en gepastheid
De expo is door de curator leuk en origineel opgebouwd met oog voor detail en extraatjes.
De gids is enthousiast en hartelijk en neemt het publiek met charme op sleeptouw langs de verschillende gedichten.
De poster is bijzonder goed en smaakvol gemaakt, een ware publiekstrekker voor het event.
De gedichten ademen de ‘ars poëtica’ van de Zestigers en zijn origineel. De gedichten geven blijk van taalgevoel.
duidelijkheid en correctheid
De expo vormt een mooi geheel waarin alle deeltjes kloppen. De gids breit alles woordelijk helder aan elkaar.
Er staan geen taal- of spellingsfouten in de gedichten, tenzij in functie van het gedicht als taalspel.
Aanvullende commentaar:
De expo ziet er mooi en verzorgd uit, de curator heeft er tijd in gestoken.
De gids verwelkomt het publiek hartelijk en geeft boeiend uitleg bij de gedichten.
De poster oogt mooi en geeft de inhoud van de expo goed weer.
De gedichten zijn leuk en goed bedacht en passen in het kader van de Zestigers.
Er zit structuur in de opbouw van de expo en de gids verduidelijkt de betekenis van de gedichten.
Er staan geen of amper taal-of spellingsfouten in de gedichten.
De expo draagt geen naam en/of niet alle gedichtsoorten zijn aanwezig.
Er werd geen poster gemaakt om de expo aan te kondigen.
Er is niemand die de rol van gids op zich neemt.
De expo is niet meer dan enkele gedichten die naast elkaar zijn gelegd.
De gids is niet enthousiast en onvoldoende op de hoogte over de gedichten.
De poster oogt rommelig en onprofessioneel.
De dichters hebben de opdracht onvoldoende begrepen of er geen moeite in gestopt.
Er zit niet echt structuur of organisatie in het geheel van de expo.
De gedichten zitten vol taal- of spellingsfouten.

HERMAN DE CONINCK
Je leerde al over de romantiek in jaar 5, de Vijftigers en het nieuw-realisme. Bekijk ter herhaling op iDiddit enkele afbeeldingen en gedichten. Plaats ze in de juiste stroming en geef de bijhorende kenmerken.
De kenmerken van de poëzie van Herman de Coninck
©VANIN
Herman de Coninck, een van Vlaanderens grootste en bekendste dichters, behoort op een meer ‘romantische manier’ tot de nieuw-realisten. Van hen leerde hij dat alles poëzie kon zijn en dat het begrijpelijker kon. Hij wijst echter de koele, afstandelijke aanpak af. Bij hem versmelten realiteit en poëzie ook vaak. Van de romantici pikt hij dan weer het emotionele op, het idee dat poëzie iets kan teweegbrengen of gevoelens tot uiting kan brengen. Maar nooit té, zoals bij sommige romantici.
Je leest nu enkele gedichten van Herman de Coninck.
1 Duid in het geel de aspecten aan die romantisch aanvoelen en in het groen de zaken die duidelijk tot het nieuw-realisme behoren. Gebruik blauw om aan te tonen waar realiteit en ctie (of het gedicht zelf) versmelten.
2* Welk van de gedichten is volgens jou het meest romantische? Welk is het meest realistische?
De lenige liefde (9)
Je truitjes en je witte en rode sjaals en je kousen en je slipjes (met liefde gemaakt, zei de reclame) en je brassières (er steekt poëzie in die dingen, vooral als jij ze draagt) –ze slingeren rond in dit gedicht als op je kamer.
Kom er maar in, lezer, maak het je gemakkelijk, struikel niet over de zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.
(Intussen zoenen wij even in deze zin tussen haakjes, zo ziet de lezer ons niet.) Hoe vindt u het, dit is een raam om naar de werkelijkheid te kijken, alles wat u daar ziet bestaat. Is het niet helemaal als in een gedicht?
Herman de Coninck. De lenige liefde


Zoals (4)
Ik legde een halssnoer rond je hals zoals ‘zoals’ rond een zin.
Hij veranderde daarvan, zoals je hals er langer van werd, hoger keek.
Alles ging een beetje liegen, met oogschaduw onder haar o’s kwam de werkelijkheid mij vragen of ik meewou, naar een gedicht of zo.
Nee. Laat het allemaal maar weggegaan zijn uit mij, beeldspraak, betekenis. Ik blijf wel achter. Taal een lege zaal.
En ik degene die het licht uitdoet.
Herman de Coninck. Vingerafdrukken
Poëzie
Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt verdrietje, en het helpt niet; zoals je een hand op haar hete voorhoofdje legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, en het helpt niet:
zo helpt poëzie
Herman de Coninck. Met een klank van hobo
Herman de Coninck op straat
De lenige liefde (18)
Met handen kun je alles: een sigaret opsteken, haren strelen, een borst aanraken, een borst niet aanraken –dit allemaal opschrijven.
Men moest maar eens ophouden, tenminste in de vakantie, met daar zo’n, waardeonderscheid tussen te maken.
Herman de Coninck. De lenige liefde
Het begrijpelijke karakter van de Conincks poëzie zorgt ervoor dat zijn gedichten vaak terug te vinden zijn in het straatbeeld.










heen. terug. Heen: jonge Zairese heeft met baby hees geneurie, veel tijd, intimiteit, elkaar, openbaar en toch alleen van haar. Tram kijkt ernaar

terug: Marokkaanse probeert jengelend zoontje, zootje, zotje stil te krijgen. Hoe meer ze hem door elkaar schudt, hoe meer letters er uit hem vallen.
Tot Antwerpse volksmadam hem met tatata tot zichzelf brengt. En tot ons allen. Tingeling, tingeling door de stad. Het openbaar vervoer doet aan beschaving, aan feestelijkheid, aan wanordehandhaving.
Herman de Coninck. De gedichten

Enkele dingen zal ik altijd blijven: zoon. Moeder dood. Met zelf een zoon, moeder dood. Mijn eigen vader. Die schrijven moet, journalistje van zijn ziel: zoo’n
wit blad. Eerst voor iedereen, hoe het zou, later alleen voor zichzelf, hoe het was geworden. (Nostalgie is een lelijk woord voor trouw. Verleden en heden gebeuren in de verkeerde volgorde.)
Ik ben van Humo dus, van wat toen kon.
Dromen, protest en humor, die hetzelfde waren: onvermogen om saai te zijn. Ik ben on.
Ik ben van taal die in regelrechte zinnen wou bewaren. En van het kanaal dat in mijn kinderjaren de kortste afstand vormde tussen hier en horizon.
Herman de Coninck. Enkelvoud

Vanavond zou ik naar Ieper. Het liep tegen zessen. Ik reed ondergaande zon tegemoet, en drie verdiepingen Dalí-achtig wolken die door windkracht negen werden weg-
gejaagd, de hemel waaide van de aarde weg, ik moest hem laten gaan, ik reed en reed, 150 per uur, en raakte per minuut tien minuten achter. Daar ging mijn horizon.
Als ik in Ieper arriveerde is het 1917. Duitsers hebben de zon kapotgeschoten. Het licht dat er nog is, zijn explosies. Ik bevind mij in gedicht van Edmund Blunden.
Vanuit de loopgraven schrijft hij een ode aan de klaproos.
Aarde heeft een groot Über-ich van bloemen over zich. Blunden heeft ze letterlijk in het vizier.
Het is hier een paar jaar lang de laatste seconde voor je sterft. Er zijn alleen maar kleinigheden.
Later hoor ik onder de Menenpoort de Last Post aan: drie bugels die je tot tachtig jaar terug door wat nog over is van merg en been hoort gaan.
Herman de Coninck. Vingerafdrukken
3 Lees de gedichten.
a Kies uit de afbeeldingen: welke locatie past bij elk gedicht en waarom? Sommige woorden (zoals de titel) werden weggelaten om het niet te makkelijk te maken.
b Overheerst in deze gedichten de romantiek of het realisme? Bespreek per gedicht.
TAAL EN WOORDENSCHAT
Taal – naamkunde: voornamen
1 Je leest hieronder enkele weetjes over beroemdheden uit de sport-, mode-, muziek- en lmwereld. Combineer de familienaam met de juiste voornaam. Je zult merken dat je steeds de bezitsvorm bij de voornamen dient in te vullen. Pas hier de juiste spelregel toe.
Bianca – Christian– Eddy – George – James – Karl – Louis – Miley – Shaquille – Yves – Jean – Taylor
a O’Neal: Amerikaanse schoenmaat is 22. Omgerekend naar de Europese normen heeft hij schoenmaat 59.
b Castafiore: hoge operastem kon ruiten doen breken.
c SaintLaurent: invloed op de modewereld is van onschatbare waarde geweest.
d Clooney: ster zul je nooit op de walk of fame zien schitteren … Hij weigerde er gewoon een aan te nemen.
e Vuitton: zoon Georges zorgde voor het wereldberoemde LV-monogram.
f Merckx: Een van onze grootste wielrenners is Merckx. bijnaam is ‘de kannibaal’.
g Lagerfeld: testament bepaalde dat een groot deel van zijn erfenis naar zijn kat Choupette ging.
h Cyrus: vader is een erg bekende countryster.
i Dean: carrière stopte abrupt. Hij kwam op een tragische manier in een autoongeluk om het leven.
j Louboutin: idee voor de rode zool van zijn schoenen ontstond toen een medewerkster haar nagels rood zat te lakken.
onthouden
De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar namen heet ‘onomastiek ’ of ‘naamkunde’. Die studie onderzoekt waar namen vandaan komen, hoe ze evolueren en hoe, waar, waarom en wanneer ze zich verspreiden. Die wetenschap bestaat uit twee grote domeinen:
• antroponymie (Grieks: ανθρωπος ánthropos = mens, ονυμα ónuma = naam) = studie van voor- en familienamen
• toponymie (Grieks: τόπος tópos = plaats, ονυμα ónuma = naam) = studie van plaatsnamen
2 Waarom houdt de taalkunde zich bezig met de bestudering van namen? Wat kun je dus uit namen a eiden?
Je beluistert een uiteenzetting over de geschiedenis van onze voornamen. Je komt te weten wanneer welke soort voornamen populair werd en waarom. Per soort krijg je ook enkele voorbeelden van voornamen. Met deze info in het achterhoofd maak je een schema van de beluisterde tekst.
3 Probeer nu op basis van jouw schema onderstaand schema aan te vullen. Plaats ook telkens de juiste naam in de juiste periode.
Kies uit: Adelbert – Charlotte – Diederik – Esther – Femke – Gerhard – John – Jozef – Judith – Kelly –Kimberley – Laurentius – Mark – Martijn – Pieter-Jan – Shakira – Stefanos.
taalkundige oorsprong voorbeelden
5e eeuw –1100 gedomineerd door kenmerken:
middeleeuwen (1100 –1500) periode: kenmerken: populariteit te danken aan: 1500 –1950 periode van kenmerken:
20e –21e eeuw periode: kenmerken:
Op de ‘pretblog’ van drie vriendinnen, boekenliefhebbers én journalistes www.thisishowweread.be, verscheen een column van Sofie Van Gestel, zie p. 286.
4 Lees de blog nog niet, beantwoord eerst de volgende vragen.
a Wat is een blog?
b Wat is nu weer een column?
c Behandelt een column zware thematiek?
d Lees de titel en de quotes in deze column. Waarover gaat de tekst, denk je?
e Wat is het tekstdoel?
©VANIN
5 Lees nu de volledige tekst.
a Waarom vindt Sofie het zo belangrijk dat haar voornaam genoemd wordt?
b Waarom hoeven verkopers – die ze niet kent – haar niet met haar voornaam aan te spreken?
c Welk gevoel gaf het Sofie dat het slagerskoppel haar steevast met ‘Madam’ aansprak?
d Waarom vond Sofie het zo moeilijk om expliciet aan te geven dat het slagerskoppel haar met de voornaam mocht aanspreken?
e Welk voordeel heeft het om iemand bij de voornaam te noemen?
6* Bespreek volgende vragen klassikaal.
a Hoe sta jij tegenover winkeliers die je ongevraagd met je voornaam aanspreken?
b Zou je het leuk vinden als je op school enkel met je familienaam zou worden aangesproken?
c In welke omstandigheden word jij liever niet met je voornaam aangesproken?
COLUMN

Column op woensdag: Noem me bij mijn naam
Noem me bij mijn naam. Zie me. Kijk me aan.
Al heel mijn leven vind ik het fijn als iemand mijn naam zegt. Als iemand me bij mijn naam noemt. Als een bevestiging dat ik besta. Sofie.
Als iemand mijn naam bewust zegt, wordt mijn hart eventjes aangeraakt, als de zachte vleugelslag van een vlinder.
Uiteraard heb ik het niet over die ijverige verkopers die je niet kennen, maar toch je voornaam aan het begin, tussen & aan het eind van elke zin misbruiken. Op die momenten voelt het net andersom, alsof ze in een intieme ruimte komen waar ze niets te zoeken hebben.

Maar vandaag gebeurde er een grappig naam-verhaal waar ik om moest glimlachen.
In het dorp waar ik woon, is een beenhouwerij waar het koppel iedereen die ze kent, met de voornaam aanspreekt. En aangezien ze al zo’n 30 jaar hun winkel hebben, kennen ze ondertussen ontelbare mensen & evenzoveel voornamen. Zelf kwam ik 10 jaar geleden, na een periode van 15 jaar overal en nergens, terug in het dorp wonen. Onbekend voor het slagerskoppel, werd ik steevast aangesproken als ‘Madam’.

Wachtend op mijn beurt tussen Maria, Jef, André, Wiske en Anja, was ik telkens ‘Madam’.
Ik voelde mij een buitenstaander, iemand die er niet bij hoorde. Soms wilde ik uitroepen dat het Sofie was. Dat ik Sofie heet. En het ging niet alleen om de begroeting. Ook op het einde, als afsluiting van het winkelritueel, zei het slagerskoppel bij het buitengaan steevast in koor ‘Madam, merci en dankuwel hè’.
Terwijl Maria, Jef enz. de variant met hun voornaam kregen. Onveranderlijk.
©VANIN

Het is niet dat het niet persoonlijk werd. Door de jaren heen begon ik hen met de voornaam aan te spreken en werd er al eens gepraat en vooral geluisterd, als het rustig was in de winkel en een zorgelijke blik of zucht van hem of haar mij een vraag ontlokte en het hart gelucht werd. Maar nog steeds kenden ze mijn naam niet. Ik wist niet hoe ik het moest aanbrengen.
‘Zeg maar Sofie’, klinkt als een Fransman die beslist wanneer het tijd is om van het vousvoyeren over te gaan naar het tutoyeren.
Een ander stemmetje fluisterde dat ze misschien helemaal geen zin hadden om nog een voornaam te kennen. En dat ik er gewoon niet bij hoorde & voor altijd de buitenstaander ‘Madam’ zou blijven.
Tot vandaag. Ik had telefonisch iets besteld op mijn naam en ging het, zoals afgesproken, afhalen. Toen ik binnenkwam verwelkomde de slagersvrouw mij met een brede glimlach van oor tot oor. ‘Sofie is het hè?’ En terwijl ze dartel naar de koelkamer leek te huppelen voor mijn bestelling, riep ze vrolijk ‘Is het goed dat we voortaan Sofie zeggen?’ Mijn hele wezen glimlachte van oor tot oor, van kop tot teen. Ik was er niet meer mee bezig geweest. Ik had mij al geschikt in mijn lot om met het etiket ‘Madam’ tot aan hun pensioen door het leven te gaan. En nu dit. We stonden mekaar breed lachend aan te kijken. Ik antwoordde dat ik dat heel graag zou willen.


Ondertussen was ook de slager uit de koelkamer tevoorschijn gekomen. Toen ik afgerekend had en richting deur ging, riepen ze in koor: ‘Sofie, merci en dankuwel hè’.
Naar: thisishowweread.be
Heel wat mensen hebben moeilijkheden met het juiste gebruik van ‘heten’ tegenover ‘noemen’.
7 Gebruik in onderstaande zinnen het juiste werkwoord.
a ‘Hoe jij?’, vroeg ze schuchter. ‘Santiago Francisco Rodrigo Miguel, maar ik heb liever dat je me Gabriel ’, antwoordde hij nonchalant.
©VANIN
b De kersverse ouders toonden trots hun tweeling. Het meisje ze Elle en het jongetje Luis.
c Officieel ze Gabrielle Chanel, maar ze liet zich al snel Coco , de naam die haar wereldberoemd maakte.
d Als grote voetballiefhebber kan het niet anders dan dat zijn drie zoontjes Diego, Lionel en Cristiano
e Waarom je me telkens anders? Ik toch zoals ik
f Onze leerkracht van wiskunde Petit, hij is echter 2.05 meter groot en wij hem achter zijn rug dan ook de lange.
8 Kun je nu het verschil tussen ‘heten’ en ‘noemen’ omschrijven?
heten = noemen =
Als kersverse ouders moet je bij de aangifte van je kindje een aantal wettelijke afspraken respecteren.






9 Lees de informatie over geboorteaangifte op p. 288 globaal.
a Wat is de bron?
b Welke informatie kun je op deze site vinden?
c Welke officiële informatie behandelt deze tekst? globaal.



















Geboorteaangifte
Kennisgeving van de geboorte
Een ‘kennisgeving van een geboorte’ betekent dat de ambtenaar van de burgerlijke stand ingelicht wordt over de geboorte van een kind. Dit moet bij elke geboorte gebeuren, ten laatste op de eerste werkdag na de bevalling. Deze kennisgeving van de geboorte wordt overgemaakt zonder uw tussenkomst. Bij een bevalling in een ziekenhuis is het ziekenhuis hiervoor zelf verantwoordelijk. Bij een thuisbevalling zijn de arts, de vroedvrouw of de andere aanwezigen verantwoordelijk voor de kennisgeving.
Geboorteaangifte
De moeder, de vader of beiden samen moeten binnen de 15 dagen na de geboorte het kind aangeven bij de dienst burgerlijke stand van de gemeente waar het geboren is.
In sommige gemeenten is het ook mogelijk om de geboorteaangifte van uw kind in de kraamkliniek te doen. De aangifte in een kraamkliniek gebeurt op ongeveer dezelfde manier als die in het gemeentehuis en biedt dezelfde waarborgen om de authenticiteit van de akte te garanderen. De ziekenhuizen en de dienst burgerlijke stand moeten over een gezamenlijk beveiligd informaticasysteem beschikken, zodat het niet mogelijk is om een dubbele aangifte van hetzelfde kind te doen in het gemeentehuis én in de kraamkliniek.
U ontvangt een aantal geboortebewijzen die nodig zijn om:
• de kinderbijslag aan te vragen;
• uw kind als persoon ten laste te laten inschrijven bij uw ziekenfonds;
• moeder- of vaderschapsverlof aan te vragen;
•
Uw kind wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en een tijdje later ontvangt u een uitnodiging om de identiteitsdocumenten af te halen.
Als het kind niet geboren wordt in de gemeente van uw woonplaats, dan zal de dienst burgerlijke stand van de plaats van geboorte het gemeentebestuur van uw woonplaats inlichten. Ook bij een doodgeboren kind geldt een aangifteplicht.
Voornaam/voornamen van het kind
De vaststelling van de voornaam van een kind wordt beheerst door het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit heeft.
Volgens het Belgisch recht is de keuze van de voornaam of voornamen vrij, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand kan de voornaam weigeren in volgende gevallen:
• De voornaam is verwarrend, bv. een typische meisjesnaam voor een jongen of omgekeerd.
• De voornaam kan het kind schaden, bv. een belachelijke, absurde of aanstootgevende naam.
©VANIN
• De voornaam kan schade toebrengen aan derden, bv. een bestaande familienaam wordt als voornaam aan een kind gegeven, als dit niet gebruikelijk is.
Voor meer informatie kunt u terecht bij de dienst burgerlijke stand van uw gemeente.
Bron: belgium.be
10 Lees de tekst op p. 288 nu intensief.
a Wat is een kennisgeving van geboorte? Wie neemt die taak op zich? Welke termijn geldt?
b Wat is een geboorteaangifte? Welke termijn geldt hier?
c Wat bedoelt men met de authenticiteit van de akte?
d Waarom is dat van belang?
©VANIN
11 Zijn volgende beweringen juist of fout?
a Een vrouw is verplicht te bevallen in een erkend ziekenhuis.
b Je hebt na de geboorte vrijwel twee weken de tijd om over de naam van je kind na te denken.
c Stel: je bent op vakantie aan zee en je kindje wordt in Knokke geboren. Jijzelf woont in Hasselt, dus je kunt best zo snel mogelijk contact opnemen met de gemeentedienst in Hasselt om de geboorte van je baby’tje aan te geven.
d Je kindje wordt geboren in Gent en woont officieel in Deinze. Toch zal Gent als geboorteplaats op zijn identiteitskaart aangegeven worden.
e Ook als een kindje doodgeboren wordt, moet je de naam doorgeven aan de burgerlijke stand.
f Als een Spaanse mama tijdens haar vakantie in België bevalt, moet zij rekening houden met de Belgische wetgeving inzake voornaamkeuze.
g In principe staat het je als Belg vrij om je kind eender welke naam te geven.
h Je zoon Loezer noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
i Je dochter Bloem noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand, zeker als haar familienaam Pot is. reden:
j Je dochter Jan noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
k Je zoon Janssen Janssen noemen, kan voor problemen zorgen op de burgerlijke stand. reden:
l Een gemeenteambtenaar kan heel veel invloed op de naamkeuze van een kind hebben.

Ook in andere landen is er een wetgeving over de keuze van een voornaam. Je leest erover op iDiddit.
Wat betekent jouw voornaam? Wat vind je van de voornamen van mensen uit je omgeving? Welke voornamen vind jij mooi? Op iDiddit staat een spreekopdracht waarin je die informatie met je medeleerlingen deelt.
Woordenschat
12 In heel wat Nederlandse uitdrukkingen vind je voornamen. Vul telkens de juiste voornaam in op basis van de context.
aagje – Abraham – benjamin – casanova – frans – harry – Hein – hendrik – jakob(a) – jantje – joost – klaas – lolita – lotje – Mina – nestor – piet (2x) – Sara – thomas – xanthippe
a De overbuur smakte met zijn brommer tegen het asfalt. In plaats van te helpen, stonden de meeste omstaanders erbij voor snot.
b De jongste van de familie wordt ook de genoemd; de oudste is de
c Buitenshuis is hij altijd de vrolijke , maar eens hij thuis is, zeurt hij op alles.
d Na een verloving van drie jaar trouwde Nina met haar ware
e De eerste feministen werden ook Dolle genoemd.
f Voor die kerel moet je oppassen; hij verleidt als een ware iedere vrouw die hij tegenkomt.
g Laat Michel gerust je schilderwerken uitvoeren. Hij is zo’n secuur, dat je zeker tevreden zult zijn met het resultaat.
h Zo’n turnoefeningen zijn niet aan mij besteed. Ik ben echt een houten als het op dansen en radslagen aankomt.
i Met hoeveel bewijzen dien ik nog af te komen voor je me gelooft, jij ongelovige
j Ik had me een leuke wandeltweedaagse met Ilyas voorgesteld, maar die brave liep keurig het parcours af zonder maar even van de route af te wijken.
k Jouw vader heeft heel wat invloed in dit bedrijf; ik wist niet dat hij zo’n hoge was.
l Gelukkig passeerde je zus toen ik daar met mijn platte band langs de weg stond. Ik wist niet dat zij zo’n handige was.
m In Japan lopen heel wat ’s in opvallende outfits rond.
n Als een man of vrouw 50 jaar wordt, dan heeft hij en zij gezien.
o Zij wil steeds alles weten, wat een nieuwsgierig
p Waar mijn laarzen naartoe zijn, geen idee. Dat mag weten.
q Dat magere nog maar heel wat jaartjes wegblijft; ik wil zeker 100 jaar worden.
r Die man heeft ze niet alle vijf. Die is duidelijk van getikt.
s Ai, ai … ik heb mijn taak van Nederlands te laat ingediend. Mijn leerkracht zal mij weer als een ware de les spellen.
onthouden
Krijgen de namen in de uitdrukkingen een hoofdletter? De regel is dat (eigen)namen die een algemene betekenis hebben gekregen en niet meer als naam fungeren, een kleine letter krijgen.
Maar … soms blijft de hoofdletter wél behouden.
Naar: onzetaal.nl
©VANIN
13 Veel fabrikanten zochten voor hun producten inspiratie in de Griekse of Romeinse godenwereld. Geef de naam van het omschreven product. Een verwijzing naar de mythische godenwereld zal je op weg helpen.
Ajax – Bacchus – Cupido – Giant – Helios – Hermes – Hypnos – Leonidas – Mars – Minerva – Minotaure –Neptunus – Nike – Pegasus – Poseidon – Venus
a Kun je je de godin van de schoonheid al voorstellen met haar op haar benen en onder haar oksels? Dit scheerapparaatje brengt de oplossing!
b Dit gevleugelde paard brengt menig toerist op zijn gewenste bestemming.
c Deze god van de zon kan toch ook zijn muzikale naam aan zonnemelk schenken?
d Deze sterke krijger verleent zijn naam aan een al even sterk schoonmaakmiddel. Hij was onkwetsbaar, behalve op schouders, oksels en taille, de delen van zijn lichaam die door de pijlenkoker bedekt waren.
e Deze Romeinse godin van de kunsten en de wetenschappen verleende haar naam aan een motor-, fiets- en automerk. Dit Belgische bedrijf kende zijn hoogtepunt in de jaren 20 en telde toen koningen en filmsterren onder zijn klanten.
f P. Picasso noemde zijn bekende aftershave naar het onoverwinnelijke monster half stier / half mens.
g Deze salade zit boordevol zeevruchten, daarom is het een verwijzing naar de god van de zee. (Latijnse benaming)
h Is het om dieven te ontmoedigen om de bezittingen van reizigers weg te nemen, dat dit dure handtassenmerk naar de god van de handel genoemd is? Of zou hij als boodschapper van de goden misschien hun namen kunnen doorgeven?
i Deze hamburger smaakt hemels … Toch kan hij ook verwijzen naar reuzen met slangen in hun haren en met een lichaam dat eindigde in een drakenstaart. Hun aanblik was ondraaglijk en ze konden enkel overmeesterd worden indien ze tegelijkertijd door een god en een sterveling aangevallen werden. Ze streden vooral tegen de goden op de Olympusberg.
j Dit visrestaurant heeft een logische naamkeuze, want het is vernoemd naar de god van de zee. (Griekse benaming)
k Kan een sportmerk een betere naam kiezen dan die van de godin van de overwinning?
l Deze zaak gespecialiseerd in de gezonde slaap van haar klanten is vernoemd naar de god van de slaap. Een hele geruststelling als je naar bed gaat!
m Eén candybar en je kunt alle oorlogen aan.
n Dit bier is genoemd naar de god van de wijn. Is dit een eerder ongelukkige keuze? Niet wanneer je weet dat deze god ook staat voor vreugde en losbandigheid.
o Het schattige zoontje van Aphrodite doet deze geschenkhandel alle eer aan.
p Deze Griekse koning verwierf een ware heldenstatus door heel wat Spartanen te verslaan in een oorlog. Nu verovert hij met zijn chocolade in gouden dozen de hele wereld.





VERDER STUDEREN
In Tussenstop 3 heb je jezelf onder de loep genomen. Je hebt ontdekt wat je goed kunt, zeker wilt, graag doet en belangrijk vindt. Allemaal elementen die het je makkelijker maken om een studierichting te kiezen. Je zult merken dat het keuzeaanbod groot is, het is dus niet altijd even evident om meteen te beslissen wat, waar en hoe je gaat studeren. Enkele ondersteunende tools kunnen je daarbij helpen.
Hoe ziet het onderwijslandschap er na je secundaire studies uit?
Nog even en je slaat de deur van het secundair onderwijs achter je dicht. Je maakt in je hoofd waarschijnlijk al heel wat plannen rond je nieuwe studieloopbaan. Maar welke kant ga je uit? Hoe pak je dat efficiënt aan? Hoe maak je een goede keuze?
Onderstaand schema geeft een overzicht van de mogelijke opleidingsniveaus na het secundair onderwijs.
Doctor dr.
Master ma – minstens 60 sp
Schakelprogramma
45 tot 90 sp
Academische bachelor ABA – 180 sp (universitair niveau)
Naar: www.onderwijskiezer.be
©VANIN
Master-na-master manama – minstens 60 sp
OPLEIDINGEN
Bachelor-na-bachelor banaba – 60 sp
Professionele bachelor PBA – 180 sp (hogeschoolniveau)
Verkorte bachelor
Graduaatsopleiding 90-120 sp (hogeschoolniveau)
Hieronder vind je een toelichting bij bovenstaand schema. Scan de pagina en je ziet meteen welke opleidingen hierbij van toepassing zijn.
Graduaatsopleiding
In deze opleiding word je voorbereid op het uitoefenen van een beroep. Je gaat meteen deels aan de slag op de werkvloer en doet dus ineens praktijkervaring op. Dankzij deze praktische invalshoek is de opleiding theoretisch minder zwaar.
Bacheloropleidingen
Deze opleiding doorloopt drie academiejaren. Er bestaan twee vormen van bacheloropleidingen:
• De professionele bachelor (PBA) is gericht op de beroepspraktijk. Dus na het behalen van dit diploma kom je op de arbeidsmarkt terecht.
• De academische bachelor (ABA) richt zich op wetenschappelijk onderzoek en is veel theoretischer van aard. Je wordt hier immers voorbereid op een masteropleiding.
Masteropleiding (ma)
Masteropleidingen kunnen zich zowel richten op de beroepspraktijk als strikt theoretisch gericht zijn. Na deze universitaire studie volgt steeds een masterproef.
Na een van de vorige opleidingen kun je je verder verdiepen in:
• een bachelor-na-bacheloropleiding (banaba): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende bacheloropleiding.
• een master-na-masteropleiding (manama): je kiest een nieuwe, verdiepende, aansluitende masteropleiding.
• een educatieve opleiding: na een eerdere studie kun je kiezen voor een lerarenopleiding.
• een postgraduaat en na- en bijscholing: deze opleiding volgt op een bachelor- of masteropleiding en verdiept of verbreedt de reeds verworven competenties.
• een doctoraatopleiding (dr.): dit is de hoogste graad die je op universitair niveau kunt behalen. Je doet vier tot zes jaar lang wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of een wetenschappelijke instelling. Na de verdediging van je proefschrift – een origineel wetenschappelijk werk – behaal je dan de titel doctor of dr.
Je hebt je bachelordiploma behaald, maar je wilt nu een masteropleiding volgen, dan doorloop je eerst een schakelprogramma. Je academische vaardigheden en wetenschappelijke basiskennis worden hier verder op punt gesteld. Dit doe je in aanloop naar een masteropleiding.
Als je al een bachelor of master behaalde, kun je soms vrijstellingen krijgen bij aanvang van een nieuwe bachelor- of masteropleiding. Je behaalt je diploma dus op een kortere termijn, vandaar ook de benaming verkorte bachelor of master. Bepaalde opleidingen volgen sowieso verkorte programma’s.
Naar: www.onderwijskiezer.be
©VANIN
Wat zijn studiepunten? Wat is leerkrediet?
In het algemene schema vind je steeds een verwijzing naar het aantal studiepunten (sp) dat je opleiding je kost. Maar wat zijn nu precies die studiepunten? En wat is het verschil met leerkrediet?
1 Bekijk het fragment en vul onderstaand schema in. studiepunten leerkrediet
• Worden per aangegeven.
• Geven aan .
• Eén studiepunt staat gelijk aan +
• Gemiddeld nemen studenten studiepunten per jaar aan vakken op.
• Het staat je vrij om of studiepunten in te zetten.
• Een 3-jarige opleiding kost je studiepunten.
• Als je verder studeert, dan betaal je +
• Afstuderen aan een secundaire school levert je gratis punten leerkrediet op.
• Een vak van 3 studiepunten kost je leerkredietpunten.
• Je kunt je leerkrediet terugverdienen als je
• De eerste 60 punten krijg je terug als een soort van bonus.
• Als je niet slaagt, dan
• Als je leerkrediet op is, of
• Hoe kun je bijsturen? Als je je voor 1 december uitschrijft of van opleiding verandert, dan
©VANIN
Doe je hetzelfde tussen 1 december en 15 maart, dan
• Advies vraag je aan je
2 Even toepassen op de praktijk. Scan de pagina en probeer te achterhalen welke opleidingsvorm deze personen kunnen volgen. Geef ineens ook het aantal studiepunten.
OPLEIDINGEN TIP
Hoe begin je aan je zoektocht tussen de vele opleidingen? Ga naar ‘Zoeken via alfabet’ en geef hier een trefwoord in. Zo krijg je een gepaste opleiding voorgesteld. Bekijk even de info per voorgestelde opleiding en maak dan je keuze.
keuze
Emilie wil leerkracht Frans worden in de eerste graad.
Younes wil journalist worden op een nieuwssite.
Rueben wil musicalster worden.
Theresa wil scripts schrijven voor films.
Dries is gefascineerd door China en de Chinese cultuur.
opleidingsvorm studiepunten
Hoe kies je nu een opleiding die bij je past?
Veel studenten kiezen een opleiding omdat de inhoud ervan hen interesseert. Logisch, niet? Iets wat je graag doet, daar wil je immers veel tijd en moeite in steken. Maar wat als je een heel brede interesse hebt? Wat als je bedolven geraakt onder de keuze van uiteenlopende opleidingen?






3 Denk eens terug aan vroeger. Wat wilde je als kind later worden? Misschien sta je nog steeds achter de keuze van die kinderdroom, misschien weet je inmiddels beter … a Vul onderstaand schema eerst zelf in.
b Vraag nadien aan personen die dicht bij je staan (= bestie) welke job zij jou later zien uitoefenen en vanwaar die keuze komt.
c Stel de vraag opnieuw aan personen die jou op professioneel vlak beter kennen (= profie). Denk hierbij aan je coach, leider van de jeugdbeweging … De overige informatie kun je opzoeken via de onderwijskiezer.
kinderdroomhuidige droom bestie profie keuze
©VANIN
reden
opleiding die hierbij hoort opleidingsniveau kenmerken van de opleiding studiepunten waar te volgen

Ben je wel iemand die nog enkele jaren achter de studieboeken wil zitten? Of kies je liever voor een praktische opleiding? Scan de pagina en gebruik I-Study van Onderwijskiezer om meer inzicht in je studiemethode en -motivatie te krijgen.
Ben je er nog niet helemaal uit welke opleiding je voorkeur geniet? Je kunt op velerlei manieren een studierichting kiezen, bv. op basis van je favoriete studievak
4 Scan de pagina.
a Kies je favoriete studievak.
b Noteer per onderwijsniveau minstens één opleiding die je kunt volgen.
favoriete vak:
Heb je veel belangstelling in heel wat zaken? Dan kun je ook de I-Prefer test invullen en zo tot een aantal studierichtingen in het hoger onderwijs komen.
5 Welke opleidingen worden je voorgesteld?
a Kun je je in de voorstellen vinden?
b Welke voorstellen verrassen je?
c Van welke opleidingen heb je nog nooit gehoord?
Je kunt de resultaten eventueel voorleggen aan enkele leerkrachten, vrienden, je ouders … mocht je keuzestress nog toegenomen zijn.
Richt je interesse zich op een specifiek studiegebied, maar je weet niet welke opleidingen hier concreet aan gekoppeld zijn? Dan kun je kiezen op studiegebied
Hoe meer je weet, hoe groter de keuze … Misschien ben je inmiddels op heel wat nieuwe opleidingen gestoten die je keuzestress alleen maar doen toenemen. Om je te helpen richting een definitieve keuze kun je het keuzerooster invullen.
Hoe weet ik of ik succesvol kan starten in mijn hogere studies?
Niemand kan de toekomst voorspellen. En ook al staat alles in de sterren geschreven, toch kom je wel eens voor verrassingen te staan. Weet vooral: wie de wil heeft om iets te bereiken, heeft de belangrijkste stap al gezet, namelijk willen.
6 Scan de pagina.
a Lees de voorbeelden hieronder. Past de studiekeuze goed bij hun vooropleiding?
b Bekijk of de opleiding van jouw keuze goed aansluit bij je vooropleiding.
©VANIN
De namen van de studierichtingen in het secundair onderwijs zijn aangepast in september . Vraag aan je leerkracht met welke richting je ze kunt vergelijken.
A Maité volgt de richting ‘Kantooradministratie en gegevensbeheer’. Zij wil zich inschrijven voor de opleiding ‘Communicatie: commerciële communicatie’.
• Hoeveel slaagkans hadden studenten gemiddeld met eenzelfde vooropleiding?
• Welke vooropleiding had de grootste slaagkans?
• Kan het zijn dat Maité tegen alle verwachtingen in tóch slaagkansen heeft?
B Edo volgt de richting ‘Humane wetenschappen’ en wil volgend jaar ‘Oosterse talen en culturen Japan’ studeren.
• Hoe hebben zijn voorgangers het ervan afgebracht?
• Is het een zekerheid dat Edo zijn eerste jaar vlotjes zal halen?
C jouw vooropleiding: jouw studiekeuze:
• Hoeveel slaagkans heb je?
Mijn keuze staat vast … Kan ik meteen met de opleiding van start gaan?
Niet iedere studie is vrij toegankelijk, ook al behaalde je probleemloos een diploma secundair met de beste cijfers. Voor sommige opleidingen moet je eerst nog een test of zelfs ingangsexamen afleggen voor je aan de opleiding kunt starten.
Alvorens aan de slag te kunnen gaan in een lerarenopleiding ben je verplicht een instaptoets af te leggen. Het bewijs van deelname heb je immers nodig om je te kunnen inschrijven. Dankzij die test heb je meteen een zicht op je sterktes en zwaktes.
Wil je studies op universitair niveau starten, dan kun je je startniveau bepalen met behulp van de ijkingstoets. Voor sommige opleidingen is die zelfs verplicht.
Je vindt allerlei zelftests die je met een gerust gevoel aan een opleiding laten starten.

Hoe kies je de juiste hogeschool of universiteit?
Eens je studiekeuze min of meer bepaald is, is het de bedoeling een onderwijsinstelling te vinden die aan jouw behoeften voldoet. Belangrijk is daar je tijd voor te nemen. Ook daarbij biedt de onderwijskiezer je ondersteuning. Zo vind je vrij makkelijk een hogeschool of universiteit in jouw provincie. Klik zeker door naar de websites van de verschillende onderwijsinstellingen, die zijn een onuitputtelijke bron van informatie.
Vergelijk zeker het aanbod van de verschillende hogescholen of universiteiten. Hoe worden de examens geregeld? Hoe vaak heb je examens? Dat heeft uiteraard een invloed op de te verwerken hoeveelheid leerstof. Ga de sfeer op de campus al eens opsnuiven op infodagen en blader er de cursussen eens door. Informeer je op de SIDinbeurs, neem contact op met studenten die de opleiding van jouw keuze reeds volgen, neem deel aan een openlesdag of practicum om de leerstof en lesmethode al eens in de vingers te krijgen …
In deze tussenstop kreeg je allerlei tools om je weg in het onderwijsveld na je secundaire studies te vinden. Je hebt de verschillende opleidingsniveaus en bijhorende studierichtingen leren kennen. Je kreeg ook inzicht in de studieopleiding van jouw keuze. Je werd gewezen op de slaagkansen, evenals op ingangstesten die je misschien eerst verplicht nog moet afleggen. Je weet nu ook dat iedere hogeschool of universiteit een eigen manier van toetsen en examens heeft én een eigen cultuur en sfeer. Je kunt nu een weloverwogen studiekeuze maken. Veel succes!
UITDAGING: EEN EINDWERK MAKEN
Het belang van een goede bronvermelding
1 Geef drie redenen waarom een goede bronvermelding belangrijk is.
1 2 3
2 Bekijk het volgende fragment en beantwoord de bijhorende vragen.
a Kan artificiële intelligentie volgens jou ingezet worden om een tekst zoals je eindwerk te schrijven? Geef twee argumenten waarom wel of niet.
b De relatie tussen een tekst gegenereerd door chatGPT en de gebruikte bronnen is complex. Geef twee problemen die zich voordoen.
Duitse minister neemt ontslag na controverse over plagiaat in doctoraatsthesis
De Duitse federale minister van Familiezaken Franziska Giffey heeft ontslag genomen na een jarenlange controverse rond haar doctoraatsthesis. De minister werd in 2019 beschuldigd van plagiaat. De Vrije Universiteit van Berlijn onderzocht de thesis al in die periode, maar er werd nog steeds hevig gedebatteerd over de kwestie. Te midden van de controverse heeft de minister nu besloten om afstand te nemen van haar functie.
Bron: www.hln.be

Delchambre neemt ontslag na plagiaat in openingstoespraak ULB
Alain Delchambre, voorzitter van de raad van bestuur van de Université Libre de Bruxelles (ULB), neemt ontslag nadat hij tijdens de openingstoespraak van de universiteit letterlijke passages uit een eerdere toespraak van de Franse oud-president Jacques Chirac had gebruikt. De redacteur die de toespraak had opgesteld, werd al ontslagen.
Bron: www.vrt.be/vrtnws
Een correcte bronvermelding
3 Lees in de Trajectwijzer de richtlijnen om een correcte bibliogra e op te stellen.
Digitale hulpmiddelen
In het Onthouden-kader op p. 302-304 staan enkele digitale hulpmiddelen die je tijdens het schrijven kunt inzetten. Neem die informatie door en maak aansluitend volgende opdrachten.
4 Stel een bibliogra e op van onderstaande bronnen met behulp van Microsoft Word (of Scribbr). Zoek extra informatie op indien nodig.
BRON 1 In 2022 bracht Van Dale dit boek uit:

BRON 2

https://www.onzetaal.nl/tijdschrift/03-2023/artikel/slecht-nieuws-goed-brengen-hoe-doe-je-dat



5 Plak een alinea uit je eindwerk in de Schrijfassistent en laat die controleren. Bekijk de suggesties kritisch. Waarop moet je extra letten bij het schrijven van de volgende onderdelen? Formuleer drie tips voor jezelf.
onthouden
Digitale hulpmiddelen tijdens het schrijven
Bibliografie opstellen
Een bibliografie volledig zelf uitschrijven is best een tijdrovende klus. Gelukkig zijn er enkele digitale hulpmiddelen die je daarbij kunnen helpen. In Microsoft Word kun je de nodige informatie van elke bron ingeven om later een bibliografie te genereren.
In Word kun je automatisch een bibliografie opstellen. Dat doe je als volgt:
1 Klik op Verwijzingen in het lint bovenaan de pagina.
2 Klik op Citaat invoegen en kies voor de optie Nieuwe bron toevoegen...
3 Selecteer het type bron en geef alle gekende informatie over de bron in.
4 Klik vervolgens op OK
5 Selecteer bij Stijl de methode die je wilt gebruiken om de bronnen te vermelden, bv. de APA-methode.
6 Klik op Bibliogra e en kies de opmaak die je wilt gebruiken.
Wil je later de bibliografie aanpassen omdat je nieuwe bronnen hebt toegevoegd? Klik met de rechtermuisknop op je bibliografie en kies Veld bijwerken

Werk je niet met Microsoft Word? Dan kun je ook gebruikmaken van de gratis bronnengenerator van Scribbr. Surf daarvoor naar https://www.scribbr.nl/bronvermelding/generator/
©VANIN
Spellingscontrole
De meeste tekstverwerkers hebben een ingebouwd spellingscontroleprogramma. Door dat te gebruiken, worden spelfouten tijdens het schrijven gemarkeerd.
• spellingscontrole in Microsoft Word
Wanneer je een woord volgens de spellingscontrole fout spelt, wordt dat woord onderlijnd en krijg je een suggestie van het programma te zien wanneer je op het woord gaat staan en op de rechtermuisknop klikt.

©VANIN
Zorg dat het spellingscontroleprogramma werd ingesteld in de juiste taal(variant), zo voorkom je vergissingen.
• online spellingscontroleprogramma’s
Ook online vind je meerdere spellingscontroleprogramma’s terug. Het is een goed idee om een schrijfhulpmiddel te testen alvorens je aan de slag gaat met je geschreven tekst, zo weet je dat de tool goed werkt.
Taal- en stijlfouten
Wanneer je zelf een tekst hebt geschreven en hebt nagelezen, is het mogelijk dat je niet elke taal- of stijlfout hebt opgemerkt. Er bestaan digitale schrijfhulpmiddelen die je kunnen helpen om die fouten alsnog op te sporen en te verbeteren.
In lanceerden VRT, De Standaard en KULeuven zo’n schrijfhulpmiddel: Schrijfassistent Nederlands. Je geeft je tekst in op de website en krijgt meteen adviezen en alternatieven.

Stappenplan bij het gebruik van Schrijfassistent Nederlands
1 Kopieer je tekst (in delen) en plak die in de Schrijfassistent Nederlands.
2 Kies vervolgens waarop je het programma wilt laten focussen (dt-fouten, passief, herhaling …).
3 Lees onderaan de pagina de extra informatie over de taal- of stijlfout.
4 Bekijk de gemarkeerde woorden of zinnen.
5 Ga met je pointer op het woord staan en lees waarom het woord gemarkeerd werd.
6 Denk kritisch na. Indien de suggestie van het hulpmiddel klopt, pas je de suggestie toe in je oorspronkelijke tekst.
Schrijf je tekst eerst in een tekstverwerkingsprogramma en kopieer de tekst vervolgens naar het online hulpmiddel. Zo loop je niet het risico dat de tekst verloren gaat wanneer er zich onverwachte internetproblemen voordoen.
©VANIN
Tip
Een digitaal hulpmiddel kan ook fouten maken. Daarom is het belangrijk om na te gaan waarom iets als fout of onwenselijk wordt aangeduid. Ben je het niet eens met de suggestie van een schrijfhulpprogramma? Pas dan je tekst niet aan.
Eerste hulp bij taalkwesties
Soms heb je een concrete vraag over een taalkwestie. Je kunt dan de volgende digitale bronnen raadplegen.
• woordenlijst.org
Op deze website kun je de correcte spelling en het correcte meervoud van een bepaald woord terugvinden. Naast de woordenlijst vind je er ook een leidraad met de regels van onze spelling. De Woordenlijst Nederlandse Taal is ook gekend in boekvorm: Het Groene Boekje
• Taaladvies.net
Deze website werd opgericht door De Taalunie. Je vindt er een lijst van taalkundetermen, interessante naslagwerken en een overzicht van antwoorden op taalvragen. Je kunt ook een taalvraag indienen op de website, die wordt beantwoord door de taaladviseurs van Het Genootschap Onze Taal en de Taaltelefoon. De antwoorden op de vragen worden vervolgens op de website gepubliceerd met een verwijzing naar de gebruikte naslagwerken. Belangrijk om te weten: deze website schrijft niet voor wat wel of niet correct is, maar geeft weer wat, in verschillende regio’s, in welke mate gangbaar is.
Naar: taaladvies.net
Artificiële intelligentie als schrijfhulpmiddel
In onze huidige maatschappij is het gebruik van artificiële intelligentie niet meer weg te denken. Artificiële intelligentie gebruiken om een eindwerk te schrijven is niet meer onmogelijk, maar brengt heel wat risico’s met zich mee. Daarom is het belangrijk om kritisch om te gaan met die programma’s (zie ook Tussenstop ).
Een voorwoord schrijven
Een voorwoord is een tekst die voorafgaat aan een groter werk zoals een boek of een eindwerk.
6 Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goed voorwoord? Omcirkel het juiste element zodat de uitspraken kloppen.
onthouden
©VANIN
Een voorwoord schrijven
Vorm
• Een voorwoord wordt wel / niet geschreven in de ik-vorm.
• De lengte van een voorwoord is maximum 1 / 2 / 3 bladzijde(n).
• Bovenaan / Onderaan het voorwoord vermeld je naam, plaats en datum.
Inhoud
• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om te verwijzen naar de aanleiding van je eindwerk.
• Een voorwoord is wel / niet de geschikte plaats om je onderzoeksmethode (in geval van een onderzoek) grondig toe te lichten.
• Een voorwoord bestaat wel / niet uit een samenvatting van je eindwerk.
• In een voorwoord is er wel / geen ruimte om je persoonlijke ervaringen tijdens het schrijven van je eindwerk te verwoorden.
• In een voorwoord mag je de mensen die je geholpen hebben wel / niet bedanken.
Hoewel het woord ‘voorwoord’ het niet doet vermoeden, start je meestal pas met het schrijven van een voorwoord nadat je de rest van je eindwerk geschreven hebt. Dit omdat je in je voorwoord terugblikt op enkele zaken.
7* Beantwoord de volgende richtvragen om je op weg te helpen.
Heb je bepaalde dingen geleerd tijdens het schrijven van dit eindwerk?
Waarover gaat je eindwerk?
Hoe heb je het schrijven van dit eindwerk ervaren? Waarom? verhelderend – uitdagend – vernieuwend – eenvoudig …
Waarom heb je een eindwerk rond dit thema geschreven?
Wie heeft je geholpen om dit eindwerk tot een goed einde te brengen? Wat heeft die persoon voor jou gedaan? (Start met de persoon wiens bijdrage het belangrijkst was.)
8 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een voorwoord. Je kunt daarvoor dit schrijfkader gebruiken.
Alinea 1: een introductie van je eindwerk waarin je ook de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk vermeldt.
Alinea 2: persoonlijke ervaringen of ondervindingen tijdens het schrijven van je eindwerk.
Alinea 3: bedanking van de mensen die je geholpen hebben bij maken van je eindwerk. Plaats die mensen in een logische volgorde (de persoon die de grootste bijdrage leverde, wordt eerst vermeld). schrijven
9 Kijk je voorwoord grondig na aan de hand van de volgende checklist. Maak eventueel gebruik van digitale hulpmiddelen (zie p. 302-304).
Checklist
inhoud
Ik vermeld de aanleiding voor het schrijven van dit eindwerk.
Ik vermeld mijn persoonlijke ervaringen of ondervindingen die ik had tijdens het schrijven van dit eindwerk.
Ik bedank iedereen die me geholpen heeft bij het opstellen van dit eindwerk in een logische volgorde.
vorm
Ik gebruik de ik-vorm.
Mijn alinea’s zijn goed opgebouwd en duidelijk afgebakend.
Ik gebruik voldoende structuuraanduiders.
Ik maak geen spel- of taalfouten.
10 Laat je voorwoord nalezen door een medeleerling en vraag hem/haar om twee tips te geven om je tekst beter te maken.
1
2
Een eindwerk samenvatten
Vorig jaar leerde je hoe je een goede samenvatting kunt maken van een tekst. In deze Eindstop leer je hoe je je eindwerk op een duidelijke en gestructureerde manier kunt samenvatten.
Om tot een goede samenvatting te komen, is het belangrijk om de essentiële informatie eerst te structureren in de vorm van een schema
11 Vorig jaar leerde je de kenmerken van een goed schema. Welke kenmerken herinner je je nog?
12 Maak nu een schema van je eigen eindwerk aan de hand van onderstaande vragen.
a Wat is het onderwerp van je eindwerk?
b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?
probleemstructuur
maatregelstructuur
evaluatiestructuur
handelingsstructuur
onderzoeksstructuur
chronologische structuur
c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer
d Gebruik de deelvragen om je eindwerk te schematiseren.
©VANIN
titel:
onderwerp
Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.
deelvraag 1
deelvraag 2
deelvraag 3
deelvraag 4
deelvraag 5
deelvraag 6
conclusie
Je vertrekt nu vanuit je schema om een schriftelijke samenvatting van je eindwerk te maken.
Voor het schrijven
Het is belangrijk om het doel en het doelpubliek van je samenvatting in het achterhoofd te houden. Zo zal een samenvatting voor je medestudenten minder uitgebreid zijn dan een samenvatting voor een jury.
©VANIN
1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht. doel:
doelpubliek:
2 Maak een schrijfplan voor je samenvatting waarin je de relevante informatie uit je schema gebruikt. Geef in dit schrijfplan aan welke informatie je in de inleiding, de conclusie en in elke alinea wilt vermelden.
Tijdens het schrijven
3 Hou tijdens het schrijven van een gedetailleerde samenvatting rekening met de volgende aandachtspunten.
• Schrijf een doorlopende tekst met een IMS-structuur.
• Zorg voor een logische opbouw binnen elke alinea: een kernzin en uitwerking.
• Maak gebruik van duidelijke signaal- en verwijswoorden.
Na het schrijven
4 Neem je samenvatting grondig door en beoordeel ze aan de hand van de evaluatiematrix op p. .
Evaluatiematrix – Schrijven: samenvatten
volledigheid en duidelijkheid
Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
De tekst is onderverdeeld in alinea’s. Die alinea’s werden correct opgebouwd (kernzin en uitwerking).
- De samenhang en structuur van de tekst wordt onderbouwd door signaalen verwijswoorden.
- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn duidelijk.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.
De tekst is opgebouwd volgens het IMS-principe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar:
De tekst is onderverdeeld in alinea’s. De tekstsamenhang (binnen de alinea en/of tussen alinea’s) is echter een werkpunt.
- Je maakt gebruik van signaal- en verwijswoorden, maar niet voldoende en/of niet altijd op een correcte manier.
- De verbanden tussen verschillende tekstonderdelen zijn meestal, maar niet altijd duidelijk.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting maar geeft soms te veel/ weinig details.
correctheid en aantrekkelijkheid
De taal van het eindresultaat is (nagenoeg) foutloos.
De tekst bevat enkele taalfouten die
- de communicatie niet hinderen; - de boodschap niet in de weg staan.
De tekst is niet opgedeeld volgens het IMS-principe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
©VANIN
-De omvang van je samenvatting bedraagt niet meer dan een derde van de oorspronkelijke tekst.
- De lengte van de verschillende onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.
Aanvullende commentaar:
-De omvang van je samenvatting is net niet te uitgebreid.
- De lengte van de meeste onderdelen is in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst, maar niet altijd.
-De tekst werd niet opgedeeld in alinea’s. -De alinea’s vormen geen geheel én vertonen geen onderlinge samenhang.
- Je maakt onvoldoende of geen gebruik van signaal- en verwijswoorden, daardoor mist je tekst structuur en samenhang.
- De verbanden tussen de verschillende tekstonderdelen zijn niet duidelijk.
-Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.
-Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.
De tekst bevat te veel en/of te opvallende taalfouten.
-Je samenvatting is te beperkt of te uitgebreid.
- De lengte van de verschillende onderdelen is niet in verhouding tot de lengte van de oorspronkelijke tekst.
Gebruik nu afsluitend je schema om een mondelinge samenvatting van je eindwerk te maken.
Voor het spreken
1 Bepaal het doel en het doelpubliek van je samenvatting in samenspraak met je leerkracht.
doel:
doelpubliek:
2 Gebruik je schema als kapstok. Je schema geeft de structuur van je presentatie weer.
©VANIN
Tijdens het spreken
3 Hou tijdens het mondeling samenvatten van je eindwerk rekening met de volgende aandachtspunten.
• Maak gebruik van een IMS-structuur.
• Leer de tekst niet uit het hoofd. Gebruik de structuur van je schema als leidraad.
• Let op je houding en lichaamstaal.
• Maak gebruik van duidelijke visuele ondersteuning indien dat is toegestaan. Meer informatie over het mondeling presenteren van je eindwerk kun je terugvinden op p. -.
Na het spreken
4 Oefen je mondelinge samenvatting een paar keer. Maak eventueel een opname zodat je jezelf kunt beoordelen en feedback voor jezelf kunt formuleren. Gebruik daarvoor de evaluatiecriteria op p. .
Evaluatiematrix – Spreken: samenvatten
volledigheid en correctheid
Je samenvatting is opgesteld aan de hand van een duidelijke IMS-structuur.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting met de nodige details.
Je samenvatting is opgebouwd volgens het IMSprincipe. De inleiding en het slot zijn aanwezig, maar
Je samenvatting is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
©VANIN
Je samenvatting is afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je verwerkt alle relevante informatie in je samenvatting, maar je geeft soms te veel / te weinig details.
Je samenvatting is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.
gepastheid en aantrekkelijkheid
Het tempo van je uiteenzetting is goed.
Je samenvatting is niet te uitgebreid of te bondig.
Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.
Je spreekt soms te snel / te traag.
Je samenvatting is net te uitgebreid / te bondig.
Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op
- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je samenvatting.
- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je samenvatting.
Je samenvatting is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je spreekt veel te snel / te traag.
Je samenvatting is te vaag / te beperkt / te uitgebreid.
Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op
Aanvullende commentaar:
Een eindwerk presenteren
Ga aan de slag met onderstaand stappenplan om een goede mondelinge presentatie over je eindwerk te geven.
STAP 1
Breng de verwachtingen over je presentatie in kaart.
a Wat is het doel van je presentatie?
informeren instructies geven je mening geven
beïnvloeden amuseren
overtuigen ontroeren
b Wie is het doelpubliek van je presentatie?
medeleerlingen interne jury andere:
leerkrachten externe jury
c Welke inhoud moet je presenteren?
een voorstel van het concept van je eindwerk
een tussentijdse presentatie
een korte samenvatting van je volledige eindwerk
een uitgebreide samenvatting van je volledige eindwerk
d Hoe mag je die inhoud presenteren?
individueel
in groep
met visuele ondersteuning
zonder visuele ondersteuning
e Hoeveel tijd krijg je voor je presentatie?
f andere verwachtingen:
©VANIN
2
Breng structuur in je verhaal.
Heb je al een schematische weergave van je eindwerk gemaakt? Dan kun je dat schema gebruiken en verdergaan naar stap 3.
Geef de inhoud van je eindwerk schematisch weer met behulp van onderstaande vragen. Hou de verwachtingen van de presentatie in gedachten. Je hebt bv. meer informatie nodig om een uitgebreide samenvatting van je eindwerk te presenteren dan wanneer je een korte tussentijdse presentatie geeft.
a Wat is het onderwerp van je eindwerk?
b Is je eindwerk opgesteld aan de hand van een van de vaste tekststructuren?
probleemstructuur handelingsstructuur
maatregelstructuur onderzoeksstructuur
evaluatiestructuur chronologische structuur
c Bekijk de deelvragen van die tekststructuur in de Trajectwijzer
Is je eindwerk niet opgebouwd aan de hand van een vaste tekststructuur? Probeer dan de informatie in je schema te ordenen op basis van de deelvragen/tussentitels die je zelf hebt bepaald.
titel:
onderwerp
deelvraag 1
deelvraag 2
deelvraag 3
deelvraag 4
deelvraag 5
deelvraag 6
conclusie
©VANIN
STAP 3 Voorzie je presentatie eventueel van visuele ondersteuning. Er zijn verschillende tools om je presentatie te voorzien van visuele ondersteuning. Enkele bekende programma’s zijn PowerPoint, Prezi, Google Presentaties …
• Hou je presentatie sober en overzichtelijk.
- Vermijd schuinlopende teksten, schreeuwerige kleuren of opflitsende teksten en beelden.
- Beperk het gebruik van animatie en speelse effecten. Ze leiden enkel de aandacht af.
- Kies voor een duidelijk lettertype, zoals Arial of Helvetica.
- Gebruik geen letteranimatie, schaduw- of knippereffecten.
- Zorg dat de kleuren voldoende contrasteren zodat de tekst leesbaar is.
• Hou de tekst op je presentatie beperkt.
• Kies voor duidelijke, eenvoudige en sprekende illustraties.
• Deel je presentatie op in duidelijke onderdelen.
STAP 4 Oefen de presentatie in.
Leer je tekst niet uit het hoofd, want dan bestaat het risico dat je heel onnatuurlijk overkomt. In het gewone leven praat je de hele tijd zonder uitgeschreven tekst. Je kunt het dus! Oefen je presentatie wel enkele keren. Maak eventueel een opname en bekijk die kritisch of vraag iemand om feedback. Je kunt daarvoor de evaluatiecriteria op p. 314 gebruiken.
STAP 5 Herwerk de presentatie.
Herwerk je presentatie nadat je feedback hebt gekregen of nadat je een eerste keer hebt geoefend. Herwerk zowel inhoudelijke punten als de manier waarop je de presentatie hebt aangepakt.
STAP 6 Presenteer.
STAP 7 Reflecteer.
Elk spreekmoment is een voorbereiding op een volgend spreekmoment. Beoordeel na afloop of je duidelijk, volledig en correct bent geweest. Probeer zo snel mogelijk na je presentatie kort te noteren wat je zwakke en sterke punten waren.
Evaluatiematrix – Spreken: een eindwerk presenteren
volledigheid en correctheid
De inhoud van je presentatie is logisch en duidelijk gestructureerd. Je presentatie is opgebouwd volgens het IMS-principe.
Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie met de nodige details.
De inhoud van je presentatie is grotendeels duidelijk gestructureerd.
Je presentatie is afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je verwerkt alle relevante informatie in je presentatie, maar je geeft soms te veel / te weinig details.
Je presentatie is niet volledig afgestemd op je doel en doelpubliek.
gepastheid en aantrekkelijkheid
Het tempo van je uiteenzetting is goed.
Je lichaamstaal sluit aan bij de opdracht.
De visuele ondersteuning sluit goed aan bij je presentatie en voldoet aan de kenmerken van een goede presentatie.
Je spreekt soms te snel / te traag.
Je lichaamstaal sluit meestal aan bij de opdracht, je moet nog letten op
De inhoud van je presentatie is niet duidelijk gestructureerd. Je presentatie is niet opgedeeld volgens het IMSprincipe. Inleiding en/of slot ontbreken of zijn te beperkt uitgewerkt.
- Je verwerkt niet alle relevante informatie in je presentatie.
- Je verwerkt te veel irrelevante informatie in je presentatie.
Je presentatie is niet afgestemd op je doel en doelpubliek.
Je spreekt veel te snel / te traag.
Je lichaamstaal sluit niet aan bij de opdracht. Je moet letten op
©VANIN
Aanvullende commentaar:
- De visuele ondersteuning sluit grotendeels aan bij je presentatie.
- Je visuele ondersteuning voldoet aan bijna alle kenmerken van een goede presentatie. Je moet nog werken aan
- De visuele ondersteuning sluit niet aan bij je presentatie.
- Je visuele ondersteuning voldoet niet aan de kenmerken van een goede presentatie.
1
Je weet wat het episch theater inhoudt en kenmerkt
Je weet wat het absurdistisch theater inhoudt en kenmerkt
Episch en absurdistisch theater ©VANIN
Je kunt de kenmerken van episch en absurdistisch theater herkennen in moderne literatuur, films of series
Je kent de overeenkomsten en verschillen tussen episch en absurdistisch theater 2 3
EEN RAAM OP DE WERELD IS EEN THEATER WAARD
1* Wat is theater voor jou? Vul onderstaande zinnen aan zonder te lang na te denken.
Theater moet gaan over … Ik beleef theater als iets …
Theater is voor mij interessant als …
2* Je krijgt per groep enkele citaten over theater. Bespreek wat deze zouden kunnen betekenen en rangschik de citaten: met welk citaat zijn jullie het eens, met welk niet? Geef argumenten.
EPISCH THEATER








1 Bekijk de afbeeldingen op de vorige pagina. Het zijn allemaal voorbeelden van episch theater.
a Voor je op ontdekking gaat naar dit theatergenre, geef je aan wat deze beelden bij jou oproepen. Vul aan: op basis van deze afbeeldingen denk ik dat episch theater … is.
b Wat betekent het woord ‘episch’ volgens jou?
verhalend spannend fenomenaal tragisch
c Kun je dit linken aan je antwoord bij a?
Je weet nog niet erg veel over episch theater, maar daar komt snel verandering in.
2 Op de volgende pagina’s staan drie bronnen.
a Bekijk alle bronnen aandachtig en neem notities.
b Vul aan de hand van jouw notities het Onthouden-kader over episch theater op p. 319 aan.
c Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. Kwamen jullie tot dezelfde bevindingen?





Episch theater
Episch theater is verhalend theater en staat ook bekend als het theater van de vervreemding of politiek theater. Het ontstond in het begin van de 20e eeuw en is nauw verbonden met de Duitse theatermaker Bertolt Brecht.
Opkomst
In de jaren twintig en dertig willen Brecht en zijn medestanders het traditionele schouwburgtheater, dat louter gericht was op het vermaken van het publiek, veranderen. Ze zien in dat het schijnpersonages zijn waarmee het publiek tijdens het traditionele theater meeleeft en daardoor even de dagelijkse beslommeringen vergeet. Dat is mooi voor even, maar doen ze een stap naar buiten, dan zijn de omstandigheden waarin ze leven onveranderd. En in die tijd zijn die omstandigheden niet zo fraai; het is crisistijd. Brecht wil dan ook theater maken dat inzicht geeft in de maatschappelijke en politieke situatie. Theater kan en moet de wereld veranderen, vindt Brecht.
Vervreemdingstechnieken
Inzicht geven en de ratio aanspreken zijn twee van de belangrijkste uitgangspunten van het episch theater. Om te bereiken dat het publiek zich niet te zeer door het verhaal laat meeslepen, zet Brecht – en later andere theatermakers – ‘vervreemdingstechnieken’ in. Het episch theater lijkt hierdoor in niets op het echte leven: het maakt vaak gebruik van maskers, opvallende grimering en vertellers die commentaar geven op de gebeurtenissen op het toneel. Ook de personages maken in hun spel het publiek steeds duidelijk dat er ‘slechts’ toneel gespeeld wordt: de spelers identificeren zich nooit volledig met hun rol en leveren soms zelfs commentaar op hun eigen rol of spel (in tegenstelling tot method acting). Er zijn vaak wisselingen van plaats en tijd, die slechts verduidelijkt worden door eenvoudige rekwisieten zoals een naambordje, en decorwisselingen vinden voor het oog van het publiek plaats. Nu en dan wordt het spel doorbroken voor een lied waarin commentaar geleverd wordt op de situatie op het toneel. Personages in het episch theater zijn bovendien eerder archetypen dan realistische mensen en ze vertegenwoordigen verschillende kanten van een discussie of argument. Alle eigenschappen van de personages worden uitvergroot.
Door die technieken te gebruiken, wil Brecht voorkomen dat het publiek zich te veel inleeft, zodat toeschouwers worden aangemoedigd om kritisch na te denken over de maatschappij.
Naar: nl.wikipedia.org

Episch Theater
Episch theater is een theatervorm die ontstaan is in Duitsland in de twintiger jaren van de 20e eeuw onder impuls van regisseur Erwin Piscator, met als belangrijkste representant de toneelschrijver Bertolt Brecht met zijn Dreigroschenoper (1928). Het is een vorm van het drama waarin gepoogd wordt menselijke lotgevallen op een bovenindividuele wijze voor te stellen. Het kent daarom geen specifieke held, maar introduceert een algemeen menselijke trek, belichaamd door een personage of een beschouwer van het menselijk handelen. De geslotenheid van het aristotelisch drama wordt in het episch theater opgeheven in een structuur die zowel handeling als commentaar omvat. Het is anti-illusionistisch in die zin dat het de illusie van het klassieke of romantische drama doelbewust doorbreekt door middel van het vervreemdingseffect, zoals het inschakelen van een koor, gebruik te maken van projecties of doorbreking van de vierde wandfictie d.m.v. een verteller, de zgn. episering. De toeschouwer wordt zo op afstand gehouden opdat hij zich niet identificeert met één van de personages en zo in staat blijft de gepresenteerde handeling zo objectief mogelijk te beoordelen. Het episch drama is doorgaans politieksociaal geïnspireerd.

Theatertheorie van Bertolt Brecht (1898-1956)
Brecht verzet zich tegen het illusionistische theater van zijn tijd. Vanuit zijn politieke en maatschappelijke betrokkenheid wil Brecht juist dat de toneelspeler contact maakt met het publiek en dat het publiek aan het denken wordt gezet. De acteur mag dus niet opgaan in zijn rol. Hij moet zijn personage tonen, niet zijn. Brecht wil een bepaalde afstandelijkheid creëren tussen spel en publiek, zodat de toeschouwers niet gedachteloos meeleven met de personages, maar nadenken over wat ze zien. Brecht gebruikt hiervoor het woord ‘vervreemding’. Manieren om die vervreemding te bereiken zijn bijvoorbeeld: de handeling van het stuk onderbreken met een lied, een acteur die uit zijn rol stapt om commentaar te geven op het stuk, decorwisselingen voor de ogen van het publiek en het aan elkaar monteren van losstaande scenes. Brechts theorieën zijn van grote invloed geweest op het moderne Nederlandse theater.
Bron: theaterencyclopedie.nl


©VANIN
De Duitser Bertolt Brecht (-) wordt beschouwd als de grondlegger van het episch theater. Hij is overtuigd marxist en deze ideologie neemt hij over in zijn theaterstukken. Zijn politieke overtuiging inspireert hem tot het ontwikkelen van zijn eigen soort episch theater (dialectisch theater). Brecht wil zijn publiek tot inzicht dwingen. Hij wil hen aan het denken zetten over maatschappelijke en economische onderwerpen. Theater dient volgens hem niet om emoties op te roepen. Het publiek mag zich dan ook niet identificeren met de personages of de gebeurtenissen op het toneel.
Onderweg


Zijn bekendste werken zijn Die Dreigroschenoper (De Driestuiversopera), Mutter Courage und ihre Kinder (Moeder Courage en haar kinderen) en Was kostet das Eisen (Wat kost het ijzer? ).
Onthouden
Het episch theater (ook wel het dialectisch theater genoemd) is een theatergenre dat zich historisch situeert in van de e eeuw. wordt gezien als de grondlegger van dit genre, maar is zonder twijfel de bekendste maker van het episch theater. Zijn meest gekende stuk, (), is niet louter theater, maar heeft ook een muzikaal element. Andere stukken van Brecht zijn bijvoorbeeld en
©VANIN
Inhoudelijk staan en thema’s centraal. De epische theatermaker wil dan ook dat het publiek hier nieuwe inzichten over verwerft. Brecht wordt bijvoorbeeld geïnspireerd door het communisme.
Voor de epische theatermaker mag theater enerzijds geen zijn. Anderzijds mag het publiek niet de illusie krijgen dat wat er op het podium gebeurt gelijkaardig is aan zijn of haar echte leven. Het publiek moet daarentegen een houding aannemen en mag zich niet vereenzelvigen met wat er op het theater gebeurt. Deze theatervorm is dus niet . Om dit te realiseren wordt er gebruikgemaakt van het . Het doel daarbij is dat het publiek op afstand blijft en zo het gebeuren op het podium kan bekijken. Er is dus geen emotionele binding met wat er zich op de bühne afspeelt.
Ook voor de acteur wordt de illusie van het theater doorbroken. De acteur mag zeker niet één worden met zijn personage. Dat staat in schril contrast met waarbij de acteur zich vereenzelvigt met zijn personage.
Die afstandelijke houding tussen personage, acteur en publiek kadert binnen wat de brechtiaanse genoemd wordt, de theaterfilosofie van Brecht.
3 Vandaag de dag wordt episch theater nog steeds opgevoerd. Bekijk een fragment uit Culture Club en beantwoord de vragen.
a Noteer relevante informatie die je te horen krijgt over het theatergezelschap Tutti Fratelli.
b Noteer eveneens belangrijke zaken over De Driestuiversopera
c Gebruik die informatie om na te gaan waarom het niet vreemd is dat een theatergezelschap als Tutti Fratelli een episch stuk opvoert. Ga daarbij uit van de sociale context van beide.
d Je leerde al dat het episch theater gebruikmaakt van vervreemdingstechnieken. Daar wordt kort naar verwezen aan het einde van het fragment. Welke vervreemdingstechniek komt daar aan bod?
©VANIN
Onthouden
Door onder andere gebruik te maken van vervreemdingstechnieken willen epische theatermakers ervoor zorgen dat het publiek zich niet te veel laat meeslepen. Zo wordt er afstand gecreëerd tussen het theaterstuk en het publiek.
• Er wordt gebruikgemaakt van een (auctoriële) verteller.
• Decorwissels gebeuren voor de ogen van het publiek.
• Er wordt gebruikgemaakt van liederen waarin commentaar gegeven wordt op wat er op het toneel gebeurt.
• Allegorieën en stereotypen komen veelvuldig voor.
De essentie van de vervreemdingstechnieken is om aan te tonen dat het fictie betreft. Een manier om dit te bewerkstelligen is het doorbreken van ‘de vierde wand’.
4 Bekijk de vier voorbeelden hieronder en achterhaal wat bedoeld wordt met het doorbreken van de vierde wand.




De invloed van het episch theater in het algemeen en van Bertolt Brecht in het bijzonder op film en theater valt niet te overschatten. De Deense filmregisseur Lars von Trier liet zich voor zijn meesterwerk Dogville duidelijk inspireren door enkele epische technieken.
5 Bekijk de proloog van deze lm en formuleer vier zaken die je aan het episch theater linkt.
‘Art
is not a mirror held up to reality but a hammer with which to shape it.’
6 Verklaar dit citaat van Brecht aan de hand van wat je nu weet over het episch theater.
a Wat betekent het volgens jou?
b* Ben jij het daarmee eens?
c Otto Dijk, een Nederlandse schrijver, repliceert hierop als volgt: ‘De tragiek van Brecht is dat hij de wereld wilde veranderen, maar niet verder is gekomen dan het theater.’ Wat wil Dijk daarmee zeggen?
7 Je startte deze les met het bespreken van enkele citaten in groep. Herinner je je een citaat dat episch of brechtiaans genoemd kan worden?
ABSURDISTISCH THEATER
1* Lees (of speel) de toneeltekst.
a Waarover gaat dit fragment volgens jou?
b Welk gevoel krijg je na het lezen van dit fragment?
c Het fragment dat je net las, is het begin van Wachten op Godot, het bekendste toneelstuk van Samuel Beckett, die bovendien gezien wordt als de belangrijkste schrijver binnen het absurdistisch theater. Vladimir en Estragon wachten bij een boom nabij een landweg op Godot. Wie of wat zou Godot volgens jou kunnen zijn?


EERSTE BEDRIJF

Landweg met een boom. Avond. Estragon zit op de grond en probeert zijn schoenen uit te trekken. Woedend trekt hij eraan met twee handen en slaakt kreten van inspanning. Uitgeput houdt hij op en rust hijgend uit. Begint dan weer opnieuw. Zelfde spel. Vladimir komt op.
Estragon (Hij houdt opnieuw op.) Het heeft geen zin.
Vladimir (Hij komt dichterbij, met kleine, stijve pasjes, wijdbeens.) Dat begin ik ook te geloven. (Hij blijft onbeweeglijk staan.) Ik heb me lang tegen deze gedachte verzet en ik zei, Vladimir, wees verstandig, je hebt nog niet alles geprobeerd. En dan begon ik de strijd opnieuw. (Hij denkt over de strijd na, zegt dan tegen Estragon:) Zo, dus je bent weer terug.
Estragon Denk je?
Vladimir Ik ben blij je weer te zien. Ik dacht dat je voor altijd verdwenen was.
Estragon Dat dacht ik ook.
Vladimir Wat zullen we doen om dit weerzien te vieren? (Hij denkt na.) Sta op, dan kan ik je omhelzen. (Hij reikt Estragon de hand.)
Estragon (geïrriteerd) Straks, straks. (stilte)

Vladimir (gefrustreerd, koel) Mag ik vragen waar meneer de nacht heeft doorgebracht?
Estragon In een greppel.
Vladimir In een greppel? Waar dan?
Estragon (zonder te wijzen) Daar.
Vladimir Hebben ze je niet geslagen?
Estragon Ja ... maar niet erg.
Vladimir Waren het dezelfde?
Estragon Dezelfde? Dat weet ik niet.

©VANIN
Vladimir Als ik denk ... aan al die tijd ... vraag ik me af ... wat er van jou terecht zou zijn gekomen ... zonder mij. (heel zeker) Je zou op ’t ogenblik niet meer zijn dan een hoopje beenderen, dat is zeker.
Estragon (geërgerd) En wat dan nog?
Vladimir (neerslachtig) Dit is te veel voor een mens. (pauze, dan heftig) Maar aan de andere kant vraag ik me af waar het goed voor is nu de moed te verliezen. Een eeuwigheid geleden hadden we eraan moeten denken, zo omstreeks 1900.

Estragon Hou op, help me deze rotschoenen uittrekken.
Vladimir Hand in hand zouden we als eersten van de Eiffeltoren zijn gesprongen. Toen stonden we er goed voor. (Estragon trekt woedend aan zijn schoen.) Wat doe je?
Estragon Ik trek mijn schoen uit. Doe jij dat nooit?
Vladimir Hoe vaak heb ik je al gezegd dat je ze iedere dag moet uittrekken? Waarom luister je niet naar me?
Estragon (met zwakke stem) Help me!
Vladimir Heb je pijn?
Estragon Pijn! Hij vraagt of ik pijn heb!

Vladimir (driftig) Jij denkt dat jij alleen maar lijdt. Ik tel niet. Ik zou jou weleens in mijn plaats willen zien. Dan zou je wel anders praten.
Estragon Heb je pijn gehad?
Vladimir Pijn. Hij vraagt of ik pijn gehad heb!

Onderweg
De Ier Samuel Beckett is de bekendste schrijver van absurdistische toneelstukken. Na verschillende omzwervingen vestigde hij zich in Frankrijk. Om die reden beschouwen zowel de Ieren als de Fransen hem als een van hun meest vooraanstaande toneelschrijvers.
Het werk van Beckett is geïnspireerd op het existentialisme en daarom eerder minimalistisch en pessimistisch. Zijn bekendste werken zijn Waiting for Godot (En attendant Godot / Wachten op Godot) en Endgame. In werd zijn oeuvre bekroond met de Nobelprijs voor Literatuur.


Het absurdistisch theater heeft enkele gelijkenissen, maar ook verschillen met het episch theater. Aan jou om de kenmerken van het absurdistisch theater te achterhalen.
2 Ga per twee op zoek naar betrouwbare informatie over het absurdistisch theater.
a Vul de tabel aan.
b Zie je opvallende gelijkenissen met het episch theater? Markeer ze groen.
c Zijn er duidelijke verschillen? Markeer ze rood.
synoniemen
tijd
twee belangrijkste theatermakers en hun werk
filosofische invloeden
©VANIN
inhoud, thema’s (minstens drie)
kenmerken
(personages, tekst, context)
Bekijk de illustratie van Sisyphus die een rots de berg opduwt, een onmogelijke opdracht. Albert Camus vertelde hierover in de mythe van Sisyphus: ‘De strijd op zichzelf tegen de top is voldoende om het hart van een mens te vullen. We moeten ons Sisyphus als een gelukkig mens voorstellen.’
3 Hoe kun je die gedachte rijmen met het absurdistisch theater?


Wachten op Godot (1953) wordt de dag van vandaag nog maar weinig opgevoerd omdat de nabestaanden van Beckett erop staan dat de tekst en regieaanwijzingen tot op de letter gevolgd worden, iets wat theatermakers vaak maar weinig weten te appreciëren. Olympique Dramatique boog zich over de theatertekst en kondigde de voorstelling aan als volgt.
Ze zitten er nog steeds. Bij hun boom. Vladimir en Estragon. Te wachten op iemand die Godot heet. Hoe lang ze al aan het wachten zijn, weten ze niet. Ook niet of ze wel op de juiste plek zitten. En al evenmin weten ze wie Godot is en wat die hen zou moeten komen vertellen. Wat ze zich herinneren, zijn enkel flarden van een wereld die er niet meer is. En het enige wat ze hebben, is tijd. Veel tijd. Om te discussiëren. Om ruzie te maken. Om na te denken. En vooral om zich te vervelen. De brutale verschijning van Pozzo en zijn knecht Lucky doorbreekt hun dagelijks ritueel. Een ogenblik lang. Fundamenteel verandert er niets. Ze blijven wachten. Dan komt een jongetje zeggen dat meneer Godot vandaag niet meer zal komen ...
Bron: www.toneelhuis.be
©VANIN
4 Uit de laatste zinnen blijkt de existentialistische inspiratie duidelijk. Leg uit.
Toch is het existentialisme en het absurdistisch theater niet louter pessimistisch. Je bekijkt de trailer van Wachten op Godot door Olympique Dramatique en leest hieronder enkele commentaren op de opvoering.
‘Olympique Dramatique maakt van Wachten op Godot een acteursfeestje in een desolaat decor. Het is boeiend te zien hoe Becketts toneelklassieker resoneert met de huidige absurde tijd.’
Filip Tielens in De Standaard
‘Even groots als intiem, visueel indrukwekkend en opmerkelijk gevoelig vertolkt. Soepel schakelend tussen tragedie, klucht en slapstick bewijzen de heren hoe rijk Becketts