Traject Nederlands 3 leerwerkboek D

Page 289

les

28

Toneeltekst en theateropvoering 1

Je kent de gepaste terminologie om over toneelstukken te praten: mimiek, gestiek, regie-aanwijzingen, decor en kledij

2

Toneel

1

1 Wat is jouw ervaring met theater? a Geef een antwoord op basis van deze schalen. nooit

3 Je kunt de verschillen aantonen

tussen roman en toneelbewerking

IN

Je krijgt inzicht in hoe een auteur een theatertekst opbouwt

vaak

haat

liefde

VA N

b Deel je ervaringen met een medeleerling. Probeer zo concreet mogelijk te verwoorden hoe jij tegenover theater staat.

2 Tijdens dit schooljaar hadden we het al over verhalen, kortverhalen, strips en gedichten. Op welke manier verschilt een toneelstuk van die genres? Gebruik de onderstaande foto’s en het tekstfragment om je te helpen.

©

Meisje: ‘Dus vannacht heb je buiten op een bankje geslapen omdat je nergens een slaapplek kon vinden?’ Backpakker: ‘Ja en eerst was ik bang. Maar toen ik op mijn rug naar de sterren keek, werd ik langzaamaan steeds rustiger. Het was alsof ik daar hoorde in die duisternis. Op een gegeven moment leek het alsof de zwaartekracht elk moment zou verdwijnen en de bank mij los zou laten. Toen ik wakker werd, voelde ik me vrij. Ik was leeg, maar tegelijkertijd volkomen helder. Het voelde alsof alles weer mogelijk was.’ M:

‘Hmm…’

B: ‘Toen ik nog een kind was droomde ik vaak dat ik kon vliegen. En ik wist zeker dat het ook een keer zou lukken. Vele jaren ben ik , fladderend met mijn armen, van muurtjes en kleine gebouwen afgesprongen. Ik geloofde dat ik ooit een keer in de lucht zou blijven hangen.” M:

‘En?’

B:

‘Zie je me vliegen?’

LES 28 Toneeltekst en theateropvoering

287


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Les 36 Een reactie schrijven

20min
pages 366-382

Les 31 Balanstest – receptieve vaardigheden

10min
pages 327-332

Les 35 Kortverhaal: De laatste kogel

15min
pages 357-365

Les 33 Poëzie en zakelijke teksten

12min
pages 337-347

Les 32 Taal bij dieren

2min
pages 333-336

Les 30 De audioroman

18min
pages 313-326

Les 26 Hoe fictie en non-fictie met gebeurtenissen omgaan

24min
pages 261-275

Les 25 Het tijdschriftartikel

24min
pages 239-260

Les 29 Tekststructuur en signaalwoorden

12min
pages 298-312

Les 28 Toneeltekst en theateropvoering

21min
pages 289-297

Les 24 Spreekwoorden, uitdrukkingen en zegswijzen

8min
pages 233-238

Les 21 Argumenteren

11min
pages 207-214

Les 22 De samengestelde zin

12min
pages 215-224

Les 20 Beeldspraak

11min
pages 197-206

Les 19 Fanfictie

21min
pages 183-196

Les 18 Lichaamstaal en liegen

12min
pages 174-182

Les 15 Nieuwsberichten aantrekkelijk maken

14min
pages 151-161

Les 16 Beeldtaal in stripverhalen

6min
pages 162-168

Les 14 Tijd en spanningsopbouw

12min
pages 143-150

Les 13 Media en ik

26min
pages 124-142

Les 12 Poëzie

9min
pages 116-123

Les 11 Zinsdelen

9min
pages 108-115

Les 10 Kortfilms bespreken en vergelijken

6min
pages 100-107

Les 3 Woordsoorten en voornaamwoorden

11min
pages 25-33

Les 5 Communicatieschema en teksttypes

12min
pages 47-57

Les 1 Leesvaardigheid – Wat is jouw startpositie?

8min
pages 11-17

Les 8 Strategieën bij luisteren en kijken

7min
pages 81-88

Les 2 Kortverhaal: Oma’s geheim

11min
pages 18-24

Les 9 Hoofdletters en tekstopbouw

13min
pages 89-99

Les 6 Spelling van het werkwoord

18min
pages 58-72

Les 7 Ruimte in verhalen

12min
pages 73-80
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.