accent
Blok Leerdomein Blokduur
Woordpakket 4 Spelling 1 week
LEERINHOUD
MEDIA
Herhaling - Tweeklank ei - Tweeklank ij - Tweeklank ou - Vreemde woorden met a
- schrijflei - woordkaarten - werkschrift - oefenschrift - spellingweters - stappenboek - dicteeschrift - ‘ei-lied’ en ‘au-lied’ (cf. spelliedjes) - kaartje met ei en kaartje met ij - eventueel: ei-brief, ei-verhaal, ei-plaat, au-verhaal, au-plaat, banaanplaat
LESBLOK A TERUGBLIK Schrijflei (of in oefenschrift of via mondeling spellen) - d.w.z. (dicteer voluit, afkorting met afkortingsteken) - keizer (korte of lange ei?, korte ei, onthouden, laat de ei-woorden herhalen die ze in derde leerjaar via het ei-lied, de ei-plaat of het ei-verhaal leerden, en laat het ei-lied horen) - schouder (ou of au?, met ou, onthouden, laat de au-woorden herhalen die ze vroeger via het au-lied of de au-plaat leerden, en laat het au-lied horen) BORDSCHEMA Woorden net als trein eindeloos dreigen geleidelijk Afspraak: woorden onthouden en net-als-weg
de omheining
Woorden net als blij afgrijselijk blijkbaar het drijfzand Afspraak: woorden onthouden en net-als-weg
het paradijs
Woorden net als kous aangehouden de grootouders de toeschouwers Afspraak: woorden onthouden en net-als-weg
trouwens
Woorden net als banaan het asiel de farao de favoriet Afspraak: woorden onthouden en net-als-weg
de granaat
het onderscheid
verschijnen
vrouwelijk
het karakter
PRESENTATIE/ORIËNTATIE 1 Woorden net als trein, blij, kous Noteer de titels op het bord. Laat verwoorden welke spellingmoeilijkheid aan bod komt: de tweeklanken ei, ij, ou, au. Bespreek waarom dat een moeilijkheid vormt: voor eenzelfde klank bestaan er twee schrijfwijzen: ei/ij en ou/au. Breng de nieuwe woorden aan het bord, in de juiste rubriek. Laat de leerlingen kolom per kolom noteren in hun spellingschrift en bespreek telkens de schrijfafspraak. Afspraak: vroeger geleerd via ei-brief, ei-verhaal, ei-plaat, au-verhaal, au-plaat, maar de nieuwe woorden treffen we daar niet aan. Dus: woorden onthouden en de net-als-weg. 2 Woorden net als banaan Breng de overige woorden één voor één aan het bord en leg ze uit. Bespreek de moeilijkheid: woorden met a op het einde van de klankgroep die vaak kort wordt uitgesproken, maar waarbij je de medeklinker toch niet verdubbelt (oorspronkelijk vreemde woorden). Wijs er op dat ‘paradijs’ hier ook bij hoort, maar bij de ij-woorden geplaatst wordt. Laat de leerlingen het kapstokwoord opnoemen dat ze hiervoor vroeger leerden: banaan. Noteer de titel, laat de leerlingen noteren in hun schrift en leid de afspraak af. De leerlingen duiden in het werkschrift de passende pictogrammen aan en vullen de nummers van de spellingweters in.
Tijd voor Taal accent - Spelling - Handleiding 5
Woordpakket 4
49