TeleScoop 2 - Voorbeeldpagina's

Page 1

tele scoop

Chris Van Broeck Ruben Foubert Matthias Herreman Bert Rondeaux

2

Tim Slootmans

tele scoop 2

Annemie Van Cleemput

Leer zoals je bent Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-90-306-9505-9 594164

73566_TELESCOOP COVER 2_V3.indd Alle pagina's

vanin.be

16/06/20 08:46



tele

©

VA

N

IN

HOOG SPEL SPELEN

1 Woorden zijn dwergen, daden zijn bergen 2 Als het water zakt, kraakt het ijs


2

IN

1

lawines Opvallend veel zware s vier doden en st in m : en lp A e d in 2/2019

N

DE STANDAARD - 29/1

Krokusvakantie start met lange files richting de Alpen

VA

HET BELANG VAN LIMBURG - 28/

2/2019

jn durvers, zi er en s er rv u d jn zi Er itser en dan heb je deze Zw PEN - 27/9/2019

©

GAZET VAN ANTWER

Wat wil ik te weten komen over dit thema?

Ontdek deze en nog andere opties via het onlinelesmateriaal.

18

HOOG SPEL SPELEN


1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN Waarom trekken jaarlijks 120 miljoen toeristen naar de Alpen? 1

a Over welke landen strekken de Alpen zich uit? Overtrek op de kaart de landsgrenzen. Gebruik daarbij eventueel je atlas.

Rijn

ube

be

Danu

Inn

Lech

Dan

München

Wenen

Isar bs ou

Zugspitze 2962

Zurich

ino

Tic

N

Ain

Brennerpas Bern Finsteraarhorn 4274 Gotthardpas Meer van Jungfrau Genève Splügenpas 4158 Bernina Peak Bolzano Rhône Rheinwaldhorn Weisshorn 4049 3402 4505 Genève Simplonpas Grote Sint-Bernhardpas Dufourspitze Mont Blanc Matterhorn 4634 Pia ve 4807 4478 Aosta Milaan e Venetië r è Is

Turijn

Grenoble Mount Écrin 4103

Og

Gardameer

Ad ige

Po

Po

Dur anc e

Nice

Marseille

Raab

Drava

Triglav 2864

Golf van Venetië

K R O AT I Ë

Reno

Mount Argentera 3297

Cannes

0

lio

VA

Drome

Grossglockner 3797

r

Rhône

Innsbruck

Mu

Lyon

s Enn

Salzach

IN

ne Sa ô

Basel

D

Rhône

Arno

Firenze

Adriatische Zee 2000 1000

Middellandse Zee

200

100 km

fig. 1.1: orohydrografische kaart Alpen

b Noteer de namen van de landen in de vakken op de kaart.

©

V6

Elk jaar verblijven 120 miljoen toeristen samen maar liefst 386 miljoen nachten in de Alpen.

c

Duid met een kader het gebied van kaart 1.1 aan op de administratieve kaart van Europa.

fig. 1.2: administratieve kaart Europa 1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

19


2 Het Alpenlandschap heeft een heel eigen uitzicht en daagt mensen uit om grenzen te verleggen. a Bekijk het filmpje van de basejumper met wingsuit. Hoe ziet het landschap eruit? Som op welke landschapselementen je herkent.

fig. 1.3: Alpenlandschap Chamonix, Frankrijk

IN

b In TeleScoop 1 leerde je het reliëf beschrijven aan de hand van de drie reliëfelementen. Vul ze aan in de tabel.

het verschil tussen het hoogste en het laagste punt in het landschap

de lijn waar het land en de lucht elkaar schijnbaar raken

N

c

Bestudeer de onderstaande foto. Denk daarbij aan wat je vorig schooljaar geleerd hebt over het reliëf. Markeer in de tabel onder de foto alle begrippen die bij het reliëf in dit landschap passen.

©

VA

V13

het schuin aflopend vlak tussen een hoger en een lager deel in het landschap

fig. 1.4: reliëf in Zinal, Zwitserland

gebroken horizonlijn

rechte horizonlijn

golvende horizonlijn

klein hoogteverschil

matig hoogteverschil

groot hoogteverschil

steile hellingen

matige hellingen

zwakke hellingen

vlakte

20

HOOG SPEL SPELEN

heuvelland

gebergte

plateau


3 Onderzoek welke invloed een gebergte heeft op de neerslag en de temperatuur in een bepaald gebied. a Lokaliseer Zermatt, Chamonix en Merano op de onderstaande kaart: noteer de plaatsnamen in de juiste vakken. ube

Dan

München

Sa ô

ne

DUITSLAND Basel

bs ou

ZWITSERLAND

Brennerpas Bern Finsteraarhorn 4274 Gotthardpas Meer van Jungfrau Genève Splügenpas 4158 Bernina Peak Bolzano Rhône Rheinwaldhorn Weisshorn 4049 3402 4505 Genève Simplonpas Grote Sint-Bernhardpas Dufourspitze Mont Blanc Matterhorn 4634 Pia ve 4807 4478 Aosta Milaan e Venetië èr

Grenoble Mount Écrin 4103

lio

Gardameer

Ad ige

Po

Triglav 2864

S LOV E N I Ë

K R O AT I Ë

Reno

Mount Argentera 3297

Nice

Arno

Adriatische Zee

Firenze

2000

N Middellandse Zee

Marseille 100 km

1000

I TA L I Ë

200

VA

fig. 1.5: orohydrografische kaart Alpen

Raab

Drava

Golf van Venetië

Po

Cannes

0

Og

Turijn

Dur anc e

Rhône

ino Tic

Is

Drome

Grossglockner 3797

Innsbruck

Wenen

s Enn

Salzach

IN

Rhône

Zugspitze 2962

Zurich

r

Lyon

OOSTENRIJK

Mu

Ain

D

be

Danu

Inn

Lech

FRANKRIJK

Isar

Rijn

V6

b Bekijk figuur 1.6 aandachtig. In ‘Veel watertjes doorzwommen’ uit TeleScoop 1 heb je geleerd dat de hoogte invloed heeft op de temperatuur en de hoeveelheid neerslag. Welke invloed heeft de hoogte op de temperatuur van de lucht?

OOST

©

WEST

stijgende lucht condenseert door

drogere, koude lucht

WATERDAMP

fig. 1.6 neerslag- en temperatuurverschillen in het gebergte

-4°C

3000 m

2°C

2000 m

8°C

1000 m

14°C

0m

20°C

dalende lucht verdroogt door

aanvoer van warme, vochtige lucht

4000 m

Deze zijde van het gebergte is de 'regenschaduw'.

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

21


c

Wanneer is er meer of minder kans op neerslag?

Tip Denk aan voorbeelden uit het dagelijks leven zoals een droogkast en een koude spiegel in een vochtige badkamer.

d Waarom is dat zo? Wat gebeurt er met waterdamp als die afkoelt?

e Wat kun je besluiten over het neerslagverschil tussen de westelijke zijde van het gebergte en de oostelijke zijde? Leg uit.

IN

f

Noteer de volgende termen in de juiste vakken van figuur 1.6: afkoeling, opwarming, veel neerslag, minder neerslag.

V14

N

g Zoek in je atlas de kaarten met informatie over de luchtdruk en winden in de wereld. Welke windrichting overheerst in West-Europa tijdens de maanden januari en juli?

h Vergelijk het klimatogram van Chamonix met het klimatogram van Zermatt. Bekijk daarbij vooral de jaarwaarden. Noteer onder de klimatogrammen welk temperatuurverschil je opmerkt.

VA

V6

Chamonix (1037 m)

Nmm

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

©

T°C

30 25 20 15 10 5 0

J

F M A M J

J A S O N D Jaar

88 85 82 76 93 97 79 96 87 82 95 95 -2,1 -0,7 3

6,7 10,8 14,1 16,2 15,7 13,1 8,3 3,1 -1

Temperatuurverschil:

Verklaring:

22

HOOG SPEL SPELEN

1055 7,3

Zermatt (1617 m) T°C

Nmm

30 25 20 15 10 5 0

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

103 97 102 111 133 138 115 135 112 111 112 106 1375 -4,1 -3,6 -0,8 2,3 6,6 10,2 12,7 12,1 9,7 5,3 0,4 -2,5

4


i

Zoek naar een verklaring voor dat temperatuurverschil. Vergelijk daarvoor de hoogte van de twee plaatsen. Noteer je antwoord onder de klimatogrammen.

j

Vergelijk nu het klimatogram van Chamonix met dat van Merano. Bekijk daarbij vooral de jaarneerslag. Noteer onder de klimatogrammen welk neerslagverschil je opmerkt.

k Zoek naar een verklaring voor die verschillen door de ligging ten opzichte van de Alpen en ten opzichte van de Atlantische Oceaan te vergelijken. Noteer je antwoord onder de klimatogrammen. Chamonix (1037 m)

Merano (338 m) Nmm

30 25 20 15 10 5 0

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 J

F M A M J

J A S O N D Jaar

88 85 82 76 93 97 79 96 87 82 95 95 6,7 10,8 14,1 16,2 15,7 13,1 8,3 3,1 -1

Neerslagverschil:

l

30 25 20 15 10 5 0

7,3

J

F M A M J

J A S O N D Jaar

36 37 47 57 80 83 88 98 77 75 70 46

794

0,3 3,2 7,8 12 15,8 19,2 21,2 20,4 17,6 10,2 5,9 1,6

11,3

VA

Verklaring:

Nmm

140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

N

-2,1 -0,7 3

1055

T°C

IN

T°C

Lokaliseer de plaatsen Chamonix en Merano op de kaart (fig. 1.7) met de letters C en M.

m Wat valt er op als je alle gebieden met de grootste hoeveelheid jaarneerslag bekijkt?

©

Tip

Vergelijk deze kaart met de natuurkundige kaart van Europa.

< 400 mm 400 - 800 800 - 2000 > 2000 mm

fig. 1.7: jaarneerslag in het zuidwesten van Europa

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

23


4 Welke invloed heeft het klimaat op de vegetatie in een gebergte? a Bestudeer de foto’s van de vegetatiezones in de Alpen. Noteer naast elke foto welke natuurlijke plantengroei je herkent. 1

2

IN

N

3

VA

Š

4

5

24

HOOG SPEL SPELEN


b Lokaliseer de landschappen uit vraag a op de tekening hieronder. Noteer het nummer van elke foto in de juiste cirkel.

sneeuwgrens (2 600 m)

boomgrens (2 000 m)

N

fig. 1.8: vegetatiezones in het gebergte

Met welke vegetatiezones op het noordelijk halfrond kun je de vegetatie in het gebergte vergelijken? Noteer de namen uit figuur 1.9 in de juiste vakken naast de tekening (fig. 1.8).

©

VA

c

IN

akkerbrouwgrens (800 m)

ijswoestijn toendra taiga gemengd woud loofbossen hardbladige vegetatie/steppe

woestijn

savanne tropisch regenwoud

fig. 1.9: vegetatiezones in het noordelijk halfrond

d Welke klimaatfactor wordt beïnvloed door de breedteligging en/of de hoogte en bepaalt de vegetatieverschillen in het gebergte én op het noordelijk halfrond? De Alpen vormen een reliëfgebied met alle kenmerken van een gebergte: grote hoogteverschillen, steile hellingen en een gebroken horizonlijn. Het uitzicht van het Alpenlandschap is heel verscheiden. De grote hoogteverschillen zorgen voor neerslag- en temperatuurverschillen. In de gebergtevegetatie kun je verschillende zones onderscheiden die vergelijkbaar zijn met de klimaatzones op het noordelijk halfrond. De temperatuurverschillen spelen daarbij een grote rol. Door de regenschaduw zijn sommige hellingen of gebieden droger dan andere. Test jezelf: oefeningen 1 en 2

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

25


Waar op aarde liggen de grote gebergten? 1

De Alpen hebben wereldwijd heel wat zusjes en broertjes. a Lees in de tekst waarom de Alpen lijken op andere gebergten in de wereld.

N

IN

In de kuststreken rond de Middellandse Zee liggen de grote gebergten van zuidelijk Europa en noordelijk Afrika: de Alpen en de Atlas. Wist je dat die gebergten een aantal overeenkomsten hebben met een hele reeks andere gebergtegordels in de wereld? Het landschap heeft er vaak een gelijkaardig uitzicht: een uitgesproken reliëf met steile hellingen, grote hoogteverschillen en een gebroken horizonlijn. Ook geologisch is er een verband. Ze zijn ontstaan in hetzelfde fig. 1.10: de Himalaya, een alpien gebergte geologische tijdperk waarin langgerekte stroken van de aardkorst sterk geplooid werden. Samen met de Alpen ontstond zo een oostwestgeoriënteerde gordel van gebergten die te volgen is van Marokko en Spanje tot in Azië. Geologen spreken van de alpiene gebergten.

b Arceer de periode van de alpiene gebergtevorming op de geologische tijdsband.

Eon

Era

periode

tijdvak

plooiingsfasen / temperatuur / zeespiegelpeil

VA

aanvang van de periode

evolutie leven

(miljoen jaar geleden)

nu 0,012 2,6

66

Holoceen

Quartair

Pleistoceen

Cenozoïcum

Neogeen

Paleogeen

Alpiene plooiing (65 miljoen jaar geleden tot nu)

Mesozoïcum

Jura

©

Phanerozoïcum

Krijt

252

Trias Perm

Hercynische plooiing (390 tot 300 miljoen jaar geleden)

Carboon Devoon

Paleozoïcum

Siluur

Caledonische plooiing (520 tot 395 miljoen jaar geleden)

Ordovicium Cambrium

541

Precambrium

4600 plooiingsfase

ijstijden

warme periode

hoog zeepeil

laag zeepeil

explosie van leven

ontstaan van de aarde 4600 miljoen jaar geleden

fig. 1.11: geologische tijdsband

c

26

De alpiene gebergten werden gevormd in het Cenozoïcum. Zoek op de tijdslijn wanneer het proces van de alpiene gebergtevorming eindigt.

HOOG SPEL SPELEN


d Vergelijk de leeftijd van een mens met de periode van de alpiene gebergtevorming en met de leeftijd van de aarde.

-

Hoe oud worden mensen?

-

Wanneer startte de alpiene gebergtevorming?

-

Wat is de ouderdom van de aarde?

e Markeer wat juist is in dit besluit. De start van de alpiene gebergtevorming vond voor de mens recent / lang geleden plaats. De start van de alpiene gebergtevorming vond geologisch gezien recent / lang geleden plaats.

2 Niet overal in de wereld vind je gebergten terug.

VA

a Noteer de namen van de volgende gebergten op de juiste plaats op de wereldkaart (fig. 1.12): Rocky Mountains, Alpen, Himalaya, Andes, Atlas, Kaukasus. b Noteer ook de namen van de volgende reliëfgebieden op de juiste plaats: Tibetaans Hoogland, Ethiopisch Hoogland, Hoogland van Brazilië, Hoogland van Iran, Russisch Laagland, Laagland van Amazonië, West-Siberisch Laagland. c

Duid met een markeerstift de alpiene gebergtegordel in Eurazië aan die van west naar oost loopt. Je start in het Atlasgebergte (Marokko) aan de Atlantische Oceaan en gaat via de Pyreneeën, de Alpen, de Karpaten, het gebergte in Turkije, de Kaukasus, het Iraans Hoogland en de Himalaya naar de gebergten in Indonesië.

©

V6

N

IN

De grootste gebergteketens die je vandaag op de aarde terugvindt, zijn al enkele tientallen miljoenen jaren oud. Voor de mens is dat een hele tijd, maar als je ze op de geologische tijdsband bekijkt, zijn ze vrij recent ontstaan. De vorming van de alpiene gebergten is vandaag nog steeds bezig. Test jezelf: oefening 3

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

27


N

IN

evenaar

VA © fig. 1.12: reliëfkaart wereld

28

HOOG SPEL SPELEN


Hoe ontstaan gebergten? 1

De aarde is opgebouwd uit gesteenten in vloeibare, plastische of vaste vorm. a Je kunt de opbouw van de aarde vergelijken met de structuur van een chocoladereep. Breek en trek als het kan ook een echte reep in twee delen uit elkaar. Noteer hieronder bij elk deel of het een vloeibare, plastische of vaste textuur heeft.

fig. 1.13: delen van een chocoladereep

b Welk deel van de chocoladereep breekt het minst snel? Hoe komt dat?

c

asthenosfeer

vast plastisch

N

lithosfeer

0 km diepte 100-200 350-500

vast

VA

IN

mesosfeer

Welk deel vertoont de meeste scheuren? Hoe komt dat?

oceaan vast

plastisch vloeibaar

©

d De aarde bestaat uit schillen of sferen. Bestudeer de figuur met de fysische opbouw van de aarde.

e Met welke schillen van de aarde kun je de onderdelen van de chocoladereep vergelijken? In welke vorm komt het gesteente voor in elke laag? Vul de tabel aan. chocoladereep

zware oceanische lithosfeerplaat

2900

buitenkern lichte continentale lithosfeerplaat vast

5150 binnenkern

6370 fig. 1.14: de fysische opbouw van de aarde

schil van de aarde

vorm van het gesteente

chocoladekorst

vast / vloeibaar / plastisch

laag karamel

vast / vloeibaar / plastisch

koekje

vast / vloeibaar / plastisch

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

29


2 De lithosfeer bestaat uit aardplaten die bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar. Dat noemen we platentektoniek.

Interessant om weten In de natuurwetenschappen worden natuurkundige krachten verklaard. Dat zijn krachten die de bewegingstoestand van voorwerpen of organismen veranderen. De zwaartekracht bijvoorbeeld stuurt de platentektoniek aan: lithosfeerplaten verschuiven over de stroperige asthenosfeer die eronder ligt. De zwaarste platen duiken naar beneden. De lichtere platen blijven boven drijven. In de lithosfeer treden daardoor heel wat trek-, duw- en wrijvingskrachten op. a Krachten doen de lithosfeerplaten verschuiven. Bestudeer de kaart over de platentektoniek (fig. 1.15). In welke drie richtingen bewegen de lithosfeerplaten ten opzichte van elkaar? - -

N

IN

-

VA

evenaar

Š

plaatranden onzekere plaatranden

verplaatsingsrichting

fig. 1.15: platentektoniek

b Wanneer lithosfeerplaten botsen, ontstaan er gebergten. In welke richting moeten de aardplaten bewegen om te botsen? c

30

Voer het onderzoek op de volgende pagina uit.

HOOG SPEL SPELEN


Onderzoek 1 Onderzoeksvraag Wat gebeurt er als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen? 2 Hypothese Stel een goede hypothese op.

3 Benodigdheden - 1 chocoladereep zonder noten - 1 chocoladereep met noten - een gekarteld mes

IN

4 Werkwijze 1 Leg de twee chocoladerepen op een plat vlak en laat ze met elkaar botsen door ze langzaam tegen elkaar te drukken. 2 Snijd de repen met een gekarteld mes voorzichtig overlangs door. 5 Waarneming

N

a Welke chocoladereep behoudt het minst zijn oorspronkelijke vorm? b Wat is er gebeurd met die chocoladereep?

VA

c Beschrijf de nieuwe vorm van de reep.

6 Besluit

©

a Wat gebeurt er met de gesteentelagen als twee lithosfeerplaten op elkaar botsen?

b Was jouw hypothese juist? ja / nee

7 Reflectie Krachten kunnen de (bewegings)toestand van een voorwerp veranderen. Welk resultaat leveren die krachten op in het proces van de platentektoniek?

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

31


MAG HET IETS MEER ZIJN? 3 De vorming van een plooiingsgebergte is een verhaal van miljoenen jaren. Tussen de bewegende lichte continentale platen bevindt zich een zware oceanische plaat. Op de bodem van de oceaan bezinken sedimenten. Die bedekken de oceanische plaat.

fig. 1.16: platentektoniek: vorming van een oceanische plaat

dikke laag sedimenten aan de rand van oceanische korst

IN

oceanische rug

Wanneer twee lichte lithosfeerplaten tegen elkaar worden geduwd, kan een gebergte gevormd worden. botsingszone met plooiingsgebergte

nieuwe sedimenten met afbraakmateriaal van gebergte

VA

N

geplooide sedimenten

asthenosfeer

asthenosfeer

fig. 1.17: platentektoniek: botsing van twee lichte continentale lithosfeerplaten

Š

Twee lichte continentale lithosfeerplaten botsten letterlijk tegen elkaar op. Er ontstaat een groot, hoog, massief gebergte. De gesteenten van op de zeebodem worden vervormd, geplooid en toegevoegd aan het nieuw ontstane gebergte. De Himalaya en de Alpen zijn het resultaat van zo’n botsing van twee lichte lithosfeerplaten. Wanneer een zware en een lichte lithosfeerplaat tegen elkaar worden geduwd, kan er ook een gebergte gevormd worden. plooiingsgebergte oceanische korst

fig. 1.18: platentektoniek: botsing van een zware en een lichte continentale lithosfeerplaat

32

HOOG SPEL SPELEN

sedimenten


De zware oceanische plaat duikt in de diepte en tilt de lichte continentale plaat op. De lichte gesteenten (sedimenten) op de zeebodem worden afgeschraapt, geplooid, vervormd en toegevoegd aan de continentale plaat. Zo ontstaat een nieuw gebergte. De Andes en de Rocky Mountains zijn het resultaat van zo’n botsing van een zware en een lichte lithosfeerplaat. Gebergten ontstaan door het samendrukken van gesteentelagen wanneer lithosfeerplaten naar elkaar toe bewegen. Sterke horizontale en tegengesteld gerichte krachten vervormen en plooien de gesteenten.

VA

N

IN

Test jezelf: oefeningen 4 en 5

©

fig. 1.19: geplooide gesteentelagen in de Himalaya

1 WOORDEN ZIJN DWERGEN, DADEN ZIJN BERGEN

33


2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS Welke factoren veranderen het landschap in de Alpen? 1

Wintersporttoerisme brengt veel geld op maar gaat niet altijd even goed samen met respect voor natuur en milieu.

Interessant om weten

N

IN

In september 1864 sloot de Zwitserse hoteleigenaar Johannes Badrutt een weddenschap af met vier Britse zomergasten. Hij nodigde hen uit om ook de winter in Sankt Moritz door te brengen. Beviel het hen niet, dan zou hij hun reiskosten terugbetalen. De Britten kwamen en ontdekten in de bergen een prachtige witte winterwereld. Ze bleven tot Pasen 1865. De eerste steen voor het wintertoerisme in de Alpen was gelegd. fig. 2.1: een excursie op de gletsjer in Sankt Moritz in de 19de eeuw Honderdvijftig jaar later is wintersport in de Alpenlanden uitgegroeid tot een grote bron van inkomsten. Tientallen miljoenen mensen komen er zich elk jaar uitleven op de latten. Terwijl ze genieten van het wonderlijke glijgevoel en de zuivere berglucht, staan ze er nauwelijks bij stil dat de sneeuwpret een enorme druk uitoefent op de natuur.

Tip

VA

a Het inrichten en onderhouden van wintersportgebieden veroorzaakt heel wat problemen die dan weer andere problemen met zich meebrengen. Trek op de volgende pagina tien pijlen die oorzaak en gevolg zichtbaar maken.

Sommige oorzaken hebben meerdere gevolgen!

Š

b Welke oplossingen kunnen die problemen verhelpen of verkleinen? Vul de tabel aan met het juiste probleem of bedenk zelf een oplossing. probleem

mogelijke oplossing natuurgebieden aanleggen

Een sneeuwlaag die uit kunstsneeuw bestaat, smelt trager.

geen nieuwe hotels met zwembaden aanleggen

Het risico op erosie en modderlawines neemt toe.

het skiseizoen korter maken

34

HOOG SPEL SPELEN


opblazen van rotsen en gebruik van zware bulldozers voor de aanleg van nieuwe skipistes (hoger op de berghellingen)

trager smelten van sneeuwlaag uit kunstsneeuw doorlatendheid van de bodem vermindert

klimaatopwarming zorgt voor minder sneeuw in lager gelegen gebieden

erosie en modderlawines

kappen van stukken bos voor bouw van skiliften en kabelbanen

skilatten, snowboardplanken en de zware snowcat/ pistenbully duwen op de sneeuw en op de begroeiing

IN

aantal sneeuwsporters neemt toe

N

sneeuwkanonnen maken kunstsneeuw

drinkwatertekort

VA

versnippering en vernietiging van de natuurlijke leefwereld van dieren

nieuwe wegen en parkeerplaatsen

©

bouw van hotels met zwembaden

meer smeltwater (kunstsneeuw heeft een andere samenstelling)

beschadiging van takjes en knopjes van planten uitgestelde bloeiperiode van alpenbloemen

c

Verduidelijk de betekenis van drie pijlen.

Maak je graag je eigen keuzes en werk je het liefst zelfstandig? Kies dan voor spoor 1. Geef je je keuzes liever uit handen? Kies dan voor spoor 2.

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

35


SPOOR 1 Nummer drie pijlen die je hebt getrokken op de vorige bladzijde. Maak voor elke pijl het verband duidelijk in de onderstaande tabel. pijl 1 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

pijl 2 gevolg:

IN

oorzaak:

verklaring:

N

pijl 3

verklaring:

gevolg:

VA

oorzaak:

Š

SPOOR 2

Laat op de vorige pagina een klasgenoot drie pijlen een nummer geven. Maak voor elke pijl het verband duidelijk in de onderstaande tabel. pijl 1 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

36

HOOG SPEL SPELEN


pijl 2 oorzaak:

gevolg:

verklaring:

pijl 3 oorzaak:

gevolg:

IN

verklaring:

VA

a Vergelijk de twee foto’s van de gletsjers in het gebied rond de Mont Blanc. Welke veranderingen in het landschap kun je duidelijk zien?

N

2 Het uitzicht van berglandschappen over de hele wereld verandert in sneltempo. Die verandering maakt de klimaatopwarming heel zichtbaar.

©

fig. 2.2: Mer de Glace in Chamonix, Frankrijk in 1919 (linkse foto) en in 2019 (rechtse foto)

b Lees de tekst. Markeer de oorzaken van de verandering van het berglandschap.

De Franse president Macron besliste in februari 2020 de omgeving van de Mont Blanc uit te roepen tot beschermd natuurgebied. Na een wandeling langs één van Europa’s beroemdste gletsjers, La Mer de Glace, sprak de president van een ‘ongelukkig uithangbord van de klimaatverandering’. La Mer de Glace, gelegen in het Mont Blanc-gebied, is met zijn dertien kilomer de grootste gletsjer van Frankrijk en daarmee een trekpleister voor toeristen. Veel mensen bezoeken er de grot in het ijs. Tegenwoordig zijn er echter grote witte doeken nodig om de hitte van de zon te weerkaatsen. Het traject naar het ijs gaat via trappen en wordt elk jaar 20 traptreden langer.

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

37


IN

De bezoekers horen er tegenwoordig vooral water druppelen. De gletsjer smelt - en dan ook nog met een buitengewoon grote snelheid.

N

De veranderingen worden bevestigd door wetenschappelijke metingen van het ijs op 2 400 meter hoogte. ‘Zo’n 15 jaar geleden smolt daar per jaar 4,5 meter ijs, nu is dat 6,3 meter per jaar’, zegt onderzoeker Christian Vincent van de Universiteit van Grenoble. Als die trend zich doorzet of verergert, zou de gletsjer over 30 jaar zo’n 80 procent van haar oppervlakte kwijt zijn. In het ergste geval is ze over 70 jaar compleet verdwenen.

©

VA

Gletsjers kunnen aangroeien bij voldoende sneeuwval in de winter. Het dik pak sneeuw wordt bovenaan de gletsjer omgezet in ijs en zo beschermt de gletsjer zichzelf tegen de zon. Er valt echter steeds minder sneeuw en sinds eind jaren tachtig stijgt de temperatuur in het gebergte met gemiddeld 0,2 tot 0,5 graden per decennium. De komende 15 jaar zet die trend zich versneld voort. Hoger gelegen bergflanken zijn niet langer het hele jaar bevroren. Het gevolg is dat los materiaal en sneeuw steeds meer in lawines naar beneden donderen. De witte wereld wordt steeds grijzer en groener. Landschappen die we decennia geleden nog als onveranderlijk beschouwden, verdwijnen nu voor onze ogen. Bron: VRT nws (13/2/2020)

3 Verwering, erosie en de zwaartekracht dragen hun steentje bij aan de verandering van het berglandschap. a Bestudeer het landschap op de foto (fig. 2.3) en de info in de onderstaande tabel. Het uitzicht van het gebergte is een resultaat van langdurige verwering en erosie. Kleur op de foto het gedeelte dat door erosie werd gevormd geel en het gedeelte dat door verwering werd gevormd groen.

38

erosie

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

gladde vormen

verwering

afbraak van gesteente door temperatuurverschillen

scherpe vormen

HOOG SPEL SPELEN


IN

fig. 2.3: erosie en verwering in het gebergte

b Valleien worden gevormd door erosie. Lees in de tabel wat het verschil is tussen een V-dal en een U-dal.

V-vormig dal (V-dal)

gevormd door snelstromend water

U-vormig dal (U-dal)

gevormd door een traag bewegende gletsjer

N

c

Welk dal herken je op de foto?

Wat heeft de vallei gedurende een lange periode vormgegeven? Markeer het juiste antwoord. wind – ijs – water

VA

d Het fijne gesteentemateriaal (keien en korrels) verdwijnt door (snel) stromend water uit het berglandschap. Maak op de foto (fig. 2.3) met blauwe pijlen duidelijk in welke richtingen het afgebroken materiaal verdwijnt. e Het getransporteerde materiaal wordt als sedimenten op een andere plaats afgezet. Waar komt het lichtste materiaal uiteindelijk terecht volgens jou? Hoe geraakt het materiaal op die plek?

f

Welke kracht doet het materiaal van het hooggelegen gebergte naar de laaggelegen zee verplaatsen?

©

Berglandschappen veranderen op korte termijn door lawines en menselijke activiteiten zoals toerisme, landbouw, wonen … Op middellange termijn zorgt de klimaatopwarming voor het smelten van gletsjers en het ontstaan van andere vegetaties. Ook menselijke ingrepen hebben een sterke en blijvende invloed. Erosie en verwering hebben een heel langzame werking maar zijn heel bepalend voor het uitzicht van het berglandschap. Test jezelf: oefening 6

2 ALS HET WATER ZAKT, KRAAKT HET IJS

39


! a h A ! a h A

Landschapsvormende lagen

Bekijk de figuur en vul de tabel aan.

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (blauwe pijl)

tussen:

verklaring

en

IN

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (groene pijl)

tussen:

en

N

verklaring

VA

verticale relatie tussen landschapsvormende lagen (rode pijl)

tussen:

en

Š

Duid de relaties uit de tabel aan op de figuur. - Markeer de lagen die een rol spelen. - Duid de relaties aan met pijlen in de juiste kleur.

40

HOOG SPEL SPELEN

verklaring


kaart van het landgebruik

vegetatiekaart

reliĂŤfkaart

VA

bodemkaart

N

IN

klimaatkaart

Š

kaart van de ondergrond

AHA!

41


Synthese Alpen = gebergte gebroken horizonlijn

steile hellingen

grote hoogteverschillen

temperatuurverschillen

regenschaduw

gebergtevegetatie met vegetatiezones (te vergelijken met klimaatzones op noordelijk halfrond)

IN

neerslagverschillen

Alpen = miljoenen jaren oud geologisch recent ontstaan

vorming is nog steeds bezig

N

alpiene gebergtevorming

VA

Alpen = resultaat van platentektoniek sterke horizontale en tegengestelde krachten

samendrukken van gesteentelagen

vervormen en plooien van gesteenten

Š

lithosfeerplaten bewegen naar elkaar toe

42

Alpen = landschap in verandering

door de mens

door klimaatopwarming

door erosie en verwering

activiteiten van de mens (toerisme, landbouw, wonen ‌)

smelten van gletsjers andere vegetatie

afbraak van gesteente

HOOG SPEL SPELEN


Checklist helemaal begrepen

Wat kan ik?

hier kan ik nog groeien

p.

Ik kan aan de hand van een atlas plaatsen, landen en gebieden lokaliseren op een kaart.

19, 21, 23, 28

Ik kan landschapselementen in een landschap herkennen en benoemen.

20, 24, 37

Ik kan een reliëfvorm herkennen, beschrijven en benoemen.

20 21, 22, 23

Ik kan besluiten formuleren door gebruik te maken van kaarten, atlas, luchtfoto’s, schema’s, diagrammen.

21, 22, 23, 25, 26, 30

IN

Ik kan de invloed van de hoogte op de temperatuur en neerslag in het gebergte uitleggen.

Ik kan klimatogrammen vergelijken en een besluit nemen.

22, 23

Ik kan vegetatie in het landschap herkennen, beschrijven en het vegetatietype benoemen.

24, 25 25

Ik kan de belangrijkste reliëfeenheden op de kaart en globe aanduiden en benoemen.

28

Ik kan bij een onderzoeksvraag aan de hand van een experiment gegevens verzamelen.

31

Ik kan een wetenschappelijk onderzoek volgens een gegeven werkwijze uitvoeren.

31

Ik kan (veilig en) met zorg een experiment uitvoeren.

31

Ik kan bij een onderzoeksvraag een duidelijke hypothese formuleren.

31

Ik kan een antwoord op een onderzoeksvraag formuleren.

31

Ik kan een gestelde hypothese aan de resultaten van waarnemingen aftoetsen.

31

Ik kan een aardrijkskundig verschijnsel aan de hand van een experiment verklaren.

31

©

VA

N

Ik kan de vegetatiezones in het gebergte koppelen aan de juiste klimaatzone op het noordelijk halfrond.

Ik kan het ontstaan van een plooiingsgebergte aan de hand van de platentektoniek uitleggen.

30, 32, 33

Ik kan uitleggen dat duurzaam omgaan met het berglandschap soms moeilijk is.

34, 35

Ik kan de evolutie van berglandschappen door menselijke activiteiten beschrijven en verklaren.

34, 35, 36, 37

Ik kan de invloed van de klimaatopwarming op het berglandschap beschrijven en verklaren.

37, 38

Ik kan de gevolgen van de zwaartekracht, stromend water, wind en ijs op het reliëf beschrijven en verklaren.

38, 39

Denk je dat je alles begrepen hebt in dit thema? Ga dan naar het onlinelesmateriaal en oefen verder. AHA!

43


TEST JEZELF V6

1

Wat verklappen kaarten over de Alpen? a Waar situeren de Alpen zich ten opzichte van België? b Welke bergtop vormt het hoogste punt van de Alpen? c

Welke hoogte heeft dat hoogste punt?

d Naar welke zee stromen de rivieren die in het Italiaanse deel van de Alpen ontspringen?

2 In een berglandschap zijn er ook landschappelijke relaties te ontdekken. Vul de tabel aan met goede voorbeelden. voorbeeld

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag reliëf in het gebergte

verticale relatie tussen de laag klimaat en de laag vegetatie in het gebergte

IN

landschappelijke relatie

N

V6

VA

3 Noteer naast elk nummer de naam van de juiste reliëfeenheid.

2

5

©

1

6 evenaar

4 3

44

1

4

2

5

3

6

HOOG SPEL SPELEN


4 Leg uit waarom gebergten een zichtbaar resultaat zijn van de platentektoniek.

5 Markeer het woord dat niet in de rij thuishoort en verklaar daarna je keuze.

1

wegzinken in de asthenosfeer – continentale plaat – licht – plooiingsgebergte

Verklaring:

2

bewegen – zwaartekracht – mesosfeer – platentektoniek

IN

Verklaring:

6 Noteer de volgende begrippen in de juiste kolom: gletsjers smelten, steenlawine, skipistes aanleggen, kunstsneeuw, groenere berghellingen, verstoren van planten- en dierenwereld.

N

verandering van het Alpenlandschap invloed van de klimaatopwarming

invloed van de mens

VA

fysische veranderingen

©

7 Ken je de begrippen uit dit thema al? a

Noteer welke begrippen bij de volgende omschrijvingen passen. kernwoorden

b

begrip

ijsmassa - schuiven - helling

wetenschap - onderzoek - aardkost

Noteer drie kernwoorden die het begrip kunnen verklaren. kernwoorden

begrip

de asthenosfeer

de erosie

Test jezelf

45


c

Bekijk de afbeelding. Welk begrip zoeken we? Verklaar je keuze.

begrip: verklaring:

©

VA

46

HOOG SPEL SPELEN

N

IN


WOORDENLIJST Thema Hoog spel spelen hoofdstuk 1

term de aardplaat

definitie

in je eigen woorden

stuk van de vaste buitenste schil van de aarde (aardkorst)

1

de asthenosfeer

condenseren

schil van de aarde die onder de lithosfeer ligt, plastische laag waarop de lithosfeerplaten drijven en glijden of er gedeeltelijk in wegzinken overgaan van gasvormige naar vloeibare toestand

IN

1

2

het decennium periode van tien jaar

1

synoniem van natuurkundig, gaat over de eigenschappen van stoffen zoals ze voorkomen op aarde. Vast, vloeibaar of stroperig zijn fysische eigenschappen.

de geologie

de gletsjer

wetenschap die de aardkorst onderzoekt

ijsmassa die langzaam van een helling schuift

©

2

fysisch

afbraak van gesteente door bewegend ijs, stromend water of wind

1

de lithosfeer

N

1

de erosie

VA

2

buitenste schil van de aarde, een schaal uit steen die hard en vast is

1

1

de platentektoniek

plastisch

verschijnsel waarbij lithosfeerplaten bovenop de asthenosfeer bewegen ten opzichte van elkaar

toestand tussen vast en vloeibaar, stroperig

1

het sediment

afzetting van materiaal dat door wind, water of ijs getransporteerd werd

Woordenlijst

47


1

de textuur

manier waarop iets is samengesteld

2

de verwering

afbraak van gesteente door temperatuurverschillen (vorst, warmte) of een chemische reactie

1

de zwaartekracht

kracht waarmee iets wordt aangetrokken in de richting van het middelpunt van de aarde

48

Š

IN

N

VA

HOOG SPEL SPELEN



tele scoop

Chris Van Broeck Ruben Foubert Matthias Herreman Bert Rondeaux

2

Tim Slootmans

tele scoop 2

Annemie Van Cleemput

Leer zoals je bent Ontdek het onlineleerplatform: diddit. Vooraan in dit boek vind je de toegangscode, zodat je volop kunt oefenen op je tablet of computer. Activeer snel je account op www.diddit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-90-306-9505-9 594164

73566_TELESCOOP COVER 2_V3.indd Alle pagina's

vanin.be

16/06/20 08:46


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.