Agora 6 Sociale & Gedragswetenschappen - Leerwerkboek

Page 1

KathOndVla

SOCIALE & GEDRAGSWETENSCHAPPEN

SOCIOLOGIE & PSYCHOLOGIE

A
G
R
A
O
JAAR 5 SG

Inhoudsopgave AGORA 6de jaar (*)

(*) Er wordt volop aan gewerkt, dus nog onder voorbehoud van wijzigingen

THEMA 1: GEDRAGSWETENSCHAPPEN

Hoofdstuk 1 – Opvoeden, hoe werkt dat?

1. Het kind in tijd en ruimte

2. Opvoedingsstijlen in tijd en ruimte

3. Hedendaagse visies

Hoofdstuk 2 – Balansmodel in een ecosysteem

1. Het balansmodel van Bakker

2. Het balansmodel in een ecosysteem

Hoofdstuk 3 – Beschermende factoren

1. Ouderfactoren

2. Sociale steun en sociale cohesie

3. Onderwijs

4. Laagdrempelige hulpverlening

Hoofdstuk 4 – Risicofactoren voor de opvoeding

1. Emotionele problemen en emotionele stoornissen

2. Ontwikkelingsstoornissen

3. Handicap en beperking

4. Kansarmoede

Hoofdstuk 5 – Als de balans is doorgeslagen

1. VOS en MOF

2. NRTH

Proefversie©VANIN

THEMA 2: SOCIALE EN POLITIEKE WETENSCHAPPEN

Hoofdstuk 6 – Macht, bronnen en vormen

1. Verschil tussen macht en gezag

2. Soorten macht en machtsbronnen

3. Strategieën om macht op te bouwen en uit te oefenen

4. Sociologische theorieën m.b.t. macht en sociale controle

5. Impact van media, ‘de 4e macht’

Hoofdstuk 7 – Cultuur, sociale cognitie en sociale ongelijkheid

1. Cultuur

2. Sociale cognitie

3. Macht en sociale ongelijkheid: de breuklijnen in de samenleving

Hoofdstuk 8 – Politiek: wat betekent het voor ons?

1. Politieke instituties die ons leven bepalen: op het lokale, nationale en supranationale niveau

2. De verhoudingen in de machten: staats- en regeringsvormen

3. Democratie, een werkwoord: de rol van verkiezingen in diverse stelsels, bestuursorganen, politieke partijen

4. Politieke implicaties van globalisering: waar en waarom is het ontstaan? Voor- en nadelen vandaag?

Proefversie©VANIN

THEMA 3: RECHT (enkel op iDiddit voor de richting Welzijnswetenschappen)

1. Hoe werkt justitie en de rechtspraak?

2. Wetgeving en rechtspraak: hoe los ik juridische problemen op?

3. Rol van de media in hoe over ‘recht’ en rechtspraak’ gesproken wordt in de samenleving

EEN BALANSMODEL BINNEN EEN ECOSYSTEEM

WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

Proefversie©VANIN

In dit hoofdstuk bestudeer je het balansmodel van Bakker. Dat kijkt naar de invloed van opvoedingscontexten, ook bijzondere. Bakker analyseert hoe opvoeding verloopt binnen een evenwicht van draagkracht en draaglast van de jongere en de gezinssituatie. Beschermende én bedreigende factoren beïnvloeden dat evenwicht. Je analyseert hoe sommige contexten binnen het systeem kindopvoeder op de opvoeding inwerken.

WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik kan het balansmodel van Bakker in eigen woorden uitleggen en toepassen op een gegeven situatie of casus.

Ik kan beschermende factoren in de opvoedingscontext herkennen en analyseren.

Ik kan risicofactoren in de opvoedingscontext herkennen en analyseren.

Ik kan aangeven hoe verschillende contexten als beschermende factor of als risicofactor de opvoeding kunnen beïnvloeden.

Ik kan een gegeven context of systeem situeren op micro-, meso- of macroniveau en de beschermende factoren en risicofactoren hierbij analyseren.

BEGRIPPEN

balansmodel – beschermende factor – draagkracht – draaglast – macrosysteem – mesosysteem –microsysteem – risicofactor – transactioneel proces

HOOFDSTUK 2
2 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Instap

Ben jij in balans? Beantwoord de vragen.

a Welke elementen geven jou het gevoel dat je het leven aankunt? Wat geeft jou kracht? Noteer op het notitieveld hieronder.

Proefversie©VANIN

b Welke elementen maken het jou moeilijk of verminderen je gevoel dat je het leven aankunt? Wat zijn voor jou lasten om te dragen? Maak een lijstje op een apart blad.

c Heb je het gevoel dat jij in evenwicht bent? Kan wat jou energie geeft op tegen wat energie vreet? Als dat niet zo is, waaraan ligt dat dan? Wat zou moeten veranderen voor meer evenwicht?

Aanknopingspunten met vorig leerjaar

In Agora 5 leerde je al:

het ecologische model van Bronfenbrenner

het micro-, meso-, exo-, macro- en chronosysteem

1
3 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Een balansmodel

Je onderzoekt in dit deel het balansmodel van Bakker. Dat kijkt op een specifieke manier naar opvoeding: het maakt de opvoedingscontexten inzichtelijk door de metafoor van de weegschaal. De ene arm van de weegschaal symboliseert de draagkracht binnen het gezin, de andere de draaglast. Het model toont hoe de opvoeding uit balans kan geraken, waardoor er opvoedingsproblemen ontstaan.

Leertekst

Proefversie©VANIN

Het balansmodel van Bakker (I. Bakker, C. Bakker, A. van Dijke en L. Terpstra, 1998) vergelijkt opvoeden met een weegschaal. De ene arm toont de draagkracht van de gezinsleden. Hoeveel kunnen zij aan? De andere arm toont de draaglast van de gezinsleden en van hun onderlinge interacties. Welke taken moeten ze allemaal vervullen? De draaglast moet zoveel mogelijk in evenwicht zijn met de draagkracht, zodat kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen. Als de balans doorslaat richting draaglast, dan komt de opvoeding van het zich ontwikkelende kind in de problemen.

Verder maakt Bakker een onderscheid tussen risicofactoren en beschermende factoren. Risicofactoren dragen bij aan de draaglast, terwijl beschermende factoren bijdragen aan de draagkracht van het gezin.

Draaglast: het geheel van taken dat ouders en kinderen (moeten) opnemen. Hoe meer taken, hoe meer draaglast. Denk aan: huis en huishouden, budgetbeheer, verwachtingen vanuit de opvoeding, werk, invulling vrije tijd …

Draaglast wordt zwaarder gemaakt door risicofactoren: factoren die de opvoeding bemoeilijken. Voornamelijk omdat ze de taken moeilijker maken of omdat ze ervoor zorgen dat er nog meer taken bijkomen. Denk aan: een kind met een handicap, ziekte of stoornis, een echtscheiding, isolement, kansarmoede, problematische leefsituatie …

Draagkracht: het geheel van vaardigheden waarmee ouders en kinderen de draaglast aanpakken. Denk aan: de vaardigheden van het kind, pedagogische vaardigheden van de ouders, copingmechanismen, stressbestendigheid, gezinsvaardigheden, veerkracht van ouders en kind, welbevinden van ouders en kind …

Draagkracht wordt gevoed door beschermende factoren: factoren die naast de vaardigheden van de ouders en kinderen de draagkracht verhogen. Denk aan: pedagogische bekwaamheid, positief zelfbeeld van ouders en kind, intelligentie, stabiele persoonlijkheid, tweeoudergezin, een warm gezin, goede gezondheid van alle gezinsleden, in een goede buurt wonen … Bij een evenwicht tussen draagkracht en draaglast verloopt de opvoeding in balans.

2.1
4 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Draaglast

Risicofactoren (-)

Draagkracht

kind-, ouder- en gezinsvaardigheden hoge intelligentie positief zelfbeeld

Beschermende factoren (+) ontwikkelings-, opvoedingsen levenstaken handicap negatief zelfbeeld laag geboortegewicht

ziekte of stoornis verslaving negatief zelfbeeld jeugdtrauma’s

autoritaire opvoedingsstijl echtscheiding conflicten

isolement conflicten gebrekkige sociale bindingen

sociale desintegratie verpaupering

slechte sociale (buurt) voorzieningen

Proefversie©VANIN

armoede gebrekkige opleiding

culturele minderheidsgroep afwijkende subculturele normen en waarden

economische crisis werkloosheid discriminatie

I Microsysteem kindfactoren ouderfactoren gezinsfactoren

II Mesosysteem sociale (gezins)factoren sociale (buurt)factoren

III Macrosysteem sociaaleconomische gezinsfactoren culturele factoren

maatschappelijke factoren

stabiele persoonlijkheid goede gezondheid positieve jeugdervaringen

opvoedingscompetentie affectieve gezinsrelatie sociale steun familie en vrienden goede sociale binding

sociale cohesie goede en toegankelijke sociale en pedagogische infrastructuur onderwijs, zorg en welzijn

goed inkomen of goede opleiding

normen en waarden in overeenstemming met dominante cultuur

stabiel sociaal en politiek klimaat open, tolerante samenleving

5 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Leeractiviteiten

1 Beschrijf een opvoedingssituatie die je goed kent door gebruik te maken van het balansmodel van Bakker.

a Welke taken heeft het (oudste) kind momenteel te vervullen?

persoonlijk antwoord bv. studeren, studentenjob, zorgen voor jongere broer, goede vriend zijn ...

b Wat zijn beschermende factoren die de draagkracht van het gezin vergroten?

persoonlijk antwoord bv. goede band met opa, veel vrienden, goede intelligentie, gezonde ouders, positief zelfbeeld, goede afspraken …

c Wat zijn factoren die bijdragen tot de draaglast? Wat zijn de risicofactoren?

persoonlijk antwoord bv. ADHD, ASS, laag zelfbeeld, groot gezin, ouders die veel werken, alleenstaande ouders, dyslexie ...

d Is er in het gezin een evenwicht tussen draagkracht en draaglast? Slaat de balans door in de ene of de andere richting?

persoonlijk antwoord bv. Ja, de draagkracht compenseert de draaglast. Nee, er is te veel draaglast en er zijn te weinig beschermende factoren om daartegenover te zetten.

Proefversie©VANIN

2 Bekijk op iDiddit het filmfragment van Modern family. Je ziet hoe moeder Haley omgaat met de opvoeding van haar recent geboren tweeling. Beantwoord de vragen.

a Welke beschermende factoren zijn er om de draagkracht van Haley te vergroten? Orden op micro-, mesoen macroniveau.

microniveau:

Haley lijkt sterk genoeg om met de zorg van haar baby’s om te gaan. Ze zoekt informatie op over opvoeden. Ze wil weloverwogen beslissingen maken over de gezondheid van haar kinderen door het geven van borstvoeding. Ze lijkt een stabiele partnerrelatie te hebben.

mesoniveau:

Er is een netwerk rond moeder en kind. Er is sprake van sociale steun. De familie steunt elkaar.

6 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

macroniveau:

Het gaat over een Amerikaanse familie. Je zou kunnen stellen dat het gezin zich in een open, tolerante omgeving bevindt.

b Welke factoren bedreigen de draagkracht van Haley? Orden op micro-, meso- en macroniveau.

microniveau:

slaaptekort bij de ouders, huilbaby’s, opvoedingsonzekerheid als gevolg van de goedbedoelde adviezen

mesoniveau:

Niet uit de video te halen, maar leerlingen die de serie kennen zouden kunnen antwoorden dat Haley zich geïsoleerd voelt.

macroniveau:

Niet uit de video te halen, maar wie kritisch is kan aanhalen dat er in Amerika soms wel sprake is van politieke onzekerheid.

2.2

Proefversie©VANIN

Het balansmodel in een ecosysteem

Net zoals Bronfenbrenner (zie Agora 5) situeert Bakker de opvoeding in een systeem. Hij onderscheidt drie niveaus rond het kind, van dichtbij tot veraf. Ze beïnvloeden alle drie de balans en geven zo vorm aan de opvoedingscontext.

Leertekst

Bakker beschrijft opvoeding als een transactioneel proces: ouders en kinderen beïnvloeden elkaar. Er zijn interacties en feedbackloops mogelijk tussen factoren op verschillende niveaus. Op microniveau zijn er bijvoorbeeld factoren die zowel met het kind te maken hebben als met de ouders en met het gezin in zijn geheel:

Lucas (2) is een goede slaper die ‘s nachts zelden weent. Dat geeft zijn ouders zelfvertrouwen en voldoende slaap, waardoor zij de opvoeding beter aankunnen. Ze kunnen de signalen van Lucas goed opvangen en er juist op reageren, waardoor hij nog gemakkelijker wordt, enzovoort.

Harm (2) slaapt weinig en weent veel. Daardoor worden ook zussen Ilse (4) en Lara (6) wakker. De ouders zijn uitgeput. Ze vangen signalen van Harm niet goed op, waardoor de hechting moeilijker loopt en waardoor hij

7 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

nog moeilijker slaapt. De andere kinderen stellen nu ook moeilijk gedrag. De leeftijdgebonden kwaaltjes die erbij komen zoals koorts, tandpijn of waterpokken zijn dan de druppel waardoor de ouders helemaal crashen.

Waar Bronfenbrenner een onderscheid maakt tussen vijf systemen of niveaus, heeft Bakker het over drie niveaus die de opvoedingssituatie beïnvloeden: micro-, meso- en macroniveau.

Microniveau

Mesoniveau

Macroniveau

Zit heel dicht bij het kind. Zit wat verder van het kind af. Zit vrij ver van het kind af.

Bevat deze subniveaus:

—kindfactoren

bv. intelligentie

—ouderfactoren

bv. opvoedingsvaardigheden

—gezinsfactoren

bv. (moeilijk verlopen) echtscheiding

Proefversie©VANIN

Bevat deze subniveaus: —sociale (gezins)factoren

bv. sociale steun

—sociale (buurt)factoren

bv. mate van sociale cohesie

Bevat deze subniveaus:

—sociaaleconomische gezinsfactoren

bv. armoede

—culturele factoren

bv. cultureel kapitaal

—maatschappelijke factoren

bv. stabiel politiek klimaat

sociaaleconomische gezinsfactoren, culturele factoren, maatschappelijke factoren

sociale (gezins)factoren, sociale (buurt)factoren

kindfactoren, ouderfactoren, gezinsfactoren

Invloeden kunnen zowel direct als indirect zijn:

Oorlog (macroniveau) kan een directe invloed hebben op het leven van Kajetan (12) in Oekraïne. Hij is gestresseerd en bang. De oorlog heeft ook indirect een invloed via het mesoniveau: Kajetan kan niet meer naar school, ziet zijn vrienden niet meer, speelt geen tennis meer … Hij voelt zich eenzaam. Maar de oorlog heeft ook een invloed op andere risicofactoren. De economie ligt stil (macroniveau): er is geen werk meer en het gezin komt in armoede terecht (mesoniveau). De risicofactoren op mesoniveau zoals financiële zorgen, het wegvallen van steun van familie en vrienden die het land uitvluchten … maken dat de ouders van Kajetan uit elkaar gaan. De scheiding is een nieuwe risicofactor op microniveau die op zijn beurt een zeer negatieve impact heeft op Kajetan, die zich al eenzaam voelde. Enzovoort.

De invloed van elke risicofactor en beschermende factor is ook afhankelijk van hoe elk niveau daarmee omgaat. In de verhalen van Alison en Dolores kun je zien hoe eenzelfde factor anders inwerkt op de betrokken personen door andere invloeden op meso- en macroniveau.

kind
8 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Factor + gevolgAlison en papa Karim

risicofactor op microniveau

gevolg

invloeden op mesoniveau

Alison wordt geboren met het syndroom van Down. Ze heeft een matige verstandelijke beperking.

Dolores en papa Frank

Dolores wordt geboren met het syndroom van Down. Ze heeft een matige verstandelijke beperking.

Verhoogt de draaglast van het gezin.Verhoogt de draaglast van het gezin.

Alison is welkom in de Chiro. De leiding past de spelletjes voor haar aan. Karim wordt lid van het oudercomité en geeft tips om nog beter om te gaan met kinderen met een beperking. Alison volgt gewoon onderwijs. Haar curriculum is aangepast en ze krijgt ondersteuning. Ze voelt zich heel goed en heeft vrienden. Ze begrijpt de leerstof niet altijd, maar ze leert daarmee omgaan en krijgt vaak extra hulp van klasgenoten. Ook de buren helpen. Ze brengen soms eten of helpen de tuin onderhouden.

De leiders van de Chiro zien het niet zitten om Dolores op te nemen in de groep: te veel extra werk om alles voor haar aan te passen. Al haar vrienden zitten nochtans in de Chiro. Ook de sportclubs vinden Dolores motorisch niet sterk genoeg om op haar leeftijd mee te trainen. Ze zit in het gewoon onderwijs, maar ze kan heel moeilijk mee en krijgt weinig ondersteuning. Papa Frank kent zijn buren niet; er is geen contact en geen sociale cohesie in de buurt waar ze wonen. Hij krijgt geen hulp van anderen. gevolg

Verlaagt de draaglast van het gezin doordat Alison gelukkig is en een plaats vindt in haar sociale groepen. Ook Karim voelt zich betrokken en gewaardeerd door zijn sociale groepen.

Verhoogt de draaglast van het gezin doordat Dolores ongelukkig en geïsoleerd is. Ook Frank voelt zich buitengesloten en onbegrepen. Hij ervaart de relaties met de sociale groepen als frustrerend.

Proefversie©VANIN

invloeden op macroniveau

Via het persoonlijk assistentiebudget (PAB) kan Alison de zorg kopen die zij wenst. Ze wil niet naar een voorziening. Haar papa wil voor haar zorgen. Via het PAB kan hij hiervoor loopbaanonderbreking nemen zonder financiële zorgen.

gevolg

Draaglast en draagkracht zijn in evenwicht. Alison groeit op tot een gelukkig en stabiel individu, los van haar beperkingen.

Dolores komt niet in aanmerking voor begeleid zelfstandig wonen en ook niet voor maatwerk (ritme). Ze komt terecht in een woning voor mensen met een beperking, waar ze met vijf andere volwassenen en een begeleider samenleeft. Overdag gaat ze naar een atelier dagbesteding. Dolores vindt het verschrikkelijk. Ze woont samen met te veel mensen, van wie ze er drie niet kan verdragen. Ze krijgt geen uitdaging in haar dagbesteding en voelt zich nutteloos: ik kan niets, ik tel niet mee, ik ben uitgesloten.

De draaglast is veel groter dan de draagkracht. Dolores groeit niet op in optimale (aangepaste) omstandigheden en kan zich minder goed ontplooien. Ze is ongelukkig en ziet haar beperking als de reden waarom ze geen gelukkig leven kan leiden.

De verhalen van Alison en Dolores schetsen twee extreme beelden. In de meeste opvoedingssituaties spelen tegelijk zowel beschermende factoren als risicofactoren op de verschillende niveaus. Zolang de balans in evenwicht is, verloopt de opvoeding vlot.

9 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Leeractiviteiten

Bekijk de twee lijstjes rond draagkracht en draaglast die je maakte in de instap. Kun je ze plaatsen in het balansmodel van Bakker?

a Welke elementen spelen in op jouw draagkracht? Zijn er ook elementen die bijdragen tot jouw draaglast? Welke en hoe?

persoonlijk antwoord

Proefversie©VANIN

b Schrijf naast elke factor uit je lijst het niveau waarop de factor speelt: micro, meso of macro?

c Kun je jouw lijst onderbrengen binnen het balansmodel van Bakker? Zijn er elementen waar je aan dacht en die niet terugkomen in het balansmodel?

persoonlijk antwoord

10 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

Exit

In de volgende hoofdstukken zal je zowel beschermende factoren als risicofactoren voor de opvoeding bestuderen. Soms ga je diep in op een factor, waardoor je het overzicht zou kunnen kwijtraken. Om dat overzicht te bewaren, ga je de volgende twee hoofdstukken samenvatten in een schema. Bij elke eerste activiteit na een leertekst noteer je de besproken factor op de juiste plaats in het schema.

Proefversie©VANIN

Draaglast

Draagkracht

Beschermende factoren (+) ontwikkelings-, opvoedingsen levenstaken kind-, ouder- en gezinsvaardigheden

Risicofactoren (-)

11 THEMA 1 HOOFDSTUK 2

BESCHERMENDE FACTOREN IN DE OPVOEDING

WAAROVER GAAT DIT HOOFDSTUK?

Proefversie©VANIN

Dit hoofdstuk gaat over de beschermende factoren binnen de opvoedingscontext: factoren die bijdragen aan de draagkracht van het gezin. Ze kunnen zich situeren op het micro-, meso- of macroniveau. Je krijgt inzicht in hoe die factoren de opvoedingscontext kunnen beïnvloeden. Je staat concreet stil bij ouderfactoren zoals het welbevinden van ouders, sociale steun en sociale cohesie. Ten slotte bekijk je de factoren onderwijs en laagdrempelige hulpverlening.

WAT LEER IK IN DIT HOOFDSTUK?

Vink aan wat je in de loop van dit hoofdstuk hebt geleerd.

Ik kan uitleggen wat een beschermende factor in de opvoeding is en kan voorbeelden analyseren.

Ik kan beschermende factoren herkennen en kan analyseren hoe ze de opvoedingscontext beïnvloeden.

Ik kan een gegeven context situeren op micro-, meso- of macroniveau.

Ik kan analyseren hoe welbevinden van de ouders een beschermende factor in de opvoedingscontext kan zijn.

Ik kan analyseren hoe sociale steun en sociale cohesie beschermende factoren in de opvoedingscontext kunnen zijn.

Ik kan analyseren hoe onderwijs en scholen beschermende factoren in de opvoedingscontext kunnen zijn.

Ik kan analyseren hoe laagdrempelige hulpverlening een beschermende factor in de opvoedingscontext kan zijn.

BEGRIPPEN

GOK-decreet – laagdrempelige hulpverlening – leersteundecreet – onderwijs kansarmoede-indicator –sociale cohesie – sociale steun – rechtstreeks toegankelijk – welbevinden

HOOFDSTUK 3
2 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Instap

Wat heeft een kind nodig om op te groeien tot een (emotioneel) stabiele, harmonisch ontwikkelde volwassene?

a Hoe kan de opvoedingscontext van een kind er best uitzien om de kans zo groot mogelijk te maken dat het kind zich ten volle kan ontwikkelen? Maak een lijst en geef op een schaal van 1-10 aan elk element een cijfer dat aangeeft hoe belangrijk dat element voor jou is.

Proefversie©VANIN

Dit draagt bij tot de ontwikkeling van het kind

Belang /10 liefdevolle omgeving hobby's tweeoudergezin

b Bespreek. Komen jullie tot ongeveer dezelfde lijst of zitten er grote verschillen op? Kunnen jullie algemene categorieën maken over de lijsten heen?

Aanknopingspunten met vorig leerjaar

In Agora 5 leerde je al:

sociale cohesie

kenmerken van het kind, kenmerken van de ouders, en de interacties daartussen

1
3 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Ouderfactoren: welbevinden van de ouders

Naast hun pedagogische bekwaamheid is het welbevinden van ouders een beschermende factor in de opvoeding. Als hun welbevinden onder druk staat, kan dat een risicofactor zijn.

Leertekst

Welbevinden gaat over de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.

Het welbevinden van ouders is opgebouwd uit vijf pijlers, gebaseerd op een model van William Lauinger (Lauinger, 2015):

Vijf pijlers van ouderwelbevinden

Proefversie©VANIN

1 Gevoelens en emoties

2 Vriendschappen en relaties

3 Voldoening uit ouderschapservaringen

4 Perspectief, inzicht en reflectie

5 Persoonlijk welbevinden en ontwikkeling

positieve en negatieve ervaringen in de ouder-kindrelatie, geraakt kunnen worden op emotioneel niveau, psychisch welbevinden, emotionele balans en veerkracht, lichamelijk welbevinden en slaapkwaliteit

onvoorwaardelijke liefde van de ouder voor het kind, diepe emotionele band met het kind, partnerrelatie, partnerschap in opvoeden, hechte vriendschappen, steun en communicatieve vaardigheden

ouderschapservaringen, vaardigheden met betrekking tot opvoeding, zelfvertrouwen en tevredenheid als opvoeder, levensvaardigheden en omgang met de normatieve samenleving

betekenisgeving van mijn kind aan mijn leven, welbevinden in balans, ingrijpende levensgebeurtenissen en reflectie op de eigen ouderrol

ontwikkeling als persoon, welbevinden van het individu, welbevinden met betrekking tot werk, welbevinden met betrekking tot levensinvulling

3.1
4 THEMA 1 HOOFDSTUK 3
Bron: gebaseerd op Lauinger, W., A framework for understanding parental well-being, 2015.

De vijf pijlers tonen aan dat een aantal factoren die samen één geheel vormen het welbevinden van ouders bepalen. Voor een goed welbevinden moeten de vijf pijlers in evenwicht zijn. Dat evenwicht kan voor elke ouder anders zijn.

Sociale druk heeft ook een invloed op het ouderschap. De omgeving legt, vaak onbewust, druk op ouders. Die omgeving is de laatste jaren steeds meer uitgebreid naar de sociale media. Ouders zien andere ouders leuke activiteiten doen met hun kind terwijl ze dat er zelf niet bij kunnen nemen of er misschien de middelen niet voor hebben. Sociale media leggen dus niet alleen druk op de draagkracht van kinderen en jongeren, maar ook op de draagkracht van ouders. Daarnaast kunnen goedbedoelde adviezen van de omgeving ouders onzeker maken en het welbevinden van ouders bijgevolg onder druk zetten.

GOOD TO KNOW

Proefversie©VANIN

Bento lunch versus lege brooddoos

Bento is het Japanse woord voor lunchpakket. Sommige Japanse moeders besteden iedere dag een uur tijd aan het klaarmaken van een lunchbox die zo gezond maar vooral zo mooi mogelijk is. Dat staat in schril contrast met arme ouders die hun kinderen met een lege brooddoos naar school sturen. 4 op de 10 leerkrachten stellen vast dat kinderen met een lege brooddoos naar school komen. De ene ouder legt druk op zichzelf om een zo mooi mogelijke lunchbox te maken en de andere ouder staat onder druk omdat er geen middelen zijn om de brooddoos te vullen.

5 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Leeractiviteiten

1 Vul 'welbevinden ouders' op de juiste plaats in het schema van hoofdstuk 2 aan.

Proefversie©VANIN

2 Link de uitspraken met de pijler van ouderwelbevinden door de letter bij de juiste pijler te plaatsen.

Vijf pijlers van ouderwelbevinden

1 Gevoelens en emoties

2 Vriendschappen en relaties

3 Voldoening uit ouderschapservaringen

4 Perspectief, inzicht en reflectie

5 Persoonlijk welbevinden en ontwikkeling

A‘Een keer in de maand ga ik samen met mijn vrienden op café. Ik hoor dan weleens dat zij het ook lastig hebben en daar hou ik mij aan vast.’

B‘Mijn ouders waren niet vaak thuis toen ik klein was. Ik herinner mij dat ik van gezelschapsspelletjes hield, maar dat mijn ouders daar nooit tijd voor hadden. Zelf maak ik er een gewoonte van om elke zaterdag met mijn kinderen voor het avondeten een gezelschapsspel te spelen.’

C‘Ik hou van mijn kinderen, maar ik ben meer dan een ouder. Ik heb ook nog steeds intellectuele uitdaging nodig en wil naast ouder ook een goede werknemer zijn.’

D‘Het moment dat mijn dochter ‘s avonds na het voorlezen zegt dat ze mij graag ziet, is het beste moment van mijn dag.’

E‘Mijn zoon had onlangs een driftbui op het strand. Hij was boos omdat zijn ijsje op was en bleef maar brullen voor een tweede. Ik liet hem razen en gaf hem ruimte voor zijn emoties. Na twintig minuten luid gebrul, begon hij eindelijk te kalmeren. Een andere ouder die niet ver mij zat, sprak me wat later aan en zei: “Chapeau! Goed dat je volhield, maar ook rustig bleef.”

Dat deed mij zoveel deugd.’

6 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

3 Een hoog ouderwelbevinden is een beschermende factor in de opvoeding. Het welbevinden van ouders kan ook onder druk komen te staan. Welke pijler van ouderwelbevinden staat onder druk in de volgende voorbeelden?

Samir (28 jaar) werkt als verpleger in een ziekenhuis. Hij haalt geen voldoening meer uit zijn job en wil graag de lerarenopleiding volgen. Hij is pas vader geworden en heeft het gevoel dat hij het nu niet kan maken om dit te bespreken met zijn partner.

Proefversie©VANIN

Onlangs werd Olivia (26 jaar) aangesproken in de supermarkt terwijl haar peuter op de grond lag te brullen om dinosauruskoeken. ‘Amai, bij mij zou het niet waar zijn, hoor. Je geeft zeker veel te veel toe en dat is het gevolg.’ Laura kon door de grond zakken van schaamte en liep samen met haar dochter de winkel uit zonder iets te kopen.

Lou weigert de fles. Sofie (33 jaar) wil graag de borstvoeding afbouwen, zodat haar partner ‘s nachts ook eens een flesje kan geven en zij kan doorslapen. Lou blijft de fles weigeren en Sofie heeft nood aan slaap.

Axelle (34 jaar) en Miriam (38 jaar) zijn de ouders van Billie. Axelle heeft het gevoel dat ze er alleen voor staat in de opvoeding van Billie.

pijler: pijler: pijler: pijler:

Amina (28 jaar) is pas moeder geworden. Ze herkent haar eigen lichaam niet meer. Ze vraagt zich af of ze er nog steeds goed uitziet.

pijler:

7 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Lees het interview met Delphine en los de vragen op.

‘IK WAS NIET VERLIEFD OP MIJN KINDJE’

Een op vijf moeders ervaart klachten van een postnatale depressie. Ook Delphine Heyse (37) zag haar zoontje Lou maandenlang niet graag. Op haar dieptepunt wilde ze hem iets aandoen. ‘De baby was als een soort voorwerp voor me.’ Via vzw ‘Wolk in mijn hoofd’ pleit ze voor meer begrip.

Proefversie©VANIN

Drie jaar geleden werd Delphine Heyse (37) mama. Maar haar liefde voor zoontje Lou was maandenlang onbestaande. ‘Ik wilde hem niet bij me, ik voelde me geen moeder. De baby was als een soort voorwerp voor mij,’ vertelt ze. De depressie sluimerde volgens Delphine al tijdens de zwangerschap. Het waren negen eenzame maanden, in volle corona. Met complicaties: op de twintigwekenecho werd even gedacht dat Lou zou lijden aan het syndroom van Poland, dat de ontwikkeling van sommige borstspieren aantast. Ook een mentale beperking viel niet uit te sluiten. ‘Artsen konden niets voorspellen. We moesten de geboorte afwachten. Mijn zwangerschap werd gekenmerkt door onwetendheid.’ Op 28 september 2020 kwam Lou ter wereld. ‘Hij werd niet op me gelegd, maar snel meegenomen. Uiteindelijk kwam de verpleegster vertellen dat alles in orde was. Behalve zijn linkerhandje: zijn vier vingers zijn kleine knobbeltjes.’

Redding

Na de geboorte ging het elke dag slechter. ‘Ik huilde voor het minste. Ik kreeg hartkloppingen. Paniekaanvallen. Ik sliep amper. Koken deed ik niet. Ik viel tien kilo af. Ik stond op, waste Lou op automatische piloot en lag op de zetel te piekeren. Mijn man had wél veel huid-op-huidcontact met Lou. Ik kon enkel denken: wat vind jij daar nu leuk aan? Ik was niet verliefd op mijn kindje.’ Op een moment schrok Delphine van zichzelf. ‘Lou bleef maar huilen. Ik ging naar zijn bedje en smeekte: “Lou, alstublieft!” Kwaad nam ik hem vast en ik riep: “Wat is dat toch met jou?” Op dat punt besefte ik dat een mama die echt diep zit haar kind iets kan aandoen.’ Delphine belandde hierna op de afdeling Centrum Moeder en Kind. ‘Omdat de situatie zo acuut was, kreeg ik thuisbehandeling van een psychiatrische verpleegkundige en antidepressiva. Verder moest er altijd iemand bij me zijn. Vrienden en familie namen een beurtrol: elke voor- en namiddag kwam er iemand langs. Die mensen hebben me gered. Net als mijn man.’

Langzaam klaarde de wolk in Delphines hoofd op. ‘Ik herinner me hoe Lou op zijn speelmat heel luid lachte en ik voor het eerst dacht: dit is fijn. Die dag had ik ook gekookt en wisten we: we zijn vertrokken.’ Delphine deelt haar verhaal vooral om lotgenoten te steunen. ‘Al kan ik slechts een mama overtuigen: zoek hulp. Mijn band met Lou is vandaag super. Op een dag vertel ik hem alles. Ik wil hem vooral tonen: alles komt goed.’

Zoek je meer informatie of hulp? Je kan terecht bij vzw Wolk in mijn hoofd, wolkinmijnhoofd.be. Het hele verhaal van Delphine lees je op nina.be

Bron: hln.be

4
8 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

a Welke risicofactoren hadden een invloed op de draagkracht van Delphine? Noteer de factoren op micro-, meso- en macroniveau.

microniveau:

Proefversie©VANIN

mesoniveau:

macroniveau:

b Welke beschermende factoren hadden een invloed op de draagkracht van Delphine?

c Analyseer het ouderwelbevinden van Delphine aan de hand van de vijf pijlers.

9 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Sociale steun en sociale cohesie

De mate van sociale steun waarop een gezin kan rekenen en de mate van sociale cohesie in de buurt zijn beschermende factoren op mesoniveau die de opvoedingscontext beïnvloeden. Ze verhogen de draagkracht van de ouders of verlichten de draaglast.

Leertekst

Proefversie©VANIN

Impact van sociale steun op de opvoedingssituatie

It takes a village to raise a child is een zegswijze die je af en toe hoort. Wetenschappelijk onderzoek ondersteunt de uitspraak. Het ervaren van voldoende sociale steun is een van de belangrijkste beschermende factoren voor de draagkracht van gezinnen. Onderzoek toont:

—Ouders met een goed sociaal netwerk zijn meer ontspannen in de opvoeding, hebben meer zelfvertrouwen en gaan positievere relaties aan met hun kinderen.

—Kinderen die een hechte band hebben met hun grootouders zijn gelukkiger dan kinderen die dat niet hebben.

—Sociale steun zorgt ervoor dat opvoedingsproblemen minder kans maken om te escaleren naar een problematische opvoedingssituatie.

—Mensen hebben de voorkeur voor informele steun uit de nabije omgeving in plaats van hulp van een professional.

Sociale steun grijpt in op drie verschillende niveaus: Praktische ondersteuning: taken overnemen zoals oppas, klussen in huis, huishoudhulp, vervoer.

Psychologische of emotionele ondersteuning: terechtkunnen bij anderen zoals een luisterend oor, stoom kunnen afblazen, waardering krijgen.

Normatieve ondersteuning: voorbeeldfunctie die mensen voor elkaar hebben, zoals een kind dat opkijkt naar zijn opa, wil zijn zoals de volleybaltrainer.

Er is weinig onderzoek naar hoe het sociale netwerk van gezinnen versterkt kan worden. Laagdrempelige ontmoetingsmomenten en ontmoetingsplekken in de buurt voor ouders (bv. op scholen) kunnen wel helpen om langdurig het sociale netwerk te versterken.

Impact van sociale cohesie op de de opvoedingssituatie

Je zag in Agora 5 hoe belangrijk sociale cohesie is in een samenleving. Sociale cohesie is moeilijk precies te definiëren. De Bertelsmann-studie uit 2012 (waarover je in Agora 4 hebt kunnen lezen) definieert het als een combinatie van drie onderdelen, hier schematisch weergegeven.

3.2
10 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

De drie domeinen van sociale cohesie en hun respectievelijke dimensies

Sociale cohesie

1.1 sociale netwerken

1.2 vertrouwen in mensen

1.3 aanvaarden van diversiteit

2 Verbondenheid

1

Sociale relaties

3

Focus op algemeen belang

2.1 identificatie met land

2.2 vertrouwen in instituties

2.3 ervaren van rechtvaardigheid

Proefversie©VANIN

3.1 gemeenschapszin en behulpzaamheid

3.2 respect voor sociale regels

3.3 burgerparticipatie

Sociale cohesie hangt samen met veel positieve uitkomsten. Het kan de draagkracht verhogen, de draaglast verlichten of een positieve invloed hebben op andere beschermende factoren. Een aantal voorbeelden van de invloed van hoge sociale cohesie: veiligheid en leefbaarheid van de wijk: minder criminaliteit, minder overlast, minder nood aan politie-interventies gezondheid: betere gezondheid, hogere levensverwachting, hogere gerapporteerde kwaliteit van leven, betere geestelijke en fysieke gezondheid positief gedrag: vermindering gedragsproblemen —betere kansen op de arbeidsmarkt

Sociale steun, sociale cohesie en de interactieniveaus

Op mesoniveau heeft een sterke of zwakke sociale cohesie een invloed op de opvoedingscontext. Het macroniveau heeft ook een impact op de sociale cohesie van een buurt. Bevorderende factoren voor sociale cohesie op macroniveau zijn bijvoorbeeld:

—De overheid die zorgt voor een goede spreiding van nieuwkomers in het land.

—De overheid die werkt aan integratie van nieuwkomers.

—De overheid die voldoende in de buurt investeert: geen leegstand, geen graffiti, propere straten, groen, speelplein …

—De politie die positief aanwezig is in de straten.

—De overheid die gemeenschapszin promoot: subsidies voor straatfeesten, activiteiten georganiseerd door de gemeente …

11 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Leeractiviteiten

1 Vul 'sociale steun' en 'sociale cohesie' op de juiste plaats in het schema van hoofdstuk 2 aan.

Proefversie©VANIN

2 Bekijk de grafieken en beantwoord de vragen.

Sociale contacten bij bevolking van 15 jaar en ouder in het Vlaams Gewest, 2001, 2004, 2008, 2013, 2018

Bron: Gezondheidsenquête Sciensano, bewerking Statistiek Vlaanderen

Sociale contacten bij bevolking van 15 jaar en ouder in 2018 in het Vlaams Gewest

Bron: Gezondheidsenquête Sciensano, bewerking Statistiek Vlaanderen

a Bekijk de cijfers van 2018. Wat kun je zeggen over de ervaren sociale steun?

b Wat kun je zeggen over de evolutie van de ervaren sociale ondersteuning doorheen de tijd?

12 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

c Is er samenhang tussen het behaalde onderwijsniveau en de beleving van sociale contacten en sociale ondersteuning?

Proefversie©VANIN

d Kun je effecten van sekse en/of leeftijd opmerken?

3 Bekijk de drie grafieken en de vergelijkingstabel van sociale cohesie en beantwoord de vragen.

Levenstevredenheid in verhouding tot de algemene index van sociale cohesie

levenstevredenheid (2009-2012)

algemene index van sociale cohesie (2004-2008)

Bron: Bertelsmann Stiftung

13 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Algemene index van sociale cohesie in verhouding tot het belang van religie in het dagelijks leven

algemene index van sociale cohesie (2009-2012)

Proefversie©VANIN

belang van religie in het dagelijkse leven (2006-2008)

Bron: Bertelsmann Stiftung

Algemene index van sociale cohesie in verhouding tot het percentage immigranten

algemene index van sociale cohesie (2009-2012)

percentage immigranten (2005)

Bron: Bertelsmann Stiftung

14 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Een internationale vergelijking van sociale cohesie (2009-2012)

1.1socialenetwerken

1.2vertrouweninmensen

1.3aanvaardenvandiversiteit

Proefversie©VANIN

Denemarken (DK)

Noorwegen (NW)

Finland (FL)

Zweden (SE)

Nieuw-Zeeland (NZ)

Australië (AU)

Canada (CA)

Verenigde Staten (US)

Zwitserland (CH)

Luxemburg (LUX)

Nederland (NL)

Ierland (IE)

Oostenrijk (AU)

Duitsland (DE)

Verenigd Koninkrijk (GB)

Frankrijk (FR)

Spanje (ES)

België (BE)

Estland (EE)

Malta (MT)

Polen (PL)

Slovenië (SI)

Tsjechië (CZ)

Italië (IT)

Hongarije (HU)

Portugal (PT)

Slowakije (SI)

Israël (IL)

Cyprus (CY)

Litouwen (LT)

Letland (LV)

Bulgarije (BG)

Griekenland (GR)

Roemenië (RO)

Sociale relaties periode 2009-2012
Verbondenheid 3 Focus op algemeen belang hoogste niveau bovengemiddeld niveau gemiddeld niveau ondergemiddeld niveau laagste niveau 15 THEMA 1 HOOFDSTUK 3
2.1identificatiemetland 2.2vertrouwenin instituties 2.3ervarenvanrechtvaardigheid3.1gemeenschapszinenbehulpzaamheid3.2respectvoorsocialeregels3.3burgerparticipatie 1
2

a Hoe scoort België ten opzichte van de andere EU landen? En ten opzichte van niet-EU landen?

b Op welke onderdelen van sociale cohesie scoren we het zwakst? Kun je dat verklaren?

Proefversie©VANIN

c Welke conclusies kun je trekken uit de drie grafieken?

d Op welke onderdelen van sociale cohesie scoren we het zwakst? Kun je dat verklaren?

16 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Onderwijs

Onderwijs heeft drie functies: kwalificeren, socialiseren en persoonsvorming. Scholen zijn daardoor een beschermende factor in de opvoedingscontext die probeert evenwicht in de balans te brengen.

Leertekst

Proefversie©VANIN

De school als beschermende factor

Verschillende beleidsplannen en voorstellen, zoals het GOK-decreet (gelijke onderwijskansen) en leersteundecreet, proberen de kansen van alle leerlingen te optimaliseren. Een sterk uitgebouwd onderwijs is een beschermende factor met als doel het compenseren van risicofactoren zoals kansarmoede, ontwikkelingsstoornissen, en leerproblemen.

GOK-decreet

In 2002 werd het GOK-decreet ingevoerd met als doel specifieke kansengroepen in het onderwijs te ondersteunen. Daarnaast moest het decreet uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan.

Het GOK-decreet rust op twee pijlers:

Inschrijvingsrecht en -beleid: elk kind mag zich inschrijven in een school naar keuze, zolang het voldoet aan de toelatingsvoorwaarden. Bepaalde groepen krijgen voorrang om te zorgen voor een sociale mix in de school.

Financiering: op basis van de socio-economische achtergrond van de leerlingen krijgt een school meer of minder middelen om sociale ongelijkheid weg te werken. Zo kan de school een zorgbeleid uitwerken dat rekening houdt met de socio-economische achtergrond van de leerlingen.

De extra werkingsmiddelen worden berekend op basis van kansenindicatoren. De onderwijs kansarmoede-indicator (OKI) voegt volgende vier kenmerken samen: —opleidingsniveau van de moeder —gezinstaal

—buurt met hoge mate van schoolse vertraging —het al dan niet hebben van een schooltoelage

Scholen willen met hun GOK-beleid elk kind goed onderwijs aanbieden, ook kinderen met hoge onderwijs kansarmoede-indicatoren.

Alexandra (15 jaar) is in mei 2022 samen met haar twee broers uit Oekraïne aangekomen in België. Na een jaar onderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) kan Alexandra starten in een secundaire school. Alexandra heeft de capaciteiten om te functioneren in een doorstroomrichting, maar is de taal nog niet machtig. De moeder van Alexandra heeft veel zorgen. Haar man is achtergebleven in Oekraïne en ze vindt het niet evident om de zorg op te nemen voor drie kinderen in een land waar ze de taal niet spreekt. Ze wil dat haar dochter zich optimaal kan ontplooien, maar momenteel kan ze het zoeken naar extra taalkansen voor haar dochter er niet bij nemen. De school van Alexandra biedt extra lessen Nederlands aan. Op het eerste oudercontact voorziet de school een tolk, zodat de moeder van Alexandra vlot in gesprek kan gaan. De school

3.3
17 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

leidt de moeder van Alexandra naar ontmoetingsplaatsen waar ze andere moeders kan spreken.

Decreet leersteun

Om een antwoord te bieden aan de steeds groeiende diversiteit en het toenemen van het aantal leerlingen met specifieke zorgbehoeften, heeft de overheid het leersteundecreet uitgewerkt.

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften konden vaak niet terecht in een school voor regulier onderwijs. Kamperen aan scholen, lange afstanden die kinderen afleggen om naar een school op maat te gaan … Het zijn allemaal risicofactoren die de draagkracht van het gezin bedreigen. Het leersteundecreet (in voege sinds schooljaar 2023-2024) is een beslissing op macroniveau die ervoor moet zorgen dat elk kind zich kan ontwikkelen in de school van zijn of haar keuze.

Het centrale idee is de onderwijskwaliteit zo hoog mogelijk te houden en ondertussen alle leerlingen de kans te bieden om zich optimaal te ontwikkelen. Het decreet steunt op twee pijlers: Scholen versterken in het omgaan met leerlingen met specifieke zorgnoden zoals ASS, ADHD, DCD …

—Scholen voor buitengewoon onderwijs versterken om zorg op maat te bieden aan leerlingen met specifieke zorgnoden.

Het onderwijs en de interactieniveaus

Door het bieden van een ondersteunende en positieve omgeving aan de jongeren is de school een beschermende factor op het mesoniveau. Beleidsplannen, zoals het GOK-decreet, op macroniveau proberen de school op mesoniveau te versterken. Ouderfactoren op microniveau spelen echter een belangrijke rol. Een kritiek is dat de ondersteuning via het leersteundecreet vaak terechtkomt bij kinderen en jongeren van wie de ouders sterk genoeg zijn om stappen te ondernemen in het aanvragen van ondersteuning. Hier is sprake van het mattheuseffect. Dat versterkt ongelijkheden: jongeren en kinderen van ouders met meer kennis, sociale connecties en financiële middelen om onderzoeken te doen, hebben ook meer toegang tot ondersteunende middelen. Terwijl de middelen net een beschermende factor zouden moeten zijn voor opvoedingscontexten waar er minder draagkracht is.

GOOD TO KNOW

Recht op onderwijs voor iedereen?

In 2009 werd het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap geratificeerd door België. Door dit verdrag te erkennen, engageert België zich om gelijke rechten te waarborgen voor mensen met een beperking. Het recht op onderwijs voor kinderen en jongeren met een beperking is er hier een van. Ondanks de ondertekening van dit verdrag zette België geen stappen in het verzekeren van het recht op onderwijs voor iedereen. Dat leidde tot een zaak van de Belgische regering tegen een groep ouders van kinderen met een beperking. Deze ouders gaven aan dat het onderwijssysteem in België niet voldeed aan de vereisten van inclusief onderwijs zoals vastgelegd in het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap.

Proefversie©VANIN

1 Vul 'school' en 'onderwijs' op de juiste plaats in het schema van hoofdstuk 2 aan. Leeractiviteiten

18 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

2 Verdeel de klas in drie groepen. Elke groep leest op iDiddit een artikel over het plaatstekort in het buitengewoon onderwijs. Beantwoord dan de vragen.

a Vat het artikel dat jullie lazen samen op een apart blad.

b Elk groepslid vormt nu een nieuwe groep met personen die een ander artikel lazen. Zorg ervoor dat jullie minstens iemand per artikel in jullie groep hebben. Bespreek de samenvatting van de artikels. Brengen de artikels dezelfde boodschap?

Vragen om mee te nemen in de bespreking:

• Hoeveel plaatstekort is er?

• Welke kinderen vinden geen plaats in het buitengewoon onderwijs?

• Zijn er regio’s die erger getroffen zijn dan andere?

• Wat zijn de alternatieven en waarom zijn die niet goed?

• Wat is de oorzaak van dit probleem volgens de artikels?

3 Ga na welke initiatieven jouw school organiseert om leerlingen educatief en sociaal-emotioneel te ondersteunen. Noteer bij elk initiatief waarom dit wel of niet een beschermende factor is in de opvoeding.

Proefversie©VANIN

4 Bekijk op iDiddit het videofragment van Klasse over Sulaiman, Houda, Zamzama. Welke risicofactoren zijn er aanwezig bij de jongeren?

Ga vervolgens na hoe de school de rol van beschermende factor opnam.

Risicofactor School als beschermende factor

Sulaiman

Houda

Zamzam

19 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Sari (15 jaar) ervaart veel stress bij het geven van presentaties. Wanneer een presentatie gepland staat, loopt ze dagen vooraf te piekeren. Ze heeft paniekaanvallen thuis. Sari heeft ook nog een jongere broer met ASS. Sari en haar broer wonen in bij hun moeder, Charlotte. De vader van Sari is niet meer in beeld. Toen Charlotte schoolliep, lagen haar prioriteiten niet bij school, waardoor ze haar secundair diploma niet heeft behaald. Charlotte weet niet hoe ze moet omgaan met de paniekaanvallen van Sari en begrijpt niet veel van de leerstof. Momenteel worstelt Charlotte ook met gezondheidsproblemen. Charlotte woont ver van haar eigen familie en heeft vaak het gevoel dat ze er alleen voor staat. Sari komt terecht bij de leerlingbegeleider van haar school die haar helpt omgaan met stress. De leerlingbegeleider gaat in gesprek met de moeder van Sari en toont haar hoe ze de digitale agenda van Sari mee kan helpen opvolgen, zodat Charlotte haar dochter kan ondersteunen in het plannen en organiseren van haar schoolwerk. Nipte deadlines brengen dan geen onnodige stress meer voor Sari.

Proefversie©VANIN

microniveau

kindfactoren

ouderfactoren

gezinsfactoren

mesoniveau sociale (gezins) factoren

sociale (buurt) factoren

sociaaleconomische gezinsfactoren

macroniveau

culturele factoren

maatschappelijke factoren

Risicofactoren

Beschermende factoren

5 Lees de situatie van Sari en analyseer aan de hand van het balansmodel van Bakker.
20 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

6 Het GOK-decreet en het leersteundecreet zijn maatregelen op macroniveau die de school willen versterken in de beschermende rol die ze kan hebben voor de draaglasten in het gezin. Lukt dat ook in de praktijk?

a Zoek twee artikelen die de implementatie van het GOK-decreet en leersteundecreet analyseren. Vat beide artikelen samen.

samenvatting artikel 1:

Proefversie©VANIN

samenvatting artikel 2:

b Welke kritische bedenkingen op vlak van de implementatie van het GOK-decreet en het leersteundecreet maak je na je analyse van de twee artikelen? Noteer er drie.

21 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Laagdrempelige hulpverlening

Kinderen, jongeren en ouders worden geconfronteerd met verschillende risicofactoren in de opvoeding. Op mesoniveau kan laagdrempelige hulpverlening een beschermende factor zijn om te vermijden dat de balans doorslaat.

Leertekst

Proefversie©VANIN

De jeugdhulpverlening in België is ingebed in het decreet jeugdhulpverlening. Dit decreet maakt een onderscheid tussen rechtstreeks toegankelijke en niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening Laagdrempelige hulpverlening valt onder de eerste groep en is een beschermende factor wanneer de balans nog niet doorgeslagen is. De niet-rechtstreeks toegankelijke hulp komt later aan bod bij een uit balans geraakte gezinscontext.

Opvoeden is een uitdagend parcours waarbij soms ondersteuning nodig is. De laagdrempelige hulpverlening kan een positieve impact hebben op de opvoeding door de toegankelijkheid. Ze pakt problemen proactief aan, waardoor ze preventief werkt en opvoedingskwesties niet escaleren.

Laagdrempelige hulpverlening is een verzamelnaam voor alle diensten en instanties die snel en rechtstreeks toegankelijk zijn voor kinderen, jongeren en volwassenen. Ze bieden ondersteuning op verschillende ontwikkelingsdomeinen. Ze willen voorkomen dat risicofactoren bij kind en/of ouder escaleren. Denk hierbij aan:

—TEJO (therapeuten voor jongeren): gratis psychologische ondersteuning voor jongeren

—CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk): ondersteuning van mensen met vragen en problemen rond welzijn zoals persoonlijke problemen, financiële problemen en problemen in het gezin.

—CKG’s (Centrum voor Kind en Gezinsondersteuning): opvoedingshulp voor gezinnen met lagereschoolkinderen

Door het laagdrempelige karakter zijn er ook enkele uitdagende aspecten aan de rechtstreekstoegankelijke hulp:

—Het laagdrempelige karakter kan als gevolg hebben dat de hulpverlening blijft steken op een oppervlakkig niveau. Complexere opvoedingsproblemen hebben diepgaandere begeleiding nodig.

—Er is een groot aanbod, wat kan leiden tot een versnippering van de hulpbronnen Daardoor is het voor ouders niet evident om de juiste ondersteuning te vinden.

3.4
22 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Om wegwijs te raken in het ruime zorgaanbod in Vlaanderen en Brussel bestaat de Vlaamse Sociale Kaart. Via de Vlaamse Sociale Kaart kun je informatie opzoeken over het zorgaanbod in Vlaanderen en Brussel. Alle info over gezondheids- en welzijnszorg, zoals aanbod, doelgroep, openingsuren en contactgegevens, is hier gecentraliseerd.

Gezondheidszorg

focuspreventie, diagnose, behandeling en herstel van ziekten, aandoeningen en lichamelijke gezondheidsproblemen

betrokken partijen medische professionals, ziekenhuizen, verpleegkundigen en andere zorgverleners

doelbehoud of herstel van de lichamelijke gezondheid

Laagdrempelige hulpverlening en de interactieniveaus

Welzijnszorg

Proefversie©VANIN

gericht op het volledige welzijn van mensen, zowel fysiek, mentaal, emotioneel als sociaal

maatschappelijk werkers, psychologen, therapeuten

ondersteuning van mensen bij het bereiken van optimaal welzijn op verschillende gebieden van hun leven

Dat de laagdrempelige hulpverlening een grote betekenis kan hebben op microniveau staat buiten kijf. De feiten tonen echter aan dat het beleid op macroniveau vooral investeert in curatieve gezondheidszorg in plaats van preventieve gezondheidszorg. Het legt de nadruk op het bestrijden van ziekten en/of symptomen in plaats van op het voorkomen ervan.

GOOD TO KNOW

Van de totale uitgaven van de overheid aan gezondheidszorg gaat 2% naar preventie. De investering in preventieve zorg is belangrijk in alle lagen van het jeugd- en gezinsbeleid van de overheid. Denk maar aan kwaliteitsvolle kinderopvang, huisvesting, onderwijs en vrijetijdsbesteding. Als de verschillende vormen van laagdrempelige hulpverlening op mesoniveau niet goed op elkaar zijn afgestemd, heeft dat een negatief effect op de hulpverlening op microniveau. Het decreet integrale jeugdhulp probeert hier een antwoord op te bieden. Hoofdstuk 4 focust daar verder op.

GOOD TO KNOW

Een bekend aanspreekpunt voor (aanstaande) ouders in Vlaanderen en Brussel is Kind en Gezin, tegenwoordig Agentschap Opgroeien. In de volksmond werd het ook wel 'De Weging' genoemd, omdat alle ouders op vaste tijdstippen verwacht werden bij het consultatiebureau voor het wegen en meten van hun kind. Agentschap Opgroeien doet echter veel meer dan het opvolgen van groei en ontwikkeling. Het voorziet gratis consulten op tien belangrijke momenten in de ontwikkeling van het kind. Het bespreekt ook de nodige vaccinaties en er is ruimte voor vragen en bezorgdheden van de ouders. Een gezin wordt geregistreerd bij Agentschap Opgroeien wanneer aanstaande ouders een Groeipakket (kinderbijslag) aanvragen. Na registratie wordt een eerste bezoek ingepland om kennis te maken met het gezin. Op die manier speelt Agentschap Opgroeien een belangrijke rol als beschermende factor in het vaststellen van eventuele risicofactoren.

23 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Leeractiviteiten

1 Vul 'laagdrempelige hulpverlening' op de juiste plaats in het schema van hoofdstuk 2 aan.

Proefversie©VANIN

2 Bestudeer het schema en lees de situaties. Op welk niveau situeert de zorg zich in de situaties?

vierdelijnszorg: erg gespecialiseerde aanpak van specifieke gezondheids- of welzijnsproblemen

derdelijnszorg: gespecialiseerde zorg in een ziekenhuis of centrum, afgebakende doelgroep

tweedelijnszorg: verwijzing nodig, ambulante gespecialiseerde zorg, afgebakende doelgroep

eerstelijnszorg: toegankelijk zonder verwijzing, algemene hulpverlening, niet specialistisch

nuldelijnszorg: gratis, dicht bij mensen

preventie

24 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Hector (14 jaar) worstelt met een eetstoornis. Hij staat op de wachtlijst voor een opname in het psychiatrisch algemeen ziekenhuis (PAAZ) om daar de nodige ondersteuning te krijgen.

Proefversie©VANIN

Coco (16 jaar) is lusteloos. Ze heeft weinig energie en kan het niet meer opbrengen om zich in te zetten voor haar hobby, hockey. Haar moeder maakt een afspraak bij de huisarts.

Rosita (23 jaar) vecht tegen een verslaving. De ambulante hulpverlening is niet meer toereikend. Ze zet zich op de wachtlijst voor een opname in De Sleutel in Gent.

Ernesto (44 jaar) kampt met depressieve gevoelens. Zijn huisarts verwijst hem door naar een psychiater.

Nassim (14 jaar) heeft nood aan een gesprek en belt 102, het gratis anonieme telefoonnummer van Awel.

Zoek op de Sociale Kaart waar je in jouw omgeving op een rechtstreeks toegankelijke manier terechtkunt in volgende situaties.

Nathalie (45 jaar) is alleenstaande moeder. Haar zoon, Lionel (15 jaar), komt amper nog uit zijn kamer. Hij gamet ‘s nachts en wil overdag zoveel mogelijk slapen.

Nathalie kan haar zoon niet motiveren om naar school te gaan. Wanneer ze daarover het gesprek wil aangaan, is Lionel verbaal agressief.

3
25 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

August (31 jaar) is alleenstaande vader en heeft het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Op het einde van de maand heeft hij het moeilijk om voldoende eten te voorzien voor zijn twee zonen.

Proefversie©VANIN

Billie (4 jaar) zit in de tweede kleuterklas. Regelmatig zijn er incidenten in de klas waarbij Billie betrokken is. Ze doet kinderen pijn. Onlangs maakte ze de bril van Remus kapot.

Faisal en Meyrem zijn de Nederlandse taal nog niet machtig en hebben hulp nodig om een juiste school te vinden voor hun dochter Mohazama (15 jaar).

Joanna (16 jaar) worstelt met haar geaardheid. Ze heeft niet het gevoel dat ze dit kan bespreken met haar ouders.

Omer (15 jaar) ervaart de laatste tijd veel stress en angst. Hij zit in het vijfde middelbaar en leidt onder de druk van school en sociale verwachtingen. Hij trekt zich steeds meer terug. Zijn ouders zitten in een vechtscheiding, waardoor Omer het gevoel heeft dat hij niet bij hen terecht kan.

De ouders van Denzell (4 jaar) worstelen met zijn driftbuien. Ze krijgen veel goedbedoelde adviezen, maar weten niet meer welke reactie nu de juiste is.

26 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

4 Bekijk op iDiddit het filmfragment over het bezoek van enkele ministers aan het Overkophuis in Gent. Beantwoord de vragen.

a Waarom kan een Overkophuis een beschermende factor zijn in de opvoeding?

Proefversie©VANIN

b Hoe kan een Overkophuis bijdragen aan het bevorderen van sociale cohesie?

5 Lees het artikel over de nood aan EHBO-cursussen voor psychische problemen. Beantwoord de vragen.

Een EHBO-cursus voor psychische problemen is zinvol en nodig We hebben allemaal geleerd om hartmassage uit te voeren op het ritme van het nummer

Stayin’ Alive, maar we weten niet wat gedaan als een collega op een burn-out afstevent. En hoe steun je een vriend die met depressie kampt?

Omdat velen zich reddeloos voelen in zo’n situatie, pleitten de partij Groen en Zorgnet-Icuro, de Vlaamse koepel van ziekenhuizen en zorginstellingen, er vorige maand voor dat de regering geld vrijmaakt voor EHBO-cursussen voor psychische problemen. N-VA, CD&V en Open VLD maken nu bekend dat ze die cursussen een goed idee vinden.

De cursussen zijn bedoeld voor een uiteenlopend publiek. Ze kunnen doorgaan op scholen, in bedrijven of bij jeugdverenigingen. ‘Overal zou de overheid de cursussen rond psychische problemen moeten organiseren en daar de nodige middelen voor uittrekken. Het zou even vanzelfsprekend moeten worden als een EHBO-cursus,’ zegt Vlaams parlementslid Björn Anseeuw (N-VA) in De Standaard

Een half dagje op cursus volstaat niet

‘Wat de regering voorstelt is geen slecht idee, maar het moet wel goed uitgevoerd worden,’ zegt klinisch psycholoog Tine Daeseleire, stichter van The Human Link. Haar bedrijf organiseert zowel cursussen die aanzetten tot preventieve zorg voor het psychisch welzijn (bv. omgaan met stress), als lessen psychische opvang en nazorg. Afhankelijk van de cursus, nemen organisaties, bedrijven of particulieren deel. Momenteel organiseert The Human Link voor de inwoners van Stad Antwerpen lessenreeksen over psychische EHBO.

27 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

‘De cursus moet op maat zijn van de doelgroep, aangepast aan de leefwereld’, vult Daeseleire aan. ‘Zo voorkom je dat de cursisten afhaken. Scholieren krijgen bijvoorbeeld eerder te maken met examenstress dan met een burn-out. Bovendien moeten de lessen voldoende uitgebreid zijn. Een half dagje op cursus volstaat niet.’

‘Je moet aan een breed publiek niet van in het begin vertellen hoe het om moet gaan met een angststoornis of een klinische depressie. Wie mentaal gezond is, heeft wellicht nooit iets aan die informatie. Het is nuttiger om hen algemene vaardigheden aan te leren zodat ze zichzelf gezond houden: mentale hygiëne. Hoe kun je bij jezelf en anderen psychische klachten herkennen en wat kun je eraan kan doen? Zo voorkom je soms dat stressklachten uitmonden in een depressie of een burn-out. Een preventieve cursus die algemene problemen aanpakt zoals piekeren, slapen, faalangst en stress is voor iedereen relevant, ook voor jongeren,’ zegt Daeseleire.

Psychische hulp zoeken is nog steeds een taboe in België, terwijl minstens een op de vier vroeg of laat met een psychisch probleem kampt. ‘De hulpverlening die we vandaag bieden, komt vaak laat. Mensen wachten te lang om hulp te zoeken, tot er ernstige klachten zijn.’

Bron: eoswetenschap.eu

Proefversie©VANIN

a Een EHBO-cursus voor psychische problemen is een beschermende factor op micro-, meso- en macroniveau. Leg uit.

b Welke rol speelt preventieve hulpverlening bij het verminderen van langetermijnkosten in de gezondheidszorg?

c Ben je geschikt als mental coach omdat je zelf al te maken hebt gehad met psychische problemen? Beargumenteer jouw antwoord.

28 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Exit

1 Werk in groepen. Kies een vorm van laagdrempelige hulpverlening om te onderzoeken. Licht de werking, de doelgroep en het aanbod toe. Verwerk de begrippen geleerd in dit hoofdstuk en presenteer aan de klas.

2 Maak een mindmap waarin je de kapstokken van dit hoofdstuk verwerkt.

Proefversie©VANIN

29 THEMA 1 HOOFDSTUK 3

Proefversie©VANIN

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.