Geogenie/GeoNatura 6 thema 6

Page 25

6 PLATENTEKTONIEK EN GEBERGTEVORMING DOORHEEN DE GEOLOGISCHE GESCHIEDENIS 6.1 Gebergtevorming in het model van de platentektoniek Gebergten ontstaan op de plaats waar sedimenten samengedrukt en geplooid worden. Dat gebeurt op de plaats waar een continentale plaat botst met een andere continentale of oceanische plaat. Doorheen de geologische tijd hebben verschillende gebergtevormende fasen plaatsgevonden. De gebergten kunnen dan ook gedateerd worden. Dat gebeurt niet door ze een ouderdom in miljoenen jaren toe te kennen, omdat zulke plooiingsfasen zich over een lange tijd uitstrekken. We geven de plooiingsfasen een naam naar een geografische streek waar ze het eerst werden bestudeerd en waar ze typisch zijn. Elke gebergtevorming heeft zijn plaats in de geologische tijd. Dat leerde je al in het vijfde jaar.

6.2 De plooiingen op de geologische tijdschaal 0,012

Holoceen

Quartair Cenozoïcum

2,6

Mesozoïcum

66

252

Pleistoceen Neogeen

(Tertiair)

Paleogeen

Krijt Jura Trias Perm Carboon

Paleozoïcum

Phanerozoïcum

Devoon

541

De laatste vond plaats tijdens de Alpiene plooiing (genoemd naar de Alpen).

Siluur Ordovicium Cambrium

4600 Precambrium

Fig. 6.33 De geologische tijdschaal (zie thema 2, vijfde jaar).

De tweede fase is de Hercynische plooiing (genoemd naar de Harz, een gebergte uit Midden-Duitsland). De Caledonische plooiing (genoemd naar de oude naam van Schotland, Caledonië) is de eerste plooiing van het paleozoïcum. De schilden zijn niet geplooid; het zijn de oudste gesteenten op aarde.

THEMA 6 De geosfeer: ontstaan en evolutie van landschappen

31


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Geogenie/GeoNatura 6 thema 6 by VAN IN - Issuu