Aan de slag 1
Wiskundetaal
1.1 Benamingen bij de optelling Hoofdstuk 3
Shirley koopt een stofzuiger van € 139. Ze koopt ook een nieuwe dweilset van € 72. Hoeveel moet Shirley in totaal betalen?
r
Berekening:
de termen
em
pl
aa
Antwoordzin:
de som
de optelling
ijk
ex
139 + 72 = 211
1.2 Wiskundetaal en de optelling
In k
Schrijf de volgende zinnen als een optelling en bereken. a Vijf meer dan zeventien.
=
b Na 90 minuten wedstrijd werden er 7 minuten extra voorzien.
=
c Jens is 26 cm groter dan Maaike, die 149 cm meet.
=
d Kirsten weegt 48 kg. Lies is 13 kg zwaarder.
=
e Joris springt over 1,15 m. Silke kan 0,23 m hoger.
=
f Abdel woont op 2,8 km van school. Arne woont 2,1 km verder.
=
g Je uurwerk kost € 56. Dat van Febe is € 18 duurder.
=
h Bert kan 13 minuten langer hardlopen dan Karel, die het maar 17 minuten volhoudt.
=
73
Formule 1B_2019.indb 73
13/06/19 12:12