Boektoppers lesmap 2023 - OK - Olivier en het Brulmonster

Page 1

LESMAP Olivier en het Brulmonster

Auteur: Els Van Esbroeck

INTRO

Olivier blijft voor het eerst bij oma en opa slapen. ‘Als er iets is, dan roep je heel hard OMA!’ zegt oma. Midden in de nacht wordt Olivier wakker van een eng geluid. Het is een brulmonster. Oma stelt Olivier gerust. Maar als oma weer gaat slapen, hoort Olivier het geluid opnieuw. Waar zit dat brulmonster verstopt?

Dit is een prentenboek over logeren bij oma en opa voor kleuters vanaf vier jaar. In de pittige illustraties blijf je leuke details ontdekken. Een spannend bedtijdverhaal met een grappige ontknoping.

ONTWIKKELINGSDOELEN

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

OD NED 2.7 De kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met commentaar reageren.

OD NED 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

© 2017 Uitgeverij Eenhoorn, Nazareth, Olivier en het Brulmonster, tekst: Mieke van Hooft, illustraties: Frank Daenen
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 1

Overzicht lesmap

p. 4

KRINGACTIVITEIT LEES- EN INLEEFMOMENT

Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

p. 8

ACTIVITEIT 1 GESPREK: BANG ZIJN

Olivier is bang voor de geluiden die hij hoort, geluiden waarvan hij niet weet waar ze vandaan komen. Geluiden die hij niet (her)kent. Wat maakt jou bang? Ga jij graag logeren? Wat doe jij als je bang bent? Ga samen met de kleuters in gesprek over die gevoelens.

ACTIVITEIT 2

LICHT UIT, SPOT AAN: MONSTERS IN HET DONKER

p. 11

Olivier en oma gaan in de tuin met een zaklamp op zoek naar het brulmonster. Jij experimenteert met een groot doek, een lamp en je lichaam. Daarna maak je een schimmenspel met stokfiguren. Als de lamp brandt, zie je magische contouren, maar je weet niet meteen wat het is. Spannend en geheimzinnig, bijna net zo spannend als de brulgeluiden die Olivier in zijn bed kan horen.

p.

FIJNENACHT-STEEN, FIJNENACHT-SPRAY, KRACHTSTOKKEN

ACTIVITEIT 3

Wat kan je helpen om beter te slapen? Een steen die de monsters verjaagt misschien? De kleuters gaan zelf aan de slag. Terwijl ze een steen, spray of stok maken, knoop je een spontaan gesprek aan rond bedtijd, rituelen en angsten.

ACTIVITEIT 5 WIE IS HET?

ACTIVITEIT 4 VISUEEL GEHEUGEN: IK GA LOGEREN EN IK NEEM MEE … We spelen een spel. Wat zit er in jouw koffer als je gaat logeren? Ben je niets vergeten?

p. 25

Olivier en zijn oma gaan buiten op zoek naar het brulmonster. Ze vinden niets. Ze horen wel een uil. De kleuters gaan aan de hand van een raadselspel op zoek naar het juiste voorwerp. Daarvoor gebruiken ze een zaklamp.

p. 17

14
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 3

Lees- en inleefmoment

Doel: Samen met de kleuters bouw je het verhaal opnieuw op aan de hand van de prenten. Stel zo veel mogelijk open vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden. Dat helpt de kleuters om hun woordenschat op een spontane manier verder op te bouwen.

OD NED 1.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

OD NED 1.2 De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

BENODIGDHEDEN

- boek: Olivier en het Brulmonster

VOOR HET LEZEN

Bekijk de cover van het boek aandachtig met de kleuters. Herkent iemand een letter?

Verklank de letters en laat de kleuters de woorden vormen. Help hen door de klanken traag achter elkaar te zeggen.

Het is een lang woord. Splits op in ‘Olivier en het Brul - monster’. Maak van brulmonster dus twee aparte woorden die je nadien weer aan elkaar ‘kleeft’. Als de kleuters niet op het woord komen, doe je dat steeds sneller tot ze het woord kunnen samenkleven.

Lees samen de titel.

De volgende vragen kunnen als leidraad dienen om een gesprek aan te knopen.

- Wat zie je?

- Waar zou het boek over gaan?

- Hoe kijkt de jongen?

- Hoe zou hij zich voelen?

- Wat denk je dat er door zijn gedachten gaat?

- Weet je wat een gedachte is?

- Wat heeft hij op zijn rug?

- Wat trekt hij achter zich aan?

- Waar zou hij naartoe gaan?

- Vind jij het leuk om te gaan logeren?

- Wat steek jij dan in je koffer of rugzak?

- Wat mag je absoluut niet vergeten?

- Ga jij vaak logeren? Waar ga je dan naartoe?

- Zou Olivier gaan logeren? Zou hij op reis gaan? Zullen we het samen ontdekken door het verhaal te lezen?

KRINGACTIVITEIT
4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

TIJDENS HET LEZEN

Lees het boek een eerste keer.

PAGINA 1-2

- Wie zie je?

- Waar is Olivier?

- Wat doet hij?

- Wat doen oma en opa?

- Wat zou dit zijn? (Wijs naar de monsters die boven het hoofd van Olivier zweven.)

- Waar zitten gedachten? Weet je dat?

- Waar zou Olivier aan denken?

- Is hij rustig? Waarom denk je dat?

- Wat gaan oma en opa morgen samen met Olivier doen?

- Wat spreken ze af? Wat moet Olivier doen als er iets is?

- Als jij gaat slapen, spreek jij dan ook met je oma of opa (of iemand anders) af wat je mag doen als er iets is?

- Wat mag je dan doen?

PAGINA 3-4 - Olivier wordt wakker.

- Zie je Oliviers gezicht? Hoe kijkt hij?

- Hoe zou hij zich voelen?

- Waarom denk je dat?

- Wat had Olivier afgesproken met oma? - Wat doet Olivier? (Hij stopt zijn hoofd onder het kussen.)

- Wat vertelt Olivier aan oma?

- Hoe voelt Olivier zich?

- Oma kijkt onder het bed. Ziet ze een monster?

- Horen ze het monster nog, nu oma bij Olivier is?

- Is het monster dat getekend staat er echt?

PAGINA 5-6

- Ik zie een droom. Zien jullie die ook? Wat droomt Olivier?

- Olivier wordt wakker van het geluid.

- Wat doet hij?

- Komt oma?

- Wat doen ze samen? (de gordijnen opentrekken)

- Zien ze een brulmonster?

- Hoort oma het brulmonster?

- Kunnen jullie het geluid van het brulmonster nadoen?

- Zou jij bang zijn voor dat geluid?

PAGINA 7-8

- Waar denkt Olivier dat het brulmonster is? (tuin)

- Wat besluiten ze te doen?

- Wat horen ze in de tuin? (oehoe)

- Welk dier zou dat zijn?

- Is dat het geluid dat Olivier steeds hoorde?

Wat hoorde Olivier dan?

- Wat neemt oma mee naar buiten om te kunnen kijken? (zaklamp)

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 5

PAGINA 9-10

- Welke dierengeluiden doet oma na?

- Is dat het geluid dat Olivier hoorde?

- Olivier doet het geluid voor. Kun jij het nog eens nadoen?

- Herkent oma het geluid?

- Oma weet het echt niet. Olivier moet weer in bed.

- Waar moet Olivier van dromen volgens oma? (dierentuin)

Hoe kijkt Olivier?

- Hoe zou hij zich voelen?

- Voelt hij zich begrepen?

PAGINA 11-12

- Olivier sluit zijn ogen en denkt aan de dierentuin. Aan welke dieren denkt hij?

- Wat doet hij?

- Hij moet wel vijf keer roepen.

- Roep je mee?

- Vindt oma het nog oké? Wat zegt ze?

Oma is moe.

PAGINA 13-14

Het geluid is er weer …

- Roept Olivier oma? - Wie roept Olivier?

- Komt het brulmonster binnen?

- Hoe voelt Olivier zich?

- Hoe zie je dat?

- De monsters lijken Olivier uit te lachen.

PAGINA 15-16

- Wie komt binnen?

- Olivier vertelt dat hij bang is voor het brulmonster.

- Opa moet lachen.

- Wat zegt opa? (Olivier moet niet bang zijn. Hij wil Olivier het brulmonster tonen.)

- Waar gaan ze naartoe? (slaapkamer)

- Vindt Olivier dat een goed idee? Waar is Olivier bang voor?

PAGINA 17-18

- Waar komt het gebrul vandaan?

- Durft Olivier te kijken?

- Komt het geluid van een monster? Van een leeuw?

Wie maakt het geluid?

- Wat doet oma? (snurken) - Kun jij snurken? Laat eens horen.

- Wat doet opa? (Hij geeft oma een duwtje.)

- Horen ze het geluid nu nog?

- Welke figuren vliegen boven oma’s hoofd? Herken je het dier?

- Is Olivier opgelucht? Hoe zou hij zich nu voelen?

-
-
-
-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 6

PAGINA 19-20

- Wat lijkt oma? (pasgeboren biggetje)

- Waarom zou opa zeggen dat oma op een pasgeboren biggetje lijkt?

- Slaapt Olivier in zijn eigen bed?

- Waar wel?

- Zou het nu lukken om in slaap te vallen?

- Snurkt jouw oma/opa/papa/mama …?

NA HET LEZEN

Nadat je het boek gelezen hebt, kun je een gesprek aanknopen over slapen, logeren, bang zijn in het donker, piekeren, piekergedachten … De kleuters kunnen ervaringen delen en ontdekken hoe andere kleuters ermee omgaan.

Het boek blijft in de boekenhoek/kring beschikbaar voor de kleuters. Ze kunnen het doornemen wanneer ze willen.

Zet het boek zo aantrekkelijk mogelijk in je kring. Zet er eventueel een knuffelvarken bij. Geef het een prominente plek zodat ze er snel naar kunnen grijpen.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 7

ACTIVITEIT 1

Gesprek: bang zijn

Doel: Olivier is bang voor de geluiden die hij hoort, geluiden waarvan hij niet weet waar ze vandaan komen. Geluiden die hij niet (her)kent. Wat maakt jou bang? Ga jij graag logeren? Wat doe jij als je bang bent? Ga samen met de kleuters in gesprek over die gevoelens.

OD WO 3.1 De kleuters kunnen bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken.

OD WO 3.2 De kleuters kunnen in een eenvoudige taal een recent gebeurde situatie waarbij zij betrokken waren in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe zij zich daarbij voelden.

OD NED 2.12 De kleuters zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te drukken.

OD WO 3.6 De kleuters weten dat mensen eenzelfde situatie op een verschillende wijze kunnen ervaren en er verschillend kunnen op reageren.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 1

Tijdens een (klas)gesprek ga je samen met de kleuters op zoek naar hun angsten. Waar zijn ze bang voor? Wanneer zijn ze bang? Wat maakt hen bang? Vaak worden kleuters pas bang als het ’s avonds donker wordt. Angsten steken vooral de kop op in een omgeving die ze niet kennen: als ze gaan logeren bij vrienden of familie bijvoorbeeld. Wie is er bang? Waar ben je bang voor? Maar nog belangrijker: hoe kun je ervoor zorgen dat je angsten niet de overhand nemen?

Door met elkaar te praten kunnen kleuters tips van elkaar leren, maar voelen ze zich ook gehoord. Ze zijn niet alleen.

LET OP: Leg de focus op oplossingen voor de angst. Zorg ervoor dat de kleuters tijdens het gesprek niet nog banger worden of nieuwe angsten opdoen.

Jij als leerkracht kunt de kleuters ondersteunen in dat belangrijke proces. Voor sommige kleuters zal dat gemakkelijker zijn dan voor andere kleuters.

8 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

Gebruik de richtvragen en eventueel ook de foto’s van werkkaart 1: die kunnen dienen als aanzet tot een gesprek.

Voer het gesprek met een kleine groep kleuters. Op die manier kun je beter inspelen op de noden van de kleuters. De lijn tussen angsten creëren en leren omgaan met angsten is dun. De kleuters mogen geen angsten van andere kleuters overnemen.

Terwijl je de foto’s bekijkt, ga je dieper in op:

- Wat zie je?

Waar zou het kind bang voor zijn?

- Is er echt een monster?

Wat zou het wel kunnen zijn?

- Wie roept Olivier als hij bang is?

Wie roep jij als je bang bent?

- Wat doe je dan?

- Ga jij vaak logeren? Ben je dan soms bang?

- Waarvoor was je bang? Ben je daar nu nog bang voor? Hoe heb je dat opgelost?

-
-
-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 9
WERKKAART 1 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 10

Licht uit, spot aan: monsters in het donker

Doel: Olivier en oma gaan in de tuin met een zaklamp op zoek naar het brulmonster. Jij experimenteert met een groot doek, een lamp en je lichaam. Daarna maak je een schimmenspel met stokfiguren. Als de lamp brandt, zie je magische contouren, maar je weet niet meteen wat het is. Spannend en geheimzinnig, bijna net zo spannend als de brulgeluiden die Olivier in zijn bed kan horen.

OD WO 6.7 De kleuters kunnen een ruimte inrichten in functie van hun spel.

OD WO 2.6 De kleuters kunnen een eenvoudig technisch systeem maken, al dan niet aan de hand van een stappenplan.

OD WO 2.7 De kleuters kunnen nagaan of het doel werd bereikt met een zelfgemaakt technisch systeem.

OD WO 2.9 De kleuters tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek.

BENODIGDHEDEN

- zak- of bureaulamp

- wit doek of laken

touw

wasknijpers

papier

stokken

plakband

schaar

priknaalden en matten

ACTIVITEIT 2
-
-
-
-
-
-
-
11 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

WERKWIJZE

STAP 1: Opstellen van lamp, touw en doek

Laat de kleuters dat zelf doen. Vertel hen wat de bedoeling is:

- Je moet een doek ophangen.

- Achter het doek moet je kunnen staan.

- Achter het doek moet je een lamp zetten.

Leg uit: Jullie krijgen dit materiaal: een lamp, wasknijpers, een stuk touw en een groot doek.

Daag de kleuters uit, bevraag hun ideeën en plannen. Hoe ga je het best te werk? Wie heeft een idee?

Besteed voldoende tijd aan dat proces. De kleuters zullen zelf oplossingsstrategieën moeten bedenken. Laat ze experimenteren en laat het proces verlopen zoals zij dat willen. Hoe meer ze falen, hoe meer ze leren.

STAP 2: Spelen en experimenteren met je eigen lichaam

Geef nu voldoende tijd aan de kleuters om te experimenteren. Zorg dat de groep kleuters niet te groot is. Laat ze zelf ontdekken.

Als de kleuters niet zelf tot experimenteer- en ontdekgedrag komen, geef je zo veel mogelijk impulsen door mee te spelen. Je kunt hen uitdagen.

- Wat gebeurt er als je dicht bij het doek staat?

- Wat gebeurt er als je verder weg gaat?

- Neem eens een kijkje aan de andere kant van het doek. Wat zie je?

- Wat gebeurt er als we de lamp verder van het doek zetten?

- Wat gebeurt er als we de lamp dichter bij het doek zetten?

Gebruik zelf zo veel mogelijk taal. Geef taal aan wat je ziet gebeuren en laat de kleuters ook verwoorden wat ze zien.

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 12
LET OP: Hou in de gaten of alles veilig verloopt.

Stap 3: Spelen en experimenteren met licht/donker/schimmen ...

Toon met een stokfiguur de mogelijkheden. Ga aan de slag en maak samen met de kleuters stokfiguren of bied stokfiguren aan die je zelf op voorhand hebt gemaakt. Geef ook nu voldoende tijd aan de kleuters om te experimenteren. Zorg dat de groep niet te groot is. Laat ze net zoals in stap 2 zelf ontdekken.

Als de kleuters niet zelf tot experimenteer- en ontdekgedrag komen, geef je zo veel mogelijk impulsen door mee te spelen. Je kunt hen uitdagen.

- Wat gebeurt er als je je stokfiguur dicht bij het doek houdt?

- En verder weg?

- Wanneer zie je de contouren van de stokfiguren goed?

Gebruik weer zo veel mogelijk taal. Geef taal aan wat je ziet gebeuren en laat de kleuters ook verwoorden wat ze zien.

TIP: Wie heeft er zin om een voorstelling in elkaar te steken? Schrijf de verhaallijn al tekenend uit met de kleuters en verdeel de verschillende scènes.

- Welke figuren hebben we nodig?

- Welke attributen?

- Wat gebeurt er eerst?

- Wat daarna?

- Wie neemt welke rol op zich?

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 13

Fijnenacht-steen, fijnenacht-spray, krachtstokken

Doel: Wat kan je helpen om beter te slapen? Een steen die de monsters verjaagt misschien? De kleuters gaan zelf aan de slag. Terwijl ze een steen, spray of stok maken, knoop je een spontaan gesprek aan rond bedtijd, rituelen en angsten.

OD WO 3.1 De kleuters kunnen bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken.

OD WO 3.2 De kleuters kunnen in een eenvoudige taal een recent gebeurde situatie waarbij zij betrokken waren in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe zij zich daarbij voelden.

OD NED 2.12 De kleuters zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit te drukken.

OD NED 2.3 De kleuters kunnen spreken over gevoelens als blijheid, angst, verdriet, verwondering.

Maken van de steen, spray of stok:

OD LO 1.28 De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in het functioneel aanwenden van klein-motorische vaardigheden.

OD LO 1.29 De kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.

Ga in gesprek met de kleuters en laat hen bedenken wat er zou kunnen helpen om beter te slapen. Maak samen een fijnenacht-steen, een fijnenacht-spray of een krachtstok. Terwijl de kleuters die maken, praat je verder over bedtijd, rituelen en angsten.

OPDRACHT 1: FIJNENACHT-STEEN

BENODIGDHEDEN

- stenen (zelf verzameld of uit de doe-het-zelfzaak)

- (POSCA-)verfstiften of verf en wattenstaafjes

- etherische olie in verschillende geuren

ACTIVITEIT 3
14 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

WERKWIJZE

- De kleuters kiezen een steen die hen aanspreekt en versieren die met verfstiften. Als je geen verfstiften hebt, kunnen de kleuters ook wattenstaafjes in een pot verf dippen en daarmee schilderen.

- Laat drogen.

- De kleuters druppelen etherische olie op de steen. Enkele druppels zijn voldoende. Laat hen op voorhand kiezen welke geur hen het meest aanspreekt: lavendel of zoete sinaasappel is ideaal voor een goede nachtrust. De geur van de etherische olie zal ervoor zorgen dat ze goed kunnen inslapen.

OPDRACHT 2: FIJNENACHT-SPRAY OF MONSTERSPRAY

BENODIGDHEDEN

- lege sprayflesjes - beker en trechter

- water - etherische olie in verschillende geuren - papier

- potloden of stiften

WERKWIJZE

- De kleuters vullen het sprayflesje met water met behulp van een beker en trechter.

- Ze kiezen een etherische olie. Laat hen ruiken zodat ze kunnen kiezen welke geur hen het meest aanspreekt. Voeg enkele druppels van de olie aan het water toe.

- De kleuters maken een illustratie om op de fles te kleven. Daarvoor kun je zelf suggesties geven.

- Schud de spray voor gebruik.

TIP: Online noemen ze deze spray vaak monsterspray, maar je kunt ervoor kiezen om het een fijnenacht-spray te noemen. Dan worden de gedachten van de kleuters voor het slapengaan niet naar monsters geleid.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 15

OPDRACHT 3: KRACHTSTOK

BENODIGDHEDEN

- takken

- wol of koord in verschillende kleuren

- etherische olie in verschillende geuren

(optioneel) washi-tape, parels en pluimen

WERKWIJZE

- De kleuters zoeken buiten een tak die hen aanspreekt. Als je geen schooltuin hebt, mogen ze een tak van thuis meebrengen of breng je zelf takken mee.

- De kleuters rollen wol of koord rond de tak. Dat is een goede fijn-motorische oefening. Knoop het touw vast en maak het niet te lang. Voorzie verschillende kleuren touw en eindig eventueel met een parel.

- De kleuters druppelen etherische olie op de stok, boven op het gerolde touw. Enkele druppels zijn voldoende. Laat ze op voorhand kiezen welke geur hen het meest aanspreekt.

- De stok kan op hun nachtkastje liggen. De geur van de etherische olie zal ervoor zorgen dat ze goed kunnen inslapen.

TIP: De kleuters kunnen gemakkelijk een stuk washi-tape kleven. Dat werkt iets eenvoudiger dan touw of wol. Als je toch kiest voor touw of wol, neem dan een dikkere soort.

AFRONDING

Hou een tentoonstelling van alle kunstwerken. Bekijk ze samen en bespreek. - Wie heeft wat gemaakt?

Laat de kleuters elkaar tips en eventueel pluimen geven. Bespreek samen hoe de stokken, stenen of sprays de kleuters kunnen helpen.

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 16

ACTIVITEIT 4

Visueel geheugen: Ik ga logeren en ik neem mee …

Doel: We spelen een spel. Wat zit er in jouw koffer als je gaat logeren? Ben je niets vergeten?

OD WO 5.5 De kleuters kunnen terugblikken op minstens twee voorbije activiteiten door deze in de juiste volgorde te rangschikken en te verwoorden.

OD WIS 1.3 De kleuters kunnen een rangorde (tot vijfde) aanduiden en verwoorden (ordinaal tellen) als begin en richting zijn afgesproken.

OD MUVO 1.1 De kleuters kunnen visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen.

Knippen:

OD LO 1.29 De kleuters kunnen klein-motorische vaardigheden in verschillende situaties voldoende nauwkeurigheid gedoseerd en ontspannen uitvoeren.

OD LO 1.28 De kleuters tonen een toenemende bedrevenheid in het functioneel aanwenden van klein-motorische vaardigheden.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 2

- werkkaart 3 of 3*

- knuffel

- tandenborstel

tandpasta

- pyjama

leesboek - slip

borstel of kam

- shampoo

- washandje

- koffer

- schaar: 1 per kleuter

kleurpotloden

- (optioneel) pijpenrager en perforator of strook papier en nietmachine

WERKWIJZE

Print werkkaart 2 recto verso per kleuter.

Print werkkaart 3 of 3* per kleuter. Afhankelijk van de knipervaring van de kleuters kun je kiezen voor ronde kaartjes (werkkaart 3) of vierkante kaartjes (werkkaart 3*).

-
-
-
-
17 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 1: Steek alle spullen in de koffer en sluit de koffer. Vertel de kleuters dat je gaat logeren. Je hebt je koffer klaargemaakt. Haal alle spullen er een voor een uit. Benoem wat je eruit haalt en waarom je het in je koffer hebt gestoken.

- knuffel: Ik slaap altijd met mijn knuffel, ik kan niet slapen zonder mijn knuffel. Mijn knuffel mag ik zeker niet vergeten.

- tandenborstel: Voor het slapengaan poets ik mijn tanden en als ik opsta nog een keer. Mijn tandenborstel mag ik zeker niet vergeten.

- tandpasta: Ik heb tandpasta nodig om mijn tanden te poetsen. Tandpasta doe ik op mijn tandenborstel. Ik mag mijn tandpasta zeker niet vergeten.

- pyjama: Als ik ga slapen, heb ik mijn pyjama nodig. Ik kleed me dan om. Mijn pyjama mag ik zeker niet vergeten.

- boek: Ik mag in bed altijd nog even lezen. Mijn boek mag ik zeker niet vergeten.

- slip: ’s Ochtends doe ik een andere slip aan. Ik mag mijn slip zeker niet vergeten.

- kam: ’s Ochtends kam ik mijn haar. Ik mag mijn kam zeker niet vergeten.

- shampoo: Ik moet mijn haar wassen in de douche als ik opsta. Ik mag de shampoo zeker niet vergeten.

- washandje: In de douche was ik me. Ik gebruik mijn washandje. Ik mag mijn washandje zeker niet vergeten.

Ondertussen stop je elk stuk in je koffer.

Geef zo veel mogelijk taal terwijl je dat doet. Je beschrijft alles wat je doet en alles wat er gebeurt:

- knuffel: Ik slaap altijd met mijn knuffel, ik kan niet slapen zonder mijn knuffel. Mijn knuffel mag ik zeker niet vergeten.

Ik stop mijn knuffel in mijn koffer.

In mijn koffer zit mijn knuffel.

- tandenborstel: Voor het slapengaan poets ik mijn tanden en als ik opsta nog een keer. Mijn tandenborstel mag ik zeker niet vergeten.

Ik stop mijn tandenborstel in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel en mijn tandenborstel.

- tandpasta: Voor het slapengaan poets ik mijn tanden en als ik opsta nog een keer. Mijn tandpasta mag ik zeker niet vergeten.

Ik stop mijn tandpasta in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel en mijn tandpasta.

- pyjama: Als ik ga slapen, heb ik mijn pyjama nodig. Ik kleed me dan om. Mijn pyjama mag ik zeker niet vergeten.

Ik stop mijn pyjama in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta en mijn pyjama.

- boek: Ik mag in bed altijd nog even lezen. Mijn boek mag ik zeker niet vergeten.

Ik stop mijn boek in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta, mijn pyjama en mijn boek.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 18

slip: ’s Ochtends doe ik een andere slip aan. Ik mag mijn slip zeker niet vergeten.

Ik stop mijn slip in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta, mijn pyjama, mijn boek en mijn slip.

- kam: ’s Ochtends kam ik mijn haar. Ik mag mijn kam zeker niet vergeten.

Ik stop mijn kam in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta, mijn pyjama, mijn boek, mijn slip en mijn kam.

- shampoo: Ik moet mijn haar wassen in de douche als ik opsta. Ik mag de shampoo zeker niet vergeten.

Ik stop mijn shampoo in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta, mijn pyjama, mijn boek, mijn slip, mijn kam en mijn shampoo.

- washandje: In de douche was ik me. Ik gebruik mijn washandje. Ik mag mijn washandje zeker niet vergeten.

Ik stop mijn washandje in mijn koffer.

In mijn koffer zitten nu mijn knuffel, mijn tandenborstel, mijn tandpasta, mijn pyjama, mijn boek, mijn slip, mijn kam, mijn shampoo en mijn washandje.

Sluit de koffer nu.

Stel vragen aan de kleuters:

- Weet je nog wat er in de koffer zit?

- Vertel.

Laat de kleuters benoemen.

Haal het voorwerp dat de kleuters benoemen uit de koffer.

Sluit de koffer weer. Bevraag opnieuw.

Herhaal dat tot de koffer leeg is.

Alle voorwerpen staan weer in de kring en de koffer is leeg.

STAP 2: Geef de koffer nu door in de kring.

Elke kleuter steekt iets in de koffer.

Ook nu begeleid je de kleuters en geef je zo veel mogelijk taal aan wat ze doen tijdens dat proces.

De eerste kleuter begint:

- Ik ga logeren.

- Ik neem mijn koffer mee.

- Ik stop een beer in de koffer.

- In de koffer zit nu een beer.

De eerste kleuter geeft de koffer door.

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 19

Nu is het de beurt aan de volgende kleuter:

- Ik ga logeren.

- Ik neem mijn koffer mee.

- In de koffer zit een beer.

- Ik stop een slip in de koffer.

- In de koffer zitten nu een beer en een slip.

Terwijl je dat doet, tel je mee op je vingers: 1, 2. Je herhaalt: Dus twee dingen. Speel het spel tot alle spullen in de koffer zitten.

Neem de koffer bij je.

- Wat heeft X er als eerste in gestopt?

Neem het eruit. Toon en benoem: Het eerste voorwerp was

- Wat heeft Y er daarna in gestopt?

Toon en benoem: Het tweede voorwerp was …

Help de kleuters door vragen te stellen of tips te geven. Stimuleer om zelf raadsels te maken.

- Weet jij nog wat X in de koffer stopte?

- Je hebt het nodig om je haar te wassen.

- Er staan letters en tekeningen op.

Speel het spel tot de koffer weer leeg is.

Plaats de voorwerpen op een rij. Op die manier kun je rond rangorde werken. Wees je bewust van de taal, extra woordenschat en wiskundige begrippen die je al spelend kunt aanbieden:

- eerste - laatste

- tweede

- vervolgens - daarna - daarvoor

- ervoor - erna…

STAP 3: De kleuters krijgen een exemplaar van werkkaart 2 en werkkaart 3 of 3*

In de koffer op werkkaart 2 kleven de kleuters de voorwerpen die Olivier meenam naar oma om te gaan logeren. Laat hen goed kijken en zelf beslissen aan welke kant van het blad ze die moeten kleven. Er is een buiten- en binnenkant voorzien. De koffer is groot genoeg voor alle juiste voorwerpen.

Bekijk werkkaart 3 of 3*

- Welke voorwerpen mogen in de koffer?

- Welke voorwerpen horen niet thuis in de koffer? Die kleef je niet op.

Laat de kleuters de voorwerpen die in de koffer moeten, inkleuren. Dat zijn dezelfde voorwerpen die tijdens het spel (stap 1 en 2) voorkwamen. De extra voorwerpen mogen ze niet kleven en moeten ze dus niet inkleuren.

Daarna knippen de kleuters de ingekleurde voorwerpen uit en kleven die in hun koffer. De koffer zelf mogen ze ook inkleuren.

Maak dan samen het handvat van de koffer. Laat de kleuters een strook papier knippen of perforeer twee gaten en rijg er een pijpenrager door.

-
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 20
WERKKAART 2 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 21
OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 22
WERKKAART 3 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 23
WERKKAART 3* OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 24

ACTIVITEIT 5

Wie is het?

Doel: Olivier en zijn oma gaan buiten op zoek naar het brulmonster. Ze vinden niets. Ze horen wel een uil. De kleuters gaan aan de hand van een raadselspel op zoek naar het juiste voorwerp. Daarvoor gebruiken ze een zaklamp.

OD NED 1.3 De kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen.

OD NED 1.6 De kleuters kunnen de bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap.

OD NED 2.6 De kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

Zelf raadsels maken:

OD NED 2.2 De kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.

BENODIGDHEDEN

- werkkaart 4

- werkkaart 5 - werkkaart 6

- werkkaart 7 - werkkaart 8 - 4 zaklampen - 4 witte papieren

- (optioneel) 16 wasknijpers

WERKWIJZE

Print werkkaart 4, 5, 6 en 7 op dun papier en lamineer. Print werkkaart 8, verknip tot kaartjes en lamineer ze. Leg op elk van de gelamineerde werkkaarten 4, 5, 6 en 7 een dun wit A4-blad. Deel die uit aan de kleuters. De werkkaart is nu aan beide kanten blanco.

STAP 1: - Je geeft de raadsels eerst zelf.

- De kleuters bekijken hun werkkaart door met een zaklamp op het papier te schijnen. Ze houden de zaklamp onder de werkkaart en schijnen naar boven, zodat de tekeningen zichtbaar worden. Nu kunnen ze op zoek gaan naar het juiste antwoord.

- Wie heeft de oplossing van het raadsel op zijn werkkaart? Die krijgt het kaartje (werkkaart 8).

25 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN

STAP 2: - Een kleuter neemt de rol van de leerkracht over en maakt zelf raadsels voor de andere kleuters.

- De andere kleuters gaan op zoek naar het juiste antwoord.

- De kleuter die de oplossing van het raadsel op zijn werkkaart gevonden heeft, krijgt het kaartje. Wie vier kaartjes heeft, heeft alle raadsels gevonden.

TIP: Zet op elke werkkaart vooraan vier stippen, één stip per raadsel. Lijm de kaartjes met de oplossingen vast op een wasknijper. Als de kleuters een raadsel gevonden hebben, zetten ze de wasknijper vast op de werkkaart Ze bevestigen die op de juiste stip. Als alle stippen vol staan, hebben ze alle raadsels gevonden.

TIP: Neem voldoende tijd voor stap 1. Zodra de kleuters vertrouwd zijn met het spel en de raadsels, wordt het gemakkelijker om zelf raadsels te verzinnen. Als de kleuters niet over voldoende taal beschikken om zinnen te vormen of raadsels te verzinnen, kunnen ze het ook uitbeelden of geluiden maken.

RAADSELS

Ik rij op het spoor.

Er passen veel mensen in mij.

Ik ben heel lang.

Als ik eraan kom, gaan de slagbomen toe en moet iedereen wachten.

IK BEN … een (nacht)trein.

Als er een ongeval gebeurt en er is iemand gewond, kom ik eraan.

Ik ben geel.

Ik heb een sirene en die gaat zo (Maak het geluid.)

De verpleger zit aan het stuur.

IK BEN … een ziekenwagen.

Ik heb wieken.

Ik kan vliegen.

Ik ben niet zo groot.

Ik kan door de lucht overal naartoe.

IK BEN … een helikopter.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 26

Tring tring, aan de kant!

Ik heb twee wielen.

Je kunt op mij rijden.

Soms heb ik zijwielen. Als je nog niet goed kunt fietsen, zorgen die dat je niet omvalt.

Als je op mij rijdt, moet je een fluovest en een helm aandoen.

IK BEN … een fiets.

Ik ben een dier.

Ik kan spinnen.

Ik heb een zachte vacht.

Ik heb een staart.

Ik kan heel goed kijken in de nacht.

In de nacht ben ik graag op pad.

Ik miauw. Dat klinkt zo … (Maak het geluid.)

IK BEN … een poes.

Ik ben een dier.

Ik ben groen.

Ik heb een gladde huid. Soms ben ik in het water, soms op het land.

Ik kwaak. Dat klinkt zo … (Maak het geluid.)

IK BEN … een kikker.

Ik ben een dier.

In de nacht ga ik op pad.

Ik ga jagen.

Ik zoek kippen.

Ik heb een dikke vacht.

IK BEN … een vos.

Ik ben een dier.

Ik kan goed waken.

Ik heb een vacht.

Ik heb een staart.

Als er iets is, dan blaf ik. Dat klinkt zo … (Maak het geluid.)

IK BEN … een hond.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 27

Ik ben een dier.

Ik maak iedereen wakker als het ochtend is en tijd is om op te staan.

Ik ben de baas van het kippenhok.

Ik heb een grote, rode kam op mijn hoofd.

Ik kraai. Dat klinkt zo … (Maak het geluid.)

IK BEN … een haan.

Tik, tik, tik … Ik kom uit de wolken gevallen.

Als er veel uit de wolken valt, maak ik een plas.

Ik tik soms tegen het raam.

Door mij word je nat.

Je doet het best laarzen en een regenjas aan als ik er ben.

IK BEN … de regen.

Veel kinderen zijn bang voor mij.

Soms zie je bliksemschichten in de lucht.

Als ik er ben, regent het meestal ook.

De wolken botsen tegen elkaar en zorgen ervoor dat er knallen komen.

IK BEN … een onweer.

Als ik er ben, gaan de takken van de bomen heen en weer.

Ze wiegen mee.

Soms moet je opletten dat je niet wegwaait, want ik kan heel sterk zijn.

IK BEN … de wind.

Ik ben een dier.

Ik ben klein.

Ik heb een staart en heel kleine ogen.

Sommige mensen zijn bang voor mij.

Ik maak een piepgeluid. Dat klinkt zo (Maak het geluid.)

IK BEN … een muis.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 28

Ik ben een heel slim dier.

Ik ben wakker in de nacht. Ik ben een nachtdier.

Ik heb veren.

Ik heb grote ogen die in de nacht heel goed kunnen kijken.

Ik heb een snavel.

Ik kan mijn hoofd heel ver draaien en heb dan alles gezien.

Ik kan verschillende kleuren hebben.

Ik maak een geluid. Dat klinkt zo (Maak het geluid.)

IK BEN … een uil.

Ik ben een dier.

Ik hang graag ondersteboven.

Ik ben zwart.

Ik heb vleugels.

Ik heb ook voor- en achterpoten.

Mij zie je vooral in de nacht.

Veel mensen zijn bang voor mij.

IK BEN … een vleermuis.

Ik ben een klein dier.

Ik heb stekels.

Ik kan me helemaal oprollen tot een bolletje. Dat doe ik als ik me niet veilig voel.

Ik prik.

IK BEN … een egel.

OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 29
WERKKAART 4 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 30
WERKKAART 5 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 31
WERKKAART 6 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 32
WERKKAART 7 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 33
WERKKAART 8 OUDSTE KLEUTERS THEMAPAKKET 2023-2024 © UITGEVERIJ VAN IN 34

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.