Inhoud 7 Voorwoord 5 Leeswijzer 6 Inleiding: karakteristieken van de vennootschapsbelasting 33 1 Wettelijk kader 35 2 Belang van het boekhoudrecht in fiscale zaken 35 3 Belang van de boekhouding en jaarrekening 36 4 Alle inkomsten van de vennootschap zijn beroepsinkomsten 37 5 Kapitaal van een vennootschap 38 Hoofdstuk 1 Grootte van de vennootschap 41 1 Fiscale voordelen voor kleine vennootschappen 43 2 Definitie kleine vennootschap 44 2.1 Groottecriteria 45 2.2 Consistentiebeginsel 45 2.3 Startende vennootschap 45 2.4 Boekjaar van meer of minder dan twaalf maanden 46 2.5 Berekening aantal werknemers 46 2.6 Berekening omzet 47 2.6.1 Algemene regel omzet 47 2.6.2 Afwijkende regeling omzet 47 2.6.3 Omzet van een tijdens het boekjaar overgenomen vennootschap 48 2.7 Balanstotaal 48 2.8 Berekening op geconsolideerde basis 48 2.8.1 Methode 1: consolidatiemethode 49 2.8.2 Methode 2: de geaggregeerde methode (= optelmethode) 49 2.9 Wat zijn verbonden ondernemingen? 50 2.9.1 Controlebevoegdheid 50 2.9.2 Consortium 51 2.9.3 Wanneer moet die verbondenheid bekeken worden? 52 2.9.4 Wijzigingen in de verbondenheid 52 2.10 Afwijking op geconsolideerde berekening 52 2.11 Fiscale doorverwerking van de vennootschapsrechtelijke bepalingen 53 2.12 Cijfervoorbeeld 53 Inhoud
Inhoud 8 3 Definitie van microvennootschappen 54 3.1 Microcriteria 54 3.2 Consistentiebeginsel 54 3.3 Startende vennootschap 55 3.4 Boekjaar met abnormale duurtijd 55 3.5 Berekening aantal werknemers 55 3.6 Omzet: principe en afwijkende regeling 55 3.7 Fiscale doorwerking van de vennootschapsrechtelijke bepaling 55 4 Oefeningen 56 Hoofdstuk 2 Wie is onderworpen aan de vennootschapsbelasting? 59 1 Toepassingsvoorwaarden 61 1.1 Rechtspersoonlijkheid 61 1.1.1 Belgische vennootschappen 61 1.1.2 Uitgesloten van rechtspersoonlijkheid 62 1.1.3 Buitenlandse vennootschappen 62 1.2 Fiscale woonplaats in België 62 1.3 Exploitatie van een onderneming of winstgevende verrichtingen 64 2 Uitgesloten rechtspersonen 65 2.1 Onvoorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen 65 2.2 Voorwaardelijk uitgesloten rechtspersonen 65 2.3 Toegelaten verrichtingen 66 2.3.1 Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen 66 2.3.2 Het beleggen van fondsen ingezameld binnen de statutaire opdracht 66 2.3.3 Verrichtingen die slechts bijkomstig op nijverheids-, handels- of landbouwverrichtingen betrekking hebben of niet volgens nijverheids- of landbouwmethoden worden uitgevoerd 66 3 Denkschema 67 4 Overgang van rechtspersonenbelasting naar vennootschapsbelasting 68 5 Overgang van vennootschapsbelasting naar rechtspersonenbelasting 68 6 Bijzondere entiteiten 68 6.1 De erkende landbouwonderneming (erkende LO) 68 6.2 De erkende coöperatieve vennootschap (erkende cv) 69 6.3 De erkende sociale onderneming (cv erkend als so) 69 6.4 Het economisch samenwerkingsverband (esv) 69 6.5 Ofp’s 70
Inhoud 9 Hoofdstuk 3 De aangifteprocedure in de vennootschapsbelasting 71 1 Aanslagjaar en boekjaar 73 2 Begin en einde van de belastingplicht 74 3 De aangifteplicht 74 3.1 Aangifteformulier en verplichte bijlagen 74 3.2 Elektronische aangifte vennootschapsbelasting via BIZTAX 75 3.3 Aangiftetermijn 75 3.4 Geldigheid van de aangifte 76 3.5 Bewijskracht van de aangifte 76 3.6 Sancties i.v.m. de aangifte 76 Hoofdstuk 4 Vaststelling van de belastbare grondslag 79 1 Indeling van de winst volgens bestemming 81 1.1 Correcties op het niveau van de kosten en opbrengsten 81 1.2 Correcties op het niveau van de resultaatverwerking 81 2 Belastbare basis via de 13 bewerkingen 83 3 Supplementen n.a.v. een fiscale controle 85 4 Overzichtschema 85 5 Forfaitaire minimumgrondslag 87 Hoofdstuk 5 De aftrekbare beroepskosten van vennootschappen 89 1 Voorwaarden voor aftrekbaarheid 91 1.1 Tijdens het belastbaar tijdperk gedaan of gedragen 91 1.1.1 Moment van aftrek 92 1.1.2 Matchingprincipe en gebruik van overlopende rekeningen 93 1.2 Om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden 95 1.3 Bewijs van de echtheid en het bedrag van de kosten 95 1.4 Discussiepunt: door bedrijfsleiders privé gebruikt vastgoed 96 1.4.1 Bezoldigingstheorie 96 1.4.2 Meerwaardetheorie bij vastgoed 97 1.4.3 Verhuurde woningen 97 1.4.4 Boeking van het voordeel op RC bedrijfsleider 97 2 Overzicht van de voornaamste soorten beroepskosten 98
3 Huur en huurlasten 98 3.1 Betaalde huurwaarborg 98 3.2 Betaling van huurgelden aan bedrijfsleiders 99 4 Intresten van leningen 99 4.1 Beperking tot de marktrente 99 4.2 Onbeperkt aftrekbare intresten 100 4.3 Intresten betaald aan buitenlanders in belastingparadijzen 100 4.4 EBITDA-intrestaftrekbeperking 101 4.5 Intresten betaald aan bedrijfsleiders 101 4.6 In te houden roerende voorheffing 101 4.7 Oefening 102 5 Bezoldigingen van werknemers 102 5.1 Formele verantwoordingsvoorwaarde 103 5.2 Voorziening voor vakantiegeld 103 5.3 Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing 104 6 Bezoldigingen van bedrijfsleiders 105 6.1 Aftrekbaarheid van de bezoldigingen 105 6.2 Formele verantwoordingsvoorwaarde 106 6.3 Bestuurders- en managementvergoedingen betaald aan vennootschappen 107 7 Kosten eigen aan de werkgever 107 7.1 Bewijslast 108 7.2 Vermelding van vergoedingen op fiscale fiches 108 7.3 Forfaitaire kostenvergoedingen 109 7.3.1 Verplaatsingskosten met auto, motorfiets of bromfiets 110 7.3.2 Forfaitaire vergoeding voor dienstreizen in België 110 7.3.3 Forfaitaire vergoeding voor dienstreizen in het buitenland 111 7.3.4 Vergoedingen voor thuiswerk 113 7.3.5 Forfaitaire RSZ-vergoedingen 114 7.3.6 Forfaitaire vergoedingen uit de Rulingpraktijk 114 7.4 Jaarlijkse bijdrage gereglementeerd beroep 114 8 Loonbonussen voor werknemers 115 9 Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekeringen 115 9.1 Aanvullende verzekering ten voordele van de werknemers 115 9.1.1 Formele voorwaarden voor de aftrekbaarheid van premies 115 9.1.2 Begrenzing van de aftrekbaarheid 116 Inhoud 10
9.2 Aanvullende verzekering ter voordele van de bedrijfsleiders 116 9.2.1 Wettelijke aftrekbaarheidsvoorwaarden voor de premies 116 9.2.2 Begrenzing van de aftrekbaarheid 116 9.2.3 Klassieke bedrijfsleidersverzekering 117 9.2.4 Externe IPT 117 9.2.5 Premietaks van 4,4 % 118 9.2.6 Wyninckx-bijdrage op hoge pensioenverzekeringspremies 118 10 Pensioenen toegekend aan gewezen personeelsleden 118 11 Commissies en erelonen betaald aan derden 118 11.1 Wanneer moet een fiche 281.50 worden opgesteld? 119 11.2 Wanneer moet er geen fiche 281.50 worden opgesteld? 119 11.3 Buitenlandse genieters 120 11.4 Praktische richtlijnen voor de vermeldingen op de fiches 120 12 Afschrijvingen 121 12.1 Afschrijfbare basis 122 12.2 Fiscaal aanvaarde afschrijvingsmethoden 122 12.2.1 Lineaire afschrijvingsmethode 123 12.2.2 Degressieve afschrijvingsmethode (art. 64 WIB 1992) 123 12.2.3 Progressieve afschrijvingsmethode 123 12.3 Gebruikelijke afschrijvingspercentages 124 12.3.1 Materiële vaste activa 124 12.3.2 Immateriële vaste activa 125 12.3.3 Bindend karakter van het toegepaste percentage 125 12.4 Begin van de afschrijvingen 125 12.4.1 Tijdstip van aanvang van de afschrijvingen 126 12.4.2 Vooruitbetalingen 126 12.5 Eerste afschrijvingsbedrag 126 12.6 Bijkomende aankoopkosten 127 12.7 Oprichtingskosten en onrechtstreekse productiekosten 128 12.8 Einde van de afschrijvingen 128 12.9 Afschrijvingsexcedenten 129 12.10 Afschrijvingstekorten 129 12.11 Terugneming van afschrijvingen 129 12.12 Afschrijvingen op de herwaarderingen van vaste activa 129 12.13 Laadstations elektrische personenwagens: hogere kostenaftrek 130 13 Waardeverminderingen 130 14 Vennootschapsbijdrage 130 15 Uitgaven in het kader van een pc-bonus 132 16 Oefeningen 132 Inhoud 11
Hoofdstuk 6 De belastbare reserves 135 1 Overzicht van de belaste reserves 138 2 Beweging van de belaste reserves 139 3 De zichtbare reserves 139 3.1 Belastbare reserves in kapitaal en de belastbare uitgiftepremies 140 3.1.1 Belang van het gestorte kapitaal 140 3.1.2 Kapitaalverhogingen door incorporatie van belaste reserves 140 3.1.3 Vermindering van geïncorporeerde reserves zonder terugbetaling 143 3.2 Belastbaar gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarden 144 3.2.1 Boekhoudkundige bepalingen 144 3.2.2 Fiscaal gedrag 144 3.2.3 Bijkomende mogelijkheden 146 3.2.4 Verkoop van geherwaardeerde activabestanddelen 147 3.3 Wettelijke reserve, beschikbare reserves en onbeschikbare reserves 148 3.3.1 Wettelijke reserve 148 3.3.2 Onbeschikbare reserves 150 3.3.3 Beschikbare reserves 150 3.3.4 Overgedragen winst of verlies 150 3.3.5 Cijfervoorbeeld 1 op boekhoudkundige reserves 151 3.3.6 Cijfervoorbeeld 2 op boekhoudkundige reserves 152 3.4 Liquidatiereserve 153 3.4.1 Enkel voor kleine vennootschappen 153 3.4.2 Afzonderlijke aanslag van 10 % vennootschapsbelasting 153 3.4.3 Welke winst kan bestemd worden als liquidatiereserve? 153 3.4.4 Maximaal aan te leggen liquidatiereserve 153 3.4.5 Boeking van de liquidatiereserve en de 10 %-heffing 154 3.4.6 Impact op de aangifte vennootschapsbelasting 154 3.4.7 Onaantastbaarheidsvoorwaarde 155 3.4.8 Voordeel van de aanleg van de liquidatiereserve 155 3.4.9 Uitkering van de liquidatiereserve bij vereffening 155 3.4.10 Uitkering van de liquidatiereserve vóór liquidatie 155 3.4.11 Reële belastingdruk 156 3.4.12 Formaliteiten bij de aanleg van de liquidatiereserve 157 3.4.13 Vennootschap in vereffening 157 3.4.14 Belastingvrije inbreng 157 3.4.15 Wanneer is de liquidatiereserve niet interessant? 157 3.4.16 Asymmetrische toewijzing van liquidatiereserves 158 3.4.17 Ten onrechte aanlegde liquidatiereserve 159 3.4.18 Cijfervoorbeeld aanleg van liquidatiereserve 159 3.4.19 Cijfervoorbeeld uitkering van liquidatiereserve 162 Inhoud 12
3.5 Belastbare voorzieningen 165 3.6 Andere in de balans vermelde reserves 166 3.7 Andere belastbare reserves 166 4 De onzichtbare of verdoken reserves 166 4.1 Onderwaarderingen van activa 167 4.1.1 Afschrijvingsexcedenten 167 4.1.2 Rechtstreeks in kosten geboekte activa 171 4.1.3 Belastbare waardeverminderingen 173 4.1.4 Onderwaardering van de voorraad 173 4.1.5 Onderwaardering van vorderingen 175 4.1.6 Onderwaardering van de overlopende actiefrekeningen 175 4.1.7 Gratis verworven opstallen 177 4.2 Overwaarderingen van passiva 177 4.2.1 Overschatting van leveranciersschulden 177 4.2.2 Overdreven waarborg- of garantieverplichtingen 179 4.2.3 Andere overwaarderingen van passiva 179 5 Aanpassingen in meer van de begintoestand van de belastbare reserves 179 5.1 Meerwaarden op aandelen 180 5.2 Terugneming van waardeverminderingen op aandelen 184 5.3 Meerwaarden op personenwagens 185 5.4 Terugbetalingen en regularisaties van niet-aftrekbare belastingen 187 5.5 Kapitaalverminderingen ter aanzuivering van boekhoudkundige verliezen 188 5.6 Definitieve vrijstelling tax shelter erkende audiovisuele werken, podiumproducties en videospellen 190 5.7 Gewestelijke premies en kapitaal- en intrestsubsidies 191 5.8 Definitieve vrijstelling van opbrengst uit schuldkwijtschelding via WCO 194 5.9 Definitieve vrijstelling voor innovatie-inkomsten 194 5.10 Verhoogde aftrek van de afschrijvingen voor laadstations voor elektrische wagens 195 5.10.1 Voorwaarden 195 5.10.2 Verhoging van de afschrijvingskosten met 100 % of 50 % 196 5.10.3 Bij de aankoop komende kosten 196 5.10.4 Vanaf wanneer verhoogde afschrijving? 197 5.10.5 Latere meerwaarden of minderwaarden 197 5.11 Vrijgestelde coronasteun vanwege gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten 197 5.12 Vrijgestelde energiesteun vanwege gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten 198 6 Aanpassingen in min van de begintoestand van de reserves 199 7 Oefeningen 200 Inhoud 13
Hoofdstuk 7 De vrijgestelde reserves 209 1 Overzicht 211 2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 212 2.1 Definitief verloren vorderingen 212 2.2 Waarschijnlijke verliezen op handelsvorderingen 212 2.2.1 Fiscale vrijstellingsvoorwaarden 213 2.2.2 Boekhoudkundige en fiscale verwerking 213 2.2.3 Speciaal geval: kwijtgescholden schuld via WCO 214 3 Voorziening voor risico’s en kosten 215 3.1 Fiscale vrijstellingsvoorwaarden 215 3.2 Boekhoudkundige en fiscale verwerking 217 3.3 Toepassingsgevallen 218 4 Uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden 219 4.1 Fiscale vrijstellingsvoorwaarde: onaantastbaarheidsvoorwaarde 220 4.2 Drie uitzonderingen op de vrijstelling 220 4.3 Afschrijvingen op geherwaardeerde activa 221 4.4 Uitgedrukte meerwaarden door wijziging van de muntpariteit 221 4.5 Verschil met niet-uitgedrukte niet-verwezenlijkte meerwaarden 222 5 Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden andere dan de gespreid te belasten 223 5.1 Monetair gedeelte van de verwezenlijkte meerwaarde 224 5.2 Meerwaarden n.a.v. belastingvrije fusie, splitsing, omzetting 225 6 Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden 226 6.1 Toepassingsgebied 226 6.2 Wederbeleggingsverplichting 226 6.3 Werking van het gespreid taxatiestelsel 232 6.4 Boekhoudkundige verwerking 232 6.5 Formulier 276K 233 6.6 Voorbeelden 233 6.7 Deel van de meerwaarde gespreid belasten 236 6.8 Vervreemding van een herbeleggingsactief 237 6.9 Verdeling bij fusie en splitsing 237 6.10 Toepassingen 237 6.11 Overzicht van de belastbaarheid van verwezenlijkte meerwaarden 238 7 Verwezenlijkte meerwaarden op bedrijfsvoertuigen 239 8 Verwezenlijkte meerwaarden op binnenschepen 243 9 Verwezenlijkte meerwaarden op zeeschepen 244 Inhoud 14
10 Investeringsreserve 244 10.1 Onaantastbaarheidsvoorwaarde 244 10.2 Investeringsverplichting en behoudverplichting 244 10.3 Latere belastbaarheid van de reserve 244 10.4 Nalatigheidsintresten 245 11 Wederopbouwreserve 245 11.1 Ratio legis 245 11.2 In aanmerking komende vennootschappen 246 11.3 Uitgesloten vennootschappen 246 11.4 Maximumbedrag van de wederopbouwreserve 247 11.4.1 Eerste beperking: boekhoudkundig verlies van boekjaar dat afsluit in 2020 247 11.4.2 Tweede beperking: 20 miljoen EUR 247 11.4.3 Belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk 248 11.5 Iteratieve berekeningsmethode 249 11.6 Onaantastbaarheidsvoorwaarde voor aanleg en behoud 249 11.7 Belastbaarheid van de wederopbouwreserve 250 11.7.1 Latere uitkeringen uit het eigen vermogen 250 11.7.2 Daling van de personeelskosten 251 11.8 Opnames niet in aftrekverbod 252 11.9 Formaliteiten 252 11.10 Interactie met andere fiscale maatregelen 252 12 Tax shelter erkende audiovisuele werken 253 12.1 Werking van het tax sheltersysteem voor de investeerder 253 12.2 Erkend audiovisueel werk 253 12.3 De raamovereenkomst 254 12.4 Voorlopige fiscale vrijstelling 254 12.4.1 In principe vrijstelbaar bedrag 254 12.4.2 Boeking van een belastingvrije reserve 255 12.4.3 Bepaling van de tax sheltercapaciteit 255 12.4.4 Overdraagbaarheid van de vrijstelling 256 12.5 Definitieve fiscale vrijstelling 256 12.6 Nalatigheidsintresten 257 12.7 Financiële vergoeding 257 12.8 Boekhoudkundige verwerking van een tax shelter 257 12.9 Impact op de liquidatiereserve 260 13 Tax Shelter erkende podiumproducties 260 14 Tax Shelter erkende videospellen 261 15 Reserve voor innovatie-inkomsten 262 16 Vrijgestelde winst die in het vermogen van een erkend inschakelingsbedrijf wordt gehouden 263 Inhoud 15
17 Voorlopige vrijstelling winst voortvloeiend uit schuldkwijtschelding via WCO 264 18 Andere vrijgestelde bestanddelen 265 18.1 Kapitaalsubsidies 265 18.1.1 Boekhoudkundige behandeling 266 18.1.2 Fiscale behandeling 267 18.2 20 % van bepaalde kosten 268 19 Oefeningen 269 Hoofdstuk 8 Verworpen uitgaven 273 1 Niet-aftrekbare belastingen 277 1.1 Overzicht van de niet-aftrekbare belastingen 278 1.2 Niet-aftrekbare belastingen uit de boekhouding 281 1.2.1 Belastingen op het resultaat van het boekjaar 281 1.2.2 Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren 283 1.2.3 Voorziening voor belastingen en de betwisting van een aanslag 285 1.2.4 Praktische werkwijze 287 1.3 Niet-aftrekbare belastingen buiten de boekhouding: FBB 287 1.4 Aftrekbare belastingen 287 1.5 Oefeningen 288 2 Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies 290 2.1 Geviseerde gewestbelastingen 290 2.2 Doorgerekende gewestbelastingen 290 2.3 Uitzondering: aftrekbare gewestbelastingen 291 3 Geldboeten 291 3.1 Principe 291 3.2 Uitzonderingen 292 3.3 Doorgerekende boeten 294 3.4 Terugbetaling van boeten 294 4 Jaarlijkse taksen op de kredietinstellingen, collectieve beleggingsinstellingen en verzekeringsondernemingen 294 5 Taks op de inscheping van een luchtvaartuig 294 6 Niet-aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en -premies 296 6.1 Niet-aftrekbare pensioenbijdragen 296 6.1.1 Principe 296 6.1.2 De 80 %-grens bij de aftrek van premies 296 6.1.3 Voorbeeld van 80 %-beperking 306 6.1.4 De 100 %-grens 307 6.1.5 Onbeperkt aftrekbare bijdragen 308 Inhoud 16
6.2 Niet-aftrekbare pensioenen 308 6.2.1 Principe 308 6.2.2 De 80 %-grens bij pensioenuitkeringen 309 7 Niet-aftrekbare autokosten 309 7.1 Aftrekbaar percentage 310 7.2 Toekomstige aftrekbaarheid 311 7.3 Bedoelde voertuigen 314 7.4 Niet-geviseerde personenwagens 315 7.5 Bedoelde autokosten 315 7.6 Volledig aftrekbare autokosten 316 7.7 Autokosten eigen aan de werkgever 316 7.8 Doorgerekende autokosten 317 7.9 Invloed van het VAA op de verworpen uitgaven auto 318 7.10 Invloed van de eigen bijdrage op de verworpen uitgaven auto 318 7.11 Invloed van de btw-herzieningen op de verworpen uitgaven auto 319 7.12 Meer- en minderwaarden 320 7.13 Ontvangen schadevergoedingen 322 7.14 CO2-taks op firmawagens 322 715 Kosten van verdelers van nieuwe wagens 322 7.16 Kosten van vervangwagens 322 7.17 Oefeningen op autokosten 322 8 Autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard 327 8.1 Berekening van het voordeel van alle aard personenwagen 327 8.2 Kostenverwerping voor VAA auto 329 8.3 Voordeel in PB of voordeel betalen of boeken op debet RC? 330 9 Niet-aftrekbare receptiekosten 331 9.1 Principe 331 9.2 Receptiekosten geboekt als handelsgoederen 331 9.3 Doorgerekende receptiekosten 332 9.4 Administratieve toegevingen 332 9.5 Receptiekosten n.a.v. verkoopsbevorderende evenementen 332 9.6 Oefening 333 10 Kosten van relatiegeschenken 333 10.1 Principe 333 10.2 Uitzonderingen 334 10.3 Relatiegeschenken en voordelen van alle aard 336 10.4 Oefening 337 Inhoud 17
11 Niet-aftrekbare restaurantkosten 337 11.1 Principe 337 11.2 Bewijs 338 11.3 Uitzonderingen 338 11.4 Restaurantkosten geboekt als handelsgoederen 339 11.5 Doorgerekende restaurantkosten 340 11.6 Personeelsrestaurant met bedrijfsruimte voor kaderleden/klanten 342 11.7 Restaurantkosten in het kader van business seats en loges 342 11.8 Restaurantkosten in sterrenrestaurants 343 11.9 Restaurantbezoeken met louter privaat karakter 343 11.10 Oefening 343 12 Kosten van niet-specifieke beroepskleding 344 12.1 Principe 344 12.2 Specifieke beroepskledij 344 12.3 Niet-specifieke beroepskledij: VAA of VU? 344 12.4 Bestaansreden van code 1209 op de aangifte: wanneer VU? 345 12.5 Niet-specifieke kledijkosten als handelsgoederen 345 12.6 Doorrekening van niet-specifieke kledijkosten 346 13 Overdreven intresten 346 13.1 Hoeveel bedraagt de marktrente? 346 14 Intresten voor een gedeelte van bepaalde leningen 347 14.1 Principe 347 14.2 Geviseerde intrestverkrijgers 347 14.3 De 5-grens 348 14.4 Uitzonderingen waarin de thin cap-maatregel niet geldt 349 15 Niet-aftrekbaar financieringskostensurplus 349 15.1 Financieringskostensurplus 349 15.2 Hoogste van twee grensbedragen 350 15.3 Overdraagbaarheid van niet-aftrekbaar gedeelte financieringskostensurplus 350 15.4 Uitgesloten oude leningen 351 15.5 Groepsvennootschappen 351 16 Toegekende abnormale of goedgunstige voordelen 352 16.1 Principe 352 16.2 Bedoelde abnormale of goedgunstige voordelen 353 16.3 Hoedanigheid van de verkrijger van het voordeel 354 16.4 Voorrang van artikel 54 op artikel 26 WIB 1992 355 16.5 Voorrang van artikel 49 op artikel 26 WIB 1992 356 16.6 Groepsvriendelijke houding van de Rulingdienst 356 16.7 Oefeningen 356 Inhoud 18
17 Sociale voordelen 357 17.1 Principe 357 17.2 Niet-aftrekbare sociale voordelen 357 17.3 Aftrekbare sociale voordelen 359 17.4 Oefening 363 18 Voordelen uit maaltijd-, sport-, cultuur- of ecocheques 364 18.1 Voordelen uit maaltijdcheques 364 18.2 Voordelen uit sport- en cultuurcheques 366 18.3 Voordelen uit ecocheques 367 19 Liberaliteiten 368 20 Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen 369 20.1 Principe 369 20.2 Uitzonderingen 369 20.3 Verlies uit wisselkoersverschillen op aandelen 373 20.4 Oefening 373 21 Niet-aftrekbare in kosten geboekte disconto op niet-afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa of financiële vaste activa 374 22 Terugnemingen van vroegere vrijstellingen 375 23 Werknemersparticipaties en winstpremies 375 23.1 Winstpremies 375 23.2 Werknemersparticipaties 378 24 Vergoeding ontbrekende coupon 379 25 Kosten tax shelter erkende audiovisuele werken 379 26 Gewestelijke premies en kapitaal- en intrestsubsidies 380 27 Vergoedingen betaald in uitvoering van een intrestaftrekovereenkomst 380 28 Vergoedingen betaald in uitvoering van een groepsbijdrageovereenkomst 380 29 Niet-aftrekbare betalingen aan belastingparadijzen 380 29.1 OESO-landenlijst 381 29.2 Belgische landenlijst 381 29.3 Europese landenlijst 381 29.4 Relevante ontvangers 382 29.5 Beoogde betalingen 382 29.6 Sancties 382 30 Niet-aftrekbare betalingen gedaan in het kader van bepaalde hybridemismatches 382 31 Inkomsten die verwezenlijkt werden in het kader van een hybridemismatch en niet opgenomen zijn in de winst 383 32 Niet-verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten 383 Inhoud 19
33 Terugneming van aftrek voor innovatie-inkomsten in geval van spreiding van de historische kosten 384 34 Terugneming van aftrek voor innovatie-inkomsten in geval van niet-herbelegging in kwalificerende uitgaven 384 35 Niet-uitgekeerde winst van een gecontroleerde buitenlandse vennootschap (CFC) 384 36 Positieve correcties in toepassing van het Diamant Stelsel 384 37 Niet-aftrekbare commissies en andere vergoedingen aan sportmakelaars 384 38 Uitgaven m.b.t. de verhoging van de forfaitaire kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen waarvoor een belastingkrediet wordt verleend 385 39 Andere verworpen uitgaven 386 39.1 Kosten voor jacht, visvangst, yachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen 386 39.1.1 Principe 386 39.1.2 Uitzondering 386 39.2 Kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 388 39.3 Intresten, retributies en prestatievergoedingen betaald aan belastingplichtigen in een belastingparadijs 388 39.4 Steekpenningen 388 39.5 Effectentaks 389 40 Globale oefening op de verworpen uitgaven 390 Hoofdstuk 9 Uitgekeerde dividenden 395 1 Gewone dividenden (code 1301) 398 1.1 Voordelen toegekend aan aandelen en winstbewijzen 399 1.1.1 Bijzondere regeling voor erkende cv’s 399 1.1.2 Belastbaar bedrag in de vennootschapsbelasting 399 1.2 Interimdividend versus tussentijds dividend 402 1.2.1 Interimdividend 402 1.2.2 Tussentijds dividend 403 1.3 Terugbetalingen van kapitaal, uitgiftepremies en winstbewijzen 404 1.3.1 Fiscale pro-rata-regeling op terugbetalingen van kapitaal 405 1.3.2 Terugbetaling van vastklikkapitaal 408 1.4 Geherkwalificeerde intresten van voorschotten 409 2 Uitgekeerde dividenden bij de verkrijging van eigen aandelen (code 1302) 414 3 Uitgekeerde dividenden bij de gedeeltelijke verdeling van het vermogen (code 1303) 414 4 Uitgekeerde dividenden bij de gehele verdeling van het vermogen (code 1305 en 1306) 415 Inhoud 20
5 Tarief van de RV voor toegekende dividenden 415 5.1 Verplichtingen van de schuldenaar van de RV 415 5.2 Basistarief RV = 30 % 416 5.3 Verlaagd RV-tarief voor uitbetaald vastgeklikt gestort kapitaal 416 5.4 Verlaagd RV-tarief = 20 % of 15 % (‘VVPRbis’-regime) 416 5.4.1 Begunstigde vennootschappen 417 5.4.2 Voorwaarden voor het verlaagd RV-tarief 417 5.4.3 Volstorting van de aandelen 417 5.4.4 Ononderbroken behoud van de aandelen 418 5.4.5 Géén preferente aandelen 420 5.4.6 Vanaf wanneer geldt het gunsttarief? 420 5.4.7 Specifieke antimisbruikbepalingen 421 5.5 Verlaagd RV-tarief voor de uitkering van liquidatiereserves 421 5.6 Vrijstelling van RV via Moeder-dochterrichtlijn 422 5.7 Vrijstelling RV voor dividenden aan buitenlandse vennootschap 423 5.8 Vrijstelling RV voor aandelen in natura ingevolge een spin-off 423 6 Verplichting tot indiening van aangifte in de RV 423 7 Oefeningen 424 Hoofdstuk 10 Eerste bewerking: fiscale winst/verlies 429 1 Negatief fiscaal resultaat 431 2 Positief fiscaal resultaat 432 Hoofdstuk 11 Afzondering zeescheepvaartwinst 435 1 Werkelijk resultaat uit de zeescheepvaart waarvoor de winst wordt vastgesteld op basis van de tonnage 437 2 Werkelijk resultaat uit activiteiten waarvoor de winst niet wordt vastgesteld op basis van de tonnage 438 Hoofdstuk 12 Aftrekverbod 439 1 Geviseerde bestanddelen 441 1.1 Verkregen abnormale of goedgunstige voordelen 442 1.2 Verkregen financiële voordelen of voordelen van alle aard 443 1.3 Belastbaar geworden investeringsreserve 444 1.4 Autokosten ten belope van een deel van het voordeel alle aard firmawagen 444 1.5 Werknemersparticipaties en winstpremies 444 1.6 Afzonderlijk belastbare landbouwsteun 444 1.7 Groepsbijdrage bij de verlieslatende vennootschap 445 1.8 Niet-aftrekbare sportmakelaarsvergoedingen 445 1.9 Verhogingen belastbare basis n.a.v. een belastingcontrole 445 Inhoud 21
2 Resterend resultaat (code 1430) 446 3 Cijfervoorbeeld 1 446 4 Cijfervoorbeeld 2 449 5 Overdracht van overdraagbare aftrekken 450 6 Minimale belastbare basis ingevolge korfbeperking 450 7 Oefeningen 451 Hoofdstuk 13 Tweede bewerking: verdeling volgens oorsprong 453 1 Principe 455 2 Rol van de dubbelbelastingverdragen 455 3 Belang van het geografische onderscheid 456 4 Bepaling van belastbaar resultaat van elke inrichting 457 5 Uitsplitsing resultaat in drie categorieën 459 6 Aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen 460 6.1 Principe: buitenlandse verliezen ≠ aftrekbaar 460 6.2 Uitzondering: definitieve EER-beroepsverliezen = aftrekbaar 461 7 Aanrekeningsvolgorde van (buitenlandse) verliezen 463 8 Oefening op tweede bewerking 465 Hoofdstuk 14 Derde bewerking: aftrek van niet-belastbare bestanddelen 467 1 Aftrek van de bij verdrag vrijgestelde winst 469 2 Aftrek van vrijgestelde giften 469 2.1 Vrijstellingsvoorwaarden 470 2.2 Erkende instellingen 470 2.3 Giften via online betaalplatformen 471 2.4 Maximaal aftrekbaar bedrag 472 3 Vrijstelling sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut 472 3.1 Bedrag van de fiscale vrijstelling 472 3.2 Gespreide belastingvrijstelling 473 3.3 Formaliteiten 474 3.4 Boekhoudkundige gevolgen 475 3.5 Terugname van de vrijstelling 475 4 Vrijstelling gewestelijke inkomenscompensatievergoedingen bij openbare werken 476 Inhoud 22
5 Aftrek van andere niet-belastbare bestanddelen 477 6 Volgorde van aanrekening 477 7 Oefeningen 478 Hoofdstuk 15 Vierde bewerking: aftrek van DBI 481 1 Aftrek van definitief belaste inkomsten (DBI) 483 1.1 Aftrekprincipe 483 1.2 Beoogde inkomsten 483 1.3 Voorwaarden voor de DBI-aftrek 485 1.3.1 De deelnemingsvoorwaarde 485 1.3.2 De taxatievoorwaarde 486 1.4 Aftrekbaar bedrag 496 1.4.1 Aftrekpercentage = 100 % 496 1.4.2 Basisbedrag 496 2 Beperking van de DBI-aftrek in functie van bepaalde verworpen uitgaven 497 2.1 Principe van de beperking 497 2.2 Uitzondering: géén beperking voor ‘gewone’ EER-dividenden 498 3 Schematische werkwijze 499 4 Overdraagbaarheid van DBI-overschotten 499 4.1 Overdracht voor dividenden uit EER-landen 499 4.2 DBI-overdracht voor dividenden uit derde landen 499 4.3 DBI-overdracht voor niet-aftrekbare deel ingevolge slechte VU 500 4.4 Géén DBI-overdrachten voor ontvangen liquidatiebonussen en verkrijgingsbonussen 500 4.5 Overzicht 500 4.6 Aanrekeningsvolgorde 501 5 Volgorde van aftrek bij buitenlandse winsten 501 6 Cijfervoorbeeld 502 7 Oefening 508 Inhoud 23
Hoofdstuk 16 Vijfde bewerking: aftrek voor innovatieinkomsten 511 1 Kenmerken innovatieaftrek 513 2 Welke intellectuele eigendomsrechten? 513 3 Soorten innovatie-inkomsten 514 3.1 Licentievergoedingen 514 3.2 Inbegrepen royalty’s 514 3.3 Hypothetische royalty’s 514 3.4 Schadevergoedingen 514 3.5 Opbrengsten bij vervreemding van een intellectueel eigendomsrecht 514 4 Berekening van de netto-innovatie-inkomsten 515 4.1 Aftrek van historische O&O-kosten 515 4.2 Optionele spreiding van historische kosten 516 5 Nexus-breuk 516 5.1 Teller 516 5.2 Noemer 517 6 Overdraagbaarheid van innovatieaftrek 518 7 Documentatieplicht voor innovatieaftrek 518 8 Voorwaardelijke vrijstelling voor lopende aanvragen 518 9 Formaliteit 518 Hoofdstuk 17 Zesde bewerking: investeringsaftrek 519 1 In aanmerking komende activa 521 2 Uitgesloten investeringen 522 3 Eenmalige investeringsaftrek 526 3.1 Gewone eenmalige investeringsaftrek 526 3.1.1 Begunstigde vennootschappen 526 3.1.2 Voor welke investeringen? 526 3.1.3 Niet cumuleerbaar met de aftrek voor risicokapitaal 527 3.1.4 Beperkte overdraagbaarheid van niet-verleende aftrek 527 3.2 3 % eenmalige aftrek voor herbruikbare verpakkingen 527 3.3 13,5 % eenmalige investeringsaftrek 528 3.3.1 Energiebesparende investeringen – typevoorbeeld: zonnepanelen 528 3.3.2 Octrooien en milieuvriendelijke O & O-investeringen 528 3.3.3 Digitale vaste activa 528 3.4 20,5 % eenmalige investeringsaftrek 530 Inhoud 24
3.5 30 % eenmalige investeringsaftrek 531 3.6 Eenmalige verhoogde investeringsaftrek voor emissievrije vrachtwagens 531 4 Gespreide investeringsaftrek voor groene investeringen in O&O 532 5 Overzicht van de percentages 533 6 Overdracht of buitengebruikstelling van de actiefbestanddelen 534 6.1 Eenmalige investeringsaftrek 534 6.2 Bijkomende gespreide investeringsaftrek 534 7 Overdraagbaarheid van de investeringsaftrek 535 8 Gebruik van de overgedragen investeringsaftrek 535 8.1 Beperking van het te benutten bedrag van de overgedragen aftrek 535 8.2 Verlies van de overgedragen investeringsaftrek 535 9 Te vervullen formaliteiten 536 9.1 Algemeen 536 9.2 Specifieke formaliteiten voor de verhoogde aftrek 536 10 Oefening 537 Hoofdstuk 18 Zevende bewerking: aftrek groepsbijdrage 539 1 Doel van de wetgever 541 2 Fiscale impact van de regeling 541 2.1 Fiscale verliesverschuiving 541 2.2 Vergoedingsregeling 541 2.3 Fiscale gevolgen op de aangifte VenB 542 3 Beoogde vennootschappen 542 3.1 Binnenlandse of buitenlandse vennootschappen 542 3.2 Minimumdeelnemingsvereiste 542 3.3 Minimumhoudperiode 543 4 Uitgesloten vennootschappen 544 5 Groepsbijdrageovereenkomst 544 6 Groepsbijdragevergoeding 545 7 Bedrag van de groepsbijdrage 546 8 Boekhoudkundige verwerking 547 9 Bijlage 275 CTIG bij aangifte 547 10 Uitgewerkt cijfervoorbeeld 548 11 Buitenlandse definitieve verliezen 550 Inhoud 25
Hoofdstuk 19 Achtste bewerking: aftrek voor risicokapitaal 553 1 Beoogde vennootschappen 555 2 Cumulatieverbod met eenmalige investeringsaftrek 555 3 Berekeningswijze 555 3.1 Aangroei eigen vermogen 556 3.2 Neerwaartse correctiebestanddelen 557 3.3 Voorstellingswijze 557 3.4 Vertrekpunt = boekhoudkundig eigen vermogen 558 3.5 Eerste correctie: aandelen 559 3.6 Tweede correctie: ‘vermogensbesmettende activa’ 559 3.7 Derde correctie: herwaarderingsmeerwaarden, kapitaalsubsidies, belastingkrediet en voorraadactualisering 562 3.8 Vierde correctie: kapitaalinbreng via double dip 563 3.9 Vijfde correctie: kapitaalinbreng door en vorderingen op niet-inwoner in land zonder gegevensuitwisseling 563 4 Tarief van de aftrek voor risicokapitaal 563 5 Vermindering m.b.t. buitenlandse vaste inrichtingen en buitenlandse onroerende goederen 564 5.1 Inrichting of vastgoed in de EER 564 5.2 Inrichting of vastgoed buiten de EER 565 5.3 Schematische voorstelling 567 6 Niet-overdraagbaarheid 567 7 Oefeningen 567 Hoofdstuk 20 Negende bewerking: overgedragen DBI-aftrek 571 1 Korfbeperking 573 2 Beperking DBI-overschotten na een belastingvrije reorganisatie 573 2.1 Aftrekbeperking bij overnemende vennootschap/inbrengverkrijgende vennootschap 574 2.2 Overdrachtregeling bij overgenomen vennootschap 574 2.3 Belastingvrije inbreng tak van werkzaamheid of bedrijfsafdeling 575 2.4 Definitie van fiscale nettowaarde 575 3 Verlies van overgedragen DBI-aftrek 576 Hoofdstuk 21 Tiende bewerking: overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten 577 1 Korfbeperking 579 2 Verlies van overgedragen aftrek voor innovatie-inkomsten 579 Inhoud 26
Hoofdstuk 22 Elfde bewerking: aftrek van vorige verliezen 581 1 Korfbeperking 583 2 Carry-forwardprincipe 583 3 Carry-back in de landbouw (Waals Gewest) 584 4 Bewijs van vorige verliezen 585 5 Onderzoek van vorige verliezen 585 6 Door de bedrijfsleiders ten laste genomen verliezen 585 7 Verliesaftrek na controlewijziging 585 8 Verliesaftrek en verkregen abnormale of goedgunstige voordelen 586 9 Overgedragen buitenlandse verliezen 586 9.1 Verliezen geleden in boekjaren aangevangen vanaf 1 januari 2020 587 9.2 Verliezen geleden in boekjaren aangevangen vóór 1 januari 2020 587 10 Verliesaftrek bij belastingvrije reorganisaties en inbrengverrichtingen 589 10.1 Aftrekbeperking van de verliezen van een overnemende vennootschap/inbrengverkrijgende vennootschap 589 10.2 Overdrachtregeling van de verliezen van een overgenomen vennootschap naar de overnemende vennootschap 590 10.3 Overgedragen verliezen van een vennootschap die belastingvrij een tak inbrengt 590 10.4 Definitie van fiscale nettowaarde 591 11 Oefeningen 591 Hoofdstuk 23 Twaalfde en dertiende bewerking: overgedragen aftrek voor risicokapitaal 593 1 Overgedragen, beperkt overdraagbare aftrek voor risicokapitaal 595 2 Overgedragen, onbeperkt overdraagbare aftrek voor risicokapitaal 595 Hoofdstuk 24 Controlewijziging 597 1 Begrip ‘controle’ 599 2 Rechtvaardiging 600 3 Bewijslast 600 4 Timing van de weigering 600 Inhoud 27
Hoofdstuk 25 Tarief van de vennootschapsbelasting 601 1 Basistarief 603 2 Verminderd basistarief 603 2.1 Algemene regel 603 2.2 Uitsluitingen van het verminderde basistarief 603 2.2.1 Financiële vennootschappen 604 2.2.2 Vennootschappen in het bezit van andere vennootschappen 606 2.2.3 Vennootschappen met onvoldoende bedrijfsleidersbezoldigingen 607 2.2.4 Beleggingsvennootschappen, vastgoedvennootschappen, ELTIF’s en OFP’s 610 2.3 Vermeldingen op de aangifte 611 2.4 Fout tarief vennootschapsbelasting en belastingverhoging 611 3 Verwezenlijkte meerwaarden, voorzieningen voor risico’s en kosten, investeringsreserve en tax shelter belastbaar tegen 33,99 %/29,58 % 611 3.1 Gespreide taxatie meerwaarden 611 3.2 Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen, binnenschepen en zeeschepen 612 3.3 Voorzieningen voor risico’s en kosten 612 3.4 Investeringsreserve 613 3.5 Tax Shelter 613 4 Belastbaar tegen exit tax tarief 613 5 Landbouwsteun belastbaar tegen 5 % 614 6 Aanslag geheime commissielonen 614 6.1 Kenmerken van deze afzonderlijke aanslag 614 6.2 Toepassingsgebied 615 6.3 Tarief van de bijzondere aanslag 615 6.4 Niet-verantwoorde kosten en voordelen van alle aard 616 6.4.1 Uitgangspunt: ficheverplichting 616 6.4.2 Eerste wettelijke uitzondering: tijdige aangifte door de genieter 616 6.4.3 Tweede wettelijke uitzondering: tijdige identificatie van de genieter 617 6.4.4 Derde wettelijke uitzondering: effectieve taxatie van de genieter met diens akkoord 618 6.4.5 Synthese voor niet-verantwoorde kosten en voordelen 619 6.4.6 Cijfervoorbeeld 619 6.5 Verdoken meerwinsten 621 6.5.1 Begrip meerwinsten 621 6.5.2 Bewijslast 622 6.5.3 Bijzondere aanslag op verdoken meerwinsten én verworpen uitgave 622 6.5.4 Belastingverhoging, administratieve boete en strafsanctie 622 6.5.5 Btw-aspecten 622 6.5.6 Cijfervoorbeeld 622 6.6 Betaalde steekpenningen 623 Inhoud 28
7 De afzonderlijke aanslag op de liquidatiereserve 623 8 Exitheffing bij emigratie 624 9 Oefeningen 625 Hoofdstuk 26 Verrekening van voorheffingen en voorafbetalingen 629 1 Stadia in de berekening van de vennootschapsbelasting: overzicht 631 2 Principe van de verrekenbaarheid van voorheffingen 633 3 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) 634 3.1 FBB voor buitenlandse royalty’s 634 3.2 FBB voor buitenlandse innovatie-inkomsten 635 3.3 FBB voor buitenlandse intresten 636 3.4 Behoort FBB tot de belastbare grondslag? 639 3.5 Verenigbaarheid van het Belgische FBB-regime met de dubbelbelastingverdragen 639 4 Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling en octrooien 640 4.1 Beoogde investeringen 640 4.2 Keuzestelsel 640 4.3 Eenmalig of gespreid belastingkrediet 640 4.4 Belastingbesparing 641 4.5 Overdraagbaarheid van het belastingkrediet 642 4.6 Terugbetaalbaarheid van het niet-verrekende belastingkrediet 642 4.7 Te vervullen formaliteiten 642 4.8 Boeken van het belastingkrediet 642 4.9 Controlewijziging 643 4.10 Invloed op de aftrek van risicokapitaal 643 4.11 Keuzeprobleem: investeringsaftrek of belastingkrediet? 643 4.12 Terugbetaling van een gedeelte van het voorheen verleende belastingkrediet O & O 643 4.13 Oefening 644 5 Buitenlands belastingkrediet voorzien bij bepaalde dubbelbelastingverdragen 644 6 Verrekening van de terugbetaalbare roerende voorheffing 644 6.1 Verrekenbaar bedrag 644 6.2 Beperkingen op de verrekenbaarheid van roerende voorheffing 645 7 Belastingkrediet voor de verhoging van de forfaitaire kilometervergoedingen voor dienstverplaatsingen 646 7.1 Voorwaarden 647 7.2 Berekening van het belastingkrediet 648 7.3 Aanvraag van het belastingkrediet 649 Inhoud 29
8 Voorafbetalingen 650 8.1 Jonge kleine vennootschappen 650 8.2 Vennootschappen die boekhouden volgens kalenderjaar 651 8.2.1 Vervaldagen van de voorafbetalingen 651 8.2.2 Belastingvermeerdering bij ontoereikende voorafbetalingen 651 8.3 Vennootschappen die hun boekhouding niet per kalenderjaar voeren 653 8.3.1 Boekjaar van twaalf maanden 654 8.3.2 Boekjaar van meer dan twaalf maanden 654 8.3.3 Boekjaar van minder dan twaalf maanden wegens aanvang van de activiteit 654 8.3.4 Boekjaar van minder dan twaalf maanden als gevolg van een gewijzigde afsluitdatum van het boekjaar of afsluiting van de vereffening 655 9 Algemeen voorbeeld belastingberekening 656 10 Oefeningen 657 Hoofdstuk 27 Bescheiden en opgaven 659 1 Verplichte bescheiden en opgaven 661 2 Documentatieverplichting transferpricing 661 2.1 Landenrapport 661 2.2 Groepsdossier 662 2.3 Lokaal dossier 663 2.4 Sancties 663 3 Aangifteplicht m.b.t. betalingen aan belastingparadijzen 663 3.1 De OESO-lijst van onwillige landen 664 3.2 De Belgische lijst van landen zonder of met een lage belasting 664 3.3 Zwarte Europese lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden 665 3.4 Relevante ontvangers 665 3.5 Uitzondering in DBV 665 3.6 Formulier 275F 666 Hoofdstuk 28 Liquidatie van de vennootschap 667 1 Aangifteplicht 669 2 Bepaling van de belastbare grondslag 670 2.1 Belastbare winst 670 2.2 Uitgekeerd dividend 671 3 Berekening van de belastbare grondslag 672 3.1 Vaststelling van de beweging van de reserves 672 3.2 Vaststelling van de uitgekeerde dividenden 672 4 Berekening van de belastingen 673 Inhoud 30
5 Roerende voorheffing 673 6 Vereffenen en opnieuw beginnen 674 7 Met ontbinding en vereffening gelijkgestelde verrichtingen 674 8 Cijfervoorbeeld: ontbinding in 2022 (geen opt-in) en sluiting van de vereffening in 2023 675 Hoofdstuk 29 Globale oefening 679 Bijlage 693 Aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting 695 Inhoud 31