Sapiens 6 DDO inkijkexemplaar

Page 1

6 Sapiens Geschiedenis Doorstroomfinaliteit (2u)

Sapiens

6

Geschiedenis

Wouter De Smedt Nele Onraedt Ann-Sophie Schouteden Stefaan Samaey

Je les in eigen handen Ontdek het onlineleerplatform iDiddit! Vooraan in dit boek vind je de activatiecode. Activeer snel je account op www.ididdit.be en maak er een geweldig schooljaar van!

ISBN 978-94-641-7744-2

xxxxx

vanin.be

Doorstroomfinaliteit (2u)


IN VA N

Inhoud*

H1 - ‘Le massacre d’Abbeville’ HV 1: Hoe beleefden kunstenaars de eerste 100 jaar Belgische geschiedenis? HV 2: Waarom keerde een deel van de Vlamingen zich in de jaren 30 tegen de democratie? HV 3: In welke omstandigheden kwam Joris Van Severen op 20 mei 1940 om het leven?

fv e

Doorloper: Genocide

rs

ie

©

H2 - Tweede Wereldoorlog HV 1: In welke mate vormde D-Day een keerpunt in de oorlog? HV2: Hoe reageerde de Belgische bevolking op de Duitse bezetting? U1: Verdient ‘het drama van Meensel-Kiezegem’ een plaats in de collectieve herinnering? HV3: Welke impact had de Tweede Wereldoorlog in de kolonies van de geallieerden? U2: Welke gemeenschappelijke strategieën zijn er in de Duitse en geallieerde propaganda? HV 4: Was het gebruik van atoombommen noodzakelijk om de oorlog versneld ten einde te brengen? HV 5: Hoe evolueerde in België de herinnering aan de Holocaust?

pr

oe

H3 Het ontstaan van de bipolaire wereld (1945-1960) HV1: Hoe werden de geallieerde bondgenoten elkaars vijanden? HV2: Op welke manier droeg het Marshallplan bij aan de vorming van de bipolaire wereldorde na de Tweede Wereldoorlog. HV3: Welke verschillen en overeenkomsten waren er tussen het leven in het kapitalistische blok en het leven in het communistische blok? U1: Hoe stond in beide blokken kunst ten dienste van de ideologie? HV4: Hoe uitte de Koude Oorlog zich op militair vlak? U2: Hoe raakte Korea betrokken bij de Koude Oorlog?

H4 Dekolonisatie: oorzaken, verloop, timing HV1: Hoe dwongen gekoloniseerde volkeren hun onafhankelijkheid af? HV2: Hoe keken Belgen en Congolezen naar de noodzaak van dekolonisatie? U1: Maakten Nederlandse troepen structureel gebruik van extreem geweld bij de onafhankelijkheid van Indonesië?


HV3: Waarom slaagde bijna geen enkele ex-kolonie erin een stabiele, ongebonden koers te varen? U1: Hoe evolueert de relatie tussen Congo en het westen na de onafhankelijkheid? HV4: Op welke manier beeldt het Afrika museum in Tervuren de veranderende blik van België op Congo uit? H5 - Hoe ziet de nieuwe naoorlogse wereld / West-Europa eruit? (focus België)

VA N

IN

HV1: Hoe droeg de pil bij tot de emancipatie van de vrouw? HV2: Hoe veranderde het Amerikaanse consumentisme het dagelijkse leven van velen in België tussen 1950 en 1970? HV3: Speelden de burgerrechtenbeweging en de Vietnamoorlog een rol in de studentenprotesten in België tijdens de jaren 1960? HV4: Hoe kwam de groene beweging op in Vlaanderen vanaf de sixties? HV5: Hoe evolueerde België tijdens de jaren 1960 en 1990 van een unitaire naar een federale staat? U1: Waarom wordt Jazz Bilzen “de moeder van alle festivals” genoemd?

H6 – Naar een multipolaire wereld

©

Doorloper: Wie zorgt voor een groene toekomst? DV1: Wat zijn de principes van een democratische rechtsstaat? DV2: Waarom slaagt de democratische rechtsstaat er niet in de klimaatcrisis het hoofd te bieden? DV3: Op welke manier kan je zelf actie ondernemen in de strijd tegen de klimaatsopwarming?

oe

H7 /

fv e

rs

ie

HV1: Waarom ontsnapte familie (of persoon x) uit Berlijn (of een ander land van het oostblok)? HV2: Waarom stapten de Britten uit de EU? HV3: Wat vertelt de covidpandemie over de Chinese samenleving? HV4: Waarom wordt het samenleven van Joden en Palestijnen in het gebied tussen Jordaan en Middellandse Zee steeds moeilijker? Uitbreidingen: wordt nog aangevuld

pr

*Onder voorbehoud van wijzigingen


IN

Provided by Amsab-ISH

© VA

N

De dood van Joris Van Severen ↑

ve rs

ie

Van den Berghe, F. (26 oktober 1933). Joris Van Severen. Koekoek. Het interbellum zorgde voor een adempauze na de Grote Oorlog. De jaren 1920 brachten herstel en voorzichtig optimisme, maar rolden evengoed de rode loper uit voor nieuwe politieke experimenten. In Sapiens 5 zag je al dat Stalin, Mussolini en Hitler de democratische krachten in hun land vakkundig de kop indrukten. In dit inleidende hoofdstuk focus je op België. Het eeuwfeest in 1930 nodigt je uit om de belangrijkste evoluties uit de eerste honderd jaar van België te ontdekken door de bril van Belgische kunstenaars. Vervolgens zoom je steeds dieper in op de jaren 1930 en ontdek je welke thema's de Belgische samenleving in die periode bezighielden. In dit hoofdstuk zoek je een antwoord op de onderzoeksvraag:

1

pr o

ef

Hoofdstuk

10

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

Hoe sterk stond de Belgische democratie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog?

10


II

Wat weet je al?

© VA

Herinner je je nog hoe conservatieve en liberale groepen de krachten bundelden om de Belgische Revolutie te doen slagen? Koning Willem I werd onder meer verweten dat hij het Nederlands als bestuurstaal wilde invoeren: ondenkbaar voor de Franstalige elite in het Zuiden. Maar ook na 1830 bleef taal een twistpunt in het jonge koninkrijk België. Samen met het socialisme groeide er een vierde politieke beweging, die in het interbellum aan invloed zou winnen: het Vlaams-nationalisme. Kun je van die drie politieke groepen enkele kenmerken opsommen? Zoek ook over de vierde beweging kenmerken op: wat wilden zij? Is die beweging vandaag nog actief?

ie

Historische vraag 2: Waarom keerde een deel van de Vlamingen zich in de jaren 1930 tegen de democratie?

ve rs

ef

pr o

I

N

Historische vraag 1: Hoe stelden kunstenaars de eerste honderd jaar van België voor?

IN

Op onderzoek

Historische vraag 3: Waarom werd Verdinasoleider Joris Van Severen in mei 1940 gearresteerd en vermoord?

Situeren in tijd

Beantwoord de onderzoeksvraag van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

11


IN ↑

© VA

N

© Art Collection 3 / Alamy

Situeren in tijd

1830

Hermans, C. (1874). À l’aube (‘Bij dageraad’). Hermans neemt ons mee in de vroegste uurtjes van een nieuwe werkdag.

ie

Wappers, G. (1835). Episode des journées de Septembre 1830 sûr la place de l’Hotel de ville de Bruxelles (‘Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt in Brussel’). Met felle lichtcontrasten en hevige bewegingen vertelt Wappers het verhaal van de septemberdagen in 1830 in de straten van Brussel.

1840

1850

1860

1870

1880

1890

ve rs

KATHOLIEKEN EN LIBERALEN REGEREN

BELGISCHE REVOLUTIE

OPKOM

MODERNE TIJD

C

OPKOMST VLAAM

INDUSTRIALISERING EN GROEIENDE ARBEIDERSKLASSE

EERSTE INDUSTRIËLE REVOLUTIE

TWEEDE INDUSTR

ef

IMPERIA

pr o

VERLICHTE IDEEËN EN REVOLUTIES

← Boch, A. (1893). Tijdens de elevatie. Boch weet in haar impressionistische schilderijen een warme en kleurrijke sfeer op te roepen. Hier legt ze het moment vast waarop de kerkgangers het hoofd buigen voor de opgestoken hostie, die het lichaam van Christus voorstelt.

12

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen


IN N © VA

1910

KATHOLIEKEN REGEREN

MST SOCIALISME

OPKOMST CHRISTENDEMOCRATIE

MSE BEWEGING

1920

1930

ve rs

1900

Meunier, C. (ca. 1900). Mijnwerker met bijl. Meunier staat bekend om zijn erg realistische beelden van arbeiders.

ie

Minne, J. (1927). Loftriptiek over Antwerpen. De grafische werken van Minne verrassen vaak met opvallende lijnen en perspectieven. Met zijn expressionistische stijl wil hij vooral de moderne stad in de kijker zetten.

1940

COALITIEREGERINGEN

FRONTPARTIJ

ACTIVISME

VNV

TAALWETTEN

COLLABORATIE

ALISME CONGO VRIJSTAAT

ef

UITBOUW ANTWERPSE HAVEN

RIËLE REVOLUTIE

1950

HEDENDAAGSE TIJD REPRESSIE UITBOUW WELVAARTSTAAT DERDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE

GROTE DEPRESSIE

BELGISCH CONGO

HEROPBLOEI KATHOLIEKE BELEVING

© The Phoebus Foundation, Antwerpen

pr o

SECULARISERING

← Tytgat, E. (1921). Schommels. Na de Eerste Wereldoorlog zorgen nieuwe wetten voor meer vrije tijd. Tytgat weet het zondagse vertier uit die jaren 1920 erg levendig te verbeelden.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

13


Historische vraag 1:

Hoe stelden kunstenaars de eerste honderd jaar van België voor?

IN

In 1930 vierde België zijn honderdste verjaardag. Het eeuwfeest werd gevierd van de hoofdstad tot in de kleinste dorpen. Voor veel Belgische kunstenaars was het een uitgelezen moment om terug te blikken. Aan de hand van hun beelden, gebouwen en schilderijen zie je hun kijk op de wereld van toen en ontdek je welke boodschap er achter de kunstwerken schuilt.

Opdrachten

Bestudeer de zes bronnen rond de tijdlijn op p. XXX-XXX en bron 1 tot en met 4 op p. XXX-XXX. Contextualiseer de bronnen met behulp van je histokit.

2

N

1

Bestudeer de tijdlijn. Leg voor de bronnen die je contextualiseerde in opdracht 1 het verband

© VA

met een gebeurtenis of evolutie op de tijdlijn. Onderbouw met argumenten. 3

In welk(e) maatschappelijk(e) domein(en) situeer je elke bron? Beargumenteer.

4

Kunst kun je niet los zien van de periode waarin ze gemaakt is. De standplaats, maar evengoed het perspectief van de artiest, zijn er vaak uit af te leiden.

02g BRONNEN CONTEXTUALISEREN

02d MAATSCHAPPELIJKE DOMEINEN

Kies drie bronnen uit de zes kunstwerken bij de tijdlijn en uit bron 1 tot en met 4.

Wat vertelt de bron over de tijd en plek (standplaats) waarin de kunstenaar leefde?

b

Wat vertelt de bron over het standpunt (perspectief) van de kunstenaar?

Beantwoord de historische vraag.

ie

5

a

pr o

ef

ve rs

Bron 1:

↑ Horta, V. (1885 - 1898). Hotel Van Eetvelde in Brussel. In opdracht van Edmond Van Eetvelde, de gouverneur van Congo Vrijstaat, bouwde Horta dit herenhuis in het centrum van Brussel. Vooral de overdekte wintertuin springt in het oog. Die deed dienst als ontvangstruimte. Het gebruik van staal in golvende en natuurlijke lijnen is typisch voor de art-nouveaustijl.

14

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen


Bron 2:

← Maquet, H. (1900 - 1903). De Koninklijke

Bron 4:

ie

© VA

Bron 3:

N

IN

Gaanderijen in Oostende. De Belgische architect Maquet inspireerde zich op het Venetiaanse classicisme om deze monumentale gaanderij te bouwen. Leopold II wilde op die manier de koninklijke chalet aan zee verbinden met een salon vlak bij de Wellington-paardenrenbaan. Net als bij veel andere bouwwerken in opdracht van Leopold werd de gaanderij bekostigd met geld uit zijn kolonie, Congo Vrijstaat.

ef

ve rs

pr o

Van Averbeke, E. (1929 - 1931). Boerentoren in Antwerpen. Naar aanleiding van de wereldtentoonstelling die in 1930 in Antwerpen zou plaatsvinden, bouwde de Middenkredietbank (de latere KBC) de eerste wolkenkrabber in Europa. Het bouwwerk in artdecostijl was 87,5 meter hoog.

Van Averbeke, F., Van Averbeke, R. (1930). IJzertoren in Diksmuide. In hetzelfde jaar als de Boerentoren verrees in de polders bij Diksmuide de IJzertoren. Dat monument voor de gevallen Vlaamse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hét symbool van meer Vlaamse zelfstandigheid. Het monument was al van bij de inhuldiging omstreden. Op de foto zie je een vliegtuigje naderen dat Belgische vlaggetjes en anti-Vlaamse pamfletten zal uitstrooien over het aanwezige publiek.

Ga naar iDiddit en lees de tekst over een eeuw Belgische kunst.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

15


Historische vraag 2:

Waarom keerde een deel van de Vlamingen zich in de jaren 1930 tegen de democratie?

© VA

N

IN

Het eeuwfeest van België luidde de jaren 1930 in. In die periode was er weinig reden tot vieren. Het trauma van de Grote Oorlog (1914 - 1918) was nog niet helemaal verteerd of er staken al nieuwe uitdagingen de kop op, waaronder een economische crisis. Die crisis werd ‘de Grote Depressie’ gedoopt en begon in 1929 in de VS. Bovendien was er in België ook nog de taalkwestie. Een Franstalige elite bestuurde al honderd jaar het land, waardoor de bestuurstaal het Frans was. Dat was echter niet naar de zin van een groot deel van de Vlamingen. Al in de 19e eeuw bundelde een groep Vlaamse kunstenaars, intellectuelen en politici de krachten in wat later de ‘Vlaamse Beweging’ zou heten. Die beweging ijverde voor meer rechten en een gelijke behandeling van beide landstalen. Hoewel het Nederlands, naast het Frans, in 1898 werd erkend als officiële landstaal, veranderde er in de praktijk weinig. De communautaire breuklijn tussen Vlamingen en Franstaligen bleef een pijnpunt.

Opdrachten 1

2

Bekijk opnieuw aandachtig de tijdlijn op p. XXX-XXX. a

Welke begrippen verwijzen naar de strijd van de Vlamingen om meer rechten?

b

Leg die begrippen uit aan de hand van wat je in bron 1 tot en met 6 op p. XXX-XXX leest.

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog groeide de frustratie bij veel Vlaamsgezinden.

ie

Zoek in bron 1 tot en met 6 naar verschillende redenen voor die frustratie en lijst ze op. Bestudeer bron 2 tot en met 4. a

Waarom duurde het tot de jaren 1930 voor er nieuwe taalwetten kwamen?

b

Nieuwe wetten hebben niet altijd de bedoelde gevolgen.

02i OORZAKEN EN GEVOLGEN

ve rs

3

Zoek in de bronnen naar een voorbeeld dat die uitspraak ondersteunt. 4

Bestudeer bron 5 en 6. Welke elementen op de foto’s en in de tekst doen je besluiten dat de Vlaamse Beweging radicaliseerde in het midden van de jaren 1930?

5

Beantwoord de historische vraag.

Speelden er naast ‘communautaire’ volgens jou nog andere redenen mee? Zo ja, welke?

pr o

ef

Bron 1:

16

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

← Pompsteen Merkem. (rond 1918). Door de schrijnende leefomstandigheden in de loopgraven en het feit dat veel officieren Frans spraken, groeide de frustratie bij de Vlaamse soldaten. Op deze oude pompsteen in Merkem, vlak bij het front, lieten Vlaamse soldaten in 1918 deze niet mis te verstane boodschap achter: ‘Hier ons bloed, wanneer ons recht?’ Door het ongenoegen van de soldaten en anderen achter het front ontstond de Frontbeweging, die na de oorlog politiek actief bleef als de Frontpartij.


Bron 2: Opvallend is dat van de Vlaamse eisen, ondanks de beloften van koning Albert in zijn troonrede eind 1918, heel weinig terechtkwam. Even opvallend was dat daarover weinig gemor te horen viel onder de bevolking. De activistische collaboratie had een sterk anti-Vlaamse stemming gecreëerd. Dat gaf de conservatieven een geschikt argument om het Vlaamsgezinde programma tegen te werken en voor het behoud van de tweetaligheid van Vlaanderen te blijven streven. Hoe dan ook kon geen twijfel bestaan over de prioriteiten van

IN

dat moment: het herstel van het land en de sociaaleconomische problemen eisten toen alle aandacht op. Uit: Reynebeau, M. (2003). Een geschiedenis van België. Lannoo.

© VA

N

Marc Reynebeau is historicus, schrijver en journalist bij onder andere Knack en De Standaard. In zijn stukken is Reynebeau vaak kritisch voor het Vlaams-nationalisme.

Bron 3:

Zijn klinkende verkiezingsoverwinning maakte van August Borms in Vlaamse kringen een echte held. Politiek België wilde zich bij het komende eeuwfeest

geen tweede keer door een Vlaamse dwarsligger laten verrassen. De regering

kon worden. Het gevolg was een rijke oogst aan nieuwe taalwetten in de jaren

ie

1930.

ve rs

Naar: Platel, M. (2004). Communautaire geschiedenis van België. Van 1830 tot vandaag. Davidsfonds.

© Hollandse Hoogte

zond daarom tijdig signalen uit dat over een en ander misschien toch gepraat

Maker onbekend. (tussen 1930 en 1946). August Borms.

pr o

ef

August Borms (1878 - 1946) was vóór de Eerste Wereldoorlog een leraar en veelgevraagd spreker in de Vlaamse Beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij activist en steunde hij volmondig de Duitse ‘Flamenpolitik’, die Vlaanderen meer onafhankelijkheid wilde geven. Na de oorlog werd hij voor zijn politieke activisme ter dood veroordeeld, een straf die later zou worden omgezet in levenslange dwangarbeid. Borms kwam in 1928 niet in aanmerking voor amnestie (kwijtschelding van straf ), maar kwam bij de verkiezingen wel op voor de Frontpartij. Hij won overtuigend, maar mocht zijn zetel in het parlement niet innemen. Een jaar later werd hij toch vrijgelaten.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

17


Bron 4: De Franstalige kringen die nu zeer waakzaam waren en waarin de anti-Vlaamse reflexen alleen maar sterker werden, deinsden niet terug voor een open boycot van de taalwetten. Zo werden die wetten een nieuwe bron van ontevredenheid en beroering in de reeds zo door de Vlaamse kwestie bewogen Belgische politiek. De Vlaams-nationalisten die zo lang het Belgische status-quo aanvaard hadden en enkel maar beperkte verbeteringen in het officiële taalgebruik bepleit hadden, begonnen nu het functioneren van de staat, de

Naar: Ruys, M. (1975). De Vlamingen: een volk in beweging, een natie in wording. Lannoo.

IN

democratie zelf, in vraag te stellen.

© VA

N

De taalwetten van de jaren 1930 zorgden voor de vernederlandsing van het onderwijs, justitie, het leger en de administratie in Vlaanderen. De universiteit van Gent werd in 1930 integraal Nederlandstalig. Die wetten waren een overwinning voor de zogenaamde ‘minimalisten’ die ervan droomden de Vlaamse eisen binnen de bestaande Belgische staat te realiseren. Voor de ‘maximalisten’ gingen de wetten lang niet ver genoeg. Manu Ruys was journalist en tot 1997 hoofdredacteur bij De Standaard en Het Nieuwsblad. Ruys geloofde sterk in meer Vlaamse zelfstandigheid. In 1995 ontving hij de Orde van de Vlaamse Leeuw voor zijn bijdrage aan de Vlaamse ontvoogdingsstrijd.

Bron 5:

ie

Op 7 en 8 oktober 1933 verscheen in de pers de

langverwachte stichtingsproclamatie van de nieuwe Vlaams-nationalistische eenheidspartij:

ve rs

‘Bij alle overtuigde Vlamingen is het bewustzijn

ontwaakt dat alleen de verovering van onze politieke zelfstandigheid samen met de vestiging van de

Nederlandse volkseenheid kan leiden tot de gezonde en harmonische ontwikkeling van ons nationaal bestaan. Het VNV wil met dit grootse doel voor ogen alle

Vlamingen opleiden tot volwaardige Dietsers. (…) Wij

ef

bestrijden het huidige parlementarisme, dat noodlottig is voor een gezonde inrichting van de maatschappij. (…) Bij de Leider en de hoofdraad berust alle gezag.’ (…)

↑ VNV-leider Staf Declercq tijdens de Landdag van de partij in Kester, 1934. De Romeinse groet met de uitroep ‘Hou zee’ werd de officiële VNV-groet.

pr o

Uit: De Wever, B. (1994). Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en de Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945. Lannoo.

De Frontpartij (zie bron 1) viel in de jaren 1920 uit elkaar. De Vlaams-nationalisten bundelden in 1933 opnieuw de krachten met het Vlaams Nationaal Verbond (VNV). De onbetwiste leider van de partij was Staf De Clercq. Oorspronkelijk volgde in de stichtingsproclamatie van 10 juli 1933 na de paragraaf over het parlementarisme nog: ‘Wij willen een gezonde en aangepaste volksmedezeggenschap en democratie’. Maar die passage werd uiteindelijk geschrapt.

18

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen


Bron 6: 2

© VA

N

IN

1

ie

Afbeelding 1: Maker onbekend. (tussen 1930 en 1940). Toespraak Joris Van Severen. Afbeelding 2: Maker onbekend. (april 1935). Flyer van het Verdinaso voor de verkiezingen in het arrondissement Brussel. Het Verdinaso was een fascistische beweging rond Joris Van Severen. De beweging zette zich expliciet buiten de Belgische democratie. Van Severen keerde zich tegen politieke partijen en het parlement, dat hij corruptie, traagheid en wanorde verweet.

ve rs

De Vlaamse Beweging en de jaren 1930 in België

pr o

ef

De Eerste Wereldoorlog betekende een keerpunt in de strijd van de Vlaamse Beweging (een verzamelnaam voor alle voorvechters van meer (taal)rechten voor de Vlamingen). Enerzijds kreeg het flamingantisme (Vlaams-nationalisme) een slechte naam door de collaboratie (het zogenaamde activisme) van een deel van de Vlaamse elite. Anderzijds zette de oorlog de taalkwestie op scherp: Vlaamse soldaten voelden zich benadeeld door Franstalige officieren. Bovendien leefde het gevoel bij veel oud-strijders dat België na de oorlog iets mocht terugdoen voor hun offer tijdens die vreselijke loopgravenoorlog. De Belgische regering hechtte aanvankelijk weinig belang aan de Vlaamse eisen, waardoor de frustraties langs Vlaamse kant nog toenamen. Ook de te strenge straffen voor activisten voedden hun onvrede. Er ontstonden twee stromingen, die tot op heden zichtbaar zijn binnen het Vlaams-nationalisme. Aan de ene kant had je de ‘minimalisten’. Zij ijverden voor meer taalrechten voor Vlamingen binnen de bestaande Belgische staat. De minimalisten vond je vooral terug in de traditionele partijen (katholieke, socialistische en liberale partij). Binnen die stroming klonk steeds luider de roep om federalisme. Federalisten droomden van politieke autonomie voor Vlaanderen binnen de staatsstructuur van België.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

19


Aan de andere kant stonden de ‘maximalisten’. Zij wilden de Belgische staat begraven en eisten zelfbestuur voor Vlaanderen. Binnen die stroming had je verschillende groepen. Zo pleitten separatisten voor de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Nog anderen droomden van een ‘GrootDietse’ staat, waarin alle Nederlandstaligen als één volk zouden samenleven. Of die droom via democratische weg verwezenlijkt moest worden, was nog voer voor discussie.

© VA

N

IN

In het interbellum wonnen de maximalisten steeds meer aanhangers. Dat was het gevolg van de economische crisis en de bijbehorende frustraties onder de bevolking (bv. over werkloosheid, de vele regeringswissels …). De overwinningen van Mussolini en Hitler en de angst voor het opkomende communisme deden de publieke opinie in de jaren 1930 naar rechts opschuiven. Toen de Vlaams-nationalisten zich in 1933 opnieuw verenigden in een politieke partij, was het snel duidelijk dat die niet op democratische leest geschoeid zou zijn. Het VNV werd onder leiding van Staf Declercq een uitgesproken anti-Belgische partij, die de werking van de democratie openlijk in vraag stelde.

Historische vraag 3:

ie

Waarom werd Verdinaso-leider Joris Van Severen in mei 1940 gearresteerd en vermoord?

ef

ve rs

Binnen de Vlaamse Beweging was Joris Van Severen een buitenbeentje. Hij begon zijn politieke carrière bij de Frontpartij, maar richtte na 1934 een eigen beweging op: het Verbond van Dietse Nationaalsolidaristen (Verdinaso). Het Verdinaso geloofde dat Vlaanderen zou opgaan in een Groot-Dietse staat onder leiding van koning Leopold III. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd Joris Van Severen gearresteerd in Brugge. Tien dagen later, op 20 mei 1940, kwam hij om het leven in het Noord-Franse stadje Abbeville. Verschillende bronnen beschrijven de gruwelijke omstandigheden van zijn dood. Toch blijven er nog vraagtekens. Waarom werd hij gearresteerd? Waarom werd hij aan Frankrijk uitgeleverd? En vooral: wie was schuldig aan zijn moord?

pr o

Opdrachten

1

Bekijk bron 1 tot en met 4 aandachtig. Schets de context waarin Joris Van Severen op vrijdag 10 mei 1940

aangehouden werd.

2

Het verleden lijkt vaak een opeenvolging van oorzaken en gevolgen. Ook het verhaal van Van Severen kun je

lezen als allerlei gebeurtenissen die noodzakelijk tot zijn dood geleid hebben. Speelt het toeval ook een rol? Bespreek en beargumenteer aan de hand van bron 3 tot en met 7.

3

Beoordeel bron 8 en 9 aandachtig in functie van de historische vraag. a

Welke bron is bruikbaar en betrouwbaar om de historische vraag te beantwoorden? Beargumenteer.

b

Beschik je over genoeg informatie om de historische vraag te beantwoorden? Zo niet: welke extra bronnen zouden nuttig kunnen zijn?

4

Vlaeminck is in bron 8 hard voor de Belgische regering. Wat verwijt hij de Belgische regering? Wat zou je zeggen ter verdediging van de regering?

20

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

02h BRONNEN BEOORDELEN


ve rs

ie

© VA

N

IN

Bron 1: Duitse inval en tocht van Joris Van Severen na zijn arrestatie (mei 1940)

pr o

ef

Toen nazi-Duitsland op 1 september 1939 Polen binnenviel, verklaarden de geallieerden (onder leiding van Frankrijk en Engeland) en de asmogendheden (onder leiding van Duitsland en Italië) elkaar de oorlog. België bleef neutraal, maar de kans was groot dat nazi-Duitsland België opnieuw als springplank zou gebruiken om Frankrijk aan te vallen, zoals in de Eerste Wereldoorlog. Dat gebeurde ook op 10 mei 1940, na maanden van 'schemeroorlog'. De nazi's hadden geleerd uit de stellingenoorlog van 1914 - 1918. Met tanks en gevechtsvliegtuigen konden ze een ware 'Blitzkrieg' of bewegingsoorlog forceren. De geallieerde troepen, die zoals afgesproken het Belgische leger te hulp schoten, lieten zich verrassen door die snelle opmars van de Duitse tanks door de Ardennen en Noord-Frankrijk en raakten rond Duinkerke ingesloten. Op 20 mei was de omsingeling een feit: net op de dag dat Van Severen aankwam in Abbeville, viel die Franse stad in Duitse handen.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

21


Bron 2: Bericht aan de bevolking. Opgepast voor parachutisten en saboteurs! Het is mogelijk dat de vijand binnen het land parachutisten afzonderlijk of in groep laat landen om de verkeersmiddelen en de inrichtingen, welke van levensbelang zijn voor leger en land, te saboteren. Het is eenieders plicht de overheden bij te staan om deze parachutisten, alsmede de op ons grondgebied vertoevende vijandelijke agenten op te sporen.

Radiobericht van de N.I.R. (ochtend van 10 mei 1940). De N.I.R. was een voorloper van de VRT.

N

Bron 3:

IN

Nu de staat van oorlog is uitgeroepen wordt de aanhouding mogelijk van mensen die de veiligheid van het

© VA

land in gevaar kunnen brengen. In de voorbije maanden zijn lijsten opgemaakt van vreemdelingen en Belgen die een gevaar kunnen betekenen. De lijsten van verdachten zijn zeer arbitrair en voorlopig. Ze geven de namen van mensen van wie de achtergrond eventueel gecontroleerd zou moeten worden. Dat is niet gebeurd. Uit: Verleyen, M. & De Meyer, M. (2010). Mei 1940, België op de vlucht. Manteau.

ve rs

ie

Omdat de opmars van de nazi’s zo snel verliep, leefde de overtuiging dat de Duitsers van binnenuit geholpen waren. Dat leidde tot een angstgolf, ook bij de administratie die de arrestaties moest uitvoeren. Er waren geen duidelijke lijsten met verdachten, waardoor commissarissen en procureurs vrij spel kregen om willekeurig mensen op te pakken. Niet enkel echte spionnen, maar ook veel onschuldigen werden in die meidagen ingerekend.

Bron 4:

Joris Van Severen nam zijn arrestatie zeer kalm op. Gevolgd door een paar gerechtelijke agenten, begaf hij zich nog naar de kelderkeuken om de meid te verwittigen, en haar enkele aanbevelingen te doen. Terug boven gekomen, nam hij zijn hoed en ging afscheid nemen van zijn onthutste vriend, hem zeggend: ‘Ze zullen me niet lang houden, Pol. Binnen enkele uren ben ik wellicht al terug. Het kan niet anders of mijn aanhouding berust

ef

op een grove vergissing. Kon ik nu maar eerste minister Pierlot aan de telefoon krijgen: de zaak ware spoedig geregeld.’

pr o

Uit: Van Berckel, F. (1960). De tragische dood van Joris Van Severen en Jan Rijckoort (Abbeville, 20 mei 1940). Oranje Uitgaven.

Frans Van Berckel is het pseudoniem van Theo Hosten, een oud-Verdinaso-aanhanger en bewonderaar van Joris Van Severen. Hij bracht die bewuste vrijdag 10 mei 1940 nog een bezoek aan de leider van het Verdinaso in zijn huis in Brugge, enkele uren voor zijn arrestatie. In tegenstelling tot de meeste andere arrestanten werd Joris Van Severen pas in de namiddag, rond 14.30 uur, gearresteerd. De Gentse procureur-generaal Remy vond de arrestatie niet nodig en stelde huisarrest voor, maar botste op weerstand bij het ministerie van Justitie en de Staatsveiligheid. Er volgden heel wat telefoontjes heen en weer. Pas rond de middag werd het bevel tot arrestatie dan overgemaakt aan de Brugse politie.

22

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen


Bron 5: ’s Morgens, op zondag 12 mei werd ik opgebeld door de heer P.E. Janson, toenmalige minister van Justitie, die me wenste te spreken. Ik stelde me dadelijk ter beschikking, en ontmoette hem een uur later op het ministerie. Daar werd ik in zijn bureau binnengeleid en was amper gaan zitten toen hij me op de man vroeg: ‘Zeg eens, Borginon, Van Severen: moet ik hem vrijlaten?’ Ik was stomverbaasd te vernemen dat Joris Van Severen was aangehouden, en wees de minister op het onbegrijpelijke, het uitzinnige zelfs van deze maatregel. Had

IN

Van Severen immers niet sinds 1934 zijn vroegere, fel anti-Belgische houding afgezworen en was hij niet gaandeweg geëvolueerd naar een vurig Belgisch standpunt?

Ik hoefde niet aan te dringen. De minister had mijn uiteenzetting met de grootste aandacht gevolgd en, het

hoofd naar gewoonte ietwat opzij gebogen, liet hij zich ontvallen: ‘Ja, Nothomb had het me al gezegd, maar ik wilde ook uw advies. Ik heb het verstaan, ik ga hem vrijlaten.’

N

Uit: Borginon, H. (1973). Op zoek naar de weggesleepten van mei 1940. Nederlandsche Boekhandel.

Bron 6:

ie

© VA

Hendrik Borginon was een advocaat en Vlaams-nationalistische politicus, eerst voor de Frontpartij en later voor het VNV. Hij vocht als soldaat aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als advocaat verdedigde hij na de oorlog enkele bekende activisten en Vlaamsgezinden. Als politicus hoorde hij tot de gematigde federalisten, die droomden van Vlaams zelfbestuur binnen een democratische Belgische staat. Dat bracht hem geregeld in conflict met het VNVpartijbestuur, dat uitgesproken tegen België en de democratie was.

KABINET VAN DE EERSTE MINISTER - 13 mei 1940. Beste Vriend,

ve rs

De zaak waarover je mij gesproken hebt, werd nauwkeurig onderzocht. De meningen zijn dermate uiteenlopend dat ik, de betrokkene persoonlijk niet voldoende kennend, niet gemeend heb voor het ogenblik te kunnen aandringen op diens vrijlating. Ik betreur ten zeerste U betreffende die zaak geen beter nieuws te kunnen overmaken. Zeer hartelijk,

ef

H. Pierlot.

↑ Maker onbekend. (1947). Premier Hubert Pierlot.

pr o

Uit: Vlaemynck, C. (1977). Dossier Abbeville. Arrestaties en deportaties in mei 1940. Davidsfonds.

Carlos Vlaemynck (1929 - 1988) was een Brugs historicus en docent rechtswetenschappen. Hij schreef enkele boeken over de Tweede Wereldoorlog en de impact ervan op Vlaanderen en Brugge. Deze brief was het antwoord van eerste minister Pierlot op een brief van baron en senator Pierre Nothomb om Joris Van Severen vrij te pleiten. Nothomb behoorde tot de conservatieve rechterzijde van de katholieke partij. Hij ijverde voor een autoritair katholicisme, waarmee hij in Van Severen een medestander vond aan de andere kant van de taalgrens. De twee raakten bevriend.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

23


Bron 7: Er was geen vaste lijn merkbaar in de handelswijze van de minister. Het volstond dat Borginon even bij hem aandrong, of (VNV-leider) Staf de Clercq werd in vrijheid gesteld. Hij wist nochtans zeer goed dat De Clercq geld ontving uit Duitsland (…). Integendeel was men er in dezelfde kringen perfect van op de hoogte dat Van Severen nog wel bewondering koesterde voor wat Hitler in zijn land gepresteerd had, maar dat hij geen vertrouwen meer bezat in het nazisme en herhaaldelijk waarschuwde voor het gevaar dat ons evengoed uit het

IN

oosten als uit het zuiden (Frankrijk) bedreigde. Niettegenstaande het aandringen van Borginon en anderen bij de minister, bleef Van Severen in de gevangenis. (…)

Had Van Severen kunnen ontsnappen aan minister en procureur, dan was hij waarschijnlijk nog in de

gevangenis beland, want hij prijkte al evenzeer op de lijst van aan te houden personen, waarover de Franse inlichtingendienst beschikte. Vanaf 11 mei begonnen ook Franse agenten tot aanhoudingen over te gaan.

N

Uit: Van Severen, A. (1998). Joris Van Severen, Het verhaal van een leven. Deel 2. Van 1930 tot 1940. Oranje Uitgaven.

© VA

Antoon Van Severen is een historicus die een biografie in twee delen schreef over Joris Van Severen. Ondanks het rijke bronnenmateriaal dat hij gebruikt, kan hij zijn sympathie voor het Vlaams-nationalisme en voor het Verdinaso in het bijzonder moeilijk wegsteken.

Bron 8:

ie

Niemand betwist dat een land het recht heeft om

in geval van nood alle staatsgevaarlijke personen, zowel eigen landgenoten als vreemdelingen, in

ve rs

preventieve hechtenis te nemen. Het is echter

evident dat een dergelijke vrijheidsberoving niet

op willekeurige gronden mag geschieden en dat

de verantwoordelijke overheid voor een correcte

behandeling van de geïnterneerden moet borg staan. Het gaat in deze immers slechts om ‘verdachten’ en

niet om ‘veroordeelden’ die zich reeds hebben schuldig

ef

gemaakt. (…)

Welnu, het kan niet ontkend worden dat tijdens de meidagen van 1940 de Belgische regering in het algemeen en de minister van Justitie in het bijzonder op

↑ Maker onbekend. (1942). Premier Pierlot en ministers in Londen. Premier Pierlot en enkele ministers verbleven in Londen tijdens de Duitse bezetting. Minister Janson bleef in Frankrijk, waar hij gearresteerd werd door de nazi's. Hij stierf in het concentratiekamp van Buchenwald in 1944.

pr o

dit vlak schromelijk in gebreke zijn gebleven. Heel wat ministers waren er meer op uit om zichzelf en hun familie in Frankrijk in veiligheid te brengen dan wel om hun verantwoordelijkheden tegenover de natie na te komen. (…) Tenslotte kan niet ontkend worden dat minister Janson volledig gefaald heeft door toe te laten dat de geïnterneerde Belgische onderdanen naar Frankrijk werden gedeporteerd om aldaar aan de Franse autoriteiten te worden uitgeleverd. Dat laatste was trouwens in strijd met de bestaande Belgische strafwetgeving. Uit: Vlaeminck, C. (1977). Dossier Abbeville. Arrestaties en deportaties in mei 1940. Davidsfonds.

↑ Carlos Vlaemynck (1929 - 1988) was een Brugse historicus en docent rechtswetenschappen. Hij schreef enkele boeken over de Tweede Wereldoorlog en de impact ervan op Vlaanderen en Brugge.

24

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen


Bron 9: Uit deze nuchtere feiten kan een onbevooroordeeld man alleen het besluit trekken dat de regering Pierlot het op Joris Van Severen had gemunt. Niet omdat ze hem van Duitsgezindheid verdacht, maar wel omdat zij een gevaarlijk politiek tegenstander uit de weg wilde ruimen. Want hoe is het anders uit te leggen dat een Staf Declercq en een Paul Collin, die beiden openlijk voor hun Duitse sympathieën uitkwamen, zich in oorlogstijd vrij konden bewegen, terwijl de loyale staatsburger Van Severen achter slot en grendel moest blijven?

N

Frans Van Berckel is het pseudoniem van Theo Hosten (zie bron 4).

IN

Uit: Van Berckel, F. (1960). De tragische dood van Joris Van Severen en Jan Rijckoort (Abbeville, 20 mei 1940). Oranje uitgaven.

Toen de Duitse aanval vermoedelijk zijn hoogtepunt had bereikt, en het weer enigszins rustiger werd, zagen wij tot onze grote verbazing de zware houten deuren opengaan. Een gehelmde officier in kakipak verscheen in de opening en beval op strenge toon: ‘Vier mannen van goede wil, vooruit!’

ie

Vier personen, waaronder drie Italianen,

© VA

Bron 10:

die het dichtst bij de ingang zaten, kropen

recht en gingen de trap op, vermoedend dat

Maker onbekend. (mei 1940). Massacre d’Abbeville (‘Het bloedbad van Abbeville’). Op 20 mei 1940 werden er nabij de kiosk van Abbeville 21 gevangenen geëxecuteerd door Franse soldaten. Op de foto zijn de lichamen van Jan Rijckoort, Joris Van Severen, Lucien Monami, René Wéry en de twee Italianen te herkennen.

ve rs

er voedsel zou worden uitgedeeld. (…) Nog

maar pas was de deur achter de rug van onze lotgenoten gesloten, of wij hoorden buiten geweerschoten knallen. (…) Het werd ons

bang te moede toen wij de officier, ditmaal met revolver, onze schuilplaats voor de

tweede maal zagen betreden, en hoorden bevelen dat nog vier van ons zouden buitengaan. (…) Weer smakte

ef

achter hen de deur dicht en hoorden wij schieten, het kenschetsend geklikklak van een salvo. Nu was er geen twijfel meer mogelijk: men ging ons als honden neerkogelen. (…) Joris Van Severen, de leider van het Verdinaso, die een bewonderenswaardige kalmte scheen te hebben

pr o

bewaard, stond toen recht en ging gewillig naar buiten, na aan degenen die hem omringden te hebben gezegd dat hij een dergelijk afschuwelijke moordpartij niet langer kon laten begaan. Hij verliet de kelder in het gezelschap van een van zijn trouwe medewerkers, de heer Jan Rijckoort, en zou niet meer terugkomen. Zijn poging tot bemiddeling werd met geweerschoten beantwoord. Uit: Van Gijsegem, M. (1941). Het bloedbad van Abbeville. Het verhaal van de spionnenkoorts en van de moord op Joris Van Severen. Volk en Staat.

↑ Maurits Van Gijsegem was lid van het VNV en zat in de groep van 78 gevangenen waartoe ook Joris Van Severen behoorde. Hij overleefde het bloedbad, omdat een Franse luitenant tussenkwam en de overgebleven gevangenen liet wegvoeren, verder naar het zuiden. Van Gijsegem stapte in de collaboratie na zijn terugkeer naar het bezette België.

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

25


III

Synthese ↑ Bekijk het instructiefilmpje.

Schema een eeuw Belgische kunst (ca. 1830 - ca. 1930)

N

IN

Kunststromingen: - romantiek - realisme - koloniale stijl - impressionisme - art nouveau - expressionisme - modernisme en art deco

© VA

Invloed tijd: - nationalisme - eerste industriële revolutie + opkomst socialisme - kolonialisme en imperialisme - meer vrije tijd en natuurbeleving - nieuwe materialen dankzij industriële revolutie - groeiende individualiteit + angst Eerste Wereldoorlog - welvaartsstaat

België en de Vlaamse Beweging (1830 - 1930) ontstaan Vlaamse Beweging (19e eeuw)

ie

eis: taalrechten in Vlaanderen

Vlaamse oud-strijders

ve rs

flamingantisme of Vlaams-nationalisme

minimalisten

maximalisten

onafhankelijk Vlaanderen

Groot-Dietse staat

1940: start Tweede Wereldoorlog in België

ef

Op iDiddit vind je een uitgebreider syntheseschema van dit hoofdstuk.

pr o

Historisch denken

Je leerde de volgende historische begrippen: — cultureel: taalkwestie — politiek: (Vlaams-)nationalisme, bestuurstaal, collaboratie, communautair, communisme, conservatisme, democratie, federalisme, flamingantisme, interbellum, liberalisme, separatisme, socialisme, staatsstructuur, zelfbestuur Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod: (historische) context – argument – oorzaak – perspectief – toeval

26

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

05 HISTORISCHE BEGRIPPEN


06 Je leerde in dit hoofdstuk denken als een historicus. Je kunt bronnen in hun context plaatsen STRUCTUURen ze linken aan de maatschappelijke domeinen. Je leerde bronnen te bekijken vanuit het BEGRIPPEN perspectief en het standpunt van de maker. Je ging op zoek naar oorzaken en gevolgen van gebeurtenissen en leerde dat toeval ook vaak een rol speelt. Ten slotte beoordeelde je bronnen op hun bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

© VA

Beantwoord de onderzoeksvraag.

N

Bekijk op iDiddit welke doelen je moet halen als je dit hoofdstuk studeert.

IN

Herlees en studeer het kader historisch denken op p. XXX.

Herlees de onderzoeksvraag en bepaal welke soort historische vraag het is.

Bekijk de inleiding op het titelblad van dit hoofdstuk en de routekaart met de weg die je hebt afgelegd. Verzamel al het bewijsmateriaal dat je hebt en formuleer daarmee een antwoord op de onderzoeksvraag.

01 HISTORISCHE VRAGEN

Kun je zelf nog andere argumenten toevoegen of argumenten nuanceren? Gebruik het schema om het besluit te

Hoe sterk stond de Belgische democratie aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog?

ve rs

ie

formuleren.

ARGUMENTEN VOOR ‘EERDER ZWAK’

ef

Belgische kunstwerken (1830 - 1930)

ARGUMENTEN VOOR ‘EERDER STERK’

pr o

interbellum

Duitse inval

Hoofdstuk 1: De dood van Joris Van Severen

27


IN N

© VA

De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945) ↑

ve rs

ie

Maker onbekend. (27 november 1944). Een langeafstandsraket (V2) slaat in op een van de drukste plaatsen in Antwerpen: het kruispunt van De Keyserlei, de Teniersplaats en de Frankrijklei. Bij de aanval vielen meer dan honderd doden. Antwerpen was niet de eerste stad die in deze periode zware aanvallen te verduren kreeg. Enkele decennia na het einde van de Eerste Wereldoorlog brak immers de Tweede Wereldoorlog uit. Die oorlog staat bekend als een totale oorlog: hij beperkte zich niet tot de frontlinie, maar hield de volledige samenleving in de ban. In totaal stierven naar schatting 60 miljoen mensen, waarvan het grootste deel burgerslachtoffers waren. In dit hoofdstuk bestudeer je de verschillende manieren waarop de Tweede Wereldoorlog de levens van gewone mensen beïnvloedde en probeer je een antwoord te formuleren op de vraag:

2

pr o

ef

Hoofdstuk

28

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

Op welke manieren raakten burgers betrokken bij de Tweede Wereldoorlog?

28


II

Historische vraag 1: Vormde D-day een keerpunt in de oorlog? Historische vraag 2: Hoe reageerde de Belgische bevolking op de Duitse bezetting?

IN

Uitbreiding 1: Verdient het drama van Meensel-Kiezegem een plaats in de collectieve herinnering?

Historische vraag 3: Welke bijdrage leverden de kolonies aan de geallieerde overwinning?

ef

© VA

ve rs

ie

In Sapiens 5 leerde je dat de Eerste Wereldoorlog de machtsverhoudingen in West-Europa sterk veranderde. Ook zag je hoe de economische crisis van de jaren 1930 de democratie onder druk zette en een voedingsbodem vormde voor de opkomst van autoritaire leiders. Wat waren typerende kenmerken van de Eerste Wereldoorlog? Welke autoritaire leiders kwamen op tijdens het interbellum? Hoe probeerden Europese overheden het volk te overtuigen van de noodzaak van de oorlog?

N

Wat weet je al?

pr o

I

Op onderzoek

Uitbreiding 2: Welke gemeenschappelijke strategieën werden gebruikt in de Duitse en de geallieerde propaganda?

Historische vraag 4: Was het gebruik van atoombommen noodzakelijk om de oorlog versneld ten einde te brengen?

Historische vraag 5: Hoe evolueerde de collectieve herinnering aan de Shoah in België?

Situeren in tijd Beantwoord de onderzoeksvraag van dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

29


IN

Situeren in tijd

N

11 november 1918: Wapenstilstand, einde van de Eerste Wereldoorlog

© VA

1936: Tijdens de verkiezingen behalen extremistische partijen in België een grote overwinning.

1930

© World History Archive

pr o

ef

juni 1919: Ondertekening van het Verdrag van Versailles

30

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

INTERBELLU               WEIMARREPUBLIEK

juni 1944: D-day

© Imageselect / World History Archive

1920

ve rs

1918

ie

januari 1933: Hitler wordt kanselier van Duitsland.

september 1939: Duitsland valt Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.


april 1941: De Antwerpse ‘Kristallnacht’ vindt plaats na vertoon van de Duitse antisemitische propagandafilm Der ewige Jude.

IN

Maker onbekend. (1940). Nederlandstalige poster voor de Duitse propagandafilm Der ewige Jude.

juni 1941: Duitsland valt de Sovjet-Unie binnen en beëindigt zo het niet-aanvalspact.

N

Kudoyarov, B. (1942). Duitse bombardementen in Leningrad (Sovjet-Unie).

© VA

mei 1940: Het Belgische leger capituleert.

december 1941: Japan begint aan een opmars in Azië.

22 juni 1940: Frankrijk capituleert.

ie

januari 1942: De Wannseeconferentie

DE GROTE DEPRESSIE

pr o

ef

juli 1944: Drama van Meensel-Kiezegem

TWEEDE WERELDOORLOG

7 mei 1945: Duitsland capituleert.

6 en 9 augustus 1945: Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki

17 juli - 2 augustus 1945: Potsdamconferentie 15 augustus 1945: Japan capituleert.

↑ Maker onbekend. (datum onbekend). Kerkhof in Meensel, ter ere van de slachtoffers. Het ere-kerkhof in Meensel werd opgericht in 1947 om de slachtoffers van de razzia’s te herdenken.

© USAF Science Source

UM

1945

HEDENDAAGSE TIJD

MODERNE TIJD

ve rs

1940

Caron, G. (6 augustus 1945). De atoombom op de Japanse stad Hiroshima.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

31


Historische vraag 1:

Vormde D-day een keerpunt in de oorlog?

IN

Doorheen de Tweede Wereldoorlog worden sommige politieke beslissingen, militaire operaties of veldslagen als keerpunten beschouwd. D-day is een voorbeeld van zo’n keerpunt. Op die dag landden geallieerde troepen in Normandië. Van daaruit startten ze de bevrijding van (West-)Europa. Aan de hand van tien foto's (bron 1 tot en met 10) en de tijdlijn reconstrueer je in grote lijnen het verloop van de Tweede Wereldoorlog en evalueer je in welke mate D-day werkelijk een keerpunt in de oorlog was.

Opdrachten

02f

Combineer elke bron met het juiste bijschrift. Bestudeer daarvoor grondig de foto’s. a

Wat zie je op de foto’s?

b

Welke herkenningspunten zijn zichtbaar?

KIJKSTRATEGIEËN

N

1

Plaats de acht bronnen in chronologische volgorde. Gebruik daarvoor de tijdlijn op p. XXX-XXX.

3

Bewijs aan de hand van de bronnen dat de Tweede Wereldoorlog een echte wereldoorlog was.

4

Bewijs aan de hand van de bronnen dat de Tweede Wereldoorlog een totale oorlog was.

5

De foto’s tonen een aantal belangrijke momenten in de Tweede Wereldoorlog.

© VA

2

Met andere woorden: hoe zie je dat de oorlog een grote impact had op burgers? a

Vanuit welk perspectief zouden die momenten als belangrijk beschouwd worden?

b

De oorlog speelde zich ook af in Japan. Zou de Japanse bevolking dezelfde momenten selecteren? Waarom (niet)?

Welk(e) ander(e) moment(en) uit deze selectie zou je als keerpunt(en) kunnen aanduiden in de oorlog?

pr o

Bron 4:

© CBW

Bron 3:

32

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

© akg-images

Bron 2:

ef

Bron 1:

ve rs

Beargumenteer je keuze.

ie

6


Bron 8:

ef

ve rs

ie

© VA

Bron 7:

N

IN

Bron 6:

© akg-images

Bron 5:

Bron 10:

© akg-images

pr o

Bron 9:

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

33


Bijschriften: Sargent, R. (6 juni 1944). Geallieerde troepen komen aan op de kust van Normandië. De bevrijding van Europa startte in Frankrijk vanuit Normandië.

C Sturm, F. (februari 1941). Duitse troepen komen aan in Libië. Libië was een kolonie van bondgenoot Italië. Italië had geprobeerd om vanuit Libië Egypte te veroveren om controle te krijgen over het Suezkanaal. Onder leiding van Erwin Rommels ‘Afrikakorps’ slaagden Italië en Duitsland erin om de geallieerde troepen in NoordAfrika terug te dringen.

D Maker onbekend. (3 september 1944). Geallieerde troepen bevrijden Brussel. Vanuit Brussel zetten de troepen verder koers richting Duitsland. Ondertussen rukten Sovjettroepen op vanuit het oosten.

E

F Maker onbekend. (27 januari 1945). Bevrijding van het kampencomplex Auschwitz-Birkenau in Polen. Het kampencomplex Auschwitz-Birkenau bestond uit concentratie- en vernietigingskampen waarin Joden massaal vermoord werden. Ook vanuit Mechelen vertrokken treintransporten naar het kamp, waar meer dan één miljoen mensen omkwamen. In de maanden daarop bevrijdden Amerikaanse en Britse troepen ook andere concentratiekampen. De foto’s gingen de wereld rond.

N

ie

© VA

Maker onbekend. (7 december 1941). Japanse aanval op de Amerikaanse militaire haven in Pearl Harbor, Hawaï. Japan, bondgenoot van Duitsland, voerde een verrassingsaanval uit en vernietigde een groot deel van de Amerikaanse vloot. Als gevolg van de aanval verklaarde de VS de oorlog aan Japan, Duitsland en hun bondgenoten.

B

IN

A Hoffman, H. (23 juni 1940). Hitler in Parijs. Een deel van Frankrijk werd vanaf juni 1940 bezet door Duitsland, een ander deel werd bestuurd door de autoritaire regering-Pétain, die in verregaande mate samenwerkte met Duitsland.

pr o

ef

ve rs

G Fox, S. (5 november 1942). Landing van de geallieerde troepen in El Alamein, in de Egyptische woestijn. In 1942 voerden geallieerde troepen een succesvolle tegenaanval uit op de Duitse en Italiaanse troepen. Rommels troepen moesten zich terugtrekken tot in Tunesië.

I Maker onbekend. (januari 1943). Soldaten in Stalingrad. Aan het begin van de oorlog hadden Hitler en Stalin een niet-aanvalspact gesloten, maar in juni 1941 viel Duitsland toch de Sovjet-Unie binnen, waarop die zich aansloot bij de geallieerden. Duitse troepen veroverden aanvankelijk terrein, maar na een lange strijd om de stad Stalingrad werden de Duitse troepen in januari 1943 toch verslagen en heroverden Russische troepen stilaan het grondgebied.

34

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

H Maker onbekend. (28 januari 1945). Amerikaanse troepen bereiden zich voor op de bevrijding van de laatste dorpen in de provincie Luik. Op 16 december 1944 verrasten Duitse troepen de geallieerden toen ze probeerden om via de Belgische Ardennen Brussel en Antwerpen te bereiken (het Ardennenoffensief ). Het duurde weken om de Duitse troepen volledig terug te dringen. De gevechten verwoestten enkele Waalse gemeenten en maakten duizenden slachtoffers, onder wie ook burgers. In sommige gemeenten werden krijgsgevangenen en inwoners massaal vermoord. J Maker onbekend. (13-14 februari 1945). Uitgebreide luchtaanval (tapijtbombardement) in Dresden. De Duitse stad Dresden werd volledig vernietigd bij de geallieerde luchtaanval. Bij de aanval stierven tientallen duizenden burgers.


1 Het verloop van de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

IN

Op 3 september 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk de oorlog aan Duitsland nadat het onder leiding van Hitler Polen was binnengevallen. Eerder dat jaar had Duitsland, in strijd met het Verdrag van Versailles, Oostenrijk geannexeerd en Tsjecho-Slowakije bezet. Kort voor de inval in Polen sloot Hitler een niet-aanvalspact met Jozef Stalin en maakten ze afspraken over de verdeling van het Poolse grondgebied. Duitsland en de Sovjet-Unie bezetten grote delen van Oost-Europa, de Balkan en de Baltische Staten.

© VA

N

In april en mei 1940 richtte Duitsland zich op West-Europa. Met behulp van tanks, infanterie en luchtaanvallen vielen Duitse troepen in sneltempo achtereenvolgens Noorwegen, Denemarken, België, Luxemburg, Nederland en Frankrijk binnen. De Duitse successen zetten Italië en Japan ertoe aan om zich bij Duitsland aan te sluiten. Samen vormden ze de asmogendheden. Japan was net als Duitsland sterk anticommunistisch en zag in de oorlog een kans om haar grondgebied uit te breiden en de dominantie van de VS in de regio van de Grote Oceaan tegen te gaan. De oorlog breidde zich verder uit in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Azië. Japan voerde aanvallen uit op eilanden in de Grote Oceaan en Azië. Het boekte onder meer successen in Singapore, de Filipijnen en Indonesië. Na de Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse marinebasis in Pearl Harbor in december 1941 sloot de VS aan in de oorlog.

ve rs

ie

In juni 1941 opende Duitsland de aanval op het Oosten: tijdens Operatie Barbarossa verbrak Hitler het niet-aanvalspact met Stalin en viel hij de Sovjet-Unie binnen. Op die manier wilde Duitsland onder meer de ‘lebensraum’ uitbreiden en de toevoer van grondstoffen veiligstellen. Duitse troepen boekten aanvankelijk succes aan het oostfront en bereikten in 1942 Moskou en Stalingrad. Als gevolg van het verbreken van het niet-aanvalspact keerde de Sovjet-Unie zich tegen Duitsland. Samen met de Verenigde Staten en Groot-Brittannië vormden zij de belangrijkste landen van het geallieerde kamp. Ze kregen steun van verschillende andere landen, waaronder China, België, Nederland, Polen en Noorwegen.

pr o

ef

Vanaf eind 1942 keerde het tij op verschillende fronten. Geallieerde troepen boekten succes in Noord-Afrika en Amerikaanse troepen wonnen terrein in Azië. Ondertussen won de Sovjet-Unie in 1943, na extreem lange en bloederige gevechten, de slag om Stalingrad en stopte zo de Duitse opmars in het Oosten.

1.1 De Shoah Het naziregime geloofde in de superioriteit van de Germaanse volkeren, die tot het zogenaamde ‘Arische’ ras behoorden. Om meer ruimte te creëren voor dat Arische ras (lebensraum) moesten de veroverde gebieden in Europa ‘gezuiverd’ worden. Hoofdzakelijk Joden, maar ook Roma, homoseksuelen of mensen met een mentale beperking, werden daarom vervolgd. Al in het interbellum vaardigde Hitler wetten uit die Joden uitsloten uit de samenleving. Aan het begin van de oorlog werden Joden verzameld in getto’s en massaal geëxecuteerd.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

35


ie

De gebeurtenissen zijn erkend als een genocide omdat het ging om een systematische en doelbewuste uitroeiing van (een deel van) een etnische, religieuze of nationale groep (meer daarover in doorloper 1). De genocide op het Joodse volk staat vandaag bekend als de Shoah of de Holocaust.

1.2 Het einde van de oorlog

pr o

ef

ve rs

Vanaf 1943 waren de geallieerden duidelijk aan de winnende hand. Toch zou de oorlog nog twee jaar doorgaan. In juni 1944 landden geallieerde troepen in Normandië om van daaruit de bevrijding van Europa in te zetten. Die bevrijding verliep moeizaam en ging op sommige plaatsen gepaard met bloedige gevechten. Ondertussen rukten de Russische legers vanuit het Oosten op naar Berlijn. In mei 1945 capituleerde Duitsland. Een definitief einde aan de oorlog kwam er pas toen ook Japan enkele maanden later capituleerde. Dat gebeurde na een Amerikaanse aanval met atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki.

36

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

© Photo12/Ann Ronan Picture Library, Photo 12

N

© VA

Maker onbekend. (1941). Massamoord op Oekraïense Joden door Duitse Einsatzgruppen. De Einsatzgruppen waren mobiele paramilitaire groepen die uitgestuurd werden om moorden te plegen. Zij waren voornamelijk actief aan het oostfront.

IN

Plannen voor een ‘definitieve oplossing van het Jodenvraagstuk’ (Endlösung) werden onder meer besproken op de Wannseeconferentie in januari 1942. In (Oost-)Europa werden zes vernietigingskampen gebouwd waarin Joden en andere vervolgde groepen op industriële wijze massaal vermoord werden. Vanuit heel Europa werden treintransporten georganiseerd om slachtoffers vanuit getto’s of vanuit de vele concentratie- en werkkampen naar die kampen te vervoeren. Daar werden ze in gaskamers vermoord en werden hun lichamen verbrand.


Historische vraag 2:

Hoe reageerde de Belgische bevolking op de Duitse bezetting?

IN

Tijdens de oorlog werd België door Duitsland bezet en werd de Belgische samenleving ingezet om de Duitse oorlogsdoelstellingen te behalen. De Belgen gingen op verschillende manieren om met die bezetting. Een minderheid van de bevolking werkte actief mee met de bezetter (collaboratie) en een andere minderheid verzette zich tegen het bezettingsregime (verzet). De meerderheid van de Belgen koos voor accommodatie en legde zich neer bij de bezetting.

1

N

Opdrachten

In bron 1 tot en met 5 zie je verschillende manieren waarop de Belgische bevolking reageerde op de Duitse bezetting.

Beargumenteer voor elke bron waarom ze een voorbeeld van accommodatie, verzet of collaboratie is.

b

Omschrijf welke verschillende vormen de collaboratie en het verzet aannamen.

Toon aan de hand van de bronnen dat de grens tussen accommodatie en collaboratie niet altijd even duidelijk was.

3

© VA

2

a

Bron 2 en 3 zijn geschreven door leiders van belangrijke collaborerende en verzetsorganisaties. a

Omschrijf welk motief voor verzet of collaboratie de auteurs van beide bronnen aangeven.

b

Beargumenteer waarom de motieven in die bronnen al dan niet representatief zijn voor alle leden van het verzet of de collaboratie. Gebruik ook andere bronnen om je antwoord te

4

Vergelijk bron 2 en 3. a

BRONNEN CONTEXTUALISEREN

02h BRONNEN BEOORDELEN

ie

onderbouwen.

02g

Vergelijk van beide bronnen de standplaatsgebondenheid van de auteur, de informatie waarop hij zich

ve rs

baseert, zijn doel en zijn doelpubliek. Omschrijf de belangrijkste verschillen tussen beide. b

Leg uit welke invloed die verschillen hebben op de inhoud van de bronnen.

c

Formuleer bij beide bronnen een nieuwe onderzoekbare historische vraag waarvoor de bron heel betrouwbaar is.

5

De bronnen die je bij deze historische vraag bestudeert, zijn eerst door de handen van de auteurs van dit leerboek gegaan. Bij bron 2 en 4 pasten zij de originele bronnen aan.

01 HISTORISCHE VRAGEN

02h BRONNEN BEOORDELEN

Welke aanpassing aan de originele bronnen werd gedaan?

b

Waarom zouden de auteurs die aanpassing hebben gemaakt?

c

Waaraan merk je dat de auteurs de originele bron zo accuraat mogelijk wilden presenteren?

ef

a

pr o

Bron 1:

← Koenraad Tinel en Simon Gronowski in de Canvasdocumentaire Oorlogskinderen van Marianne Soetewey uit 2012.

↑ Bekijk een fragment uit de documentaire.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

37


Bron 2: Wij hebben vertrouwen in den Führer (…) Duitschland is onzen vijand niet. Wij hebben vertrouwen in den Führer. Wij twijfelen er niet aan of wat hij zal doen, zal goed gedaan zijn. Goed voor ons Volk, voor heel ons Volk. De bestemming van het Vlaamsche Volk is Nederlandsch, dus Germaansch Ons Volk heeft zijn bestemming terug gevonden. De bestemming van het Vlaamsche volk is Nederlandsch, dus

IN

Germaansch. De frontsoldaten van 1914 - 1918, de aktivisten en de na-oorlogsche Vlaams-Nationalisten hebben daar rusteloos voor gevochten, 26 jaar aan een stuk. (…) Vlaanderen moet inschakelen in de nieuwe orde (…) Vlaanderen moet inschakelen in de nieuwe orde, geboren uit de nationaal-socialistische revolutie. (…) Daarom bestaat

N

de taak der Beweging in: het opwekken en het versterken van het volksbewustzijn in Vlaanderen; in het opvoeden aller volksgenooten in nationaal-socialistischen geest, tot

© VA

dienende ondergeschiktheid der persoonlijke belangen en der

groepsbelangen, aan het welzijn der Volksgemeenschap; in het

omzetten dezer volksverbondenheid in de politieke, kultureele en sociale ekonomische ordening. Heb vertrouwen!

(…) Joden kunnen geen volksgenooten zijn; kunnen dus niet als

volksgenooten behandeld worden. Er werd enkele dagen geleden een statuut voor de Joden opgemaakt. Het heeft in de breede

ie

lagen der bevolking een groote opluchting teweeggebracht. Ons volk kan er alleen wel bij varen.

ve rs

Uit: De Clercq, S. (13 november 1940). Toespraak voor de VNV-leiding. Volk en Staat.

↑ Maker onbekend. (datum onbekend). Staf De Clercq.

ef

Op 10 november 1940 hield Staf De Clercq, leider van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), een toespraak gericht aan de VNV-leiding. De speech werd vervolgens gepubliceerd in het VNV-blad Volk en Staat. De Clercq had eerder dat jaar al de medewerking van het VNV aangeboden aan het Duitse bestuur.

pr o

Bron 3:

(…) Vanaf dat ogenblik, vanaf die eerste dag reeds was ik het eens met mijzelf. Ondanks het Duitse gesnoef over het ‘Duizendjarige Rijk’, ondanks de golf van defaitisme die het land overspoelde, was de taak voor ieder bewust antifascist klaar en duidelijk, namelijk: ‘te redden wat er te redden viel’; maar dan van achtergebleven wapens en materiaal en… van ontwrichte en los rondlopende kameraden om de strijd verder te zetten en als jonge arbeidsmilitant, als Leuvenaar, Vlaming en Belg te vechten tot de uiteindelijke overwinning op het fascisme of… tot het bittere eind. (…)

38

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Met een paar kameraden uit de jeugdbeweging (…) begonnen wij onmiddellijk systematisch het slagveld rond Leuven naar achtergebleven wapens af te zoeken. (…) Einde juni hadden wij buiten onze circa 285 kg T.N.T., in totaal 8 machinegeweren (…), 27 geweren van verschillend type (…) en reusachtige hoeveelheden geweerkogels, poeders, obussen, allerhande munitie (…). Voor einde juni 1940 gingen wij over tot de oprichting van het R.A.F.F. (Revolutionair Anti-Fascistisch Front) waarvan ikzelf en nog een kameraad uit Kessel-Lo de leiding hadden. (…) Als jonge arbeidsmilitanten beseften wij meteen dat de oude B.W.P. (Belgische werkliedenpartij) had afgedaan en dat een nieuwe, clandestiene,

IN

maar revolutionaire socialistische partij diende heropgebouwd te worden. (…) In de zomer van 1940 verscheen onze eerste gedrukte illegale krant op duizenden exemplaren: ‘Morgenrood’. (…). Aan de verspreiding van ‘Morgenrood’ namen zowel socialisten als communisten deel. (…)

N

Uit: Van Brussel, L. (1977). Partizanen in Vlaanderen. Met actieverslag van korps 034-Leuven. Acco.

© VA

Louis Van Brussel was een communistische verzetsstrijder die een leidinggevende functie had binnen de Gewapende Partizanen. In België bestonden verschillende verzetsgroepen die elk een eigen specialisatie en actieterrein hadden. De Gewapende Partizanen (later herdoopt tot het Belgische Partizanenleger) stonden vooral bekend om het plegen van aanslagen en sabotagedaden. Na de oorlog was er, zeker in Vlaanderen, weinig aandacht voor de verwezenlijkingen van het verzet tijdens de oorlog.

Bron 4:

ie

We zijn tot het besluit gekomen dat wij zowel vanuit sociaal als vanuit economisch oogpunt ons gesteld zien tegenover de noodzaak aan onze economie te werken en deze te organiseren. (…) Economisch gezien zouden de gevolgen van een openlijk verzet tegen de bezetter niet minder katastrofaal zijn. Vermits immers de bezetter

ve rs

de zaken die hij van ons verlangt broodnodig heeft, zal hij beslist voor geen enkel middel terugdeinzen om zich de ononderbroken levering van het geëiste te verzekeren. De bevolking zou met hongersnood bedreigd worden (…). Aan het werk blijven, ook als daar de bezetter baat bij heeft, betekent altijd kiezen voor een geringer kwaad. (…) Wat voor werk mogen we aanvaarden? (…) Wat ons betreft, wij hebben slechts als enige en absolute grens kunnen vastleggen: wapens en munitie in de meest strikte zin. (…) Van nature zal deze manier van handelen het zoeken naar compromissen in de hand werken bij hen, wier zin voor ethiek te onderontwikkeld is (…). Daarom is het aangewezen door een lichte bijsturing, van onze medeburgers eerbied

ef

te eisen voor enerzijds een grondbeginsel, anderzijds voor een bepaalde tucht. Onze huidige aktiviteit mag niet door winstbejag worden bepaald. (…) Iedere individueel te ondernemen levering aan de bezetter van produkten die rechtstreeks bijdragen tot de

pr o

voortzetting van de krijgsverrichtingen moet zonder meer worden geweigerd. (…) Uit: De Launay, J., Offergeld, J. (1983). Belgen en bezetters: het dagelijkse leven tijdens de bezetting 1940 - 1945. Soethoudt.

In bezet België werd het Galopin-comité samengesteld uit invloedrijke leiders uit de financiële en industriële sector. Zij ontwikkelden richtlijnen voor bedrijven over de productie tijdens de Duitse bezetting. Niet alle bedrijfsleiders hielden zich aan de richtlijnen van de doctrine. In deze nota uit 1 juli 1942 licht Alexandre Galopin de richtlijnen voor de economische productie toe.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

39


Bron 5: In het lazaret waar ik werkte ontmoette ik een soldaat uit Berlijn. Een zeer braaf man. Hij heeft mij verteld over de gruwelijke behandeling van de Joden in Breendonck. (…) Wat de Joden geleden hebben is met geen pen te beschrijven, daarom heb ik mij voor de Joden opgeofferd. (…) Na zovele jaren alleen gewerkt te hebben werd ik in 1943 geheime organisatie: nl. het “Komitee ter verdediging van de Joden”.

IN

opgemerkt door de weerstand. Ik aanvaardde lid te worden van een (…) Dit Komitee kreeg geld van het OF (Onafhankelijkheidsfront). Toen

ik vernam dat dit geld van Rusland kwam, schrok ik heftig. (…) Ik heb

Maker onbekend. (1935). Hubertina Aretz.

mij er bij neergelegd. (…) Het Rode kruis en ook de andere instanties

N

bezorgden pakjes van 2 kg voor elk joods echtpaar, en dit elke maand. De Joden moesten dus in het geheim opgespoord en bezocht worden. Rantsoenzegels werden nagemaakt. Het was een zware verantwoordelijkheid.

© VA

Uit: Aretz, H. (datum onbekend). Oorlogsdagboek. Geciteerd in: Van den Wijngaert, M., De Wever, B., Luyten, D., Maerten, F., Nefors, P., Vandeweyer, L., & Beyen, M. (2004). België Tijdens de Tweede Wereldoorlog. Standaard Uitgeverij.

ie

Dit fragment is afkomstig uit het oorlogsdagboek van Hubertina Aretz. Hubertina werd geboren in Duitsland, maar was van Nederlandse afkomst. Al in het interbellum werd ze in Duitsland veroordeeld omdat ze hulp had geboden aan Joden. Tijdens de oorlog verbleef ze eerst in Nederland en later in België. Ze werd in 1944 gearresteerd en verbleef tot het einde van de oorlog in een concentratiekamp.

ve rs

2 Bezet België (1940 - 1944) 2.1 Het bezettingsregime

pr o

ef

In mei 1940 viel Duitsland België binnen. De Belgische regering vluchtte naar Londen om aan de zijde van de geallieerden mee te strijden tegen Duitsland. Eind mei capituleerde het Belgische leger en werd de democratische rechtsstaat vervangen door een militair bestuur. Belgische topambtenaren behielden daarbij nog enige ruimte om het land te besturen. Toch had het bezettingsregime een grote invloed op het dagelijkse leven in België. Een direct gevolg van de bezetting was bijvoorbeeld de rantsoenering van voedsel. Daarnaast werd de Belgische economie volledig ingeschakeld in de Duitse oorlogsvoering. In 1942 werd bovendien de verplichte tewerkstelling ingevoerd. Om weerstand bij de Belgische bevolking in te dijken maakten de Duitsers gebruik van propaganda in combinatie met een strenge censuur, strikte ordehandhaving en hardhandige repressie. Lokale machthebbers kozen voor ‘de politiek van het minste kwaad’ (accomodatie). In een poging om een volledige machtsovername te vermijden en het belang van de Belgische bevolking te verdedigen werkten ze in beperkte mate samen met de Duitse bezetter. In realiteit was hun bewegingsruimte beperkt en konden zij de besluiten van de bezetter zelden volledig tegenhouden.

40

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


2.2 De houding van de Belgische bevolking De Belgische bevolking reageerde verschillend op de bezetting. De meerderheid van de Belgen koos voor accommodatie. Zij redeneerden dat ze zich het best konden neerleggen bij de bezetting.

© VA

N

IN

Een minderheid van de bevolking collaboreerde. Zij kozen er vrijwillig voor om samen te werken met de bezetter om de doelstellingen van het naziregime mee te verwezenlijken. De collaboratie nam verschillende vormen aan en kon meer of minder verregaand zijn. Economische collaboratie, waarbij ondernemers bijvoorbeeld goederen produceerden voor het Duitse leger, gebeurde vaak uit winstbejag. Politieke en culturele collaboratie had doorgaans een ideologische grondslag (zie hoofdstuk 1). In zowel Vlaanderen als Wallonië bestonden politieke partijen en andere organisaties die zich konden vinden in de autoritaire, fascistische en anticommunistische ideologie. In Vlaanderen was het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) de voornaamste collaboratiebeweging. Andere collaborerende organisaties waren DeVlag en de Algemeene SS-Vlaanderen, die wilden dat België deel zou uitmaken van Duitsland. De Waalse partij Rex streefde naar een fascistische Belgische staat en vormde de belangrijkste collaborerende partij in Wallonië. Ze werkten allen samen met de Duitse bezetter in de hoop na de oorlog hun politieke plannen te kunnen realiseren. Politieke collaboratie ging vaak hand in hand met andere vormen van collaboratie, zoals militaire collaboratie. Duizenden Belgen deden dienst aan het Duitse oorlogsfront of in bezette gebieden. Militaire collaboratie had niet altijd een ideologisch motief, maar gebeurde ook uit financiële redenen of uit zin voor avontuur.

pr o

ef

ve rs

ie

Een ander deel van de bevolking weigerde zich neer te leggen bij de bezetting en verzette zich tegen de Duitse overheerser. Tegen 1944 bestond er over heel België een netwerk van verzetsgroepen, waarvan sommige nauw samenwerkten met de Britten. Over het algemeen was het verzet sterker aanwezig in Wallonië. Daar behaalden socialistische en communistische partijen die zich verzetten tegen het fascisme al voor de oorlog bijzonder sterke resultaten bij de verkiezingen. Verzetslui deelden vaak patriottische en antifascistische waarden, maar hadden daarnaast uiteenlopende motieven. Zo was een deel van de Franstalige hogere middenklasse bij het verzet betrokken omwille van sterke anti-Duitse sentimenten. Extreem-linkse communisten waren evenzeer sterk vertegenwoordigd in het verzet. In de loop van de oorlog verhardde het bezettingsregime. Dat versterkte de anti-Duitse gevoelens en zette nog meer mensen ertoe aan om in het verzet te gaan. Toen in 1942 bijvoorbeeld de verplichte tewerkstelling werd ingevoerd, groeiden de verzetsbewegingen sterk aan met werkweigeraars en sympathisanten. De acties van het verzet waren heel uiteenlopend: clandestiene kranten verspreiden, hulp bieden aan Britse soldaten, inlichtingen verzamelen voor de geallieerden, transporten boycotten, enzovoort. In België versnelde de ondersteuning van verzetsgroepen het bevrijdingsproces op het einde van de oorlog.

Van Immerseel, F. (datum onbekend). Rekruteringsaffiche voor de Algemeene SS Vlaanderen. De Algemeene SS was een militaire beweging die meestreed aan het oostfront of in België bewakings- en opsporingsopdrachten uitvoerde.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

41


Uitbreiding 1:

Verdient het drama van Meensel-Kiezegem een plaats in de collectieve herinnering?

N

IN

In 1944 werd in het Vlaams-Brabantse dorp Meensel-Kiezegem een Vlaamse collaborateur vermoord. Als reactie daarop voerden Duitse soldaten en Vlaamse collaborateurs twee razzia’s uit. Vier dorpelingen werden ter plaatse vermoord en nog eens 91 andere werden als gijzelaars getransporteerd naar een van de Duitse concentratiekampen. Een groot deel van hen overleefde het verblijf in de kampen niet. De gebeurtenissen bleven tot lang na de oorlog nazinderen in het dorp. Ze staan omwille van het extreme geweld bekend als ‘het drama van Meensel-Kiezegem’. In deze opdracht onderzoek je of de gebeurtenissen een plaats verdienen in de bredere collectieve herinnering.

1

© VA

Opdrachten

Beargumenteer op basis van bron 1 tot en met 5 in welke mate de gebeurtenissen tijdens het drama van Meensel-Kiezegem uniek of net typerend waren voor de spanningen tussen de collaboratie en het verzet tijdens de oorlog.

2

Bron 2, 3 en 4 hebben expliciet tot doel een bepaalde herinnering aan het drama van MeenselKiezegem te creëren. a

Vergelijk voor bron 3 en 4 het doel en het doelpubliek, de informatie waarop ze zich baseren en

02h BRONNEN BEOORDELEN

ie

de standplaatsgebondenheid van de auteurs. b

Evalueer op basis daarvan de betrouwbaarheid van bron 3 en 4 om informatie te geven over de gebeurtenissen in Meensel-Kiezegem.

Lees bron 2 en 3. a

ve rs

3

04

Is een canon een drager van culturele of sociale collectieve herinnering? Welke functies van collectieve herinnering herken je?

b

Omschrijf hoe de commissieleden hun keuze motiveren om het drama van Meensel-Kiezegem

COLLECTIEVE HERINNERING

in de canon op te nemen.

c d

Omschrijf de argumenten die je zelf zou kunnen bedenken voor het opnemen van die gebeurtenis. Bekijk op de website van Belgium WWII de tijdlijn van belangrijke gebeurtenissen

ef

die betrekking hadden op België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Kies één andere gebeurtenis die volgens jou ook een plaats moet krijgen in de canon van Vlaanderen en beargumenteer je keuze.

e

Vergelijk de argumenten die je gebruikte bij deelopdracht c en d en benoem de

pr o

criteria die je hebt gehanteerd om je antwoord te onderbouwen. Wat kun je daaruit afleiden over criteria van historische betekenisgeving?

42

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

↑ Bekijk de tijdlijn op de website van Belgium WWII.


Bron 1: ← De Wilde, M. & Productiekern Wereldoorlog II. (1988). De Tijd der

N

IN

vergelding: Terreur in het dorp. BRT. In 1982 zond de nationale omroep de eerste historische documentairereeks van journalist Maurice De Wilde uit. De Wilde stond bekend om zijn confronterende interviewstijl en ging taboes niet uit de weg. De reeks De Nieuwe Orde doorbrak de stilte die in veel Vlaamse huishoudens leefde rond thema’s als collaboratie, verzet en het leven onder de Duitse bezetting. De reeks gaf zo aanleiding tot een breder politiek en maatschappelijk debat. In de reeks De Tijd der Vergelding (1988) ging De Wilde in op ↑ de aanslagen en represailles die plaatsvonden tijdens en na de Bekijk een fragment oorlog. uit de reeks.

© VA

Bron 2:

Een vast recept voor zo'n canon is niet voorhanden (…) Toch zal men van een canon verwachten dat die, behalve accuraat, voldoende relevant en representatief is. De commissie heeft die eigenschappen nagestreefd door op zoek te gaan naar aspecten van het verleden die gevolgen hebben tot vandaag, zichtbaar zijn gebleven in de publieke ruimte, bepalend zijn geweest voor structuren of ideeën, nog altijd ontroering of bewondering kunnen opwekken of soms eerder controverse en zelfs afkeer. (…) Het gebruik van de canon

ie

De commissie heeft zich van meet af aan gericht op een zo breed mogelijk publiek, mensen die in Vlaanderen of in België wonen of om welke reden dan ook in Vlaanderen geïnteresseerd zijn. (…) Toch zijn er een drietal domeinen waar de canon een meer voor de hand liggende rol kan spelen: het onderwijs, inburgering en

ve rs

integratie en erfgoed en toerisme.

Uit: Canoncommissie (2023). De Canon van Vlaanderen: verantwoording. Canon van Vlaanderen. www.canonvanvlaanderen.be

ef

In 2023 werd de Canon van Vlaanderen gepubliceerd, een lijst van zestig onderwerpen die als belangrijk worden beschouwd in de geschiedenis van Vlaanderen. Op de website geven de commissieleden in een rapport toelichting over de selectie van de gebeurtenissen.

pr o

Bron 3:

De razzia kwam er nadat drie verzetsleden op 30 juli 1944 een collaborateur uit het dorp hadden doodgeschoten. Zijn moeder zwoer de dood van haar zoon te wreken. Door haar contacten met de Duitse bezetter kon ze bijna vierhonderd man op de been krijgen om het dorp – waar ze zelf woonde – ‘een lesje te leren’. De gevolgen waren desastreus. Niet enkel in Meensel-Kiezegem, maar in heel het land sloeg de Duitse bezetting diepe wonden. De Tweede Wereldoorlog was niet alleen een militair maar ook een ideologisch conflict. De kloof tussen verzet en collaboratie zou nog decennialang doorwerken. Uit: Canoncommissie (2023). Het drama van Meensel-Kiezegem. De Tweede Wereldoorlog. Canon van Vlaanderen. www.canonvanvlaanderen.be

↑ Het drama van Meensel-Kiezegem werd opgenomen in de Canon van Vlaanderen. Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

43


Bron 4: Beste lezer, (…) Dit boek is een getuigenis van de tragische lijdensweg van de slachtoffers uit Meensel-Kiezegem op een boogscheut van de historische bevrijding die zij nooit zouden beleven. De mannen en vrouwen die in dit verhaal een rol spelen zijn geen oorlogshelden of -heldinnen. Zij zijn het slachtoffer geworden van een onvoorstelbare menselijke tragedie (…). In de namiddag van zondag 30 juli 1944 werd door onbekenden op het

IN

grondgebied van Meensel-Kiezegem een dodelijke aanslag gepleegd op Gaston Merckx (…). De vijandelijke

bezetter en zijn handlangers voerden op barbaarse wijze twee bloedige vergeldingsacties uit. (…) Beide acties illustreren op tragische wijze hoe, vooral na de landing van de geallieerde bevrijdingstroepen, de strijd tussen

de weerstanders en de vijandelijke bezetter met groeiende verbetenheid werd gevoerd. Vooral in de streek van handlangers (…) sloegen terug met vergeldingsacties. (…)

N

Leuven werd de jacht op gekende en vermoedelijke collaborateurs opgevoerd. (…) De bezetter en vooral zijn Over de oorlogsgebeurtenissen in Meensel-Kiezegem verschenen meerdere artikels en reportages in de

media. Vele daarvan brachten ons halve waarheden, zelfs verzinsels en dikwijls verkleurde versies die absoluut

© VA

niet overeenstemden met wat wijzelf hadden gezien, gehoord en meegemaakt. De rechtzetting hiervan beschouwen wij als een dankbare plicht tegenover de slachtoffers. (…) de ervaringen van onze gevangenschap hebben wij verrijkt door informatie uit meerdere documentatiecentra. Inzage van procesbundels en het lezen van boeken over collaboratie en verzet verruimden ons inzicht (…).

Uit: Van Laere, S., Craeninckx, F. & Craeninckx, J. (2004). Een klein dorp, een zware tol. Het drama van collaboratie en verzet in MeenselKiezegem. Manteau.

ie

ve rs

Dit boek werd geschreven door journalist Stefaan Van Laere, in samenwerking met Jozef en Frans Craeninckx. Zij maakten het drama van Meensel-Kiezegem op zestienjarige leeftijd zelf mee. Ze werden als gijzelaars gevangengenomen, maar werden tijdens een transport bevrijd voor ze in een concentratiekamp aankwamen.

Bron 5:

Aanvankelijk gaf het Nationaal Commando der Gewapende Partizanen het bevel goedgekozen doelwitten te kiezen, later kwam het bevel tot een systematische liquidering van collaborateurs. (…) Vóór 22 juni 1941 werd er in bezet België door het verzet geen politieke moord begaan. In de tweede helft van 1941 werden maar enkele

ef

geïsoleerde moorden gepleegd. Vanaf 1942 begon een continue reeks. De bezetter reageerde met de executie van gijzelaars.

(…) In Vlaanderen waren de eerste vergeldingsmoorden het werk van de Vlaamse SS'er Robert Verbelen. Zijn

pr o

groep bestond uit leden van de Germaanse-SS Vlaanderen en de DeVlag en vermoordde zesendertig mensen die ervan werden verdacht de terreur van het verzet te steunen. (…) Het VNV (…) ging pas tijdens de laatste maanden van de bezetting over tot moord op politieke tegenstanders. Op het terrein vielen acht slachtoffers. Het gebeurde in de provincie Limburg waar toen een sfeer van burgeroorlog heerste. Het zou onjuist zijn de oorsprong van het politieke geweld te zoeken bij de eerste politieke moord van het verzet. De bezetting zelf en het structurele geweld van een nationaal-socialistische bezetter lagen vanzelfsprekend aan de basis van het geweld. Wie zich verzette werd beschouwd als een potentiële vijand en riskeerde zijn leven. Het VNV had van in den beginne de oorlog verklaard aan al degenen die een teken van verzet zouden geven tegen de Duitse bezetter en zijn politieke medestanders. Uit: De Wever, B. (1994). Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945. Lannoo.

↑ Bruno De Wever is als historicus onder meer gespecialiseerd in de geschiedenis van de Vlaamse beweging en collaboratie en verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. 44

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Historische vraag 3:

Welke bijdrage leverden de kolonies aan de geallieerde overwinning?

IN

Om de oorlog te winnen zetten de geallieerden en de asmogendheden alle middelen in. Net als tijdens de Eerste Wereldoorlog raakten zo ook hun koloniale gebieden betrokken in de oorlog. In deze historische vraag onderzoek je welke bijdrage de gekoloniseerde bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde aan de geallieerde overwinning.

Opdrachten

Bestudeer bron 1 tot en met 7 en lijst de verschillende manieren op waarop de kolonies van de geallieerden

N

1

bijdroegen aan de oorlog. Verbind elk aspect aan een of meerdere maatschappelijke domeinen. 2

Bron 1, 2 en 3 schetsen elk een ander beeld van de Congolese bijdrage aan de oorlog en vooral van a

Vergelijk de drie bronnen en verklaar de verschillen inzake de Congolese bijdrage.

b

Beargumenteer welke bron je het minst betrouwbaar vindt om de historische vraag te beantwoorden.

3

© VA

de mate waarin de Congolezen zelf achter die bijdrage stonden.

Bron 1 tot en met 7 geven inzicht in de contacten tussen de westerse kolonisatoren en de niet-

02g BRONNEN CONTEXTUALISEREN

02h BRONNEN BEOORDELEN

westerse kolonies tijdens de Tweede Wereldoorlog. a

Vergelijk het beeld dat bron 4 en 5 daarover schetsen. Waarin verschillen beide bronnen?

b

Hoe merk je in de bronnen dat er in de contacten tussen kolonisator en kolonie sprake was van een

ie

Hoe kun je die verschillen verklaren?

ongelijke machtsverhouding? In welke bronnen merk je dat de koloniale ideologieën tijdens de Tweede Wereldoorlog nog sterk aanwezig waren?

Toon aan de hand van de bronnen aan dat de koloniale machtsverhoudingen tijdens de oorlog soms

ve rs

c

voorzichtig in vraag gesteld werden.

Bron 1:

In mijn oordeel was de zwaarste verplichting gelegen in het leveren van een bepaalde hoeveelheid rubber,

ef

een product dat doorging als onontbeerlijk voor de oorlogsvoering. Toen de opdracht vanwege de Belgische regering in Londen doorgegeven werd aan de inheemse bevolking ging er een vloed van schrik en afschuw door het Evenaarswoud. De herinnering aan de vreselijke rubberperiode van de Onafhankelijke Congostaat

pr o

(…) was nog levendig bij de mensen. (…) Ondertussen moesten de mensen steeds verder van huis en dieper het woud in, om nog lianen te vinden. Zo gingen ze zelfs zoeken op plaatsen die anders zorgvuldig vermeden werden (…) vooral wegens de aanwezigheid van de beruchte tseetseevliegen. Een van de ergste gevolgen van de toestand kwam nu uitgerekend uit die hoek: meer en meer gevallen van slaapziekte. (…) In volle oorlog stak ze weer de kop op en dat in een vrij snel tempo. Uit: Hulstaert, G. (1983). Herinneringen aan de oorlog. In: Belgisch-Congo tijdens de Tweede Wereldoorlog. Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.

↑ Gustaaf Hulstaert leefde tijdens de Tweede Wereldoorlog als missionaris in Belgisch Congo.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

45


Bron 2: Op dit moment neemt Congo met al zijn kracht deel aan de oorlogsinspanningen van België en de Verenigde Naties. De Afrikanen zijn even begaan met de uiteindelijke overwinning van vrijheid en recht in de wereld als de Belgen, of zelfs meer. De Congolezen hebben weinig te verwachten van de aanhangers van de rassenideologie en dat weten ze. Congo’s aandeel in de oorlogsinspanningen is volledig en zonder voorbehoud. Alle lof gaat uit naar de blanke

IN

en zwarte kolonialen die zoveel toewijding en ijver hebben getoond. Ze hebben zich aan het militaire front onderscheiden door de Britten te helpen om de Italianen uit Ethiopië te verdrijven en hopen vurig dat ze dat ook elders kunnen doen. (…)

Er is nog niet veel gezegd over de toekomst (…). In veel koloniale landen zijn vrede, gerechtigheid en medische zorg alleen verzekerd door de aanwezigheid van Europees bestuur. Een terugtrekking van blanken uit Congo met zich mee die niet zomaar kan worden afgeworpen.

N

zou gevolgd worden door complete anarchie (…). De rol van de kolonisator brengt een verantwoordelijkheid

© VA

Uit: De Vleeschauwer, A. (1943). Belgian Colonial Policy. Belgian Information Center New York. archive.org

Albert De Vleeschauwer was de Belgische minister van Koloniën tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze brochure werd opgesteld en verspreid in de Verenigde Staten. De brochure geeft een breed overzicht van het Belgische koloniale beleid sinds het begin van de kolonisatie. In de conclusie gaat De Vleeschauwer in op de actuele situatie en blikt hij vooruit op de toekomst van Belgisch Congo.

ie

Bron 3:

De Congolezen van hun kant waren veel meer dan passieve toeschouwers bij conflicten die zich ver van hun

ve rs

land afspeelden. Inderdaad, ze kregen een actieve rol toebedeeld, met name als producenten van grondstoffen die onontbeerlijk bleken voor het verloop van deze oorlogen. Deze rol – waarin ze letterlijk gedwongen werden – maakte hen ook tot oorlogsslachtoffers, want voor deze gigantische productie-inspanning betaalden ze een hoge tol. De rol van de Congolezen als militaire actoren was beperkter, vooral in de Tweede Wereldoorlog. Maar in het collectieve geheugen hadden de gevechten waaraan ze hebben deelgenomen en waarin Congolese levens zijn opgeofferd – offers die in de ogen van de Congolezen onvoldoende werden erkend door

ef

een ronduit ondankbaar België – deze soldaten een heldenstatus opgeleverd (…).

pr o

Uit: Vantemsche, G. (2020). De twee wereldoorlogen: een keerpunt in de geschiedenis van Congo en de Congolezen? In: Goddeeris, I., Lauro, A. & Vantemsche, G. (red.). Koloniaal Congo: een geschiedenis in vragen. Uitgeverij Polis.

Dit boek werd geschreven door verschillende historici en andere wetenschappers. Het boek probeert inzichten uit recent wetenschappelijk onderzoek naar het koloniale verleden toegankelijk te maken voor een breed publiek.

Bron 4:

© ICP, incamerastock

← Little, W. (tussen 1939 en 1946). Together. Ministry of

46

Information. Deze poster werd tussen 1939 en 1946 verspreid door het Britse Ministry of Information en maakte deel uit van de reeks ‘Unity of Strength’. Op de poster zijn verschillende delen van het Britse rijk vertegenwoordigd, waaronder Canada, Australië, Groot-Brittannië, Brits-Indië en Zuid-Afrika.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Bron 6: Bron 5: Ras was een bepalend element in het bevel en de orde van de Britse Afrikaanse koloniale strijdkrachten. Officieren waren witte mannen. De Zuid-Afrikaanse verdedigingstroepen weerspiegelden de discriminerende patronen van blanke dominantie

IN

die in de Unie heersten. (…) Niet-Europeanen konden nooit officier worden (…) en in de koloniale legers van voor 1939 was de hoogste rang die een Afrikaan kon bereiken die van onderofficier. In die tijd was het gebruikelijk dat Afrikaanse troepen altijd geleid

N

werden door een blanke. De oorlogsjaren en de rekrutering van goed opgeleide Afrikanen daagden het koloniale beleid en de koloniale praktijk uit en brachten

© VA

verandering in Soedan en West-Afrika, maar minder in Oost-, Centraal- en Zuidelijk Afrika. Ondanks het

feit dat ze uitgesloten waren van de officiersrangen,

hadden senior Afrikaanse onderofficieren aanzienlijke

invloedrijke posities in de koloniale strijdkrachten.

Maker onbekend. (1942). Britain’s second front. Ahmedabad Press. British Library. Deze anti-Britse poster uit 1942 werd verspreid in Brits-Indië. Daar groeide de beweging die ijverde voor een onafhankelijk land sterk tijdens de oorlog, onder meer omdat het land door de Britten mee in de oorlog betrokken raakte. De poster stelt de onafhankelijkheidsbeweging voor als een tweede front waarop de Britten moeten vechten.

Ze bekleedden sleutelposities als tussenpersonen,

onderhandelaars en vertalers tussen officieren en de

ie

gewone soldaten (…).

Bron 7:

ve rs

Naar: Killingray, D., & Plaut, M. (2010). Fighting for Britain: African Soldiers in the Second World War. Boydell & Brewer.

De Bom. Scratch Books. Deze graphic novel werd ontwikkeld door twee scenaristen en een illustrator, in samenwerking met journalisten. Het boek vertelt het verhaal van de totstandkoming van de atoombom.

pr o

ef

← Alcante, D., Bollee, L., & Rodier, D. (2020).

↑ Lees hier twee pagina’s uit de graphic novel.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

47


3 Koloniale gebieden tijdens de Tweede Wereldoorlog 3.1 De bijdrage van de kolonies

↑ Bekijk hier de kaart van de wereld in 1937.

IN

Toen Italië en Japan zich aansloten bij de asmogendheden, breidde de oorlog zich uit naar verschillende continenten. Japan probeerde haar grondgebied uit te breiden in Azië en met de Italiaanse intrede in de oorlog veranderden de machtsverhoudingen op het Afrikaanse continent. Zowel Duitsland als Italië hadden immers kolonies in Afrika, net als Groot-Brittannië, Frankrijk en België.

© VA

N

In de koloniale gebieden werden rekruteringscampagnes opgezet om extra soldaten te ronselen voor de koloniale legers. In Belgisch Congo kende de Force Publique tijdens de oorlog meer dan een verdubbeling van het aantal manschappen. Zij werden hoofdzakelijk ingezet buiten Congo, aan oorlogsfronten in Afrika en in het Midden-Oosten. Aan Europese fronten werden ze bewust niet ingezet. De Belgische machthebbers vreesden immers dat de aanwezigheid van koloniale troepen het koloniale gezag zou ondermijnen. Het Brits-Indische leger groeide tijdens de oorlog tot een omvang van meer dan twee miljoen manschappen. Zij vochten wel mee op oorlogsfronten over de hele wereld.

© mccool

pr o

ef

ve rs

ie

De koloniale troepen van de geallieerden speelden een cruciale rol in de overwinning. In 1942 slaagden ze er bijvoorbeeld in om de Duits-Italiaanse opmars in Egypte te stoppen. Die overwinning vormde een keerpunt in de oorlog. Het inschakelen van koloniale legers was overigens geen nieuw gegeven. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog speelden koloniale troepen een belangrijke rol. De koloniale bevolking deed niet alleen dienst als strijdkracht, maar ook als werkkracht. Belgisch Congo leverde bijvoorbeeld grondstoffen zoals palmolie, tin, koper en rubber. Het leverde ook uranium, dat essentieel was voor de ontwikkeling van kernwapens. Vanuit Brits-Indië werden miljoenen tonnen steenkool aangeleverd, die noodzakelijk waren voor de Britse fabrieken.

← Maker onbekend. (datum onbekend). Troepen uit de Congolese Force Publique tijdens de Tweede Wereldoorlog.

3.2 De impact in de kolonies De inschakeling van koloniale gebieden in de oorlogsindustrie had een grote impact in de kolonies. Om aan de grote vraag naar grondstoffen te voldoen moesten Congolezen vanaf 1942 bijvoorbeeld 120 dagen per jaar verplichte arbeid verrichten. Steeds meer Congolezen werden onder dwang

48

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


gerekruteerd of opgevorderd om in Europese bedrijven te werken. Ook in andere Afrikaanse kolonies, zoals in het Britse Kenia, was er sprake van verplichte arbeid. De grote vraag naar landbouwproducten en grondstoffen zorgde er bovendien voor dat voedsel steeds duurder werd en dat de levensstandaard daalde. De context van de oorlog maakte de kolonies ook kwetsbaar voor hongersnoden.

IN

In sommige koloniale gebieden had de oorlog een meer directe impact. Hun grondgebied werd de inzet van de strijd tussen de geallieerden en de asmogendheden. In januari 1942 viel Japan bijvoorbeeld Nederlands-Indië binnen. Nederlands-Indië capituleerde enkele maanden later. Tot het einde van de oorlog leefde de bevolking van Nederlands-Indië onder Japanse bezetting. Miljoenen mensen werden verplicht om dwangarbeid te verrichten. Ook in andere kolonies, zoals in BritsBirma, werden verschillende veldslagen uitgevochten.

N

3.3 Weerstand

ve rs

ie

© VA

In verschillende kolonies kwam er weerstand tegen de gevolgen van de oorlog. In Belgisch Congo braken doorheen de oorlog verschillende stakingen en rellen uit onder mijn- en dokwerkers. In de koloniale legers was bovendien regelmatig sprake van muiterij. In sommige gevallen grepen lokale leiders de oorlog aan als een kans om zich te verzetten tegen de koloniale overheersing. Toen Japan Nederlands-Indië bezette, kreeg het aanvankelijk steun van een deel van de lokale bevolking. Die houding veranderde naarmate de gruwelen onder het Japanse bezettingsregime toenamen. Door de oorlog groeide de bestaande onafhankelijkheidsbeweging in Brits-Indië ook sterk aan. De ervaringen van de Tweede Wereldoorlog zorgden er in verschillende kolonies, zoals in Brits- en Nederlands-Indië, mee voor dat die landen na de oorlog politiek onafhankelijk werden (dekolonisatie).

Uitbreiding 2:

ef

Welke gemeenschappelijke strategieën werden gebruikt in de Duitse en de geallieerde propaganda?

pr o

In Sapiens 5 zag je hoe Europese overheden via verschillende kanalen propaganda verspreidden om de kolonisatie te legitimeren. Je zag ook dat propaganda gebruikt werd tijdens de Eerste Wereldoorlog en door de totalitaire regimes die tijdens het interbellum opkwamen. In het propagandamateriaal werd gebruikgemaakt van bepaalde strategieën, zoals zwart-wittegenstellingen of wij-zij-denken. Ook in de Tweede Wereldoorlog nam oorlogspropaganda een belangrijke plaats in.

© Shawshots

← Schweitzer, H. (1943). Der ist schuld am Kriege!

Ga naar iDiddit en onderzoek aan de hand van propagandamateriaal via welke strategieën geallieerde en Duitse overheden tijdens de Tweede Wereldoorlog het volk aan hun kant probeerden te krijgen.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

49


Historische vraag 4:

Was het gebruik van atoombommen noodzakelijk om de oorlog versneld ten einde te brengen?

© VA

N

IN

Hoewel Duitsland in mei 1945 capituleerde, weigerde Japan hetzelfde te doen. De geallieerden eisten immers een onvoorwaardelijke overgave, waarbij Japan geen inspraak zou hebben in de naoorlogse maatregelen. Japan vreesde onder meer dat de geallieerden de Japanse keizer zouden afzetten. Die vormde een belangrijke figuur in de Japanse nationale identiteit. Bovendien werd overgave in de Japanse cultuur als oneervol beschouwd. De Amerikaanse president Truman gaf zijn goedkeuring om op 6 en 9 augustus twee atoombommen te lanceren op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Ondertussen voerden Russische troepen een succesvol offensief uit om Japanse gebieden in China te heroveren. Bij het gebruik van de atoombommen werden de steden volledig verwoest en bij de aanvallen stierven honderdduizenden mensen. De beelden van de verwoestingen en de slachtoffers gingen de wereld rond en lieten geleidelijk aan vragen rijzen. Was het gebruik van de atoombommen wel verantwoord? Hadden ze de oorlog werkelijk sneller beëindigd? Was er geen alternatief? Onder historici werd over die vragen decennialang gedebatteerd. In deze opdracht formuleer je zelf een antwoord op de vraag of het gebruik van atoombommen noodzakelijk was om de oorlog versneld ten einde te brengen.

Opdrachten

Wat zeggen bron 1 tot en met 6 over het gebruik van de atoombommen: welke rol speelden ze in het beëindigen van de oorlog?

2

ie

1

Welke van de bronnen is niet bruikbaar om de historische vraag te beantwoorden?

3

ve rs

Formuleer zelf een onderzoekbare historische vraag waarvoor de bron wel bruikbaar is. Bron 2 en 3 zijn allebei afkomstig van president Truman, maar schetsen toch een ander beeld van zijn opvattingen over het gebruik van de atoombom. a b

Welke verschillen in het standpunt van Truman merk je op tussen beide bronnen? Hoe kun je die verschillen verklaren vanuit de context, het doel en het doelpubliek van de bronnen?

c

Beargumenteer welke van de twee bronnen je het meest betrouwbaar vindt om het standpunt

ef

van president Truman over het gebruik van de atoombommen te achterhalen.

4

Welk standpunt neemt Howard Zinn (bron 5) in ten aanzien van het gebruik van de atoombommen?

5

Welke punten van kritiek uit Sam Wineburg (bron 6) op het werk van Howard Zinn?

pr o

Hoe onderbouwt hij zijn standpunt? Welke criteria voor een kwaliteitsvolle historische beeldvorming kun je daaruit afleiden?

50

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

01 HISTORISCHE VRAGEN

02g BRONNEN CONTEXTUALISEREN

02h BRONNEN BEOORDELEN


Bron 1b:

Tomatsu, S. (1961). Hibakusha Tsuyo Kataoka. Deze foto maakt deel uit van een fotoreeks van de Japanse fotograaf Shomei Tomatsu en toont een van de slachtoffers van de atoombom in Nagasaki. De slachtoffers van de atoombommen die de explosie overleefden, worden ‘Hibakusha’ genoemd. Velen van hen liepen ernstige brandwonden op en stierven later aan kanker als gevolg van de blootstelling aan radioactieve straling.

Pictorial Press. (1945). De verwoeste Japanse stad Hiroshima na de atoombom.

© VA

N

IN

© Pictorial Press, Pictorial Press Ltd

Bron 1a:

ie

Bron 2:

Zestien uur geleden liet een Amerikaans vliegtuig een bom vallen op Hiroshima, een belangrijke Japanse

ve rs

legerbasis. (…) De Japanners begonnen de oorlog vanuit de lucht bij Pearl Harbor. Ze zijn vele malen terugbetaald. En het einde is nog niet in zicht. In hun huidige vorm zijn deze bommen nu in productie en er zijn nog krachtigere vormen in ontwikkeling. (…)

Vóór 1939 geloofden wetenschappers dat het theoretisch gezien mogelijk zou zijn om atoomenergie vrij te maken, maar in de praktijk vond niemand een manier om dat te doen. Tegen 1942 wisten we echter dat de Duitsers koortsachtig aan het werk waren om een manier te vinden om atoomenergie toe te voegen aan de andere oorlogsmachines waarmee ze hoopten de wereld te kunnen onderwerpen. Maar ze faalden. (…) De slag

ef

om de laboratoria hield voor ons grote risico's in, net als de gevechten in de lucht, op het land en op zee, en we hebben nu deze slag gewonnen, net zoals we de andere gevechten hebben gewonnen. (…) We zijn nu bereid om elke bovengrondse vestiging in Japan, in elke stad, sneller en volledig uit te roeien. We zullen hun dokken,

pr o

fabrieken en communicatiemiddelen vernietigen. Om het Japanse volk te sparen van de totale vernietiging werd in Potsdam het ultimatum van 26 juli afgekondigd. Hun leiders verwierpen dat ultimatum onmiddellijk. Als ze onze voorwaarden nu niet accepteren, kunnen ze een regen van verwoesting uit de lucht verwachten, zoals die nog nooit op deze aarde is gezien. (…) Naar: Truman, H. (6 augustus 1945). Speech van president Truman aan de Amerikaanse bevolking. National Archives. Washington.

↑ Dit fragment is afkomstig uit een speech waarin de Amerikaanse president Harry Truman zich op 6 augustus 1945 richtte tot de Amerikaanse bevolking. Truman kwam aan de macht na de dood van president Roosevelt. Hij was op het moment van deze speech nog maar enkele maanden aan de macht. Pas toen hij president werd, leerde Truman over het bestaan van het geheime project voor de ontwikkeling van atoombommen. Truman stond bekend als een sterke anticommunist.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

51


Bron 3: Beste Dick, Ik heb uw telegram van 7 augustus met veel belangstelling gelezen. Ik weet dat Japan een verschrikkelijk wrede en onbeschaafde natie is in oorlogsvoering, maar ik kan mezelf

Ikzelf betreur dat het nodig is om hele bevolkingen uit te roeien vanwege de eigenwijsheid van hun leiders en, ter informatie, ik ben niet van plan dat te doen tenzij het absoluut noodzakelijk is. Ik ben van mening dat de Japanners snel zullen opgeven als de Russen de strijd aangaan.

© VA

Mijn doel is om zoveel mogelijk Amerikaanse levens te

N

ons op dezelfde manier moeten gedragen.

IN

er niet toe brengen te geloven dat, omdat zij beesten zijn, wij

redden, maar ik voel ook medeleven voor de vrouwen en kinderen in Japan. Hoogachtend, Harry S. Truman.

ie

Naar: Truman, H. (9 augustus 1945). Brief aan Richard Russell. National Archives. Washington.

↑ Zoom in en lees het originele telegram.

ve rs

In deze brief, geschreven op 9 augustus 1945, antwoordt de Amerikaanse president Truman op een bericht van de Amerikaanse senator Richard Russell. In het telegram had Russell ervoor gepleit om zo veel atoombommen te gebruiken als nodig zou zijn om Japan tot overgave te dwingen.

Bron 4:

ef

Op basis van het beschikbare bewijs is het duidelijk dat de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki niet doorslaggevend waren om Japan tot overgave te bewegen. Ondanks hun vernietigende kracht waren de atoombommen niet voldoende om de Japanse diplomatie een andere wending te geven. De Sovjetinvasie was dat wel. Zonder de deelname van de Sovjet-Unie aan de oorlog zouden de Japanners doorvechten

pr o

tot talrijke atoombommen, een succesvolle geallieerde invasie van de thuiseilanden, of voortdurende luchtbombardementen, in combinatie met een zeeblokkade, hen niet langer in staat stelden om dat te doen. Naar: Hasegawa, T. (2006). Racing the Enemy. Stalin, Truman, and the Surrender of Japan. Harvard University Press.

Tsuyoshi Hasegawa is een Amerikaans-Japanse professor geschiedenis die zich specialiseert in de relaties tussen Japan, de Sovjet-Unie en de VS in de 20e eeuw.

52

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Bron 5:

N

IN

De US Strategic Bombing Survey, in 1944 opgericht door het ministerie van Oorlog, moest de resultaten van de luchtbombardementen evalueren. Ze ondervroeg honderden Japanse burgers en militaire leiders na de Japanse overgave en bracht na de oorlog verslag uit van haar bevindingen: “Na een gedetailleerd onderzoek van alle feiten (…) kan de Inspectiedienst met stelligheid verklaren dat Japan zich zeker zou hebben overgegeven voor 31 december 1945 en naar alle waarschijnlijkheid al voor 1 november 1945, zelfs als er geen atoombommen waren gegooid (…).” Maar konden de VS-leiders dat in augustus 1945 al weten? Het antwoord op die vraag is ondubbelzinnig: ja. De Japanse geheime code was gekraakt en alle Japanse berichten werden onderschept. Men wist dat de Japanners hun ambassadeur in Moskou de opdracht hadden gegeven verkennende gesprekken op te starten met de geallieerden over een vredesverdrag. (…) Op 13 juli zond minister van Buitenlandse Zaken Shigenori Togo een telegram naar zijn ambassadeur in de Sovjet-Unie: “(…) onvoorwaardelijke overgave is de enige hinderpaal voor vrede”. (…) Indien de VS geen onvoorwaardelijke overgave hadden geëist, als ze één enkele Japanse voorwaarde hadden geaccepteerd (dat de keizer, een sacrale figuur in Japan, zijn troon mocht

© VA

behouden), waren de Japanners akkoord gegaan met een onmiddellijke stopzetting van de vijandelijkheden. Uit: Zinn, H. (2017). Geschiedenis van het Amerikaanse volk. EPO.

ie

De Amerikaanse professor geschiedenis Howard Zinn schreef in 1980 het invloedrijke boek A People’s History of the United States. In het boek probeert Zinn een alternatief te bieden voor het traditionele verhaal van de Amerikaanse geschiedenis, dat volgens hem te eenzijdig is. Hij besteedt daarbij veel aandacht aan de acties en het verzet van gewone mensen en onderdrukte groepen.

ve rs

Bron 6:

pr o

ef

Zinn stelt vragen waarop het antwoord altijd ‘ja’ is, en krijgt zo altijd wat hij wil. Hij argumenteert daarbij dat geschiedenis altijd partijdig is, omdat een historicus zelf kiest welke feiten hij uitlicht of weglaat. Prima, maar dat kan alleen op voorwaarde dat de informatie die de historicus weglaat niet essentieel is voor het begrijpen van de informatie die wél opgenomen is. (…) Iedereen die de afweging probeert te maken tussen een onderhandelde vrede en een onvoorwaardelijke overgave, doet aan ‘tegenfeitelijke geschiedenis’. Dat is een gedachte-experiment waarbij iemand zich probeert voor te stellen hoe het verleden zou verlopen zijn als de dingen niet waren gebeurd zoals ze gebeurd zijn. De bouwstenen van zo’n tegenfeitelijke geschiedenis zijn ‘als’, ‘zou’ en ‘kon’. Zij tonen aan hoe bescheiden en voorzichtig iemand moet zijn die probeert om zich een ander verloop van het verleden voor te stellen. Wanneer Zinn echter aan tegenfeitelijke geschiedenis doet, lijkt hij dingen te weten die niemand anders weet. Zinn lijkt niet alleen zeker te zijn over het verleden dat echt gebeurd is, maar ook over het verleden dat niet gebeurd is. Het lijkt erop dat Zinns beeld van het verleden vaststaat en dat niets, – ook geen nieuw bewijs, nieuw onderzoek, de ontdekking van nieuwe documenten of onthullingen die historische figuren op hun sterfbed maken – dat beeld kan veranderen. In de meer dan 20 jaar sinds de oorspronkelijke publicatie van Zinns boek bleef zijn verhaal vrijwel onaangetast, ondanks tientallen jaren van indrukwekkend nieuw onderzoek. In de nasleep van Hirohito's dood in 1989, bijvoorbeeld, werd de stilte eindelijk doorbroken. In Japan kwam er een vloedgolf van memoires, dagboeken en onthullingen over de oorlogsjaren naar boven, sommige zelfs vanuit de naaste omgeving van de keizer. Die werken, net zoals de voordien nog onvertaalde Japanse documenten, hebben het begrip van historici over de laatste dagen van de oorlog getransformeerd. Toch komen die nieuwe inzichten niet aan bod in het werk van Zinn. Naar: Wineburg, S. (2018). Why learn history (when it’s already on your phone). University of Chicago Press.

↑ De Amerikaanse onderwijskundige Sam Wineburg, die zich specialiseerde in geschiedenisonderwijs, uitte sterke kritiek op het boek van Zinn (bron 5). Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

53


4 Het einde van de Tweede Wereldoorlog

IN

Al lang voor het einde van de oorlog onderhandelden de grootste geallieerde mogendheden (de VS, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie) over het naoorlogse Europa. Op de conferentie van Potsdam, in juli en augustus 1945, werden onder meer afspraken gemaakt over de demilitarisering van Duitsland en de bestraffing van Duitse oorlogsmisdadigers. Europa werd verdeeld in twee invloedssferen: de ene onder invloed van het Westen, de andere onder invloed van de Sovjet-Unie. Duitsland werd verdeeld in vier bezettingszones die onder controle zouden staan van Frankrijk, de VS, GrootBrittannië en de Sovjet-Unie.

© VA

N

Hoewel de oorlog in Europa tijdens de conferentie van Potsdam ten einde was, bleven de gevechten in Azië doorgaan. Om Japan tot overgave te dwingen verwoestte het Amerikaanse leger met atoombommen twee Japanse steden. Op 15 augustus capituleerde Japan. Hoewel historici er lang van overtuigd waren dat het gebruik van de atoombommen Japan tot overgave dwong, wordt die visie sterk in vraag gesteld. Sommige historici wijzen op het belang van de gelijktijdige opmars van Russische troepen in China. Volgens die historici speelde de Russische dreiging een grotere rol in de Japanse overgave dan de atoombommen.

4.1 Wapenwedloop

ef

ve rs

ie

De ontwikkeling van nieuwe wapens en de wapenwedloop vormden belangrijke elementen in de oorlog. In de lucht- en zeemacht werden doorheen de oorlog grote technologische vernieuwingen doorgevoerd. Zo werden nieuwe types vliegtuigen ontwikkeld, konden duikboten steeds langer onder water blijven en werd er nieuwe technologie ontwikkeld om vijandelijke aanvallen sneller te lokaliseren en gecodeerde berichten te ontcijferen. Ook nieuw was de ontwikkeling van rakettechnologie en atoombommen. In Duitsland werd al sinds de jaren 1930 gewerkt aan een technologie die het mogelijk zou maken om via atoomkernsplitsing extreem krachtige bommen te ontwikkelen. In de jaren 1940 begonnen ook Amerikaanse wetenschappers de technologie te bestuderen (het geheime Manhattanproject). Ze slaagden er als eerste in een atoombom te ontwikkelen. Na de oorlog zette de atoombomwedloop zich verder en slaagden steeds meer landen erin om atoombommen te ontwikkelen.

4.2 Massavernietiging

pr o

De Tweede Wereldoorlog werd gekenmerkt door massavernietiging en massamoorden, ook op burgers. Dat gebeurde niet alleen in de verschillende vernietigingskampen die het naziregime inrichtte. Ook andere legers, zoals dat van de Sovjet-Unie, maakten zich schuldig aan massamoorden en systematische verkrachtingen om gemeenschappen volledig te ontwrichten. De wetenschappelijke en technologische vooruitgang die de ontwikkeling van nieuwe wapens aanstuurde, maakte massavernietiging mee mogelijk en zorgde ervoor dat de Tweede Wereldoorlog een stuk dodelijker was dan de Eerste Wereldoorlog. Met de uitvinding van langeafstandsraketten werd het bijvoorbeeld mogelijk om steden vanop afstand te bombarderen. Naast het gebruik van atoombommen waren ook tapijtbombardementen een nieuw gegeven. Daarbij werd een groot aantal bommen gebruikt om een gebied gelijkmatig te bombarderen. Ze gingen doorgaans gepaard met hoge aantallen burgerslachtoffers. Tapijtbombardementen werden onder meer gebruikt door de geallieerden aan het einde van de oorlog.

54

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


4.3 Na de oorlog

IN

De conferentie van Potsdam werd gedomineerd door de VS en de Sovjet-Unie. De VS had als enige land economisch kunnen profiteren van de oorlog en had als eerste een succesvol atoomwapen ontwikkeld. De Sovjet-Unie controleerde dan weer een groot deel van Europa en haar Rode Leger leek onoverwinnelijk. De conferentie van Potsdam zette de krijtlijnen uit voor het naoorlogse Europa, maar was geen echt vredesverdrag. Bovendien waren er geen definitieve afspraken gemaakt over een economisch herstelplan of een langetermijnoplossing voor Duitsland.

© IanDagnall Computing

ve rs

ie

© VA

N

Het geallieerde bondgenootschap viel na de conferentie van Potsdam al snel uit elkaar. Ideologische verschillen tussen de twee grootmachten zorgden voor spanningen en verhinderden dat er verdere afspraken werden gemaakt. Het einde van de Tweede Wereldoorlog leidde dan ook een nieuw tijdperk in waarin de VS en de Sovjet-Unie als belangrijkste grootmachten tegenover elkaar kwamen te staan. Europa verdween naar de achtergrond.

ef

Maker onbekend. (25 juli 1945). De ‘Big Three’, Churchill, Truman en Stalin, op de conferentie van Potsdam.

pr o

Historische vraag 5:

Hoe evolueerde de collectieve herinnering aan de Shoah in België? De Shoah heeft vandaag een centrale plaats in de collectieve herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Dat is niet altijd zo geweest. Aanvankelijk hadden burgers, beleidsmakers en historici weinig belangstelling voor de gebeurtenissen. Geleidelijk aan veranderde dat. In deze historische vraag bestudeer je hoe de collectieve herinnering aan de Shoah in België evolueerde tussen 1945 en vandaag. De oorzaken en het verloop van de Shoah kun je na dit hoofdstuk bestuderen in de eerste doorloper.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

55


Historisch denken: historische betekenisgeving

IN

Historische betekenisgeving gaat over de vraag welke historische gebeurtenissen, ontwikkelingen of individuen uit het verleden als belangrijk worden beschouwd. Het antwoord daarop kan verschillen tussen individuen en groepen naargelang de context, de standplaatsgebondenheid en het perspectief dat ze innemen. In Sapiens 4 bestudeerde je bijvoorbeeld de historische betekenis van Napoleon en zag je dat er daarover verschillende opvattingen bestonden. Er zijn dan ook geen strikte richtlijnen om te bepalen hoe belangrijk een historische gebeurtenis is.

© VA

N

Algemeen kun je wel een aantal aspecten in rekening nemen. Enerzijds kan de impact van een historische gebeurtenis een rol spelen. Vormde de gebeurtenis een keerpunt in de geschiedenis? Had de gebeurtenis een impact op een grote groep mensen? Werd de gebeurtenis in het verleden als belangrijk beschouwd? Of had ze een impact op de lange termijn? Ervaren we vandaag nog de gevolgen ervan? Anderzijds kun je kijken naar de betekenis die vandaag door groepen of individuen aan een gebeurtenis wordt gegeven. Een gebeurtenis kan bijvoorbeeld betekenisvol zijn omdat ze aansluit bij een collectieve of persoonlijke identiteit.

Opdrachten 1

Maak een schematische samenvatting of mindmap van de evolutie die historicus Tony Judt (bron 1) schetst Je kunt een onderscheid maken tussen culturele en sociale collectieve herinnering. a

Welke bronnen geven inzicht in de sociale collectieve herinnering en welke in de culturele

b c

ve rs

collectieve herinnering?

3

ie

over de collectieve herinnering aan de Shoah en de oorzaken daarvoor. 2

04 COLLECTIEVE HERINNERING

Welke dragers van collectieve herinnering herken je in de bronnen? Welke functies van collectieve herinnering herken je in de bronnen?

Beargumenteer op basis van de andere bronnen hoe representatief bron 3 is voor de bredere

02g BRONNEN CONTEXTUALISEREN

omgang met de Shoah in de Joodse gemeenschap. 4

De collectieve herinnering aan de Shoah kent in verschillende landen een eigen evolutie. Analyseer aan de hand van bron 4 tot en met 7 hoe de Shoah in verschillende perioden werd herinnerd in

02h BRONNEN BEOORDELEN

ef

België. Beargumenteer in welke mate die herinnering de grote lijnen volgt die in bron 1 worden geschetst. De bronnen halen verschillende redenen aan waarom de Shoah een betekenisvolle historische gebeurtenis is. a

Welke redenen komen in de bronnen aan bod?

b

Kun je zelf nog andere redenen bedenken?

c

Lees het kader historisch denken. Welke criteria voor historische betekenisgeving herken je in de

pr o

5

bronnen en in je eigen antwoord?

56

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Bron 1: Wie terugkijkt, valt vooral het universele karakter van de veronachtzaming op. De Holocaust van de Joden werd niet alleen uit het geheugen verbannen op plaatsen waar men heel goede redenen had er niet aan te denken (…), maar ook in (…) Groot-Brittannië, waar men voor het overige met trots en zelfs enige nostalgie op de oorlogsjaren terugkeek. (…) Voor de meeste Europeanen ging de Tweede Wereldoorlog niet om de Joden (behalve daar waar zij ergens de schuld van kregen), en elke gedachte dat het Joodse lijden het grootst was

IN

geweest, stuitte op grote weerzin. De Holocaust was slechts een van de vele dingen die de mensen wilden vergeten. (…) Met hun compromissen met fascistische bestuurders en bezettende legers, hun collaboratie met oorlogsinstanties en heersers en hun vernederingen, materiële problemen en persoonlijke tragedies hadden miljoenen Europeanen allemaal hun eigen zeer legitieme redenen zich van het recente verleden af te wenden (…).

N

Net als in Duitsland kwam de belangstelling voor het mistige verleden in Nederland op gang door rechtszaken van de vroege jaren zestig in Israël en Duitsland. En net als elders waren de naoorlogse babyboomers nieuwsgierig naar het recente verleden en behoorlijk sceptisch over de verhalen die hun verteld of juist niet

© VA

verteld waren door de ‘zwijgende generatie’ van hun ouders. De sociale veranderingen van de jaren zestig droegen bij aan het slechten van de muur van officiële stilte over de bezetting (…). Tegen het einde van de twintigste eeuw leek de Holocaust zich een centrale plek te hebben verworven in de identiteit en het geheugen van West-Europa. (…)

In de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw waren overal in West-Europa, van Stockholm tot Brussel, plaquettes, gedenktekens en musea ter ere van de slachtoffers van het nazisme opgericht. Soms waren dat (…) aangepaste en ‘verbeterde’ versies van bestaande locaties, maar er is ook veel nieuw. (…) De expliciete boodschap van deze laatste ronde van gedenktekens contrasteert fel met de ambiguïteit en dubbelzinnigheid

ie

van een eerdere generatie in steen uitgehouwen monumenten. Het gedenkteken in Berlijn (…) is het meest uitgesproken van allemaal: het gedenkt bepaald niet heel algemeen de ‘slachtoffers van het nazisme’ maar is,

ve rs

in alle openheid, een ‘gedenkteken voor de vermoorde joden van Europa’. Uit: Judt, T. (2013). Na de oorlog. Een geschiedenis van Europa sinds 1945. Olympus.

pr o

ef

Bron 2:

← ‘Voorbij de stilte’ (2019). Aflevering 6 uit: Kinderen van de Holocaust. Canvas. In de documentairereeks Kinderen van de Holocaust komen Joodse getuigen aan het woord die op verschillende manieren slachtoffer werden van de Shoah. Ze verloren familieleden in de kampen, werden zelf gearresteerd of moesten onderduiken om aan vervolging te ontsnappen. ↑

Bekijk een fragment uit de reeks.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

57


Bron 3: Gedurende zestig jaar heb ik amper gesproken over het drama van mijn jeugd. Dat was de enige manier om verder te leven: door steeds opnieuw die tragische gebeurtenissen op te rakelen, dreigde ik mijn evenwicht te verliezen en weg te zinken in een depressie. Ik voelde me ook schuldig: waarom waren zij dood en leefde ik? (…) Na de oorlog was het verhaal van de overlevenden niet om aan te horen. Het was de zwijgende generatie. Ik sprak er niet over, maar het was geen geheim. Mijn naasten waren op de hoogte, al kenden ze alleen de

IN

hoofdlijnen: ik was van de trein gesprongen, ik had mijn familie verloren. Ik heb de gebeurtenissen in mijn geheugen verstopt, wilde het verleden de rug toekeren. (…)

De wreedheid van gisteren moet bekend zijn om de democratie van vandaag te verdedigen. Democratie is

een gevecht van elke dag. (…) De herinnering wordt levend gehouden door getuigen, maar die zijn met het

N

verstrijken van de tijd steeds minder talrijk. Daarom wordt ze door historici op papier gezet.

Om het negationisme te bestrijden (…)

© VA

Waarom ik het stilzwijgen heb doorbroken

Om de helden te bedanken die hun leven hebben gewaagd om me te redden (…) Om hulde te brengen aan de slachtoffers van de gruweldaden (…)

Uit: Gronowski, S., Tinel, K., & Van Reybroeck, D. (2013). Eindelijk bevrijd. Geen schuld, geen slachtoffer. Hannibal.

pr o

ef

Bron 4:

ve rs

ie

Simon Gronowski is een Belgische Jood die in 1943, op elfjarige leeftijd, samen met zijn moeder en zus op een treintransport richting Auschwitz werd gezet. Toen de trein vertraagde door een actie van het verzet, kon Gronowski uit de trein ontsnappen. Gronowski ontwikkelde vele jaren na de oorlog een hechte vriendschap met Koenraad Tinel die opgroeide in een collaborerend gezin dat volledig achter de nazi-ideologie stond. Tinel deed na de oorlog afstand van die ideologie.

↑ Maker onbekend. (1958). Herdenkingsplechtigheid aan de Dossinkazerne. Deze foto werd genomen aan de Dossinkazerne in Mechelen. Vanuit de Dossinkazerne vertrokken tijdens de Tweede Wereldoorlog treintransporten naar concentratie- en vernietigingskampen. In 1958 werd voor het tweede jaar op rij een herdenkingsplechtigheid georganiseerd door de Joodse gemeenschap.

58

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Bron 5: Geachte "Rechtvaardigen" van België, Geachte familie, Excellentie, Dames en heren, Vandaag wordt het rapport van SOMA (CEGES) over de verantwoordelijkheden van Belgische overheden in de Holocaust als boek voorgesteld. Dat rapport stelt dat de overheden te volgzaam waren. Meer nog, in een heel aantal gevallen werkten ze zelfs mee aan de deportatie en de vervolging van de Joden in België gedurende de nazibezetting. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van ons land. En we willen deze bladzijde niet

IN

zomaar omslaan. Ik wil vandaag de excuses herhalen die ik in 2002 in Mechelen uitsprak naar aanleiding van zestig jaar deportatie van Joden uit België, excuses die ik herhaalde in 2005 in Yad Vashem, in Jeruzalem, voor de hele internationale gemeenschap. (…)

Alleen de nadruk leggen op fouten en misstappen, is echter onrechtvaardig voor zeer veel andere landgenoten. Belgen die wel opgekomen zijn voor hun Joodse medemens. (…) Al deze "Rechtvaardigen" zijn immers een

N

voorbeeld. Een voorbeeld voor iedereen. Zij zijn de gezichten van de boodschap dat we "in naam van de tolerantie, geen enkele intolerantie mogen tolereren". Daarom deze herdenkingsplaat. Hier in het centrum van onze hoofdstad. (…) En ik wil dan ook de drie Gemeenschappen oproepen om de ellende van de Shoah, de

© VA

verantwoordelijkheid van zovelen, maar ook de moed van deze mensen nog nadrukkelijker in het onderwijs op te nemen. We moeten immers aan elke generatie en aan elk kind steeds opnieuw weer duidelijk maken wat onze morele opdracht is. Waar we als mensen tot mensen toe verplicht zijn.

Uit: Verhofstadt, G. (8 mei 2007). Toespraak Verhofstadt – de rechtvaardigen. News Belgium. news.belgium.be

ie

Dit fragment is afkomstig uit een toespraak gegeven door toenmalig eerste minister Guy Verhofstadt op een plechtigheid voor de Joden en de zogenaamde ‘Rechtvaardigen’ van België.

Bron 6:

ve rs

Bron 7:

De Vlaamse regering gelooft al meer dan 10 jaar sterk in dit project met internationale ambities. (…) Met dit museum, memoriaal en documentatiecentrum zullen we bijdragen aan de studie en bezinning over mechanismen van uitsluiting, onverdraagzaamheid en racisme in de samenleving, en tot versterking van de democratie. Ik ben er dan ook van

ef

overtuigd dat Kazerne Dossin een volwaardige plaats zal innemen in de lijst van

pr o

internationale Holocaustmusea, en in de bredere kring van herinneringsmusea. Uit: Departement Kanselarij & Buitenlandse Zaken. (23 november 2012). Opening van Kazerne Dossin in Mechelen. www.fdfa.be

↑ In 2012 opende in Mechelen de Kazerne Dossin. Vooraf vond een internationale persconferentie plaats waarin Vlaams minister-president Kris Peeters de functie van het museum toelichtte.

↑ Bierwerts, W. (1997). Herdenkingsmonument voor de gedeporteerde Joodse bevolking in Antwerpen. Dit monument bevindt zich op de Belgiëlei in Antwerpen. Het monument kwam er in 1997 op initiatief van het Forum der Joodse Organisaties en de stad Antwerpen. Het werd ontworpen door beeldhouwer Willem Bierwerts.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

59


5 De herinnering aan de Shoah 5.1 De herinnering aan de Shoah in West-Europa

IN

De herinnering aan de Shoah kent in elk land een eigen verloop. In West-Europese landen onderscheiden historici wel een algemene evolutie. Onmiddellijk na de oorlog was er in de collectieve herinnering vooral aandacht voor de gebeurtenissen in het eigen land. Als Joodse slachtoffers een plaats kregen in de herinnering, dan was dat vooral in een nationaal kader. Joodse slachtoffers vormden dan een van de voorbeelden van het leed dat het land was aangedaan.

Treister, K. (1990). Holocaustmonument in Florida. Dit monument werd opgericht in 1990, op initiatief van een vereniging van overlevenden van de Holocaust.

pr o

ef

Vanaf de jaren 1990 kreeg de Shoah een permanente plaats in de collectieve herinnering. Dat is onder meer zichtbaar in de vele Holocaustmusea en -monumenten die werden opgericht. De herinnering aan de Shoah kreeg daarbij een politieke functie. Ze diende vooral als een waarschuwing voor de volgende generaties en om te reflecteren over universele thema’s zoals tolerantie, racisme en discriminatie. De Shoah diende ook als een bindmiddel voor de Europese eenheid. Het werd voorgesteld als een moreel dieptepunt waartegen de moderne Europese democratieën zich succesvol hadden afgezet.

60

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

© Bert Hoferichter

ve rs

ie

© VA

N

Vanaf de jaren 1960 kwam er geleidelijk aan meer aandacht voor de Shoah. Het scharniermoment was de internationale media-aandacht voor het proces tegen nazitopman Adolf Eichmann en de processen tegen verschillende Auschwitz-bewakers. Tijdens de processen getuigden overlevenden van de kampen openlijk over hun ervaringen. Bovendien vroeg de Joodse gemeenschap in die periode zelf meer aandacht voor de Shoah en kwam er meer historisch onderzoek dat verschillende facetten van de oorlogstijd blootlegde. In de loop van de jaren 1970 - 1980 nam de belangstelling voor de Shoah onder de brede bevolking steeds verder toe. Aangrijpende televisiereeksen maakten de Shoah tastbaar voor mensen over de hele wereld. Ondertussen lag de oorlog ook wat verder terug in de tijd en stelde een nieuwe generatie vragen die de stilte doorbraken.


5.2 De herinnering aan de Shoah in België

IN

In België was er aanvankelijk weinig aandacht voor de unieke ervaringen van de Joodse gemeenschap. Het land worstelde met de heropbouw en de sterke verdeeldheid die de oorlog met zich had meegebracht. Onmiddellijk na de oorlog brak in België een zogenaamde repressie los die wilde afrekenen met mensen die tijdens de oorlog gecollaboreerd hadden. Die repressie gebeurde in eerste instantie op de straten. De bevolking kwam zelf in actie tegen (vermeende of echte) collaborateurs door huizen te plunderen en collaborateurs op te sluiten of zelfs te vermoorden. Bij de terugkeer van de regering startte een tweede repressiegolf waarin collaborateurs gerechtelijk vervolgd werden. In Vlaanderen werd, in tegenstelling tot Wallonië, al snel gepleit voor amnestie voor collaborateurs. Naast die communautaire breuklijn kwam in het amnestiedebat ook een ideologische breuklijn naar voren. Christendemocraten (vooral Vlamingen) waren eerder voorstander van amnestie terwijl (Waalse) liberalen en socialisten zich er eerder tegen verzetten.

© VA

N

Die verdeeldheid uitte zich ook in de herinnering aan de oorlog die zich in de verschillende landsdelen ontwikkelde. In Vlaanderen werd vanuit de Vlaamse Beweging sterk de nadruk gelegd op de repressie. Die had volgens hen een anti-Vlaams karakter. Aan Waalse zijde werd vooral de rol in het verzet benadrukt. In beide gevallen was de herinnering dus bijzonder eenzijdig, want in beide landsdelen was er sprake geweest van collaboratie én verzet. Voor de Joodse slachtoffers was er in die periode weinig aandacht.

ve rs

ie

Geleidelijk aan kwam er in België meer belangstelling voor de Shoah. In 1995 werd de negationismewet ingevoerd. Die wet maakt het strafbaar om de Shoah te ontkennen, te minimaliseren, te rechtvaardigen of goed te keuren. Daarnaast vond, in opdracht van de federale regering, tussen 2004 en 2006 een onderzoek plaats dat aantoonde dat de Belgische overheden actief meewerkten aan de discriminatie van de Joodse bevolking. In Antwerpen nam de politie bijvoorbeeld deel aan anti-Joodse razzia’s. Pas vanaf 1942, toen de eerste massale deportaties begonnen en de verplichte tewerkstelling werd ingevoerd, verliep de samenwerking in sommige steden minder vlot.

pr o

ef

Vandaag neemt de Shoah een centrale plaats in de herinnering aan de oorlog in. In de Mechelse Dossinkazerne werd een memoriaal, museum en onderzoekscentrum opgericht dat de Holocaust en de mensenrechten bestudeert.

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

61


III

Synthese

Schema verloop van de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945) asmogendheden -

Groot-Brittannië Frankrijk vanaf 1941: Sovjet-Unie vanaf 1941: VS

1939 - 1942: successen asmogendheden

IN

Duitsland Italië Japan

1942 - 1945: successen geallieerden

© VA

einde oorlog in 1945

N

-

geallieerden

kenmerken van de Tweede Wereldoorlog

-

wapenwedloop: vooruitgang oorlogstechnologieën gebruik atoombommen

-

massavernietiging: Shoah / Endlösung: Holocaust massavernietigingswapens

totale oorlog en wereldoorlog: - inzet kolonies mondiale betrokkenheid oorlogsvoering: land, zee, lucht - groot aantal burgerslachtoffers

ie

-

ve rs

België tijdens de Tweede Wereldoorlog

Duitse bezetting

verzet, collaboratie en accomodatie

collectieve herinnering

kolonies tijdens de Tweede Wereldoorlog

bezetting strijdkrachten koloniale legers werkkrachten oorlogseconomie dalende levensstandaard en hongersnood

pr o

-

ef

impact kolonies

weerstand van de koloniale bevolking

impuls voor onafhankelijksbewegingen

einde Tweede Wereldoorlog: geallieerde overwinning juli - augustus 1945: Conferentie van Potsdam

afspraken in verband met Duitsland (demilitarisering + verdeling in bezettingszones) maar: geen vredesverdrag of langetermijnoplossing nieuwe machtsverhoudingen Oost vs. West

start Koude Oorlog

Op iDiddit vind je een uitgebreider syntheseschema van dit hoofdstuk. 62

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)


Historisch denken

IN

Je leerde de volgende historische begrippen: 05 — cultureel: censuur, propaganda HISTORISCHE BEGRIPPEN — economisch: dwangarbeid, levensstandaard, oorlogsindustrie, wapenwedloop — politiek: accomodatie, amnestie, annexatie, autoritaire leider, bezetting, bondgenootschap, capitulatie, collaboratie, dekolonisatie, democratie, democratische rechtsstaat, fascistisch, grootmacht, interbellum, invloedssfeer, kolonie, mensenrechten, negationismewet, onafhankelijkheidsbeweging, oorlogsmisdadiger, patriottisch, razzia, repressie, verzet — sociaal: discriminatie, genocide, racisme, Shoah / Holocaust, tolerantie

N

Ook deze structuurbegrippen kwamen aan bod: argument – collectieve herinnering – contextualisering – keerpunt – (niet-)westers – perspectief – representativiteit – standplaatsgebondenheid

06

STRUCTUURBEGRIPPEN

© VA

Je leerde in dit hoofdstuk denken als een historicus. Je dacht na over manieren waarop historische betekenis wordt toegeschreven aan gebeurtenissen of ontwikkelingen uit het verleden en analyseerde hoe de beeldvorming in historische bronnen mee bepaald wordt door aspecten zoals de standplaatsgebondenheid van de auteur, het doel en het doelpubliek. Daarnaast bestudeerde je kritisch hoe historische gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog een plaats krijgen in de collectieve herinnering.

ie

Herlees en studeer het kader historisch denken op p. XXX.

ve rs

Bekijk op iDiddit welke doelen je moet halen als je dit hoofdstuk studeert.

Beantwoord de onderzoeksvraag.

Bekijk de inleiding op het titelblad van dit hoofdstuk en de routekaart met de weg die je hebt afgelegd. Verzamel

ef

al het bewijsmateriaal dat je hebt en formuleer daarmee een antwoord op de onderzoeksvraag. Met behulp van dit argumentatieschema moet je het antwoord kunnen toelichten. Kun je zelf nog andere argumenten toevoegen of nuanceren? Gebruik het schema om een besluit te formuleren.

Op welke manieren raakten burgers betrokken bij de Tweede Wereldoorlog?

pr o

Om te beginnen

Actieve vervolging van groepen burgers:

Daarnaast

Impact van het bezettingsregime, bijvoorbeeld in België:

Bovendien

Impact in de koloniale gebieden door:

Ten slotte

Veel burgerslachtoffers door:

Besluit

Hoofdstuk 2: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)

63


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.