Eindterm
3.2 De leerlingen bepalen het onderwerp en de globale inhoud van geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte communicatie.
Doelen: De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een
informatieve opiniërende prescriptieve
Unit 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 geschreven tekst 2, 3 6
De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een De leerling bepaalt het onderwerp en de globale inhoud van een
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gesproken tekst 5 3, 5
3.3 De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een De leerlingen bepalen wat de hoofdgedachte is in geschreven en De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een gesproken teksten in functie van doelgerichte communicatie.
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 geschreven tekst 6, 3, 5
De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een De leerling bepaalt de hoofdgedachte in een
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gesproken tekst 5 3, 5
De leerling selecteert relevante informatie in een De leerling selecteert relevante informatie in een De leerling selecteert relevante informatie in een
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 geschreven tekst 2, 3, 5 6
De leerling selecteert relevante informatie in een De leerling selecteert relevante informatie in een De leerling selecteert relevante informatie in een
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 gesproken tekst 5 3, 5
De leerling schrijft een informatieve tekst. De leerling schrijft een opiniërende tekst. De leerling schrijft een prescripitieve tekst.
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 geschreven tekst 2
De leerling geeft mondeling informatie. De leerling geeft zijn mening mondeling weer. De leerling geeft mondelinge instructies.
informatieve opiniërende prescriptieve
1, 2, 3, 4, 5, 6 gesproken tekst 3, 6
3.4 De leerlingen selecteren relevante informatie in geschreven en gesproken teksten in functie van doelgerichte communicatie.
Extra online
Get ahead
Uitbreiding (2 buckles)
3 (p.79), 5 (p.124-25)
3 (p.79), 5 (p.124-25)
3 (p.69), 6 (p.146-147) 3 (p.79), 5 (p.124-25)
6 (p.144)
3.5 De leerlingen produceren schriftelijke en mondelinge teksten in functie van doelgerichte communicatie met behulp van sleutelwoorden, bouwstenen of een voorbeeld.
3.6 De leerling neemt deel aan een gesprek. De leerlingen nemen deel aan mondelinge interactie in functie van doelgerichte communicatie.
3.7 De leerlingen gebruiken het kenmerken, mogelijkheden en principes van vreemde talen als taalsystemen als communicatiemiddelen in functie van doelgerichte communicatie.
De leerling past het communicatiemodel toe.
Extra online
Extra online gesproken tekst
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
1, 2, 3, 4, 6, 7, 8
5 (p.113)
Toets