Creatief is ........................................
Linkshandig is Een muziekinstrument speelt
Huisdieren heeft Goed kan rekenen
Ooit iets gebroken heeft
Dol is op spelletjes
Vaak moet lachen
Van het strand houdt
Goed kan zingen
Dol is op wintersport
Gebracht wordt met de auto
Aardig is Geen vis lust
Gescheiden ouders heeft
Geen broer(s) of zus(sen) heeft
Vaak gaat logeren
Les 1. Elkaar leren kennen
Overeenkomsten en verschillen
• Wie is enigst kind?
• Wie heeft huisdieren?
• Wie heeft een lievelingskleur?
• Wie eet er elke week patat of friet?
• Wie heeft er wel eens ruzie met zijn broer/zus?
• Wie woont er bij één ouder?
• Wie eet vegetarisch?
• Wie heeft er vaak moeite met zijn huiswerk?
• Wie vindt het leuk om te gamen?
• Wie zit er op een sport?
• Wie komt lopend naar school?
• Wie speelt graag buiten?
Les 2. In elkaars schoenen staan
De emotie-bus
Boos Blij Verdrietig
Walging Verbazing Stress
Woedend Teleurgesteld Bang
Stoer Aardig Gelukkig
Gehaast Verveeld Moe
Gestrest Geïrriteerd Verliefd
Les 3. Waarden vergelijken
Waarde: Creativiteit
Norm:
Als je te veel wisselgeld terug krijgt als je iets koopt, dan zeg je dat en geef je dat weer terug
Norm:
Als je veel groente en fruit eet
Waarde: Positiviteit
Norm:
Als je precies weet wat je zelf wilt en zelfvertrouwen hebt
Waarde: Geduld
Norm:
Als je iets van iemand hebt geleend, dan geef je dat ook weer terug
Norm: Als je kunst maakt om te exposeren
Waarde: Veiligheid
Waarde: Vrijheid van meningsuiting
Norm: Je denkt meestal positief, ook in een moeilijke situatie
Waarde: Vriendelijkheid
Norm: In een rij wacht je netjes tot je aan de beurt bent
Waarde: Rekening houden met anderen
Waarde: Eerlijkheid
Norm:
Als er klassenregels zijn opgesteld en afspraken zijn gemaakt
Norm: Als je iets vindt, mag je dat gewoon zeggen
Waarde: Zelfstandigheid
Norm: Als iemand achter je in de rij voor de kassa maar één artikel wil afrekenen, laat jij diegene voor gaan
Waarde: Respect voor andermans spullen
Norm: Als je in de lift staat laat je geen windjes
Les 3. Waarden vergelijken
Waarde: Dankbaarheid
Norm: Je gooit geen afval op de grond
Waarde: Dankbaarheid
Norm:
Als je de weg vraagt, help je die persoon door het uit te leggen
Norm: Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon
Waarde: Respect voor dieren
Norm: Als je een cadeau krijgt, bedank je hiervoor
Norm: Je helpt je ouders door de vaatwaser in te ruimen
Waarde: Respect voor het milieu
Norm: Je slaat je hond niet
Waarde: Behulpzaamheid
Les 8. Prinsjesdag begrijpen
Wat doe jij met een miljoen?
Zorg
Onderwijs/cultuur
Sociale zekerheid
Justitie en veiligheid
Gemeente en provincie
10. De waarde van spullen weten
Wat zijn de kosten daarvan? Hoeveel heb je er gebruikt?
Spullen Gum
Les 12. Nepnieuws herkennen
Man redt hond
Brandweer rukt uit
Ouders niet welkom op school Veel regen verwacht
School is leuk
Directeur komt te laat
WC overstroomt
Warm weer op komst
Morgen code rood
Griepgolf
Verbod op frisdrank
Man deelt snoepjes uit
Clown loopt op straat
Snoepen is gezond Cursus voor ouders
Kerstverlichting is uit
Energieprijs is hoog
Geen zakgeld meer
Ontbijt op school
Mobieltjes verboden
Bedorven eten
Les 12. Nepnieuws herkennen
Katten zijn de baas
Muziek staat hard
Vogels vliegen niet meer
Het gras groeit te hard
Zonuren zijn laag
Zee stroomt weg
Snelwegen gaan dicht
Buren plaatsen schutting
Paard breekt uit
Vliegtuig blijft staan
Winkels sluiten hun deuren
Juf neemt ontslag
Kind krijgt rijles
Voorstelling is uitverkocht
Les 13. Nee leren zeggen
Print dit blad op A3 papier.
je naam op in de cirkel op de juiste plek. In het midden, op de rand of aan de buitenkant.
Schrijf
Les 13. Nee leren zeggen
Vertel een mop en de andere groep mag niet lachen
Ga 3 minuten op 1 been staan, val je om dan verlies je een punt
Sta 1 minuut stil en beweeg niet
Ruik aan de voeten van iemand anders
Vijftig nieuwe namen verzinnen binnen 2 minuten
Een kaartenhuis bouwen van 5 verdiepingen in 2 minuten
Blaas een ballon op tot deze knapt
Ga binnen 1 minuut op volgorde staan van groot naar klein
Probeer de anderen aan het lachen te maken door gekke bekken te trekken, zonder geluid
Los een sudoku op binnen 3 minuten
Een stukje rauwe ui eten
Geef een handkusje aan de andere groep
Ruil je kleding met elkaar, bijvoorbeeld je trui of vest
Knipper 1 minuut niet met je ogen
Spring op en neer en zeg dat je een kikker bent
Je ogen precies 1 minuut dicht houden
Iedereen geeft een compliment aan de andere groep
Les 14. Conflicten oplossen
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen in een kring
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Zet de stoelen bij het raam
Les 14. Conflicten oplossen
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Zet de stoelen bij de deur
Les 14. Conflicten oplossen
Maak een elfje
Nu ga je aan de slag met het maken van een gedichtje. De dichtvorm ‘Elfje’ bestaat uit elf woorden op vijf dichtregels die in een vaste volgorde wordt verdeeld:
• Eén woord
• Twee woorden
• Drie woorden
• Vier woorden
• Eén woord
Als onderwerp neem je een conflict dat je nu hebt of hebt gehad, dat veel invloed op je heeft gehad. Zie voorbeeld.
Les 14. Conflicten oplossen
Maak een elfje
Nu je het voorbeeld hebt gezien lukt het vast ook om zelf aan de slag te gaan met het maken van een elfje:
Les 15. Sorry zeggen
Stappenplan sorry zeggen
Naam:
1. Waar gebeurde het?
2. Wie waren erbij?
Ken je hun namen?
Met een groepje
3. Wat is er gebeurd?
Teken het hier:
Datum:
anders
Met 1 iemand
Ken je zijn/haar naam?
Schoolplein
Gang Fietsenhok Klaslokaal
Duwen
Negeren
Uitschelden
Uitlachen
Slaan
Schoppen
Ergens anders
Teken het hier: Iets
Uitschelden
Schoppen
Teken het hier:
Vechten
Iets anders
5. Hoe voelde je je daarbij?
6. Wat was de reactie van de groep?
Teken het hier:
Teken het hier: Iets anders
Iets anders
7. Wat wil je nu doen?
Boos Verdrietig
Bang
Boos Uitlachen
Huilen
Slaan Duwen Uitlachen
Duwen
Slaan Uitschelden
Brief schrijven
Tekening maken
Schoppen
Stellingen voor over de streep
• Mensen in een rolstoel zijn zielig.
• Bij de brandweer horen geen vrouwen.
• Je kunt aan iemand zien of zij lesbisch is.
• Met een hoofddoek op kun je geen goede agent zijn.
• Gamers hebben geen sociaal leven.
• Chinezen kunnen goed rekenen.
• Twee homoseksuele mannen kunnen geen kind opvoeden.
• Mensen die er netjes uitzien, kun je vertrouwen.
• Ouderen hebben geen verstand van sociale media.
• Mensen zonder een relatie zijn eenzaam.
• Een chirurg is een man.
• Dikke mensen zijn gezellig.
• Als je dyslexie hebt, dan ben je dom.
• Als je goed kunt leren, dan ben je een nerd.
• Mensen die vaak lachen zijn altijd vrolijk.
Les 19. Jezelf zijn
Wanneer weet je of je verliefd bent?
Op wie mag/kan je verliefd worden? Heb je daar een mening over?
Hoe ziet een ‘normaal’ gezin er volgens jou uit? Waarom?
Stel: je mag niet meedoen met een spel op het schoolplein, omdat je een meisje of jongen bent. Is dat eerlijk? Waarom wel/niet?
Mag je iets anders leuk vinden dan je klasgenoten?
Hoe zorgen we er samen voor dat iedereen zichzelf kan zijn in de klas?
Kun je aan de buitenkant zien hoe iemand van binnen is?
Mag je zelf weten op wie jij verliefd wordt?
Sommige kinderen voelen zich geen meisje, maar ook geen jongen. Je kunt soms geen ‘zij’ of ‘hij’ zeggen. Wat zeg je dan?
Ken jij een gezin waarbij er niet één moeder en één vader is?
Wat is het verschil tussen iemands geslacht en iemands gender?
Hoe zou het zijn om je anders te voelen van binnen terwijl je er van buiten anders uitziet?
Stel: een klasgenoot is geboren in het lichaam van een meisje en voelt zich een jongen. Wat zou je willen vragen?
Doe je wel eens iets wat je niet leuk vindt, maar wat je doet omdat je een meisje of jongen bent?
Ken jij bekende LHBTI+-mensen? Tip: zoek samen op internet naar bekende lhbt’ers.
Wie is de baas over wat jij leuk vindt en hoe je eruitziet?
Hoe zou het zijn als iedereen op de hele wereld hetzelfde is?
Er zijn vrouwen en mannen die brandweerman zijn. Wat zou een betere naam zijn voor dit beroep?
Mag je geslacht bepalen wat je sport en hobby’s zijn of wat je beroep is?
Kunnen twee meiden of twee jongens later ook trouwen?
Les
19. Jezelf zijn
Hoe wil jij eruit zien?
Les 20. Kriebels in je buik hebben
Vragen over verliefdheid voor op je happertje
• Ben je wel eens verliefd geweest?
• Heb je wel eens met iemand gezoend?
• Kun je ook verliefd worden op je huisdier?
• Hoe voelt het als je verliefd bent?
• Durf je wel over verliefd zijn te praten?
• Wordt iedereen verliefd?
• Voelt verliefd zijn fijn?
• Durf je iemand om verkering te vragen?
• Hoe vraag je iemand om verkering?
• Ben je wel eens op meer mensen verliefd geweest?
• Ga je blozen als je verliefd bent?
• Vind je deze vragen spannend?
• Weet je wat liefdesverdriet is?
• Kun je thuis over je lichaam praten?
• Kun je thuis over seksualiteit praten?
• Kunnen een jongen en een meisje gewoon vrienden zijn?
• Durf je vragen te stellen over seks?
• Kijkt een jongen anders naar verliefdheid dan een meisje?
• Kun je verliefd worden op iemand met een andere culturele achtergrond?
• Aan wie zou je het vertellen als je verliefd bent?
• Wat vind je er van als iemand met je flirt?
• Hoe laat je merken dat je iemand leuk vindt? Heb je nog vragen die hier niet tussen staan? Je mag ook je eigen vragen op het happertje zetten!