NOORDELIJKE RONDREIS
— Eilandhoppen en vastelandskust: rondrit in de Kvarnerregio en Noord-Dalmatië —
Rijeka – het eiland Cres – het eiland Lošinj – het eiland Krk – het eiland Rab – het eiland Pag –Zadar – Starigrad Paklenica – de Meren van Plitvice – Senj – Crikvenica – Rijeka (861 km)
Deze rondrit geeft u een idee van de verscheidenheid van deze landstreek met zijn culturele erfgoed en fraaie landschappen. U treedt in het spoor van de Romeinen, de Frankopans en de Oostenrijks-Hongaarse monarchie die deze regio allemaal sterk hebben beïnvloed. U geniet van de cultuur in de vorm van historische gebouwen en mooie concerten en snuift de geur op van een wereldstad.
De burcht van Trsat in Rijeka
De eilanden onthullen naast hun ruwe, kale kant ook hun verborgen schoonheid en schenken weidse vergezichten vanaf de bergen. Ter afwisseling kunt u uw wandelschoenen aantrekken om het gebied via bergpaden te verkennen. Elke dag lonkt de zee en dus is er tijd voor een uitgebreid strand-
Rt.
Veli Bok
Rijeãki zaljev
Omi‰alj
Rt. Jablanac
Rt. Grota
Nacionalni
Belaviçi
Tuk Belo Selo FuÏine
GriÏane KriÏi‰çe Liã Zlobin
Gostinjac Malinska
Njivice ·ilo Povile
Bajãiçi Kras
Korniç Vrh Valbisˇka
Merag
Pernat
zaljev
Podol Mali
Jasenjak Ljubo‰ina
Partizanska DreÏnica Ledenice
Vrbnik
Draga Ba‰çanska
Ba‰ka Stara Ba‰ka
Orlec
Vrana Grmov
Belej ·tivan
Ustrine
Osorski zaljev
Unije Nerezine âunski Punta KriÏa
Rt. Damjan Suha Punta
Vele Srakane
Susak
âikat
Veli Lo‰inj
Adriatische Zee
Lopar San Marino
Lokva
Starigrad
Tovarnele
Zrniçi
Bosiljevo
Gornji Zveãaj
Grabrk Generalski Stol
Bariloviç
Perjasica
Înidovac Skradnik
Sibinj Alan Krivi Put Prokike Zuta Lokva Brinje KriÏpolje
Jezerane
Josipdol
Munjava
Omladinsko jezero KruÏçiãko jezero
Zdenac Gornje Primi‰lje
Donji Poloj
Hrvatski Blagaj
Toboliç
Brezova Glava
Slavsko Polje
Budaãka Rijeka
Vojniç
M r e Ï nica Korana
Miholjsko Kristinja Radonja
Maljevac Jezero
Dabar Drenov Klanac Glibodol Mala Kapela Javornik
Glavace Kompolje
ZaluÏnica Ponori
G. Klada Aniçi Kuterevo
Mi‰njak Jablanac Kampor
Buja
Rudinka
Plitviãka jezera Dobra
Ramljani
Cetingrad
Donji Ladjevac
Liãka Jesenica Rakovica
Gornja Moãila TrÏac
Plitvica
Mi‰njak
Ploãe
Kozjak jezera 0 20 km 10
Homoljac Liãko Le‰ce
Plitviãka Jezera
Prijeboj Don
Plitviãki Ljeskovac G. Babin Potok
Studenci âanak
Stirovaãa Kaluderovac
Bjelopolje
M Buniç
Ljubovo ·iroka Kula Peru‰iç Trnovac
Su‰anj Bru‰ane
Ostrvica Vrebac
Liãki Novi Bilaj
Liãki âitluk Medak
Bariç Draga Dinji‰ka Gorica Povljana Ko‰ljun
KriÏ Punta Skala
bezoek. ‘Een beetje van alles’ is de slogan van deze gezapige route waarvoor u niet de hele dag in de auto hoeft te zitten. De route biedt veel afwisseling, laat ruimte om zelf op verkenning te gaan en wie dat wil, stelt uit dit traject zijn eigen sport- of uitgebreid cultuurprogramma samen.
Belangrijk: informeer altijd naar de vertrektijden van de veerboten. Ze veranderen elk jaar en er zijn verschillen tussen hoog- en laagseizoen, week-, zon- en feestdagen!
Udbina Mekinjar Mogoriç Krbava Peçane
Gornja Ploãa
Raduã Kukljiç Poãitelj
Lovinac
Riãice
Novigrad Obrovac Podprag
Karinsko more
Zrmanja Lika
Riãica
Creski
A VEEL TREDEN NAAR EEN PANORAMA
De Opatija-Rivièra en het eiland Cres
109 km ROUTE Rijeka - Opatija - Lovran - Mošćenička Draga - Cres - Osor
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend In Rijeka (wandeling, burcht van Trsat) parkeren aan het Dode Kanaal (Mrtivi kanal). Daarna richting Opatija via de hoofdweg (N8 of E61) altijd rechtdoor in westelijke richting. Wegwijzers Opatija (en de zee) volgen tot 14 Opatija (korte wandeling). Daarna de kustweg (D66) naar het zuidwesten richting Pula tot 21 Lovran (korte wandeling). Verder via de kustweg (D66) naar het zuidwesten richting Pula tot 32 Mošćenice (afslag van de hoofdweg naar boven, aangegeven) en terug naar 35 middag Mošćenička Draga (eten en zwemmen). Vervolgens de kustweg (D66) naar het zuidwesten richting Pula tot de 51 15.45 u Veerboot Brestova–Porozina (in het hoogseizoen 13 x per dag, duur overtocht: 20 min., info op www.jadrolinija.hr); de afslag naar de ferry is 1 km ten zuiden van Breseč en staat in grote letters aangegeven (eiland Cres). Op het eiland Cres de hoofdweg (D100) naar het zuiden volgen tot 109 avond Osor (wandeling, eten).
çi
Mo‰çenice
Ika Medveja
Brseã
Marãelji Ju‰içi
Soboli âavle Vi‰kovo
Rt. Jablanac Rt. Grota
Rt. Pernat
Valun Lubenice
Rijeka Vransko jez. Rijeãki zaljev Osorski zaljev Veli Bok K v a r n e r S r e d n j a v r ata K v
Rt. Osor
Bakarac Krasica
MejaGaj
Omi‰alj
Rudine
Poljica Kras Malinska Njivice
Bajãiçi
Rt. Negrif
Kormati
Televrina
Creski zaljev 0
Rt. Sv. Duh
Rijeka is een grote stad die ‘ s ochtends al vroeg begint te bruisen. Er wordt geclaxonneerd, lawaai gemaakt en ook hier haast men zich ambitieus naar kantoor – glazen paleizen tussen neoclassicistische gebouwen met fantastische versieringen, figuren en engeltjes. Tijdens een wandeling krijgt u een mooi overzicht en de ochtend is het beste tijdstip om de oude processieweg te beklimmen naar de vesting Tsrat. Langs de Korzo, de voetgangerszone, bereiken we in het oosten het Dode Kanaal (Mrtivi kanal), een vroegere rivierarm van de Riječina en zien we boven het doel.
559 treden leiden naar de top van de 138 m hoge berg van Trsat met fort en votiefkerk, een waarachtig strategische ligging. Het panorama dat de Romeinen en Frankopans over de hele Kvarnerregio hadden, is adembenemend. In de verte ziet u de volgende bestemmingen van de eerste etappe: de Opatija-Rivièra en het eiland Cres.
Afdalen gaat snel. Op de grote groente- en fruitmarkt ten oosten van het renaissancistisch-barokke volkstheater kunt u nog een voorraad vitaminen inslaan. Bij het wegrijden uit de stad richting Opatija vordert het verkeer traag – de weg kan het verkeer al lang niet meer slikken, maar de kuststrook is te smal om de weg te verbreden.
Wie in Opatija wil stoppen, parkeert het beste aan de kleine jachthaven en wandelt noordwaarts door het mooie Angiolinapark met zijn enorme reuzensequoia’s, exotische planten en borders. In het park liet Iginio Scarpa, een handelaar uit Rijeka, in 1844 de bizarre roze Villa Angiolina bouwen.
Iets verder westwaarts dwaalt de blik naar de zeemeermin op een rots en naar de prachtige, elegante hotels Kvarner, Millenium en Palace. De oeverweg brengt ons erheen. Loof- en groenblijvende bomen zorgen voor schaduw.
De tocht via de kustweg vordert moeizaam. Mooie villa’s en de grote jachthaven bij Ičići, met het silhouet van Rijeka op de achtergrond, trekken de aandacht.
De volgende tussenstop is Lovran, de stad van de villa’s en kastanjes. Een weelderige laan verwelkomt ons. Links staan prachtige villa’s, soms gehuld in bijna tropische schoonheid. We parkeren vlak bij de dorpsrand aan zee op het kleine schiereiland. De historische kern rondom de kerk van Sint-Joris nodigt uit tot een koffiepauze.
De rit gaat verder langs schitterende baaien en dorpen en telkens weer doemen villa’s op. Mošćenička Draga is de volgende bestemming. Ofwel parkeert u in de gemeente, ofwel rijdt u nog een paar kilometer verder naar Mošćenice. Wie liever te voet gaat, begint aan zee, bij Villa Rubin, en bereikt via 700 treden het middeleeuwse dorpje, omgeven door versterkte muren. Het uitzicht – op het langgerekte eiland Cres – is fantastisch. Vanzelfsprekend maken we een wandelingetje door de doolhof van steegjes en werpen we een blik op de oude oliepers in het museum. Daarna doet een duik in het water deugd – het prima onderhouden kiezelstrand in Mošćenička Draga biedt ook schaduw. In een van de kleine etablissementen kunt u een hapje eten.
Voorbij Mošćenička Draga kronkelt de weg langs de Opatija-Rivièra. Telkens weer zien we beneden de baaien en boven de weg die eromheen loopt. Cipressen bewaken de kust, idyllische dorpjes zoals Brseč schuiven voorbij. Een bord wijst de weg naar de veerboot. Met talloze bochten slingert het smalle weggetje zich omlaag naar de ferryhaven naar het eiland Cres.
De Korzo – de winkelstraat van Rijeka
De overtocht is kort en de wind verfrist. Laat eerst de andere auto’s vertrekken, zodat u beter van het landschap kunt genieten. Door de open ramen dringt de geur van salie binnen. Een blik op de landkaart toont dat het eiland Cres lang en dunbevolkt is. Onafgebroken klimt de weg.
Een ongerept landschap tot we de smalste plaats van het eiland bereiken. Een smalle zijweg leidt omlaag naar de oostkust en Beli, een mooi piratennest. We parkeren en kijken richting oosten naar het eiland Krk, in het westen glinstert de zee zilverkleurig en is het silhouet van Istrië te zien. Langs de eilandweg gaat de rit verder door een bijna uitgestorven gebied vol eindeloze muurtjes. In de lente verandert bloeiende brem het gebied in een gele vlakte. Her en der een dorp.
We passeren Cres, de hoofdplaats van het eiland, en aan een inham in het zuiden de enorme jachthaven. Daarna volgt een heel ongewoon tafereel: een meer, het Vransko jezero. Daar mag u jammer genoeg niet in zwemmen, het wordt immers voor de watervoorziening gebruikt. Bomen versperren ondertussen het uitzicht.
Vlak voor ons, aan de zee-engte die de eilanden Cres en Lošinj van elkaar scheidt, doemt onze bestemming Osor op, de kerktoren blinkt vredig in de avondzon. Een concert in de Mariakathedraal is een must, net als een wandeling door het gezellige dorp met zijn plaveisel van kinderkopjes en zijn talrijke sculpturen.
B BERGTOCHT MET UITZICHT
Sv. Nikola en het eiland Lošinj
22 km ROUTE Osor (bergtocht Sv. Nikola) - Artatore - Veli Lošinj
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Van Osor via de D100 naar het eiland Lošinj en zuidwaarts tot 5 Nerezine (beklimming van de berg Sv. Nikola, 558 m, ca. 2,53 u wandelen).
12 middag Verder op de D100, bij de afslag voorbij Cunski rechts naar Artatore (zwemmen, eten), dan op de D100 blijven tot 22 avond Veli Lošinj (stadswandeling, eten).
Sta vroeg op en stop zonnecrème, een petje en voldoende water in de rugzak. De eerste bestemming is de Sv. Nikola, de 558 m hoge berg van de bergketen Osoršćica op het eiland Lošinj.
Rijd in Nerezine richting Pešćine en volg de wegwijzers naar de parking voor hikers. Een eeuwenoude pelgrimsweg leidt van hieruit bergop naar de beschermheilige van de zeelieden, Sint-Nicolaas, die boven zijn kapel heeft. Het gaat gestaag bergop, eerst via treden in de rotsen, daarna over een bospad. Bocht na bocht kronkelt het pad hoger.
Vanuit vogelperspectief zien we beneden het dorp Nerezine en het eiland Krk liggen. Het pad wordt schaduwrijker naarmate het stijgt en loopt door een pijnboombosje. Na ongeveer twee uur gezapig klimmen bereiken we de kapel Sv. Nikola, een halfuur later de gelijknamige top.
Een schitterend uitzicht vormt de beloning: onze blik zweeft over de gera-
felde kust naar de met maquis begroeide bergrug in het zuiden. In de verte ligt in het zuiden de havenstad Mali Lošinj, daar nog achter Veli Lošinj, en in het westen ligt het eilandje Unije. Bij helder weer doemt in het zuiden de hele archipel op, in het noordoosten het Velebitgebergte en het eiland Krk en wie veel geluk heeft ziet zelfs de Italiaanse Apennijnen.
Wie graag nog hoger gaat, kan in een halfuur naar de hoogste top van de bergketen stappen, de Televrin (588 m). Die tocht is enkel aan te bevelen voor wie geen last heeft van hoogtevrees. Bovendien is er alleen zicht op het westen.
Na de bergtocht rijden we verder zuidwaarts op de nu brede eilandweg en in ongeveer twintig minuten bereiken we de afslag naar Artatore. Strijk daar eerst neer in een restaurant. Daarna lonken de zee en een schaduwrijk plekje, de baai is groot!
Vele Srakane Unije Zeãa
Rt. Osor
Visoki
Ustrine
Osor Televrina
589
Vele Srakane Unije Nerezine
Male Srakane
Susak
Susak
Artatore Osorski zaljev U n i j s k i k a n al Lo‰injski
âutin Veli
Trstenik
Punta KriÏa
âunski
âikat
Veli Lo‰inj
10 km 5
100 Ilovik
In Veli Lošinj kuiert u door de smalle straatjes met hoge stenen muurtjes waarachter weelderig groen groeit en het zoet geurt. U komt aan de havenbaai en even verderop de Kula. Tegenover de toren staat de imposante basiliek met het schilderij Madonna met heiligen van Bartolomeo Vivarini (1455). Op de zeeboulevard staan zitbanken, via de boulevard wandelt u om de met pijnbomen begroeide landtong heen en bereikt u de baai van Rovenska, omgeven door eenvoudige, kleurrijke huizen. Restaurantjes staan er knus zij aan zij. Enkele imposante jachten zijn aan ankerboeien vastgemaakt, in de achterliggende havenkom schommelen de bonte vissersboten.
Rt. Damjan
Pogana
Suha Punta
Mali Lo‰inj
Oruda
Palacol
Vele Orjule
Male Orjule
Sveti Petar Lo‰inj
Rt. Kornu
Uitzicht op Nerezine
Berghut Sv. Gaudent (274 m)
Er is ham, kaas, water, bier, koffie, eenpansgerechten en op bestelling vlees uit de peka. De berghut staat ten noorden van de top. T (098) 182 61 50. Juni–sept. open, anders enkel tijdens het weekend.
C STEMMIGE EILANDDORPEN
Op Lošinj en Cres
82 km ROUTE Veli Lošinj - Mali Lošinj - Valun - Lubenice - Loznati - Cres
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Van Veli Lošinj op de hoofdweg van het eiland, de D100, terug naar
4 Mali Lošinj. Grote parking bij de kade voor veerboten (rondwandeling). Daarna op de D100 terug naar het eiland Cres via Osor tot ca. 3 km ten noorden van het meer van Vraner, daar de bewegwijzerde afslag nemen naar
57 Valun (wandeling en café). Vervolgens naar
64 middag Lubenice (wandeling en zwemmen). Verder op de D100 tot de afslag vanuit Valun naar
80 Loznati (eten). De D100 nemen naar 86 avond Cres (wandeling).
Zonsopgang bij de oude stad van Lubenice
We trekken ‘ s morgens van Veli Lošinj naar Mali Lošinj en nemen de meest zuidelijke afslag naar de veerhaven. Hier is een groot – maar betalend – parkeerterrein. ‘ s Morgens vroeg vindt u misschien nog een gratis plaats voor de slagboom. Aan de grote inham Valle d’Augusto valt al een en ander te beleven. Heel wat boten liggen voor anker in de haven, waaronder de excursieboten naar de kleine eilanden voor de kust: naar het zandstrand op het eiland Susak, naar het bloemeneiland Ilovik, naar het met zwembaaien gezegende eiland Silba of meteen naar de grootstad Zadar.
We slenteren langs het water via de palmenboulevard met zijn ontelbare cafés, ijssalons en souvenirwinkels naar het hoger gelegen kerkplein, kopen misschien wat fruit, groente en een ijshoorntje en gaan terug naar de parking.
Na nauwelijks een halfuur bereiken we op het eiland Cres de afslag naar
Valun. Langs haarspeldbochten gaat het omlaag. Het uitzicht is fantastisch.
Rt. Pernat
Creski zaljev
100
Merag
Loznati
Lubenice
Podol Mali Pernat
Valun
Vransko jez.
Orlec
ni Pogana Mali Lo‰inj
Rt. Negrif
Plavnik
Kormati Cres
·tivan
Rt. Osor
Osorski zaljev
Belej
Vrana Grmov Ustrine
Rt. Sv. Duh
Unije Zeãa Visoki Trstenik
Osor
Unije Nerezine
Vele Srakane
Vele
Srakane
Male Srakane
Punta KriÏa
âunski
100 Veli Lo‰inj
âikat
0 10 km 5
Rt. Damjan
Suha Punta
Cres Televrina 589 Oruda
Palacol
Vele Orjule
Helemaal beneden aan de grote baai strekt Valun zich uit, in de verte ligt Istrië. Het grote parkeerterrein van het autovrije stadje ligt iets ten noorden van het stadje. Valun is bekend voor zijn glagolitische inscripties.
Tegenwoordig trekt het plaatsje veel gezinnen met kleine kinderen aan, die hier ongestoord kunnen rondhollen. Bovendien vindt u aan de stadsrand een gezellig kampeerterreintje bij de zee, waar iedereen na enkele dagen iedereen kent. In het donkere kerkje bekijken we de in de muur gemetselde Steen van Valun uit de 11de-12de eeuw. Die is samen met enkele andere bekende glagolitische inscripties duidelijker te zien in het lapidarium van de konoba Tos Juna. Uiteraard zijn dat kopieën, maar als didactisch materiaal zijn ze prachtig.
Nu gaat het naar Lubenice, naar de 3500 jaar oude versterkte vluchtburcht. Een kerktoren en oude huizen van natuursteen verwelkomen ons. Niets verstoort de bouwkundige samenhang in dit dorp. Ver beneden schittert een witgerande, diepblauwe baai. Ongeveer 45 minuten, inclusief de vele fotopauzes, hebben we nodig om te voet beneden te geraken (water niet vergeten!). Boven troont het steengrijze vroegere piratennest, ton sur ton met de rots. Pas in de namiddag laten we het idyllische kiezelstrand achter ons, klauteren naar boven en rijden naar Loznati. De konoba Bukaleta, een plattelandscafé in Beierse stijl, wenkt uitnodigend.
Daarna gaat het verder naar Cres, waar de met kinderkopjes geplaveide steegjes allemaal naar de doolhof aan de havenkom leiden. Daar lokken de café-bars met kaarslichtromantiek – de aangename hoofdplaats van het eiland ademt rust uit.
Krk en de haven
D CONTRASTRIJK EILANDHOPPEN
De eilanden Cres, Krk en Rab
108 km ROUTE Cres - Merag - Valbiška (veerboot) - Krk - Vrbnik - Jurandvor - BaškaValbiška (veerboot) - Lopar - Rab
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend In Cres de D100 nemen, net voorbij Cres afslag naar Merag (bewegwijzerd).
14 8.30 u Veerboot Merag - Valbiška (overtocht ca. 25 min., info op www.jadrolinija.hr). Op het eiland Krk is de stad Krk uitstekend aangegeven.
34 Krk (parkeerterrein voor de oude binnenstad, wandeling), daarna bezoek aan het kloostereiland Košljun; vervolgens de afslag bij de baai van Košljun naar
45 middag Vrbnik (wandeling en eten), daarna terug en op de D102 naar
62 Jurandvor (Steen van Baška). Op de D102 verder naar
64 Baška (begraafplaats en zwemmen). Via Krk terug naar
96 16 u Valbiška. Veerboot Valbiška Lopar naar het eiland Rab (overtocht ca. 80 min., laatste veerboot juli/aug. om 20.30 u, info op www.jadrolinija.hr). Op het eiland Rab de D105 nemen (goed bewegwijzerd) naar de stad 108 avond Rab (eten, avondwandeling).
Klenovica j li Glavotok
Gostinjac Malinska
Njivice ·ilo
Poljica Kras Risika
Bajãiçi
Valbi‰ka
Rt. Sokol ablanac
Vrbnik
Korniç Vrh
Ko‰ljun
Rt. Negrif
Plavnik
Orlec Merag Punat
Vrana
Sv. Lucija
Stara Ba‰ka
Draga Ba‰çanska
Ba‰ka
Prviç
Rt. Sorinj
Sv. Grgur
Supetarska Draga
Kathedraal Sv. Marija, Rab
Sibinj
Vandaag staat eilandhoppen op het programma. Begin vroeg om een jachtige dag te vermijden. We verlaten de hoofdweg van het eiland en dalen door een maquislandschap af naar de veerhaven Merag. Aan de overkant, bijna binnen handbereik, ligt Krk, het grootste eiland van Kroatië.
Op Krk wijzen grote verkeersborden ons langs brede wegen de weg, enkel het maquislandschap lijkt op dat van het eiland Cres. We parkeren aan de haven voor de oude binnenstad van Krk; de havenkom ligt vol boten. We gaan naar het bastion van de Frankopans en de kathedraal en wandelen eventueel op de stadsmuur.
Wie voldoende tijd heeft, kan het eilandje Košljun bezoeken. Het beste en snelste transportmiddel daarheen is ongetwijfeld de taxiboot vanuit Punat De weg leidt ons langs de baai van Košljun en de verscholen gelegen, 9de-eeuwse, preromaanse kerk Sv. Dunat. Het mastenbos in de jachthaven van Punat trekt de aandacht. We parkeren aan het einde van de zeeboulevard en nemen een taxiboot naar het kloostereiland Košljun. In het idyllische landschap vol steeneiken heerst goddelijke rust. Een hoogtepunt is het oudste stadsgezicht van Krk op het schilderij van het hoogaltaar, waarop de beschermheilige Sint-Quirinus een maquette van de stad in zijn handen houdt.
We rijden verder naar het wijnstadje Vrbnik, hoog op een rots. Van beneden gezien piept het schilderachtig tevoorschijn tussen de pijnbomen, het kustgebergte Velebit vormt de achtergrond. Smalle straatjes, huizen met afbladderende verf, kleine wijnkelders, panden van natuursteen met op de tafeltjes ervoor de goudgele drank žlahtina waarvoor het dorp bekend is. Een bezoek aan een van de wijnkelders is een must. Veel is er niet te zien, maar het ruikt er des te sterker – dus waarom ook niet proeven?
Het dorpje Baška op Krk
Lampen op een vissersboot
De rit gaat opnieuw door wijngaarden richting de baai van Košljun. Weer op de hoofdweg van het eiland buigen we af naar de verlaten bergen, die aan deze kant weelderig zijn begroeid met aleppodennen. De parkeerterreinen met talrijke wegwijzers bewijzen dat hier op het eiland veel wordt gewandeld. Ook de mountainbikers treffen hier een paradijs aan. De weg leidt door een weelderig landschap. We kruisen een beek, zien met klimop begroeide boomwortels, donkergroene moerasbladeren, velden en wijngaarden.
Een plaatsnaambord kondigt Jurandvor aan. We buigen af naar het kerkje Sv. Lucija uit 1100 en bekijken het belangrijkste stenen document in glagolitisch schrift, nu ja, een kopie: de steen van Baška (12de eeuw), die hier in de vloer was ingewerkt. Het dal wordt breder; Baška meldt zich.
Aan de dorpsrand houden we links aan, volgen de weg twee kilometer lang en slaan dan op een smal weggetje links af naar het kerkhof. We rijden bergop op een smalle asfaltweg vol cipressen, die niet breed genoeg is voor twee auto’s. Parkeer- en uitwijkbochten zijn er nauwelijks. Het uitzicht is evenwel grandioos, want onder ons ligt Baška aan de sierlijke baai. Het stadje lijkt wel gemaakt van bouwblokjes, omlijst met kale witte bergen en met nog meer kale eilanden in de verte. Daarna dalen we opnieuw af langs de steile weg. We nemen de ringweg richting de haven, het laatste stuk is steil.
We parkeren en slenteren op de zeeboulevard langs de talrijke restaurants en café-bars of dalen af naar het kiezelstrand. In Baška is het rustig, want de veerboot naar Rab werd afgeschaft. De ferry vertrekt tegenwoordig vanaf Valbiška, het vertrekpunt van onze rit op Krk. Intussen is het hoog tijd om terug te keren naar Valbiška en daar de veerboot naar het eiland Rab te nemen.
Na een 80-tal minuten varen bereiken we Lopar, waar we op de hoofdweg van het eiland koers zetten naar de hoofdplaats Rab. Het loont de moeite om eerst in Lopar het ‘paradijsstrand’ Rajška plaža te bezoeken – een grote, ondiepe baai met goudgeel zand en pijnbomen die voor schaduw zorgen. In de verte ligt het kustgebergte Velebit.
We rijden verder naar Rab, langs de grote inham Supetarska Draga, met aan de rand enkele eilandjes en ook een grote ACI-jachthaven. Aan het eind
van de baai loopt de hoofdweg rechtdoor, een groen dal in. Deze vruchtbare lengtedalen worden poljen genoemd. Onze blik valt op een kerkje en een soort hoeve midden in het dal. Hier stond ooit het klooster Sanctus Petrus in valle. Het werd gesticht in 1059 en opgeheven in de 16de eeuw. Tegenwoordig valt hier alleen nog de oudste kerk van het eiland te bewonderen, Sv. Petar, met ernaast de goede, kleine konoba Sv. Petar.
Ook de buitenwijken van Rab zijn dicht bebouwd – Rab is dan ook een van de dichtstbevolkte eilanden. Aan de haven moet u betalen om te parkeren, hotelgasten die in de oude binnenstad verblijven schaffen zich best een parkeerkaart aan.
We kuieren door de kielvormige oude stadskern en bewonderen haar herkenningsteken, de vier torens. Op het Trg Municipium Arba prijken ontelbare mooie cafés en palmbomen, dan volgt het hertogelijk paleis met zijn romaanse, gotische en renaissancistische vensters en leeuwenkoppen. Over het gepolijste marmeren plaveisel bereiken we de mooie stadsloggia, verder naar het oosten stuiten we op de kathedraal Sv. Marije uit 1177. Het einde van de kiel is bereikt.
We keren om en wandelen naar de reusachtige romaanse klokkentoren. Wie hem beklimt, wordt beloond met een sprookjesachtig uitzicht op de daken, het Barbatski Kanal in het zuiden met aan de overkant het eiland Dolin. We dalen af naar het 11de-eeuwse klooster Sv. Andrija, met kerktoren. Vandaar wandelen we langs de vestingmuur en de zeeboulevard naar het klooster Eufemija.
We lopen het steegje westwaarts uit en komen bij het Trg Slobode met de kerk Sv. Justina en haar uivormige toren. Die kan worden beklommen. Verder in de Gornja ulica staat het kerkje Sv. Križ, waar af en toe klassieke concerten worden georganiseerd. Nog iets verder passeren we de zuilenresten en de toren van de 7de-eeuwse basiliek Sv. Ivan
Uitzicht op Rab
E INDRUKWEKKEND KARSTLANDSCHAP
Het eiland
en het eiland Pag
66 km ROUTE Rab - Mišnjak - Stinica – Prizna – Žigljen – Stara Novalja – de baai van Čaška – Novalja – Stara Novalja
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Rab (wandeling en bezoek aan het klooster Eufemija). Daarna op de D105 zuidwaarts naar de 12 12.00 u veerboot Mišnjak - Stinica (overtocht: 15 min., info op www.rapskaplovidba.hr); op het vasteland 4 km op de D405, rechts afslaan naar de D8/E65, deze 13 km volgen en afslaan naar de D406; nog 3 km tot aan de
32 13.30 u veerboot Prizna - Žigljen (veerboot altijd op het halve uur, overtocht ca. 15 min., info op www.jadrolinija.hr) en aankomst op het eiland Pag. Daar de D106 en D107 nemen tot
45 middag Stara Novalja (inchecken in hotel/op camping en eten) en uitstap naar de
53 baai van Čaška (zwemmen) en vervolgens naar
61 Novalja (wandeling/onderaardse gang, eten) en terug naar
66 Stara Novalja.
‘s Morgens wandelen of joggen we naar het klooster Eufemija (op ongeveer 2 km). Vanaf het Trg V. Krištofor aan de ingang van de oude binnenstad beklimt u de trap van het 15de-eeuwse, voormalige fort Galjarde. Daarna verder naar het westen door het stadspark Komrčar, omlaag naar de zeeboulevard en in de richting van de badplaats Jadran – ‘s middags is hier geen plekje vrij, evenmin als aan de zeeboulevard. Weldra bereiken we het klooster met binnenplaats en tuin, omzoomd door oleanderstruiken. Het troont boven de gelijknamige baai. We gaan verder, om de baai heen, en komen aan de landtong Frkanj. Hier zien we weelderige maquisbegroeiing en een wondermooi kronkelpad langs kiezel- en rotsachtige zwembaaien. Verderop moeten we betalen. Het beroemde naturistenstrand Kandarola aan de zogenaamde Engelse baai heeft een klein restaurant en is betalend. Laten we hetzelfde doen als de Britse koning Edward VIII in 1936: uitkleden en in de nog frisse golven springen. Verkwikt gaat het terug, te voet of met de taxiboot.
Met de auto rijden we nu in zuidoostelijke richting naar de veerhaven Mišnjak . Vanaf Rab zien we geen gemeentegrenzen meer: bijna naadloos lopen de nieuwe gebouwen in elkaar over langs de hoofdweg en omlaag naar de zee. Pas bij het gehucht Grpe neemt de bebouwing af. Boven prijken de ruïnes van het kerkje Sv. Damijan en een Griekse militaire kolonie uit de 4de eeuw. De laatste kilometers voorbij Rab zijn louter steenwoestijnen met gele distelstip-
Uitzicht op het eiland
Privić en het eiland
Rab vanaf de Sv. Juraj aan de Jadranska Magistrale pen. Op een boogscheut maar aan de overkant ligt het vasteland met de veerhaven Stinica, waar we na een korte overtocht aankomen.
Een steile weg brengt ons naar de hoger gelegen kustweg, de Jadranska Magistrale. Het landschap is ook hier kaal en verlaten. Aan de ene kant verrijst de hoge Velebit, aan de andere strekt zich Lun uit, de landtong van het eiland Pag.
Na een korte rit komen we aan in Prizna, niet meer dan een handvol huizen op een berg. Een bord wijst de weg naar de autoveerboot (trajekt) naar het eiland Pag. Langs een kronkelweg bereiken we beneden de kade. De veerboot pendelt de hele dag.
Na een korte boottocht bereiken we de veerhaven Žigljen. Hier wacht een filmdecor: een ongelooflijk witte, stenen woestijn, waartegen de stenen muurtjes die de hellingen bedekken nauwelijks afsteken, maar waarmee de grote zeebaai, de baai van Pag, felblauw contrasteert. Indrukwekkend en onwerkelijk tegelijk.
Het mooie, landelijke hotel in Stara Novalja is verleidelijk – als logeeradres en vanwege het restaurant met gezellig terras. Men serveert er olijven van eigen teelt, de kaas van Pag die zijn speciale smaak dankt aan de zilte, sterk naar kruiden geurende weiden en gedroogde ham. Daarbij vers witbrood en een glas witte wijn.
Daarna rijden we naar de baai van Pag en zwemmen bij het kiezelstrand van Čaška, met uitzicht op de zowat 120 jaar oude uitkijktoren voor tonijn. Aan het eind van de baai zijn ook de stenen muren van het vergane Cissa te zien. Begin 12de eeuw werd de stad door Zadar met de grond gelijkgemaakt. Schitterend blauw water, omzoomd door de witte bergen van de baai en op de achtergrond het kustgebergte Velebit als grijszwart contrast. In de baai zorgen de bonte zeilen van de surfers voor kleurrijke accenten. Het is er nog rustig, maar ‘ s avonds komt alles tot leven. Verder naar het zuiden, vooral aan de baai van Zrće, vindt u een discotheek met de beste dj’s, bars en een ruim ontspanningsaanbod.
Om ons nog wat verder te verdiepen in de geschiedenis van het eiland rijden we naar Novalja, een bruisende stad die dankzij de partystraat bij de baai
van Pag vooral jongeren aantrekt. Veel café-bars, pizzeria’s en restaurants in de hoofdstraat. We parkeren en wandelen over het marktplein met zijn vroegchristelijke sarcofagen en fruit- en groentestalletjes.
Daarachter zien we de Kleine Kerk uit 1828. Binnen bedekt een glazen vloer mozaïeken uit de 4de-5de eeuw. Het icoonachtige Mariabeeld verricht wonderen sinds 1534. In het westen, tegenover het stadhuis in de Ulica Kralja Zvonimira, staat het stadsmuseum, een mooi huis van natuursteen. Het hoogtepunt schuilt onder de grond: via een trap dalen we af in een onderaardse gang waar de oude Romeinse waterleiding loopt die we honderden meters kunnen volgen.
F BERGEN EN KERKEN
Sv. Vid, kerken in Nin en Zadar
99 km ROUTE Novalja – Sv. Vid – Sv. Duh – Pag – Nin – Zadar
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Van Novalja via de hoofdweg van het eiland, de D106, naar 10 Kolan, daar beklimming van de Sv. Vid (348 m, 3 u heen en terug) of als alternatief een bezoek aan een van de kaasmakerijen van Kolan; daarna op de D106 terugrijden naar
13 middag Sv. Duh (zwemmen); vervolgens op de D106 naar 32 Pag (wandeling, eten) en op de D106 tot Ražanac, daar rechts afslaan richting Zadar, ca. 12 km voorbij Brig afslaan en via Ninski Stanovi (bewegwijzerd) naar 82 namiddag Nin (wandeling); van daaruit op de D306 naar 99 avond Zadar (inchecken, avondwandeling, ev. concert).
Novalja
Îigljen
Prizna Ba‰ke O‰tarije
Mandre Kolan Karlobag Metajna Zuboviçi Cesarica âa‰ka
Sv. Vid
·imuni
Maun
Povljana
Molat Vir
Zverinac
Tun Veli Rivanj
Trnovac
Su‰anj Bru‰ane Divoselo
Maun k Pag a Aenona Rt. Vrulja
Rt. KriÏ Punta Skala
Ugljan Sestrunj
Bokanjaãko blato V e l e b i t s k i
Liãki âitluk Klanac
Bariç Draga Dinji‰ka
Brig Ninski Stanovi
Zadar Gospiç
Tribanj-Kru‰çica
Poliãnik


Wederom vroeg opstaan want we willen de berg van het eiland, Sv. Vid (348 m), beklimmen. Aan de dorpsrand van Kolan slaan we in de scherpe bocht naar rechts links af op de macadamweg (aangeduid met een rode cirkel). Na ongeveer 200 meter parkeren we de auto op een ruim terrein. Zoals altijd bij een trektocht worden de slippers ingeruild voor stevige schoenen en worden water en pet ingepakt (weinig schaduw onderweg!). Een smal pad leidt ons naar het oosten. Het weggetje ligt geprangd tussen muurtjes met stekelige braamstruiken en daarachter wijndruiven. We openen en sluiten een hek (vanwege de schapen). Het landschap verandert snel: steenwoestijn, slechts hier en daar salie en distels. Aan de splitsing links omhoog. Een vlakte, een waterpoel en blatende schapen. Boven zien we resten van muren. Onderweg enkel nog stenen; de weg wordt moeilijker door de rotsbrokken. Boven blijken de muurresten kerkruïnes te zijn. Daarnaast staat het bergkruis. Het uitzicht is geweldig: aan de overkant ligt het Velebitmassief, beneden de baai van Pag en de stad, in het noorden het eiland Rab en in het zuiden de volgende bestemming van deze reisroute, het schiereiland Ravni kotari.
De terugweg is eenvoudiger en sneller, temeer omdat we naar de zee willen om ons te verfrissen. We rijden enkele kilometers terug. Voorbij Kolan leiden verschillende macadamwegen naar de zee (onder andere naar Sv. Duh). Beneden wacht een kiezelstrand op ons. Na onze pauze zetten we op de N106 onze tocht verder naar Pag, de hoofdplaats van het eiland. We passeren Šimuni, met in de baai een goed beschutte jachthaven. Daarna kronkelt de weg langzaam omhoog langs de berg en weer omlaag. Voorbij een bocht ontvouwt zich een fantastisch uitzicht op de stad Pag, de zoutpannen en daarachter Velebit, het kustgebergte.
De zoutpannen op Pag
opgravingen in Nin
Romeinse
De kant van Pag, de reticellakant, was vroeger heel beroemd. Vrouwen uit Pag naaiden ze in Wenen aan het hof van keizer Frans Jozef. Iets later werd met het fijne garen ook kant geklost.
Via een dam bereiken we de stad. We parkeren aan de stadsrand en slenteren naar binnen, over het bruggetje en verder bijna rechtdoor naar de Grote Weg. Alles is heel geometrisch, net als de zoutpannen. Bouwmeester Juraj Dalmatinac ontwierp het stadsplan in 1443 achter zijn tekentafel. De Grote Weg is een voetgangerszone waar oude en jonge vrouwen zitten te haken, een babbeltje maken en hun kanten kleedjes verkopen. Verder noordwaarts stuiten we op het belangrijkste plein, het Trg Kralja Petra Krešimira IV en de driebeukige basiliek met de mooie rozet boven de ingang. We zijn het dorp snel door. In tegenstelling tot in Novalja zijn in het slaperige oord nauwelijks toeristen te bespeuren. Na een maal met kaas uit Pag, olijven en ham en daarna wat gefrituurde sardines, gaan we op weg naar Zadar.
De eilandweg leidt ons nu lijnrecht de stad uit langs de zoutpannen waarover Rab en Zadar al in de 11de eeuw ruzie maakten. Koning Krešimir IV had namelijk in 1071 de noordelijke helft van het eiland Pag aan de Byzantijns-Dalmatische stad Rab geschonken. Zadar, dat toen tot het Oost-Romeinse rijk behoorde, kreeg de zuidelijke helft.
Verderop verandert het landschap zienderogen. De kale karstomgeving wordt een dal vol wei- en hooiland, aan de rand van de weg groeit riet. De groene aanblik duurt evenwel slechts even, want in de laatste meters toont Pag opnieuw zijn karstachtige contouren. We kruisen de zeestraat Ljubaćka vrate via de grote, hoge brug, een imposante verbinding met het vasteland. Beneden ligt een burchtruïne. Vakantieoorden aan de hoofdweg en aan zee volgen. Het landschap wordt weidser en groener. We zijn op Ravni kotari
De route loopt ongeveer twaalf kilometer kaarsrecht naar het zuidwesten. Voorbij Brig volgt de afslag naar Nin en alweer een kaarsrecht tracé.
Het centrum van Nin is aangegeven. We parkeren voor de brug en lopen naar de overkant. Het zeewater in de baai is haast brak. Iets ten noorden van de stad wordt in deze modder gekuurd, want Nin is bekend voor de geneeskrachtige peloidzeemodder. De Romeinen gaven eerder de voorkeur aan het zeewater en bouwden termen.
De oude binnenstad op het schiereiland is klein, de toeristische trekpleisters liggen rechts van de hoofdweg. Daar staat de parochiekerk Sv. Anzelmo Haar naamgever werkte als missionaris in Gallië en werd daarna de eerste bisschop van Nin. Vereeuwigd in brons staat tegenover de kerk een andere bisschop van Nin: Gregorius (Grgur, 10de eeuw), maar hij lijkt wel boos op de kerk. Ivan Meštrović sculpteerde hem in een indrukwekkende pose.
Bisschop Gregorius verzette zich jarenlang tegen de invoering van de Latijnse kerktaal, een verordening uit Rome, en eiste het behoud van de Slavische volkstaal en het glagolitische schrift (zie blz. 156, 177). Uiteindelijk verloor hij de strijd, maar hij ging wel als nationale held de geschiedenis in.
Aan de overkant valt onze blik op de opgravingen. Hier, in Aenona, hadden de Romeinen in de 4de eeuw hun Liburnisch economisch en cultureel centrum, een belangrijke haven, een amfitheater en het toentertijd grootste
tempelcomplex van Kroatië, dat aanschouwelijk werd blootgelegd. De Avaren verwoestten de fraaie gebouwen in de 7de eeuw. Daarna kwamen de Slaven, die hun bouwwerken optrokken en het dorp Nin noemden.
In de 9de eeuw werd de kerk Sv. Križ gebouwd, die onbeschadigd de eeuwen trotseerde. Ze is de ‘kleinste kathedraal van het christendom’, een harmonisch gebouw met kromme muren dat ook als uurwerk en kalender zou zijn gebruikt. Voor de openingen en muren werd immers rekening gehouden met het invallende zonlicht.
Een ander interessant kerkgebouw staat enkele honderden meter buiten Nin, aan de N306 naar Zadar. Op een heuveltje staat onder een verwaaide pijnboom het versterkte kerkje Sv. Nikola uit de 10de-11de eeuw.
Snel en in een bijna rechte lijn gaan we naar Zadar; het centrum is aangegeven. We parkeren vlak voor de prachtig versierde Poort van het Vasteland uit 1543, waarvan de ophaalbrug vroeger de enige verbinding vormde naar de stad op het schiereiland.
De haven Foša, onder ons, is een overblijfsel van de oude ringgracht. We bereiken het Trg pet bunara, het Plein van de Vijf Putten, dat hoger ligt dan de bastions. De putten staan achter elkaar en werden gebruikt voor de watervoorziening tijdens belegeringen. We zetten koers naar het westen en gaan naar het centrum over gladgesleten straatstenen waarover dagelijks duizenden toeristen wandelen.
Aan het volksplein, Narodni trg, staan de stadswacht en het stadhuis. De oude muren herbergen aantrekkelijke, moderne cafés en bars en een bont
De stadspoort van Nin
clientèle. We gaan verder, rechtdoor via de Široka ulica met haar mooie boetieks. Zo bereiken we het populairste fotomotief van Zadar, het Romeinse forum met versierde, vierkante steenblokken en zuilen en de 9de-eeuwse kerk Sv. Donat, die met haar 27 meter buitengewoon hoog was voor die tijd. De akoestiek van de kerk is fantastisch, misschien kunnen we straks nog een klassiek concert bijwonen. De recentere kerktoren staat los van de kerk en steekt er meters bovenuit.
In oostelijke richting bereiken we de Zeepoort met het stadswapen en een gedenkplaat uit 1571 die de overwinning op de Turkse vloot bij Lepanto looft. Aan de buitenkant versiert een Venetiaanse leeuw de poort.
We gaan om de nu rustig wordende stad heen en bereiken over het Plein van de Vijf Putten opnieuw de haven Foša. In het gelijknamige restaurant nemen we plaats op het grote terras aan zee en kijken naar de lichtjes van het eiland Ugljan aan de overkant. Of bewonder de indrukwekkende installatie Groet aan de zon en ga daarna op de treden zitten om naar de klanken van het Zeeorgel te luisteren.
G IN HET SPOOR VAN WINNETOU
Nationaal Park Paklenica
50 km ROUTE Zadar - Starigrad Paklenica
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Van Zadar (markt) over de D8/E65 en A1 richting Rijeka naar
50 Starigrad Paklenica - Nationaal Park Paklenica (wandeling van 4 1/2 5 u of grote tocht van 78 u, bezoek aan de grot Manita peć (open apr. za. 1013 u, mei/ juni, okt. ma., wo., za. 1013 u, julisept. dag. 1013 u).
middag Starigrad Paklenica (zwemmen).
avond Starigrad Paklenica (inchecken in hotel/camping en eten).
Ribnik Liãki âitluk
Pag
Gorica Povljana Ko‰ljun
Lozice
Vir
Privlaka
Punta Skala
Dinji‰ka
Lukovo ·ugarje
Vla‰içi
Vrsi
Nin
Zaton
Medak
Poãitelj
Plitvička jezera
Bariç Draga
Tribanj-Kru‰çica
·ibuljina
Rtina Miletiçi
Park prirode velebit
RaÏanac
Aenona
Poljica
Bokanjaãko blato
Grusi
Ugljan
IÏVli
Gornja
Ploãa Raduã Kukljiç
Lovinac
Paklenica
Nacionalni Park
StarigradPaklenica
Vinjerac Seline
Donja Slivnica
Radovin
Visoãane
Poliãnik
Islam Latinski
KoÏino Kli
Zadar
Bri‰evo
Bibinje
Posedarje
Suhovare
Donji Zemunik
Gl Murvica
·kabrnje
Sv. Rok
Jasenice
Karinsko more
Smilãiç
Riãice
Podprag
Obrovac
Dubraja
Piçi
We beginnen de dag met een uitgebreid en stevig ontbijt, want we zullen opnieuw veel moeten stappen. Voor we de stad verlaten, maken we nog een ommetje naar de markt. We parkeren aan de noordelijke stadsmuur, onmiddellijk na de voetgangersbrug. Vlak daarachter strekt zich de grote, kleurige markt uit, waar fruit, kaas en brood rijkelijk voorhanden zijn.
Buiten de stad hoeven we maar de verkeersborden naar Rijeka te volgen. Op de brede weg rijden we in rechte lijn noordoostwaarts naar de Maslenicabrug over de zeestraat bij Novigrad. Deze belangrijke verbinding met het vasteland werd tijdens de laatste oorlog verwoest en in 1997 herbouwd. Hier loopt nu ook de snelweg die naar het binnenland leidt en in de tunnel Sv. Rok ver-
Boven de daken van Zadar
De meren van Plitvice in cijfers: Sinds 1949 nationaal park, sinds 1976 door Unesco opgenomen op de lijst van Wereldnatuurerfgoed. De totale oppervlakte bedraagt 19.462 ha, waarvan 15.715 ha bosoppervlakte, 217 ha water en 3530 ha weide. Het hoogste meer ligt op 737 m, het laagste op 503 m. De watervallen storten zich 134 m naar beneden.
dwijnt. We volgen de kustweg in noordelijke richting. Rechts naast ons rijst het grijszwarte Velebitgebergte op en links ligt de zee met het schiereiland Ravni kotari.
Vandaag volgen we het spoor van Winnetou en rijden we naar het Nationaal Park Paklenica. Aan de dorpsrand van Starigrad Paklenica wijst een bord rechts de weg. We rijden ongeveer een kilometer het dal in. De eerste parkeermogelijkheden worden aangekondigd. Als we van de parkwachter niet verder mogen doorrijden, nemen we de pendelbus. Twee kilometer verder bereiken we de ingang, bij het kantoor van het parkbeheer. We nemen onze rugzak met water en eten, trekken wandelschoenen aan en zetten onze pet op.
De toegang tot het Velika Paklenicadal via het ravijn is imposant. Aan weerszijden rijzen steile rotswanden op. De klim via de veilige rotstrappen duurt ongeveer 45 minuten. Steeds weer verdwijnt de beek in de rotsen. Vanaf de rand van het ravijn zien we ten slotte het 400 meter hoge rotsmassief Anića kuk, een geliefkoosd terrein voor freeclimbers. Op een plateau volgen we nu het smalle dal met de bergbeek. Het pad is omgeven met donzige eiken en rode beuken die veel schaduw geven. Bij een splitsing kunnen we oostwaarts naar het Mala Paklenicadal (die luswandeling vergt bijna acht uur en is enkel aan te raden voor geoefende wandelaars).
We volgen de insnijding in het dal verder. Nu eens stroomt de beek rustig, dan weer stort ze zich omlaag over de rotsen en mondt ze uit in een bekken dat als een verfrissend bad kan worden gebruikt.
Dan duidt een bord de afslag aan naar de grote karstgrot Manita peć, die we na een steile beklimming van een halfuur bereiken. Na de bezichtiging moeten we langs dezelfde weg terug. Daarna volgen we het pad naar de Paklenicahut (dom Paklenica). Geleidelijk wordt het dal breder, we zien de hoogste top van de Velebit, de 1758 meter hoge Vaganski vrh. De berghut is een goed vertrekpunt voor andere tochten door de hier beginnende, verlaten bergwereld. We komen op krachten met een eenpansmaaltijd en koffie en keren op het gemak terug. Na bijna vijf uur zijn we opnieuw bij de auto.
We rijden terug naar de hoofdweg, kruisen die bijna loodrecht en rijden op een weg met steenslag richting zee. Hier staat ook het symbool van Starigrad Paklenica, de ruïne van de burcht Večka. We beëindigen de dag op het schitterende kiezelstrand.
Winnetou en Old Shatterhand in Kroatië
De meeste verfilmingen van de romans van Karl May in de jaren 60 gebeurden in Kroatië. Nu nog kunt u er in de voetsporen treden van Winnetou en Old Shatterhand, die werden vertolkt door de acteurs Pierre Brice en Lex Barker, want het merendeel van deze landschappen is nauwelijks veranderd. De mooiste opnamelocaties liggen in het Nationaal Park van de Meren van Plitvice (o.a. De schat in het zilvermeer aan het Kaluderovacmeer), in het Nationaal Park Krka (o.a. Winnetou I aan de waterval Skradinski buk), aan het Zrmanjaravijn (o.a. Winnetou en Shatterhand in het dal van de dood) en in de omgeving van Starigrad-Paklenica. Het ravijn Velika Paklenica in het Nationaal Park Paklenica deed dienst als decor voor films als De schat in het zilvermeer, De gieren van het rotsgebergte en Winnetou en Shatterhand in het dal van de dood. In de buurt van Starigrad-Paklenica verrezen in 1962 het tentenkamp El Doro en de westernstad Tulsa voor De schat in het zilvermeer.
HEEN INDRUKWEKKENDE BERG- EN WATERWERELD
Velebit en de meren van Plitvice
131 km ROUTE Starigrad Paklenica - Oštarijska vrata - Gospić - de meren van Plitvice
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Van Starigrad Paklenica op de D8/E65 naar Karlobag, daar op de D25 over de 65 bergpas Oštarijska vrata naar
83 Gospić. Eventueel een ommetje naar Smiljan (gedenkteken Nikola Tesla, heen en terug 10 km). Vervolgens verder op de D25 via Korenica tot Plitvice en 131 middag de meren van Plitvice (inchecken in hotel/op camping, eten en wandeling rond de meren).
Zuta Lokva Brinje Brlog Letinac
Dabar Drenov Klanac Lipice
Glavace Kompolje
·vica Ponori Podum
Otoãac
ZaluÏnica
âoviçi
Aniçi Devãiçi Kuterevo
Rudinka
Mala Kapela Javornik Jesenica Saborsko
Poljanak Plitvica
Kozjak jezera
Vrhovine
D. Babin Potok
Plitviãka jezera
Liãko Le‰ce
Donji Kosinj
DreÏnikGrad Plitviãka Jezera
Gornji Vaganac
Ramljani
âanak
Plitviãki Ljeskovac G. Babin Potok
Nacionalni Park
Homoljac
Plitvička jezera rni bit Velebitski botanički
Buja Gornji Kosinj
Bakovac Kosinjski
Crni PadeÏ
Studenci
Stirovaãa Kaluderovac
KruÏçiãko jezero
Peru‰iç Konjsko Brdo
Karlobag çi
Ba‰ke O‰tarije
Klanac Trnovac
Liãki Osik
Su‰anj Bru‰ane Divoselo
Lukovo ·ugarje
Gorica
Dinji‰ka
Vla‰içi
Vrsi
Liãko Petrovo Selo Prijeboj
Baljevac
Ponor Koreniãki Vrelo Trnavac
Kozjan Buniç Ljubovo
·iroka Kula
Liãki Novi Bilaj Budak Ostrvica
Vrebac
Korenica
Bjelopolje
Peçane
Krbava Podlapaãa Jo‰an
Srednja Gora Mekinjar Mogoriç
Liãki Ribnik Liãki âitluk Medak
Poãitelj
Bariç Draga
Tribanj-Kru‰çica
Miletiçi ·ibuljina
Rtina
Raduã Kukljiç
Paklenica Nacionalni Park
Ondiç Udbina
Gornja Ploãa
Lovinac
Sv. Rok
Vinjerac · Riãice
Waterval in het Nationaal Park van de Meren van Plitvice
We beginnen vroeg. De kustweg loopt evenwijdig met het langgerekte eiland Pag en het Velebitgebergte. We passeren wat dorpjes en zien voor het overige alleen rotsen en zee. Na ongeveer 50 kilometer volgt bij Karlobag de afslag naar de bergwereld. De weg slingert zich in vele bochten bergop, tot we op 928 meter hoogte de bergpas Oštarijska vrata bereiken. Fantastische uitzichten op de fonkelende zee met de eilanden Pag, Olib en Lošinj dienen zich aan. Ongeveer twee kilometer ten westen van de bergpas staat het intussen gesloten motel Velebno.
We rijden verder en dalen af naar de grote stad Gospić, waar al in de Oostenrijks-Hongaarse tijd een militair regiment gestationeerd was. Nu is dit het centrum van de regio Krajina, waar in de laatste oorlog hevig om werd gevochten. Net als om dat andere gebied Ličko Polje trouwens, waar we ook een eindje doorheen rijden.
Op ongeveer vijf kilometer van Gospić treffen we in Smiljan een museum aan ter ere van de ‘magiër van de elektriciteit’ Nikola Tesla, aan wie we talloze elektrotechnische uitvindingen danken.
Op de N25 rijden we verder naar Korenica door een eenzaam en verlaten landschap. In Korenica slaan we links af naar de N1 in de richting van de meren van Plitvice.
Het landschap verandert. Volle beuken- en esdoornbossen, afgewisseld met dennen en sparren, kondigen het Nationaal Park van de Meren van Plitvice aan. Naast een groot aantal vogels, vlinders, reeën, hazen en everzwijnen leven hier ook wilde katten en wolven. Zelfs beren zouden in dit grote gebied rondsluipen. We checken in in ons hotel en rijden met de panoramabus naar ingang 1. Het uitzicht op de grote waterval is indrukwekkend. We stappen uit en lopen op houten loopplanken rond het laagste meer. Daarna volgen ontelbare kleine watervallen. Het landschap lijkt wel een oerwoud, het water glinstert turquoise, padden en kikkers liggen onbeweeglijk op moerasbladeren, vissen spartelen in het glasheldere water. Afgestorven boomtakken en -stammen vormen een nieuwe basis voor barrières, ook kalkafzettingen hebben zich al gevormd. Het poreuze gesteente wordt travertijn genoemd en ontstaat door de afzetting van calcium en magnesiumcarbonaat uit het water, vermengd met afgestorven planten, mossen en algen.
Aan het Kozjak jezero brengt de geluidloze elektroboot ons over het water. We wandelen nog naar het hoogste merenplateau in het zuiden. Hier kunnen we ongehinderd over de kronkelende vlonderpaden trekken.
Behalve meren zijn er ook grotten, en er zijn tal van vondsten uit de prehistorische tijd blootgelegd. ‘ s Avonds wordt het heel vredig: het gezang van de vogels werkt meditatief, de rust ontspannend.
Meren en watervallen in het nationaal park van Plitvice
I IN DE VOETSPOREN VAN DE GLAGOLITISCHE MONNIKEN EN DE FRANKOPANS
Van de meren van Plitvice naar Senj en terug naar Rijeka
190 km ROUTE Meren van Plitvice - Senj - Crikvenica - Rijeka
KM TIJD ROUTE/PROGRAMMA
0 ochtend Meren van Plitvice opnieuw een kleine wandeling, dan op de D52 naar Otočac, daar de D50 en D23 naar
110 middag Senj (wandeling en burcht Nehaj, eten); vervolgens op de kustweg E65 richting Rijeka naar namiddag Novi Vinodolski. Aan de dorpsrand afslag naar Bribir en Grižane en verder naar 145 Crikvenica (zwemmen). Daarna op de E65 en A7 naar 190 avond Rijeka.
Vodice Soboli
Krasica
RIJEKA
Rijeãki zaljev
Bakarac
Meja-Gaj
Omi‰alj
Gostinjac Malinska
Glavotok
Stari Laz
Belo Selo FuÏine
Tuk Mrkopalj
KriÏi‰çe Liã Zlobin
Drmalj Kostelj GriÏane
Bribir Selce
Njivice ·ilo Povile
Poljica Kras Risika
Bajãiçi
Valbisˇka
Merag
Korniç Vrh
Punat
Ledenice
Stubica Jablan
Gomirje
Jasenjak Ljubo‰ina
Pu‰kariçi
Tro‰marija Hreljin Ogulinski
Toplice Le‰çe
Grabrk Generalski Stol Perjasica Zagorje
Siça
Budaãka Rijeka Bariloviç
Tu‰iloviç
Vojniç Kolariç
Miholjsko Ra
Zdenac
O‰tarije
Josipdol Înidovac Skradnik
Munjava
Partizanska DreÏnica
Sibinj Krmpote Klenovica Alan Krivi Put
Draga Ba‰çanska
Ba‰ka Stara Ba‰ka
Ru‰evo Krmpotsko
Zrniçi
Donji Poloj
Hrvatski Blagaj
Gornje Primi‰lje
Toboliç
Veljun
Dunjak
Ma Jezero Jezerane
Lipice
Prokike Zuta Lokva Brinje
KriÏpolje Brlog Letinac Dabar Drenov Klanac
Glibodol Mala Kapela Javornik
Gornji Kremen Tatar Varo‰
Donji Ladjevac
Gornja Moãila
Liãka Jesenica Saborsko Rakovica
DreÏnikGrad
Juraj D. Babin
·vica Ponori Podum Glavace Kompolje
Poljanak Plitvica
Plitviãka Jezera
Kampor
Supetarska Draga Lopar San Marino Starigrad D. Klada Lokva G. Klada Aniçi Devãiçi Kuterevo
Barbat
Rudinka
ZaluÏnica âoviçi
Vrhovine Liãko Le‰ce
Vrelo Ramljani G V
jezera
Plitviãki Ljeskovac G. Babin Potok
Prijeboj
Homoljac
We maken nog een ochtendwandeling langs de meren en rijden vervolgens weer richting kust. De N1 leidt zuidwaarts tot Vrelo Koreničko, daarna slaan we rechts af op de N52 naar Otočac (aangegeven). De streek is bijzonder verlaten. Rots-, weide- en boslandschap wisselen elkaar af.
Bij Žuta Lokva gaat de weg omhoog naar de bergrug Vratnik, op ongeveer 700 meter hoogte. Het uitzicht is fantastisch. We zien het eiland Krk voor de kust en de heuvels van het noordelijke deel van het Velebitgebergte. De bergketen begint hier en strekt zich meer dan 100 kilometer naar het zuiden uit tot aan het Nationaal Park Paklenica, de bergen zijn tot 1757 meter hoog. Vervolgens dalen we via haarspeldbochten af naar Senj

We parkeren bij de haven en oriënteren ons eerst bij een kop koffie. Daarna bezoeken we de burcht Nehaj met haar hoektorens, die boven de stad troont. Boven ontrolt zich een mooi uitzicht over het stadje en het eiland Krk aan de overkant. Deze Uskokkenburcht werd in 1558 gebouwd onder generaal Ivan Lenković. De Uskokken waren gevreesde piraten die de zeehandel van de Venetianen verstoorden en tegen de Turken vochten. De naam Nehaj typeert hen, hij betekent ‘vrees niets’. Op drie verdiepingen wordt het tijdperk van de Uskokken levendig beschreven en zijn glagolitische inscripties te bekijken. In het restaurant van de burcht komen we op krachten. Daarna dalen we door de enge straatjes af naar het stadje met zijn massieve muren en bastions.
De Frankopans lieten hier een fort (1340) na, maar het oudste cultuurhistorische monument van Senj is de driebeukige Mariakathedraal uit de 11de eeuw (gerestaureerd in de 18de en 20ste eeuw). Hier stond de wieg van het glagolitische schrift, dat van hieruit naar andere Slavische landen werd verspreid (zie blz. 156). Al in 1248 vocht de toenmalige bisschop ervoor om in het glagolitische schrift te mogen schrijven. De glagolitische misboeken en eerste Kroatische geschriften werden hier gedrukt; boven het portaal van de drukkerij prijkt de datum 1477. De drukkers hadden het vak geleerd bij meester Andreo Torresani (1451-1529) in Venetië.
We rijden verder naar de kustplaats Novi Vinodolski, een rustig en tegenwoordig relatief onbeduidend vakantieoord. Boven, in de oude wijk, vinden we de burcht van de Frankopans uit 1225. In de 19de eeuw liep ze schade op door een aardbeving en werd ze verbouwd. Hier ontstond destijds de Codex van Vinodol, geschreven in glagolitisch schrift.
We willen het achterland Vinodol bezoeken en slaan vlak na Novi Vinodolski af naar het binnenland. Op deze heuvels hadden de Frankopans overal fortificaties die een schuilplaats boden bij invallen van de Turken. Helaas zal binnenkort een snelweg dit dal doorklieven. We rijden via Sv. Vid naar Bribir, het
De burcht Nehaj troont boven het stadje Senj.
Hvar, uitzicht op de grotteneilanden (Pakleni otoci)
vroegere kerkelijke en bestuurlijke centrum van Vinodol. In de barokkerk SintPieter-en-Paulus hangt een bezienswaardig schilderij van Jacopo Palma d. J. Vier kronkelende kilometers verder bereiken we het dorpje Grižane, aan de voet van de burcht Badanj. In 1498 werd hier de miniatuurschilder Julius Clovius (Juraj Julije Klović) geboren. Hij genoot zijn opleiding in het paulijnenklooster in Crikvenica. Omdat de kunstwereld van Italië hem aantrok, verhuisde hij in 1516. Zijn populariteit dankt hij aan de latere, beroemde schilder El Greco, die hij in diens beginperiode nog les heeft gegeven. De werken van Klović vindt u in de musea van New York, London en Parijs. Hij stierf in 1578 in Rome.
Via het gehucht Badanj rijden we omlaag naar het drukke Crikvenica. Aan het lange zand- en kiezelstrand kunnen we nog eens zwemmen. In de namiddag gaat het opnieuw richting Rijeka. Met Kraljevica bereiken we de minst pittoreske plek van de hele kust. Olietankers, raffinaderijen, scheepswerven en enorme boten bepalen het beeld. Meestal zijn alleen de kinderen geïnteresseerd in dit decor. Toch woonden hier, in toen nog ongerepte natuur, de adellijke geslachten Frankopan en Zrinjski. De samenzwering tegen de Oostenrijks-Hongaarse kroon maakte in de 17de eeuw echter een tragisch einde aan deze dynastie. Zonder verpinken liet keizer Leopold in 1664 graaf Zrinjski vermoorden en maskeerde de misdaad als een jachtongeval. In 1671 aanvaardden Petar Zrinjski, broer van het slachtoffer, en diens zwager Frankopan een zogezegde uitnodiging van de keizer om rond de onderhandelingstafel te gaan zitten. Ze werden echter onmiddellijk na hun aankomst beticht van hoogverraad en geëxecuteerd.
We rijden om de baai heen. Aan de diepe inham ligt het uiterst pittoreske en haast tijdloze Bakar. Dankzij de veilige aanmeerplaatsen wordt het nu voornamelijk door skippers bezocht. Ook hier heersten de Frankopans. In de 16de eeuw bouwden ze op het hoogste punt een burcht.
We rijden terug naar Rijeka en besluiten onze rit waar we begonnen: bij de burcht Trsat. Een wondermooie zonsondergang is ons afscheidsgeschenk.