Tom Bade
I
Gerben Smid
Grenzen aan de Krimp afspraken die hieruit zijn voortgekomen zijn vastgelegd in het zogenaamde 'Veenweiaepact'. e opgave aie aan dit
veel te winnen door samen te werken bij de uitvoering van de plannen. Heel lang geleden verscheen het rapport van de Club van Rome genaamd 'Grenzen aan de groei'. Daarin werd een verband ge
1
Proloog: het Hollandse eilandenrijk
Ă“ Eilanden ... Bij eilanden denken wij al snel aan het archetypische Stille Zuidzee. Parelwitte
stranden,
wuivende
palmen en schelpen zoeken op het
strand. De eilanden liggen in zee en vaak ver weg van het vasteland. Nederlanders
eiland in de Zo zien wij
eilanden bij voorkeur. Natuurlijk hebben we in Nederland ook eilanden.
Daarbij denken we dan vervolgens vooral aan de Waddeneilanden, ook in een echte zee: de Waddenzee. En we hebben natuurlijk
die liggen immers
de Zeeuwse eilanden.
Maar die worden niet meer ervaren als echte eilanden, want je hebt geen boot nodig om er te komen. Het veer Anna Jacobapolder-Zijpe
')r
vaart niet meer.
Het is opvallend dat door de aanleg van moderne infrastructuur,
natuurlijke
hindernissen
als rivieren zijn weggewerkt
waarbij alle
door middel van tunnels
bruggen, ons begrip van wat een eiland is nogal aan inflatie onderhevig van vliegtuigen,
snelle- en luxueuze boten en kilometerslange
te zijn, moet je een factor tien verder weg van het vasteland
en
is. Om in tijden
bruggen nog een eiland liggen dan tweehonderd
jaar geleden. 'Vroeger', dat waren de tijden waarin bijvoorbeeld zowel tussen als op de Schotse eilanden nog geen enkele weg te vinden was en de verbindingen eilanden zonder uitzondering
~?
scheepvaartverbindingen
tussen de
waren.
Het zal dit inflatoire begrip van wat een eiland is zijn, dat ten grondslag ligt aan
het geringe besef dat West-Nederland
-laten
we zeggen het voormalige
Holland -voor
het grootste deel uit eilanden bestaat. Alleen heten de eilanden enigszins misleidend vaak 'polders' of 'waarden'. Voor alle duidelijkheid: een echt begrip. Weliswaar onderhevig
'de Zuid-Hollandse
een begrip dat in het taalgebruik
eilanden'
zijn ook
enigszins aan slijtage
is, maar het gaat wel degelijk om eilanden. In ieder geval is het een begrip
uit een tijd dat polders, zoals De Krimpenerwaard, IJsselmonde, de Hoekse Waard en Voorne-Putten,
het Eiland van Dordrecht, nog daadwerkelijk
werden gezien. Namen als Slikkerveer en Raamsdonksveer
herinneren
als 'eilanden' nog aan deze
tijd dat de polders echt eilanden waren. Velen van ons die boven de veertig zijn, weten dat het varen per (veer)pont tot aan het begin van de jaren '70 op veel plaatsen een gebruikelijke
manier was om aan de andere kant van de rivier te kunnen
geraken.
Eilanden hebben een eigen karakter en een eigen mentaliteit. Het meest pregnant komt dat naar voren als we praten over Groot-BrittanniĂŤ met zijn typische eilandmentaliteit en bijbehorende exotische gewoonten (Bowls en Shinty, Fish and Chips, Bitter, het wolkje melk, queing). Gelukkig hebben wij daar in Nederland geen last van. Ons land is een geheel verstedelijkte Eigenlijk zijn alle Nederlanders wereldhaven,
samenleving,
kosmopolitisch.
mondain
en multicultureel.
Zeker in de zuidelijke Randstad met zijn
de 'gateway to the world'.
Echter, wie goed op de kaart kijkt ziet hier nog steeds een eilandenrijk van een delta liggen. En wie goed kijkt naar de diepere onderstroom weet dat deze eilanden ook allemaal
zijn door de grote stad (Rotterdam), maar
is - als alle andere - maar oppervlakkig.
rollende accent, de plattelandsmentaliteit kenmerken
van de oude eilandcultuur
Zuid-Hollandse
De zondagsrust,
het andere
van hard werken, de sterke food sector: alle zijn nog aanwezig. Nog steeds zijn de meeste
eilanden sterke schakels in de bible belt, die ze verbindt met andere
schakels als Putten en Staphorst en (voormalige) eilanden ~
in de samenleving,
anders zijn. Dat geldt zeker voor de Zuid-Hollandse
eilanden: ze mogen dan wel gekoloniseerd deze kolonisatie
in de vorm
De zondagsrust
op de Zuid-Hollandse
samen met het agrarische
als Tholen en Urk.
eilanden is na de oorlog grondig verstoord,
plattelandskarakter
van de streek. In tegenstelling
tot de
noordelijke Randstad, was de grootste stad van de regi.o de oorlog niet ongeschonden doorgekomen.
Rotterdam - de stad zonder hart - bouwde na de oorlog hard aan een
nieuw hart. Modern, strak gelijnd, monofunctioneel.
Voor wonen was geen plaats. En
aldus vond een tweede explosie plaats. De buitenwaartse
druk van de lege stad zorgde
ervoor dat, meer nog dan in de noordelijke Randstad, de kleine kernen van de eilanden te maken kregen met een grootscheepse
J!
De Krimpenerwaard
invasie van stedelingen.
echter, ontsprong deze dans. Te ver weg van Rotterdam bleef
dit eiland tot op heden redelijk ongeschonden. stedelijke invloeden en heeft zijn agrarische,
Het bleef gevrijwaard
van groot-
groene karakter behouden.
Natuurlijk ligt
direct tegenover het eiland wel de meest Hollandse stad van Nederland, Gouda, de laatste jaren sterk gegroeid, maar verder is het vooral weide met koeien. Of beter gezegd: veenweide
met koeien. Daarmee is De Krimpenerwaard
mooiste van de Zuid-Hollandse gaat om natuur en landschap, boeren, burgers, buitenlui,
zonder twijfel het
eilanden. Schoonheid en ongeschondenheid
zijn, als het
zeer schaars in de Randstad en dat biedt kansen voor
bestuurders
en beheerders.
Het kan partijen bij elkaar
brengen. Dat is ook het doel van dit boek, waarbij juist de economische als bindend middel zullen worden gebruikt.
kansen daarbij
Ă“
In de biologie kennen we de eilandtheorieyan
ontwerpers
MacArthur
wijzen op een verband tussen de biodiversiteit
de oppervlakte
van een eiland enerzijds en
van dat eiland en de afstand tot het vasteland
eiland, zo redeneerden immigratiesnelheid
MacArthur
en Wilson. Beide
anderzijds. Een groot
en Wilson, wordt gekenmerkt
en een lagere extinctiesnelheid.
door een hogere
De immigratie
is sneller, omdat de
kans groter is dat het eiland door een nieuwe soort ontdekt wordt en er meer 'nicheruimte'
beschikbaar
is. Per saldo zullen grotere eilanden daarom een grotere
biodiversiteit
kennen dan kleine eilanden. Eenzelfde relatie geldt voor de afstand
tussen het eiland en het vasteland. vasteland,
Hoe verder het eiland is verwijderd
van het
hoe kleiner de kans wordt dat nieuwe soorten in staat zijn om te emigreren
naar het eiland. De lagere immigratiesnelheid
op het eiland zorgt voor een lagere
biodiversiteit. 11
Ook versnipperde
natuurgebieden
een zee van cultuurlandschap.
werden in de jaren '80 gezien als eilanden in
Cultuurlandschap
dat werd gezien als een woestijn,
waar weinig planten en dieren konden overleven. De 'Ecologische Hoofdstructuur' (EHS) werd in 1990 geĂŻntroduceerd
in het Natuurbeleidsplan
van LNV om de eilanden te verbinden. geheel van nationaal
belang', met daarin bestaand
gebied en natuurontwikkelingsgebied. zowel grote als kleine natuurgebieden, verbindingen verspreiden
tussen natuurgebieden
onderling verbonden
waardevol
agrarisch
een netwerk van
door corridors. Langs deze
kunnen planten en dieren zich makkelijker
Grotere natuurgebieden
zijn - net als grotere eilanden-
en er kunnen meer soorten planten en dieren leven. Om dus te voorkomen
dat natuurgebieden cruciaal.
I/};!,
natuurgebied,
De EHS wordt uiteindelijk
over meer gebieden. Hierdoor zijn deze gebieden beter bestand tegen
negatieve milieu-invloeden. gevarieerder
(NBP) van het ministerie
Destijds was voorzien in 'een samenhangend
geĂŻsoleerd raken zijn de verbindingen
Het eiland De Krimpenerwaard,
tussen deze gebieden
wordt omgeven door de Hollandse IJssel in het
westen en noorden, de Lek in het zuiden en de Vlist in het oosten. De laatste jaren is hier ook hard gewerkt aan behoud en ontwikkeling de genoemde eilandtheorie
van natuur en landschap.
op het eiland De Krimpenerwaard
Daarbij heeft
een belangrijke
gespeeld en is hier gewerkt aan de realisatie van de EHS in het noordwestelijke De Krimpenerwaard.
Samen met diverse maatregelen
rol deel van
op h~t gebeid van
landschapsbeheer, versterking van de agrarische sector en maatregelen op het gebeid van recreatie, zijn alle afspraken vastgelegd in het zogenaamde 'Veenweidepact'.
Jt
Maar tijdens dit proces is veel weerstand
ontstaan
tegen deze ontwikkeling,
de bevolking in het algemeen en de boeren in het bijzonder. Bij de ontwikkeling natuur gaat namelijk landbouwgrond
verloren. En de landbouw
is belangrijk
bij van
in het
gebied. Veel boeren hebben daarbij ingezet op de strategie van schaalvergroting hun bedrijf voor de toekomst veilig te stellen. Het verdwijnen
om
van landbouwareaal
staat hier dus lijnrecht tegenover. Toch is het niet zomaar dat juist in De Krimpenerwaard en met name in het noordwestelijk
deel, is gekozen voor de ontwikkeling
natuur. Het is namelijk het laagste punt van De Krimpenerwaard dat het in de toekomst onhoudbaar
van
en de gedachte was,
zou zijn om op deze plek het juiste peil voor de
boeren in stand te blijven houden. ~
Bovendien, zoals overal op de Zuid-Hollandse
Krimpenerwaard
vanwege het wegpompen
eilanden, daalt de bodem in De
van water uit het veen, met als gevolg dat
er steeds harder moet worden gepompt. Door het laagste deel van De Krimpenerwaard te vernatten,
is het gemakkelijker
de andere delen te behouden voor de landbouw.
Daarmee draagt deze werkwijze bij aan het doel van het ministerie veenweidelandschap daarvoor natuurlijk ~
voor de toekomst te behouden
is
een randvoorwaarde.
Voor het instandhouden
het landschap
van EL&I om het
en een gezonde landbouwsector
van het veenweidegebied,
en het ontwikkelen
in het Veenweidepact,
inclusief het openhouden
van
en beheren van natuur, zoals dat alles is vastgelegd
moeten economische
dragers gevonden worden. Deze zoektocht
staat centraal in dit boek. Daarbij zal duidelijk worden dat de belangen van bestuurders,
boeren, burgers en natuurbeschermers
dat juist samenwerking economische
de meeste kansen genereert
vele overeenkomsten op het incasseren
van de
kansen. Daarbij zullen we laten zien dat het Veenweidepact
stap in deze richting is, zowel voor wat betreft de economische financiering
van natuur- en landschapsbeheer,
Want dat laatste is natuurlijk
een goede
kansen en de duurzame
als de noodzakelijke
wel een sleutelwoord
kennen en
samenwerking.
als je samen woont op een eiland.
2
De groene opgaven,
At
De eilanden in Zuid-Holland bestaan
onder de zeespiegel waarvan
niet, zoals meestal op zee, uit gebergten
een rotspunt boven de zeespiegel uitsteekt
of zand-
heuvels, maar zij drijven op het water. Het is oud moeras, waarop onze veenweiden ontstaan.
zijn
De polders liggen op de resten van planten, bomen en dieren, die niet in zijn
geheel zijn verteerd. Dat deze resten niet zijn verteerd, komt doordat de bodem is doordrenkt
met water. Hierdoor krijgt zuurstof geen kans om zijn vernietigende,
afbrekende,
werk te doen.
Ă“
De veenweidegebieden
combinatie
in Nederland
van natuur, landschap
omheen. Karakteristiek knotwilgen,
zijn zeer waardevol
en cultuurhistorie
zijn de laaggelegen,
door sloten omzoomde, weilanden,
de grazende koeien in het landschap
oude dijken, molens, vaarten veenweidegebieden
en historische
door hun unieke
met veelal stedelijk gebied daar
en het bijbehorende
de
uitzicht. Ook
dorpen en steden sieren het landschap.
zijn ĂŠĂŠn groot cultuurlandschap
dat karakteristiek
De
is voor het
westelijke deel van Nederland. Delen van deze gebieden, zoals Laag Holland en Het Groene Hart, zijn daarom ook aangewezen
als nationaal
landschap.
~"t De veenweide wordt vooral gebruikt door melkveehouders. houden en de productie te waarborgen, echter dat met het pompen de inklinking
Om het land droog te
wordt veel water weggepompt. van de veengrond
Het probleem is
wordt versterkt, waardoor
weer meer moet worden gepompt. Een vicieuze cirkel, die tot gevolg heeft dat het veenweidegebied
een voortschrijdende
bodemdaling
met als gevolg dat het hele eilandenrijk
inmiddels
kent van 5 tot
20
millimeter
per jaar,
onder de zeespiegel ligt en het water
steeds harder naar de andere kant van de dijk moet worden gepompt. Het proces van inklinken
Jt
wordt hierdoor uiteraard
Rijk, provincie, gemeenten
gekomen dat sterke peilverlaging aangegeven
alleen maar verder versterkt.
en waterschappen
zijn dan ook tot de conclusie
een eindige weg is. Voor de veenweidegebieden
dat het beleid gericht is op het handhaven
wordt
dan wel verhogen van grond-
waterstanden, dan wel het uitsluiten van activiteiten die leiden tot een onnodige versnelling van de bodemdaling in de veenweidegebieden. Verder willen de overheden bodemdaling in veenweidegebieden voorkomen door te werken aan veilige en robuuste watersystemen. Dit alles ook tegen de achtergrond van de verwachte effecten van de klimaatverandering.
Daarnaast weidegebied.
is nog steeds sprake van een enorme druk op de ruimte in het veen-
Vanuit de drukke Randstad blijft vraag bestaan naar ruimte om te wonen,
te werken en zich te verplaatsen.
Vooral bestaat grote behoefte aan landelijk wonen
nabij de stad. Ook de recreatieve
druk neemt toe. Het veenweidegebied
westen vlak bij veel grote steden is gelegen, is weliswaar
dat in het
een oase van rust, maar heeft
als het gaat om recreatief gebruik het grote probleem van de gebrekkige toegankelijkheid en het gebied lijkt, mede hierdoor, tot nog toe weinig aantrekkelijk betreft deze functievervulling. Veluwe ofhet landschap
Het fijnmazige padennetwerk
voor wat
van de bossen van de
van Zuid-Limburg, ontbreekt hier geheel, waardoor
de
recreatie zich vooral afspeelt op en langs de wegen in Het Groene Hart. Ă“
Het toekomstperspectief
deelgebieden
in Het groene Hart is de economische
gemarginaliseerd. verrommeling. landschap
voor de melkveehouderij
Deze ontwikkeling
situatie van de melkveehouderij
heeft reeds geleid tot verstening
al
en
Een en ander zal zich, al dan niet gezoneerd, steeds meer in het
manifesteren.
uitbreidingsmogelijkheden
Aan de andere kant bestaat nog steeds een enorme vraag naar voor boeren. Deze vraag wordt echter weer gefrustreerd
door de druk van de niet-agrarische mogelijkheden
is onzeker. In een aantal
bestaan
ruimtewensen,
om de landbouw
maar geeft wel aan dat nog steeds
als drager voor het landschap
te laten
fungeren. ~
De vraag van boeren die willen blijven boeren is meer in lijn met het beleid van
de ministeries
van EL&I, I&E en BZK,die het unieke Hollandse veenweidelandschap
de landbouwsector
willen behouden
in de (verbrede) melkveehouderij. economische
door het ruimtelijk te beschermen
Niet alleen is de landbouwsector
betekenis, als de melkveehouderij
en
en te investeren
van grote
verdwijnt - en daarmee
de weiden,
koeien en boerderijen - verliest het gebied haar identiteit. Daarom zoekt men gezamenlijk naar nieuwe wegen voor duurzaam rendabele bedrijfsvoering
rr;
Als antwoord
samengaat
landgebruik,
waarbij een economisch
met het behoud van het landschap.
op de eerdergenoemde
ontwikkelingen
onder leiding van de Landinrichtingscommissie,
en problematiek
een Raamplan goedgekeurd
van Zuid-Holland, met als centrale thema's: structuurversterking een beter waterhuishoudingkundig
systeem en realisering
natuur. Om dit beleid (met enige aanpassingen) verschillende 22
december
overheden, boerenorganisaties 2005
het Veenweidepact
is in 1999, door GS
voor de landbouw,
van nieuwe toegankelijke
mogelijk te maken, hebben en natuurbeschermingsorganisaties
Krimpenerwaard
getekend.
op
\ ~--_/
, "
" " "
., \
-,
\.
FIGUUR
GJ
2.1:overzichtskaart
De Krimpenerwaard
Het Veenweidepact
Krimpenerwaard
nieuwe natuur, duurzaam versterken
waterbeheer
van de landbouwstructuur,
laatste het stimuleren
ondernemerschap.
Jt
In figuur
laaggelegen
van het streekplan
2.2 staan
Inmiddels is een aantal
zijn in
2008
opgenomen
in de
Zuid-Holland - Oost-Krimpenerwaard.
de globale functies en (her)begrenzing
weergegeven.
In het
noorden, waar de bodem daling het grootst is, wordt gestreefd naar een
hoger waterpeil
in combinatie
met natuurontwikkeling.
worden in dit gebied geconcentreerd. natuurbeheerders. moerasachtig
het
opgesteld en worden deze gebieden nu ingericht. De
nieuwe grenzen voor natuur en landbouwgebieden partiĂŤle herziening
van bodemdaling,
extra kansen voor toerisme en recreatie en als
van vernieuwend
kleinere inrichtingsplannen
werkt aan vijf doelen: de aanleg van
en het tegengaan
De nieuwe natuurgebieden
Op dit moment is reeds veel grond in handen van
Delen van het gebied zijn of worden plas-dras, delen zijn
en delen zijn nat grasland. Het gehele gebied krijgt de functie natuur en
recreatief medegebruik
is daarbij mogelijk. Het karakter van De Krimpenerwaard
wordt ook in dit deel niet aangetast.
De koeien blijven in beeld.
Landbouw met peilaanpassing
Figuur
2.2:
nieuwe begrenzing functies De Krimpenerwaard
)r
In de middenzone
mogelijkheden
volgt het peilbeheer
voor landbouw,
de maaivelddaling.
natuur en agrarisch
wordt verbeterd. Ook worden ruimte en mogelijkheden de landbouw
en wordt nieuw ondernemerschap
meest geschikt voor landbouw. met inachtneming ondernemerschap verbinding
van
De zuidelijke zone is het
afgestemd
dat onnodige bodemdaling
verbeterd en verbreding
gestimuleerd.
De verkaveling
geboden voor verbreding
gestimuleerd.
Hier wordt de drooglegging
van het uitgangspunt
Ook hier wordt de verkaveling
Het biedt goede
natuurbeheer.
op de landbouw, wordt voorkomen.
en vernieuwing
van het
Tevens is het creĂŤren van een ecologische noord-zuid
aan de orde, waarbij particulier
natuurbeheer
tot de mogelijkheden
behoort.
1:.
De grote vraag die zich natuurlijk
heeft op deze economische
structuur.
doen zich steeds meer wrijvingen economische
voor tussen de verschillende
verdeeld en daarbij belangen.
In
zin gaat het om vragen als: wat zijn de kosten van het pact? CreĂŤert het
banen? Moeten er agrarische gewaarborgd?
voordoet is welke impact het Veenweidepact Daarover zijn de meningen
bedrijven sluiten? Is voldoende bedrijfsgrootte
Terwijl het in ecologische landschappelijke
wordt de bodemdaling tegengegaan? weidevogelbescherming?
zin draait om vragen als:
Wordt een voldoende bijdrage geleverd aan
~ Hoeveel geld precies de uitvoering van het Veenweidepact kost is niet bekend. Vanuit het Veenweidepact worden zeer veel maatregelen uitgevoerd. Hierbij gaat het om herinrichtingsmaatregelen, grondaankopen;waterbeheer, planning, beheer en natuurontwikkeling, verplaatsing
maar ook om de aanleg van gemalen, het opknappen
van glastuinbouw,
de verschillende
vrijwillige
ruilverkaveling,
allemaal bij. Volgens de web site van het Veenweidepact maatregelen het stimuleren
et cetera. Hieraan dragen
overheden, zoals het Rijk, de provincie, de gemeenten,
komende jaren uit op ongeveer
117
en ander duurzaam
het waterschap,
komen de kosten voor de
miljoen euro. Wanneer de grote ruimtelijke
zijn uitgevoerd, is de opgave het financieren van de agrarische
van onderhoud
kunnen financieren aanpak.
en beheer en
sector. Vervolgens doet zich de vraag voor hoe we een en wat de economische
gevolgen zijn? Op de
komende bladzijden wordt hierop dieper ingegaan, om te komen tot een gemeenschappelijke
van erfgoed,