
8 minute read
De toekomst begint in Denemarken
from Trend 4 | 2022
De productie bij Scanpan kenmerkt zich door een goed evenwicht tussen ambacht en automatisering. De vakman en de robot vervullen een gelijkwaardige rol. Tegelijk bestaat er een bijzondere mate van flexibiliteit, zodat er vlot kan worden omgeschakeld van de ene serie op de andere. Het verschil met de massaproductie in het Verre Oosten is groot, en dat verschil is van wezenlijk belang. Nu steeds meer productie terugkeert naar Europa wordt Scanpan het merk dat de toon zet in het ontwerp en de fabricage van kwaliteitspannen.
et hoofdkantoor en de fabriek van Scanpan bevinden zich
Advertisement
Hop Jutland, een van de grootste eilanden van Denemarken. Het landschap is licht heuvelachtig en wordt gedomineerd door grote landbouwvelden. Hier en daar verdwijnen er echter om plaats te maken voor herbebossing. Zowel de vele bomen als de windmolens, die beide ver boven het koren uitsteken, tonen de transformatie die Denemarken doormaakt naar een circulaire samenleving. Op uitnodiging van Scanpan kwamen negen Nederlandse retailers er zien hoe dit pannenmerk op zijn manier bijdraagt aan die transitie, hoe de kwaliteit en duurzaamheid die deze pannen kenmerken en die steeds meer gebruikers weten te overtuigen, hier tot stand komen. Complexe handelingen
De fabriek oogt verrassend schoon en licht in vergelijking met die van veel andere pannenproducenten. Ook (echte) herrie van stampende machines is er afwezig. In het deel van de hal waar het vloeibaar aluminium tot een pannenvorm geperst wordt (met een kracht van tweehonderdvijftig ton), staan zeven vaklieden aan zeven installaties evenzoveel verschillende pannenvormen te produceren. Dat gebeurt in een tempo van één per twee minuten. De handelingen lijken eenvoudig, maar wanneer senior project manager, Henrik Hansen, zijn gasten zelf een overal laat aantrekken, ervaren we direct hoe complex dit werk is. De handelingen moeten exact op elkaar zijn afgestemd, anders is de temperatuur van het vloeibare aluminium ofwel net

te hoog ofwel net te laag. De vormen die wij produceren zijn het woord ‘pan’ nauwelijks waard, laat staan dat ze voedselveilig zouden zijn. “De vakman voelt intuïtief aan wanneer hij moet compenseren met het aanbrengen van bijenwas of met snelheid. Dat is een belangrijk verschil met de robot,” legt Henrik Hansen uit. “We hebben proeven gedaan met robots maar dan waren we steeds tien tot vijftien pannen verder eer we merkten wat er mis was. In dit stadium van het proces blijft de mens dus superieur aan de machine.”
Robots komen pas verderop aan bod, wanneer de bramen van de randen worden verwijderd, de zijkanten gepolijst of de binnenkanten gezandstraald. De intelligente armen staan in afgesloten cabines en worden geprogrammeerd en bediend door operators. Ook in deze fases is de robot nog geen vervanger van de menselijke arbeider maar eerder een aanvulling. Repetitieve handelingen die een grote mate van precisie behoeven zijn het domein van de machine, maar de mens controleert het proces. “We meten heel nauwkeurig en we meten voortdurend,” zegt Henrik Hansen. “Maar als we eenmaal precies weten hoeveel tijd, hoeveel druk, water, metaal enzovoorts we nodig hebben, dan willen we niet dat er op de werkvloer van die getallen wordt afgeweken. Er zijn fabrieken waar de arbeiders zelf gaan experimenteren. Naar hun gevoel moet er een beetje meer zus en een beetje minder zo, maar zo vraag je om afwijkingen en dus om problemen. Dat neemt niet weg dat we als ingenieurs en managers heel goed luisteren naar de werkvloer. Er zijn de afgelopen decennia natuurlijk geregeld producten ontwikkeld die in het laboratorium perfect leken en die toch de test van de werkvloer niet konden doorstaan.”
Geen enkele verontreiniging
Voor Scanpan is stabiliteit een essentieel kenmerk van kwaliteit. Dat is dan ook de ware reden dat de fabriekshal zo proper oogt. Na elke acht uur productie wordt er één uur schoongemaakt. De vloeren en wanden moeten zó smetteloos zijn dat je ervan kunt eten, opdat er geen enkele verontreiniging in de pannen terecht komt. Stofdeeltjes en zelfs vingerafdrukken tasten de kwaliteit van de aangebrachte coating aan, en ook al is dat slechts miniem, het wordt tijdens de strenge kwaliteitscontroles in de fabriek niet toegestaan. “We zijn erg streng en toch is het aantal pannen dat tijdens de productie wordt afgekeurd nooit bijzonder hoog. Dat danken we onder meer aan onze ‘stop’ regel. We werken hier met drie ploegen van elk acht uur, dus 24/7. Constateert een van onze arbeiders dat er iets mis loopt, dan willen we niet dat hij of zij zelf gaat proberen dat op te lossen terwijl de machine doorwerkt. Zet de machine stop, roep een van de ingenieurs en ga ondertussen gerust de vloer vegen, luidt dan het devies.”
Wisselende aantallen
De machines hebben geen geheimen voor de medewerkers van Scanpan. Er staan er van gerenommeerde machinebouwers uit heel Europa maar ook die ze zelf hebben geconstrueerd en gebouwd. “Voor ons is het van groot belang dat een robot relatief snel kan worden geherprogrammeerd voor een andere pannenserie,” stelt Henrik Hansen. “In China draait de productie om zoveel mogelijk exemplaren van één bepaald type – dag in, dag uit. Als er dan toch op een ander type moet worden omgeschakeld, ligt de productie soms dagen stil. Bij ons draait het om tal van series, in wisselende aantallen. Op onze meest rustige dagen fabriceren we niet meer dan vijfhonderd pannen, op onze topdagen overstijgen we met gemak de tweeduizend exemplaren. Daarvoor moeten we snel kunnen schakelen, soms binnen een uur. Flexibiliteit is voor ons dus net zo belangrijk als kwaliteit. In beide proberen we te excelleren.”
Twintigduizend graden Celsius
Aan de ene kant is de fabriek een productiehal waar de vervaardiging van pannen onder uiterst gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt, aan de


andere kant is Scanpan een levend laboratorium. De zoektocht naar (nog) betere producten, vooral naar coatings, houdt er nooit op. Dat leidde in het verleden eerst tot de keramische antiaanbaklaag en vervolgens tot de ontwikkeling van de Stratanium en Stratanium + antiaanbaklaag. “Als de marketing zich over zo’n coatingverhaal buigt, ontstaat altijd de neiging het aantal lagen te benadrukken. Hoe meer lagen, hoe sterker, zogezegd, maar het aantal doet er niet toe, wel de kracht. Je kunt een coating aanbrengen die niet dikker is dan een menselijke haar en die toch niet doorbroken kan worden, ongeacht de wrijving die je er op uitoefent. Wij brengen de eerste laag in het gietaluminium aan bij een temperatuur van maar liefst twintigduizend graden Celsius, dus die verbinding is meteen onverbrekelijk. Die weerstand tegen het effect van wrijving is wat wij hier dagelijks testen. We krassen met balpenpunten, duizenden keren achter elkaar. Het enige gruis dat dit in de pan oplevert is dat van de ingekorte pennenpunten. We imiteren het gedrag van professionele koks – en geloof me, die gaan bepaald niet zachtzinnig om met hun pannen. We imiteren het gedrag van hobbykoks die hun pannen misbruiken, bijvoorbeeld door ze niet met de hand af te wassen maar in de vaatwasser en door ze op een veel te hoog vuur te zetten. En natuurlijk testen we pannen van concurrerende merken. Het resultaat van al die proefnemingen is eensluidend: een Stratanium en Stratanium + blijft vervolgens jarenlang op een constant en hoog niveau presteren en het verval van de kwaliteit is geleidelijker en minder abrupt dan bij een traditionele antiaanbaklaag. Voor wie jarenlang gezond en lekker is dat een essentieel verschil, dé reden om voor Scanpan te kiezen.”

Afzetmarkten
De fabriek en het hoofdkantoor staan in Ryomgard, op het platteland, maar naast deze faciliteiten bezoeken we, samen met de leden van het exportteam, een aantal kookwinkels en warenhuizen in Aarhuus, een stad van enkele honderdduizenden inwoners. Denemarken heeft aanzienlijk meer offline winkels dan de Benelux-landen. Hoewel het aantal online aankopen explodeerde tijdens de covidpandemie is dat sindsdien alweer gehalveerd. De Deense hobbykok heeft de weg teruggevonden naar de winkelstraat en binnen die schappen heeft Scanpan een voorname plaats. “Toch is de thuismarkt niet meer dan één van de grotere afzetmarkten,” zegt export manager Pia Fredberg. “We doen het vanouds het best in de VS, waar we ook een eigen kantoor hebben, gevolgd door Australië en Denemarken. we doen het goed in Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk, maar we groeien nergens zo sterk als in Nederland.”
Sleutelrol
Geen toeval dus dat er uitgerekend negen Nederlandse detaillisten werden uitgenodigd, geen toeval ook dat de pre-lancering van de Nederlandstalige website van Scanpan plaatsvond tijdens dit bezoek. Denemarken mag dan vooruit lopen als het op duurzaamheid aankomt, Nederland loopt snel in op het meest zuidelijke land van Scandinavië. Scanpan verovert in rap tempo een prominent aandeel aan de bovenkant van de pannenmarkt, bij die consumenten die bereid zijn iets meer uit geven voor pannen die een betere smaak, een gezondere bereiding én een langere levensduur garanderen. Als op de laatste dag van ons bezoek de aantallen weerklinken die de afzonderlijke winkeliers met hun orders plaatsen, wordt tenslotte ook duidelijk dat de detaillist in dit succes niet alleen een sleutelrol vervult maar er ook het meest profijt van heeft. Het eind van dit succesverhaal is nog niet geschreven, we lijken eerlijk gezegd net het eerste hoofdstuk ervan te hebben afgesloten.