Geloven in Nederland richt zich steeds vaker op het continu definiëren van geloof: op het toetsen en aanscherpen
van geloofsargumenten in een maatschappij die het geloof
de rug toekeert op rationele gronden. Het bewijs van niet geloven lijkt luider te klinken dan het geloofsgevoel, maar
feitelijk zoekt iedereen houvast, gelovigen en niet-gelovigen.
Dat geldt nog specifieker voor het protestantisme
waarin het geloof al bijna vijf eeuwen lang kritisch wordt
bekeken.