Mini Cul

Page 1

mini

cul

Een gesprek met een professionele ontmaagder

Metal en Islam: een duivels huwelijk in Egypte

Antropologisch Tijdschrift jaargang 25 | nummer 0

De ware oorsprong van de Canal Parade


Voorwoord

‘Antropologen zijn filosofen in de modder.’

‘A

‘I

ntropologen zijn filosofen in de modder.’ is een uitspraak van onze vaste docent-columnist Mattijs van de Port, die ik vorig jaar precies op deze plek in de MiniCul las en die me sindsdien altijd is bij gebleven. De grote filosofische vragen hebben altijd mijn interesse gewekt, en de antropologie reikt manieren aan om (soms kleine) antwoorden op die grote vragen te vinden. Wij antropologen proberen alles te begrijpen, van allesomvattende wereldbeelden tot minuscule gewoontes. En dat het liefst zo dicht mogelijk bij de – soms daadwerkelijk modderige – plekken waar het verhaal zich afspeelt.

k studeer antropologie.’ Degene die de vraag stelt kijkt me verbaast aan. Na een korte, enthousiaste uitleg over hoe tof antropologie wel niet is, komt de vervolgvraag. ‘Maar wat kan je er dan mee? Nou, een heleboel! Veel mensen blijken geïnteresseerd in het werk van antropologen, als ze eenmaal weten wat het hen te bieden heeft. Dat ons vak relatief onbekend is heeft denk ik alles te maken met dat we vaak wegblijven uit het publieke debat. Gelukkig zijn er zat mogelijkheden om antropologie meer onder de aandacht te brengen, waarvan het mengen van antropologie en journalistiek er een is.

Dat verhaal proberen we bij Tijdschrift Cul op een journalistieke manier te vangen. In de artikelen in deze MiniCul, speciaal gemaakt voor de nieuwe eerstejaars, zoeken we het verhaal op het schoolplein, in de geschiedenis en in kinderseries, maar ook in de taal die we elke dag spreken en de verborgen structuren om ons heen. De Cul, het Amsterdamse studentenblad van antropologie, is al 25 jaar de plek om te leren schrijven. Dit jaar zetten we in op online groei, zodat we nog meer schrijvers een plek kunnen bieden!

Dat antropologische vaardigheden van pas komen in de journalistiek hebben we eens te meer gemerkt tijdens onze reportagereis naar Griekenland (lees er alles over in de aankomende Griekenland special!). Observaties, achtergrond informatie, interviews, noem het maar op. Antropologen kunnen het. In de Cul lees je hoe deze antropologische bevindingen toegankelijk zijn gemaakt. Wil je (leren) schrijven en je journalistieke ambities najagen: Tijdschrift Cul heeft altijd plek voor enthousiaste, leergierige (interne én externe) schrijvers. Voor nu, geniet van deze MiniCul, met de beste stukken van afgelopen jaar!

Mendel Op den Orth Hoofdredacteur

Yalou van der Heijden Adjunct-hoofdredacteur

2

Tijdschrift Cul


Colofon Onafhankelijk antropologisch tijdschrift Cul is verbonden aan de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie van de Universiteit van Amsterdam. Hoofdredacteur Mendel Op den Orth Adjunct hoofdredacteur Yalou van der Heijden Vormgeving Carolien den Boer Cover Lotje van den Dungen Met dank aan de voormalige redactie Tessa Bouwmeester, Isis Brandt Corstius, Josia Brüggen, Lauren Challis, Lotje van den Dungen, Nina Eshuis, Yalou van der Heijden, Bob van Helden, Sara Kerklaan, Mark Middel, Mendel Op den Orth, Katarina Schul, Ernst Spaans en Nikki Verhoeven Speciale dank aan Mattijs van de Port Tijdschrift Cul is altijd op zoek naar nieuw schrijftalent. De redactie heeft het recht bijdragen in te korten of te weigeren. Voor informatie en advertentiemogelijkheden mail naar redactie@tijdschriftcul.nl Drukkerij Andeko Graphic Oplage 150 ISSN: 18760309 Tijdschrift Cul Nieuwe Achtergracht 166 1018 WV Amsterdam E-mail redactie@tijdschriftcul.nl Volg ons nu ook op Facebook en Instagram!

Inhoudsopgave

2

De Dikke Van Dale onder vuur Sara Kerklaan

6

Voormalig vrijzinnig Isis Brandt Corstius

8

Sociale controle 2.0 Ernst Spaans

11

Geld en carrière Mattijs van de Port

12

Seksen als een yogi Nikki Verhoeven

14

Onbehagen onder het volk Mark Middel en Mendel Op den Orth

18

Let the GAY’s Begin Lotje van den Dungen en Nina Eshuis

22

What the Clit?! Tessa Bouwmeester

24

Van Metallica naar Mascara Yalou van der Heijden

26 Journalisten langs de lijn Josia Brüggen 29 Vriendjespolitiek Lauren Challis 30

Like a virgin... Katarina Schul

34

Even voorstellen Kwakiutl Tijdschrift Cul

3


Achtergrond

De Dikke Van Dale onder vuur Een blik in de taalpolitiek van het woordenboek

‘Grote woordenboek der Nederlandse taal’ staat duidelijk beschreven op de kaft van de Dikke Van Dale. Deze titel impliceert dat het boek vol staat met feitelijkheden over taal. De vraag is of de Van Dale dit kan waarmaken. Wat is de invloed van het boek, in hoeverre ontstaat daardoor legitimering van woorden en hoe zou de samenleving zich tot het boek moeten verhouden? Een zoektocht naar de politiek van taal achter de Van Dale. Tekst Sara Kerklaan Beeld Lotje van den Dungen Sinds 2005 staat het woord ‘kutmarokkaan’ in de Dikke Van Dale met als betekenis ‘typering van een jonge Marokkaanse Nederlander wiens al dan niet vermeende criminele gedrag als problematisch wordt ervaren’. Dit woord was de aanleiding

4

Tijdschrift Cul

voor veel kritiek waar de Van Dale onlangs onder leed. Niet alleen het woord ‘kutmarokkaan’ heeft geleid tot kritiek. Zo deed een Nederlander met Turkse afkomst in 2001 al aangifte van discriminatie over betekenissen en gezegdes van het woord ‘Turk’. Voorbeelden hiervan waren: ‘Hij is aan de Turken overgeleverd’, wat inhoudt dat iemand het ergste kan verwachten en ‘eruitzien als een Turk’, ook wel: er vuil uitzien. Turken zijn in de Van Dale niet het enige slachtoffer. In het woordenboek staan ook beledigende woorden over andere gemarginaliseerden, zoals vrouwen en zieken. Legitimering van belediging Wat zijn de redenen voor de woordenboekmakers om deze discriminerende en beledigende woorden in het woordenboek op te nemen? Een woordenboek heeft als taak een representatie van de taalgemeenschap te zijn. ‘Het woordenboek neemt allerlei woorden op en beschrijft


Achtergrond de betekenis zoals die wordt gebruikt’, aldus taalkundige Ariane van Santen aan de Universiteit Leiden. Hierbij horen ook negatieve woorden. Om legitimering van deze woorden als normaal taalgebruik tegen te gaan, maakt de Van Dale gebruikt van labels als ‘beledigend’, ‘vulgair’ of ‘scheldwoord’. De vraag blijft of deze labels de acceptatie van mogelijk beledigende woorden genoeg tegengaat. Ton den Boon, hoofdredacteur van de Van Dale, laat op Radio 1 weten dat mensen hun ei-

gen standpunt rondom woorden moeten vormen. In de Van Dale wordt alleen de taalwerkelijkheid beschreven. Politieke correctheid is voor de Van Dale geen punt van overweging bij het samenstellen van het woordenboek. Antropoloog en linguïst Vincent de Rooij (Universiteit van Amsterdam) wijst erop dat niet-taalkundigen vaak de neiging hebben om woordenboeken te beschouwen als een verkondiging van het enige juiste taalgebruik. ‘Dat legt een zware verantwoordelijkheid op de redacteuren van de Van Dale, vooral omdat dit woordenboek op veel scholen, in bedrijven en overheidsinstellingen als naslagwerk wordt gebruikt. Daarom lijkt het mij beter als Van Dale terughoudend is bij het opnemen van nieuwe scheldwoorden, zeker als de betekenis en gevoelswaarde ervan, zoals bij samengestelde woorden als “kutmarokkaan”, toch al duidelijk is.’

Taal als proces Van Santen beargumenteert dat het gebruik van een woord invloed heeft op het beeld dat mensen ervan hebben, maar dat we de invloed van een woordenboek op het taalgebruik vooral niet moeten overschatten. Die invloed is er volgens haar niet. ‘Van enige invloed op het woordgebruik kan wel sprake zijn als de overheid consequent overgaat op het afschaffen van bepaalde woorden, zoals nu bij “allochtoon” en “autochtoon”.’ De Rooij denkt ook dat de afschaffing van deze woorden via de overheid meer impact heeft. ‘Mensen worden zich door zo een drastische stap meer bewust van wat woorden kunnen doen. Vaak wordt gedacht dat taal de werkelijkheid volgt en dat daarom het aanpassen van ons taalgebruik die werkelijkheid kan veranderen. Taal heeft volgens mij wel degelijk die potentie.’ De samenleving als boosdoener Een woordenboekmaker volgt dus het taalgebruik van de burgers, waardoor het niet zijn eigen mening verkondigt. De Van Dale neemt in zekere zin weinig verantwoordelijkheid voor haar eigen inhoud. Het woordenboek staat op deze manier in haar recht als het gaat om woorden zoals ‘kutmarokkaan’. Hoewel dit schadelijk lijkt, is de invloed ervan volgens Van Santen nihil. Misschien kunnen we de Van Dale niet als dader aanwijzen, maar elkaar in de samenleving kritischer bekijken en elkaar op ons taalgebruik aanspreken. Hierdoor zal er meer reflectie ontstaan op taal als proces in de samenleving. Dat het woord ‘kutmarokkaan’ in het woordenboek staat, zegt dus meer over onze samenleving dan over de Van Dale zelf. ◆ Tijdschrift Cul

5


Achtergrond

Voormalig vrijzinnig De kindertelevisie als spiegel voor onze seksuele moraal Ben je van generatie Villa Achterwerk, dan heb jij je vast weleens gelaafd aan de schatkist van jeugdsentiment op YouTube. De meisjes in Zaai kletsen op het hek over een ‘piemelbloem’, Theo en Thea bespreken opgewonden de ongewenste intimiteiten van Meneer de Baas en Purno de Purno belandt als slavin in Arabia waar hij per ongeluk naar bed gaat met zijn vriend De Kietelaar zonder een ‘jeweetwel’ te gebruiken. Op YouTube staat dit laatste programma tegenwoordig onder een 18+ filter en op zondagochtend zal je geen getekende tiet meer zien op NPO 3. Het lijkt erop dat seks in kinder-tv echt niet meer kan. Tekst en beeld Isis Brandt Corstius De afleveringen van Purno de Purno die op internet staan leveren veel reacties op. Deze zijn ongeveer in twee kampen op te delen. Het kamp ‘heerlijk dat Villa Achterwerk van vroeger’ en het kamp ‘dit kan toch geen kinderprogramma zijn!’ De eerste groep is overwegend nostalgisch en geeft soms zelfs blijk van medelijden met de huidige generatie. Waar je zou verwachten dat jonge kinderen dubbelzinnige referenties aan seks met open armen zouden ontvangen, delen opvallend veel van hen de mening met de laatste groep.

6

Tijdschrift Cul

Ze vinden dat het programma slecht gemaakt is, grof en oversekst. Een meisje van 12 kan haar ogen niet geloven en schrijft onder een aflevering waarin Purno een grot binnengaat die iets weg heeft van een grote vagina: ‘Oh mijn god… Hoe kan dit worden toegestemd aan een kind!’ Het zijn dus niet alleen de ouders of saaie zuurpruimen bij de VPRO die vinden dat Purno niet op tv kan, maar ook veel jonge kinderen zelf. Zijn kinderen dan zo snel gevormd door wat ze zien op tv?


Achtergrond De mediaoorlog om kindertelevisie Iemand met een uitgesproken mening hierover is voormalig Villa Achterwerk-ster Maxim Hartman, bekend van absurdistische kinderprogramma’s zoals Rembo & Rembo en tevens goed bevriend met de makers van Purno. Hij is gefrustreerd over de brave kindertelevisie die er volgens hem toe leidt dat er nu een hele generatie opgroeit als makke schaapjes. In de eenmansoorlog die hij voert tegen de publieke omroep staat Suzanne Kunzeler in de frontlinie. Als netcoördinator, iemand die voor de zender bepaalt welke programma’s er worden uitgezonden, van de NPO en baas van kinderzender Zapp is zij volgens Maxim hoofdverantwoordelijk voor het feit dat experimentele programma’s zoals Purno de Purno niet meer worden uitgezonden. ‘Suzanne Kunzeler moet de gevangenis in’, zegt hij in een interview met The Post Online. Radio 1 nodigt beiden uit voor een gesprek en Maxim is genoodzaakt zijn woorden te specificeren. ‘Een overkoepelende organisatie zoals Zapp brengt per definitie vervlakking tot stand.’ De programma’s die Zapp uitzendt zijn volgens Maxim ‘feel good-programma’s’, bedoeld om kinderen te ‘pleasen’. Waar de keuze om alleen nog kuise kinderprogramma’s uit te zenden dan precies vandaan komt blijft vaag. We vragen uitleg aan VPRO-Jeugd coördinator Els Kuiper, die de conclusie van Hartman deels lijkt te beamen. Het is volgens haar helemaal geen bewuste keuze van de VPRO, maar het selectieproces is veranderd. ‘Een netmanager kiest en plaatst alle programma’s en niet alleen de inhoud, maar het volume en het “brede karakter” van een idee zijn tegenwoordig medebepalend in de keuzes. Als een serie – om maar wat te noemen – weinig afleveringen heeft, is het vaak al

niet meer interessant.’ Met andere woorden, ‘vreemde’ of ‘eventueel aanstootgevende’ programma’s komen niet zo snel meer door de selectie. Toch geeft Kuiper ook toe dat het niet alleen een organisatorische verandering be-treft. ‘Het is ook de tijdgeest: alles is wat braver geworden.’ Middelmatig en braaf Of het nu specifiek aan een bepaalde zendercoördinator ligt of aan een veranderd burgermoraal of beleidsorgaan is niet vast te stellen. Waarschijnlijk een combinatie van deze factoren, denkt Marcus Vlaar, een van de twee makers van Purno de Purno. ‘Toen wij Purno maakten was er totale vrijheid. De directrice van de VPRO zag de aflevering pas als het op tv kwam. Die had tenminste lef. Tegenwoordig wordt alles getest op doelgroep-panels. Daarmee filter je extremen eruit waardoor alles middelmatig wordt.’ Maar wederom speelt er een grotere invloed mee. ‘De wereld is aan het vertrutten’, zegt Vlaar. ‘Hoe beter we het hebben, hoe meer er te verliezen is. Daardoor gaan we risico’s mijden en kiezen voor veilig, middelmatig en braaf. Kinderen mogen ook niet meer slootjespringen, alleen op de fiets of doktertje spelen. Ze worden beschermd tegen schadelijke invloeden. Maar de kinderziel kan veel meer aan dan we denken.’ Bescherming is niet altijd positief, luidt het vonnis van Vlaar. En bovendien is het erg selectief. ‘Kijk bijvoorbeeld naar al die fascistische animatieseries die er zijn, waarin goede monsters tegen slechte monsters strijden: Die zijn veel schadelijker voor kinderen dan seksuele insinuaties.’ ◆

Tijdschrift Cul

7


Sociale controle 2.0 Burgerinitiatieven ten behoeve van veiligheid en preventie Bezuinigingen krijgen vat op de Nederlandse samenleving. Door het beknibbelen op ambtenarenposities verdwijnt de politie langzaam van de straat. Dit is zorgwekkend, wanneer je ziet dat criminaliteit jegens particulieren en burgers juist toeneemt. Tijdschrift Cul trok de provincie in en streek neer in Purmerend en Bussum. Waar inwoners geen vragen stellen, maar de handen uit de mouwen steken om de buurt veiliger te maken. Met initiatieven als WhatsApp-buurtpreventie en vrijwillige buurtwachten proberen de Purmerenders het tekort aan blauw op straat te ondervangen. Tekst Ernst Spaans Beeld Josia BrĂźggen

8

Tijdschrift Cul


Achtergrond

Nadat in Bussum het huis van Stephanie Nap voor de zoveelste keer getroffen werd door een inbraakpoging, was Nap het zat. Ter bevordering van de sociale controle ging ze op zoek naar een WhatsAppgroep waarbij ze zich kon aansluiten. In haar buurt bleek dit nog niet mogelijk, maar op andere plekken in Nederland was de WhatsApp-groep in het kader van buurtpreventie al een bekend fenomeen. Nap startte een groep in Bussum en bracht deze en de reeds bestaande groepen samen onder de noemer WhatsApp-buurtpreventie. Op deze wijze worden preventieapps met elkaar verbonden, om zo een stabieler front te vormen tegen ongewenste situaties in de buurt. Medeoprichter van WhatsApp-buurtpreventie Jan Niessen zegt daarover: ‘Het is een sterk signalerend initiatief, waarbij het niet specifiek gaat om heterdaadjes.’ Online tegen onrecht De inmiddels ruim 5400 buurten die zijn aangesloten bij WhatsApp-buurtpreventie laten met stickers en verkeersborden zien dat ze gebruikmaken van deze preventiedienst. Op deze wijze maken ze aan personen die kwaad willen kenbaar dat er een signalerend burgerinitiatief actief is. ‘Hoe groter de keten van aaneengesloten actieve buurten, des te kleiner de kans op ongewenste activiteiten in de buurt is het idee’, zo zegt Niessen. Mocht er toch een gevoel van onveiligheid ontstaan dan

stuurt een buurtbewoner een appje de preventiegroep in, waarna de app-groepsgenoten een signalerende rol innemen. ‘Wellicht loopt men met een aantal mensen even de straat in, om de mogelijke onruststoker van de zaak af te krijgen’, stelt Niessen. Een preventieapp speelt volgens hem dan ook voornamelijk in op ‘het gevoel van veiligheid in de buurt’. Partners in crime Gemeenten en politiekorpsen lijken blij te zijn met de hulp die geboden wordt door haar burgers. Wel moet het volgens hen bij een signalerende rol blijven. Dat de preventieapps een lastige middenpositie bekleden staat buiten kijf: gemeenten waarderen inzet van haar burgers ten faveure van de veiligheid, maar men moet niet gaan ingrijpen zoals de sterke arm der wet dit doet. Ook liggen eenvoudig stereotyperende signaleringen als ‘Marokkanenuiterlijk’ of ‘Oost-Europese kop’ op de loer; zowel politie als gemeente treden hier tegen op en proberen dit te bestrijden met een handleiding waaraan een signalering moet voldoen. Een signaleringshandleiding wordt daarom duidelijk besproken in bijeenkomsten georganiseerd door de gemeente. Op deze bijeenkomsten komen wijkmanagers, groep-oprichters, burgers en wethouder bij elkaar om de WhatsAppers te complimenteren met hun initiatief, vragen te stellen en mogelijke problemen te behandelen.

Tijdschrift Cul

9


Achtergrond

Na de zoveelste inbraakpoging was ze het zat Ook in de gemeente Purmerend wordt er al veel gebruik gemaakt van de WhatsApp-buurtpreventiegroepen. Wijkmanager van gemeente Purmerend Anja Bonnes: ‘De gemeente is groot voorstander van burgerinitiatieven als deze en biedt dan ook ondersteuning waar mogelijk. Zo worden er, wanneer daar vraag naar is, borden en stickers van WhatsApp-buurtpreventie aangeschaft.’ Tevens zorgt de gemeente er volgens Bonnes voor dat ‘de beheerders van de WhatsApp-groepen in contact komen met de wijkagent van de desbetreffende buurt’. ‘Een duidelijk faciliterende rol dus, zonder ook maar enige sturing’, zo zegt Bonnes. Bij de gemeente Purmerend zal men volgens Bonnes dan ook niet reppen over of het wel of niet slagen van dit burgerinitiatief: ‘Dat is aan de beheerders en leden van de groepen zelf.’ Ogen en oren Een ander door burgers gestart initiatief is buurtproject Ogen en Oren. Zonder afspraak of vast rooster, maar wel altijd gehuld in opvallend oranje hesjes, trekken buurtbewoners die zich hebben aangemeld bij dit project op vrijwillige basis de buurt in. ‘Sinds 2013 loop ik iedere week wel een paar avonden in de week’, vertelt Sandra de Groot, oprichter van Ogen en Oren, tijdens een bijeenkomst om meer vrijwil-

10

Tijdschrift Cul

ligers te werven. Bij deze buurtinspectie gaat het onder meer om het signaleren van opvallende geluiden, donkere huizen en openstaande deuren. Daarnaast stelt De Groot: ‘zijn we alert op te hoge bosschage en donkere steegjes die inbraak in de kaart spelen. Via een app spelen we dit door aan de gemeente, die hier – omdat ze weten wie we zijn – adequaat op reageert.’ Met de specifieke kennis van de participerende buurtbewoner over zijn of haar eigen buurt heeft men een streepje voor op gemeente en politie. Door deze praktische, lokale kennis die de vrijwilligers met zich meebrengen, ondervinden overige buurtbewoners niet of nauwelijks hinder van de extra beveiliging. Daarom is het verstandig van gemeenten als die van Purmerend, om enkel een faciliterende rol te spelen. Burgerinitiatieven als deze werken, omdat ze met verstand van lokale zaken slagvaardig en beradend te werk kunnen gaan, waar dat bij van bovenaf opgelegde projecten veel lastiger is.

Tijdschrift Cul liep een avondje mee op zoek naar onraad. Wat we allemaal tegenkwamen in Purmerend? Lees het op www.tijdschriftcul.nl ◆


Column

Geld en carrière, dáár ging het niet om in het ware leven

Tekst Mattijs van de Port In 1983 koos ik, net als jullie, voor de antropologie. Mijn motieven waren diep romantisch. Ik groeide op in een rijtjeshuis in een buitenwijk van Maastricht, en had een vader — hippy-at-heart — die in zijn eent- je reizen maakte naar exotische oorden als Perzië en Ladakh. Het hele huis stond vol met snuisterijen die hij dan meenam. Kleurrijk aardewerk, grof geweven kameelharen zadeltassen, Roemeense iconen op glas geschilderd, Afrikaanse maskers. Nog zie ik die Albert Heijn-tas staan onder de trap, vol met opgevouwen tanka’s, Tibetaanse wandkleden, waar geen stukje muur meer voor te vinden was. Zijn verhalen over de andere werelden die hij had leren kennen waren evenzovele aanklachten tegen het leven dat hij óók leefde: dat van een leraar op een middelbare school, in de benepen wereld van Zuid-Limburg in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De boodschap dat het volle leven zich niet in een rijtjeshuis in Maastricht afspeelt was bij ons thuis permanent en on- ontkoombaar. Zowel mijn twee broers als ik kozen voor de studie antropologie. De vraag ‘maar vind je dan wel een baan?’ werd niet eens gesteld. Arbeidsmarktperspectief was een minor detail: geld en carrière, dáár ging het niet om in het ware leven.

Eenmaal begonnen was er aanvankelijk teleurstelling. Ik leerde de antropologie kennen als een discipline die dóórvraagt, en dromerijen over Het Andere voortdurend verstoort. Wil je zwelgen in de betovering van andere werelden? Prima. Maar daar stellen we dan wel een paar kritische vragen over: waar gaan die dromen eigenlijk over? Is die andere wereld wel zó als jij je haar had voorgesteld? Welke politiek gaat er schuil achter de droombeelden over anderen die jij najaagt? Welke geschiedenissen hebben jouw verlangens naar andere werelden voortgebracht? Het duurde even, maar op een gegeven moment kreeg ik door dat dit dóórvragen geen afbreuk deed aan het streven een ‘voller’ leven te leren kennen, maar dit streven juist intensiveerde. Het openbreken van je eigen gedachtekaders, de poging de wereld langs andere lijnen te lezen dan die je van huis uit hebt meekregen, staat een soort van mind-travel toe die altijd verrijkend is en mij op de goede momenten bijna hallucinerende ervaringen opleverde. Jullie keuze voor de antropologie is uiteraard gegrond in jullie eigen motieven. Maar het zou me verbazen als jullie niet allemaal gedreven worden door een zin naar avontuur, verassing, en de wens nieuwe perspectieven op de mens en de wereld te openen. Aan dat verlangen komt de antropologie in ruime mate tegemoet. ◆ Tijdschrift Cul

11


Achtergrond

Seksen als een yogi Over de helende werking van tantrische seks Bij yoga denk je misschien wel aan urenlang mediteren op een yogamatje, op blote voeten over nat gras lopen en knuffelen met bomen. Toch is yoga meer dan dat. Ook over seksualiteit is nagedacht binnen de Indiase yogafilosofie. Alhoewel seks niet gangbaar is in alle yogastromingen is seksualiteit in de tantra een van de manieren om je spiritueel te ontwikkelen. ‘Het is mooi als seksualiteit kan stromen. Pure seksualiteit is prachtig’, aldus tantrahealer Jaya. Tekst Nikki Verhoeven Beeld Isis Brandt Corstius Alhoewel tantra in het Westen vaak direct wordt gerelateerd aan seks, is het in werkelijkheid meer dan dat. Jaya legt uit: ‘Tantra is een oude Indiase wijsheid die ontzettend veel omvat. Voor mij gaat tantra om het bij elkaar brengen van liefde en bewustzijn. Door de bewustwording van je eigen daden en van wat je creëert bij anderen kun jij je eigen verantwoordelijkheid hiervoor nemen in plaats van deze bij anderen neer te leggen.’ In plaats van elkaar verwijten, kun jij je eigen verantwoordelijkheid nemen en liefde en verbinding voelen. Eenheid van tegenstellingen Tantra is ook het bij elkaar brengen van tegenstellingen. Jaya: ‘Tegenstellingen zijn geen tegenstellingen maar vullen elkaar aan. Angst en liefde geven samen informatie, het is niet het een of het ander.’ Volgens Jaya geldt dit ook voor mannen en vrouwen. Mannen en vrouwen zijn en voelen volgens hem helemaal niet anders,

12

Tijdschrift Cul

slechts het uiten van die gevoelens doen we anders. ‘Seksualiteit is een van de ultieme manieren om tegenstellingen tussen mannen en vrouwen bij elkaar te brengen en om samen in een soort eenheid te vallen; de tegenstellingen zijn dan weg. We vullen elkaar aan en hebben niet voor niets een mannen- en vrouwenlichaam die precies in en op elkaar passen.’ Tantrische seks gaat om de liefde en intimiteit tussen twee mensen en heeft als doel de fysieke, energetische, psychologische en spirituele connectie tussen twee mensen uit te breiden en te verlengen. Wanneer je deze liefdevolle intimiteit bereikt smelten jij en je partner samen; je gaat in elkaar op en wordt samen één, er bestaat geen ‘jij’ en ‘ik’ meer. Emotioneel lichaam Toch is er ook een stroming in de yoga die zweert bij kuisheid. Binnen de eeuwenoude filosofie bestaan er vijf yama’s (geboden) met als vierde yama brah-


Achtergrond

machārya: kuisheid. Seks zou je afleiden

van je dagelijkse meditatie en bovendien verbrand je levensenergie bij het klaarkomen. Bij de tantrastroming is dit niet het geval. Jaya vertelt: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we dit lijf hebben om zintuiglijke ervaringen op te doen. Dat zijn belangrijke aspecten waarmee we het leven ervaren en ik zou enorm ongelukkig worden als ik me daarvoor zou moeten afsluiten.’ Seks is in de tantra juist een van de manieren om levensenergie op te roepen en te laten stromen. Dat zintuiglijke ervaringen zo belangrijk zijn voor het opwekken en laten stromen van levensenergie komt voort uit het onderscheid dat de tantra maakt tussen de manier van informatie opnemen met het hoofd en met het lichaam. ‘Oude pijnen worden op celniveau opgeslagen in het lichaam, met het lijf nemen we namelijk informatie van buiten op door onze zintuigen. Volgens tantra is daarom niet het hoofd het centrum van bewustzijn, maar juist het lijf ’, weet Jaya me uit te leggen. ‘Het hoofd filtert informatie door de denkbeelden en normen en waarden die we hebben aangeleerd en is daarom slechts interessant voor interpretaties. Niet praten, maar het lichaam is daarom de ingang om te helen.’

Opgerolde slangen stromen De levensenergie die wordt opgewekt ligt als een opgerolde slang opgeslagen onderaan de ruggengraat en komt normaliter alleen vrij tijdens seks. Bij tantra is het de bedoeling deze energie door je gehele lichaam te laten stromen. Met allerlei tantrische methodes, zoals meditaties, kun je die energie laten stromen via de chakra’s in je ruggengraat. Seksuele energie is een directe manier om die energie op te wekken en seks is hiermee, net als meditatie, een van de manieren om te helen. Ook heeft tantra een functie in het lichamelijk verwerken van een trauma, ook dit heeft invloed op de seksuele ervaring. Hoe tantrische seks er precies aan toe gaat verschilt, maar centraal staat de intimiteit. Vaak worden geurkaarsen aangestoken en masseer je elkaar eerst. Belangrijk is dat je tijdens de seks samen ademhaalt. Waar een ‘gewoon’ orgasme slechts vijf seconden ‘plaatselijk’ (in de schaamstreek) te voelen is, is een tantrisch orgasme te voelen over het hele lichaam en kan het tot wel twintig minuten duren. Tantra gaat puur om het vrijmaken van je vitale energie waardoor je jezelf dieper ervaart en intenser kunt genieten. Seks is slechts een van de vele ingangen om dit te bereiken en is niet een doel op zich. Tantra workshops staan dan ook niet gelijk aan seksworkshops en er bestaan vele tantra retraites zonder enig fysiek contact. Tantra kan echter wel bijdragen aan een goed en intiem seksleven. Misschien vanavond dan toch maar een geurkaarsje naast het bed?

Om privacyredenen is de naam van Jaya in dit stuk gefingeerd. ◆

Tijdschrift Cul

13


Bas Heijne over de toekomst van het populisme

Onbehagen onder het volk en de teloorgang van de

Verlichting

Al vijftien jaar lang verschijnt elke zaterdag zijn column in het NRC. Vanuit Amsterdam en Parijs schrijft Bas Heijne opiniestukken, toneel en boeken. Een van die boeken is het onlangs verschenen Onbehagen, dat ingaat op de afbrokkeling van het verlichtingsdenken en de daarmee samenhangende opkomst van het populisme. Waar komen deze ontwikkelingen vandaan en is er een alternatief voor het populisme? Tekst Mark Middel en Mendel Op den Orth Beeld Lotje van den Dungen

14

Tijdschrift Cul


Interview Bas Heijne ziet zichzelf als een kind van de Verlichting. Een tijdsperiode die gekenmerkt wordt door het menselijke gelijkheidsideaal en wetenschappelijke ontwikkeling. Maar door de aanslag op Charlie Hebdo en een rally van Donald Trump van dichtbij te ervaren, beseft hij dat het verlichtingsdenken aan terrein verliest. Het verlichtingsdenken was volgens Heijne gestoeld op gelijkheidsidealen die aangeleerd waren om een betere samenleving te vormen, maar hij ziet die samenleving nu in snel tempo veranderen. Volgens Heijne is politiek steeds belangrijker geworden voor mensen, evenals het reflecteren op de maatschappij. Waar men in de jaren negentig nog dacht ‘het is best goed geregeld’, daar lijkt men nu iedere kans aan te grijpen om kritisch te zijn. In zijn columns probeert hij maatschappelijke problemen aan te kaarten, andersdenkenden te begrijpen en op zoek te gaan naar een antwoord op de veranderingen in de maatschappij. ‘In mijn columns wilde ik een lijn hebben. In 2001 bedacht ik me dat er twee onderwerpen spelen in de moderne tijd. De natie en vrijheid. Daaruit zijn twee vragen ontstaan: Wat is Nederland? En hoe ga je om met vrijheid? Die vragen ontploften op 11 september 2001. Het populisme kwam op met nationalistische voorbeelden als Wilders, Erdogan en Poetin. Het beschermde wereldbeeld waarmee ik ben opgegroeid is onder druk komen te staan. De opwinding daarover ligt bij rechts, die zeggen dat “Nederland Nederland niet meer is”, maar het is ook de plicht van links om zich over deze kwesties te buigen.’ Heeft links dat te lang niet gedaan? ‘Dat denk ik wel. Sociaal-culturele kwesties zijn door links als achterlijk afgedaan.

‘Je kunt niet alleen maar tegen Wilders zijn. Je moet ook een alternatief bieden’ Daar moet je wel een antwoord op vormen. Je kunt niet alleen maar tegen Wilders zijn. Je moet ook een alternatief bieden.’ Je leest het veel, dat de PvdA geen groot verhaal of een tegenverhaal heeft. ‘“Groot” mag je weglaten, dat is alsof de ideologieën weer moeten terugkomen. Ik denk dat je dat niet moet willen. Het vormen van een idee wat eigenlijk een samenleving is en hoe individuen zich verhouden tot de gemeenschap is volgens mij de opdracht die politieke partijen zouden moeten aangaan. De ChristenUnie heeft dat altijd wel begrepen maar de PvdA bijvoorbeeld niet. Plotseling begint Samsom (fractievoorzitter van de PvdA, red.) te roepen dat ze de afgelopen jaren veel op de economie hebben ingezet en zich nu op de sociaal-culturele problemen moeten focussen. Dan komt er vaak een Wilders-light om de hoek kijken. Dat is niet wat ik bedoel. Je moet een alternatief verhaal hebben. En dat verhaal hoeft helemaal niet groot te zijn in de zin van een ideologie, want dat is makkelijk schampen. Het gaat erom dat je een visie ontTijdschrift Cul

15


Interview wikkelt en dat kan heel rustig, bedaagd en gematigd zijn – over wat samenhang in de samenleving voor jou betekent. Maar voordat je iets wilt veranderen, moet jij je bewust zijn van de situatie. Dus je moet proberen te doorgronden waar Wilders of Trump vandaan komt.’ Om een verklaring te geven voor wat er nu gebeurt in de samenleving, grijpt Heijne in zijn boek Onbehagen terug op het verlichtingsdenken, met vrijheid, gelijkheid en broederschap als idealen. Het was het ideaalbeeld van een samenleving waarin minderheden een gelijkwaardig onderdeel waren, maar ook waar afstand werd genomen van een dogmatisch autoriteitsgeloof en de wetenschap centraal kwam te staan. Tegenwoordig ziet Heijne twee problemen die voortkomen uit het verlichtingsdenken: de individualisering en de verwetenschappelijking van de mens. ‘Het probleem van de individualisering is dat mensen toch gemeenschap zoeken. Dat is iets wat zowel links als liberaal-rechts uit het oog verloren zijn. Mensen hebben een bedding nodig om te zijn wie ze zijn. Maar die bedding hoeft helemaal niet het nationalisme uit 1950 te zijn. Het multiculturalisme was ook voor even een bedding.’ ‘Het andere resultaat van de Verlichting is de rationalisering of verwetenschappelijking van het mensbeeld. Daaruit volgt het idee dat je alles in cijfers kan uitdrukken. De taal van de cijfers is ook de taal van de politiek geworden. Als je het allemaal rationeel uitlegt – als je zegt: “u denkt dat de criminaliteit stijgt, maar dat is niet zo volgens deze statistiek” – dan is dat op zich een goed argument, maar je hebt de mensen daarmee nog niet overtuigd.’

16

Tijdschrift Cul

‘De mensen maken zich geen zorgen over een jongen van twaalf jaar aan de andere kant van de wereld’ Is het nog wel mogelijk om ons vast te houden aan de verlichtingsidealen? ‘Het cruciale aspect is dat je in deze idealen met menselijk materiaal te maken hebt. Het humanisme moet zich dus altijd bewust zijn van de beperkingen van de mens en niet de mens gaan verheerlijken als de maat van alle dingen. Die Verlichting is iets heel moois, maar we moeten niet denken dat als je jouw handtekening onder die idealen van de Verlichting zet, dat je dan verlicht bent. De Verlichting is een streven naar iets waarvan je weet dat je er van nature niet bijzonder goed voor bent uitgerust. De mens is niet uitgerust om zich zorgen te maken over een jongen van twaalf jaar aan de andere kant van de wereld die je schoenen maakt. Alleen moreel gezien heb je die verplichting wel.’ Hoe overtuig je mensen dan wel van bepaalde idealen? ‘Als je op een gegeven moment steeds meer verzakelijkt, als alles steeds meer big data wordt, als je steeds meer uit een verhaal wordt getrokken, dan worden mensen ongemakkelijk. Dan krijg je plaatsvervan-


Interview gende verhalen die steeds absurder zijn. Dan beland je in een heel eigen wereld. Het idee van het kalifaat, maar ook van make America great again, is een totale absurditeit. Het zijn allemaal ficties. De fout die mensen vervolgens maken, is denken dat we van “de fictie” af moeten, maar als mens kun je niet van de fictie af, de mens heeft een fictie nodig. We hebben verhalen nodig die stimuleren en bedding en samenhang geven.’ Zijn die ficties het resultaat van het verlichtingsdenken, maar dan versplinterd in kleine groepjes met ieder zijn eigen ideeën? ‘Zijn Turkse nationalisten het product van de Verlichting? Ik denk juist van de contra-Verlichting. Dat is mijn stelling: de contra-Verlichting is terug door het populisme, dat de nadruk legt op cultuur, geschiedenis en de groep. Het brede verlichtingsideaal is ondermijnd en staat zwak, waardoor men terugvalt op kleine verhalen.’ Ziet u door de opkomst van het populisme dan ook het ontstaan van een kloof tussen de elite en het volk? ‘Wat dat betreft ben ik een aanhanger van Bourdieu, die zegt dat mensen geneigd zijn om zich te verenigingen om gedeelde idealen, principes en ideeën. Maar dat als ze elkaar daarin eenmaal gevonden hebben, ze ook een soort bubbels vormen. Een kloof is daarmee misschien een verkeerd beeld; het zijn eerder bubbels. Men leeft in bubbels en daardoor kan men niet zien wat de krachten daarbuiten zijn. Iedereen kent alleen maar mensen die hetzelfde denken als zijzelf, daardoor blijft die sociale bubbel intact.’

Hoe kunnen we aan die bubbels ontsnappen? ‘Door bewustwording. Als de samenhang in de samenleving minder wordt door de individualisering en verwetenschappelijking van de mens, dan gaan mensen in abstracties denken. Ze zien de ander steeds meer als een vertegenwoordiger van iets. “De moslim”, “de gutmensch” of “de dobberneger”, zijn allemaal abstracties waardoor mensen in wezen ontmenselijkt worden. Of dat te stoppen is, weet ik niet. Doordat het populisme terugvalt op kleine verhalen, wordt de identiteit steeds belangrijker. Dat zie ik als een hele negatieve ontwikkeling. Als je die zou kunnen slopen, dan zou voor mij de winst binnen zijn. Maar ga daar maar eens tegen in.’ Is dat haalbaar binnen de politiek? ‘Als je politicus bent en je hebt een visie dat je naar A wilt, maar je moet samenwerken met mensen die naar B toe willen, dan moet je een compromis sluiten. Maar als je geen idee hebt waar je naartoe wilt en je gaat enkel kijken wat er haalbaar is, dan ben je geen politicus; dan heb je geen visie. Bernie Sanders kan bijvoorbeeld wel compromissen sluiten op basis van zijn visie. Dat kan dan mislukken, maar ik vind het wel moedig dat je uiteindelijk niet in je eigen geluid blijft opgesloten. Ik hoop dat er meer van dat soort politici komen.’

In september verscheen het essay ‘Onbehagen: nieuw licht op de beschaafde mens’ waarin Bas Heijne een verband zoekt tussen het populisme en de tanende verlichtingsidealen. Ambo|Anthos uitgevers, €10,-. ◆ Tijdschrift Cul

17


Interview

Let the GAY’s Begin Het vergeten verhaal achter de jaarlijkse Canal Parade

De opening van de Gay Games. Amsterdam Arena 1998.

18

Tijdschrift Cul


Interview

Beeldend kunstenaar en theatermaker Vera Boots was in de jaren negentig betrokken bij de organisatie van de Gay Games in Amsterdam: het grootste LGBT-sportevenement ter wereld. De jaarlijkse grachtenparade tijdens Gay Pride Amsterdam bedacht zij als openingsceremonie van deze homospelen, maar dat lijkt uit het collectieve geheugen gewist. ‘Men heeft heel hard geprobeerd de Canal Parade daar los van te laten bestaan’, zegt Vera Boots. Tekst Lotje van den Dungen en Nina Eshuis Beeld Vera Boots ‘Kort gezegd heb ik de grachtenparade bedacht. Ik heb het bedacht, punt. In 1992’, begint Vera het gesprek in haar woonkamer in Amsterdam-West. Boven de bank hangt een door haar geschilderd modern naaktschilderij. Ze schiet vol wanneer ze terugdenkt aan de Gay Games en aan de manier waarop het evenement haar Amsterdam heeft getransformeerd. Amsterdam in 1998 ‘De hele stad was roze. De trams waren versierd met vlaggetjes, de bakker kreeg in de gaten dat er veel buitenlandse homostellen op straat liepen en ging vervolgens roze gebakjes bakken. De stad was overspoeld met vreugde’, legt Vera uit. In 1998 was het in Amsterdam acht dagen lang feest vanwege de Gay Games, het grootste LGBT-sportevenement ter wereld. ‘Een Olympische Spelen voor seksueel gehandicapten’, lacht ze. Ruim veertienduizend sporters hadden zich aangemeld en tweehonderd-duizend bezoekers kwamen van over de hele wereld naar Amsterdam om het spektakel mee te maken. Dat jaar, met het thema ‘friendship’, had de grootste opkomst in de geschiedenis van de Gay Games. Op oude videobeelden is te zien hoe – na een optreden van strippende matrozen op het nummer It’s Raining Men – de burgemeester van Amsterdam, Schelto Patijn, de Spelen feestelijk voor geopend

Tijdschrift Cul

19


Interview verklaart in de Amsterdam ArenA. Voor Amsterdam was het evenement een kantelpunt van de homo-emancipatie en de homotolerantie, dat tot op de dag van vandaag gevierd wordt. “We sleuren ze de grachten door” Het was 1990 toen John Avis en Marjo Meijer laaiend enthousiast terugkwamen van de Gay Games in Vancouver, vastbesloten om het evenement naar Amsterdam te halen. Een klein gezelschap werd samengesteld om daar werk van te maken. Vera was destijds actief in de homobeweging. ‘Ik werd wel eens benaderd voor gekke dingen, ze wisten dat je bij mij wel vaak een “ja” kreeg.’ Zo gaf ze die ‘ja’ ook aan Meijer en Avis. ‘Amsterdam noemde zichzelf toen al de “Gay Capital” van Europa’, aldus Vera. Desondanks kostte het de enthousiastelingen veel moeite de Amsterdammers te overtuigen van de grootte en status van dit evenement. ‘Vanuit het homocircuit van Amsterdam werd er doorgaans cynisch op gereageerd. Er werden grappen gemaakt over olympisch handtasjes werpen, of over mannen die de honderd meter sprinten op hoge hakken.’ Desondanks werden er elk jaar records gebroken tijdens de Games. In 1992 begon het comité met het schrijven van een bidbook met uitgewerkte plannen, dat naar de stichting in Washington zou gaan om het evenement naar Amsterdam te halen. ‘Ik wilde er ook een culturele games van maken’, aldus Vera. Er moest een openings- en sluitingsceremonie komen, de Gay Games was immers een sportevenement. ‘We gaan toch niet al die potten en flikkers in de ArenA stoppen? We zijn Amsterdam! Wij gaan dat anders doen.’ Tijdens haar opleiding kunstgeschiedenis kwam Vera weleens

20

Tijdschrift Cul

in het archief van het Rijksmuseum. Een prent uit de zeventiende eeuw van de intocht van Maria Stuart over het Amsterdamse IJ schoot haar ineens te binnen, waarbij op vlonders tableaux vivants op het water dobberden. ‘Toen bedacht ik het me: we sleuren ze de grachten door!’ De geest was radicaal ‘In de jaren tachtig had je een aantal bewegingen tegelijk: de vrouwenbeweging, de homobeweging en de kraakbeweging. Die waren allemaal vrij rücksichtlos’, vertelt Vera. ‘De kroningsrellen vanuit de krakersbeweging en Paarse September – een radicaalfeministische lesbische actiegroep uit de jaren zeventig – schetsten de radicale geest van die tijd.’ Vanuit die geest ontstond ook Roze Zaterdag, een jaarlijkse homodemonstratie over de hele wereld. ‘Alles in die tijd was politiek, je moest je verantwoorden voor al je keuzes.’ De komst van de feestelijke grachtenparade bleek een omslagpunt in de homobeweging van Amsterdam. ‘Na jarenlang homodemonstraties, rellen en strijd, leek ons niets mooier dan mensen die ons van de kant zouden toejuichen. Het werd een feest in plaats van een rel. Een warm bad vanaf de kant.’ Volgens Vera beschouwt ook de gemeente Amsterdam de Gay Games als een kantelpunt in de geschiedenis van de stad. ‘Voor het eerst was er een groot feest in pais en vree in de stad.’ Ze kijkt even naar buiten en vervolgt lachend: ‘De feeststad Amsterdam waar ik nu zo’n hekel aan heb, is daar geboren.’ Proefparades in 1996 De Canal Parade was dus oorspronkelijk bedacht als deel van de openingsceremonie van de Gay Games. De eerste keer dat de


Interview

‘Voor mij is de Canal Parade de herinnering aan die week in 1998’ botentocht door de grachten van Amsterdam voer, was al in 1996. Dit was omdat de regelementen van de Gay Games vereisten dat elk onderdeel van het evenement minstens twee keer moest proefdraaien om in de Games te kunnen worden opgenomen. De aanbesteding voor de organisatie van de Canal Parade werd binnengehaald door Gay Business Amsterdam (GBA), onder leiding van Siep de Haan. ‘In 1996 werd het voor de eerste keer door hen georganiseerd, dat was zo leuk en zo grappig dat zij daarmee zijn doorgegaan’, vertelt Vera. Inmiddels had GBA zich het idee toegeëigend, volgens haar. ‘Ik had daar verder ook geen bezwaar tegen. Als iemand zich elk jaar de kloten uit het lijf wil werken om dat te organiseren, ga je gang!’ Het begon bij haar pas te wringen toen in een interview met De Haan in het Parool letterlijk stond geschreven dat hij en GBA de Parade bedacht hadden. ‘Je kunt niet iets wat van de gemeenschap is, naar jezelf toe trekken.’ Vera heeft jarenlang aan niemand verteld dat zij eigenlijk het brein is achter de botenparade. ‘Het is ook niet “van mij”, het is van de stad.’

Jaarlijks monument Het feit dat mensen zich de Gay Games niet herinneren, ligt volgens Vera onder andere aan de negatieve media-aandacht. De krantenkoppen van toen vertellen voornamelijk dat de Games uitdraaiden op een financieel fiasco. Alle kosten doorberekend, bleek dat - volgens Vera - niet het geval. Desalniettemin heeft GBA erg zijn best gedaan de grachtenparade van de Gay Games los te laten bestaan volgens Vera. ‘Voor mij is de Canal Parade juist de herinnering aan die week. Het is het jaarlijkse monument voor de Gay Games in 1998.’ De Canal Parade is altijd het pronkstuk van de Gay Pride in Amsterdam gebleven. Inmiddels wordt het evenement niet meer georganiseerd door GBA, maar door GPA – Stichting Gay Pride Amsterdam. Een paar jaar terug, op 5 augustus 2015, plaatste Marjo Meijer een rectificatie in het NRC Handelsblad. Ze schreef: ‘Alle lof voor de uitwerking die GBA aan de plannen hebben gegeven, maar de bedenkers van de grachtenparade zijn de groep homo’s en lesbo’s die de Gay Games naar Amsterdam haalden.’ ◆ Tijdschrift Cul

21


Achtergrond

What the Clit?! De clitoris en de hysterische vrouw Sociaal cultureel ontkend, onbegrepen en ondergewaardeerd – de clitoris is het meest schaamtevolle onderdeel van de schaamdelen. Terwijl seks en vrouwenlichamen musea vullen en billboards sieren. Het lijkt wel alsof het naakte lichaam zelf minder obscuur is dan de seksualiteit die in haar huist. Onderhand is het vrouwelijke plezierorgaan door de jaren heen met zoveel waardeoordelen bekleed, dat feitelijke informatie over wat zich werkelijk tussen de schaamlippen schuilhoudt in afwezigheid schittert. Tijd om de erogene zone van de vrouw in kaart te brengen. Tekst Tessa Bouwmeester Beeld Lotje van den Dungen

De kleine slaapkamer van mijn beste vriendinnetje was warm en benauwd. Jongens en meisjes uit mijn klas lagen in klamme slaapzakken door de kamer verspreid. De meisjes hadden de romantische film When Harry met Sally uitgekozen en de jongens hadden tot ongeveer de helft van de film schunnige opmerkingen gemaakt over piemels om de zoetsappigheid te compenseren. Tot er plotseling een scène in een eethuis in Manhattan op de beeldbuis in de kamer verscheen. De vier minuten dat Sally aan het eettafeltje een orgasme fakete waren de ongemakkelijkste in mijn korte leven. De meisjes staarden knalrood naar het plafond en de jongens keken vol ongeloof naar de kreunende krullenbol op het scherm. De moeder, gealarmeerd door de geluiden, stormde de kamer binnen en trok de stekker uit de televisie.

22

Tijdschrift Cul

Poging tot perfectie Het zwarte beeldscherm markeerde het einde van mijn eerste confrontatie met het vrouwelijk genot en werd zodoende gelijk aan gĂŞne gekoppeld. De geschiedenis van de clitoris is omgeven met verhalen zoals deze die gaan over schaamte en normalisering. Al sinds de tijd van de Grieken weten we dat de clitoris en de penis dezelfde vorm hebben, met als verschil dat de een zich buiten en de ander zich binnenin het lichaam bevindt, maar ondanks dat deze kennis van de geslachtsorganen op anatomisch gebied vooruitstrevend was, was de sociale status van de clitoris dat minder. Zo werd er gedacht dat het vrouwelijk zwellichaam een mislukte poging tot een penis was,


Achtergrond omdat mannelijkheid toentertijd als ideaalbeeld werd genomen. Vrouwen droegen de poging tot perfectie binnenin met zich mee, maar werden door het falen daarin als minderwaardige wezens beschouwd. Vandaag de dag zijn we deze banaliteit voorbij, maar de vrouwelijke seksualiteit staat bij benadering nog steeds scherp in contrast met de mannelijke seksualiteit. Hysterie Naast de meer fysieke theorieën over het seksuele orgaan van de vrouw werd er ook heel wat gespeculeerd over de vrouwelijke seksualiteit. In de middeleeuwen werd de vrouwelijke seksualiteit bijvoorbeeld gelinkt aan bezetenheid, omdat de vagina een open deur zou zijn voor allerlei kwaadwillende demonen. Dat verklaarde voor menig man ook gelijk waarom vrouwen zich zo raadselachtig gedroegen. Met de toenemende geletterdheid van vrouwen in de Victoriaanse tijd werden vrouwen steeds vaker met uiteenlopende ‘onnavolgbaarheden’, waaronder hysterie gediagnosticeerd. Omdat de vrouwen niet in staat waren om de toegenomen geletterdheid te bevatten, werden steeds meer intellectuele vrouwen naar dokters gebracht om ze te genezen van de verkregen inzichten die ze verkondigden. Uiteindelijk werd er over vijfenzeventig procent van de vrouwen gedacht dat ze aan hysterie zouden lijden. De oorzaken werden in medische kringen gewijd aan de afwezigheid van de man of omdat mannen geen seks hadden met hun vrouwen (wat vrij normaal was in die tijd omdat rijke mannen geen seks hadden met hun vrouwen, daar hadden ze andere dames voor). Het gebrek aan sperma maakte de dames wispelturig en onhandelbaar. Om deze ‘ziekte’ tegen te gaan, werden vrouwen

aangeraden paard te rijden of om zich bij de dokter te melden voor een vingerbehandeling. Hoewel er in deze tijd geen gebrek lijkt te zijn aan aandacht voor de clitoris, werd het stimuleren van al deze vrouwen niet gezien als een seksuele handeling. De doktoren handelden slechts naar een behandelingsmethode ingezet om een ziekte uit te bannen. Veel vrouwen liepen de deur van de dokter overigens wel plat. Het medicaliseren van genot Maar ook de mannelijke seksualiteit ontkomt niet aan stereotyperingen en waardenkaders. Het op de markt brengen van viagra onderstreepte de norm dat mannen seksueel actief moeten zijn. De man die seksueel niet kan presteren mankeert iets, en wie iets mankeert heeft een medicijn nodig. Een interessante vraag rijst dan: hoe komt het dat de clitoris en het vrouwelijke genot zo lang bedwongen zijn in de geschiedenis, terwijl het mannelijke orgasme juist als probleemloos werd voorgesteld? Deze vraag blijft voor nu helaas onbeantwoord. De geschiedenis van de vrouwelijke seksualiteit toont aan dat er gedacht werd dat er een gevaar huisde tussen de benen van de vrouw. Door de jaren heen zien we hoe de vrouwelijke seksualiteit als gevolg daarvan genegeerd, gemedicaliseerd en gediagnosticeerd is. Het ontketenen van het genot van de vrouw werd gezien als een bedreiging voor de patriarchale orde en de maatschappij in het algemeen. In dit opzicht zien we dat seksualiteit, zowel voor mannen als vrouwen, de sociale verhoudingen en de relaties tussen de seksen weergeeft. Uiteindelijk blijft Oscar Wilde’s gezegde wat dat betreft nog steeds relevant: Alles gaat over seks, behalve seks zelf, dat draait om macht. ◆ Tijdschrift Cul

23


Interview

Van METALLICA naar Mascara Hoe vrij zijn metalbands onder het Egyptische regime?

‘Muziek is zo krachtig omdat het mensen dicht bij elkaar kan brengen’, aldus de Iranese metal-muzikant Ali Sanaei. Dit geldt echter lang niet voor alle metal-muzikanten uit het Midden-Oosten. Veel leiders uit die regio vinden metal duivelse muziek en zijn van mening dat de muzikanten ervan nooit goede moslims kunnen zijn. Een voormalige all-female metal-band uit Egypte gaat in tegen deze gedachtegang. Kunnen zij onder de harde hand van het regime uitkomen? Tekst Yalou van der Heijden Beeld Isis Brandt Corstius

Toen Cherine Amr in haar tienerjaren een cd van metalband Metallica hoorde, was ze verkocht: deze muziek wilde zij ook maken. Ze leerde gitaar spelen en begon naast zingen ook met screamen (zangtechniek in metalmuziek). Tijdens een jazzconcert in Alexandria liep ze klassiek kerkvioliste Nancy Mounir tegen het lijf. Ze besloten samen te jammen en in 2005 ontstond hun band Massive Scar Era (a.k.a. Mascara). In een skype-interview met Tijdschrift Cul vertelt de zangeres dat ze veel weerstand ondervonden tegen hun muziekkeuze. Zo verboden de ouders van Cherine haar samen met jongens muziek te maken. Om haar te beschermen tegen misbruik, maar ook in de hoop haar

24

Tijdschrift Cul

geheel van metal te weerhouden. Dit lukte hen niet en de eerste vrouwelijke metalband van Egypte was een feit. Hoewel haar ouders haar het liefst iets anders zien doen, hebben ze Cherines keuze inmiddels geaccepteerd. Screamen tegen de Moslimbroeders Momenteel woont Cherine in Canada, maar toen ze als accountmanager voor een reclamebureau in Caïro werkte, ondervond ze veel discriminatie. Nadat de Moslimbroederschap de presidentiële post van Hosni Moebarak in 2012 overnam, verdeelde zij de goede banen onder haar eigen leden. Zo ook de baan als projectleider bij het bedrijf waar Cherine werkte.


Interview Op deze manier maakte zij kennis met de denkwijze van de Moslimbroederschap die haar ongeacht haar goede prestaties liever thuis zag zitten. Ze vertelt dat ze uit dit soort situaties muzikale inspiratie haalde. Dat haar neutraliteit ten opzichte van de Moslimbroederschap is veranderd, hoor je terug in het nummer My Ground, waarin ze haar gevoelens en ervaringen verwoord: ‘Grow that beard, don’t shake my hand. Try to cover my face, try to cover my hair. Shut me off, but I wouldn’t care, I held my head high as I scream out loud; I stand my ground.’ Cherine gaf in het interview aan dat ze tijdens het schrijven van nummers weldegelijk beïnvloed worden door politieke gebeurtenissen in hun land. Toch maakt Mascara in eerste instantie muziek uit passie en niet om een activistisch standpunt in te nemen: ‘Toen ik met de band begon was ik niet bezig met politiek, ik wilde gewoon muziek maken.’ Duivelse praktijken De klanken van metal gemixt met de verschillende powergenres die de metalheads uit het Midden-Oosten maken, vatten de situatie waarin zij opgroeiden goed samen. Muziek vormde hun uitlaatklep tijdens het opgroeien onder corruptie en gewelddadige regimes. De frustraties uit hun jeugd en soms ook nog het heden, zijn terug te horen in de vaak snelle en rauwe metal-muziek. Volgens muzikant en Midden-Oosten-deskundige Mark LeVine begreep de Egyptische regering de teksten bij de metal-muziek waarschijnlijk niet helemaal, maar kon ze zich zeker inleven in de problemen die deze teksten konden veroorzaken. Dit zorgde in 1997 voor een hardhandig optreden tegen de metal-scene. Honderden metalheads wer-

den opgepakt en vervolgd met aanklachten als ‘satanische verering’ en het ‘pogen om moslims te bekeren’. De metal-scene kreeg de stempel ‘satanisch’ en werd niet geaccepteerd door de maatschappij. Dit zorgde ervoor dat de metal-scene voor langere tijd ondergronds ging. Hoewel Cherine nog jong was toen dit gebeurde, herinnert ze het zich wel. Krantenverkopers gebruikten de satanische stempel als verkoopleus op de boulevard van Alexandria. Toch heeft het haar niet beïnvloed in haar muziekkeuzes. Ze deed iets uit passie en dat had volgens haar niks te maken met anti-islamitische of satanische uitlatingen. Sterker nog: de gedachte dat mensen vinden dat je geen goede moslim en metal-muzikant tegelijkertijd kan zijn vindt de zangeres ‘pure bullshit’. Ze is zelf moslima en kan deze twee zaken prima samen laten komen. ‘Ik doe op het podium niets geks dat mijn geloof afkeurt’, stelt Cherine. Volgens de zangeres wordt de metal-scene als zondebok gebruikt door de overheid. Om de aandacht af te leiden van politieke zaken zorgen ze ervoor dat de media-aandacht uitgaat naar ‘satanische bands die de ethiek van het land komen verstoren’. Veelal is het echter prima om metalmuziek te spelen, zolang de eigenaar van de concertzaal maar over de juiste papieren beschikt. De harde hand van het regime is dus alleen voelbaar als ze in hun voordeel gebruikt kan worden. Toch ziet Cherine de toekomst van Massive Scar Era liever in het buitenland. Het liefst tekent ze bij een label en ziet ze haar fanbase ook buiten het Midden-Oosten groeien. Want muziek brengt mensen dichter bij elkaar, mits het in alle vrijheid gespeeld kan worden. ◆ Tijdschrift Cul

25


Reportage

Journalisten

In het dorp van mijn ouders bezorgt Het BussumsNieuws mij dikwijls een goed humeur. Deze lokale krant, die iedere donderdag op de mat valt, is een type weekblad zoals de meeste Nederlanders dat zullen kennen: de sportpagina behandelt wat de diverse sportverenigingen hebben gedaan, Corrie en Har zijn zoveel jaar getrouwd en de bouwvergunning voor pand ‘C’ heeft wederom vertraging opgelopen. Maar voor de liefhebbers van dit soort charmante streekactualiteiten is er slecht nieuws. Het zijn magere tijden voor de regionale journalistiek. Tekst en beeld Josia Brüggen

26

Tijdschrift Cul


Reportage

langs de lijn

De mogelijke teloorgang van de lokale verslaggeving Op 21 februari 2015 schreef Hans Laroes, voormalig hoofdredacteur van het NOS Journaal, een alarmerend artikel in De Volkskrant. In het stuk sprak hij zijn zorgen uit over de huidige staat van de regionale journalistiek. Laroes merkt op dat lokale media steeds minder vaak in staat zijn gemeentelijke besluitvorming te controleren en dankzij bezuinigingen op de redactie haar ‘waakhondfunctie’ dreigen te verliezen. Van waakhond tot schootkat? Die zorg is niet geheel onterecht. Opgelegde bezuinigingen van bovenaf zorgen ervoor dat redacties structureel werknemers moeten ontslaan. Door die afname in mankracht is het steeds lastiger om de lokale politiek te kunnen controleren, juist op het moment dat de overheid steeds meer taken doorspeelt naar verschillende gemeentes. Terwijl het politieke belang van de lokale gemeenschap groeit, neemt de controle in razend tempo af. In januari berichtten landelijke media dat er weer een forse ontslagronde zou plaatsvinden. Piet Bakker, lector Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht, benadrukt dat de lokale politiek na deze journalistieke kaalslag, nu toch echt vrij spel heeft. Niet alleen Laroes en Bakker maken zich zorgen: ondertussen hebben vrijwel alle regionale omroepen alarm geslagen en hebben di-

verse journalisten via Twitter hun zorgen geuit. Onbekend met deze problematiek, sprak ik met André Verheul. Hij is hoofdredacteur van Enter Media B.V., de uitgeverij van verschillende lokale kranten in het Gooi, waaronder ook ‘mijn’ BussumsNieuws. Verheul brengt direct een nuance aan in de zorgelijke toon die Laroes en anderen opvoeren. Niet overal in Nederland is er reden tot pessimisme: het succes van lokale journalistiek verschilt volgens Verheul sterk per streek. Zo is er in het Gooi sprake van een bloeiend mediaconcern, maar is er in Almere nauwelijks sprake van lokale berichtgeving. Hierin speelt de belevingswereld van de lezer een cruciale rol. Verheul: ‘Almere is een relatief jonge stad met inwoners, die meer betrokken zijn met Amsterdam of andere plekken waar ze vandaan komen, dan met de stad waar ze zelf wonen.’ De doelgroep vormt dus een belangrijke voorwaarde voor het bestaan van de krant. Als er geen gemeenschappelijk regiogevoel is, is het lastig mensen te interesseren voor wat er in die regio gebeurt. Bovendien is er sprake van een wisselwerking: lokale kranten kunnen verschijnen dankzij advertentie-inkomsten, maar wanneer het publiek voor regionaal nieuws klein is, vinden lokale ondernemers het niet interessant om te adverteren. Tijdschrift Cul

27


Reportage Bloei Armoede maakt vindingrijk, want door bezuinigingen zijn redacties genoodzaakt zich aan te passen. En dus spreekt Verheul, net als veel analisten, over een nieuw type journalist. Met een beperkte redactiecapaciteit is het nog belangrijker geworden om als verslaggever efficiënt te zijn en naast schrijven ook te kunnen interviewen of fotograferen. ‘Die ontwikkeling is niet per se negatief, maar het is waar dat je door de markt gedwongen wordt om die stap te zetten. Maar dit komt ook door de technologie en de wensen van het publiek. Men wil naast een krantenstuk tegenwoordig ook beelden kunnen zien, op een website of bijvoorbeeld via Facebook. Door de technologische vooruitgang is dat toegankelijker geworden, maar er zitten ook haken en ogen aan. Er zijn journalisten die zich nu plots moeten richten op andere media en dat is niet altijd makkelijk.’ Economische restrictie heeft dus grote invloed op de vorm van journalistiek, maar de nieuwe methode levert niet altijd een beter resultaat op. Vijfentwintig jaar peuterspeelzaal De Rakkertjes Toch is het einde van de regionale journalistiek nog niet in zicht. Verheul: ‘Het is de regionale betrokkenheid die plaatselijk nieuws zo mooi maakt. Als er iets gebeurt dan komt het halve dorp dat tegen en is iedereen benieuwd wat er aan de hand is. Laatst was er iemand van het balkon gevallen. Dat kan een zelfmoord zijn, of een misdrijf. Maar ondertussen is het afgesloten, staat er politie en weet niemand wat er aan de hand is. Je merkt aan de bezoekersaantallen van de website dat men hunkert naar informatie op het moment dat er nog niets bekend is. Op sociale media

28

Tijdschrift Cul

vraagt men ons ondertussen wat er is gebeurd. Soms is het lastig daarop in te spelen, simpelweg omdat wij ook niets weten. Is het dan wel nieuws? Moet je dan iets publiceren of wacht je nog even tot je daadwerkelijk wat te melden hebt?’ Plaatselijke interesse en betrokkenheid zijn dus twee kenmerkende eigenschappen van de regionale journalistiek. Bovendien valt de vaak optimistische toon op, zeker ten opzichte van de nationale kranten. ‘Er gaan vaak vergelijkingen op dat de lokale journalistiek toch voornamelijk positief nieuws bevat, tegenover de veelal negatieve aard van landelijk of internationaal nieuws.’ In Bussum valt te lezen dat ook de nieuwe burgemeester op bezoek blijft gaan bij echtparen met een diamanten huwelijk en hoe peuterspeelzaal De Rakkertjes een jubileum viert, terwijl de landelijke media rapporteren over het zoveelste politieke schandaal of kinderarbeid in de Aziatische industrie. Een positieve wending Regionale journalistiek blijft voorlopig bestaan. Niet alleen als controlerend orgaan van de gemeentelijke macht, maar ook voor het creëren van een streekgevoel. De zorgelijke toon van Hans Laroes en van andere landelijke media is gedeeltelijk terecht, maar geldt niet voor de regionale journalistiek in het algemeen. Bovendien hoeft de kwaliteit van berichtgeving tot dusverre niet altijd onder de bezuinigingen te lijden. Verbeterde technologie en samenwerkingsverbanden kunnen juist leiden tot betere nieuwsvoorzieningen. Genoeg reden tot optimisme dus. Laten we tenslotte hopen dat slagerij Hoekstra een prachtig jubileum mag vieren en dat het Bussums Schaakgenootschap de promotie weet te bewerkstelligen. ◆


Column

Vriendjespolitiek Opstand en revolutie op het schoolplein Tekst Lauren Challis De kinderen staan op het speelplein. Een groepje van twaalf kinderen staat in een kring om een meisje genaamd Lena heen. Zij heeft een voetbal onder haar arm en schreeuwt dirigerend spelregels naar de groep. ‘Als je de bal door iemands poortje hebt geschopt, is diegene af!’ De groep kijkt vol lof en respect naar haar. Zij is de leider van het spel en alleen naar haar zullen de kinderen luisteren. Omdat aan het schenden van haar regels sociale reprimandes hangen, is er niemand die dit durft. Vervolgens overlegt ze kort met een jongen naast haar. Hij heet Nikita en fungeert als haar rechterhand. Omdat ze elkaar van baby af aan kennen, is hij de enige die ze vertrouwt. Alle andere kinderen wantrouwt ze, uit angst om haar aanzien te verliezen. Nikita mag haar advies geven, maar hij is hierin voorzichtig. Dat hij het spel niet leuk vindt, vertelt hij niet uit angst dat hij uit de groep gezet wordt. Zonder Lena zou namelijk niemand meer tegen hem opkijken. Lena en Nikita delen de teams in. Niemand durft ook maar aan kritiek te denken, behalve Abraham. Abraham is een verlegen jongen wiens mening er nooit toe heeft gedaan. Hij heeft zich de laatste weken steeds meer geërgerd aan de positie van Lena en Nikita. Hij vindt dat de teamindelingen oneerlijk zijn, omdat alleen de populairste kinderen mogen spelen. De rest mag alleen de rotklusjes doen zoals de score bijhouden en ballenjongen zijn. Abraham overtuigt zijn twee beste vrienden dat er verandering moet komen en samen bespreken ze de weg die uiting zal geven aan

de onvrede. De volgende dag staan de drie op het plein met een splinternieuwe voetbal en wachten ze de klasgenootjes op. Ze hebben een handgeschreven brief aan de deur van de school vastgepind, waar onder andere in geschreven staat dat vooral de minder populaire kinderen mogen spelen. Lena en Nikita horen er van maar besteden er geen aandacht aan. Het is Abraham maar. In de pauze wachten ze op het vaste verzamelpunt, maar nadat er na tien minuten maar één iemand is op komen dagen, begrijpen ze wat er aan de hand is. Ze lopen op geschreeuw en gelach af en zien de tot voor kort minder populaire kinderen een nieuw spel spelen. De voorheen populaire kinderen staan nu aan de zijlijn en zijn gedwongen de rotklusjes te doen. Abrahams revolutie heeft Lena’s aanzien doen afnemen, maar ze geeft niet op. Ze blijft nieuwe spellen organiseren, die keer op keer mislukken. Na haar vierde poging, wordt ze door een groep klasgenoten tegengehouden op het schoolplein. Als ze doorgaat met het organiseren van nieuwe spellen, dreigen ze haar iets aan te doen. Lena beseft dat het menens is en commandeert haar aanhangers om direct te stoppen met de organisatie van de volgende beweging. De volgende dag komt Lena uitgeput op school. In het fietsenhok ziet ze Abraham en Nikita fluisteren. Ze verstopt zich achter een muurtje, zodat ze hen ongezien kan afluisteren. ‘Je hebt mijn advies goed opgevolgd, Abraham. Nu Lena weg is, kunnen we door met de volgende fase van ons plan.’ ◆ Tijdschrift Cul

29


Interview

Like a virgin… Over het taboe van volwassen maagdelijkheid Maagdelijkheid hoort men, stiekem en onbevangen, in zijn tienerjaren te verliezen. Maar wat als dat niet zo verloopt? Voor volwassen maagdelijke vrouwen biedt André zich aan: via zijn website kunnen maagdenvrouwen hem benaderen voor een tantra-ritueel in een hotelkamer om hun seksuele carrière in te luiden. Sinds twee jaar heeft hij deze ‘hobby’ en inmiddels heeft hij veel ervaring opgedaan over de problematiek, angsten en taboes van volwassen maagden. Tekst Katarina Schul In Nederland wordt iemand gemiddeld op zijn zestiende ontmaagd volgens een rapport van Boemmedia. Meisjes zijn er met een leeftijd van 16,6 jaar gemiddeld genomen iets eerder bij dan jongens met een gemiddelde leeftijd van 16,8 jaar. De gemiddelde leeftijd toont een significant dalende tendens, want in 1980 was het aannemelijk rond 17,5 jaar voor het eerst het bed in te duiken met iemand. Deze verjonging van onze eerste seksuele activiteit is echter niet voor iedereen het geval. Er zijn talrijke volwassen maagden in Nederland die zich belast voelen als onervaren bedpartner in een ogenschijnlijk seksueel bevrijdde wereld. Volwassen maagdelijkheid kan voor zowel mannen als vrouwen verschillende drempels vormen. Voor mannen zou het een deel van je ‘mannelijkheid’ bewijzen, als je ontmaagd - strikt genomen ‘ontknaapt’ - wordt. Vrouwen versieren hoort

30

Tijdschrift Cul

bij het stoere man-zijn, en dat wordt op zijn beurt geblokkeerd door schaamte en onervarenheid. Voor vrouwen kan maagdelijkheid eveneens een blokkade zijn in hun romantische relaties. Worden zij immers niet per definitie verliefd op de man die hun kersje voor het eerst plukt? Maagdelijkheid op volwassen leeftijd wordt dan ook liever geheim gehouden bij beide seksen, weggemoffeld uit onzekerheid over hun preutsheid en onkunde. Hoe kun je hier tegenwoordig dan als volwassene mee omgaan? André weet hier een antwoord op. Hij is een ontmaagdingsservice gestart voor volwassen maagdelijke vrouwen. …touched for the very first time André, 45 jaar en gelukkig getrouwd en vader van kinderen, helpt vrouwelijke maagden over hun seksuele ‘drempel’ heen te komen. Hij biedt zichzelf aan bij vrouwen van 21 jaar of ouder om voor de eerste


Interview keer seks met hem te hebben. Dit doet hij volgens bepaalde tantra-ideeën die hij en zijn vrouw praktiseren. ‘Ik ben per toeval tegen het taboe van volwassen vrouwenmaagden aangelopen.’ Op een campingvakantie in Frankrijk spreekt hij met een vrouw van 25 over zijn tantra-levensbeschouwing tijdens een gemeenschappelijke barbecue. De volgende dag benadert dezelfde vrouw André met de vraag of hij haar wil ontmaagden. Het is voor hem een verrassing dat ze maagd is en hij denkt dat ze de draak met hem steekt. Hij wijst het aanbod vriendelijk af, want hij is per slot van rekening op vakantie met zijn gezin. De tweede verrassing van die dag staat hem nog te wachten als hij zijn vrouw vertelt van het aanbod en zij bemoedigend reageert: ‘Ze zag het me wel doen en raadde me aan serieus te overwegen om de vrouw te helpen.’ Zo geschiedde en biedt dik twee jaar later André zichzelf aan bij volwassen vrouwen die ontmaagd willen worden. ‘Ik heb een regeling met mijn vrouw dat ik maximaal zes keer per jaar afspreek met een vrouw om haar te ontmaagden’, legt hij uit. Zijn kinderen zijn niet op de hoogte van deze bezigheid. Vanaf het moment dat dit zijn gezin in gevaar of discomfort brengt, houdt hij er direct mee op. ‘Ik ben nog steeds fundamenteel monogaam.’ André noemt de dienst die hij bewijst ook geen fetisj, maar eerder een hobby: ‘De ene heeft een modeltrein op zolder, en de ander verzamelt postzegels. Mijn hobby is om een paar keer per jaar een vrouw te ontmaagden.’ Prangend probleem André stelt wel voorwaarden aan zijn service. In de eerste plaats moet hij ‘chemie’ voelen met de maagd en spreekt hij de

eerste keer alleen af voor een kennismaking om vooral haar verhaal te begrijpen. Veelal komen de maagden uit strenge, soms religieuze, families waarin de vader de vrouwen in het gezin slecht behandelde of zelfs mishandelde. Bovendien zijn de meeste maagden met wie hij afspreekt hoogopgeleid. Zij hebben uit angst voor een vergelijkbare, negatieve ervaring met mannen hun seksuele gevoelens en verlangens in hun tienerjaren opzij gezet en hun opleiding en carrière de prioriteit gegeven. ‘Het probleem van maagdelijkheid prangt steeds meer naarmate je ouder wordt, en speelt zich bovendien meer in het hoofd af dan in het gevoel’, vertelt André. Het is deels een verlangen om op een seksuele manier intiem met iemand te zijn, maar bovenal de schaamte en maatschappelijke druk die het tot een waar probleem vormt. Het is daarom meer een rationeel dan een emotioneel probleem. Het tantraritueel, waarin het gevoel van samenzijn en samensmelten centraal staat, helpt bij uitstek de drempel te verlichten die volwassen maagden ervaren door de ratio weg te nemen.

‘Mijn hobby is om een paar keer per jaar een vrouw te ontmaagden’

Tijdschrift Cul

31


Interview

Stappenplan Het ontmaagdingsritueel heeft een vastgelegd stappenplan, ook al kan de vrouw op elk moment aangeven wat zij wel of niet prettig vindt. Het is belangrijk op een langzaam tempo, rustig aan te beginnen. Eerst gaan ze samen douchen, maken ze elkaar schoon en staan ze een poos naakt tegen elkaar aan om te wennen aan elkaars lichaam. Daarna geeft hij haar een tantra-massage en begint hij haar te bevredigen, terwijl hij al zijn handelingen expliciet uitlegt en uitspreekt. ‘Ik heb inmiddels wel geleerd dat maagden ook willen leren goede bedpartners te zijn’, vertelt André. Hij leert ze bijvoorbeeld zonder gêne met een penis te spelen, of hoe je een slappe penis weer opgewonden kunt maken. Er kunnen natuurlijk ook dingen misgaan bij een ontmaagdingsritueel. Een vrouw kan dichtklappen en zich niet genoeg op haar gemak voelen, maar ook kan het hem niet lukken om een erectie te krijgen. André weigert viagra te nemen: ‘Ik ben niet een product dat je kunt bestellen of een gigolo die gegarandeerd acht uur lang een erectie heeft.’ De chemie tussen hem en de maagd is cruciaal voor een geslaagde ontmaagding. In de reviews op zijn website is te lezen dat de ontmaagding dikwijls slaagt. Die reviews staan er, omdat hij op deze manier hoopt dat vrouwenmaagden zich kunnen herkennen in de verhalen van andere (nietmeer)maagden. ‘Het is het enige wat ik vraag voor de gratis hulp die ik bied, dat de vrouw een review schrijft voor op de website zodat andere maagden die kunnen lezen’, legt hij uit.

32

Tijdschrift Cul

Perverse nobelheid Sommigen denken dat André een perverseling is en dat kan hij ook wel begrijpen. ‘Het is misschien vreemd, maar ik doe het vanuit de wederzijdse instemming’, aldus de hobbyist. ‘Ik doe het vanuit de overtuiging om vrouwenmaagden te helpen, maar geniet er tegelijkertijd ook intens van.’ Er is inmiddels ook een equivalente website van een andere man, maar hiermee heeft André geen contact. Hij doet dit werk alleen, omdat hij alleen voor zichzelf verantwoordelijk kan en wil zijn: ‘Ik ben niet van plan een soort ontmaagdingsbureau te beginnen.’ Vooralsnog bestaat deze ontmaagdingsservice alleen voor vrouwen. Voor mannen bestaat er wel een veel duurdere variant van escortbedrijven die een ontknapingsservice aanbieden tegen een vergoeding vanaf rond de duizend euro. Het is volgens André inmiddels broodnodig het taboe te doorbreken. Het valt echter te betwisten of zijn dienst dat ook echt bevordert. Het lijkt eerder een pleister op de zere wond, het taboe rondom maagdelijkheid blijft op deze manier bestaan. Per slot van rekening breekt hij het taboe niet af, maar biedt enkel een stiekeme, anonieme oplossing voor een handjevol vrouwen. Het is duidelijk dat hij in zijn eentje ook niet de discussie over het taboe van volwassen maagdelijkheid kan veranderen, maar zijn website wordt wel veel bezocht en geeft een opening voor deze discussie. En dat is al heel wat.

De achternaam van André is bekend bij de redactie. ◆


Achtergrond

Ziezoprint.nl is onderdeel van:

. .

DRUK K ERIJ & G RAF ISC HE VORMG EVING

�i� D�����! �jds����� O�� �i� � � do�� i� ������r .�� � ���z����n

DRUKKEN PRINTEN RECLAME

Andeko Graphic Bocksmeulen 22 9101 RA Dokkum info@andekodokkum.nl www.andekodokkum.nl T 0519 - 22 03 67

V�n� & � H��� �� es��� . �v�u�i � �� vo�r ���i�!

flyers - folders - posters - brochures - briefpapier - enveloppen - visitekaartjes - geboortekaarten uitnodigingskaarten - menukaarten - kalenders - memo/notitiebloks - stoepborden - stickers - belettering magneetplaten - reclameborden en nog veel meer!

www.ziezoprint.nl Tijdschrift Cul

33


Hallo eerstejaars! Wij zijn het aankomende bestuur van Kwakiutl, de studievereniging van antropologie. Samen gaan wij ervoor zorgen dat jullie eerste studiejaar antropologie nóg leuker en interessanter wordt. We stellen ons graag even aan jullie voor. Eveline Verwoerd - Voorzitter Haaihaai! Ik ben Eveline, derdejaars antropologiestudent en dit jaar ook de voorzitter van Kwakiutl! De afgelopen twee jaar heb ik het hier erg naar mijn zin gehad en samen met de rest van het bestuur ga ik ervoor zorgen dat we dat ook voor jullie gaan regelen! Als voorzitter ben ik bezig om het bestuur goed laten verlopen en onderhoud ik contact met alle externe partijen waar Kwakiutl mee te maken heeft. Samen met de secretaris en penningmeester, Kelly en Titus, maak ik deel uit van het dagelijks bestuur, wat betekent dat wij de vereniging draaiende houden. Aankomend jaar zal ik op alle (super leuke) evenementen aanwezig zijn zodat ik jullie goed leer kennen en jullie mij ook. We organiseren o.a. een vette studiereis, lezingen, een congres en een feest! Ook zal ik elke donderdag aanwezig zijn op de borrel. Dus, tot dan! Dok van Dijk – Coördinator Sociaal Goedendag Kwakelaars! Mijn naam is Dok van Dijk en dit jaar zal ik coördinator sociaal zijn bij Kwakiutl. Ik ga me bezig houden met alle sociale activiteiten zoals themaborrels, feesten, open podium en andere leuke evenementen. Ik heb hier zeer veel zin in! Dit wil ik graag met jullie allemaal bewerkstelligen dus kom vooral in de commissie om zelf mee te helpen en dit jaar een van de gezelligste in de kwak-geschiedenis te maken. Het bier zal stromen en de heupjes zullen worden los gegooid. Liefs Dok

34

Kelly Prins – Secretaris Hallo kersverse antropologen in spe! Ik ben Kelly en ik ben komend studiejaar secretaris bij Kwakiutl. Ik kom uit een klein dorpje in Noord-Holland en ik begin dit jaar alweer aan mijn derde jaar als antropologiestudent. Wanneer jullie lid worden van onze vereniging zullen jullie nog veel van mij horen, want als secretaris beheer ik onder andere de sociale media van Kwakiutl, zoals facebook en instagram. Volg ons dus vooral zodat je geen evenement hoeft te missen! Ik hoop jullie allemaal komend jaar op onze evenementen te ontmoeten zodat we er samen een leuk jaar van kunnen maken!

Tijdschrift Cul


Ljana Postma – Coördinator Reis Hoi, ik ben Ljana Postma en momenteel derdejaars. Komend studiejaar ben ik de coördinator reizen van Kwakiutl. Dit houdt in dat ik voor jullie fantastische reizen zal organiseren, zoals het eerstejaarsweekend in september, uitwisseling in november, liftwedstrijd in april en studiereis in mei. Voorgaande jaren hebben we prachtige steden en landen bezocht, vrienden voor het leven gemaakt, ontzettend veel geleerd en bovenal een hoop plezier beleefd op deze reizen. En dit jaar zal geen uitzondering zijn, dus meld je vooral aan! De eerste reis is alweer in het weekend van 22 t/m 24 september, speciaal voor eerstejaars. Ga mee! Titus Scholten - Penningmeester Hallo lieve mensen! Ik ben Titus, geboren en getogen Amsterdammer maar nu 035’er, en ik word jullie penningmeester aankomend jaar. Penningmeesterschap betekent dat ik een toeziend oog houd op alle geldstromen en zorg ik ervoor dat jullie korting krijgen op jullie schoolboeken. Ook zal ik jullie tergen met betaalverzoeken, handtekeningen, en mijn kleurrijk sarcasme, alhoewel dat laatste vooral voor eigen vermaak is. Als je mij in de wandelgangen tegenkomt ben ik waarschijnlijk aan het praten met vrienden of diep in gedachten verzonken. In beide gevallen heb ik het meestal enorm naar mijn zin, dus schroom je niet doe iets hilarisch. Dan kan je mijn befaamde lach horen. Dus als je wat te lachen hebt, zin hebt om een gesprekje aan te knopen over de onbesproken facetten van het leven of gewoon die studieboeken eindelijk wilt komen ophalen; kom langs bij de Common Room en de bestuurskamer van Kwakiutl! Tabitha Hunte – Coördinator Studieverdiepend Lieve eerstejaars, jullie zijn net aan een nieuwe opleiding begonnen en zullen de komende tijd waarschijnlijk overspoeld worden met informatie en interessante literatuur. Vergeet niet dat wij er als studievereniging voor jullie zijn om regelmatig voor afleiding te zorgen en voor het geven van nuttige informatie. Wij bieden onder andere lezingen, filmavonden en een congres aan, die jullie een andere blik geven op het vak antropologie. Uiteraard zijn er ook borrels, studiereizen en andere gezellige evenementen voor de sociale beestjes. Bovendien zal ik jullie als coördinator studieverdieping extra ondersteuning geven buiten de begeleiding die jullie in het eerste jaar krijgen. Jullie zullen geholpen worden hoe je een overtuigend en goed opgebouwd essay kunt schrijven, maar denk ook aan tentamentrainingen en advies over het plannen van je studie. Voor informatie over jullie toekomstige carrièremogelijkheden kunnen jullie bij ons ook terecht. Kortom wij bieden jullie hulp en gezelligheid aan. Ik wens jullie veel succes het eerste studiejaar. Tijdschrift Cul

35


De cul Zoekt Jou

De cul is altijd opzoek naar nieuwe redactieleden en externe schrijvers. Wil jij schrijven? Mail dan snel naar redactie@tijdschiftcul.nl en wie weet zit jij komend jaar in onze redactie!

Word abonnee

www.tijdschriftcul.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.