Op niveau onderbouw vmbo-t/havo

Page 23

2

Voordat je een zin schrijft, denk je na over de informatie die je erin wilt zetten. Je maakt als het ware een bouwplan voor je zin. Bij sommige werkwoorden weet je van tevoren dat je bepaalde zinsdelen moet toevoegen en andere zinsdelen mag toevoegen. Dit heeft te maken met de betekenis van het werkwoord.

wassen

wie?

voorbeeld De betekenis van het werkwoord wassen zorgt ervoor dat je altijd twee vragen stelt en dus twee delen moet toevoegen: 1 Wie wast? 2 Wat wast de persoon?

Grammatica

wat?

ander zinsdeel

ander zinsdeel

ander zinsdeel

Bouwplan A

De basiszin bestaat uit drie delen. Je mag de zin langer maken door er delen aan toe te voegen. Wie voert de Wat is de handeling uit? handeling?

Wat (is nodig)?

Jessica

wast

haar handen.

Jessica

wast

haar handen

Waarmee?

Wanneer?

Waar?

met zeep

voor het eten

in de keuken.

miauwen

wie?

voorbeeld De betekenis van het werkwoord miauwen zorgt ervoor dat ĂŠĂŠn vraag voldoende is: Wie/wat miauwt?

ander zinsdeel

ander zinsdeel

ander zinsdeel

Bouwplan B

De basiszin bestaat uit twee delen. Je mag de zin langer maken door er andere delen aan toe te voegen. Wie/wat voert de handeling uit?

Wat is de handeling?

Wat (is nodig)?

De poes

miauwt.

x

De poes

miauwt

x

Hoe?

Wanneer?

Waar?

zachtjes

elke morgen

voor mijn deur.

77

17142_ONO_th_blok1-6.indb 77

3/04/15 11:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Op niveau onderbouw vmbo-t/havo by ThiemeMeulenhoff - Issuu