Thermiek 2010 4

Page 10

club j an groot k ormelin k, dirk ’t ha r t

Op 2 oktober 2010 vierde de Twentsche Zweefvliegclub (TZC) haar 75- jarige bestaan op de voormalige Vliegbasis Twenthe met een receptie, een reünie van oud-leden en een slotfeest voor leden en donateurs. Dit artikel gaat over de rijke clubhistorie en de niet geheel zorgenvrije toekomst.

Mevrouw M.G. van HeekRoelvink doopt op 2 februari 1936 de Grunau Baby PH-29 ‘Houtduif’. Op de achtergrond Zögling PH-8, in 1933 door de Amsterdamsche Vereeniging voor Vliegtuigbouw nog gebouwd voor de Twentsche Aeroclub en overgegaan in de inventaris van de TZC. Mevrouw Van Heek-Roelvink was echtgenote van de Twentse ‘textielbaron’ H.J.P. van Heek, een bekend sportvlieger met diverse eigen motorvliegtuigen voor en na WO II. Hij stelde de wisseltrofee ‘Het zilveren zweefvliegtuig van Twente’ beschikbaar als grootste prijs op de eerste NK Zweefvliegen. Foto: archief Ary Ceelen.

Twentsche Zweefvliegclub 75 jaar O

p 28 september 1910 vloog de Belgische luchtvaartpionier Jan Olieslagers met zijn Blériot vanaf een terreintje in Oldenzaal 25 minuten boven de hoofden van het toegestroomde publiek. Dat was het begin van de luchtvaart in Twente, honderd jaar geleden. In 1921 legden enkele zakenlieden een provisorisch vliegveldje van 400 x 240 m aan bij Oldenzaal. Het voldeed niet en werd na twee jaar alweer opgeheven. In 1929 begon de Heidemaatschappij aan de aanleg van het toen 800 x 800 m grote Vliegveld Twente, dat in 1931 officieel werd geopend. KLM directeur Albert Plesman was een van de initiatiefnemers. De maatschappij vloog van 1932 tot het uitbreken van WO II een geregelde lijnvlucht naar de ‘industriedriehoek’ (Enschede, Hengelo, Oldenzaal) in het oosten van het land. De Twentsche Aeroclub (TAC, met leden uit meer welgestelde kringen, die zich vooral met motorvliegen bezig hielden) behoorde ook tot de eerste gebruikers van het veld. Zweefvliegen op Twente Midden jaren dertig stimuleerde de KNVvL de oprichting van locale zweefvliegclubs. Zo werd op 1 oktober 1935, met ruggesteun van de TAC, de Twentsche Zweefvliegclub opgericht. De eerste clubkist was een Zögling lattenkist. Maar de leden wilden meer. In zelfbouw vervaardigden ze de 18

1

gedacht. Maar geleidelijk kwam er een kentering ten goede. De in 1947 op de basis opgerichte zweefvliegclub voor militair personeel droeg daar belangrijk aan bij. Hoewel op papier een zelfstandige club, functioneerde ze in de praktijk als integraal onderdeel van de TZC. En ze bracht een reeks faciliteiten van de KLu in. In 1956 verscheen een nieuwe WIZ 2-trommellier. Vanaf 1959 konden personeelsleden van Hollandse Signaalapparaten in Hengelo en de Nederlandse Aardoliemaatschappij in Oldenzaal op gunstige voorwaarden gaan zweefvliegen. Het ging de club steeds beter.

KNVvL voorzitter Generaal C.J. Snijders hijst voor luchthavengebouw Twente de vlag van de Bond van Nederlandsche Zweefvliegclubs (BNZC) bij opening NK Zweefvliegen 1936. Foto: Vliegwereld.

2

Met en zonder ‘h’

N

aast elkaar vind je Vliegbasis Twenthe en Vliegveld Twente, met en zonder ‘h’. Het verhaal wil dat de notaris die na WO II de acte van overdracht van het veld aan Domeinen opstelde, een glaasje te veel op had daarom een ‘h’ toevoegde. Maar sinds jaar en dag komen beide schrijfwijzen voor. ‘Twente’ heeft nu min of meer officiële status. ‘Twenthe’ zie je vooral nog in eigennamen, zoals Rijksmuseum Twenthe, Twenthe Centrum etc.

Grunau Baby II PH-29 ‘Houtduif’, in die tijd een prestatievliegtuig. Mevrouw M.G. van Heek-Roelvink doopte het vliegtuig op 2 februari 1936. De toenmalige Bond van Nederlandse Zweefvliegclubs vond de ligging en outillage van het Twentse veld zo gunstig, dat ze er in 1936 de eerste nationale kampioenschappen organiseerde. De TZC zorgde voor de veldorganisatie. Jhr. Boreel vloog een afstand van 39 km en won een mooie, door Van Heek beschikbaar gestelde wisseltrofee, ‘Het zilveren zweefvliegtuig van Twente’. Fliegerhorst en Luchtmachtbasis Zweefvliegen was in WO II verboden. Aan de vooravond van de Duitse inval in 1940 thermiek •

WINTER 2010

3

ploegde de Nederlandse genie het veld om en vernielde de gebouwen, zodat de vijand er geen gebruik van kon maken. Maar de Duitsers herstelden het veld voor gebruik door de Luftwaffe en maakten het ook veel groter (het strekte zich uit tot buiten de grenzen van het huidige veld). Ze vorderden ca. 1500 ha grond en braken 71 boerderijen en 22 huizen af. De Amerikanen bombardeerden Fliegerhorst Twente regelmatig en in maart 1945 werd het door 152 B-17 Vliegende Forten geheel verwoest. Direct na de bevrijding namen de Engelsen het veld eerst in bezit, herstelden het provisorisch en droegen het eind 1945 over aan de Nederlandse krijgsmacht. Vliegbasis Twenthe was geboren. thermiek •

WINTER 2010

1 Hangaar klaar voor ontvangst gasten. 2 Gerestaureerde V-20. 3 Frans Backhuijs, TZC voorzitter a.i.

Wederopbouw met vallen en opstaan De TZC kwam ook weer tot leven. Twaalf leden onder voorzitterschap van Jan Eitink kregen het voor elkaar om in 1946 weer te gaan zweefvliegen. Als statuten voor de wederopgerichte club namen ze die van de Enschedese zangersbond over. Waar ‘zingen’ stond vulden ze gewoon ‘zweefvliegen’ in! Ze beschikten nog over de Grunau Baby ‘Houtduif’. Het toestel was gedurende de oorlog in een schuur verstopt en niet ontdekt. Verder kreeg de club uit de KNVvL bouwopdracht bij Fokker enkele ESG’s in huur ter beschikking en de tweezits Goevier PH-211. Toch waren de eerste jaren moeizaam. Er werd soms serieus aan opheffing van de club

Twentsche Zweefvlieg Club 2010 Onlangs vierde de TZC alweer haar 75-jarige bestaan. Ze telt honderd leden en vele donateurs. Geen uitgesproken grote club, maar het ledental is al jaren redelijk stabiel. De clubvloot telt negen vliegtuigen. Voor de opleiding een ASK21. De andere tweezitter is een DG-500. Daarnaast tweemaal een ASK-23, een Ls-4b en een Discus. Een opgaand lijn van kwaliteiten. Uiteraard pleit de vlootcommissie voor nog andere en modernere keuzes. Een bijzonder erfstuk is de K6-E van de overleden technicus Jan Heerink. Een fantastisch vliegtuig speciaal voor leden van na het houttijdperk, die hiermee de gelegenheid hebben eens op een gedateerd type te vliegen. En ten slotte is er dan nog de motorzwever, een Scheibe SF-25. 19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Thermiek 2010 4 by KNVvL Afdeling Zweefvliegen, Segelfliegen, Gliding, Soaring, Vol á Voile, Volo a Vela - Issuu