S78E01-feb08maa08

Page 1

78e jaargang, nr 1, februari / maart 2008

de belgische diamantnijverheid Periodieke uitgave van het Syndikaat der Belgische Diamantnijverheid Periodical Publication of the Syndicate of the Belgian Diamond Industry

editoriaal

Verantwoordelijke uitgever Responsable editor Eduard Denckens Schupstraat 9/11 2018 Antwerpen

Redactie en Publiciteit Editorial Office and Publicity Secretariaat SBD Hoveniersstraat 22, 2018 Antwerpen Tel. : 03/233.11.29 - Fax : 03/227.46.30 e-mail: sbd@sbd.be

Realisatie Transintech Benedenstraat 91, 2880 Bornem Tel: 03/830.23.12 e-mail: transintech@skynet.be

Redactiecomité Editorial Board Eduard Denckens, Jos Heiremans, Linda Vancauwenberghe, Alfons Van Genechten, Yvan Verbraeck

Jaarabonnement Yearly subscription € 25 Voor de teksten zijn uitsluitend hun auteurs verantwoordelijk. Nadruk van teksten toegelaten mits uitdrukkelijke bronvermelding.

Drukkerij Ignace Wils NV, 2890 Sint-Amands

Voor de diamantsector is het voorbije jaar veel opwindender geworden dan iemand bij het begin ervan had durven vermoeden. Daar hebben ook maar niet alleen de Presidents Meeting in Amsterdam van juni jongstleden en de ‘2007 Antwerp Diamond Conference’ van oktober het hunne bijgedragen. Op die Presidents Meeting vormden de nood aan samenwerking, die in de industrie leeft, en de veranderende rol van De Beers, die een aantal van zijn mijnen in Zuid-Afrika afgestoten heeft en een stuk marktaandeel verloor de twee centrale thema's. Op de 2007 Antwerp Diamond Conference ging het in het bijzonder over de nieuw uit de grond gestampte diamantbewerkingscentra in (vooral zich in Afrika bevindende) diamantproducerende landen. Maar het nieuws dat het meeste stof deed opwaaien was ongetwijfeld de bekendmaking in december jongstleden van de omvorming van het systeem van ruwdistributie door de Diamond Trading Company (voor details zie verder in dit blad) en ook en niet het minst de aankondiging door het Russische diamantontginningsbedrijf Alrosa dat het zijn tender-based verkoopsysteem opgeeft ten voordele van een systeem op basis van lange termijncontracten (zie ook verder in dit nummer). Dat de DTC haar aantal zichthouders heeft teruggeschroefd tot 79 (van de 150 die zich kandidaat gesteld hadden) is ongetwijfeld een weerspiegeling van het teruggelopen belang van De Beers op de markt van de ruwe diamant en dat diezelfde De Beers nog een vijfde


E.Tdsffo

Difdl!gps!obuvsbm!boe! opu!IQIU.dpmpvs.foibodfe!ejbnpoet Dpmpvs;!E!up!K Qpmjtife!ejbnpoet;!1/3du!up!21du Cbuufsz!ps!Nbjot!Qpxfsfe! Qpdlfu!tj{f;!5!Y!6!Y!26!dn

>H: 7djm[hf ;gk_fc[dj HVaZh D[ÒXZ =dkZc^ZghhigVVi '' 7: '%&- 6cilZgeZc! 7Za\^jb iZa/ (' % ( ''' %* ** [Vm/ (' % ( ''' %* *. Zfj^ebZci5]gY#WZ hVaZh5XdbY^Vb#Xdb

lll#XdbY^Vb#Xdb lll#]gY#WZ 2


juwelierszaak in het Washington DC-gebied heeft geopend wijst beslist eveneens in die richting. Voegt men daarbij de op het Antwerpse congres uitvoerig besproken beslissing van meerdere Afrikaanse staten om eigen diamantslijpcentra in het leven te roepen en op die manier hun bevolking zelf van de aldus te creëren meerwaarde te laten genieten dan wordt het meteen duidelijk dat de wereldruwbevoorrading diepgaande wijzingen heeft ondergaan. Indien we James Allan, analist van het Zuid-Afrikaanse bedrijf Alan Hochreiter, mogen geloven zal precies de ruwbevoorrading in de loop van de komende jaren het tere punt van de diamantsector blijven. Hij gaat er immers van uit dat in de komende paar jaren de vraag naar ruw het aanbod zal overtreffen. Volgens hem zal die vraag inderdaad met gemiddeld 4 à 5 procent groeien terwijl het aanbod met slechts 1 procent zal toenemen. Intussen zijn de prijzen van geslepen goederen tijdens het voorbije jaar relatief stabiel gebleven, vooral indien men ze vergelijkt met de ontwikkeling van de prijzen van andere grondstoffen voor luxegoederen zoals goud en platina, die veel grotere sprongen maakten. Volgens waarnemers met een jarenlange ervaring is die betrekkelijke stabiliteit vooral toe te schrijven aan de quasi totale verdwijning van het De Beersmonopolie. Indien men weet dat de ruwprijzen sinds 2002 met in doorsnee 35 à 40% toegenomen zijn ligt het voor de hand dat beleggers in diamantmijnen en ontginningsbedrijven een mooie toekomst tegemoet kunnen zien. Vooral omdat de opening van nieuwe mijnen en de opvoering van de productie in bestaande mijnen op korte termijn in de wanverhouding aanbod/vraag weinig verandering belooft te brengen. De Verenigde Staten, nog altijd de grootste afnemer van op de Belgische markt verkochte geslepen stenen, noteerden intussen voor de eerste 11 maanden van 2007 een stijging van de invoer met 7,5 procent. Waaruit velen menen te mogen afleiden dat de crisis op de vastgoedmarkt, die vooral de Amerikaanse aandelensector zware klappen toegebracht heeft en tot rampzalige toestanden bij sommige van de grootste banken van dat land heeft geleid, geen dramatische situaties op

de Amerikaanse markten voor luxegoederen heeft gecreëerd, wat als een hoopvol teken voor de nabije toekomst beschouwd wordt. En op de persconferentie ter voorbereiding van de grote Münchense juwelenbeurs Inhorgenta kreeg men te horen dat de juwelenmarkt in Europa de laatste tijd weer aan het aantrekken is en dat die markt er ook daar dus voor de nabije toekomst goed voorstaat. Dat zowel de handel als de nijverheid in het Antwerpse werelddiamantcentrum van de hiervoor geciteerde belangrijke veranderingen in de wereld van de ruwbevoorrading op termijn een weerslag zullen ondervinden lijdt geen twijfel. Zoals we echter al in een vorig nummer aanduidden zou het echter verkeerd zijn het einde van het De Beers ruwmonopolie enerzijds en de opkomst van competitieve nijverheidscentra anderzijds als genadeslagen te brandmerken. Zoals ten tijde van Garibaldi de leuze luidde ‘Italia fara da se’, zo moet de Scheldestad er zich thans elke dag meer en meer rekenschap van geven dat zij zelf de enige is die ervoor kan zorgen dat zij aan de top blijft. Antwerpen moet het inderdaad zelf doen en dit betekent dat de Antwerpse diamantsector niet bij de pakken mag gaan zitten maar onafgebroken naar nieuwe gelegenheden moet uitkijken. ‘De wereld is aan de durvers’ is geen loze slogan en ook geen manier van zeggen om mensen met problemen gerust te stellen. Het is, integendeel, een harde werkelijkheid die ieder met een maximum aan creativiteit en vindingrijkheid, via het inzamelen en analyseren van een zo omvangrijk mogelijke informatie en met een onvermoeibaar doorzettingsvermogen in zijn voordeel moet omzetten. Dat vraagt grote geestelijke en lichamelijke inspanningen en vooral een bereidheid om met anderen samen te werken. Geen gemakkelijke opgave in een wereld waarin men gedurende decennia onafhankelijkheid en zelfstandigheid als de hoogste waarden heeft gepredikt. Natuurlijk liggen de kansen niet zomaar voor het grijpen op straat maar er is ook geen enkele reden om te geloven dat Dubai een beter handelscentrum zou kunnen worden dan Antwerpen er al gedurende decennia een is of dat Chinese of Afrikaanse slijperijen Antwerpen binnen de kortst mogelijke tijd de Antwerp cut kwalitatief zouden

3


kunnen overtroeven. Of is er inderdaad iemand in ons midden die gelooft dat het door het specialistenteam van de Antwerpse diamantfirma Safdico met de ‘Lesotho Promise’ uitgehaalde huzarenstukje ook maar ergens anders ter wereld tot eenzelfde succesrijk goed einde had kunnen gebracht worden? Zonder Belgische medewerking (dit wil op de allereerste plaats Antwerpse zeggen) zullen al de voordien geciteerde projecten nooit tot volle ontplooiing komen. En Antwerpen moet dus zien dat het uit eventuele samenwerkingsakkoorden of andere vormen van coöperatie een maximum aan voordeel haalt en intussen onverdroten verder blijven werken aan een

versterking van zijn eigen positie. Die versterking moet ons allen tijdens het komende jaar onafgebroken voor ogen staan omdat ze voor ieder van ons een versterking van de eigen positie en voor Antwerpen als geheel een versterking van de globale sector inhoudt. Laat ons het komende jaar de handen dubbel uit de mouwen steken en alle vormen van concurrentie op zowel handels- als nijverheidsgebied tonen dat het werelddiamantcentrum Antwerpen nog altijd het beste is. Eduard Denckens voorzitter SBD

éditorial Pour le secteur diamantaire, l’année écoulée a été beaucoup plus excitante qu’on aurait pu le supposer à son début. Le Presidents Meeting d’Amsterdam de juin dernier et la ‘2007 Antwerp Diamond Conference’ d’octobre y ont notamment contribué. Les deux principaux thèmes du Presidents Meeting ont été la nécessité de la coopération qui est bien vivante au sein de l’industrie, et le changement du rôle de De Beers, qui a cédé certaines de ses mines en Afrique du Sud et qui a perdu une partie de sa part de marché. A la 2007 Antwerp Diamond Conference, on a particulièrement évoqué les nouveaux centres de traitement du diamant créés de toutes pièces dans des pays producteurs (situés surtout en Afrique). Mais les nouvelles les plus importantes ont sans conteste été l’annonce en décembre dernier du changement du système de distribution du brut par la Diamond Trading Company (voir les détails par ailleurs dans ce numéro) et aussi certainement l’annonce par la société d’exploitation diamantaire russe Alrosa qu’elle abandonne son système de vente par tenders au profit d’un système sur base de contrats à long terme (voir également plus loin dans ce numéro). Que la DTC ait réduit à 79 le nombre de ses détenteurs de vues (des 150 qui étaient candidats) est incontestablement le reflet de la diminution de l’intérêt de De Beers sur le marché du diamant brut; et le fait que De Beers ait ouvert une cinquième boutique de joaillerie à Washington DC va assurément dans le même sens. Si l’on y ajoute la décision, largement commentée au cours du congrès anversois, de plusieurs Etats africains de créer de propres centres de taille du diamant et de faire profiter leurs populations de la valeur ajoutée encore à créer, il est clair que l’approvisionnement mondial du brut a subi des changements profonds. Si l’on peut en croire James Allan, analyste de l’entreprise sud-africaine Alan Hochreiter, l’approvisionnement en brut restera le point délicat du secteur diamantaire au cours des

4

prochaines années. Il part en effet du principe qu’au cours des prochaines années, la demande en brut va dépasser l’offre. Selon lui, la demande va en effet augmenter en moyenne de 4 à 5%, tandis que l’offre ne va croître que de 1%. Les prix des marchandises taillées sont restés relativement stables au cours de l’année écoulée, surtout si on les compare à l’évolution des prix des autres matières pour les produits de luxe comme l’or et le platine, qui ont fait de grands bonds. Selon des observateurs ayant de longues années d’expérience, cette relative stabilité est surtout due à la quasi disparition du monopole de De Beers. Si l’on se souvient que les prix du brut ont augmenté depuis 2002 de 35 à 40% en moyenne, il est évident qu’un bel avenir est assuré pour les investisseurs en mines et sociétés d’exploitation diamantaires. Surtout parce que l’ouverture de nouvelles mines et l’augmentation de la production dans des mines existantes ne va pas apporter un changement à court terme dans le déséquilibre entre l’offre et la demande. Les Etats-Unis, qui restent le plus important client de marchandises taillées vendues sur le marché belge, ont entre-temps noté au cours des onze premiers mois de 2007 une augmentation de 7,5% des importations. De sorte que nombreux sont ceux qui pensent que la crise de l’immobilier, qui a surtout affecté le secteur des actions et a mené à des situations désastreuses chez certaines des plus grandes banques, n’a pas créé de situations dramatiques sur les marchés américaines des produits de luxe, ce qui est considéré comme un signe encourageant pour le proche avenir. Et lors de la conférence de presse en préparation à la grande bourse aux bijoux Inhorgenta de Munich, on a pu entendre que le marché des bijoux reprend ces derniers temps en Europe, et que ce marché a donc aussi de bonnes perspectives pour le proche avenir. Il ne fait aucun doute que tant le commerce que l’industrie du centre mondial du diamant qu’est Anvers subiront à terme les effets des changements importants dans l’approvisionnement


du brut cités ci-dessus. Mais comme nous l’avons déjà indiqué dans un précédent numéro, il serait toutefois erroné de qualifier de coups de grâce la fin du monopole du brut de De Beers d’une part et l’arrivée de centres industriels concurrentiels d’autre part. Comme à l’époque de Garibaldi et de son slogan ‘Italia fara da se’, la Cité scaldienne doit se rendre de plus en plus compte tous les jours qu’elle est la seule à pouvoir faire en sorte de rester en tête. Anvers est seule pour le faire, et cela signifie que le secteur diamantaire anversois ne peut pas rester les bras croisés mais doit continuellement chercher de nouvelles occasions. ‘Le monde appartient aux audacieux’ n’est pas un adage vide ni une manière de tranquilliser les personnes ayant des problèmes. C’est, au contraire, une dure réalité que chacun doit traduire à son avantage avec un maximum de créativité et d’inventivité, via la récolte et l’analyse d’un maximum d’informations et avec une persévérance infatigable. Cela exige de grands efforts intellectuels et physiques et surtout d’être prêt à coopérer avec d’autres. Ce n’est pas une mission facile dans un monde où, pendant des décennies, on a prêché l’indépendance et l’autonomie comme étant les valeurs les plus élevées. Il va de soi qu’on ne trouve pas de telles opportunités sous les sabots d’un cheval, mais il n’y a non plus aucune raison de croire que Dubaï pourrait être un meilleur centre commercial

que ce qu’a été Anvers depuis des décennies, ou que des tailleries chinoises ou africaines pourront rapidement dépasser qualitativement l’Antwerp cut. Ou y a-t-il en effet quelqu’un parmi nous qui croie que l’exploit réalisé avec le ‘Lesotho Promise’ par l’équipe de spécialistes de la société diamantaire anversoise Safdico aurait pu être réalisé avec le même succès quelque part ailleurs dans le monde? Sans coopération belge (principalement anversoise), tous les projets cités ci-dessus n’arriveront pas à un développement complet. Et Anvers doit donc essayer de tirer un maximum d’avantages venant d’accords de coopération éventuels ou d’autres formes de coopération et continuer à travailler au renforcement d’arrache-pied de sa propre position. Ce renforcement doit rester présent dans notre esprit au cours de cette année parce qu’il porte sur un renforcement de la position propre et sur un renforcement de l’ensemble du secteur pour Anvers dans son ensemble. Il faudra doublement retrousser les manches cette année et toutes les formes de concurrence tant sur le plan commercial qu’industriel montrent que le centre mondial du diamant qu’est Anvers est encore toujours le meilleur. Eduard Denckens Président du SBD

editorial The past year has been a much more thrilling one for the diamond sector than anybody might have presumed. Not only the Presidents Meeting in June in Amsterdam and the 2007 Antwerp Diamond Conference in October have contributed to this thrilling atmosphere. At the presidents meeting, the need for cooperation, which is living in the industry, and the changing role of De Beers, which has sold a number of its mines in South Africa and lost part of its market have been two central topics. At the 2007 Antwerp Diamond Conference the main theme was in particular the newly founded diamond working centres in the diamond producing countries (especially in Africa). But the news that made the most noise was certainly the announcement in December lately of the overturning of the system of rough distribution by the Diamond Trading Company (more details further in this issue) and not at least the announcement by the Russian diamond producing company Alrosa that it was giving up its tender-based selling system replacing it by a system of long term contracts (see also further in this issue). That the DTC has lowered its number of sightholders to 79 (from the 150 having introduced their application) certainly reflects the declined importance of De Beers on the rough market and the same is true for De Beers having opened a fifth jewellery shop in Washington DC, something which is pointing into the same direction. At the Antwerp congress, the decision of several African state to create their own diamond polishing centres offering their own

population a greater part of the added value that is brought into being in this way, has been largely discussed making at the same time clear that the world rough supply has been deeply changed. If we may believe James Allan, analyst at the South African Alan Reiter company, this worldwide rough supply will precisely constitute the weak point of the diamond sector in the coming years. He thinks that for the next years to come the demand will be much greater than the offer. According to him, the demand will indeed in average grow with 4 to 5 percent whereas the offer will only grow with some 1 percent. In the meantime, the prices of the polished goods remained during the past year relatively stable, especially when compared with the development of the prices of other raw materials for luxury goods such as gold and platinum which were confronted with much greater ups and downs. According to observers with long years of experience, this relative stability has to do with the nearly complete disappearance of the De Beers monopoly. If one knows that since 2002 rough prices have increased with on average 35 to 40 percent, it goes without saying that investors in diamond mines and diamond extraction companies do have a bright future. Especially because the opening of new mines and the increase of the production of existing mines will not change seriously on short term the imbalance between the offer and the demand. The United States, still being the greatest buyer of polished stones on the Belgian market, have noted in the meantime an increase of their import during the first 11 months of 2007 of

5


7,5 percent. From which many people do derive that the crisis on the real estate market, which has especially had a negative effect on the American stock market and which has led to dramatic situations for certain of the biggest banks of the country, have not created real dramatic situations on the American markets for luxury goods, which may be considered as a hopeful sign for the short term future. And at the press conference preparing the big Munich jewellery bourse, it was said that the jewellery market in Europe shows and upward trend and that the short term market has a bright future. There can be no doubt that not only the trade but also the industry in the Antwerp world diamond centre will feel the changes in the world of the rough supply. As we already emphasized in our previous review, it would however be a mistake to brand the end of the De Beers rough monopoly on the one side and the arrival of competitive industrial centres on the other side as death blows. Like at the time of Garibaldi the slogan was ‘Italia fara da se’, so in the town of Antwerp, one has to realize ever more that they themselves are the only ones that can guarantee that they remain at the top. Antwerp has to do the work itself and this means that the Antwerp diamond sector may not throw in the towel but has to look perpetually for new occasions. The world is for those who dare and this is no futile slogan to reassure people who are confronted with problems. It is, on the contrary, a hard truth that everybody has to turn over with a maximum of creativity and inventiveness via collecting and analysing as possible great information and with a tireless perseverance to its own advantage. This asks for a great spiritual and physical effort and especially for a prepared-

ness to work together with others. No easy task in a world in which people have preached for tens and tens of years independence and autonomy as the highest values. Of course, chances are not to be found like that on the street but there is no reason to believe that Dubai might be a better trade centre than Antwerp has been one for tens and tens of years or that the Chinese of African polishing factories should be able within the shortest time to overthrow Antwerp cur qualitatively. Or is there indeed someone among us who believes that the dashing exploit by the Antwerp diamond company Safdico with the ‘Lesotho Promise’ could have been brought somewhere else in the world to a good end? Without Belgian cooperation (this means in the first place Antwerp cooperation) all the projects that have been quoted before will never be completely developed. Which means that Antwerp has to look for eventual cooperation agreements or other forms of cooperation whereas in the meantime it has to continue to work at a strengthening of its own position. During the coming year everybody of us has to work at this strengthening because for everybody of us the strengthening of the own position and of Antwerp as a whole means a strengthening of the global sector. Let's roll up our sleeves twice during the next year and show all types of competition as well in the field of trade as in the field of industry that the Antwerp world diamond centre still is the best. Eduard Denckens President SBD

Over 80% rough diamond sales will now be to clients only Russian diamond mining major Alrosa announced that it will give up its tender-based sales system for long-term contracts. Alrosa CEO Sergey Vybornov told the World Diamond Council meeting in Jerusalem that a stable sales system designed for long-term relations with customers would help to secure future stability of the global market. He indicated that these sales would be Russia-based and that his country would develop the necessary infrastructure including ensuring an efficient customs clearing service, trade finance. Alrosas announcement also means that over 80 per cent of the worlds rough diamond will now be to selected clients much like the old days when De Beers practically owned the entire diamond supply market. What long-term implications does this have for the open market and those diamantaires who arent among the lucky few to be clients of one or more of the mining majors? Are we going back to the way it was? Many industry experts have said that the diamond market had in a sense opened up too much and that like the old farm owned by the De Beer brothers, it had led to something of a diamond rush. Almost anybody with a little capital wanted to jump into the diamond cutting business. The result has been the development of a huge overcapacity in the cutting and pol-

6

ishing industry. And now, there isnt enough rough to go around for everyone. The industry really does have to go through a shakeout to improve conditions for the long-term players. Long-term sales contracts with a set clientele trade higher profits for long-term stability. Sale by tender is by far more profitable. But it is clear that long-term stability is a priority as now.

BVBA DIAMANTZAGERIJ

MAURICE HELSEN Diamond Sawing Factory

Marking and sawing all sizes, small goods, melees, goods from 1 ct to 10 ct and up

KEULEMANSSTRAAT 6 - 2270 HERENTHOUT tel. +32(0)14 51 36 69 • +32(0)14 50 04 01 fax: +32(0)14 50 11 92 gsm 0477 52 72 38 • gsm 0475 62 87 88


Diamond Trading Company completes transformation of rough diamond distribution

The Diamond Trading Company (DTC), the distribution arm of the De Beers family of companies, today unveiled the final element in its new global rough diamond distribution plans. The company announced that 75 clients (Sightholders) will be offered supply through DTC London and DTC South Africa. These clients form part of a global network of 79 Sightholders that will be receiving Sights through wholly-owned and jointventure DTC operations around the world. This marks a transformation in the way the DTC’s rough diamonds are sold to clients globally, with new, independent jointventure operations – DTC Botswana and Namibia Diamond Trading Company – selling rough diamonds to clients in Botswana and Namibia for the first time. During the previous contract period (2005-07), the DTC sold all of its rough diamonds to clients entirely through DTC London which offered Sights in London and Johannesburg.

“Throughout this process, we have been impressed by the expertise and high standards of applicant businesses, and we would like to thank all of them for their hard work and commitment” said Varda Shine, Managing Director of the DTC. “Competition for rough diamonds is now fiercer than ever, and we are confident that the diverse range of companies to which the DTC is able to offer supply are those best placed to add real value to the rough diamonds we sell.” All applicants for the new Sightholder contract have been through a fair and robust process that assessed applicants’ relative performance against clear and objective criteria, taking into consideration the availability of rough diamonds within the particular categories applicants requested. The criteria were designed to identify those applicants that demonstrated excellence in their technical ability, their distribution and marketing ability, and the core strengths of their diamond business.

Summary of Sightholder selection process

STAGE 1

- Applicants, including existing Sightholders, completed a Contract Proposal (or business plan) outlining their cur rent capabilities and future plans. - Applicants submitted a separate Contract Proposal for each category of rough diamond in which they required supply (there are 16 categories in total).

STAGE 2

- The Contract Proposals were submitted by applicants to the Ombudsman’s office on 18 July 2007 using an on-line system. - The Ombudsman’s office screened all the Contract Proposals to remove any confidential information that exceeded the strictly necessary information requested in the Contract Proposal Questionnaire. - Contract Proposals were passed to the DTC by the Ombudsman’s office during August and September 2007.

STAGE 3

- The DTC Commercial Team cross-checked the information in the Contract Proposals for internal consistency and completeness.

STAGE 4

- The Key Account Manager (KAM) team assessed the Contract Proposals’ satisfaction of the Sightholder Criteria by means of an objective and standardised benchmarked assessment.

STAGE 5

- Once completed, the KAMs’ assessment scores were reviewed and moderated by the KAM Managers to ensure consistency, before presentation to a Commercial Panel of senior DTC executives who in turn reviewed the scoring outcome per category.

STAGE 6

- A commercial competitiveness “score” was then attributed to each Contract Proposal which indicated the maximum US$ amount the DTC would be able to offer that applicant (assuming infinite availability). - The DTC then commenced the process of matching its availability to applicants’ supply requirements.

STAGE 7

- Applicants qualifying for supply in this process are selected as Sightholders and will be offered supply in the new Contract period.

7


Financial transparency and ethical accountability were mandatory requirements for all applicants. Varda Shine continued: “2007 has been a very exciting time for the DTC. We are successfully implementing a new commercial strategy. This involves restructuring our operations to help meet the wider economic goals of producer governments as well as providing our clients with the world’s best source of supply, supported by industry-leading intellectual property.”

ZEKER VERZEKERD

Commenting on the announcement, Gareth Penny, Managing Director of the De Beers Group said, “I would like to congratulate the new Sightholders. They represent a world-class list of diamond companies, comprising all areas of expertise and business models: large and small, across all of the world’s trading centres, from dealers to jewellery manufacturers and retailers. Each company will play an important role in meeting the changing needs of an evolving diamond market. Building upon the significant achievements since 2000, the DTC and its Sightholders will work in even closer partnership to help secure the long-term competitive advantage of diamonds over other luxury goods categories.” The DTC is currently investigating ways in which it can retain its valued relationships with current Sightholders that have not secured supply for the 2008-2011 contract period. The company will provide further information on these initiatives before 31 March 2008.

De Beers cuts US marketing, 11 leave DTC account In a blow to the US market, De Beers/Diamond Trading Company has cut its US marketing budget, and 11 people at the Diamond Trading Company account at JWT in New York will be either transferred within the agency or let go. Here is what Sally Morrison of the Diamond Information Center has to say: “It has to do with the perception that the market is moving to a recession and perhaps a bad one. There is an anticipation that 2008 is going to be very tough for everybody. [De Beers] has asked us to more carefully target and focus our marketing effort. …” “The male is mainly the decision maker, so we felt it would perhaps be best to refocus our money against the male target. There will be much less advertising during the year and more fourth quarter.” “The ‘beacon’ products [Journey, three-stone ring] are going to be supported in a different way. The marketing will be more targeted. We won’t be telling the ‘beacon’ story in female-targeted advertising.” She noted that there will also be a greater emphasis on PR to counteract the loss of advertising.”

GROEPS- & BEDRIJFSVERZEKERINGEN CONTACT:

8

ann.theunis @finserve.be


Sociaal Nieuws Paritair Comité 218: Indexering van de wedden met 1,82% en verhoging met 18 euro op 1 januari 2008 Sinds 1 januari 2006, worden de minimum en effectieve wedden van toepassing in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden (PC 218), op 1 januari van elk jaar geïndexeerd. Dit nieuwe systeem van indexering werd door het sectoraal akkoord 2005-2006 van 16 juni 2005 ingevoerd. Ingevolge dit nieuwe systeem van indexering moeten de minimum en effectieve wedden van de bedienden van het Nationaal Aanvullend Paritair Comité voor Bedienden (PC 218) geïndexeerd worden met 1,82%, op 1 januari 2008. Ingevolge de CAO van 12 juli 2007, moeten de wedden op 1 januari 2008 met 18 EUR verhoogd worden.

De verhoging moet dus in twee fases gebeuren. 1. De minimum en de effectieve wedden moeten met 1,82% geïndexeerd worden; 2. Na deze indexatie moeten de minimum en de effectieve wedden nog met 18 EUR bruto verhoogd worden. Deze verhoging moet pro rata temporis gebeuren voor de deeltijdse werknemers. Op voorwaarde dat de met 1,82% geïndexeerde effectieve wedden minstens gelijk of hoger zijn dan de nieuwe minimum wedden die op 1 januari 2008 geldig zijn (d.w.z. de met 1,82% geïndexeerde en met 18 EUR verhoogde minimumwedden), mag de werkgever, in de plaats van de verhoging met 18 EUR van de effectieve wedden, een gelijkwaardig voordeel in natura toekennen.

Outplacement voor werknemers uit de diamantsector Op datum van 20 december 2007 werd in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en –handel een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten met betrekking tot outplacement. In deze CAO wordt bepaald dat, vanaf 1 januari 2008, het Intern compensatiefonds voor de diamantsector (ICD) de outplacementverplichtingen van de werkgever overneemt voor werknemers, uitgezonderd de technische bedienden, die ressorteren onder de bevoegdheid van voornoemd Paritair Comité. Het recht op outplacement geldt voor werknemers die:

- de leeftijd van 45 jaar hebben bereikt op het moment waarop het ontslag wordt betekend; - minstens 1 jaar anciënniteit hebben in de onderneming. De outplacementbegeleiding is niet verplicht wanneer: - het ontslag is gegeven om een dringende redenen; - de werknemer zijn rustpensioen kan vragen; - de werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst met een normaal gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die niet de helft bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer in een vergelijkbare situatie; 9


- de werknemer die, indien hij volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zou worden na het einde van de opzeggingstermijn of de periode gedekt door een opzeggingsvergoeding, niet beschikbaar zou moeten zijn voor de algemene arbeidsmarkt. Procedure 1. De werkgever verwittigt het ICD van elk ontslag van een arbeider waarvoor een outplacementbegeleiding dient verstrekt te worden en dit binnen de 7 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van betekening van het ontslag of van de verbreking van de arbeidsovereenkomst; 2. De mededeling dient, op het aanvraagformulier in bijlage, per aangetekend schrijven of bij

gewoon geschrift, waarvan het dubbel voor ontvangst wordt getekend, overgemaakt te worden aan het ICD; 3. de mededeling dient, op het aanvraagformulier in bijlage, volgende elementen te bevatten: - identificatie van de werkgever; - identificatie van de werknemer; - datum indiensttreding; - datum opzegging of verbreking; - datum uit dienst; - arbeidsregime. 4. Indien de werkgever het ICD niet verwittigt binnen de termijn vermeld in punt 1, dient hij zelf het outplacement te organiseren en te betalen en moet het ICD worden beschouwd als zijnde ontslagen van zijn verplichtingen.

Outplacement voor arbeiders uit de diamantsector (Paritair ComitĂŠ 324) Voor wie is het outplacement bestemd? Iedere ontslagen arbeider van ondernemingen die behoren tot paritair comitĂŠ 324 (Diamantsector).

- Periode 3. 20 uren begeleiding verspreid over 6 maanden 10 uren individuele begeleiding 10 uren toegang tot infrastructuur van Right Management

Inhoud en duur van het programma Garantie Het programma wordt afgesloten voor de duur van 1 jaar waarvan 60 uren begeleiding gespreid over 3 periodes van telkens 20 uren (2 maanden, 4 maanden en 6 maanden) en 12 maanden toegang tot Right-From-Home: - Periode 1. 20 uren begeleiding verspreid over 2 maanden 5 workshops van 2 uren 5 uren individuele begeleiding 5 uren toegang tot infrastructuur van Right Management - Periode 2. 20 uren begeleiding verspreid over 4 maanden 10 uren individuele begeleiding 10 uren toegang tot infrastructuur van Right Management 10

Wanneer een arbeider een nieuwe betrekking heeft gevonden en deze betrekking verliest binnen de 3 maanden na de indiensttreding, kan op zijn/haar verzoek het outplacementprogramma hervat worden. Die hervatting vangt aan in de fase waarin het outplacementprogramma werd onderbroken en neemt in elk geval een einde bij het verstrijken van de periode van 12 maanden nadat de outplacementbegeleiding werd aangevat. De aanvraag van de garantieperiode door de arbeider moet gebeuren binnen de maand na het ontslag uit zijn nieuwe job.


EsZ '&KZDh>/ Z

KƵƚƉůĂĐĞŵĞŶƚďĞŐĞůĞŝĚŝŶŐ ͘ ͘K͘ ǀĂŶ ϮϬ ĚĞĐĞŵďĞƌ ϮϬϬϳ ͘ /ĚĞŶƚŝĨŝĐĂƚŝĞ ǀĂŶ ĚĞ ǁĞƌŬŐĞǀĞƌ

&ŝƌŵĂŶĂĂŵ ͗ ĚƌĞƐ ͗

Z͘^͘ ͘ Ŷƌ͘ ͗ ,ĂŶĚƚĞŬĞŶŝŶŐ ǁĞƌŬŐĞǀĞƌ͕

ĂƚƵŵ ͗

͘ /ĚĞŶƚŝĨŝĐĂƚŝĞ ǀĂŶ ĚĞ ĂƌďĞŝĚĞƌ

EĂĂŵ ͗ ĚƌĞƐ ͗

ZŝũŬƐƌĞŐŝƐƚĞƌŶƵŵŵĞƌ ͗ ĂƚƵŵ ŝŶ ĚŝĞŶƐƚ ͗ ĂƚƵŵ ŽƉnjĞŐŐŝŶŐ ŽĨ ǀĞƌďƌĞŬŝŶŐ ͗ ĂƚƵŵ Ƶŝƚ ĚŝĞŶƐƚ ͗ ƌďĞŝĚƐƌĞŐŝŵĞ ͗

hŝƚĞƌůŝũŬ ďŝŶŶĞŶ ĚĞ ϳ ŬĂůĞŶĚĞƌĚĂŐĞŶ ǀŽůůĞĚŝŐ ŝŶŐĞǀƵůĚ͕ ŽŶĚĞƌƚĞŬĞŶĚ ĞŶ ĂĂŶŐĞƚĞŬĞŶĚ ŽĨ ďŝũ ŐĞǁŽŽŶ ŐĞƐĐŚƌŝĨƚ ǁĂĂƌǀĂŶ ŚĞƚ ĚƵďďĞů ǀŽŽƌ ŽŶƚǀĂŶŐƐƚ ĚŝĞŶƚ ŐĞƚĞŬĞŶĚ ƚĞ ǁŽƌĚĞŶ͕ ƚĞƌƵŐ ƚĞ njĞŶĚĞŶ ŶĂĂƌ͗

/Ed ZE KDW E^ d/ &KE ^ sKKZ / D Ed^ dKZ ,ŽǀĞŶŝĞƌƐƐƚƌĂĂƚ ϮϮ Ͳ ϮϬϭϴ Edt ZW E ϭ ;ϭͿ /ŶĚŝĞŶ ŚĞƚ ŽŶƚƐůĂŐ Žŵ ĚƌŝŶŐĞŶĚĞ ƌĞĚĞŶĞŶ ǁĞƌĚ ŐĞŐĞǀĞŶ ĚŝĞŶƚ Ğƌ ŐĞĞŶ ŽƵƚƉůĂĐĞŵĞŶƚ ĂĂŶŐĞďŽĚĞŶ ƚĞ ǁŽƌĚĞŶ

11


Procedure

Kostprijs

Bij elk ontslag van een arbeider die recht heeft op een outplacementbegeleiding, verwittigt de onderneming het Intern Compensatiefonds voor de Diamantsector (ICD) binnen de 0 te rekenen vanaf de datum van betekening van het ontslag of van de verbreking van de arbeidsovereenkomst.

Het outplacementprogramma is voor de betrokken onderneming volledig gratis en wordt gedragen door het Intern Compensatiefonds voor de Diamantsector.

Deze mededeling dient per aangetekend schrijven of bij gewoon schrift (waarvan hij het dubbel laat tekenen voor ontvangst) overgemaakt te worden aan het ICD en bevat het volgende: - Identificatie van de onderneming - Identificatie van de werknemer - Datum indiensttreding - Datum opzegging of verbreking - Datum uit dienst - Arbeidsregime Binnen een termijn van 15 dagen nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen, doet het ICD schriftelijk een geldig outplacementaanbod aan de werknemer aan wie het op eigen initiatief een begeleiding moet aanbieden. Het ICD stuurt het contract per fax door naar Right Management op het nummer 02/761.21.61 ter attentie van Sophie Detiège, coördinator voor de Diamantsector, die op haar beurt de werknemer contacteert voor de opstart van de begeleiding.

Ingeval van laattijdige aanvraag voor outplacementbegeleiding: Indien de onderneming het ICD niet binnen de 7 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van betekening van het ontslag of van de verbreking van de arbeidsovereenkomst, verwittigt, dan dient hij het outplacement zelf te organiseren en betalen. Hiervoor dient het contract ‘laattijdige aanvraag’ per fax doorgestuurd te worden naar Right Management op het nummer 02/761.21.61 ter attentie van Sophie Detiège, coördinator voor de Diamantsector, die op haar beurt de werknemer contacteert voor de opstart van de begeleiding. Contactpersoon Indien u bijkomende vragen heeft, kan u gerust contact opnemen met Sophie Detiège op het nummer 02/761.21.41 of een mail sturen naar sophie.detiege@right.com

Vlaamse forfaitaire vermindering op personenbelasting ook nu verrekend in de bedrijfsvoorheffing.

De vermindering op de personenbelasting die in het Vlaams gewest vanaf 1 januari 2008 wordt toegestaan, wordt - net zoals vorig jaar - onmiddellijk doorgerekend in de bedrijfsvoorheffing. De Vlaamse forfaitaire vermindering van de bedrijfsvoorheffing bedraagt 12,50 EUR per maand en wordt toegekend wanneer het jaarbedrag van de 12

normale brutobezoldigingen in hoofde van de betrokken werknemer minstens 6.940 EUR en maximum 24.810 EUR bedraagt. Het ‘jaarbedrag van de normale brutobezoldigingen’ is gelijk aan twaalf maal het belastbare normale maandelijkse brutobedrag van de bezoldigingen.


Lonen diamant - indexcijfer diamant 106,2 - gemiddelde gezondheidsindex (4 maanden) december: 106,57/januari:107,10 Alle brutolonen van de diamantbranches werden

bijgevolg geïndexeerd met ingang van 7 januari 2008. De lonen boven het minimum dienen eveneens vanaf voormelde datum aangepast te worden met minimum 2%.

De bruto minimumlonen van de drie beroepscategorieën diamant zijn sedert 7/1/2008: GROFBRANCHE Snijden, slijpen, verstellen, diamantkeurder eerste klasse

€ 81,94/dag

ZAGEN EN TEKENEN VAN DIAMANT – KLOVEN

€ 76,00/dag

KLEINBRANCHE Snijden, slijpen, bewerken van gekleurde edelstenen, verstellen van Platte goederen, verstellen voor lichtjesdop, sorteren, diamantkeurder Tweede klasse, zaagverstellen, andere activiteiten… € 76,66/dag

Overeenkomstig de CAO van 8/11/07, worden de minimumlonen van de minderjarige diamantbewerkers als volgt vastgesteld: - 15 jaar: 45% van het minimumloon

- 16 jaar: 55% van het minimumloon - 17 jaar: 65% van het minimumloon - 18 jaar: 100%

Werkbonus De werkbonus is een systeem van vermindering van de werknemers-RSZ waardoor zij een hoger nettoloon krijgen, zonder de brutolonen te verhogen. Met ingang van 1 januari 2008 worden de loongrenzen voor de berekening van de werkbonus aangepast: - de onderste loongrens, tot waar men recht heeft op het maximumbedrag van de werkbonus, wordt verhoogd tot 1309,59 EUR bruto/maand; - de bovenste loongrens, waarboven geen werkbo-

nus meer wordt toegekend, wordt verhoogd tot 2.118,21 EURO bruto/maand. Deze wijziging van de loongrenzen brengt ook een wijziging van de hellingscoëfficiënt met zich mee: deze factor daalde tot 0,1768 voor de bedienden en 0,1910 voor de arbeiders. Naargelang van het bedrag van het referteloon S, wordt de basis vermindering R(p) met ingang van 1 januari 2008 vastgesteld als volgt:

13


S (in EUR) S ≤ 1.309,59 1309,59 < S ≤ 2.118,21 S > 2.118,21

R(p) Bedienden (in EUR) 143 143 – (0,1768 x (S-1.309,59)) 0

R(p) Arbeiders (in EUR) 54,44 154,44 – (0,1910 x (S-1.309,59)) 0

Maandloon grofbranche € 1.775,37 / kleinbranche € 1.646,67 / zagers € 1.660,97

Sociale uitkeringen Ingevolge een indexering op 1 januari 2008 werden de sociale uitkeringen verhoogd. De vorige indexering dateerde van 1 oktober 2006. Een volledige lijst van de sociale uitkeringen kan u bekomen op het bureel van SBD. Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen: - Basisbedrag € 1.309,59

- Bedrag + 21,5 jaar en 6 maanden anciënniteit € 1.344,98 - Bedrag + 22 jaar en 12 maanden anciënniteit € 1.360,71 Leefloon (maandbedragen) - Samenwonende - Alleenstaande - Persoon met gezinslast

€ 455,96 € 683,95 € 911,93

Basis voor nieuw bonussysteem gelegd Vakbonden en werkgeversorganisaties hebben een algemene CAO over een nieuw systeem van bonussen ondertekend. Deze CAO stelt u als werkgever in staat om vanaf 1 januari 2008 een bonussysteem in te voeren voor alle of een groep van werknemers die vooraf vastgelegde doelstellingen hebben gehaald. Op die manier kan u uw verdienstelijke medewerkers extra motiveren.

bedrijf concrete, duidelijke en meetbare doelstellingen vast te leggen. Die moeten slaan op een groep van werknemers (bijvoorbeeld een specifieke bedrijfsafdeling) of het voltallige personeelsbestand. Enkel de grote principes liggen vast, zodat de concrete invulling in de ondernemingen met een zo groot mogelijke vrijheid kan gebeuren.

Welke procedure moet u volgen? Bonussen hangen af van resultaten De bonussen waarvan hier sprake is, zijn geen loon, want ze hangen af van het al dan niet halen van vooraf vastgestelde doelstellingen. Ze zijn dus eenmalig en niet structureel. De eerst stap is, per 14

Het initiatief om zo’n bonussysteem in te voeren, ligt bij de werkgever. U moet hiervoor met de personeelsafgevaardigden een bedrijfs-CAO sluiten. In bedrijven zonder vakbondsafvaardiging moet u uw voornemen om zo’n systeem in te voeren schrifte-


lijk bekendmaken aan het betrokken personeel. Het akkoord dat u hierover heeft bereikt, dient u ter informatie te bezorgen aan het bevoegde paritair comité.

Welk bedrag en op welke voorwaarden? De bonus voor de werknemer mag een maximumbedrag van 2.200 euro netto per jaar niet te boven

gaan. Op dit nettobedrag wordt een heffing van 33% berekend en doorgestort naar de Sociale zekerheid. Hier bovenop kan geen enkele andere heffing komen. Voor de werkgever is de volledige kost aftrekbaar in de vennootschapsbelasting. Anders gezegd, om 1.000 EUR netto aan de werknemer te betalen, kost dat de werkgever 1.330 EUR, die integraal aftrekbaar zijn in de vennootschapsbelasting.

Zelfstandigen zijn vanaf 1 januari 2008 automatisch verzekerd voor kleine risico’s Vanaf 1 januari 2008 zijn alle zelfstandigen gelijk wat betreft de dekking voor geneeskundige verzorging. Vanaf dan omvatten hun driemaandelijkse sociale bijdragen immers verplicht de ‘kleine risico’s’. Het verplichte ziekteverzekeringstelsel voor zelfstandigen in België dekte tot nog toe enkel de ‘grote risico’s’. De zelfstandigen konden wel kiezen om hun dekking aan te vullen en zich te verzekeren tegen de ‘kleine risico’s’ door een bijkomende bijdrage te betalen aan hun ziekenfonds. Onder ‘kleine risico’s’ vallen onder meer doktersbezoeken, verpleegkundige en tandheelkundige verzorging en kinesitherapie. Vanaf 1 januari 2008 krijgen zelfstandigen echter voor alle geneeskundige verstrekkingen en voor

geneesmiddelen evenveel terugbetaald als gewone werknemers. Daartegenover staat wel dat hun sociale zekerheidsbijdragen verhogen. Het basispercentage voor de zelfstandigen in hoofdberoep zou stijgen van 19,65% naar 22%. De tussendrempel, de maximum- en minimumdrempel worden eveneens verhoogd (zij gaan respectievelijk van 15.732,17 naar 15.831,12 euro, van 23.186,08 naar 23.330,06 euro en van 3.221,08 euro naar 3.666,15 euro). Voor de zelfstandigen in bijberoep en gepensioneerde zelfstandigen zijn er gelijkaardige wijzigingen, maar de drempel verandert niet. Voor starters wordt een verminderd percentage voorzien.

Brugpensioen De algemene regel is brugpensioen op 60 jaar, na een loopbaan van 30 jaar (vanaf 2008) oplopende tot 35 jaar (in 2012). Brugpensioen op 58 jaar is mogelijk na een loopbaan van 35 jaar voor mannen (vrouwen 30 jaar) vanaf 2008; 37 jaar (vrouwen 33 j) vanaf 2010, en 38 jaar (vrouwen35 j) vanaf 2012 en vrouwen 38 jaar vanaf 2014. In het PC 324 is hieromtrent een CAO afgesloten

zodat de aanvullende vergoeding betaald worden door de sectorale fondsen (ICD) Brugpensioen op 56 jaar: De werkgevers en de vakbonden hebben op 20.12.07 in de NAR een CAO gesloten die vanaf 1 januari 2008 brugpensioen voorziet voor werknemers van 56 jaar met een loopbaan van 40 effectief gewerkte jaren. Ze geldt voor de periode 20082009 en is verlengbaar. 15


Toepassingsgebied De regeling geldt voor werknemers die in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 worden ontslagen, maar niet om dringende reden. Deze werknemers moeten bovendien: - 56 jaar of ouder zijn of worden in de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2009 - bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden als loontrekkende van minstens 40 jaar hebben en - 78 dagen arbeidsprestaties (met volledige SZonderwerping of als leerling vóór 1 september 1983) vóór de leeftijd van 17 jaar kunnen bewijzen. Gelijkgestelde periodes Bij de berekening van het beroepsverleden van 40 jaar moeten ook de gelijkgestelde dagen in de werkloosheidsreglementering in aanmerking genomen worden (ziekte, feestdagen, vakantie, inhaalrust, vorstverlet,…). Bovendien worden maximaal 3 kalenderjaren gelijkgesteld: - dagen van volledige werkloosheid - dagen van beroepsloopbaanonderbreking , tijdskrediet met uitkeringen - dagen van onderbreking van de loopbaan om een kind jonger dan 6 jaar op te voeden,zonder uitkeringen - arbeidsprestaties in het kader van het leerlingenwezen - de periode van leger- of burgerdienst.

DENCKENS Eduard

Dennenlaan 2 2243 Zandhoven Tel. 03.484.30.32

16

SBD heeft herhaaldelijk bij het VBO aangedrongen om de gelijkstellingen te beperken. Tevergeefs… Vervangingsplicht: De werkgever is verplicht de bruggepensioneerde, behalve deze van 60 jaar, te vervangen door een uitkeringsgerechtigde werkloze. De vervanger wordt aangeworden in de periode die loopt van de eerste dag van de maand voorafgaand aan de maand waarin het brugpensioen ingaat, tot de eerste dag van de derde maand die erop volgt. De vervanging moet minstens 36 maanden duren; Vrijstelling van de vervangingsplicht zijn mogelijk. Elke vrijstelling is gekoppeld aan een strikte procedure. SBD helpt zijn leden hiermee. Werkhervatting: De bruggepensioneerden die het werk hervatten krijgen tijdens de hele duur van de werkhervatting minstens dezelfde aanvullende vergoeding doorbetaald! Deze doorbetaalde aanvulling is vrijgesteld van sociale bijdragen en geniet een gunstige fiscale behandeling. Het gaat om een werkhervatting als loontrekkende, of als zelfstandige. Dit kan niet voor dezelfde werkgever of voor een werkgever uit dezelfde groep. Het ICD betaalt deze aanvullende vergoeding.

J. PIRE & P. HUET Are together for a better service Each 45 years of experience Jean Pire Paul Huet Round stones All models of very good –3 x Ex fancy stones and all kind of repairs

Hoveniersstraat 11 1st Floor 0496/506964

0494/364828


Vervoerskosten Bijdrage van de werkgevers in de prijs van de treinkaarten 2de klas voor werklieden en bedienden (01.02.2008)

Afstand

Wekelijkse bijdrage van de werkgever

Maandelijkse bijdrage van de werkgever

0-3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

4,90 5,40 5,80 6,20 6,60 6,90 7,30 7,70 8,10 8,50 8,90 9,30 9,70 10,00 10,40 10,80 11,20 11,60 12,00

16,50 17,90 19,30 20,40 21,80 23,00 24,40 25,50 27,00 28,00 29,50 30,50 32,50 33,50 35,00 36,00 37,00 39,00 40,00

Afstand 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 - 33 34 - 36 37 - 39 40 - 42 43 - 45 46 - 48 49 - 51 52 - 54 55 - 57 58 - 60

Wekelijkse bijdrage van de werkgever

Maandelijkse bijdrage van de werkgever

12,40 12,80 13,20 13,60 14,00 14,40 14,70 15,00 15,60 16,30 17,40 18,50 19,80 21,00 22,00 23,10 24,20 24,80 25,50

41,50 42,50 44,00 45,50 47,00 48,00 49,00 50,00 52,00 54,00 58,00 62,00 66,00 70,00 73,00 78,00 81,00 83,00 85,00

Het scholingsbeding Talenten zijn schaars en talenten willen opleiding. Maar opleidingen zijn duur en niets garandeert dat de talenten zullen blijven. Mogen we de vertrekkende werknemer vragen om in de kosten te delen? Is het wettelijk een werknemer te vragen om een deel van de opleiding terug te betalen? Sinds 7 januari 2007 kan een werkgever op papier

vastleggen dat de werknemer een deel van de vormingskosten zal terugbetalen als hij de onderneming verlaat voor het einde van een bepaalde periode (art. 22bis Wet op de Arbeidsovereenkomsten). Dat heet het scholingsbeding. Voordien was er nog geen wet hieromtrent en bijgevolg was er discussie in de rechtspraak. Met deze nieuwe wet is er dus een einde gekomen aan de rechtsonzekerheid rond het scholingsbeding.

17


18


Kan dat zomaar voor eender welke opleiding? Neen. De opleiding moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste moet de opleiding de werknemer een meerwaarde op de arbeidsmarkt bezorgen. Het is dan ook uitdrukkelijk bepaald in de wetgeving dat het moet gaan om een specifieke vorming die de werknemer toelaat nieuwe professionele competenties te verwerven, die ook buiten de onderneming gevaloriseerd kunnen worden. Een scholingsbeding opstellen voor een interne opleiding, bijvoorbeeld over een toepassing die enkel binnen het bedrijf kan gebruikt worden, is dus niet toegelaten. De opleiding moet ook minstens tachtig uren in beslag nemen, en de kostprijs is aan een minimumgrens onderworden, namelijk het dubbele van het nationale minimuminkomen, wat momenteel in totaal neerkomt op een bedrag van 2.567,82 euro. De vorming mag ook niet verplicht zijn voor de werknemer. Ze mag niet voortvloeien uit een wettelijke of reglementaire bepaling (vb sectorale cao) om het beroep uit te oefenen. Deze vier voorwaarden zijn cumulatief. Als aan één van hen niet voldaan wordt, dan wordt het scholingsbeding als onbestaand beschouwd. Kan het scholingsbeding toepast op elke werknemer? Deze clausule kan enkel gebruikt worden voor bedienden en arbeiders met een contract van onbepaalde duur en een minimumjaarloon van 28.3093 euro. Dat bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast. Verdient de werknemer minder, dan kan het scholingsbeding niet worden toegepast. Het beding kan maar worden toegepast indien de werknemer zelf de arbeidsovereenkomst beëindigt buiten de proeftijd, bij beëindiging in onderling akkoord of bij medische overmacht. Er wordt wel een mogelijkheid voorzien voor de sectoren om bepaalde categorieën van werknemers uit te sluiten. Is het bedrag dat de werknemer moet terugbetalen aan beperkingen onderworpen? Het moet een degressief bedrag zijn. Naarmate de werknemer langer in dienst blijft, zal het terug te

betalen bedrag dus dalen. Logisch, want hoe langer de werknemer in dienst blijft, hoe meer de opleiding opbrengt voor het bedrijf zelf. De duur van het beding moet in verhouding staan tot de duur en kostprijs van de vorming en mag niet langer zijn dan 3 jaar. De begindatum is de datum waarop het attest voor de opleiding wordt afgeleverd, oftewel het einde van de opleiding. Vertrekt de werknemer vooraleer een derde van de afgesproken periode voorbij is, dan mag het bedrag niet hoger zijn dan 80% van de vormingskost. Bij vertrek tussen een derde en tweederde van de overeengekomen periode mag dat nog maar 50% zijn. Is twee derde van de periode al achter de rug, dan mag het bedrag nog slechts maximum 20% zijn van de vormingskost. Het bedrag mag in ieder geval nooit meer bedragen dan 30% van het jaarlijkse loon van de werknemer. De werkgever mag ook geen loon, noch verplaatsings- of verblijfkosten als onderdeel van de vormingskost in rekening brengen.

DDI appoints Dorothée Gizenga first Executive Director The Board of Directors of DDI International announced the appointment of Dorothée Gizenga as the organization’s first Executive Director, with effect from March 17, 2008. Dorothée Gizenga, who was born in the Democratic Republic of the Congo, is a Canadian who holds degrees in chemistry and economics. She has worked with the provincial government of Ontario and the Canadian Federal Government, and has worked extensively with community organizations in Canada and Africa. Since 2003, Dorothée Gizenga has worked with Partnership Africa Canada, an international NGO focusing on policy and research in the areas of peace, human security and sustainable development. At Partnership Africa Canada, she was responsible for supporting the implementation of projects related to the Kimberley Process, the International Conference for Peace in the Great Lakes Region of Africa, and the prevention of violence against women in conflict zones. She also took part in the creation and development of the Diamond Development Initiative. Her experience includes policy development, international negotiation, evaluation, project design, management and coordination, and working with disadvantaged and marginalized groups. Multilingual, Dorothée Gizenga speaks English, French, Portuguese and Russian. In making the announcement, the Chairman of DDI’s Board of Directors, Ian Smillie, said “Dorothée brings a huge range of experience and skills to the Diamond Development Initiative, and we are very much looking forward to working with her as she takes up this challenging position.”

19


FOD ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND EN ENERGIE ALGEMENE DIRECTIE KWALITEIT EN VEILIGHEID AFDELING TOEGEPASTE MARKTREGULERING Eenmalige innovatiepremie BELANGRIJKE NOTA’S: 1. Een presentatieschema per project invullen. 2. Dit schema kan per post, fax of e-mail verstuurd worden naar

I.

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Dienst Concurrentievermogen (5de verdieping) WTC III, Simon Bolivarlaan, 30 1000 Brussel Telefoon : 02/ 277.74.40 voorheen 02/ 208.36.06 Fax : 02/ 277.54.42 voorheen 02/ 208.36.66 E-mail : innovatiepremie@mineco.fgov.be

Identiteit van de onderneming

1.1. Ondernemingsnummer bij de KBO: 1.2. Naam of handelsnaam : 1.3. Volledige gegevens : Adres : Tel :

Fax :

E-mail :

II. Beschrijving van het project waarvoor een premie aangevraagd wordt III. Beschrijving van de daadwerkelijke meerwaarde met betrekking tot de normale activiteiten van de werkgever, aangeboden door de nieuwigheid van het project IV. Uitvoering of ontwerp van uitvoering van de innovatie binnen de onderneming

Bevestigt u dat de innovatie niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorafgaande offerteaanvraag of vraag tot bestek voor de aanschaf van producten of processen, die u door een derde werd gericht ? Ja / Nee Kiezen Bevestigt u dat, overeenkomstig artikel 28, 4), van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, de premies niet zijn toegekend ter vervanging of ter omzetting van in uitvoering van de arbeidsovereenkomst verschuldigd loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid? Ja / Nee Kiezen Bevestigt u dat, overeenkomstig artikel 28, 10), van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, de criteria, de procedures en de identificatie van het project waarop de premies betrekking hebben, moeten worden bekendgemaakt binnen de onderneming? Ja / Nee Kiezen De werkgever verbindt zich ertoe de nodige documenten ter bewijsvoering van het naleven van de voorwaarden voor het bekomen van de premie ter beschikking van het Bestuur te houden. De werkgever verklaart op zijn erewoord dat de gegeven inlichtingen volledig en oprecht zijn. Gedaan te

, op

.

Naam: Functie: (Handtekening van de werkgever of van één of meerdere personen die bij wet gemachtigd zijn om hem verantwoordelijk te stellen, NAAM en FUNCTIE vermelden).

Voor bijkomende inlichtingen over het invullen van dit formulier, kan u contact opnemen met de Dienst Concurrentievermogen.

20


Eenmalige innovatiepremie: 100% vrijgesteld van fiscale en sociale lasten Ideaal om nieuwe ideeën in uw onderneming te stimuleren!

Innovatie is één van de stuwende krachten van onze economie. Uw creativiteit is nodig om een duurzame groei en tewerkstelling tot stand te brengen. Eén van de maatregelen van de FOD Economie om innovatie in de ondernemingen aan te moedigen is de innovatiepremie. Vanwege het succes van deze maatregel in 2006 werd hij verlengd tot eind 2008. Ondernemers, ziehier een efficiënt middel om de concurrentiekracht van uw onderneming te versterken dankzij een optimale benutting van een quasi onuitputtelijke hulpbron: de ideeën van uw werknemers. De FOD Economie roept bedrijfsleiders dan ook op massaal gebruik te maken van deze gunstige maatregel. Waarover gaat het? De maatregel in kwestie is bedoeld om de creativiteit van de werknemers (ongeacht hun functie) te stimuleren en dus om de competitiviteit van de ondernemingen te helpen versterken. Deze maatregel stelt de aan creatieve werknemers toegekende premies volledig vrij van fiscale en sociale lasten. Voor een nettopremie van bijvoorbeeld 1000 euro voor een werknemer, betaalt een onderneming slechts 1000 euro in plaats van meer dan 3000 euro zonder vrijstelling. Zowel de onderneming als haar personeel winnen er dus bij. Wegens het succes van deze maatregel werd hij verlengd tot eind 2008 op basis van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 19 juni 2007). De FOD Economie heeft een nieuwe verklarende brochure over het onderwerp uitgegeven http://economie.fgov.be/innovatiepremie

Hoe gebruik maken van deze maatregel? Heel eenvoudig: 1. Informeer uw werknemers over deze premie! 2. Vul per geselecteerd project een standaardformulier in en stuur het naar de FOD Economie, die het innoverende karakter van de projecten snel (binnen de tien werkdagen) beoordeelt. 3. Nadien volstaat het de namen van de begunstigden en de bedragen van de premies naar de RSZ te sturen. Voor meer informatie: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Chantal De Pauw – Woordvoerder. Adres: City Atrium, Vooruitgangstraat 50, 1210 Brussel. Tel.: 02 277 76 64 – e-mail: chantal.depauw@economie.fgov.be Website: http://economie.fgov.be. Aanvullende informatie: e-mail: innovatiepremie@economie.fgov.be. Website: http://economie.fgov.be/innovatiepremie

CIBJO President receives Human Rights Award The Club degli Orafi and Milan's Bocconi University, announced that it has assigned the first Jewellery Forum Prize to the president of CIBJO Gaetano Cavalieri “for his international commitment to favour a respectful development of the economical, social and ecological principles.” The Jewellery Forum, which takes place every second year, was organized for the fifth time under the auspicious of ICE, the Italian Institute for Foreign Trade, in collaboration with the Vicenza Trade Fair, and supported by ‘A Diamond is Forever’ and Securpol. The technical participation was sponsored by the Ferrari Spumante, Acqua Surgiva, and Noname Idea companies. During his chairmanship of CIBJO, Cavalieri has been involved for years in the in-depth task of reassuring the international community and consumers about the authenticity of the jewels granted by a strict control of the production chain procedures which exclude eventual banned products from an ethical point of view.

21


RVD-voorzitter Myriam Dillen op de nieuwjaarsreceptie

Tijd om de strijdbijl te begraven

Goede tradities dienen in ere gehouden te worden, zegt het spreekwoord en dit is zeker waar voor nieuwjaarsrecepties. Al is het maar omdat mensen daardoor de gelegenheid krijgen om mekaar in een meer ontspannen sfeer te ontmoeten dan in de dagelijkse professionele context en zo de contacten op een meer relaxte manier te verstevigen. Dit is ook bij de RVD ieder jaar weer het geval. En even traditie- als plichtsgetrouw kijkt voorzitter Myriam Dillen tijdens haar jaarlijkse toespraak terug op het voorbije jaar en vooruit naar de uitdagingen voor het nieuwe jaar. Vooreerst wenste zij in naam van de RvB van de Verlofkas, het ICD, het Fonds en zichzelf de aanwezigen een zeer voorspoedig en gelukkig nieuw jaar toe. Verder gaf zij dan een overzicht van wat heeft 2007 zoal gebracht had en welke de grote uitdagingen en aandachtspunten voor 2008 zijn. “Vooreerst het terug opstarten van het Sociaal Plan voor de Diamantnijverheid. Vorig jaar hebben we met enige fierheid kunnen meedelen dat we een protocol hadden afgesloten met alle betrokken actoren omtrent de invoering van een Sociaal Plan dat voldoet aan de regelgeving van Europa.

Een voorzittersonderonsje: Ward Denckens van SBD in gesprek met John Stoop van Voka Antwerpen-Waasland

22

Voorzitter Myriam Dillen van RVD heft het glas op het nieuwe jaar

Wel 2007 was het jaar van de waarheid voor wat betreft de invoering ervan, en we hebben hierin onze gram gehaald. Met andere woorden op 16 maart 2007 zijn de koninklijke besluiten verschenen in het BS waarin de invoering een feit werd. Met ingang vanaf 1/1/2007 werd het sociaal plan ingesteld. Het duurde wel even vooraleer we tot inning en uitbetaling konden overgaan. De inning van de compensatiebijdrage gebeurt ondertussen op regelmatige basis en in de tweede helft van 2007 zijn we ook kunnen overgaan tot uitbetaling aan de werkgevers. Het op gang komen en het zichtbaar voordeel ervan heeft lang op zich laten wachten en eerlijk gezegd moeten de echte positieve resultaten nog uit de verf komen. We hopen daarom dat 2008 wel degelijk tot een kentering zou kunnen leiden. Maar we moeten voorzichtig blijven vermits de toestand in de nijver-

SBD-ondervoorzitter StĂŠphane Fischler, Philippe Braeckmans, adviseur dienst der Collectieve Betrekkingen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Roger Van den Heule, sociaal bemiddelaar FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg


John Stoop, voorzitter Voka Antwerpen-Waasland en Stanny Van Blerk, bestuurslid SBD

heid nog steeds niet rooskleurig genoeg is om van een echte doorbraak te kunnen spreken,” voegde zij er aan toe. “Met stijgende verbazing en ontgoocheling stellen we vast dat er nog steeds een organisatie is die zich blijft verzetten tegen dit Sociaal Plan. Wij hopen oprecht dat diegenen die hierin verantwoordelijkheid dragen ten spoedigste tot het inzicht zullen komen dat de “anti” aanpak niet loont en zeker geen positief effect heeft op de belangen van de nijverheid én handel in ons land. Wordt het nu stilaan geen tijd om de strijdbijl te begraven zodat er samen inspanningen kunnen geleverd worden voor het behoud van de ganse diamantsector in ons land ? In de voorbij periode werden er trouwens afspraken gemaakt tussen de handelsverantwoordelijken, deze van de nijverheid en de overheid om het per-

Jos Heiremans, bestuurslid SBD en RVD-voorzitter Myriam Dillen

Roger Van den Heule, sociaal bemiddelaar FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Linda Vancauwenberghe, directeur SBD

centage voor de inning van het Sociaal Plan te verlagen voor 2008. Dit mag toch echt wel gezien worden als een blijk van wederzijds respect en toekomstgericht denken. Het sociaal plan heeft absoluut niet de bedoeling om een pot te creëren die niet tegemoetkomt aan zijn doelstelling. Neen, de heffing voor het Sociaal Plan dient uitsluitend om de tewerkstelling in ons land die kansen te bieden die ze verdient en waarover tussen de federale overheid en de sector afspraken zijn gemaakt in mei 2006. De diamantsector in ons land blijvend op de wereldkaart plaatsen als hét wereldcentrum voor de diamantnijverheid én -handel is en blijft het ultieme doel! Wat we ook in 2007 als sociale partners, werkgevers- én werknemersorganisaties hebben bereikt is het afsluiten van toch wel belangrijke sociale cao’s. Denken we maar aan de uitbreiding van de hospitalisatieverzekering naar de niet-actieven, bruggepensioneerden en gepensioneerden, naar de invoering

Daniel Elsen, secretaris PC Diamant en Mimi Smits (RVD)

23


Gert Eysackers (RVD), Marina De Rooy (RVD) en Philippe Henquet (ACV-Transcom Diamant)

Marc Thomassen, HRD Equipment; Marc Vets en Paul Van der Steen, ceo van Matrix Diamond Technology

van het sectoraal pensioenfonds waarvan de concretisering evenwel nog dient te gebeuren, en naar de invoering van het Outplacement allemaal in de schoot van het ICD. Dat het ICD hierdoor het spilorgaan wordt van waaruit o.m. sociale tegemoetkomingen worden bewerkstelligd is nu wel overduidelijk. Tevens zal in dit orgaan de vertegenwoordiging van alle actoren uit de diamantsector verzekerd worden. In het Fonds voor de Diamantnijverheid voeren we de besprekingen op om op het vlak van vorming, opleiding en innovatie een dynamiek te ontplooien die de ganse nijverheid ten goede zal komen. Op het gebied van de vakantiewetgeving waren er in 2007 geen noemenswaardige veranderingen. De RVD als ‘moeder-instelling’ coördineert alle nieuwe initiatieven en zorgt op die wijze voor een vlotte en correcte uitvoering ervan. Tevens hebben we onlangs vernomen dat in de ministerraad van 11 januari 2008 het mandaat van administrateur-generaal bij de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie werd verleend aan Luc Vanneste.

Wij zijn ervan overtuigd dat de goede samenwerking tussen de RJV, onze voogdij-instelling, en ons Vakantiefonds verder optimaal zal kunnen verlopen.

Frank Vermeyen (ABVV-TKD), Luc Vinck (RVD), Carl Bouwen (RVD) en Eugeen Van Roosbroeck (RVD)

24

Tot slot beste genodigden, hoop ik vurig dat we volgend jaar met tevredenheid zullen kunnen terugblikken op een jaar van kentering en vernieuwing. Op deze hoopvolle toekomst hef ik graag met jullie het glas,” zo besloot RVD-voorzitter Myriam Dillen haar nieuwjaarsspeech. En na deze goede wensen vanwege de voorzitter bleef er tijdens de receptie voor de aanwezigen gelegenheid te over om mekaar op ongedwongen en informele manier te ontmoeten en van gedachten te wisselen over het reilen en zeilen in de diamantsector.

Vlnr. Louis Valk, Frans Van De Vel en Wim Van Den Wijngaert, instructeurs beroepsleiding diamant in VDAB BO Centrum Herentals en Jean-Pierre Van Den Bergh, financieel directeur AWDC/HRD


Hans Gilliams, advocaat bij Eubelius, in gesprek met Wolf Ollech, lid SBD

Roger Webers, accountmanager Diamant, VDAB Brigand en R. Verbeeck, directeur VDAB Mechelen

Georges Brijs, general manager HRD Antwerp NV, Marc Thomassen HRD Equipment en Lucien Cornelissens (bestuurslid SBD)

Een Kempens onderonsje met Ann De Cnodder, Willy Van Tolhuyzen en Freddy Kerkhofs, ABVV-TKD.

Stanny Van Blerk (SBD), Guido Vets (SBD) en Maurice Helsen, zagerspatroon

Karin Preud’homme, sociaal secretariaat AWDC en Ann.Theunis (Finserve, makelaar hospitalisatieverzekering)

25


Dirk Van Capellen (RVA), Luc Hostens (VDAB) en Judy Claes (RVA)

Vlnr.: Georges Brijs, general manager HRD Antwerp NV en Dirk Dullaert, CO commercial operations HRD Antwerp NV

Directrice Line Balieu van Siha, Jean Goeman en hoofdcommissaris Jacques Boudewijns van de Lokale Politie

John Colpaert en Dominique Mayfroot, nationaal secretaris en voorzitter Donald Wittevrongel allen van ABVV-TKD

SBD-voorzitter Ward Denckens in gesprek met Hans Wins

Jef Van Eyck (SBD), Willy Van Tolhuyzen en Tony Siemons (Acv-Transcom)

26


Lucien Cornelissens (bestuurslid SBD) in gesprek met hoofdcommisaris Jacques Boudewijns van de lokale politie en Mimi Smits (RVD)

SBD-ondervoorzitter StĂŠphane Fischler in gesprek met Philip Claes, CO Corporate Affairs AWDC/HRD

Luc Hostens, directeur VDAB Antwerpen en Judy Claes, RVA

Jef Verstraeten VDAB Competentiecentrum Brigand en Roger Vermeulen, coordinator werkzoekendenlijn VDAB Turnhout

Pierre Tilleman, Gert Eysackers (RVD), Marina De Rooy (RVD) en Willy Van Tolhuyzen

Myriam Dillen hield haar traditionele nieuwjaarstoespraak zoals altijd voor een aandachtig luisterend publiek

27


Juridische Kroniek

Verbreking van arbeidsovereenkomst Een eenzijdige onmiddellijke beëindiging van een arbeidsovereenkomst is een verbreking van een contract. Hiervoor moet dus een vergoeding betaald worden. Indien men niet meer wenst samen te werken wordt aan de werknemer zijn opzeggingstermijn uitbetaald. Men gaat ervan uit dat, buiten dringende reden, de werkgever een opzeggingsvergoeding moet betalen. Het is dus belangrijk te weten hoeveel dagen, weken of maanden moeten uitbetaald worden. Het bedrag van de opzeggingsvergoeding verschilt naargelang de soort van arbeidsovereenkomst. De berekening van deze vergoeding is gelijk aan het loon dat overeenstemt met de verplichte duur van de opzeggingstermijn, ofwel met de resterende termijn. Het is mogelijk om bv. drie maanden opzeggingstermijn te geven en na één maand te beslissen dat de werknemer de volgende twee maanden niet meer moet komen. In deze vergoeding moet men ook rekening houden met de andere bijkomende vergoedingen zoals eindejaarspremie, vakantiegeld, voordelen in natura (maaltijden), maaltijdcheques, privégebruik van een firmawagen, groepsverzekering of verzekering voor ziekenhuisopname en bijkomende andere sectoriële voordelen. Het basisjaarloon kan berekend worden door al deze elementen samen te brengen op jaarbasis en te vermenigvuldigen met het aantal maanden die moeten uitbetaald worden. Dit geeft bv. bij een 6 maanden vergoeding de volgende formule: 12 x maandloon + dubbel vakantiegeld + eindejaarspremie + andere voordelen x 6 12 De berekening van de duur van de opzeggingstermijn is afhankelijk van de hoogte van het loon, van 28

de anciënniteit van de werknemer en van de partij (is het de werknemer of de werkgever). De kosten eigen aan de werkgever maken geen deel uit van het loon op basis waarvan de verbrekingsvergoedingen worden berekend. Men spreekt dus over netto loon. Bij deeltijdse werknemers zal het bedrag van de verbrekingsvergoeding berekend worden op basis van het daadwerkelijk betaalde loon. Daarentegen, indien de werknemer zijn arbeidsprestaties verminderd heeft ten gevolge van tijdskrediet of ouderschapsverlof, moet de berekening gedaan worden op basis van voltijdse prestaties. Opzeggingsvergoeding tijdens een proefperiode Er is geen forfaitaire opzeggingsvergoeding tijdens de proefperiode, behalve indien de opzegging gebeurt tijdens de eerste week. Dan is de werkgever verplicht de week uit te betalen. Vanaf de tweede week moet er niets betaald worden en kan de arbeidsovereenkomst voor werklieden beëindigd worden zonder termijn en formaliteit. Voor de bediende is er tijdens de eerste maand een verbreking; dan is een opzeggingsvergoeding van de eerste maand verplicht. De verbrekingsvergoeding moet in één keer uitbetaald worden op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Indien men kan aantonen dat het bedrijf zich in moeilijkheden bevindt ofwel in een economische recessie van de sector krijgt de werkgever de mogelijkheid om de vergoeding in maandtermijnen te betalen (soms kunnen de vergoedingen tot hoge bedragen oplopen). De vergoeding zal dan wel gekoppeld worden aan de index. Alleen het belastbaar bedrag mag worden gespreid; de RSZ moet worden gestort op het ogenblik van de verbreking van de arbeidsovereenkomst.


De bedrijfsvoorheffing moet afzonderlijk worden vermeld op het fiscale formulier aangezien de vergoeding belast wordt bij de berekening van de definitieve personenbelasting. Volgens Tips & Advies zou er kunnen bespaard worden op RSZ op sommige opzegvergoedingen door een stuk ervan uit te betalen als niet-concurrentievergoeding. Dit geldt natuurlijk maar voor kaderleden of verkopers. “We komen overeen dat de werknemer niet bij de concurrentie zal gaan werken en in ruil daarvoor krijgt hij

…… euro (een forfaitair bedrag geen maandloon) niet-concurrentievergoeding maar ook (even groot) minder opzegvergoeding”. U moet er wel voor zorgen dat u een dossier klaar maakt met bewijsstukken dat de persoon een belangrijke functie had in uw bedrijf en op de hoogte was van ‘gevoelige en belangrijke informaties die waardevol kunnen zijn voor de concurrentie’ aangezien er een mogelijkheid bestaat dat de RSZ uw dossier onder de loep zal nemen. Eddy Vleeschdrager

Bibliografie 80 jaar Diksmuide diamantstad Het allereerste deel van de ‘historische publicaties’, waartoe de stad Diksmuide het initiatief genomen heeft, is aan het 80-jarige diamantverleden van de stad gewijd. In een wereld waarin alles op de toekomst lijkt toegespitst te worden en waarin iedereen onafgebroken aangespoord wordt om aan morgen te denken is het bijzonder goed even terug te blikken in de tijd en zich rekenschap te geven van de grote momenten die men in het verleden beleefd heeft. Een volk zonder verleden is een volk zonder toekomst en bij dat verleden denken we zeker en vast niet alleen aan oorlogen en andere dramatische momenten maar ook en vooral aan de culturele, sociale en economische wordingsgeschiedenis en niet het minst aan de geschiedkundige ontwikkeling van een land, een regio, een stad of zelfs een familie. Dat er de laatste jaren voortdurend meer aandacht aan lokale geschiedschrijving en heemkunde besteed wordt vinden we dan ook bijzonder belangrijk en lovenswaardig. Het probleem is echter dat vele heemkundigen geen professionele historieschrijvers zijn. Verre van ons om amateur-geschiedschrijvers te onderschatten want sommigen onder hen gaan bij hun opsporing heel ver en leveren dan ook minutieus detailwerk dat fantastisch materiaal voor latere, grote geschiedkundige werken bijeenbrengt. Auteur Robert Travers van ‘80 jaar diamantgeschiedenis. Diksmuide diamantstad’ heeft beslist mooi maar jammer genoeg geen perfect werk geleverd. Hij is er inderdaad in geslaagd bijzonder veel materiaal bijeen te brengen maar een nog iets grotere speurzin had hem, zonder al teveel moeite, nog een boel meer kunnen opleveren, zodat het boek thans onvolledig is gebleven. Ook, maar dat is begrijpelijk, ontbreekt het hem aan een heel brede achtergrond over de diamantnijverheid in het algemeen, iets waaraan hij mits meer diepgravendheid zeker aan had kunnen verhelpen. Maar deze laatste kritische opmerking weegt, ons inziens, minder zwaar door dan de eer-

ste, zoals verder duidelijk zal worden. Robert Travers heeft veel materiaal bijeengebracht en vertelt in dit boek de boeiende geschiedenis van de vestiging van de diamantnijverheid in het kader van de wederopbouwpolitiek van het tijdens Wereldoorlog I verschrikkelijk verwoeste Diksmuide en zijn omgeving. Deze prachtige West-Vlaamse historische stad was ten gevolge van de eerste wereldbrand quasi met de grond gelijkgemaakt. Na de oorlog werd dan ook door stad en regio een promotiepolitiek tot aantrekking van nieuwe en traditionele nijverheden gevoerd waarmee zo vlug mogelijk een eind moest gemaakt worden aan de aldaar heersende verstikkende werkloosheid. En die politiek van het openstellen van stad en regio voor oude en nieuwe bedrijfstakken sloeg, zoals de schrijver aantoont, duidelijk aan.

De auteur Robert Travers (l.) en Hans Wins bij de voorstelling van het boek

29


Natuurlijk was de diamantnijverheid niets totaal nieuws in West-Vlaanderen want in de 13de en 14de eeuw had zij reeds in Brugge hoge toppen gescoord. Door de verzanding van het Zwin was zij totaal naar Antwerpen verhuisd maar “aangemoedigd door een boom in de juwelenverkoop en een verhoogde vraag naar diamanten richtten dynamische diamantslijpers of patroons in Brugge diamantslijperijen op. Dit gebeurde in de periode 1909-1913, 1927-1929 en 1954-1955,” aldus John H. Rosenhoj in ‘Brugge Diamantstad’, een boek dat hij samen met Ludo Vandamme in 1993 uitgaf. En ook de auteur van “80 jaar Diksmuide diamantstad” verwijst in dat verband naar Alfons Thys, afkomstig uit Boom (waar hij zijn slijperij behield) die in 1909 in Assebroek de eerste diamantfabriek in het Brugse opende en er meteen een 50-tal personen tewerkstelde. Reeds in 1913 staken meestergasten bij Alfons Thys, met name Jules Deblaere en de gebroeders Lambert, als zelfstandige entrepreneurs in Brugge van wal. Direct na WOI trok de diamantnijverheid in Brugge weer aan en “opvallend was dat steeds meer oud-werknemers van Alfons Thys hun kans als zelfstandig entrepreneur waagden,” aldus Robert Travers. Na de brutale vernieling van de stad verliep “het heropstarten van de vroegere Diksmuidse handels- en economische activiteiten eerder traag,” aldus de auteur, die in deze context de oprichting van de Gemeentelijke Commissie voor Economische Zaken citeert en tevens onderstreept dat bij de ‘Handels- en Nijverheidskring’ de idee leefde dat het heropstarten van de lokale economie niet louter een Diksmuidse aangelegenheid was.” In augustus 1924 startte Willem Bonte, een geboren Diksmuidenaar die als kind met zijn ouders in Antwerpen beland was, een diamantslijperij in Diksmuide. Het werd een succesverhaal en hij stelde al vlug een 100-tal personen tewerk. De economische crisis in de dertiger jaren deed hem naar Belgisch Kongo uitwijken. In 1928 startte Raymond Daenens, met de financiële hulp van Max Fischer uit Antwerpen, een tweede Diksmuidse slijperij. En in 1928 opende Leon Loeters een eigen diamantslijperij in Diksmuide. De industrie groeit in de regio en in 1938 noteren we nog “de komst in Diksmuide van Jozef Marcel De Hantsetters, die verder in de lokale diamantgeschiedenis een zeer belangrijke rol zal spelen,” zoals de auteur daar heel terecht aan toevoegt. En hij wijst er ook op dat “Hardy De Hantsetters, de vader van Jozef Marcel, in 1926 reeds een diamantslijperij in Nieuwpoort had geopend.” We willen hier van de gelegenheid gebruik maken om te onderstrepen dat het boek van Travers de eerste samenhangende en uitgebreide geschiedenis van de diamantslijperij De Hantsetters in Diksmuide brengt, iets wat we als een grote verdienste van deze publicatie beschouwen. We zijn jammer genoeg heel wat minder te spreken over het hoofdstuk dat de auteur aan ‘Westland Diamant NV’ gewijd heeft. Dat heeft enerzijds te maken met een spijtig gebrek aan kennis van zaken maar ook met het feit dat hij het te beperkt feitenmateriaal op een hoopje gegooid heeft met lokaalpolitieke overwegingen uit die tijd, die de zaak alleen maar onbegrijpelijker maken. Een kleine controle van het Antwerpse telefoonboek of een navraag bij enig Antwerps diamantair had de auteur onmiddellijk naar Hans Wins kunnen leiden, die nog een heel archief over dit bedrijf bezit, waarin de firma

30

Waterman & Wins uit Amsterdam inderdaad een cruciale rol gespeeld heeft. Om dit gat in deze heemkundige publicatie te vullen zullen wij in de loop van de komende maanden de geschiedenis van deze firma, die van groot belang voor deze regio geweest is, publiceren. Heel anders is het met het hoofdstuk over de Diksmuidse diamantschool gesteld dat inderdaad als een belangrijke bijdrage tot de geschiedenis van de diamantscholen in ons land mag beschouwd worden. Typisch voor deze school is dat het fiat er pas na vele jaren van politiek getouwtrek tussen de voorstanders van officieel en van vrij onderwijs gekomen is maar uiteindelijk door de provinciegouverneur ongedaan werd gemaakt zodat de opening tot na het zomerverlof 1940 moest uitgesteld worden wat betekent dat de Tweede Wereldoorlog dit plan definitief doorkruist heeft. De concurrentie van de lage loonlanden en andere economische argumenten hebben sinds 1970 aan de basis van de langzame verdwijning van de diamantindustrie uit Diksmuide en omgeving gezorgd. Als slotakkoord voor zijn boek schrijft Robert Travers dat “eind februari 2006 de enige in Diksmuide nog actieve diamantslijperij (De Hantsetters) een personeelsbezetting van een tiental man telde. Onder druk van mondiale omstandigheden zag Bart De Hantsetters de noodzaak in zijn bedrijf te heroriënteren. De Zuid-Afrikaanse ontginner De Beers had reeds een tweetal jaar geleden het aantal bevoorrechte klanten verminderd waardoor de grootste lastgever van Almax Diamonds, de firma De Hantsetters & Verhaere uit Antwerpen, een vast bevoorradingskanaal zag verloren gaan wat zich liet voelen op de tewerkstelling in Diksmuide. Ook de prijsdruk van de lage loonlanden en de noodzaak om nog gespecialiseerder en nauwkeuriger te werken vergden bijkomende investeringen die voor een onderaannemer niet langer verantwoord waren. Zich spiegelende aan het voorbeeld van zijn grootvader Marcel, welke zijn Brugse diamantbewerkers tewerkstelde in een daar gehuurde slijperij, werkte ook Bart De Hantsetters voor zijn personeel een sociale oplossing uit. Met de firma De Hantsetters & Verhaere werd een akkoord gemaakt waarbij een zestal polyvalente slijpers verder ingeschreven staan op de loonlijst van deze firma doch hier in Diksmuide in een gedeelte van de fabriek van Almax Industries kunnen werken. Deze firma, geleid door zijn broer Koen, nam ook rechtstreeks een van de personeelsleden in dienst. De overigen konden met brugpensioen gaan. Bart De Hantsetters zelf nam een managementopdracht aan bij Diamcad in Antwerpen, een bedrijf gespecialiseerd in de aankoop, de studie en de productie van diamanten met een gewicht van meer dan 10 karaat. Het sierdiamantslijpen in Diksmuide is hiermee nagenoeg verdwenen, zeker als men weet dat vóór en kort na de oorlog Diksmuide nagenoeg 500 diamantbewerkers telde en in de jaren ‘60 ook nog eens een 300-tal,” aldus de auteur. Het zou oneerlijk zijn niet te vermelden dat het boek tientallen uiterst interessante foto's bevat, die iedere geïnteresseerde in de geschiedenis van de diamant bijzonder naar waarde zullen weten te schatten. Kortom, een boek dat een aantal verdiensten heeft maar spijtig genoeg ook grote gebreken vertoont, wat voor de eersteling in de geplande Diksmuidse historische publicaties een minpunt betekent. Maar we wensen deze reeks in ieder geval nog veel succes toe. (Y.V.)


Personalia 60e huwelijksverjaardag van gewezen zagerspatroon Leon Tenenbaum en zijn echtgenote

een fenomeen op het gebied van het diamantzagen beschouwd. Het SBD dankt Leon voor al wat hij in zijn lange carrière voor de organisatie en de sector gedaan heeft en wenst hem en zijn echtgenote nog een lang, gelukkig en gezond samenleven.

Willy Katz overleden

Zopas hebben Leon Tenenbaum en Jeanne Colen hun zestigste huwelijksverjaardag gevierd en dat verdient vanzelfsprekend een hartelijk proficiat vanwege alle SBD-leden en het hele SBDbestuur. Leon Tenenbaum is inderdaad een bewonderenswaardig self-made man, die het van zoon van een arme joodse schoenmaker uit de Magdalenastraat tot een van de best gereputeerde Antwerpse zagerspatroons bracht. De zagerij in de Borrekensstraat, die de laatste dag van zijn actief leven zag, telde niet minder dan 240 zaagmachines en stond daarmee aan de top van de zowat 125 grotere en kleinere diamantzagerijen, die Antwerpen en de Kempen ooit kenden. Maar ook in onze professionele organisatie speelde Leon Tenenbaum een cruciale rol. In 1966 werd hij reeds lid van het algemeen bestuur van het Syndikaat der Belgische Diamantnijverheid en in 1963 werd hij lid van het Bestuur van de Zagerspatroons, afdeling waarvan hij tevens vele jaren ondervoorzitter was. Als ondervoorzitter was hij het trouwens die wist te bewerkstelligen dat vanaf 1985 Jom Kippoer als een vijfde rustdag in de diamantsector aanvaard werd. Hij was plaatsvervangend lid van het Nijverheidscomité van de HRD en lid van het Paritair Comité voor het Diamantzagen en van het gemeenschappelijk Comité voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing der Werkplaatsen. En tenslotte was hij ook medestichter en penningmeester van de Vereniging ter Bevordering van de Nederlandse Taal binnen de Joodse Gemeenschap. Zijn echtgenote, Jeanne, was de dochter van diamantzager Richard Colen. Zij leerde zelf het zagersberoep bij de vennoot van haar vader, Jacques da Costa en zij werd door alle vaklui als

Wij vernemen het overlijden van Willy Katz, in 1923 geboren in Przemysl (Polen). Van 1945 tot 1947 was Willy Katz diamantsnijder, van 1947 tot 1952 klover en van 1952 tot 1968 klover-eigenwerker om in 1968 diamantfabrikant te worden. Van december 1975 tot 1999 was hij de zaakvoerder van Akadiam Manufacturing en van december 1987 tot augustus 1999 zaakvoerder van M & M Manufacturing. Van 1/08/199 tot 31/12/2001 werkte hij voor SNK Diamonds en per 1 januari 2002 ging hij met pensioen. Van november 1954 af was hij lid van de Diamantclub van Antwerpen en van 22 april 1977 tot aan zijn overlijden lid van de raad van bestuur van deze beurs, waar hij vanaf december 1977 ook plaatsvervangend voorzitter van de Algemene Verzoenings- en Scheidsraad is geweest. Van 20 oktober 1981 tot juni 2000 was Willy Katz bestuurder bij de Hoge Raad voor Diamant vzw. Binnen die HRD oefende hij tevens de mandaten uit van penningmeester en van voorzitter van het Departement Certificaten. Van 1966 tot 2004 was hij secretaris-generaal van het Centraal Beheer van Joodse Weldadigheid en Maatschappelijk Hulpbetoon VZW. Willy Katz was drager van de eretekens van Ridder in de Kroonorde van het ministerie van Volksgezondheid en Gezin en van Officier in de Kroonorde van het ministerie van Economie. Onze vereniging biedt de familie Katz en zijn vele vrienden de uitdrukking van haar diepe medeleven bij dit smartelijke verlies aan.

31


SBD was vertegenwoordigd IDMA announces JCK grant for Diamond Development Initiative The International Diamond Manufacturers Association (IDMA) announced that JCK Shows/JCK Magazine has approved IDMA's application to the JCK Industry Fund for a grant on behalf of the Diamond Development Initiative (DDI). According to Jeffrey Fischer, IDMA President, representatives of JCK Shows and JCK Magazine awarded DDI a grant to further develop its website, www.ddiglobal.org. According to Fischer, IDMA has played an active role in DDI since DDI's formation in 2005. In Africa alone, more than one million artisanal diamond diggers and their families live and work in absolute poverty. Fischer said it is simply unacceptable to allow these conditions to continue. The DDI's Mission is to gather all interested parties into a process that will address, in a comprehensive way, the political, social and economic challenges facing the artisanal diamond mining sector in order to optimize the beneficial development impact of artisanal diamond mining to miners and their communities within the countries in which the diamonds are mined. DDI aims to address a fundamental problem identified by governments, civil society and industry in the alluvial diamond producing countries of Africa: the poverty and insecurity surrounding artisanal diamond mining. Recently, IDMA's Secretary-General, Stephane Fischler was elected to DDI's prestigious Board of Directors. Additionally, IDMA President, Jeffrey Fischer and IDMA director, Ben Kinzler were appointed as members of DDI's Advisory Board. Speaking on behalf of IDMA and its member associations worldwide, Fischer reiterated IDMA's longstanding commitment to the improvement of social and economic conditions throughout every sector of the diamond pipeline. According to Fischer, it is intolerable, from both an ethical and a professional point of view, for an industry which deals in a product that epitomizes love, to tolerate conditions of social and economic deprivation in the diamond pipeline. Today, NGOs and the diamond industry have become partners in an effort that aims to ensure that diamonds be an engine for development and not a tool for misuse. IDMA is proud to serve as an active participant in that partnership, Fischer said. On behalf of IDMA and the members of DDI, Fischer expressed his sincere thanks to JCK Shows and JCK Magazine. Fischer thanked JCK Publisher, Mark Smelzer, as well as Nancy Walsh, Dave Bonaparte and the other members of the selection committee. According to Fischer, the grant to the DDI, demonstrated JCK's longstanding commitment to the diamond and jewelry industry and to the improvement of conditions in the industry worldwide.

32

December 2007 03.12 - Redactiebezoek Fa Wächters & Wächters – Van Ekeris/Inhorgenta Europa - Lunch Guy Snoeks, Managing Director ADB - Vergadering AWDC/ICD - protocol 04.12 - Bespreking Fortis AG/Finserve inzake hospitalisatieverzekering - Plenaire zitting van het Paritair Comité voor de Diamantnijverheid en –handel - Werkgroep Technische Bedienden PC 324 05.12 - Algemene Raad WTOCD - Bureel SBD - Federatie voor Belgische Diamantbeurzen: Commissie voor Advies inzake Beroepskaarten 10.12 - Bespreking Right 45/ICD inzake outplacement 11.12 - Fonds voor de Diamantnijverheid - RvB Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid 13.12 - Raad van Bestuur AWDC 18.12 - Raad van Bestuur Comdiam - RVD 20.12 - Intern Compensatiefonds van de Diamantsector - Plenaire zitting van het Paritair Comité voor de Diamantnijverheid en –handel - Eindejaarsreceptie VOKA

Januari 2008 06.01 - RVD 10.01 - Comité Veiligheid HRD 14.01 - Right 45/ICD inzake outplacement - VOKA/AWDC 15.01 - Speciale Commissie voor de Diamantsector –CRB 17.01 - RvB RVD 21.01 - Federatie voor Belgische Diamantbeurzen: Commissie voor Advies inzake Beroepskaarten 22.01 - VBO – CSA 24.01 - Bureel SBD - RVD - Nieuwjaarsreceptie Rijksverlofkas voor de Diamantnijverheid/ICD/Fonds voor de Diamantnijverheid 29.01 - RVD - Raad van Bestuur AWDC 30.01 - Bestendig Comité WTOC 31.01 - Subcomité Veiligheid HRD

ZOEKERTJE Young woman, mother tongue Spanish, speeking fluently English and rather good French, with knowledge of Dutch is looking for part time work. Thourougly knowledge of PC. Contact Paulina Aguirre: paulinaaguire@yahoo.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.