Schrijven over de 17e eeuw

Page 53

De 13/6-gedichten van Bea op pagina 30 t/m 35 zijn qua vorm ­geïnspireerd op het “Danck-Bewys Aen den uitnemenden en wijt­beroemden Rembrandt van Rijn” van Jeremias de Decker.

 In de zeventiende eeuw bestonden er schrijfgroepen die zichzelf Rederijkerskamers noemden. Het gebruiken van specifieke dichtvormen was erg belangrijk. Een aantal van deze vormen vind je in deze bundel: kreeftdicht Ook retrograde genoemd. Zo’n gedicht kun je twee kanten op lezen: van voor naar achter en van achter naar voor. Zo heb je twee ­gedichten ineen. Bea en Anita hebben beide een kreeftdicht geschreven. Zie pagina 42 en 43. naamdicht Ook acrostichon genoemd. Het beroemdste voorbeeld is ons volkslied, het Wilhelmus. De eerste letters van de coupletten vormen de naam Willem van Nassov. Dit kan ook met de eerste letters van de regels. In deze bundel vind je twee voorbeelden, geschreven door Riët en Heidi op pagina 14 en 50. binnenrijm Hierbij zie je rijm binnen de versregel. Heidi heeft deze vorm verwerkt in haar naamdicht op pagina 50. ketendicht In een ketendicht rijmt het laatste woord van een regel op het eerste woord van de volgende regel. Wilma heeft een ketendicht ge­ schreven, dat je vindt op pagina 51.

Schrijven over de 17e eeuw

53


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Schrijven over de 17e eeuw by symsign - Issuu