Basisschool magazine 2016-2017

Page 49

-- _ --------------- _ ------------- __ --------de klas ontstaan verschillende hokken en de dierenverzorgers hebben het druk met het voeden van de dieren en het schoonhouden van de hokken. Daarnaast is het druk bij de kaartverkoop en worden er verschillende rondleidingen gegeven. Vanuit het spel wordt volop gerekend vanuit betekenisvolle vraagstukken, zoals:  Hoeveel moet ik betalen voor mijn kaartjes?  Hoeveel scheppen voer geven we de tijgers?  Hoe groot maken we het slangenhok?  Hoe zorgen we ervoor dat de mensen niet door elkaar lopen in de dierentuin?  Hoe vind ik als bezoeker zo snel mogelijk de apen? Juf Eva heeft in de kring besproken dat we rekenen met echt geld bij de kassa. Tijdens de rekenles is geoefend met het afrekenen en teruggeven van wisselgeld met behulp van de fiches en daarna met 1- en 2-euromunten. Steeds gaat een klein groepje naar de kassa en mag een kassamedewerker afrekenen en wisselgeld teruggeven. Hierna oefenen de kinderen dit ook nog in hun rekenboek. De fiches liggen ook bij de kassa van de dierentuin ter ondersteuning. De juf merkt dat het teruggeven van het juiste aantal lastig is voor Merel en besluit dit in de spelcontext te oefenen. Tijdens het werkuur spelen Sem, Liza en Merel in de dierentuin. Merel zit achter de kassa, Liza is de dierenverzorger en Sem is een bezoeker. Op de prijslijst leest Sem hoeveel een toegangskaartje kost: 6 euro. Hij koopt ook nog een plattegrond van 2 euro. Hij geeft een briefje van 20 euro. Met behulp van haar vingers rekent Merel uit hoeveel geld ze dan teruggeeft. De stap voorbij de 10 vindt ze lastig. De leerkracht gaat Merel helpen. Eerst vraagt ze om hardop de som te maken: 6 + 2 = 8. Merel: ‘Het kaartje en de plattegrond samen kosten 8 euro, Sem.’ Vervolgens vult Merel samen met de juf aan tot 10: 9-10 en daarna nog 10 erbij. Merel is blij en schrijft 12 euro op de kassabon. Ze geeft Sem het wisselgeld: een briefje van 10 en nog een 2-euromunt. Wanneer Sem naar de eerste dieren loopt, controleert Merel met een vrolijk gezicht haar bonnetje nogmaals en telt het geld in de kassa.

Uitgangspunten We zien dat in Ontwikkelingsgericht Onderwijs de leerkracht de volgende uitgangspunten hanteert:  Rekenen en wiskunde leren is verbonden aan interessante inhouden en sociaal-culturele activiteiten. Je wilt bijvoorbeeld graag een tafel maken en leert dan ook heel precies te meten.  Rekenen en wiskunde vinden plaats in een spelgeoriënteerd curriculum. Je wilt bijvoorbeeld graag de kassamevrouw in de dierentuin zijn en leert afrekenen.  Rekenen en wiskunde leren door communicatie en samenwerking met anderen. Bijvoorbeeld je ‘maatje’ kijkt goed mee of je de poten van de tafel op de goede lengte aftekent.  Rekenen en wiskunde leren met een meerwetende partner. Bijvoorbeeld je juf die helpt bij het uitrekenen van het terug te geven wisselgeld. Het leren van rekenen en wiskunde ervaar je dan, óók als jong kind, als zinvol!

Niko Fijma

is werkzaam als nascholer en onderwijsontwikkelaar bij De Activiteit, landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs. is werkzaam als intern begeleider op KBS De Archipel in Amsterdam.

Ester van Oers

-- _ -------------L iteratuur

Fijma, N. (2003). Vele rijsjes maken een bezem. Indicatoren van Ontwikkelingsgericht rekenwiskundeonderwijs. Zone, maart 2003. Janssen-Vos, J. (2008). Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw. Assen: Van Gorcum. Pompert, B. & Wever, M. de (2012). Zin in lezen. Alkmaar: De Activiteit.

B.I2016 JRMGZN I 49

SWP JAARMAGAZINE 2016_6.indd 49

21-10-16 00:25


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.