Oikos Nieuws 70

Page 1

#70 JUNI 2014

Thuis in de wereld DUURZAAM BELASTINGBELEID 3 SEKS EN RELIGIE 4–5 FAGHMEDA MILLER, HIV-POSITIEF EN MOSLIM 6–7 ONORTHODOXE PIONIERS BINNEN DE KERK 8–9 TWINTIG JAAR OIKOS 10–11 ESSAY ‘THUIS IN DE WERELD 12–15 OIKOS EN DE ENERGIEKE SAMENLEVING 16–17 10 JAAR OIKOSXPLORE 18-19 NOORDPOOLACADEMIE 20


VOORWOORD Oikos bestaat 20 jaar en ons jongerenprogramma oikosXplore bestaat 10 jaar. Alle reden om op verschillende plaatsen in dit nummer terug te blikken op de afgelopen jaren. Veel onderwerpen van twee decennia geleden zoals migratie & integratie , economie & globalisering en duurzaamheid & klimaat staan nog steeds op onze agenda. En er is het nodige bereikt. Als we bijvoorbeeld terug kijken op het onderwerp economie & globalisering dan is daar de Nederlandse Jubilee 2000 campagne, waarvoor Oikos en Wemos in 1998 het initiatief namen en waarin meer dan 100 organisaties samenwerkten. Deze campagne zette het schuldenvraagstuk eind jaren ‘90 hoog op de Nederlandse politieke agenda. In 2005 boekte de internationale Jubilee campagne een groot succes. De rijke landen besloten om de schulden van de achttien armste landen aan IMF, Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank kwijt te schelden. Hoewel dit niet de oplossing van het probleem was, was hiermee wel een enorme stap genomen. Binnen ditzelfde thema maakte Oikos zich aansluitend sterk voor het tegen gaan onrechtvaardige kapitaal uitstroom uit ontwikkelingslanden. Oikos richtte daarom in 2007 samen met andere Tax Justice Nederland op. Hard nodig want nog altijd lopen ontwikkelingslanden door belastingontduiking en -ontwijking een bedrag mis dat bijna 7 keer groter is dan wat internationale donoren uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking. In dit nummer kunt u lezen hoe wij naast onze centrale rol in het Tax Justice netwerk, vanuit Oikos samen met PwC het bedrijfsleven ondersteunen bij

Dit laatste voorbeeld typeert mogelijk ook wel een belangrijke verandering van de afgelopen jaren in het werk van Oikos. Twintig jaar geleden was het gebruikelijk dat je als organisatie zelf een boodschap formuleerde, waarvoor je vervolgens een achterban mobiliseerde. Tegenwoordig volstaat alleen deze methodiek niet meer. De afgelopen jaren is er in het werk van Oikos een verschuiving gaande van het mobiliseren van en onderwijzen van doelgroepen, naar het ondersteunen van jongeren, migranten, kerken, organisaties en bedrijven bij het realiseren van hun doelen op gebied duurzaamheid, participatie en gerechtigheid. Deze rol past bij Oikos en bij deze tijd waarin mensen zelf, van huis of bedrijf uit een bijdrage willen leveren aan een betere wereld. Oikos ziet de kracht van deze voorhoede, en werkt graag met hen samen. Oikos legt de verbinding tussen hen en ons netwerk en onze kennis. Samen maken we het verschil, ook de komende 20 jaar! GERHARD SCHUIL, DIRECTEUR OIKOS

AFSCHEID GERHARD SCHUIL

AANTREDEN DAVID RENKEMA

Op 1 augustus vertrekt Gerhard Schuil als directeur van Stichting Oikos. Hij wordt als algemeen directeur opgevolgd door David Renkema. Schuil had bij zijn aantreden in 2011 de intentie uitgesproken om in drie jaar tijd nieuwe impulsen te geven aan Oikos. Het bestuur van Oikos roemt bij monde van voorzitter Janne Nijman zijn inzet voor onder meer de vernieuwing van Oikos. Ook heeft hij kans gezien het bestaande beleidsplan focus te geven, de communicatie te vernieuwen en de gesprekscyclus met de werknemers te hervormen. Nijman: “Het bestuur heeft waardering voor het feit dat Gerhard Schuil leiding heeft gegeven aan de organisatie in een lastige, onzekere tijd”.

David Renkema (58) zal Gerhard Schuil opvolgen als algemeen directeur. Hij trad in het verleden al op als interimdirecteur (na het vertrek van Hielke Wolters in 2007 en Ineke Bakker in 2011). Sinds begin dit jaar maakt Renkema deel uit van de directie, mede om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. David Renkema trad in 1983 op 28-jarige leeftijd in dienst bij OSACI (een van de voorgangers van Oikos). Hij heeft zich sindsdien als onderzoeker ingezet voor diverse thema’s als handel, voedselzekerheid en religie & ontwikkeling. In de afgelopen jaren heeft hij naast het inhoudelijke werk het kwaliteitsbeleid van Oikos opgezet en gecoördineerd. Het bestuur heeft alle vertrouwen in David Renkema als nieuwe directeur van Oikos. Voorzitter Janne Nijman: “We verwachten dat hij in samenwerking met de medewerkers alles in het werk zal stellen om de ingezette vernieuwing handen en voeten te geven”.

Lees op pagina 14–17 het essay dat Gerhard Schuil schreef, mede met het oog op zijn vertrek bij Oikos. In het najaar laten we u in Oikos Nieuws (hernieuwd) kennismaken met de nieuwe algemeen directeur, David Renkema.

2

het nemen van concrete stappen naar een transparant en eerlijk belastingbeleid.

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014


SAMENWERKING MET PWC EN VBDO LEIDT TOT PUBLICATIE EN BIJEENKOMST

DUURZAAM BELASTINGBELEID VAN GROTE ONDERNEMINGEN Vrijwel alle beursgenoteerde bedrijven hebben tegenwoordig maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) hoog in het vaandel staan. Tegelijk is de kans groot dat op een andere afdeling van deze bedrijven intensief gewerkt wordt aan het verlagen van de belastingdruk tot een bedenkelijk laag niveau. Dat belastingontwijking niet samengaat met mvo begint, mede dankzij een rapport en symposium van Oikos, PwC en VBDO over dit onderwerp, nu langzaam maar zeker door te dringen. TEKST MAAIKE VAN DIEPEN

O

m het onderwerp ‘belasting en mvo’ op de agenda te krijgen van het bedrijfsleven, heeft Oikos de handen ineengeslagen met PwC en de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling. Samen werkten zij aan een Oikos-VBDO rapport dat in april verscheen: ‘Good Tax Governance in Transition’. Met de publicatie willen de auteurs bedrijven handvatten bieden voor het ontwikkelen en implementeren van een maatschappelijk verantwoord belastingbeleid.

Op 22 april organiseerden Oikos, PwC en VBDO een uniek multi-stakeholder event voor bedrijven en ngo’s. Inleidingen waren er van uiteenlopende sprekers als Jonathan Leigh Pemberton van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), Hans Gribnau, hoogleraar in de fiscale ethiek op de Tilburg Universiteit en Marleen Janssen-Groesbeek, duurzaamheidsmanager bij DSM. Aanwezig waren meer dan 80 tax managers, mvomanagers, ambtenaren, accountants, juristen en wetenschappers. Multinationals als Heineken, Shell, Ahold en Friesland Campina waren vertegenwoordigd. Zij gingen met elkaar de dialoog aan om het fair share debat vorm te geven en het onderwerp in de bestuurskamer te krijgen. “Nu ligt het belastingbeleid van een bedrijf nog uitsluitend bij de fiscalisten. Maar de discussie rondom eerlijk belasting betalen, die de afgelopen jaren in media en politiek is opgewaaid, laat zien dat het aantal stakeholders is toegenomen”, aldus Sytso Boonstra, bestuurslid van PwC. De maatschappij maakt zich zorgen, want alleen als iedereen een bijdrage levert, blijven publieke goederen betaalbaar. Berichten die de afgelopen tijd in het nieuws kwamen over belastingontwijkingstructuren van onder andere Starbucks, Google en Amazon, hebben niet alleen voor de nodige reputatieschade gezorgd, maar ook het vertrouwen in het bedrijfsleven

doen afnemen. Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven om dat vertrouwen te herstellen. Er was weliswaar een hoge opkomst van deelnemers met zeer verschillende achtergronden die onbevooroordeeld de discussie volgden, uit de reacties bleek dat het onderwerp nog in de kinderschoenen staat en als erg gevoelig wordt ervaren. Ook werden verschillende knelpunten in standpunten snel bloot gelegd: ‘wat is dan een fair share?’, ’is het misbruik van imperfecties van belastingsystemen onverantwoord?’ en ‘wat is het ethische aspect van wetgeving?’ Uit een opiniepeiling onder het publiek bleek dat maar liefst 70% onderschrijft dat er ook een ethisch aspect aan belastingplanning zit, zij onderschrijven dat bij belastingplanning ook rekening moet gehouden worden met de spirit of the law. Maar de vraag blijft of de interpretatie hiervan ook de verantwoordelijkheid van bedrijven is. Hans Gribnau: “Belasting betalen is gebaseerd op vertrouwen en zonder vertrouwen functioneert de markt ook niet”. Eerlijk belasting betalen gaat ook voor een groot gedeelte over de relatie tussen de belastingbetaler en de belastingdienst. Volgens Jonathan Leigh Pemberton willen bedrijven graag zo vroeg mogelijk weten waar ze aan toe zijn, wat betreft de af te dragen belasting: “In ruil daarvoor zouden bedrijven meer transparantie moeten verschaffen”. Die roep om transparantie sluit mooi aan bij de conclusies van het rapport onder andere samengesteld door Oikos, waarin transparantie voorop staat. Het rapport wordt de komende maanden wereldwijd verspreid. Oikos zal de vorderingen op de voet volgen en ziet de weg geopend voor meer dialoog in de toekomst.

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

3


RELIGIE EN SEKSUALITEIT

EEN OPEN GESPREK OVER SEKSUALITEIT EN RELIGIE? JA, DAT KAN! Seks is een gevoelig onderwerp. Ook in ontwikkelingssamenwerking. En als dan ook religieuze waarden en normen er nog bij komen kijken, wordt het helemaal lastig. Of lijkt dat maar zo? Volgens Brenda Bartelink van het Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling is vaak het tegenovergestelde waar. Een verkenning.

4

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014


Seksuele waarden en normen Vorig jaar raakte dokter Corrie in opspraak. Ouders tekenden bezwaar aan tegen het typetje dat in het SchoolTV-weekjournaal seksuele voorlichting geeft. De benadering van dokter Corrie – die ginnegapt over piemels en tongzoent met een skelet – strookt volgens de ouders niet met de respectvolle benadering van seksualiteit die zij hun kinderen mee willen geven. Bezorgdheid en verontwaardiging over seksueel gedrag van jongeren haalt regelmatig het Nederlandse nieuws. Denk maar aan de berichten over loverboys, naaktfoto’s van meisjes die via sociale media worden verspreid en seksualisering in videoclips. Dit soort controverses leggen sociale en politieke gevoeligheden in een samenleving bloot, want seksualiteit is een gevoelig onderwerp. In Nederland, maar ook in Oeganda, India, Bolivia of Zuid-Afrika. Seksualiteit roept overal sterke emoties en sensaties op. Het is intiem en persoonlijk, maar heeft ook alles te maken met relaties tussen mensen. Alle culturen hebben daarom seksuele normen en waarden die deze kwetsbare relaties reguleren, en waarmee zogenaamde taboes nauw verbonden zijn. In veel culturen zijn seksuele normen en waarden gebaseerd op religie. Religie maakt onderdeel uit van wat veel mensen ten diepste drijft en motiveert. Het beïnvloedt hoe mensen naar zichzelf kijken en naar de wereld om zich heen en is daarom niet los te zien van hoe mensen leven en werken aan duurzame sociale verandering. Zo vertelde antropologe Rachel Spronk tijdens de bijeenkomst over religie en seksualiteit die we als Kenniscentrum Religie en Ontwikkeling organiseerden in November 2013, dat religie en seks elkaar in Ghana niet bijten zoals vaak in Nederland wordt gedacht. In Nederland is veel aandacht voor hoe strikte religieuze regels de seksualiteit van mensen elders in de wereld belemmert, maar Ghanezen ervaren die regels lang niet altijd als beperkend. Voor hen is de spirituele band met het hogere veel belangrijker. Daarom maken ze soms andere keuzes dan hun religie voorschrijft, zonder dat problematisch voor hen is. Ze zijn pragmatischer dan we vanuit Nederland verwachten.

organisations (kerken en religieuze ngo’s) kiezen vaker voor een bredere benadering, waarbij aandacht is religieuze en culturele normen en waarden rondom seksualiteit. Volgens antropologen hebben deze instanties daardoor aan gezag gewonnen. Zo wordt het gesprek over seksualiteit gevoerd vanuit een gemeenschappelijk startpunt van christelijke of islamitische principes, bijvoorbeeld op basis van bijbelstudie of koranlessen. Dan kan zo’n gesprek een stuk opener zijn dan je verwacht.

‘Seksualiteit roept overal sterke emoties en sensaties op. Het is intiem en persoonlijk, maar heeft ook alles te maken met relaties tussen mensen.’

Het beeld van religie binnen ontwikkelingssamenwerking is vaak gekleurd door controverses rondom homoseksualiteit en seksuele voorlichting aan jongeren. Negatieve ervaringen met religieuze actoren die internationale agenda’s rondom seksuele gezondheid en mensenrechten blokkeren, versterken dit beeld van polarisatie. De oorzaak van weerstanden die ontwikkelingswerkers ervaren in het gesprek met mensen en organisaties in ontwikkelingslanden, lijkt dan ook te liggen bij religie. Maar klopt dit wel? Het huwelijk tussen man en vrouw is in veel Afrikaanse landen een instituut waaraan in de bredere samenleving veel waarde wordt gehecht. Het roept weerstand op wanneer westerse organisaties sterk inzetten op rechten van homoseksuelen en het huwelijk tussen mensen van gelijk geslacht. Ook blijkt uit onderzoek dat Afrikanen in het dagelijkse leven veel minder denken in hokjes als hetero en homo, maar heel diverse seksuele ervaringen opdoen. Men praat er alleen niet op die manier over.

Oordeel uitstellen

Openheid

Seksuele gezondheid is geen abstract beleidsonderwerp. Een dialoog over de gevoelige en controversiële kanten van seksualiteit, waarin verschillen in visies eerlijk worden besproken, is van groot belang. Ontwikkelingsprofessionals hebben daarvoor niet alleen kennis van religie nodig, maar ook de vaardigheden om aansluiting te zoeken bij dat wat mensen ten diepste drijft. Dit betekent ook dat ons beeld van seksualiteit niet eendimensionaal wordt meegenomen. Een open gesprek is namelijk alleen mogelijk als we ons oordeel uitstellen, en proberen te begrijpen wat onze gesprekspartner motiveert en beweegt.

In ontwikkelingssamenwerking is seksualiteit de afgelopen decennia een belangrijk thema geworden. Welke kansen biedt het als we religie betrekken bij het gesprek over ontwikkelingssamenwerking op dit gebied? Uit onderzoek weten we dat een biomedische en mensenrechtenbenadering van seksualiteit, soms als oppervlakkig of eenzijdig beleefd wordt. Faith-based

De artikelen op deze en de volgende pagina’s zijn geschreven in het kader van een special voor het vakblad Vice Versa. Deze special over Religie en seksualiteit kwam tot stand in nauwe samenwerking met het Kenniscentrum Religie & Ontwikkeling. De special is na te bestellen bij het secretariaat van Oikos.

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

5


RELIGIE EN SEKSUALITEIT

HIV-POSITIEVE MOSLIMA FAGHMEDA MILLER IS STRIJDLUSTIG Faghmeda Miller was de eerste moslimvrouw in Zuid-Afrika die openlijk verklaarde besmet te zijn met hiv. Omdat er voor islamitische lotgenoten nog geen referentiepunt bestond, richtte ze de organisatie Positive Muslims op. Ze vertelt over haar wisselende succes. TEKST SIRI LIJFERING

‘MIJ SNOEREN ZE NIET DE MOND’

‘M

et een warme glimlach verwelkomt Miller mij in een mooi café vlakbij het Victoria & Albert Waterfront in Kaapstad. Het Waterfront is niet alleen de belangrijkste haven van de stad, maar ook een plaats om te flaneren. Miller groet wat voorbijgangers, ze is hier op haar gemak. Ik vraag haar bij het begin te beginnen. ‘In 1994 ontdekte ik na de dood van mijn man dat ik besmet was met hiv. Het eerste wat ik voelde was schaamte, want vanuit mijn geloof zag ik het als een straf van God. Ik besloot het daarom aan niemand te vertellen, want ik dacht dat het toch niet meer lang zou duren voordat ik dood zou gaan.’

Gezondigd Miller had het zwaar en zocht naar een moslimorganisatie die mensen met hiv/aids steunde, maar deze bleek niet te bestaan. Uiteindelijk kwam ze terecht op een bijeenkomst met een groep lotgenoten die door een christelijke organisatie werd georganiseerd. Daar leerde ze dat je met de juiste medicatie lang met de ziekte kunt leven. Het gaf Miller zo veel hoop, dat ze besloot dit belangrijke inzicht te delen in de uitzending van een lokaal radiostation. Er volgden veel reacties. ‘Gemengde reacties’, zegt Miller. ‘Sommigen herkenden zich in mijn verhaal en vonden het inspirerend, veel anderen waren negatief. Mijn bekentenis ontketende een ware religi-

6

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014


Onderzoek Volgens de laatste schattingen van UNAIDS leven er momenteel rond de 5.6 miljoen mensen met hiv in Zuid-Afrika. Dit betekent dat 1 op de 9 mensen in het land besmet is met het virus. Hoewel het aantal besmettingen de laatste jaren enigszins is gedaald, staat Zuid-Afrika nog steeds bovenin de lijst met meeste hiv/aids-gevallen en draagt het land 15% bij aan het totaal van nieuwe besmettingen. Een recent onderzoek van de

euze discussie. Zo zeiden mensen dat een goede moslim geen hiv kon krijgen, dat ik vast had gezondigd en God mij nu strafte. In het begin was ik erg geschrokken en boos dat mijn geloofsgemeenschap me in de steek liet. Maar het gaf mij ook een doel, want ik realiseerde me dat deze reacties vooral voortkwamen uit een gebrek aan kennis. Daar wilde ik iets aan doen.’

hulporganisatie Islamic Relief laat zien dat door de jaren heen de houding van de islamitische gemeenschap in Zuid-Afrika sterk is veranderd. In eerste instantie zagen veel moslims aids als een gevolg van seksuele vrijheid en werd het probleem in moslimgemeenschappen daarom lang ontkend. Dit leidde tot een verhoogd verspreidingsrisico, stigmatisering en discriminatie. In landen als Zuid-Afrika, waar hiv/aids dramatische proporties heeft aangenomen, bleek deze afwerende houding een groot probleem. Hoewel de moslimgemeenschappen daar iets progressiever worden, blijft het een

Het was het begin van Positive Muslims, de organisatie die Miller met twee andere hiv-positieve moslims in 2000 oprichtte. Positive Muslims gaf dertien jaar lang emotionele en psychologische steun aan mensen met hiv en aids. Hoewel de organisatie onlangs ophield te bestaan vanwege interne onenigheid, zet Miller zich nog steeds in om voorlichting te geven. Hoe past ze die voorlichting aan op de islamitische doelgroep? ‘Als ik bijvoorbeeld een sessie organiseer voor een groep moslims, begin ik niet meteen over condooms omdat ik weet dat daar in de islam een taboe op rust, net als op seks voor het huwelijk. Bij christelijke en niet-religieuze groepen behandel ik dit gemakkelijker, maar ook dan probeer ik niets te forceren. In mijn voorlichting presenteer ik alle mogelijke opties om besmetting te voorkomen, maar bij sommige groepen sneller dan bij andere. Ook benadruk ik altijd ook dat het een vrije keuze blijft.’ In haar voorlichting probeert Miller ook gevestigde religieuze leiders te betrekken. ‘Dit is geen gemakkelijke opgave’, vertelt Miller, ‘want ook imams spreken niet graag over hiv, aids en seksualiteit.’ Miller vertelt dat toen zij openlijk verklaarde hiv-positief te zijn, veel imams zich in eerste instantie aangevallen voelden en gelovigen tegen haar op probeerden te zetten. ‘Maar mij snoeren ze niet de mond’, lacht Miller. ‘Daar ben ik veel te gedreven voor. Ik had een doel en daar wilde ik voor vechten.’ Miller vertelt dat het na veel lange gesprekken lukte een aantal leiders mee te krijgen. Hen nodigt ze bijvoorbeeld uit als spreker bij bijeenkomsten. Het gaf haar voorlichtingsactiviteiten een enorme boost. ‘Religieuze leiders hebben toch een voorbeeldrol en zijn de personen waar men in de gemeenschap naar luistert. Als je die aan jouw kant hebt, kom je een heel eind.’

Money talks Volgens Miller houden westerse ngo’s soms geen rekening met de culturele en religieuze context waar zij in werken en hanteren zij vaak een standaard benadering die aansluit op het beleid van het desbetreffende donorland. ‘Hierdoor is hun voorlichting vaak veel minder effectief dan die van lokale organisaties’, stelt Miller. Zij geeft hierbij het voorbeeld van USAID, een van

gevoelig onderwerp. Van grote invloed zijn de meningen van imams en de houding van westerse donorlanden. Een humanitaire hulporganisatie zoals Islamic Relief richt zich daarom op het voorlichten van diverse partijen en de beïnvloeding van nationaal beleid.

‘Religie is een krachtig wapen in de strijd tegen hiv en aids, en het is tijd dat het ook zo gebruikt gaat worden.’

de grootste organisaties die actief zijn op het gebied van hiv/aids-bestrijding in Zuid-Afrika. ‘Een aantal jaar geleden werd het beleid bij USAID conservatiever en vertelden ze ons en andere partnerorganisaties dat wij niet langer moesten praten over condooms, maar dat we in plaats daarvan onthouding moesten prediken. De lokale organisaties wisten dat deze benadering niet aansloot op de realiteit in Zuid-Afrika, maar USAID wilde daar niets van weten. Voor ons was het een moeilijke overweging of we moesten samenwerken volgens deze voorwaarden of onze eigen weg moesten gaan. Aan de ene kant wil je natuurlijk zo veel mogelijk mensen helpen en daarvoor heb je geld nodig, waarin zij ons konden voorzien. Tegelijkertijd wil je de mensen die je bereikt wel ook zo goed mogelijk helpen. Het is een moeilijke afweging, maar ja, money talks’, verzucht Miller. Positive Muslims paste zich aan de wensen van de geldschieter aan, ondanks de frustraties vanwege de Amerikaanse eisen. Na een aantal teleurstellende evaluaties zag USAID zelf ook in dat dit beleid niet effectief was en werd er weer een koerswijziging doorgevoerd. Volgens Miller zijn door de dwaling onnodig levens op het spel gezet. ‘Wat naar mijn idee het belangrijkste is,’ concludeert Miller, ‘is dat een benadering niet wordt opgelegd, maar wordt aangepast aan de lokale context. One size does not fit all.’ Vooral op het gebied van religie en seksualiteit is hier volgens haar nog een wereld te winnen. ‘Wanneer je deze twee op een goede manier verbindt, kom je heel ver’, aldus Miller. ‘Religie is een krachtig wapen in de strijd tegen hiv en aids, en het is tijd dat het ook zo gebruikt gaat worden.’

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

7


RELIGIE EN SEKSUALITEIT

ONORTHODOXE PIONIERS BINNEN DE KERK Eind vorig jaar kwam De Wereldraad van Kerken bijeen in Zuid-Korea: van Griekse orthodoxen en Afrikaanse anglicanen tot aan Myanmarese baptisten. Onder de deelnemers bevonden zich in Busan ook religieus leiders die de gelegenheid aangrepen om seksuele taboes binnen de kerk aan de kaak te stellen. Drie Afrikaanse boegbeelden vertellen over hun strijd. TEKST SARAH HAAIJ Phumzile Mabizela

Mabizela is directeur van INERALA+, een internationaal netwerk van religieus leiders die allemaal in aanraking zijn gekomen met hiv. De organisatie werkt vanuit de gedachte dat religieuze leiders een unieke rol vervullen in de morele en ethische begeleiding van hun gemeenschappen. Doel van het netwerk is elkaar te versterken in het doorbreken van de stilte en het stigma die er nog rond de ziekte bestaan, en in de verspreiding van goede zorg en preventieve diensten.

Presbyteriaanse dominee in Zuid-Afrika en directeur INERALA+

Phumzile Mabizela heeft hiv en komt daar als dominee ook voor uit. Door haar moedige houding is ze ook op een plek als Busan een wandelend rolmodel voor meer tolerantie tegenover hiv/aids. Voor het oog van vierduizend bezoekers hield ze in de Zuid-Koreaanse stad een vlammend betoog voor meer openheid over seksualiteit binnen de kerk. ‘Als ik openlijk met hiv kan leven, dan draagt dat bij aan het beeld dat we allemaal seksuele wezens zijn. Dat kunnen we gebruiken als startpunt om open over seks en seksualiteit te praten en zo de verspreiding van hiv tegen te gaan.’ Ook in Zuid-Afrika is seksualiteit nog altijd een groot taboe dat in de ogen van Mabizela helaas met het Christendom gekomen is: ‘Afrikaanse gemeenschappen hadden hun eigen structuren die ervoor zorgden dat mensen seks en seksualiteit begrepen. Dat maakte mensen geaccepteerd, ook met hun seksuele verschillen.’ Vandaag de dag, stelt ze met spijt vast, is dat niet langer het geval. ‘Intolerantie en discriminatie overheersen de seksuele moraal.’ Mabizela gebruikt nu het geloof om die taboes ook weer te doorbreken. Daarbij deinst ze er niet voor terug om ook religieus leiders op hun verantwoordelijkheden te wijzen en hen te motiveren om seksuele voorlichting te geven. ‘Met positieve theologie willen we bijdragen aan verruiming van de moraal.’ Ze noemt de toolkit die de organisatie SAVE heeft ontwikkeld voor hiv-preventie. Daarin gaat het niet alleen over condooms en seks maar wordt ook aangemoedigd om naar gelijkenissen tussen hetero- en homoseksuelen te kijken. Je moet wel voorzichtig zijn, zegt Mabizela. ‘Wij zullen ons blijven inzetten om de houding van mensen tegenover de LHBT- gemeenschap te veranderen, daar waar het veilig is om dat te doen.’

8

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

‘Ik heb er niet zelf voor gekozen om mij voor aidsbestrijding in te zetten, de aidsepidemie heeft mij gekozen’

Willen de westerse partners daarbij soms niet te snel stappen zetten op de gevoelige onderwerpen? Mabizela denkt van niet. Volgens haar is de uitdaging om transformatief beleid werkelijkheid te laten worden.

Dr Nyambura Njoroge presbyteriaans dominee Coördinator World Council of Churches Ecumenical HIV and AIDS Initiative for Africa (EHAIA), Genève

Dominee Nyambura Njoroge zet zich al jaren in om het taboe rondom seksualiteit binnen de kerk te doorbreken. ‘Wat ik te horen krijg van mensen is dat de kerken niet altijd hebben bijgedragen aan sekseducatie, maar eerder aan sekspreventie. Daar moeten we iets aan doen!’ Met haar kenmerkende gedrevenheid wist Njoroge een campagne tegen seksueel geweld binnen verschillende kerken tot een succes te maken. ‘Ik heb er niet zelf voor gekozen om mij voor aidsbestrijding in te zetten, de aidsepidemie heeft mij gekozen.’ Vanaf het moment dat Nyambura Njoroge in 1980 haar religieuze scholing in het Keniaanse Limuru had afgerond, begon de hiv/aidsproblematiek haar tol te eisen. ‘We hadden geen naam voor wat we zagen gebeuren,’ zegt de coördinator van EHAIA. ‘Maar dat het was gauw duidelijk dat we er alleen iets aan konden doen, door over seksualiteit en de positie van vrouwen te praten.’


Geen gemakkelijk opgave, want juist de combinatie van vrouwen en seks, is binnen de kerk een moeilijk thema. Maar Njoroge laat zich niet afschrikken door taboes: ‘De positie van de vrouw binnen religie is vaak ondergeschikt. Daar moeten we vanaf. Juist de kerk moet voorop lopen in educatie over verantwoordelijke en gezonde seksualiteit.’ De vrouwen waarmee EHAIA in Afrika werkt, vragen niet zelden hoe het kan dat wanneer zij een verkrachting aangeven bij de pastoor, deze hen niet weet te helpen. ‘Dan kijken we gezamenlijk naar Bijbelse verhalen waarin bijvoorbeeld seksueel geweld tegenover vrouwen en verkrachting voorkomt.’ Deze aanpak heeft volgens de dominee al veel opgeleverd. Het feit dat er in een heilig geschrift ook seksueel geweld voorkomt en dat de vrouwen zich in de verhalen herkennen, biedt steun en maakt het thema bespreekbaar. Njoroge: ‘Belangrijk is om ook de mannen in deze kwestie te betrekken. Eerst zullen de mannen zich ongemakkelijk voelen, maar daarna gaan we op zoek naar mannelijke rolmodellen in de Bijbel waar zij zich op hun beurt mee kunnen identificeren.’

Paul Kabunga, Oeganda Directeur ACET, christelijke organisatie voor aidsbestrijding

Paul Kabunga was er in Busan niet bij. Hij had het veel te druk met zijn werk in Oeganda voor aidsbestrijdingsorganisatie ACET. Al sinds zijn studententijd zet hij zich om de mythes te doorbreken die in Oeganda rondom seks en condoomgebruik bestaan. ‘Als studenten geloofden wij dat we de generatie zouden zijn die Oeganda naar een nieuwe, betere toekomst kon leiden. Maar na de komst van hiv/aids vreesde ik voor een verloren generatie.’ Meer dan 20 familieleden en goede vrienden verloor hij aan de ziekte. ‘Je wilt het gewoon niet nog

eens zien gebeuren. Daarom heb ik me ingezet voor de bestrijding van hiv/aids.’ Kabunga citeert Johannes 8.32: ‘U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ Het brengen van de waarheid vormt volgens hem de leidraad in zijn dagelijks werk. Als directeur van ACET krijgt hij regelmatig te maken met wat hij noemt halve waarheden. ‘Veel mensen denken dat besnijdenis je beschermt tegen hiv, of dat condooms je 100% beschermen tegen soa’s. Bij ACET proberen we dat te doorbreken door de juiste informatie te verstrekken.’ Maar met de koude feiten alleen, bereik je de mensen niet voldoende, weet hij. ‘Religie staat aan de basis van onze moraal en overtuigingen’, zegt Kabunga, ‘en religie complementeert het werk van ACET.’ Maar er zijn ook onderwerpen waar geloof en seksualiteit moeilijker samengaan, in het geval van condoomgebruik bijvoorbeeld. Sommige Oegandese religieuze leiders zweren dat immers af. ACET zelf verstrekt ook geen condooms, maar verwijst wel door naar verkooppunten. De open benadering van Nederlandse partnerorganisaties ziet Kabunga daarbij als behulpzaam. ‘Zij staan open voor de manier waarop wij hier tegen dingen aankijken. We gaan daarover in gesprek. In het Noorden kijken jullie toch anders aan tegen de wereld. Het idee van mensenrechten en het vertrouwen dat die vrijheden en rechten op ieder moment toegankelijk zijn, dat gaat hier niet op.’ Zo willen partnerorganisaties vaak zien dat lokale ngo’s zich inzetten voor beleidsbeïnvloeding. Maar, zegt Kabunga, in Oeganda houd je je regering niet zomaar even verantwoordelijk. Daarmee moet je voorzichtig zijn. ‘Liever kijken wij om ons heen naar wat er moet gebeuren, en gaan daarmee aan de slag. Nu eerst de praktijk. Dat beleid, dat komt later wel.’

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

9


COLUMN DAVID RENKEMA

1993

TWINTIG JAAR OIKOS

O os: Wim van Stichting Oik

jeenkomst Oprichtingsbi rek r Laak in gesp Zee en Jan te

ikos bestaat dit voorjaar twintig jaar. Dat vieren we bescheiden in het najaar. In die twintig jaar is veel gebeurd. Een korte terugblik in beelden. David Renkema kijkt in een column terug naar wat hem betreft de thema’s zijn geweest in die periode. ‘Gefeliciteerd met je jubileum’. Het was een vreemde gewaarwording om rond april 2014 dergelijke berichten te ontvangen. De oprichtingsdatum van het tegenwoordige Oikos was immers niet meer dan de datum waarop de betreffende akte was gepasseerd. Dat was weer een uitvloeisel van de correspondentie tussen het bestuur van de stichting i.o en de afzonderlijke lidkerken. De datum was eerder een toevallig sluitstuk van een proces dat al veel eerder gestart. Een jaar eerder was de oprichting al gevierd in aanwezigheid van onder meer Jan Pronk (minister), Wim van der Zee (Raad van Kerken) en Jan ter Laak (Pax Christi).

der

1995

Bladerend door de jaarverslagen en alle edities van Oikos Nieuws vanaf Mei 1993 word ik getroffen door de namen van al die mensen die als bestuurder en als collega deel uitmaakten van Oikos. Zonder ook maar iemand tekort te willen doen, noem ik hier de naam van onze oud-voorzitter Piet Terhal. Hij leidde Oikos uiterst betrokken en met een grote zachtmoedigheid door soms moeilijke tijden. Bijna alle jaarverslagen spreken over de kwetsbare financiën. Maar ik zie ook veranderingen in stijl, toon en kleur. Ook wat dat betreft ging en gaat Oikos met de tijd mee. Maar kunnen we met de kennis van nu ook enkele vaste thema’s ontdekken in de historie van Oikos? Wie de jaarverslagen doorbladert ziet een ongekende veelheid van thema’s voorbij komen. Voedsel & landbouw is een eerste thema. Het omvat allerlei aspecten van voedselzekerheid, handelsbeleid, initiatieven op het terrein van eerlijke handel, EU landbouwbeleid, biotechnologie en positie van Nederlandse boeren en tuinders. Migratie & integratie is een ander thema, waar allerlei vormen van samenwerking met migranten en hun organisaties bij hoorden. Dan is er uiteraard het thema Duurzaamheid, met name klimaatbeleid en vermindering van de CO2 uitstoot. In deze opsomming kan ook het thema Economische Globalisering niet ontbreken, met het ontwikkelen van een oecumenische visie daarop en natuurlijk de Jubilee-campagne voor schuldkwijtschelding, Tax Justice en Economie, een zaak van geloven. Tenslotte was Oikos ook veelvuldig betrokken bij campagnes rond ontwikkelingssamenwerking (verkiezingen, EEN) en eerlijke handel, de ontwikkeling van Dialogue for Peaceful Change en Maatschappelijk Rendement en de agendering van religie en ontwikkeling.

Tegend raads: W orkshop over ee in Fries rlijke kle land ding

1999

Jubilee-campagne voor schuldenkwijtschelding: 335.000 handtekeningen worden per boot naar Keulen vervoerd naar de internationale demonstratie.

2002

10

ie voor oert act v s o ik ne: O campag werking burgerssamen g n li e k Wereld ik ntw2014 OIKOS NIEUWS JUNI van O r#70 ministe

een

Deze opsomming is niet volledig, maar ze zegt wel iets over de veelheid van vragen die aan Oikos werden voorgelegd en de flexibiliteit van de organisatie om deze onderwerpen op te kunnen pakken. Deze opsomming gaat voorbij aan de veranderingen in de werkwijze. Twintig jaar geleden was Oikos meer een brug tussen activisten enerzijds en de kerkelijke achterban anderzijds. Beide groepen zijn sindsdien ingrijpend van karakter veranderd, wat Oikos ook voor nieuwe uitdagingen stelde. Twintig jaar geleden bood Oikos de handelingsperspectieven als actiemodellen aan. Nu spreken we over co-creatie. Maar wat is gebleven, is dat we het gesprek aangaan over wat mensen vanuit hun eigen positie in de maatschappij kunnen bijdragen aan de verwerkelijking van een goede samenleving wereldwijd.

oiko s jong er


2004

2006

2005

sXch

ang ren u e: Uitwis selin it Bh gspr utan ogra en N mma eder tuss land en

om bilee is Ju e ken. r e s o r derz Hoe kom eme n n r o a te t ontw Wa de kie lding ikkelin kkig: m we sche gelu t j g aan i L w E rd ge k W d d’r ta l t u k legd x: Con sch Maa voor n a d l v feren e het T n G e t a tie wa t a l x u Justic s e ar r e e-net d werk .

2007

2006

rlijks lein: Jaa Naomi K t e m agen m d s Vrede ymposiu r van de Vredess e d a k t e m in h symposiu

2008

Conferentie Re ligie & Ontwikke ling: Vertegen woordigers va n religies werel dw ijd spreken over het them a Transforming Development.

2010

Sport en m et ee met t n Hog opclu er Do b s wor el: In sport dt aa nauw bij de ndach e sam mille t gev enwe nnium raagd rking doele voor n. de ro l van

2012

dt een dag vin rijdings v e B p de a :O ij FairTr Vrijheid s waarb t Deel je a la p ie ingsact eld. verrass uitgede t d r o w la o c cho

oom tenb o N de ice ren Bern n jonge t s i l rna s aa tjou ditie imaa ar expe l K ien. : ha ng z lert i n r A a e e v d at an nd Clim tver e ha maa an d i l a k t a la van lgen gevo

2012

en, NGOs a dat jonger m m ra g ro P on Food: werken aan Our Comm rengt om te b en m sa rijfsleven en het bed sel. eerlijk voed duurzaam en OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

11


ESSAY

THUIS IN DE WERELD: Gerhard Schuil, vertrekkend directeur van Oikos, neemt u in dit essay mee op een persoonlijke zoektocht. Een poging een antwoord te vinden op de vraag hoe wij thuis kunnen zijn in de wereld. Een urgente vraag, aldus Schuil. Urgent omdat wij leven in een wereld van extreme ongelijkheid en aantasting van het leefmilieu.

W

e leven in een wereld waarin thuis zijn in de wereld verre vanzelfsprekend is. Niet voor de armen wereldwijd, noch voor de 85 rijkste personen op aarde die evenveel bezitten als de armste 50% van de wereldbevolking. Ook in Nederland en in de Europese Unie voelen velen zich in een sterk veranderende wereld niet (meer) thuis. Deze ontheemding komt tot uiting in xenofobie, maar ook in maatschappelijke apathie. Twee maatschappelijke verschijnselen die we terug zien in de lage opkomst en uitslag van de Europese verkiezingen. Thuis in de Wereld zijn, wijst voor mij op de noodzaak tot het leggen van de verbinding tussen onze eigen privé leefomgeving, onze oikos, en de rest van de bewoonde wereld, de oecumene. Het wijst op de altijd aanwezige spanning tussen individu en collectief, lokaal en internationaal, plek én ruimte. Thuis in de Wereld zijn, betekent voor mij het vinden van de juiste balans. Een hele kunst en zeker niet vanzelfsprekend. Hierbij moet ik denken aan de bekende uitspraak van Paul Schnabel, oud directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau: “Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht”. Hiermee karakteriseerde hij de discrepantie tussen persoonlijk welbevinden van Nederlanders en hun negatieve perceptie van onze maatschappij. Dat een heilzame verbinding tussen thuis en de wereld niet de norm is, blijkt ook uit het feit dat de rijken in veel landen zich in toenemende mate in sociaal-culturele en fysiek afgesloten gemeenschappen verschansen, compleet met slagbomen, hekken, camera’s en private beveiligingsdiensten. Dit verschansen in de eigen leefwereld is in mijn ogen een heilloze én ongezonde weg voor de mensheid.

12

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014


NIET VANZELFSPREKEND geld naar Zwitserland, Parijs of Londen, terwijl dat gebruikt Uit onderzoek blijkt dat ‘Thuis in de Wereld zijn’ weinig met zou moeten worden om bijvoorbeeld onderwijs en infrastrucrijkdom te maken heeft, maar veel met de verdeling daarvan. tuur te financieren.” Deze ongelijkheid is een economisch, De Britse epidemiologen Richard Wilkinson en Kate Pickett maar vooral ook een menselijk drama. Ik deel de mening van stellen in hun invloedrijke onderzoek dat samenlevingen met Piketty en Lagarde dat extreme ongelijkheid gevaarlijk is, grote inkomensongelijkheden ongezonde samenlevingen zijn. het ondermijnt de democratie. Op papier mag ieders stem Zij stellen dat in welvarende landen met grote ongelijkheid even zwaar tellen, in de praktijk heeft een klein groepje de mensen eerder ziek, depressief en verslaafd raken. Ze plegen touwtjes in handen. In toenemende mate wordt rijkdom weer meer moorden en komen vaker in de gevangenis terecht. Ook iets wat je erft, niet wat je verwerft. Dit ondergraaft het raken in sterk ongelijke samenlevingen meer tieners zwanger, impliciete sociale contract in samenlevingen. Het vermindert komen overgewicht en diabetes vaker voor, en leven mensen het vertrouwen in de samenleving als een ruimte waarin je gemiddeld korter. Volgens Wilkinson en Pickett bepaalt de op basis van gelijke kansen en verdienste vooruitgang kunt mate van de inkomensongelijkheid in hoge mate de kwaliteit maken. Kortom, ons thuis staat van de sociale relaties in een in een economisch extreem samenleving. Grote ongelijkheid ongelijke en daarmee volatiele schept afstand, minder contact en wereld. Dit roept zeer uiteenminder onderling vertrouwen. ‘Burgers starten eigen lopende reacties op: destructief initiatieven, met als doel een Nu door de financiële crisis ook maar ook constructief. de middenklasse in haar socieerlijker, duurzamer en vooral aal economische positie wordt Want voor wie er oog voor geraakt, wordt ongelijkheid meer heeft, er is ook positief nieuws. menselijker samenleving” en meer erkend als een probleem ‘We leven in een geweldige van alle mensen, arm én rijk. tijd!” Zo begint de succesvolle President Obama noemde ongeTriodos reclame uit 2012. “De lijkheid het “defining issue of our time”. En hij staat hierin niet macht is niet meer aan groot, de kracht is aan klein” Hiermee alleen. Op het World Economic Forum begin dit jaar stelden doelde Triodos op een nieuwe en groeiende onderstroom de aanwezigen, waaronder 85 miljardairs, dat de groeiende van positieve maatschappelijke energie. Wereldwijd en ook ongelijkheid het belangrijkste onderwerp van de toekomst in Nederland ontluiken dagelijks innovatieve initiatieven van is. Eind mei, op een exclusieve conferentie in London waar burgers op velerlei maatschappelijke terreinen als de zorg, energie en voedsel. Aan de basis van veel van deze initiatieven de aanwezigen 30 procent van alle vermogen op de wereld ligt ongenoegen ten aanzien van anonieme bureaucratie, vertegenwoordigden, stelde IMF-directeur Christine Lagarde: winstbejag, vervuiling en verspilling in onze samenleving. “Toenemende inkomensongelijkheid werpt een enorme Burgers starten eigen initiatieven, met als doel een eerlijker, schaduw over de wereldeconomie. Kapitalisme is steeds duurzamer en vooral menselijker samenleving. Deze enerminder voor iedereen. Excessieve ongelijkheid verhindert dat gieke trend wordt gelukkig steeds meer herkend én erkend. mensen aan het economisch proces deelnemen en hun potentie benutten. Daarnaast ondermijnt het de solidariteit die (En daarmee helaas ook voor politieke karretjes gespannen gemeenschappen bij elkaar houdt”. In dit rijtje mag natuurlijk zoals afgelopen jaar gebeurde in de troonrede). Afhankelijk ook de Thomas Piketty niet ontbreken. De Franse econoom van waar en hoe je kijkt, kun je een vermoeide wereld in crisis die in zijn recente bestseller Het kapitaal in de 21ste eeuw zien die op het punt van imploderen staat, of een bruisende waarschuwt dat ‘Ongelijkheid zeer gevaarlijk is’. Volgens vitale wereld in transitie naar een meer duurzame toekomst. Piketty is in Europa de ongelijkheid tegenwoordig bijna even Waarschijnlijk zijn beide waar. groot als aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. De financiële crisis heeft, zoals zo vaak in de geschiedenis, Ook in opkomende landen als China, Brazilië en India neemt een intellectueel en moreel vacuüm achtergelaten, waarbij de ongelijkheid hand over hand toe. Piketty zegt hierover: “In band tussen het individu en de wereld geheeld moet worden. arme landen is er een extra probleem: economische ongelijkheid remt ontwikkeling. De rijke elite sluist grote sommen De doe-het-zelf economie, die zich onder meer toont in de

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

13


werk van twee joodse denkers: Hannah Arendt en Martin opkomst van lokale voedsel en energiecoöperaties, is het antwoord van de ‘constructief verontwaardigden’, de Buber. Hannah Arendt (1906-1975) stelde dat mensen in idealisten van deze tijd. De drijfveren van deze mensen zijn tegenstelling tot dieren het unieke vermogen hebben om wantrouwen en verzet tegen anonieme instituties en massameerdere malen in het leven geboren te worden. De eerste consumptie maar vooral ook liefde voor hun eigen ‘thuis’, keer in het privédomein van de familie (de oikos). De tweede hun oikos. Het is een hernieuwde roep om autonomie en herkeer in het openbare domein (de polis), de politieke, morele waardering van het lokale. Ten grondslag aan de beweging en culturele wereld. De eerste geboorte bepaalt wat we zijn ligt een verlangen naar echtheid, eigenheid en gemeenschap. en de tweede wie we zijn. De wereld omschreef zij als een Deze idealisten staan hierin niet alleen. Er is een grote groep ‘inter homines esse’, oftewel: ‘een tussen de mensen’. In het mensen die verlangt naar de warmte van lokale Gemeinschaft denken van Arendt maken zeer uiteenlopende mensen in de in plaats van het afstandelijke Gesellschaft. De Europese polis samen de wereld. Hieruit concludeert Arendt dat als recente verkiezingswinst van partijen als Front National in mensen zich uitsluitend richten op de eigen oikos, de wereld Frankrijk, toont ons de destructieve kant van dit verlangen. ophoudt te bestaan. In haar lezing “Over menselijkheid in De gemene deler van de constructieve en destructieve reacDonkere Dagen” uit 1959, sprak Arendt over periodes in de ties is het onbehagen over het huidige, doorgeschoten, ecotijd waarbij mensen zich alleen nog om hun eigen belang nomische paradigma. Een paradigma dat burgers reduceert bekommerden, geen gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de wereld voelden en de openbare sfeer van de tot consumenten, landen tot bv’s, en waarbinnen managers politiek en bestuur minachten. Ze noemde dit periodes van bedrijfje spelen in maatschappelijke instellingen gericht op “Wereldloosheid”. Periodes die volgens haar altijd eindigen in publieke taken zoals zorg, onderwijs en sociale woningbouw. barbarij. De opkomst van de constructieve burgerinitiatieven laat zien dat een groeiende groep mensen Volgens mij zou Arendt met ‘De financiële crisis heeft, zoals niet slechts wil worden aanargusogen naar het politiek gesproken door politiek en klimaat in Nederland hebben zo vaak in de geschiedenis, een commercie als een verbruiker gekeken. Een klimaat waarbij van de wereld (een ontwortelde kiezers van de politiek eisen dat intellectueel en moreel vacuüm homo economicus) of als werkdeze de publieke ruimte en het ezel (animal laborans), maar als achtergelaten.’ openbare domein zoveel mogelijk vormgeeft als verlengstuk creërende mens (homo faber) van hun eigen oikos. Een klimaat die zijn eigen leven en de wereld waarin niet de pluraliteit wordt vorm geeft. omarmd of verdedigd, maar waarin van de politiek in toenemende mate een wereld van gelijkgezinden wordt geëist, Dat is goed nieuws. Want de kwaal van onze samenleving is waarin alles wat afwijkt, moet worden verwijderd uit ons volgens mij dat we ons engagement ten aanzien van maatschappelijke problemen te veel hebben overgedragen aan gezichtsveld (denk bijvoorbeeld aan de opkomst van de ‘asoinstanties die namens ons spreken, zoals politiek, media maar containers’). Het idee van Arendt dat de wereld een ‘inter ook goede doelen. Cultuurfilosofen als Robert Pfaller en homines esse’ is, doet mij denken aan die andere Joodse Slavoj Zizek noemen dit inter-passiviteit. Hiermee doelen ze denker die stelde dat “al het werkelijke leven ontmoeting is”: op het fenomeen dat we nog wel betrokken zijn op de wereld, Martin Buber (1878 – 1965). Buber biedt in zijn hoofdwerk maar er eigenlijk niet meer in geloven dat we het nog kunnen Ich und Du (1924) volgens mij belangrijke inzichten voor wie en dat we daarom ons engagement hebben uitbesteed aan de vraag wil beantwoorden hoe wij thuis kunnen zijn in de anderen. Tot op zekere hoogte wenselijk en onvermijdelijk wereld. maar in mijn ogen is de mate waarin we als samenleving dit Voor Buber bestaan er twee soorten relaties in de wereld: nu doen een uitwas van doorgeschoten consumentisme. Ik Ik-Jij en Ik-Het relaties. Alleen bij de Ik-Jij relatie is er sprake geloof dat we ons moeten bevrijden van deze inter-passiviteit van een wederkerige ontmoeting. Hier is de ander geen en opnieuw inter-actief burger moeten worden. Met andere optelling van eigenschappen, maar een persoon in heel zijn woorden; we moeten ons zelf niet beschouwen als slechts wezen. Zoals een vers meer is dan losse woorden en een een verbruiker of consument, maar bovenal als producent van melodie meer dan losse tonen. “In die ontmoeting word je de Wereld. Hiervoor is het nodig dat we ons zelfbeeld, mensbeeld en wereldbeeld opwaarderen. mens door de ander, alleen in die ontmoeting kan iets geboren worden”. Bij een Ik- Het relatie daarentegen wordt de Maar hoe doe je dat, je zelf-, mens- en wereldbeeld opwaarander geclassificeerd op kenmerken en uiterlijkheden. Dit is deren? Voor een antwoord op die vraag ga ik te rade bij het volgens Buber een wereld van “ervaren en gebruiken” waar

14

OIKOS NIEUWS #69 NOVEMBER 2013


de ander gemakkelijk tot instrument wordt gemaakt. In het begin van de twintigste eeuw constateerde Buber, wonend in Duitsland, een proces van voortschrijdende vervreemding als gevolg van een steeds groter dominantie van de Ik-Het relatie in de samenleving. Hij zag relaties verzakelijken; mensen die elkaar steeds meer op kenmerken gingen classificeren; en een steeds grotere nadruk op doelmatigheid en efficiency. Deze ontwikkeling gaat volgens Buber altijd gepaard met vermindering van de relatiekracht. Ik denk dat hij gelijk heeft. Als ik door de ogen van Buber naar onze samenleving kijk, dan zie ik enerzijds een succesvol land. Onze maatschappelijke instellingen, politiek en bedrijfsleven zorgen ervoor dat we comfortabel kunnen leven. Maar dit maatschappelijke succes heeft ook een keerzijde. We hebben een groot deel van de intermenselijke relatie verzakelijkt en ondergebracht in instellingen zoals de zorg, opvoeding en hulp voor de zwakkere. Als Buber gelijk heeft en ontmoeting het ware leven is, dan hebben we ons ware leven voor een groot gedeelte uitbesteed.

de voorwaarde voor een menswaardige samenleving. “Want”, zo stelt Buber: “instellingen maken geen openbaar leven en gevoelens nog geen persoonlijk leven”. Voor beide is daadwerkelijke ontmoeting met ‘de ander’ onontbeerlijk. Volgens mij is ook deze constatering van Buber van bijna een eeuw geleden voor ons uitermate relevant, want nog nooit in onze geschiedenis hebben wij zoveel van ons openbare leven ondergebracht in instituties en nog nooit in de geschiedenis het heeft persoonlijke emotie zo centraal gestaan in onze samenleving. Om het populair te zeggen; we leven tegenwoordig in een emo-cratie. Een samenleving waar gevoelens en instituties alom dominant aanwezig zijn, maar zonder verbinding tussen beide. Het niet slagen van de Occupy beweging in 2011 zie ik ook in dit licht. De beweging was niet in staat relatiekracht te ontwikkelen, omdat de verontwaardiging voornamelijk zelfmanifestatie betrof en niet de verbinding wist te leggen met ‘de ander’.

Ik zie het disfunctioneren van emo-cratie ook terug in de wijze waarop in onze massamedia ‘Volgens mij kan een mens in Maar is dominantie van de steevast wordt gezocht naar de zakelijke Ik-Het relatie, waarin emotie, ongeacht of de kijker een emo-cratie nooit werkelijk objectiviteit voor opstaat, niet hier iets mee kan. Ook zie ik het juist wenselijk? We streven toch weerspiegeld in de eeuwige thuis zijn in de wereld’ naar een goed geleide, doelzoektocht van politici om onmogelijk kloof te dichten tussen matige en efficiënte economie de boze burger en de politiek. en samenleving? Buber is hier Beide zijn voorbeelden van het duidelijk over: “Wie zo denkt, kijkt feit dat de verbinding niet tot niet scherp genoeg. De leiders stand komt. En als we Buber volgen, ook niet kan komen. regeren slechts in schijn over de voortrazende machines. De Volgens mij kan een mens in een emo-cratie nooit werkelijk economie begint vreemd te zoemen. De leiders beweren dat thuis zijn in de wereld. Met Hannah Arendt en Martin Buber ze het apparaat aan de omstandigheden hebben aangepast, geloof ik dat de wereld en het ware leven alleen bestaat maar ze kunnen alleen nog zichzelf aan het apparaat aanpassen.” Met andere woorden, we denken dat we onze economie tussen mensen. Dat we moeten handelen en spreken en de en haar instellingen kunnen beheersen, maar in werkelijkheid moed verzamelen om telkens opnieuw de overgang te maken is het andersom. Buber maakt ons duidelijk dat wie de ander van de privé-sfeer van de oikos, naar de publieke sfeer van en de wereld tot instrument maakt, zelf ook niet buiten schot de polis om daar ‘de ander’ te ontmoeten. Want alleen dan blijft. Wie het recente veldwerk heeft gevolgd van journalistwordt er iets “geboren” in de wereld en bevrijden we ons van antropoloog Joris Luyendijk in The City, het financiële hart de inter-passiviteit van de consument die haar betrokkenheid op de wereld heeft uitbesteed aan media, politiek en van Groot-Brittannië, zal geen enkele moeite hebben om deze maatschappelijke organisaties. Alleen als we inter-actief deelboodschap van Buber te vertalen naar onze tijd. nemen aan het vormgeven van de wereld, kunnen we ons thuis voelen in de wereld. Als gevolg van de verzakelijking zag Buber in zijn tijd nog iets interessants, namelijk een toenemende splitsing van de Ik ben daarom erg dankbaar dat ik de afgelopen drie jaar heb samenleving in twee gescheiden compartimenten: ‘instituties’ mogen mee bouwen aan Oikos, een organisatie die liever en ‘gevoelens’. De instituties vergeleek hij met een Golem en samen met u, dan namens u werkt. Een oecumenische orgahet compartiment van de gevoelens typeerde hij als een rond nisatie die vooral dienstbaar wil zijn aan de niet-aflatende fladderende ‘zielevogel’. Beide zijn volgens Buber, inherent energie en aspiraties van mensen in Nederland. Mensen die aan hun wezen, gericht op zich zelf en niet in staat verbinding geloven dat het eerlijker en duurzamer kan en dat de weg te maken met elkaar. Gevoelens en instituties weliswaar daar naartoe een weg is die we samen afleggen. noodzakelijk, onvermijdelijk én wenselijk maar geen voldoen-

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

15


OIKOS EN DE ENERGIEKE SAMENLEVING: HET KAN DUURZAAM! Het bruist in Nederland op lokaal niveau aan burgerinitiatieven. Mensen nemen het heft in eigen handen om iets goeds te doen voor een betere wereld. Oikos ondersteunt deze energieke samenleving van harte. Irene Karssiens-Tom kijkt in het kader van 20 jaar Oikos terug: Al vroeg in de jaren ’90 vroegen wij aandacht voor duurzaamheid. Nu in 2014 werken we samen met groepen door het hele land aan een duurzame toekomst.

I

n de jaren negentig, de beginjaren van Oikos, waren vooral politieke partijen en maatschappelijke organisaties bezig met campagnes voor verbetering van de wereld. In die tijd organiseerden educatiemedewerkers van Oikos informatiebijeenkomsten over prangende maatschappelijke kwesties onder het motto ‘vormgeven aan solidariteit’. Niet minder dan vier avonden achter elkaar kwamen mensen voor zo’n thema bij elkaar om informatie te krijgen. De deelnemers, veelal kerkelijk betrokken, discussieerden, scherpten hun mening aan en ondernamen vervolgens actie. Ze ondertekenden een petitie, besloten fairtrade-producten te kopen of liepen mee in een demonstratie voor bijvoorbeeld schuldkwijtschelding.

Meer tijd vo producte or restn van de natuur. Zic verwerki htbaar ngsproce s. et uit o m e i . at Innov mers komen e ondern t meer oe Dat m eerd. ul gestim

Meer de len 16

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

In de loop van dat eerste decennium ging Oikos de mensen in de kerken op een andere manier bedienen. Er verschenen brochures en handleidingen met een duidelijke uitleg over diverse kwesties. We lieten de lezer zien hoe hij of zij in actie kon komen op thema’s als eerlijk delen van de mondiale voetafdruk (schone lucht), globalisering en religie en ontwikkeling. Dit gebeurde tussen 2001 en 2011 onder het motto ‘anders denken, anders doen’. De medewerkers van Oikos zagen al vroeg in, dat alle mensen eigenaar zijn van het proces van transitie naar een duurzame wereld. En dat we hen kunnen helpen bij hun wensen, behoeften, vragen die zij tegen komen op hun pad. Ook al heeft de manier waarop we dat doen, zich steeds verder ontwikkeld, dit was in feite het begin van de manier waarop we ook nu nog groepen ondersteunen in het werken aan duurzaamheid. Tijden veranderen. Sociale media worden volop gebruikt; voor vergaren van informatie, creëren van netwerken, ontmoeten van vrienden en deelnemen aan acties. Vanuit de plek waar je bent en met smartphone in de hand doe je mee aan een actie of creëer je je eigen petitie en vraag je aandacht voor een goede zaak. Ook op die manier krijgt de energieke samenleving steeds meer vorm. Oikos wil het proces ondersteunen waarin

L age drem p tussen bu el rg en overh er eid


Wederker ig welvaart heid vo Spiritua or liteit

onsumptie. Meer faire c roduct Kijk wie je p vertuig maakt en o anderen.

alige m n e e Geen ven maar ie initiat eheer b eeuwig

mensen zelf hun doelen stellen, plannen maken en uitvoeren. Daarom begeleiden we kerkelijke groepen én organiseren we door het hele land toekomstateliers. Kom op met die transitie! Verontrust door het opeenstapelen van crisis op crisis en het uitblijven van werkelijke verandering, nemen steeds meer mensen het heft in eigen handen om iets goeds te doen voor de wereld en elkaar. Voedselbanken, repair cafe’s, transition towns, stadslandbouw, zwerfvuil opruimacties, ruilmarkten en maaltijden afhalen bij iemand thuis en groene kerken, zijn maar een paar voorbeelden van initiatieven die sterk in opkomst zijn. De grote toename van het aantal lokale duurzaamheidsinitiatieven wordt als de meest hoopvolle duurzame ontwikkeling van 2013 aangemerkt door het merendeel van de mensen die de website ‘duurzaam door’ van de landelijke overheid bezoeken en de enquête invulden. Oikos deed een vijf jaar geleden ook onderzoek naar de vraag waarom de transitie naar een duurzame samenleving, ondanks alle alarmerende berichten, zorgvuldig opgestelde verklaringen en vele goede acties maar leek uit te blijven. In het boek ‘De Ceder en de Saxofoon, improviseren op een toekomstbestendige samenleving en een volwassen economie’ geeft Christiaan Hogenhuis drie antwoorden op deze vraag: Allereerst schept het onduidelijke begrip duurzaamheid verwarring. Daarnaast verhindert het gebrek aan inspirerende toekomstbeelden dat er een gezamenlijk beeld kan ontstaan van waar naar we naartoe op weg zijn. Tot slot concludeert Hogenhuis dat de versnippering van inzet en betrokkenheid van de verschillende partijen contraproductief werkt. De oplossing voor deze drie hinderpalen ligt volgens Hogenhuis bij improvisatie. Door improvisatie kunnen verschillende partijen samen werken aan een gezamenlijke toekomstvisie op hoe een duurzame samenleving eruit zou kunnen zien. Die visie geeft richting aan de onderlinge samenwerking en versterkt deze. Uit deze gedachtegang zijn de toekomstateliers van Oikos voortgekomen. Oikos brengt tijdens deze lokale bijeenkomsten mensen en instanties bij elkaar die initiatieven hebben ontwikkeld op heb gebied van duurzaamheid. Samen creëren zij beelden van een duurzame samenleving en formuleren zij nieuwe uitdagingen en oplossingen. Zo ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden. Lokale overheden zijn aanwezig bij deze bijeenkomst, maar hebben geen sturende of controlerende rol bij deze bijeenkomsten. De bal ligt bij de burger. Inmiddels hebben er zes toekomstateliers plaatsgevonden in drie steden. Steeds waren er ongeveer 40 actieve burgers aanwezig.

De uitkomsten van zo’n toekomstatelier staan van te voren allerminst vast. Wel worden de uitkomsten breed gedragen door de groep. Het doel is dat deelnemers zich ook eigenaar van het proces voelen. Afhankelijk van de ideeën en behoeften van de opdrachtgever (een gemeente of een lokaal platform van initiatieven), worden diverse initiatieven uitgenodigd waarvan wordt verwacht dat ze nuttige input kunnen leveren. Het is een interactieve bijeenkomst waarbij deelnemers hun ervaringen delen, ideeën genereren, beelden creëren over een duurzame toekomst en daar lijnen met elkaar uit trekken. De opdrachtgever maakt deel uit van de groep. Aan het eind van de bijeenkomst worden een aantal vervolg stappen bepaald. De deelnemers aan het toekomstatelier worden zo samen eigenaar van het proces. Samen grijpen zij de kansen die ze zien liggen en zetten ze verdere stappen naar een duurzame woonplaats. Zo ontstaat een energieke beweging

e ologisch n i b r e e M ucten i d o r p k e stre horeca/ / l e k n i w n bedrijve

Het is Oikos’ missie om in Nederland te werken aan veranderingen in de Nederlandse Samenleving, gericht op rechtvaardige en duurzame ontwikkeling wereldwijd. Met de toekomstateliers heeft Oikos een krachtige methode ontwikkeld om groepen te ondersteunen het heft in eigen handen te nemen. Want: het kan duurzaam! Blijf het volgen op www.stichtingoikos.nl/ toekomstateliers

Lege plekke n vullen met geb ruikt gr oen

uit Leren d over n a l buiten heid m a a z duur

Top 5 fie tsr door de s outes tad realiseren

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

17


10 JAAR OIKOSXPLORE

PERSOONLIJKE ONTWIKKELING BIJ OIKOSXPLORE 6 FACILITATORS BLIKKEN TERUG OikosXplore bestaat tien jaar! Sinds de start in 2004 is er veel veranderd. Maar wat is gebleven, is dat jongeren centraal staan. Niet alleen als doelgroep, want vanaf 2006 werken jongeren ook mee bij het bedenken en uitvoeren van activiteiten. OikosXplore is voor deze ‘facilitators’ een plek waar ze zich kunnen ontwikkelen en andere jongeren kunnen inspireren om in actie te komen voor een betere wereld. Tachtig jongeren zijn op deze manier door de jaren heen actief geweest bij oikosXplore. Hoe zou het gaan met de oud-faciliators en wat hebben ze meegenomen uit hun tijd bij oikosXplore? TEKST ROOS LOMBO

ft me plore hee X s o ik o i ing bj aan. i n ervar Mj i n loopb j m in n e geholp heel erg

Nina de Ro0 | Bij OikosXplore: 2006 t/m 2009 “Ik heb veel workshops gegeven, de workshopaanvragen en een festivaltour gecoördineerd, en ook het project ‘Migratie en Ontwikkeling’ gecoördineerd.” Ik was altijd al idealistisch. Bij oikosXplore ben ik realis-tischer geworden, ik weet dat wat je met een workshop kunt bereiken ook z’n grenzen heeft. Mijn ervaring bij oikosXplore heeft me bovendien heel erg geholpen in mijn loopbaan. Voor groepen staan en trainingen geven komt in mijn huidige baan erg van pas, net als doelgroep-denken en communicatieve vaardigheden.” Huidige baan: Advisor rural innovation bij het Centre for Development Innovation (onderdeel van Wageningen UR)

ervaring l e e v b e Ik h or n met vo a a d e g p o staan. groepen Hanneke Muilwijk | bij OikosXplore: 2006 t/m 2009 “Ik heb workshops gegeven en verschillende andere klussen gedaan. Het was een perfect en flexibel bijbaantje. Ik heb veel ervaring opgedaan met voor groepen staan. Dat heeft me vertrouwen in mezelf en in mijn eigen improvisatiekracht gegeven. Als ik voor een groep sta weet ik: ‘Ik kom er altijd wel uit.’ OikosXplore kan volgens mij best nog explicieter benoemen wat je allemaal leert als facilitator. Dan kun je er naderhand nog beter gebruik van maken, bijvoorbeeld tijdens een sollicitatiegesprek.” Huidige baan: Afrondende fase van Traineeship bij WRR. Per september in dienst bij Planbureau voor de Leefomgeving.

18

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

Jochem van der Schee bij OikosXplore: najaar 2006 t/m 2009

“Als projectassistent heb ik van alles gedaan, maar workshops geven bleef ik het leukste vinden. Het gaf veel energie en adrenaline. Je gaat naar een onbekende groep mensen, overal in Nederland. Het contact met scholieren vond ik het leukst. Aan het begin zijn ze soms ongemotiveerd, maar aan het eind zeggen ze: ‘Het was superleuk juffrouw! Veel leuker dan een gewone les.’ Door mee te draaien bij oikosXplore heb ik oog gekregen voor wat er allemaal speelt binnen een organisatie, onder meer het financiële aspect.” Huidige baan: Promovendus bij de Vakgroep Culturele Antropologie, Universiteit Utrecht.

De c ombi natie die h van f ier v acilit e e l ator en m mee s ense bezig n w zoals aren ande ik, d r vak ie in gebi mj een i n de ed za nken ten, heef verr t j i kt


Marriëtte de Lange | bij OikosXplore: 2009 t/m 2010 “Ik heb vooral workshops en festivals gedaan. Ik ben niet heel lang actief geweest, maar kijk er positief op terug. Mede dankzij oikosXplore heb ik ontdekt wat ik later wil doen. Wat me echt is bijgebleven is dat het voldoende is om een gesprek te faciliteren. Je hoeft mensen niet vol te stoppen met feitjes, maar je moet ze laten uitwisselen. Het uit henzelf laten komen. Het was gaaf om met een team van jonge mensen te werken. Heel mooi om te zien hoe je samen met andere jongeren iets neer kunt zetten, dat geeft vertrouwen in wat je kunt.”

men je sa e o h t r kun e zien e t e n m o s iet e ooi wat j geren n Heel m i n o n j e uw ndere vertro t f met a e e g n, dat zette kunt.

Huidige baan: Docent aan ROC Midden Nederland, Loopbaanbegeleiding, Communicatie en Ethiek.

e ikosXplor o i j b n ie a te dra r Door mee voor wat e n e g e r k e g tie heb ik oog n organisa e e n e n in peelt b allemaal s

Kathrine van den Bogert | bij OikosXplore: 2010 t/m 2013 “Als projectassistent heb ik van alles gedaan, maar workshops geven bleef ik het leukste vinden. Het gaf veel energie en adrenaline. Je gaat naar een onbekende groep mensen, overal in Nederland. Het contact met scholieren vond ik het leukst. Aan het begin zijn ze soms ongemotiveerd, maar aan het eind zeggen ze: ‘Het was superleuk juffrouw! Veel leuker dan een gewone les.’ Door mee te draaien bij oikosXplore heb ik oog gekregen voor wat er allemaal speelt binnen een organisatie, onder meer het financiële aspect.” Huidige baan: Promovendus bij de Vakgroep Culturele Antropologie, Universiteit Utrecht.

Eline Berghuis-van Westering bij OikosXplore: 2006 t/m 2011

“Ik ben begonnen als facilitator en heb daarna als projectassistent o.a. de werving, selectie en training van nieuwe facilitators gedaan. Ook ben ik actief betrokken geweest bij Dialogue for Peaceful Change. Werken bij oikosXplore was een mooie mix van uitgedaagd worden en ondersteuning krijgen. Ik heb het meest geleerd van het faciliteren van processen en gesprekken. Ik heb ontdekt dat dat een rol is die bij me past en waar ik goed in ben. Het heeft me indirect mijn baan opgeleverd. Ik gebruik deze vaardigheden nog bijna dagelijks in gesprekken en vergaderingen.” Huidige baan: Junior adviseur bij JongeHonden.

Werken bj i oikosXplo re was een mooie mix v an uitgedaa gd worden en onderste uning krj i gen.

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

19


NOORDPOOLACADEMIE – LEERLINGEN IN ACTIE TEGEN KLIMAATVERANDERING Oikos organiseert in het najaar de eerste Noordpoolacademie. Deze academie wordt georganiseerd in samenwerking met klimaatjournalist Bernice Notenboom. Een unieke mogelijkheid om kinderen en jongeren te inspireren en na te laten denken over de acties die zij kunnen ondernemen voor een duurzame wereld. Tijdens de Noordpoolacademie op 23 september 2014 staan de leerlingen zelf centraal. Zij bedenken niet alleen acties, maar denken na over wat ze nodig hebben om de acties te verwezenlijken. Leerlingen krijgen ‘tools’ om iets te doen voor een betere wereld, maar wat ze doen bepalen ze helemaal zelf. Ze krijgen een pitchtraining om hun actie goed voor het voetlicht te brengen bij klasgenoten, docenten, gemeentes en de media. De leerkrachten begeleiden vervolgens in de weken erna het proces om de acties uit te voeren. Met de acties kunnen de kinderen hun ideeën voor een betere toekomst handen en voeten geven. In een afsluitende bijeenkomst reflecteren de tieners op hun eigen rol in het proces. Oikos hoopt dat die ervaringen hen zoveel vertrouwen geeft, dat zij het cynisme die zij later onvermijdelijk tegen zullen komen,

met open vizier tegemoet durven treden. De Noordpoolacademie, waar 150 leerlingen (10-17 jaar) uit Pijnacker, Den Haag en Leiden, aan deelnemen, sluit aan bij Expedition Hope die dit voorjaar plaatsvond. Klimaatjournalist Bernice Notenboom trok in april en mei van de Noordpool naar Canada. Het werd een spannende race tegen de klok, die uiteindelijk voortijdig beëindigd moest worden vanwege de slechte weersomstandigheden. Onderweg bracht zij de kwetsbaarheid van het gebied onder de aandacht. TEKST IRENE KARSSIENS-TOM

Bernice Notenboom BERNICE NOTENBOOM, BEROEPSAVONTURIER EN KLIMAATJOURNALIST, VERWIERF BEKENDHEID MET DE ZESDELIGE VPRO DOCUMENTAIRE ‘KLIMAATJAGERS’. ZE WEET MET HAAR EXPEDITIES DE ERNST VAN DE GEVOLGEN VAN KLIMAATVERANDERING ONDER DE AANDACHT TE BRENGEN VAN EEN BREED PUBLIEK IN BINNEN- EN BUITENLAND. EN.EXPEDITION-HOPE.ORG

COLOFON Gratis

JAARVERSLAG 2013 Het publieksjaarverslag van Stichting Oikos geeft informatie over de projecten, financiën, vernieuwing en de samenstelling van personeel en bestuur. Bij Jaarverslag toevoegen: Lees het jaarverslag online op stichtingoikos.nl/jaarverslag of bestel een papieren versie via e-mail of telefoon (zie hiernaast).

20

OIKOS NIEUWS #70 JUNI 2014

Oikos Nieuws is het magazine van Stichting Oikos. Vrienden van Oikos ontvangen het blad gratis. Nog geen Vriend van Oikos? Meld u nu aan op stichtingoikos.nl/vriend of bel ons (zie hiernaast). Wilt u graag vrijblijvend op de hoogte blijven? Meld u dan aan als abonnee op stichtingoikos.nl/on. U wordt dan één maal per jaar om een bijdrage gevraagd. Fotografie Fotografie: Patrick van der Sande (p.2 en 12), Mark van Luyk/BrandOutLoud (p.4), Leonard Fäustle (p.1 en 6), Peter Williams (p.9), Archief Oikos (p.10-11), Irene Karssiens-Tom (p.16,17 en 20).

Ontwerp & layout In Ontwerp, Assen Productie Nilsson, Goes Eindredactie Rogier van der Weijden Stichting Oikos Postbus 19170 3501 DD Utrecht T (030) 236 15 00 oikos@stichtingoikos.nl www.stichtingoikos.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.