Carmel Magazine december 2023

Page 1

Carmel Magazine » jaargang 20 » nummer 55 » december 2023

#koers

kansengelijkheid

Voorbereiding op het ‘echte’ leven

Durf te beginnen, durf te falen


Wil je voor leerlingen echt het verschil maken, dan moet je het met z'n allen doen (pagina 27)

2


6

Samen Slimmer voor een warm(er) welkom Vanaf 1 januari bellen we via teams. In april maken alle scholen gebruik van hetzelfde aanmeldingssysteem. Hoe staat het ervoor?

16

‘Ik heb vooral behoefte aan duidelijkheid’ Een van de dingen die Jessie kenmerkt, is dat haar brein anders werkt dan gemiddeld. Is daar op school ruimte voor?

10

22

Voorbereiding op het ‘echte’ leven Praktijkgerichte havo is een lang gekoesterde wens van veel docenten en schoolleiders. Carmelscholen zoeken een betere verbinding tussen theorie en praktijk.

Samen de beste oplossing voor leerlingen zoeken Huisvestingvraagstukken zijn soms weerbarstig, zelfs voor een proactief bestuur als Carmel. Hoe komt dat?

Rubrieken

Wij zijn Carmel

4 Standpunt 5 #stelling 13 College van Bestuur: Jan Kees Meindersma 14 Vertel! 20 Passie! 21 What's up? 25 Hoe ging het verder met... 26 Opmerkelijk

Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland

3


» Standpunt

HET MOREEL JUISTE DOEN We leven in een tijd waarin we geconfronteerd worden met grote uitdagingen zoals klimaatverandering, ongelijkheid en oorlogsgeweld. Deze kwesties veroorzaken vaak verhitte discussies, ook op scholen. Het is belangrijk dat we ons afvragen hoe we ons verhouden tot deze moeilijke situaties. Moeten we ze vermijden of juist bespreken? Dit met elkaar bespreken is in mijn ogen onderdeel van onze pedagogische taak en draagt bij aan burgerschapsvorming. Maar hoe is ons morele kompas afgesteld: weten we wat goed en juist is?

Richting Een moreel kompas helpt ons te bepalen wat in onze ogen goed en slecht is, en geeft richting aan ons leven en onze betekenis voor anderen. Het is gevormd door onze levenservaringen en persoonlijke waarden. In het onderwijs kun je niet zonder moreel kompas. We worden geconfronteerd met uitdagingen zoals het personeelstekort, besteden aandacht aan thema’s als klimaatverandering en we hebben te maken met kansenongelijkheid.

Moreel debat Pieter Omtzigt pleit voor een nieuwe bestuurscultuur waarbij we niet achter regels en modellen verschuilen, maar een moreel debat voeren. Dit geldt ook voor het onderwijs; we moeten streven naar het beste onderwijs voor onze leerlingen. Dat vraagt lef, moed en doorzettingsvermogen. En de wil om je aan elkaar te verbinden.

jouw morele kompas voortkomen, leert de persona Jezus ons universele waarden van liefde. Liefde die geldt voor elke mens, heel de mens en alle mensen.

Meer dan mooie woorden Vragen die je kunnen helpen je morele kompas te bepalen, zijn bijvoorbeeld wat je belangrijk vindt in samenwerking met collega's of welke dromen je hebt voor je team of leerlingen. Een moreel kompas moet meer zijn dan mooie woorden. Het moet zichtbaar zijn in de praktijk, in de klas en in de manier waarop we met elkaar omgaan. Wat merken leerlingen van jouw bijdrage aan hun leerontwikkeling: staan zij écht centraal? Theo van der Zee, hoogleraar Onderwijs in ethisch en religieus perspectief, ziet vragen over moraliteit als een uitnodiging om het goede te zoeken. Hij roept op ons morele kompas te laden met dergelijke waarden. Waarden voor ‘elke mens, heel de mens, alle mensen’.

De adventsperiode is een mooi moment om na te denken over jouw eigen morele kompas. Wie ben jij, wat wil je betekenen en voor wie mag jij het verschil maken? Geniet ervan om je eigen morele kompas blijvend te richten op dat wat voor jou van waarde is. Het kind in de klas of je collega op school merkt vroeg of laat het verschil! Ik wens je een fijn kerstfeest toe. Harald Huijssoon, Rector Pius X College/Canisius

Harald Huijssoon » Rector Pius X College/Canisius

Universele waarden van liefde Zo richting Kerst besteden we op Pius X College en Canisius aandacht aan de liefdevolle betekenis van het kerstkind Jezus. Ongeacht de bronnen van waaruit de waarden voor

4

Werkzaam bij Carmel sinds » 2017. Houdt van » hardlopen, wandelen in de bergen, lezen, dagblad Trouw, Mariska en onze vier kinderen. Bijzonder » ik neurie als ik geconcentreerd werk (van psalmen tot Bruce Springsteen). Voor mij “lekker bezig”, voor collega’s storend gezoem ;-)


» naam artikel #stelling Onze samenleving raakt steeds meer verdeeld. Over corona, LHBTIQ+, de oorlog in Oekraïne, de strijd tussen Hamas en Israël, en nog veel meer. De discussies lopen snel hoog op. Ook op school. Willen we dat wel? Of slaan we moeilijke kwesties voortaan maar liever over? Voor het Carmelpanel de stelling:

In de klas moeten ook gevoelige onderwerpen besproken (kunnen) worden Kayleigh-Anne Boxman » leerling vmbo tl 3, C.T. Stork College, Hengelo

Stijn Sok » leerling mavo 2, Pius X College, Rijssen

“Ja, je moet het ook over moeilijke zaken kunnen hebben. Over de onderwerpen die je noemt, hebben we het alleen niet vaak. Klasgenoten beginnen er soms over. Als ze bijvoorbeeld met hun ouders naar het Journaal hebben gekeken. We hebben wél voor de herfstvakantie over Gossip Girl-accounts gesproken, er gingen toen filmpjes rond. We hebben het er in de klas over gehad en de school heeft ervoor gezorgd dat het account werd opgeheven. Er is ook wel veel aandacht voor gender. Dat vind ik goed, ik vind het heel belangrijk dat we niemand buitensluiten. Als je gewoon respect hebt voor elkaar, kan er heel veel. Dan is er de ruimte om het met elkaar over heel veel onderwerpen te hebben.”

“Bij ons in de klas kun je volgens mij alles zeggen. Ik vind dat het zo hoort, dus ik ben het eens met de stelling. Van mij mag het zelfs nog meer. We hadden hier studenten van de lerarenopleiding die ons interviewden. Ze vroegen wat we nog leuk zouden vinden op school en wat we missen. Ik heb gezegd graag meer debat te willen over bijzondere onderwerpen. Bijvoorbeeld over dingen die in het nieuws zijn, zoals nu de strijd tussen Israël en Hamas, maar het kan van alles zijn. Iedereen kan dan zijn mening geven. Je luistert op dat moment naar elkaar, je vertelt wat je vindt en waarom je dat vindt. Zo’n debat is er nu niet, terwijl het goed zou zijn. Zo kunnen we veel van elkaar leren.”

Sanne Dankers » docent science en mentor havo onderbouw, Carmel College Salland, Raalte

Gerjanne Hilgen » ouder, Carmelcollege Emmen

“Moet dit een stelling zijn? Het hoort bij mijn taak om met leerlingen te praten over gevoelige onderwerpen. Dan worden ze zich bewust van hun mening en kun je vragen waarop ze die baseren. En ze leren hoe ze zich een mening kunnen vormen. Thema’s genoeg. Denk aan leerlingen die elkaar voor homo uitschelden en zich niet realiseren hoe kwetsend dat is. Of aan de stikstofkwestie: wij zijn een school in een plattelandsgebied, de discussies kunnen heftig zijn. Daar moet je het over hebben, de schoolleiding stimuleert dat. Pas spraken we over Gossip Girlaccounts omdat er filmpjes rondgingen waarin collega’s voorkwamen. Je moet niet bang zijn om het gesprek aan te gaan, dat is wat ons vak zo mooi maakt.”

“Leerlingen moeten leren dat meningen naast elkaar bestaan. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar praat met elkaar. Ieder heeft recht op een eigen mening, heb daar respect voor. Zo geef je kaders aan voor een gesprek over gevoelige onderwerpen. Laat de ander uitpraten, hoor waarop zij of hij zich baseert. Ik weet het: ik ben geen docent, ik heb misschien wel heel gemakkelijk praten. En dit is bovendien niet alleen voor school, ouders hebben eveneens een taak. Ik probeer mijn kinderen mee te geven dat iedereen een eigen mening mag hebben, die niet de onze hoeft te zijn. Het gaat niet om gelijk hebben of krijgen. Zie de ander als mens zoals jezelf. Loop niet weg, blijf luisteren.”

5


‘Het vraagt een omslag van werken en denken’

SAMEN SLIMMER VOOR EEN WARM(ER) WELKOM 6


» Samen Slimmer Langzaam maar zeker merkt de Carmelorganisatie de effecten van het programma Samen Slimmer (zie kader pagina 9). In het nieuwe jaar gaan de ontwikkelingen verder. Vanaf 1 januari bellen alle scholen en het bestuursbureau via Teams, in april 2024 maken ze gebruik van hetzelfde aanmeldingssysteem voor nieuwe leerlingen. Ze vergroten daarmee ook nog eens de mogelijkheid tot contact met leerlingen en ouders. “Je krijgt meer gelegenheid voor een warm welkom”, meent Elif Croes, ICT-beheerder van Het Hooghuis in Oss.

Eerst het bellen via Teams. Dat verandert het eerst en elke Carmelmedewerker krijgt ermee te maken. Maar wat is het? Projectmanager Wim de Boer van de centrale ICT-afdeling weet het antwoord: “Het is niets anders dan digitaal bellen. Je kunt het vergelijken met Skype of bellen via FaceTime of WhatsApp.”

“Als je nu over Samen Slimmer praat: hier kunnen we ook nog wel wat winnen”, lacht Wim. Net als bij het gebruik van intercominstallaties die via de vaste telefoonlijn worden bediend. “Carmel heeft er geen standaarden voor, dus het kan iedere keer anders zijn. Daar vragen we nu expliciet naar, het is een van de leermomenten uit de installatiefase.”

De vervolgvraag dient zich aan: waarom gaan we dat doen? Het toverwoord is bereikbaarheid. Er zijn in elk geval twee belangrijke redenen, legt Wim uit: “Als eerste verbeteren we zo de bereikbaarheid van docenten en medewerkers.” Hij legt uit hoe het werkt: elke instelling, elke locatie en elke medewerker krijgt een eigen 088-nummer. “Je krijgt 100 procent bereikbaarheid en het werken gaat sneller. Zeker voor leerlingen en ouders is dat prettiger, maar ook voor collega’s onderling. Je hoeft niet meer eerst de school te bellen of een nummer te vragen. Doorverbinden gaat sneller.”

Noodnummer

En er is nog iets: de bereikbaarheid is beter te regelen. Docenten hoeven niet meer hun 06-nummer met leerlingen te delen en kunnen hun privacy beter bewaken. Via de app kunnen ze het 088-nummer ook uitschakelen. ‘Lastige’ of ongewenste telefoontjes ’s avonds laat, op je vrije dag of in het weekend, behoren dan tot het verleden. Dat vraagt wel enige discipline, je zult eraan moeten denken om je 088-nummer aan of uit te zetten.

Overstap Aan de overstap naar bellen via Teams is een lang aanbestedingstraject voorafgegaan. De uitrol vindt plaats in groepen van steeds enkele scholen. Weloverwogen: “We kijken per school hoe de telefonie geregeld is. Met daarbij aandacht voor de bedrijfshulpverlening (bhv). Teams maakt het gemakkelijker om belgroepen aan te maken en daardoor bhv’ers sneller te bereiken. Als de ene bhv’er het 088-nummer heeft uitgezet, wordt automatisch doorgeschakeld naar de volgende.” Dat is althans de theorie, want onderweg is gebleken dat elke school haar eigen bhv-procedures kent.

Nog zo’n leermoment deed zich enkele weken terug voor tijdens een storing. De al aangesloten scholen konden op dat moment niet bellen of gebeld worden. “We kunnen dat enigszins oplossen via een noodprocedure: alle telefoontjes komen dan binnen op een noodnummer. Dat heeft gewerkt, zodat we nu steeds de scholen vragen een noodnummer op te geven.” Uiteindelijk, verwacht Wim, zal alles goed gaan verlopen. “De complexiteit zit in de mensen en de organisatie, niet in het systeem. Dat kan veel, maar het vraagt een omslag van werken en denken. Daarover moeten we blijven communiceren.”

Voor- en nadelen Over de voor- en nadelen kan Sabina de Wit, receptioniste van de locatie Stadion van Het Hooghuis in Oss, meepraten. Uiteraard werd ze vooraf geïnformeerd. “Maar ik zeg altijd: al doende leert men, dus gooi mij maar in het diepe.” Ze is op haar wenken bediend. Het Hooghuis ging op een woensdag, haar vrije dag, over. “De school was toen onbereikbaar, heb ik gehoord. ”Op de donderdag waarop ze er weer was, waren nog niet alle mankementen verholpen. >>

‘Het is niets anders dan digitaal bellen’ 7


‘Je krijgt 100 procent bereikbaarheid en het werken gaat sneller’

“Uiteindelijk is mijn 06 ingesteld als noodnummer, dat ging goed, maar het was wel stressen. Aan het einde van die dag waren we gelukkig weer bereikbaar.” Inmiddels gaat bij Het Hooghuis alles via Teams. Sabina zou al niet meer anders willen: “Ik hoef geen hoorn meer vast te houden, ik neem op met een muisklik terwijl ik een oortje in heb. Zo houd ik beide handen vrij, kan ik telefoontjes sneller afhandelen en gemakkelijker schakelen.” En ze noemt nog andere voordelen: “Voor de buitenwereld blijven de oude nummers van de scholen gewoon in gebruik, leerlingen en ouders hoeven niet eerst een 088-nummer te zoeken. Vanuit Somtoday kun je gemakkelijk een nummer kopiëren en ik kan meteen zien of iemand online is en een berichtje via Teams gaat sneller dan een mailtje.” Heeft ze dan nog tips? “Belangrijk is dat iedereen de app op de telefoon of op de laptop inschakelt. Dat is wel iets waaraan je even moet denken. Verder kan ik alleen maar zeggen: ga ermee aan de slag, uiteindelijk gaan we allemaal over. Als je het eenmaal doorhebt, is het gemakkelijk, je moet er alleen tijd voor nemen. Op de intranetpagina ‘Carmel Helpcentrum Microsoft 365' vind je handige instructies en een webinar. Dan heb je het zo onder de knie.”

8

Sabina

Online aanmelden Die laatste uitspraak van Sabina is ook van toepassing op het nieuwe systeem voor online aanmelden, dat klaar moet zijn vóór de centrale aanmeldingsweek van 25 tot en met 31 maart 2024. Als alles gaat zoals voorzien, kunnen ouders hun kinderen uit groep 8 dan digitaal aanmelden. Ze kunnen tegelijkertijd zelf bestanden toevoegen, zoals een dyslexieverklaring, en afsluiten met een digitale handtekening. “Dat stelt hoge eisen”, weet Elif Croes, ICTbeheerder bij Het Hooghuis in Oss. “Voor veel ouders is dit het eerste contactmoment met de nieuwe school. Dat moet goed zijn, dus het systeem moet werken, toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn.” Zeker ook omdat de meeste scholen tot dusverre met aanmeldingsformulieren werken die vervolgens handmatig moeten worden ingevoerd. In de gewone administratie en in Somtoday. “Met het nieuwe systeem, waarin alles digitaal wordt ingevoerd, worden de gegevens later automatisch doorgestuurd naar Somtoday. Het gaat sneller, er zijn minder handelingen nodig, en omdat je niet meer vanaf het papier hoeft in te voeren is de kans op fouten kleiner”, verduidelijk Elif. “Je verkleint er bovendien de administratieve piek mee”, vult Vincent Schenke, projectleider aanmeldingsapplicatie, aan.


NIEUWS & BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Elk jaar staan de scholen immers voor de opgave om in korte tijd alle relevante gegevens van een grote groep nieuwe leerlingen te registreren en op te nemen in Somtoday. Dat gaat straks automatisch. Maar werkt het dan ook zoals de bedoeling is? Zo niet, dan dreigt administratieve chaos en veel stress. Juist daarom, benadrukt Vincent, is het ontwikkeltraject zorgvuldig opgezet. Er is een testgroep in het leven geroepen met medewerkers van alle instellingen. “Vóór de scholen er gebruik van maken hebben we alles vanzelfsprekend uitvoerig getest”, zegt hij.

‘Er zijn minder handelingen nodig en de kans op fouten is kleiner’ Verschillen Net als bij de installatie van telefonie via Teams, zijn tijdens het ontwikkelen van het aanmeldingssysteem verschillen tussen de scholen aan het licht gekomen. Het Hooghuis en het Etty Hillesum Lyceum werkten al met een vorm van digitale aanmelding, bij de meeste andere scholen verloopt de aanmelding nog via papier. “Met die verschillen, en met

Samen Slimmer naar bedrijfsvoering 2.0 In eerdere edities hebben we uitvoerig stilgestaan bij het Carmelbrede programma Samen Slimmer. Hiermee wil Carmel de bedrijfsprocessen toekomstbestendig maken. Daling van het aantal leerlingen leidt tot minder inkomsten, terwijl de kosten blijven stijgen. Dat vraagt om ”vernieuwing van de bedrijfsvoering”, schrijft het College van Bestuur in het strategische document Koers 2025. Het stelt daarbij duidelijke prioriteiten: “Het onderwijs aan onze leerlingen staat altijd voorop, maar goed onderwijs veronderstelt een daaraan goed georganiseerde en dienstbare organisatie. Ons ambitieniveau is hoog: een

de verschillende wensen, hebben we rekening willen houden”, zegt Vincent. Elif noemt dat de uitdaging, Vincent spreekt van een dilemma: “Je streeft naar standaardisering én naar flexibiliteit, dat is weleens ingewikkeld”. En Elif: “Belangrijk is dat het een doorontwikkelmodel is, dat ook voor andere leerjaren kan worden gebruikt, zoals bij de overgang van de tweede naar de derde klas. Alles op basis van de eisen en wensen opgesteld door vertegenwoordigers van alle scholen.” Daar liggen nieuwe mogelijkheden, vindt hij. Niet elke ouder kan uit de voeten met digitale systemen, voor anderen kan de Nederlandse taal een barrière zijn. “Sommige scholen houden vast aan de aanmelding op school, nu met de laptop op tafel. Op Het Hooghuis kennen we een kennismakingsavond. Als je door het systeem het administratieve deel snel kunt afwerken, blijft er meer tijd om de nieuwe leerling en de ouders meer tijd en aandacht te geven. Zo zorg je voor een warm welkom.”

Ben je Carmelmedewerker en wil je meer weten over online aanmelden? Scan de QR-code om de intranetpagina te bekijken.

toekomstbestendige, goed ingerichte en eenduidige bedrijfsvoering maakt het voor Carmelscholen mogelijk om hun onderwijs nu en in de toekomst te kunnen verzorgen op basis van onze strategische beleidskoers, in een voor leerlingen en medewerkers optimale, duurzame en prettige leer- en werkomgeving met goede faciliteiten.” Vincent Assink, directeur Carmel Bedrijfsvoering Collectief, formuleerde het eerder in 2023 zo: “We willen van een bedrijfsvoering per school naar een efficiënte en gezamenlijke bedrijfsvoering voor heel Carmel.” En dat betekent: “Met elkaar in gesprek gaan om te bepalen wat je samen kunt oppakken en standaardiseren, en waar lokale ruimte nodig is.”

9


» Praktijkgerichte programma’s voor de havo

VOORBEREIDING OP HET ‘ECHTE’ LEVEN Praktijkgerichte havo is een lang gekoesterde wens van veel docenten en schoolleiders. 56 scholen nemen dit jaar deel aan een experiment onder begeleiding van leerplanontwikkelaar SLO. Daaronder verschillende Carmelscholen, zoals het Twents Carmel College in Oldenzaal en de locatie Mondriaan College van Het Hooghuis in Oss. Ze zoeken een betere verbinding tussen theorie en praktijk. Kennis is immers maar de helft. En soms zelfs dat niet.

10


NIEUWS & BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Het zijn andere scholen, door hun voorgeschiedenis en hun omgeving. Over de doelstellingen van het experiment zijn ze het eens, al gebruiken ze daarvoor soms andere woorden. “Een van de dingen die we willen bereiken is dat onze leerlingen weloverwogen een studiekeuze maken, zodat de doorstroom naar het hbo beter verloopt”, zegt Kim Koehorst, projectleider praktijkhavo van het Twents Carmel College. Twan Rovers, teamleider bovenbouw van de locatie Mondriaan College, verwoordt het nét iets anders, maar bedoelt hetzelfde: “Onze insteek is de doorstroom naar het hbo en het echte leven.” Beide scholen attenderen op de beperkingen van de meer traditionele havo-opleidingen. Kim: “Havoleerlingen zitten, bij wijze van spreken, de hele dag in de boeken. Maar in het

werkzame leven worden vaardigheden en denkniveau steeds belangrijker, het gaat om meer dan kennis. Die moet je kunnen toepassen, je moet bovendien kunnen samenwerken.” Ton van der Loop, docent economie en kartrekker van wat het Mondriaan College 20-80 Learning noemt (waarover verderop meer), formuleert het zo: “Alleen in het voortgezet onderwijs denken we nog dat de wereld uit schoolvakken bestaat. In het echte leven gaat het anders, dat weten we allemaal.” Tot zover de overeenkomsten. Want de verschillen zijn groot. In Oldenzaal ligt het accent nu nog op technologie, in Oss op meer algemene vaardigheden. Dat kan ook, want SLO reikt wel einddoelen aan maar geen lesmethoden. Die ontwikkelen docenten zelf. Met vallen en opstaan. “De les is: durf te beginnen, durf te falen”, geeft Ton alvast mee.

Oldenzaal In Oldenzaal hebben alle leerlingen van de acht havo-3klassen van de locatie Lyceumstraat op de woensdagmiddagen na de zomervakantie de gang gemaakt naar de vmbo-locatie Potskampstraat. Daar volgden ze in de praktijklokalen PHO, ofwel praktijkhavo-oriëntatie, in de van het vmbo afgeleide clusters Mobiliteit en Transport (M&T), Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Produceren, Installeren en Energie (PIE). Na de herfstvakantie hebben zich negentien leerlingen aangemeld voor een praktijkvak. “Organisatorisch is het gecompliceerd", erkent Kim. Als de leerlingen op de Potskampstraat moeten zijn, missen ze de lessen die dan op de Lyceumstraat worden gegeven. "Die moeten ze zelf inhalen tijdens de flexuren, het kan nu niet anders." Op de Potskampstraat krijgen ze heel ander onderwijs. In drie tijdvakken van twaalf weken leren ze steeds op een van de drie ‘pleinen’ voor M&T, BWI en PIE. “Ze gaan er meteen aan de slag met een concrete probleemstelling”, vertelt Sander Dommerholt, teacher leader en docent PIE. Hij geeft er een voorbeeld bij: “Bij M&T krijgen ze de opdracht om meer vermogen te halen uit een kartmotor. Daarvoor moeten ze eerst uitzoeken hoe zo’n motor werkt en hoe je dat vermogen vergroot. Vervolgens gaan ze naar een bedrijf, waar ze leren hoe je het vermogen meet. Als dat is gebeurd, leren ze hier op de Potskampstraat hoe ze het vermogen moeten aanpassen. Doe het maar. En dan is het weer terug naar dat bedrijf, om te meten of het vermogen echt groter is geworden. Het gaat om de verbinding van theorie met praktijk, van why en how.”

‘De les is: durf te beginnen, durf te falen’

Voor BWI en PIE wordt dezelfde route gevolgd. Onderwijl gaat veel aandacht uit naar persoonlijke ontwikkeling en het opdoen van vaardigheden. “Denk aan houding, samenwerken, communiceren, motivatie, kunnen en willen”, licht Kim toe. “Dat is ook voorbereiding op wat onze leerlingen in het hbo en in het beroepsleven te wachten staat. >>

11


Je ziet het verschil met een vmbo-leerling: die krijgt een opdracht, havisten krijgen een probleem dat ze moeten oplossen”, vult Sander aan.

Oss Het contrast met Oss is groot. De havoafdeling hier is drie jaar geleden overstapt op 20-80 Learning. Twee dagdelen per week, dus twintig procent van de lestijd, zijn bestemd voor praktijkuren. “Veel scholen laten hun leerlingen de achterstanden die ze dan oplopen zelf inhalen. Dat doen wij niet, wij hebben ervoor gekozen er zeven uur per week voor vrij te maken. Organisatorisch is dat het gemakkelijkst, anders kom je er niet uit”, weet Twan. Onvermijdelijk heeft dat besluit kritiek opgeroepen, merkt Ton op: “Docenten hebben er lestijd voor moeten inleveren. Dat is de keerzijde.” Hierdoor ligt het tempo in de theorievakken wel hoger. “We merken dat het de leerlingen stimuleert, je kunt hier niet achteroverleunen. Onze leerlingen moeten echt hard werken”, stelt Twan vast. Dat hebben ze ervoor over, is Tons ervaring: “Ik hoef geen moeite te doen om mijn leerlingen te motiveren, dat zijn ze al.”

‘We willen de leerlingen nog meer uit de schoolbanken krijgen’ De praktijkdagdelen bestaan uit een ochtend- en een middagprogramma. ’s Morgens draait het om vaardigheden, tijdens modules als ‘Drama en presenteren’, ‘Gezondheid’ en ‘Het echte leven.’ Die laatste verdient enige toelichting. “Als je je havodiploma eenmaal hebt, verandert er veel in je leven. Op het hbo moet je zelfstandig en in groepen kunnen werken, vaak ga je op kamers, en veel waarmee je te maken krijgt is nieuw voor je. Daar besteedt het voortgezet onderwijs nu zelden aandacht aan, wat toch wel raar is.

Meer ruimte Ook in het Carmel Magazine braken docenten en schoolleiders meermaals een lans voor praktijkgericht havo. Koers 2025, het strategisch document van Stichting Carmelcollege zinspeelt erop in de doelstelling “De leerling ervaart meer ruimte binnen kaders zoals dagindeling, groepssamenstelling, praktijkvakken binnen havo.”

12

Dit hoort er ook bij”, vindt Ton. Niet altijd pakken de modules uit zoals ze hoopten: “We hadden ook gelukslessen. Meer psychologisch opgezet, om jezelf te leren kennen. De leerlingen vonden dat niet veilig, zo met elkaar in een klas. Die module hebben we daarom afgevoerd.” Het middagdeel staat in het teken van het keuzeprofiel. De focus ligt dan meer op vakkennis, in combinatie met een van de thema’s Arts, Business, Science, Global of Technology. “Daar ontstaan steeds vaker kruisbestuivingen, zoals tussen leerlingen met een technisch profiel en leerlingen met een creatief profiel. Dat is mooi om te zien”, verheldert Ton.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft twee jaar geleden de weg vrijgemaakt om “havisten beter voor te bereiden op het vervolgonderwijs en kennis te laten maken met het toekomstige werkveld.” Voorlopig gaat het om een experiment onder begeleiding van leerplanontwikkelaar SLO. Naast het Twents Carmel College en het Mondriaan College doen ook het Bonhoeffer College in Enschede, Carmelcollege Emmen en Scholengroep Carmel Hengelo hieraan mee.


MEER BLOGS

» CvB

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Examinering Beide scholen hebben nog het nodige denkwerk te verrichten over de wijze van examinering van het praktijkvak. In Oss sluiten de leerlingen elke module af met een cijfer. Het praktijkvak geldt er verder als extra examenvak. “Het moet niet zo zijn dat een leerling denkt hiermee een onvoldoende te kunnen compenseren. Een havodiploma moet wel een echt havodiploma zijn”, merkt Ton op. Kim en Sander staan er op dezelfde wijze in. "Je wilt iets kunnen zeggen over een leerling, daarvoor is een valide cijfer nodig”, oordeelt Sander. Kim knikt en duidt tegelijkertijd een dilemma aan: “Dit schuurt natuurlijk wel, want wat druk je uit in een cijfer? Ik hoop dat de ontwikkeling van het praktijkvak ons ook leert over mogelijke andere manieren van examineren. Met meer oog voor persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden. Die zijn op het hbo en in het verdere leven net zo belangrijk als kennis, misschien nog wel meer.” Het Twents Carmel College studeert op de mogelijkheid om het praktijkvak af te ronden met een meesterproef. In nauwe samenwerking met het bedrijf waar de leerling stage heeft gelopen en met begeleiding vanuit de school. De betrokkenheid van het bedrijfsleven is groot. “Veel bedrijven hebben wel ergens een probleem liggen waaraan ze door drukte en personeelsschaarste niet toekomen. Die vinden het prettig als andere ogen meekijken”, weet Kim. Ook Mondriaan College schakelt steeds meer bedrijven in. Tijdens de ‘Mondriaan College Tour’ gaan leerlingen verschillende bedrijven in, vanuit de gedachte dat ze alleen al veel leren door te kijken. Vertegenwoordigers uit samenleving en bedrijfsleven houden bovendien spreekbeurten in de school. “Voor de komende tijd is het de uitdaging om onze leerlingen nog meer de schoolbanken uit te krijgen”, vindt Twan.

Inspirerend Volop ontwikkeling en doorontwikkeling dus, op beide scholen. Praktijkhavo is net begonnen, er is nog veel werk te verzetten. De resultaten, voor zover die er al zijn, zijn nu al inspirerend. Van de zeven leerlingen die vorig jaar op het Twents Carmel College proefdraaiden in havo 3, zijn er zes in de vierde doorgegaan met praktijkhavo, één leerling volgt nu een technische mbo-opleiding. Het Mondriaan College heeft sinds de invoering van 20-80 Learning in het schooljaar 2020-2021 de examenresultaten zien stijgen. Twan: “Oud-leerlingen die nu op het hbo zitten, vertellen ons dat ze beter zijn voorbereid, ook door de grotere vrijheid die ze hebben ervaren. We willen nog een enquête houden onder alle oud-leerlingen van 20-80 Learning, want die uitkomsten zijn ook weer van belang voor de opzet en de inhoud van ons programma.” Een laatste vraag dan nog: zou ook het vwo niet gediend zijn met een praktijkvak? Twan lacht: “De vraag stellen is haar beantwoorden.”

Samen + Slimmer = Sterker Ik voel mij thuis bij Carmel. Zo voelt het na mijn start op 1 oktober als lid College van Bestuur. Waarom? Ik ontmoette betrokken en gedreven collega’s. Sprak met ze over de betekenis van onderwijs. Hoe wij het verschil voor leerlingen maken. Ik zie hoe onze lijfspreuk ‘kennis is maar de helft’ terugkomt in de scholen. Ook voel ik mij thuis, omdat we middenin een ‘bouwproces’ zitten met ‘Samen Slimmer’. Bouwen en ontwikkelen vind ik leuk. Ik vind het belangrijk dat de bedrijfsvoering het onderwijs zo goed mogelijk ondersteunt tegen betaalbare kosten. Bedrijfsvoering moet aansluiten bij wat onze leerlingen, medewerkers en leidinggevenden nodig hebben om zo goed mogelijk te kunnen werken, leren en ontwikkelen.

Bouwblokken in beeld Carmel heeft medewerkers met kennis en ervaring. Op het gebied van administratie, financiën, hrm, facilitair en huisvesting. Toch heb ik al meerdere keren gehoord dat deze menskracht schaars is of zelfs ontbreekt. Dat moeten we, met elkaar, slimmer organiseren. Afgelopen jaren is er hard gewerkt aan het implementeren van nieuwe systemen en processen. Tegelijkertijd nemen de eisen toe. Onze bedrijfsvoering moet veilig, flexibel en betaalbaar zijn. We houden hierbij rekening met de veranderende verwachtingen van onze leerlingen, ouders en verzorgers. Dát gaan we Samen Slim(mer) organiseren.

Bouwblokken op elkaar klikken Inmiddels komen we aan in een volgende fase. Wat organiseer je dicht bij de scholen? En wat kunnen scholen beter (in kleiner verband) sámen organiseren? Wat doen we collectief en wat niet? Om antwoord te geven op deze vragen, zijn er vier vakgroepen gestart. Zij brengen de bouwblokken in en klikken ze op elkaar. Past het niet? Dan passen ze waar nodig aan. Zodat we uiteindelijk met elkaar een stevige, betrouwbare en wendbare bedrijfsvoering realiseren. Samen, Slimmer en dus Sterker.

13


» Vertel! Verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Onze bloggers geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Omarm de mobiel Mensen in de trein, bus of metro die constant op hun telefoon kijken, voeren daardoor geen gesprek met medereizigers. We klagen erover dat werkelijk iedereen dat doet. De huidige maatschappij maakt zich er schuldig aan dat we alleen maar continu onze blikken naar beneden richten. Verzonken in onze zakencyclopedie, in plaats van werkelijk contact maken. We lopen daardoor zelfs de kans mis om nieuwe vriendschappen te sluiten.

Vroeger was alles beter…? Maar is dat wel zo? Maken we nu geen contact meer met elkaar, zoals dat vroeger wel gebeurde? Ik kan me herinneren dat, in de tijd dat mobiele telefoons nog lang niet in opkomst waren (opa vertelt…), veel mensen óók niet van plan waren om een praatje te maken met een wildvreemde medereiziger. Ze durfden het niet, of het werd niet zomaar altijd gewaardeerd, of men wilde rustig een boek of tijdschrift lezen, of men had een koptelefoon van de walkman op. Langdurig oogcontact werd vermeden, tenzij je natuurlijk een appetijtelijke schoonheid tegenover je op de bank zag zitten. Dan had je ineens wél alle aandacht voor je medereizigers.

Echt contact Maken we geen echt contact meer? Ik was vandaag aan het surveilleren in de pauze op onze school. Hoewel vrijwel alle leerlingen een telefoon op zak of in de hand hadden, was er ter plekke een hels kabaal van met elkaar pratende leerlingen. Soms samen op een telefoon kijkend, maar veelal elkaar aankijkend en lachend. Echt contact maken. We zijn sociale wezens en ieder mens heeft behoefte aan echt contact. Ik ben ervan overtuigd dat dit nooit verdwijnt. We zijn naar mijn mening helemaal niet ‘overgeleverd’ aan onze mobieltjes: in de schouwburg, in het theater, tijdens het eten, maar ook tijdens het sporten, raken we die dingen nauwelijks aan. Zowat iedereen is het erover eens en het kost nauwelijks moeite om de ander ervan te overtuigen dat de norm is, dat je iemand vriendelijk aankijkt als die tegen je praat.

werken, je kinderen nauwelijks aandacht geeft, omdat je zelf net zo ver verdiept bent in dat ding als je huisgenoten. We zouden eigenlijk een spelletje moeten doen, maar hoe vaak deden we dat vroeger dan? Toen zaten we toch de hele avond tv te kijken, als we te moe waren om nog op te staan om een spel uit de kast te halen en aan de eettafel te gaan spelen? In een hectische tijd waarin we druk zijn met van alles en nog meer, ligt het meer voor de hand om in de luie stoel te blijven scrollen met dat ding in de hand, dan politieke discussies te voeren of door te vragen over je partners werkdag.

Maar niet in de les Onze kinderen nemen hier een voorbeeld aan. Hoe kunnen wij van hen verwachten dat ze zonder hun telefoon kunnen functioneren, terwijl wij hem zelf te pas en te onpas gebruiken? Ik zou zeggen: omarm de mobiel! Sta open voor het feit dat dit de realiteit is, dat er zo ontiegelijk veel voordelen zijn aan het letterlijk bij de hand hebben van een minicomputer (bijvoorbeeld om die discussie te kunnen winnen). Natuurlijk realiseer ik me dat zo’n apparaat ook vreselijk veel afleiding geeft en ons de hele dag verleidt om gebruikt te worden, en daarom past die niet in een les. Daar wordt geleerd, uit een boek of van een hoorcollege. Stop dat ding in een bak, buiten bereik van de leerlingen, en geef hen naderhand de kans om te Snappen en hun BeReal te maken. Dat is ook belangrijk om contact te maken.

Avondje scrollen Het echte probleem met die bel-, app- en speeldingen is, wanneer je ’s avonds op de bank, uitgeput na een dag hard

14

Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum


CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Spiegelinterview De week is voorbij gevlogen. Op het moment van schrijven, zijn de eerste klassen zijn nog aan het kennismaken. Zo tekenden leerlingen elkaars portret met bijzondere kenmerken zoals sproetjes, kuifjes, beugels, oorbellen. Aansluitend stelden ze elkaar kennismakingsvragen. Geen vragen zoals ‘wat is je lievelingskleur of -eten’, maar vragen waardoor ze elkaar écht beter leren kennen. We concludeerden dat we allemaal anders zijn. Zowel wat uiterlijk als wat dromen betreft.

Nest Niet zo gek als je bedenkt dat iedereen uit ‘een ander nest’ komt. Met (groot)ouders met eigen karakters, normen en waarden. Dat bracht ons tot de stamboomopdracht. Ik weet dat leerlingen in de bovenbouw een uitgebreide stamboom maken en verdiepend ingaan op relaties. In de onderbouw houd ik het daarom bewust klein, bij het eigen gezin en de opa’s en de oma’s. Ook alle eventuele bonusfamilie verwerken ze in de stamboom.

Familieverhalen De ervaring leert dat stamboomonderzoek leidt tot verhalen. Vooral omdat de leerlingen informatie ophalen bij (groot-)ouders. En familieverhalen volgden. ‘Mevrouw, ik kwam erachter dat ik vernoemd ben naar mijn vader, mijn opa én mijn overgrootvader’. Verhalen over families waarvan de roots in tal van landen liggen, over een broertje

‘Werkelijk openstaan voor de belevingswereld van de ander’

dat al snel na de geboorte was overleden (‘zal ik hem ook in de stamboom zetten mevrouw?’). Over het vluchten uit een land waar oorlog woedt en over moeilijke momenten in opvangkampen. De klas was muisstil en er werd intens geluisterd. Het streek- en internationale nieuws kwam samen in een lokaal in noordoost Twente.

Jeugd Ik ben opgegroeid in een tijd dat de Koude Oorlog vaak de boventoon voerde in de kranten. Gevechtsvliegtuigen oefenden bij ons achter, boven Soesterberg, waarbij zij rakelings langs boomtoppen brulden. Een oom riep mij met twinkelende ogen vaak ‘hé straaljager’ toe. En we konden door de oliecrisis op zondag rolschaatsen op de autoweg. Ons gezin keek het achtuurjournaal, actualiteitenprogramma’s en cabaret. Daar hield het zo’n beetje op. Nouja, als tiener vond ik de wereld van ‘Peyton Place’ zeer interessant en als mijn ouders uitgingen dan sloop ik naar beneden om de tv aan te zetten. Dat hield trouwens op toen mijn ouders merkten dat de tv warm was als ze thuiskwamen, haha. Voor de huidige jeugd is het echt anders. Ze horen en zien veel, en maken veel mee.

Burgerschap Soms wordt er gedeeld maar vaak wordt er gezwegen. Belangrijk om hier als ouders/verzorgers alert op te zijn. Ook voor school is hier een rol weggelegd, welk vak je ook geeft en wat je functie ook is. Om te luisteren naar wat er speelt, vragen te stellen en leerlingen kritisch te leren zijn over wat zij al snel als waarheid aannemen. Om moeilijke gesprekken niet uit de weg te gaan en aangeleerde overtuigingen los te durven schudden. Werkelijk open te staan voor de belevingswereld van de ander. Spannend? Ja, soms best wel maar oefening baart kunst. En deze gesprekken kunnen juist de pareltjes van een lesdag zijn. Elies Schledorn Docent levensbeschouwing en mentor op Twents Carmel College

15


» Ruimte voor iedereen*

‘IK HEB VOORAL BEHOEFTE AAN DUIDELIJKHEID’

* In vervolg op het artikel ‘Carmel en het nieuwe ‘wij’’ (april 2023) vertellen verschillende mensen in Carmel Magazine wat ‘ruimte krijgen’ voor hen betekent. ** Jessie heet in werkelijkheid anders.

16


Jessie** zit in de bovenbouw vwo van het Augustinianum in Eindhoven. Een van de dingen die haar kenmerkt, is dat haar brein anders werkt dan gemiddeld. Is daar op school ruimte voor? Jessie • Leerling bovenbouw vwo, Augustinianum in Eindhoven • Volgt een gecombineerd NT/NG-profiel • Houdt van klimmen, lezen en tekenen • Zit op school in een vriendengroep • Heeft een vorm van autisme en dyslexie

“Wat autisme bij mij inhoudt, vind ik lastig te zeggen. Mensen om me heen leggen het soms uit als dat de bedrading in je hersenen anders loopt. Mij zegt dat niet zoveel. Iedereen is anders, en dit is gewoon zoals ik ben. Wat ik wel herken, is dat informatie in mijn hoofd soms een omweg neemt. Ik kan iets horen, weten wat er gezegd wordt en toch pas een paar dagen later denken: o, daar ging het over! Naar school gaan vind ik oké. Niet per se leuk, maar het is verplicht. Je gaat ernaartoe om dingen te leren, dus daar kom ik voor. Niet voor alle dingen die eromheen worden georganiseerd. Als ik naar een feest ga, dan graag naar een feest dat mij leuk lijkt. >>

‘Informatie neemt soms een omweg in mijn hoofd’

17


‘Ik* heb rust en ruimte nodig dat is toch niet zo ingewikkeld Structuur en duidelijkheid anders raak ik hier overprikkeld Geef mij geen label zoals Becker** want dit is geen beperking Ik ben één met de klas al gaat het anders met verwerking Want soms voel ik zoveel dat ik mijn gevoel niet kan uiten Zo gefocust op één ding dat ik de boel niet zie daarbuiten Nee niet onverwacht maar hoe scheid je hoofd- en bijzaak Want samenhang is lastig maar jouw stempel is wat mij raakt’ Jeroen van Goor Docent Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat geef.acht

Een schoolfeest is dat niet. Daar leer je vast ook dingen van, maar dat zijn niet de dingen waarvoor ik naar school kom. ‘O kijk, gezellig, we gaan hier nu met alle leerlingen een feest vieren!’ Voor mij voelt dat onnuttig. Ik ga dan liever naar huis. Drukte kan ik soms wel hebben, maar op andere momenten wordt het te veel. Dan heb ik het gevoel dat ik tegelijkertijd alles en niks meer binnenkrijg. Ik kan bij wijze van spreken de klok horen tikken die aan de andere kant van het klaslokaal hangt, maar de persoon naast me hoor ik niet. Dat heb ik niet alleen met geluid, maar met alle prikkels. Dus ik voel bij wijze van spreken wel het labeltje in mijn kleren, maar niet mijn pen, en ik zie wel die plantenpot daar in het hoekje, maar niet wat de docent op het bord zet. Schooldagen met lessen waarin ik gewoon op kan letten en mijn huiswerk kan maken, vind ik prettiger dan dagen waarop ik veel in groepjes moet werken. Praktische opdrachten vind ik niet per se stom, het samenzijn ook niet, en een uurtje gaat nog wel. Maar als het meer wordt, en als ik dan ‘s middags thuis ook nog bij mensen moet zijn… dat is gewoon véél. Of mijn docenten weten dat ik autisme heb, zou ik niet kunnen zeggen. Ze zien dat ik bij toetsen langer blijf zitten omdat ik extra tijd heb. Maar die extra tijd heb ik ook vanwege dyslexie en dat is wat ik bovenaan de toets schrijf. Dus of ze rekening met mijn autisme houden? Ik weet het niet. Maar van mij hoeft dat ook niet. Er zijn zoveel leerlingen die iets hebben en docenten kunnen niet met alles en nog wat rekening houden. Wat ik wel lastig vind,

18

is als docenten veel persoonlijke praatjes houden in de les. Dat is misschien prettig als je een keer geen zin hebt in de les, maar ik kan daardoor niet goed meer filteren wat lesstof is en wat niet. Als een biologiedocent vertelt over zijn honden, hoort dat dan bij biologie of is het een persoonlijk verhaal? Heb ik eenmaal door dat het een persoonlijk praatje is, dan ga ik minder opletten. O kijk, leuke vogeltjes buiten! Daar staat een kerk! Waar komt het christendom eigenlijk vandaan? En ineens is de les halverwege en heb ik helemaal niet doorgehad dat die begonnen was. Het liefst zou ik eerst de les hebben en dan persoonlijke praatjes, al snap ik dat dit voor anderen onnatuurlijk aanvoelt.

‘Wat naar mijn idee écht beter kan, is de manier waarop docenten vragen stellen’ Wat naar mijn idee écht beter kan, is de manier waarop docenten vragen stellen. Vaak is het onduidelijk wat ze willen weten. Niet dat ze elke vraag apart aan mij moeten komen uitleggen, dat zou heel ongemakkelijk worden. Maar veel vragen worden zo gesteld dat je ze op meer manieren kunt opvatten, en soms doe ik dat op de ene manier en veel medeleerlingen op de andere. En dan heeft de docent niet door waarom ik heb opgeschreven wat ik heb opgeschreven en staan er drie grote vraagtekens in


de kantlijn. Ongeacht of mijn antwoord goed of fout is, wil ik dat de docent weet hoe ik erbij kom. Dus dat ga ik dan bespreken en vaak is de reactie dan: ‘oké, ja, zo kun je de vraag ook lezen’. Tegenwoordig gebeurt dit wel minder vaak dan in de onderbouw. Misschien dat bovenbouwdocenten beter weten hoe ze duidelijke vragen moeten stellen, dat daar in hun opleiding meer aandacht voor is. Van praktische opdrachten ben ik geen groot fan. Ik vind ze vaak onduidelijk. Een toets kun je inplannen en dan weet je: oké, zo ver van tevoren moet ik gaan leren. Maar bij opdrachten is het vaak: ‘schrijf een verslag’. Moet dat een halve pagina zijn, of vijftien, of zeventig? ‘Het is genoeg als alle onderwerpen aan bod komen.’ Kan ik dan alles in één zin opschrijven? Kan ik er uitleg bij geven? En hoe diepgaand wil je dat? Ik snap dat die vrijheid een beetje het idee van een verslag is, maar voor mij is het onduidelijk. Zeker als ik vervolgens vier pagina’s inlever en er dan wordt gezegd: ‘o, dat is wel erg kort.’ Wat ik wil gaan studeren, weet ik nog niet. Mijn lijstje gaat van biochemie tot wiskunde en bouwkunde. Heel breed, al heeft het allemaal iets technisch. Ik heb natuur en techniek gekozen, met natuur en gezondheid erbij. Het prettige daaraan vind ik dat de vakken duidelijk zijn. Als je de regels volgt, kom je er wel. Achter een vak als Frans zitten vast ook regeltjes, maar die worden weinig uitgelegd en vaak is het toch: ‘het staat in je boek, leer het maar’. Bij scheikunde is dat soms ook wel zo, maar dat kun je toch meer begrijpen. Ook de lessen vind ik prettiger. Verplichte vakken volg je in je stamklas, daar zit je met mensen van alle profielen bij elkaar. Ik heb het idee dat ik iets meer aansluiting heb bij mensen die dezelfde richting hebben gekozen als ik. Ik zit in een behoorlijk autistisch vriendengroepje, al komt het onderwerp niet vaak ter sprake. Ik kan niet zeggen dat ik met iedereen uit de groep echt vrienden ben, en met de meesten spreek ik ook niet af. Maar met enkelen wel. En als er mensen zeggen: wie gaat er mee naar de bieb, dan doe ik dat soms. In sociale situaties wil ik graag kunnen kiezen wanneer ik wegga. In de bieb is het niet superdruk en daar kan ik gewoon zeggen: ‘oké, ik ga nu naar huis’. Naar verjaardagen ga ik meestal niet.

* Jessie is niet de ik-persoon in deze tekst. ** Howard Becker, een criminoloog die een theorie heeft ontwikkeld over de gevolgen van het labelen of etiketteren van mensen.

Dat klinkt misschien gemeen: als ik voor mijn verjaardag een feestje zou willen vieren, zou ik ook graag willen dat er mensen komen. Maar drukke feestjes vind ik echt te heftig. Dus als iemand uit mijn vriendengroep een feestje geeft, hoop ik maar dat de anderen wel van drukke feestjes houden. Ik heb wel het idee dat het langzamerhand allemaal wat makkelijker wordt. De drukte, de sociale dingen, ik heb er minder last van dan in de onderbouw. Per dag kan ik langer in dat soort situaties zijn zonder dat het te veel wordt. Dus vraag je me nu of ik meer ruimte nodig heb op school: niet echt. Ja, iets meer vrijheid om naar huis te gaan als dat een keer echt nodig is. Maar verder heb ik vooral behoefte aan duidelijkheid.”

‘In sociale situaties wil ik graag kunnen kiezen wanneer ik wegga’ 19


»»Passie! naam artikel

Kasper Put »

‘ Gastheer zijn vind ik leuk’ Zijn roots binnen het onderwijs en binnen Carmel reiken diep. Na elf jaar als docent en teamleider op het Avila College begint Kasper Put binnenkort als locatiedirecteur op het Marianum in Groenlo. “Gastheer zijn vind ik leuk, dat kun je de rode draad door mijn leven noemen. Tot twee jaar geleden draaide ik als dj nog regelmatig op bruiloften en feesten. Nog steeds organiseer ik ieder jaar met 200 vrijwilligers de zomerfeesten hier in Hengevelde. Het mensen naar de zin maken, daar word ik gelukkig van. Daar heb je ook in het onderwijs veel aan. Leerlingen, ouders, collega’s: het is belangrijk dat ze zich welkom voelen en op hun plek weten. Kasper Put » teamleider bovenbouw op het Avila College in Hengelo, vanaf 1 januari Leeftijd » 34 jaar. Werkzaam bij Carmel sinds » 2012. Houdt van » karten (“vanwege de snelheid en de uitdaging”). Bijzonder » doet bestuurswerk voor de jaarlijkse zomerfeesten op de wei in Hengevelde.

20

Ik kom uit een echt onderwijsgezin. Mijn vader, Jan Put, was jarenlang rector van Lyceum De Grundel en het Marianum, en ook mijn moeder stond voor de klas. Dat ik graag tussen de mensen sta en met groei en ontwikkeling bezig ben, komt bij hen vandaan. Op dit moment werk ik als teamleider op het Avila College. Een leuke rol, waarin je balanceert tussen faciliteren en aanjagen. Op het ene moment sta je tussen de mensen, op het andere moment moet je voor de troepen uitlopen en beslissingen nemen. Dat aanwakkeren ligt mij wel. Laten we aan de slag gaan en het onderwijs toekomstbestendig maken! Dat is ook waaraan ik wil bijdragen in mijn nieuwe baan als locatiedirecteur op het Marianum in Groenlo. Na elf jaar leek het me goed om mezelf in een nieuwe omgeving verder te ontwikkelen. En het Marianum is - net als het Avila College een school met een open cultuur, waar samen leren en ontwikkelen hoog in het vaandel staat. Ik heb er zin in!”


Fotografie: Marlie Koggel Fotografie

» What’s up?

Eugène van Mierlo en Jan van der Meij

Opening Alma College Na een verbouwing van een jaar was in september de officiële opening van het Alma College. Het Alma College ontstond een jaar geleden uit een samenwerking tussen de vmbo-locaties van onze Carmelschool Pius X College, Het Noordik en Het Erasmus. De leerlingen gingen dus al een tijdje naar de gezamenlijke vmbo-school in Almelo. Eerst nog op een tijdelijke locatie aan de Sluiskade en nu in het prachtig verbouwde gebouw aan de Catharina van Renneslaan. Directeur Jan van der Meij is enthousiast over de eerste maanden:

Ons nieuwe gebouw bevalt erg goed. Leerjaar 1 en 2 en onze acht profielen hebben een eigen plek. Door de slimme indeling van het gebouw voelt het ruim en licht. Mede doordat we een telefoonvrije school zijn, heerst er rust. Dat is zeer plezierig.

Van harte met dit mooie, nieuwe gebouw. Op naar een kleurrijke onderwijstoekomst en -samenwerking!

Luistertip Formatief handelen en een formatieve cultuur zijn belangrijke thema's binnen Carmel. Collega Christel Wolterinck, programmamanager Versterking Kwaliteit Onderwijs (VKO), schoof aan bij een podcast van Voortgezet Leren (van de VO-raad) over 'Formatieve cultuur'. Heb jij deze podcast nog niet geluisterd? Gemiste kans! Luisteren kan via het Spotify-account van de VO-raad of via de QR-code.

Volg ons op Social Media @stgcarmel

Scan de QR-code om de podcast te luisteren!

@CarmelVacatures stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege

21


» Huisvestingsdilemma’s

‘Er moet iets gebeuren, want op dit moment is de huisvesting niet rendabel’

SAMEN DE BESTE OPLOSSING VOOR LEERLINGEN ZOEKEN Als het aan Carmel ligt, zijn schoolgebouwen niet alleen veilig en gezond, maar ook duurzaam én inspirerend. Liefst morgen nog! Maar huisvestingsvraagstukken zijn weerbarstig, zelfs voor een proactief bestuur als Carmel. Hoe komt dat? En zijn er oplossingen te bedenken? Vragen voor Leo van Wijchen, teamleider Huisvesting & Facilities, Karel van der Velden, controller van Carmel en Rob Olde Meule, directeur bedrijfsvoering van het Etty Hillesum Lyceum.

22


NIEUWS & BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Laten we één ding vooropstellen, zegt Leo voordat hij samen met Karel en Rob ingaat op de ingewikkelde puzzel waar Carmel de komende jaren voor staat: in Nederland is de onderwijshuisvesting best goed voor elkaar. “Als ik naar de publieke scholen in de landen om ons heen kijk, zou ik met geen enkel land willen ruilen. Tegelijkertijd stellen we bij Carmel wel hoge eisen. Wij zien een schoolgebouw niet alleen als een plek om les te geven: het moet voor het onderwijs toegevoegde waarde hebben. Zo staat het ook in Koers: ‘Onze secundaire processen staan in dienst van onze onderwijsambities’. En voor toekomstbestendig onderwijs, dé onderwijsambitie voor de komende jaren, hebben we veilige, gezonde, duurzame en inspirerende gebouwen nodig.”

Gemeenten

De helft

Horizon

Veilig, gezond, duurzaam en inspirerend: op dit moment voldoet ongeveer de helft van de 45 Carmellocaties aan deze omschrijving. Bij de andere helft moet de komende jaren iets gebeuren: omdat de indeling niet meer past bij het huidige gebruik, omdat er verduurzaming of een beter binnenklimaat nodig is of omdat de gebouwen zodanig verouderd zijn dat vervangende nieuwbouw de enige optie is. Wat dit lastig maakt, is dat veel Carmelscholen zijn gebouwd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Lange gangen met aan weerszijden lokalen waren toen heel populair. En zulke gebouwen zijn moeilijk aan te passen.

Ook is het lastig dat vastgoed een andere horizon heeft dan onderwijs. “Een schoolgebouw moet zo’n veertig jaar meegaan en in die tijd gebeurt er in het onderwijs van alles wat je nu nog niet kunt voorspellen”, zegt Karel. Daardoor kun je bij nieuwbouw en renovatie niet zomaar voor de simpelste oplossing kiezen: “Je wilt zó bouwen dat je het gebouw later met zo min mogelijk kosten kunt aanpassen”, zegt Rob, die daar bij het Etty Hillesum Lyceum regelmatig mee te maken heeft. “Bijvoorbeeld als de onderwijsdoelen veranderen of de leerlingaantallen dalen.”

Toch moet er iets gebeuren, want op dit moment is de huisvesting binnen Carmel niet rendabel. Een rekensommetje: Carmel ontvangt per leerling ongeveer 9.000 euro per jaar, waarvan 720 euro (8%) is bestemd voor huisvesting. Voor elke leerling is 10 m2 vloeroppervlak nodig en elke vierkante meter kost 80 euro per jaar, dat is 800 euro per leerling per jaar. “We komen per leerling dus 80 euro tekort”, zegt Karel. “Geld dat ergens anders vandaan moet komen. En we willen niet dat huisvesting ten koste gaat van het onderwijs.”

Wat het ingewikkeld maakt, is dat schoolbesturen lang niet alles zelf in de hand hebben. Zij zijn alleen verantwoordelijk voor onderhoud en exploitatie; voor nieuwbouw en vervanging zijn ze afhankelijk van de gemeente. “Sommige gemeenten hebben tijdig een integraal huisvestingsplan gemaakt en de middelen daarvoor gereserveerd. Daar kun je zaken mee doen.”, zegt Leo. “Maar andere gemeenten moeten voor iedere vraag naar de gemeenteraad: waar zullen we het geld weghalen? Bij jeugdzorg bijvoorbeeld? Of verkeersveiligheid? Als schoolbestuur mag je zelf wel iets bijdragen in de kosten van nieuwbouw en vervanging, maar daarmee red je het niet. Dus als de gemeente niet kan of wil, kun je niks.”

Vooral dat laatste bezorgt Carmel hoofdbrekens. “Wij zitten met bijna alle schoolgebouwen in krimpregio’s waar de komende jaren minder leerlingen rondlopen”, zegt Leo. “In totaal gaan we van 38 duizend leerlingen in 2014 naar 30 duizend in 2030. Dat is ruim 20% minder leerlingen en naar rato minder inkomsten; dan praat je over jaarlijks 6 tot 7 miljoen euro minder voor huisvesting. Terwijl je niet kunt zeggen: ik doe een kwart van de gebouwen dicht. Want de praktijk is dat in een lokaal waar vroeger 25 leerlingen zaten, nu 21 leerlingen zitten. Dat lokaal is nog steeds nodig.” >>

38k 2014

€ 9000,-

Per leerling

30k 2030

20%

Minder leerlingen

8%

Huisvesting = € 720,-

10m2

x 80,- per m2 = € 800,(Nodig)

- € 80,-

€ 6-7 mln Minder voor huisvesting

23


Krimp Carmel ziet dit probleem al jaren aankomen, zegt Karel. “We hebben het vroegtijdig op tafel gelegd om te zorgen voor bewustwording. Al onze scholen hebben strategische huisvestingsplannen gemaakt. Daarin staat: hoe gaat onze leerlingpopulatie eruitzien, wat hebben we daar voor gebouwen voor nodig en hoe verhoudt dat zich tot de gebouwen die we hebben? Ook hebben we die 8 procent van de bekostiging die beschikbaar is voor huisvesting, tot norm gemaakt en voeren we met alle scholen die meer uitgeven, stevige gesprekken. Maar dan stuit je dus op die lastig aanpasbare gebouwen, op de noodzaak tot flexibilisering, op de afhankelijkheid van de gemeente, op het feit dat de krimp niet geconcentreerd maar verspreid plaatsvindt – op al die problemen die we zojuist hebben besproken.” En alsof dat niet genoeg is, zijn de kosten van bouwen en verbouwen de laatste jaren sterk gestegen als gevolg van alle wereldproblemen. Voor het Etty Hillesum Lyceum is dit momenteel dé uitdaging. De school wil samen met de gemeente Deventer twee afgeschreven vmbo-gebouwen vervangen door één duurzaam en rendabel gebouw op de locatie De Marke Zuid. Rob: “Vinden we bij de aanbesteding nog wel partijen die dit gebouw willen neerzetten binnen het maximale budget dat de gemeente en Stichting Carmelcollege bij elkaar kunnen brengen? En zo niet, wat dan? Blijven zitten met afgeschreven gebouwen, veel te veel vloeroppervlak en hoge kosten?”

Afstoten Het zijn reële dilemma’s, zegt Leo. “Uiteindelijk komt het hierop neer: dalende leerlingaantallen en stijgende kosten brengen ons in een spagaat. Als we niks doen, moet het mes straks in de formatie en dat is het laatste wat we willen. Bij Carmel weten we precies wat we met huisvesting willen, maar in de huidige omstandigheden kunnen we die ambitie niet overal realiseren. Over vijf jaar hebben we 100 duizend vierkante meter vloeroppervlak te veel.

‘Als we niks doen, moet het mes straks in de formatie en dat is het laatste wat we willen’ 24

Dat kunnen we niet negeren. We gaan er 75 duizend vierkante meter van afstoten of sluiten, het overige is marge. Voor de eerste 65 duizend vierkante meter ligt het plan klaar, de rest bekijken we daarna.” Er zit niets anders op, bevestigt Karel: “In overleg met de scholen en betrokken gemeenten moeten we oplossingen zoeken waarbij het primaire proces leidend blijft.” Pijnlijke keuzes zullen onvermijdelijk zijn, zegt Leo. “Willen we op de lange termijn aan zoveel mogelijk leerlingen toekomstbestendig onderwijs blijven bieden, dan moeten we locaties loslaten. Er zijn gemeenten waar iedereen ziet: hier is een havo/vwo-school te veel. Of, wat vaker voorkomt: hier is het vmbo niet rendabel.

‘Je wilt zodanig bouwen dat je het gebouw met zo min mogelijk kosten kunt aanpassen als de onderwijsdoelen veranderen of de leerlingaantallen dalen’ Dan kun je niet zeggen: ‘maar mijn school blijft zoals die is’. Je kunt beter met alle scholen en besturen in de stad of regio kijken hoe je het samen voor de leerlingen zo goed mogelijk kunt doen. Op verschillende plekken gebeurt dat al: het Alma College in Almelo waarin drie vmbo-scholen van verschillende besturen zijn samengegaan, is daar een mooi voorbeeld van. Dus laten we vooral in verbinding naar oplossingen zoeken.”


» Hoe ging het verder met...

Ik ben veel bewuster naar toetsing gaan kijken

HEEL CARMEL TOETSDESKUNDIG Op elke Carmelschool is het professionaliseren van docenten in toetsbekwaamheid in volle gang. Naast het verplichte traject dat je meestal binnen je eigen school volgt, is er een landelijk experttraject waaraan van elke school enkele collega’s deelnemen. Docent Liselotte Nijhof is over beide trajecten enthousiast: “Ik ben veel bewuster naar toetsing gaan kijken.” Als dit magazine verschijnt, heeft ongeveer 30% van alle Carmeldocenten het traject toetsdeskundige gevolgd. Ook gaat komend voorjaar voor de derde keer het experttraject van start, dat de naam ‘Toetsexpertise en leidinggeven aan leren’ (TELL) meekreeg. Tot nu zijn de reacties overwegend positief: alle bijeenkomsten worden geëvalueerd en daarbij valt op dat zowel beginnende als ervaren docenten zeggen dat ze anders naar toetsing zijn gaan kijken. Wel blijkt voor het praktijkonderwijs een aangepast traject toetsdeskundige nodig. Daar wordt inmiddels aan gewerkt.

Opfrisser Op het Bonhoeffer College in Enschede hebben de meeste docenten het traject toetsdeskundige al achter de rug. Liselotte Nijhof, docent muziek aan de locatie Van der Waalslaan, volgde het traject vorig jaar. “Het heeft mijn interesse in toetsing aangewakkerd”, zegt zij. “Voor muziek maken leerlingen veel praktische opdrachten, die ik beoordeel met rubrics. Daar besteedde ik altijd al veel aandacht aan, maar door de training zie ik nu nog beter hoe je zo’n rubric het beste kunt opbouwen om voor alle leerlingen tot een eerlijk en onderbouwd cijfer te komen. Zo denk ik dat iedere docent zijn eigen dingen meeneemt

uit het traject: als je net begint, leer je iets anders dan wanneer je al jaren voor de klas staat. Maar ook in dat geval is het goed je kennis op te frissen.”

Verschil maken Inmiddels zit Liselotte alweer midden in het experttraject TELL. Dat volgt ze samen met twee collega’s van de locatie Geessinkweg. “De bijeenkomsten zijn heel interessant, omdat je schoolbreed naar toetsing kijkt. Wil je voor leerlingen echt verschil maken, dan moet je het denk ik met zijn allen doen. Dat geldt zeker voor ons, omdat wij op onze beide locaties een verlengde brugklas gaan invoeren. Leerlingen worden twee jaar lang op twee niveaus beoordeeld, zodat ze meer tijd hebben om te groeien. Maar daar heb je wel een gedeelde toetsvisie en gezamenlijk toetsbeleid voor nodig.”

PLG Liselotte verwacht wat dit betreft veel van de professionele leergemeenschap (PLG) kwaliteit van toetsing die alle TELL-deelnemers binnen hun instelling moeten opzetten. “Wij zitten daar niet met zijn drieën, er schuiven veel meer collega’s aan. Ook zij praten mee, waardoor het gezamenlijke toetsbeleid veel meer draagvlak krijgt.” En wat vooral leuk is: “Binnenkort komen in onze PLG ook leerlingen meepraten. Dat lijkt me heel nuttig, zij bekijken toetsing van een heel andere kant.” Ben je Carmelmedewerker? Op Carmel Intranet > Carmelwiki’s > Kwaliteit Toetsing en Examens vind je meer informatie. Je teamleider kan je vertellen wat dit voor jou en jouw school betekent.

25


» Opmerkelijk

TABOES DOORBREKEN Kennis is maar de helft. Op het Bonhoeffer College, vmbo-locatie Wethouder Beversstraat, leeft deze lijfspreuk van Titus Brandsma. Door de specifieke ligging van de locatie, lopen ze tegen veel taboes aan als het bijvoorbeeld gaat om armoede of cultuurverschillen. Op allerlei manieren besteden ze aandacht aan ‘die andere helft’. Als het aan Malou Zenderink, docent biologie, en Nicole Nordkamp-Wijering, docent uiterlijke verzorging, ligt, mag het allemaal op tafel. Graag zelfs! Kansengelijkheid Nicole: “Als je op onze school werkt, dan word je heel creatief. Vooral de laatste jaren zien we dat er vanuit de vrijwillige ouderbijdrage steeds minder geld binnenkomt om bijvoorbeeld allerlei uitjes te organiseren of een fancy kerstgala te houden. Dat soort dingen zijn pijnlijk om aan je leerlingen uit te leggen, die zich afvragen over waarom zij ‘zoals die andere scholen’ bijvoorbeeld niet naar Londen of Parijs gaan. Een uitje naar de bioscoop of schaatsbaan is al te duur. En dat terwijl de positieve impact van zo’n uitje

Malou

26

groot is, met name op hoe kinderen met elkaar omgaan. We rollen van stichting naar fonds. Je komt er gaandeweg achter dat je best veel subsidies kunt krijgen. Stichting Leergeld zou ouders financieel kunnen ondersteunen, maar er heerst ook veel schaamte op armoede. Sommige ouders staan ervoor open, anderen niet. Bovendien is een groot deel van de ouders laaggeletterd of beheerst de Nederlandse taal niet voldoende om een aanvraag in te dienen. We lopen vast in het systeem. En dat terwijl wij doe-onderwijs geven. We moeten juist de school uit.”

Nicole


‘Taboes doorbreek je met een veilige, open sfeer’

seks, dus wáárom praten we hier op school niet over? Ik ben van mening dat dit een gedeelde verantwoordelijkheid is: van ouders, maar ook van ons als school. In veel gezinnen waar religie een belangrijke rol speelt, wordt niet gepraat over seks. Juist voor een locatie als die van ons, is het daarom heel belangrijk om kinderen te leren over normen en waarden, grenzen en consent, seksuele diversiteit, genot, etc. Minder gericht op angsten om zwanger te worden of soa’s te krijgen. We geven hiermee het voorbeeld dat dit soort wezenlijke (taboe)onderwerpen bespreekbaar zijn. Ook de cultuurverschillen mogen op tafel. Niemand wordt veroordeeld, iedereen hoort erbij.”

COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt

Het verschil maken Malou: “Onze leerlingen zijn goudeerlijk, what you see is what you get. Ze kunnen niet allemaal even goed overzien dat ze werken voor hun toekomst of het diploma. Veel leerlingen doen het echt voor jou. En ik doe het voor hen. Je kunt niet voor iedereen het verschil maken, maar er zijn er altijd een paar waarbij dat wél lukt. Taboes doorbreken is altijd goed om te doen. Dit doe je door het gesprek aan te gaan en dus niet door een mening op te leggen. Zonder wrijving geen glans. Zo bieden we op school al gratis soep, brood en fruit aan voor alle leerlingen, omdat dit niet voor iedereen vanzelfsprekend is. En sinds een jaar of drie ontvangen we via het Armoedefonds gratis menstruatieproducten. Net als de gratis lunch, is ook dit hard nodig. Hiervóór kochten Nicole en ik dit zelf voor onze leerlingen. Nu kunnen leerlingen als ze dat willen een zakje ophalen met meerdere producten erin, of bij nood iets pakken op school. In onze lessen is alles bespreekbaar, voor dit soort dingen komen ze gelukkig wel bij ons. Een veilige, open sfeer is hierbij heel belangrijk.”

Iedereen hoort erbij Vanuit het Gezonde School-principe moet een school aandacht hebben voor ‘roken, drugs en alcohol’, voeding en seksualiteit. De eerste twee certificaten zijn binnen voor de locatie in Enschede, seksualiteit staat op de wensenlijst. Nicole: ”Iedereen krijgt in diens leven op een zeker moment te maken met seksualiteit of

Malou vult aan: “We werken met het lespakket

voor medewerkers en

‘Lang Leve de Liefde’, waarmee we onder andere stellingen over seks behandelen. Ook gaan we aan de slag met de ‘rode koffer’, die vol zit met verschillende anticonceptiemiddelen, voorbeelden van geslachtsdelen/-organen, etc. Ze vinden al gauw iets raar, maar na een tweede of derde les durven ze al meer te vragen. In mijn lokaal staat een vragenbox. Leerlingen sturen hier anoniem vragen in, die we klassikaal behandelen. Het taboe wordt zichtbaar minder. Dat bleek toen laatst de GGD kwam voorlichten met het ‘Liefdesrad’. Er werd niet meer gelachen, maar ze vonden het normaal.”

relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje naar carmelmagazine@ carmel.nl.

Redactie • Stichting Carmelcollege

‘Er heerst veel schaamte op armoede’

» Fijke Hoogendijk » Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity » Hans Morssinkhof • Perspect Communicatiebureau » Suzanne Visser

Van elkaar leren

Ontwerp en opmaak

Of taboes nu verleden tijd zijn op de Wethouder Beversstraat? “Dat zeker niet”, vertelt Nicole, “het hangt echt af van de docent of mentor, hoe vrij praten zij zelf over taboes? En natuurlijk de mate van veiligheid in de klas. Daarover zouden we nog wel meer van elkaar kunnen leren op (Carmelbrede) studiedagen.” Over welk taboe het ook gaat, volgens Nicole en Malou moet je blijven aansluiten bij de doelgroep en een veilige sfeer creëren.

Digidee - creating brand love

Fotografie » Niki Kits-Polman • NIKI photogrphr

Fotografie CvB » Annabel Jeuring

Drukwerk

Malou: “Het belangrijkst is dat je laat zien dat

Gildeprint

iedereen er mag zijn, hier hebben we begrip en respect voor elkaar. Er is geen goed of fout, alles is oké.”

Oplage 4.700

27


» Het laatste woord

Samen is slimmer School is bij uitstek de plaats waar je beseft anderen nodig te hebben. Zodat je van en met elkaar leert en je leven mag ontdekken. En waar je ook nog eens gewoon lol kunt hebben. Al is het maar met een winkelhaak en wat kerstversiering. Twee of meer weten en kunnen meer dan één. Zeker op school, waar leerlingen, docenten en medewerkers de sfeer en het klimaat bepalen. Zodat ze elkaar niet de maat nemen, maar juist ruimte geven en heel laten. Om dan in solidariteit met elkaar hardnekkige taboes te doorbreken. Voor een wereld die nooit perfect wordt, maar altijd beter kan. Als we maar de handen ineenslaan. Niemand kan het alleen. 1 + 1 = 3, de meest kloppende som ooit! Samen is altijd slimmer en levert meer op, op school en daarbuiten, nu en in de toekomst. Voor elke mens, heel de mens en alle mensen. Wij wensen jou en allen die je dierbaar zijn prettige feestdagen en een vredevol, gelukkig en gezond 2024.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.