Carmel Magazine december 2019

Page 1

Carmel Magazine » jaargang 16 » nummer 43 » december 2019

#koers

Opgroeien tot kritisch denkende wereldburgers

Samen opleiden is goed voor iedereen

'Hier leer je echt docent zijn' Scholen delen opbrengsten tijdens Oogstdag

De andere helft


‘

Brede vorming volgens Carmel: Kennis is maar de helft #koers

2

’


» Inhoud

6

Bedrijfsvoering in beweging Toekomstbestendige bedrijfsvoering

16

Eigen positie in de Carmelgemeenschap De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

Rubrieken 4 5 14 18 19 24 25 26 28

Standpunt #stelling Vertel! College van Bestuur: Karin van Oort What's up? Hoe ging het verder met... Passie! Opmerkelijk Het laatste woord

10

20

‘Hier leer je echt docent zijn’ Samen opleiden is goed voor iedereen

De andere helft Scholen delen opbrengsten tijdens Oogstdag 'Kennis is maar de helft'

Wij zijn Carmel Stichting Carmelcollege omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: Almelo » Pius X College, Canisius Deventer » Etty Hillesum Lyceum Eindhoven » Augustinianum Emmen » Carmelcollege Emmen Enschede » Bonhoeffer College Gouda » Carmelcollege Gouda Groenlo » Marianum Haren » Maartenscollege, International School Groningen Hengelo » Scholengroep Carmel Hengelo Oldenzaal » Twents Carmel College Oss » Het Hooghuis Raalte » Carmel College Salland

3


» Standpunt

DE BONUS VAN DE BIJBAAN In supermarkten kom je regelmatig vriendelijke en hardwerkende jongeren tegen, ijverig aan de slag met vakkenvullen of het helpen van klanten aan de servicebalie. Sommigen geven zelfs al leiding aan anderen.

van buitenschools leren en verdienen. Tegelijkertijd is het jammer dat veel leerlingen het gevoel hebben dat school minder oplevert, behalve het diploma dat ze nu eenmaal nodig hebben om verder te komen in het leven. Kunnen we daar in het onderwijs iets aan veranderen? Valt er iets te leren van die gedreven leerling in de supermarkt?

Jarenlang woonde ik vlakbij de school waar ik werkte. Deze jongeren waren vaak ‘mijn’ leerlingen. Wat me verbaasde en tegelijkertijd aangenaam verraste, was het verschil in houding en motivatie voor de bijbaan en de school. Die jongedame die zo vriendelijk en kordaat een oudere vrouw helpt met het inpakken van haar tas, is dat dezelfde leerling die regelmatig uit de les verwijderd wordt vanwege een grote mond?

Een financiële vergoeding kunnen we leerlingen als school niet geven voor hun inspanningen. Volgens mij liggen er kansen in het creëren van die professionele werk- en leersfeer: ‘levensechte voorbeelden’ binnen en buiten school, een duidelijkere koppeling naar de leerdoelen, leerlingen meer regie geven en effectieve feedback op hun leerproces. Ze sluiten aan bij de kenmerken van motiverend onderwijs in het onlangs verschenen onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs.

Hoe krijgt die landelijke kruidenier het voor elkaar om jongeren gedisciplineerd aan het werk te houden, hen zelf het werk te leren zien en daarvoor verantwoordelijkheid te laten nemen? Is dat alleen maar “omdat ze geld krijgen voor hun inspanningen en op school ‘niets’ verdienen”, zoals leerlingen vaak zelf als voornaamste reden aangeven? Wanneer ik doorvraag, zeggen leerlingen vaak ook iets over de professionele werksfeer, de samenwerking met collega’s, het contact met ‘echte’ klanten en het gevoel ertoe te doen en serieus genomen te worden. Behalve geld levert een bijbaan voor veel leerlingen dus heel wat extra’s op. En zolang leerlingen niet zoveel werken dat hun studie, rust en sociale leven eronder lijden – en dat is is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van leerlingen en ouders – gun ik iedere leerling deze vorm

4

Gelukkig zien we op onze scholen diverse initiatieven om het onderwijs motiverender te maken en nog beter te laten aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van onze leerlingen. Dat is het onderwijs ook waard. Als scholen hebben we namelijk een andere, maar zeker niet mindere vorm van ‘uitbetaling’ in de aanbieding: kennis, vaardigheden en brede vorming waar leerlingen de rest van hun leven baat bij hebben.

Marc van Dongen » rector Augustinianum Geboren » 5 januari 1976 Passies » reizen, talen (Engels, Frans, Spaans), hardlopen, lezen (voornamelijk non-fictie).

Opleidingen » lerarenopleiding Engels, TIAS Business School Werkzaam bij Carmel sinds » juni 2019


#stelling Leerlingen van Nederlandse scholen zijn minder gemotiveerd dan leeftijdgenoten in het buitenland. Dat heeft de Inspectie van het Onderwijs vastgesteld. Ze vindt dat scholen daaraan meer moeten doen. Maar is dat niet iets voor de leerlingen zelf? Het gaat om hún toekomst! Voor het Carmelpanel de stelling:

School moet meer doen om leerlingen te motiveren! Loes Hake » leerling atheneum 4 » Carmelcollege Emmen

‘School kan zeker iets doen, zoals posters ophangen en voorlichting geven over motivatie en stress, maar dan gaat het vooral over standaard dingen. De motivatie moet toch echt uit mezelf komen. Dat is niet moeilijk als het over interessante dingen gaat. Helaas is niet alle stof interessant. Neem Nederlands: lezen en argumenteren spreken me niet aan. Daar zet ik me overheen, ik doe het om verder te komen. Maar het blijft moeilijk motivatie te creëren voor wat ik niet leuk vind. Voor mijn klasgenoten geldt vaak hetzelfde, denk ik. Niemand vindt elk vak even leuk. Het verschilt heel erg, ik zou niet weten hoe dat te veranderen. Ik vind deze stelling daarom lastig. Dus ik kies voor neutraal.’

Cathelijne Pape » teamleider havo bovenbouw » Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier

‘Ik val over het woord "meer". Elke school, elke docent denkt hierover na. We willen allemaal onze leerlingen enthousiasmeren en motiveren. Iedere dag opnieuw. Ik zie hier veel gemotiveerde leerlingen. Ze voelen zich hier prettig, zijn hier graag. Dat betekent niet dat ze alle vakken even leuk vinden. Maar er zijn altijd vakken waarvan ze wel gaan glimmen. We doen ook in de organisatie van ons onderwijs veel om leerlingen intrinsiek gemotiveerd te krijgen, bijvoorbeeld door ons systeem van keuze-uren. Dat woordje "meer" is net verkeerd. Bovendien kunnen we niet alles beïnvloeden. Denk aan een moeilijke thuissituatie, aan andere problemen die effect kunnen hebben op de motivatie voor school.’

Cas Karperien » leerling vmbo 2 » Scholengroep Carmel Hengelo, locatie C.T. Stork College

‘Ik ben het er helemaal mee eens. Bij ons op school kunnen de leraren echt wel meer doen. Bij veel vakken krijg je helemaal niet veel uitleg. Dan komt er een opdracht en zegt de leraar: "Succes!" Maar geen ondersteuning of aanmoediging. Niemand die zegt: "Jullie kunnen het!" Dat mis ik. En af en toe een compliment werkt ook stimulerend. Dat kan echt beter. Als we een toets hebben gehad, horen we altijd eerst wat niet goed was. Terwijl het meer motiveert als we horen wat wel goed was. Ik weet dat verschillende klasgenoten dit ook niet fijn vinden. Ik hoor al zeggen dat ze daarom misschien hier niet willen blijven. Dus school kan zeker meer doen.’

Yuri Liebrand » ouder en MR-lid » Twents Carmel College, locatie Lyceumstraat

‘Uit mijn eigen schooltijd weet ik dat de persoon van de docent en de manier van lesgeven me konden inspireren en motiveren. Ik kon het ene jaar mooie cijfers halen, terwijl de resultaten in het volgende jaar opeens terugliepen als ik een andere docent had. Daar kan een school volgens mij echt iets doen, de leraar kan het verschil maken. Maar of dat ook "meer doen" betekent, weet ik niet. Hier in Oldenzaal verwacht ik het nodige van het flexibele lesrooster. Ik denk dat je daarmee ook leerlingen kunt motiveren. School kan meer dan ze denkt, al vraag ik me af hoe de Inspectie van het Onderwijs te werk is gegaan. In het buitenland hebben ze andere onderwijssystemen. Kun je dan wel vergelijken?’

5


» Toekomstbestendige bedrijfsvoering

BEDRIJFSVOERING IN BEWEGING Je hoort er steeds vaker over: "Toekomstbestendige Bedrijfsvoering" (TBB). Met dit project bereidt Carmel zich voor op de gevolgen van het dalende aantal leerlingen. Minder scholieren betekent immers ook: minder inkomsten. Carmel kiest ervoor om dat niet ten koste te laten gaan van het onderwijs zelf. Anderzijds blijft ook de behoefte aan adequate ondersteuning van het onderwijs overeind. Dus is het zaak die anders te organiseren. Zodat het onderwijs daar op verschillende manieren van profiteert.

Toekomstbestendige bedrijfsvoering: het klinkt nogal abstract. Het eigenlijke verhaal gaat over collega’s van vlees en bloed. Zoals Marieke Langkamp. Elf jaar lang heeft ze gewerkt op de leerlingenadministratie van locatie De Thij van het Twents Carmel College in Oldenzaal. Op 1 oktober heeft ze haar werkplek verruild voor de locatie Lyceumstraat, als gevolg van de manier waarop het Twents Carmel College uitvoering geeft aan “TBB”. ‘De veranderingen lopen al langer. Daardoor raakten

6

we taken kwijt. Op zich begrijpelijk, maar wel jammer’, blikt ze terug. ‘Eigenlijk werd het me te rustig. Dus toen de vraag kwam hoe de leerlingenadministratie aan de Lyceumstraat moest worden geregeld, heb ik samen met mijn collega’s voorgesteld dat wij het zouden doen. De leerlingenadministratie van de bovenbouw brengt vanwege de examens veel extra werk met zich mee, dat heb je niet meteen in de vingers. Het duurt even voordat je iemand hebt ingewerkt. Dit heeft er ook toe


geleid dat onze werkplekken naar de Lyceumstraat zijn verhuisd.’ Harm Peters, hoofd bedrijfsvoering van het Twents Carmel College, neemt hierna het woord. ‘Aan de Lyceumstraat vertrok een collega. Vandaar de gedachte om de administraties van beide scholen bij elkaar te brengen’, verduidelijkt hij. Het idee kwam niet uit de lucht vallen. Een groot deel van de ondersteuners van de school vormt sinds 1 januari 2018 de Dienst Onderwijsservice (DOS). Gevolg van de noodzaak om de ondersteuning op nieuwe leest te schoeien. ‘We hebben met alle betrokkenen gesproken en een inventarisatie gemaakt. Daarmee hebben we een plan gemaakt om de ondersteuning stapsgewijs optimaal en efficiënt in te richten.’ De overstap van Marieke Langkamp van De Thij naar Lyceumstraat past in die visie. Net als de inrichting van een centrale financiële administratie. ‘Alle financiële mensen zitten nu op één plek. Voorheen zaten ze op de locaties. Maar vanwege de vele parttimers waren die administraties niet steeds bezet. Nu hebben we continu bezetting en de collega’s kunnen voor elkaar waarnemen. Dat is toekomstbestendig.’ Het slaat bovendien aan. Zo heeft DOS het laagste ziekteverzuim binnen het Twents Carmel College. ‘We evalueren om te weten waar we staan en waar we ons nog kunnen verbeteren. Ik vermoed dat de aandacht voor elke medewerker een belangrijke rol speelt. Dat is de zorg voor elke mens, die Carmelwaarde houden we in het oog.’

‘Minder leerlingen en lessen betekent niet: minder ondersteuning’ Aanleidingen Over nu van micro naar macro. Fridse Mobach, lid van het College van Bestuur (CvB), beschrijft TBB als een beweging met in elk geval drie aanleidingen. ‘Als eerste de daling van het aantal leerlingen. Eén ding weten we bij voorbaat: minder lessen en minder docenten betekent niet automatisch minder behoefte aan ondersteuning. Daar komt bij: als Carmel zijn we een verbond van scholen. Daardoor is de ondersteuning tamelijk versnipperd. Als we die krachtiger organiseren, met ICT als versneller, kunnen we goedkoper en beter werken, zodat er ruimte blijft voor onderwijsvernieuwing.’ En dan is er nog een derde punt: ‘De buitenwereld ziet ons steeds meer als geheel. De Inspectie van het Onderwijs doet dat, de Autoriteit Persoonsgegevens eveneens. Ze kijken hoe we als Carmel dingen regelen. In het verleden nam de Stichting kaderbesluiten, waarbinnen de scholen vervolgens eigen besluiten namen. Nu werken we steeds vaker met uniform beleid. Een grote verandering, maar we kunnen beter één keer iets goeds regelen dan twaalf keer iets verschillends opzetten. Uiteindelijk werkt dat niet optimaal.’ >>

7


NIEUWS & VLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

‘Aandacht voor elke

medewerker speelt een belangrijke rol

Marieke Langkamp.

8


Hij noemt voorbeelden. Het meest recente is de plaatsing van zonnepanelen op alle Carmelscholen. ‘Dat hadden we niet kunnen regelen als elke school het zelf had moeten doen.’ Of neem ICT. ‘Lang had elke school eigen apparatuur en systemen. We hebben onze professionals gevraagd te adviseren hoe we het efficiënter en bedrijfszekerder kunnen inrichten, ook om leerlingen en docenten beter te kunnen bedienen. Daaruit is ICT als collectieve dienst voortgekomen.’ Nog een voorbeeld is het leerlinginformatiesysteem (LIS). ‘Elke school had eigen regelingen. Zo kun je niet vergelijken. Daar hebben we uniformiteit in aangebracht. Met nog een ander voordeel: als een collega van school A op school B komt helpen, vindt hij dezelfde protocollen en regelingen. Dat heb je nodig voor continuïteit en bedrijfszekerheid. Je maakt jezelf krachtiger.’ Maar: op de Carmelmanier, waarbij het onderwijs vooropstaat en de menselijke kant minstens net zo belangrijk is. In Mobachs optiek maakt dit TBB tot een ontdekkingsreis. ‘We zijn een kennisalliantie, we doen het samen met de professionals die we in huis hebben. De mensen die elke dag met dit werk te maken hebben. Aan hen leggen we onze vragen en dilemma’s voor. We schetsen de richting die we op willen, maar de oplossingen zoeken we samen. Zij weten immers het beste hoe we dit zouden moeten aanpakken. En dat brengt veranderingen met zich mee, waaraan we allemaal moeten wennen. De dienstverleners worden bijvoorbeeld ook kwaliteitsbewakers en dat merken de collega’s in de scholen. Het is niet als voorheen “U vraagt en wij draaien.” Het is fascinerend te zien wat er allemaal gebeurt. Ook binnen de Kerngroep TBB die we in het leven hebben geroepen. Die komt met veel ideeën die soms over de grens van verschillende organisatieonderdelen gaan.’

Niemand dwingt Jeroen Donders, lid van de centrale directie van Het Hooghuis in Oss en voorzitter van de Kerngroep, licht Mobachs uitspraken verder toe. ‘Het doel is: maximaal geld voor het onderwijs, met optimale ondersteuning door minder mensen, en dat alles vanuit de Carmelwaarden. Dus niemand dwingt iets af, het gaat erom dat we een beweging op gang brengen.’

Zoals de Kerngroep zelf. ‘We zijn een innovatie op zich’, beaamt Donders. ‘Carmel kent lange overlegstructuren, maar de Kerngroep bestaat uit “professionals uit de kolom”, oftewel van binnenuit. Niet alle scholen zijn fysiek vertegenwoordigd, maar hun stem wordt zeker gehoord.’ Ook de leden van de Kerngroep hebben een weg te gaan. ‘We hebben moeten werken aan een gemeenschappelijke taal. We noemen dat het “afsprakenhuis”, zodat iedereen dezelfde uitleg geeft aan dezelfde dingen. Daar hebben we tijd voor genomen, dat past óók bij de Carmelwaarden. En van daaruit kunnen we verder.’

‘We zoeken de balans tussen de “harde” en de “zachte” kant’ Binnen de Kerngroep gelden Oss, Oldenzaal en Raalte als referentiescholen. ‘Hier in Oss zijn we een Carmel in het klein. We hebben veel locaties, bieden alle soorten onderwijs en hebben een mini-bestuursbureau. Bovendien hebben we een behoorlijke krimp doorgemaakt, van zo’n 1.000 leerlingen in ongeveer vijf jaar. Raalte is weer heel compact, daar kun je sneller integrale stappen zetten. We zijn allemaal bezig om onderwijs en bedrijfsvoering te scheiden. We leren van elkaars ervaringen en kijken samen verder.’ En dit is niet het hele verhaal. ‘Onze focus ligt op de bedrijfsvoering, maar we zoeken de balans tussen de “harde” en de “zachte” kant. Je kunt het hebben over slimme bedrijfsvoering en efficiency, maar het gaat steeds over werk en mensen. Daarom hebben we als Kerngroep personeelszaken erbij gehaald. Wij zijn Carmel, we hebben onze waarden. Daarom is het zaak steeds de mensen te betrekken. Heel de mens. Dan komt er energie vrij, iedereen weet wel iets dat beter kan. In combinatie met onze waarden valt er veel te winnen.’

9


» Samen opleiden is goed voor iedereen

‘HIER LEER JE ECHT DOCENT ZIJN’ Steeds meer aankomende docenten leren het vak bij “opleidingsscholen”, waar theorie en praktijk gecombineerd worden. Binnen de samenwerkingsverbanden AOS-ON en Partnerschap 2 doen al acht Carmelscholen mee.

Opleidingsscholen: er zijn er tientallen en toch zul je ze in het landschap niet vinden. Ze hebben namelijk geen eigen gebouw. Het zijn samenwerkingsverbanden tussen lerarenopleidingen van hogescholen en universiteiten aan de ene kant en scholen in het basis- en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs aan de andere kant. Samen ontwikkelen én verzorgen zij de opleiding van aankomende docenten op de werkplek. Vergeleken met meer traditionele vormen van stagelopen, leren studenten hierdoor een groter deel van het vak in de praktijk.

‘Je hebt de kweekvijver aan de voordeur’ Werkplekleren “Samen opleiden” is de laatste tien, vijftien jaar een begrip geworden. Inmiddels wordt volgens het platform van opleidingsscholen zo’n 35 procent van de aankomende leraren langs deze weg opgeleid. Als het aan de sectorraden ligt, wordt het zelfs de koninklijke route. In september 2019 verklaarden de PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, VH en VSNU helemaal op deze manier van opleiden te willen overstappen. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat het beter werkt en ook een positief effect heeft op de professionalisering van de andere leraren die op school werkzaam zijn. Docent wiskunde Ninorta Gouriye kan zich dat wel voorstellen. Zij leerde de praktijk van het docentenvak binnen de Academische Opleidingsschool Oost-Nederland (AOS-ON) en heeft daar nooit spijt van gehad. ‘In een opleidingsschool leer je echt docent zijn: niet alleen lesgeven, ook oudergesprekken houden, vergaderingen bijwonen, met klassenactiviteiten meedoen... Alles wat bij het vak hoort. Er wordt veel van je verwacht; in het begin heb ik wel druk ervaren. Maar als ik kijk waar ik aan het eind van mijn opleiding stond vergeleken met studenten die meer traditioneel hebben stagegelopen, dan heb ik meer kennis en ervaring opgedaan.’

10

Doorgaande lijn Ook binnen Carmel is Samen opleiden in opkomst. Bijna alle Carmelscholen bieden van tijd tot tijd al plaats aan studenten van een lerarenopleiding. Een groeiend aantal doet dat nu echter binnen een opleidingsschool. Zo nemen Bonhoeffer College, Carmel College Salland en Twents Carmel College deel aan AOS-ON. Vijf andere scholen doen mee aan Partnerschap 2, een nieuwe opleidingsschool die mede op initiatief van Carmel van de grond is gekomen en die in juli een accreditatie kreeg. Het zijn Canisius, Marianum, Pius X College, Scholengroep Carmel Hengelo en locatie Het Stormink van Etty Hillesum Lyceum. Een voordeel van opleidingsscholen is de systematische aanpak, zegt Jan Zonjee (Bonhoeffer College). Hij is van twee kanten vertrouwd met Samen opleiden, want hij is kwaliteitsmedewerker van een Carmelschool én hij vertegenwoordigt een universitaire lerarenopleiding binnen een opleidingsschool (Universiteit Twente binnen Partnerschap 2). ‘Deelname aan een opleidingsschool helpt om al het leren dat in de school plaatsvindt, op één lijn te brengen’, zegt hij. ‘Zoals je wilt dat leerlingen leren, zo gaan de studenten van de lerarenopleiding leren en ook de startende docenten en ervaren docenten die je in huis hebt. Het gaat over leren, opleiden én professionaliseren. Dat wordt een doorgaande lijn.’

Lerende organisatie Zo’n doorgaande lijn is belangrijk als een school een lerende organisatie wil zijn: een van de doelen die Carmel zich in Koers 2020 heeft gesteld. In een lerende organisatie staat leren van en met elkaar centraal. Ook zoekt een lerende organisatie actief de verbinding met wetenschap en onderzoek. Dergelijke “kennisallianties” passen bij Carmel, vindt Femke Gerritsen: ‘Carmel zit eigenlijk altijd in de voorhoede als het gaat om duurzaam samenwerken met hogescholen en universiteiten.’ Net als Zonjee is Gerritsen op twee manieren bij Samen opleiden betrokken: ze werkt als opleidingsfunctionaris op Bonhoeffer College en is vanuit die school gedetacheerd als programmaleider opleiden bij AOS-ON. In haar werk ziet ze regelmatig nóg een voordeel van opleidingsscholen: de korte lijntjes met de lerarenopleidingen maken het voor scholen makkelijker om goed personeel te vinden. In een tijd van lerarentekorten is dat geen overbodige luxe. ‘Je hebt de kweekvijver aan de voordeur’, aldus Gerritsen.


Je wordt als ‘student echt

opgenomen in de school waar je de praktijk doet

Meteen aan de slag

Doorlopende lijn

Ook voor studenten zijn de korte lijntjes binnen opleidingsscholen prettig. Zij komen nogal eens via hun opleidinggschool aan hun eerste baan. Ninorta Gouriye kon bijvoorbeeld meteen na haar opleiding aan de slag op een van de AOS-ON-scholen waar zij haar werkplekleren had gedaan: Twents Carmel College in Oldenzaal. Inmiddels werkt ze al vier jaar als docent wiskunde op locatie Potskampstraat. De overgang naar werk verliep vloeiend: ‘Als student binnen een opleidingsschool word je echt opgenomen in de school waar je de praktijk doet. Je bent niet “de stagiair”, maar een collega. Dat is een groot voordeel als je er na de opleiding kunt blijven werken: je weet hoe alles werkt, je kunt mensen makkelijk aanspreken.’

Ten Holder vervolgt: ‘Door Samen opleiden heb je veel invloed op de manier waarop studenten zich tot docenten ontwikkelen. Je leidt je eigen mensen op, die naadloos door kunnen als startende docent, waarbij ze door de school ook weer nadrukkelijk begeleid worden.’ De aanpak van zowel AOS-ON als Partnerschap 2 is op die doorlopende lijn gericht. In het eerste jaar van de opleiding wordt nadrukkelijk gekeken naar motivatie en geschiktheid: is het vak van leraar iets voor deze student? In de jaren daarna wordt de groei naar zelfstandig docent gestimuleerd en ondersteund. Studenten worden bij het werkplekleren intensief begeleid. Ze krijgen op school een vakcoach die zorgt voor de vakdidactische begeleiding in de klas - zo coacht Ninorta Gouriye op haar beurt ook weer studenten van AOS-ON. Daarnaast is er een schoolopleider die zowel studenten als vakcoaches ondersteunt en samenwerkt met de instituutsopleider van de lerarenopleiding. Studenten leren veel met en van elkaar in gezamenlijke scholingen en intervisiebijeenkomsten, verzorgd door schoolopleiders en instituutsopleiders. Bij dit alles leggen AOS-ON en Partnerschap 2 wel eigen accenten: het programma van AOS-ON geeft over het algemeen wat meer richting, terwijl Partnerschap 2 de student nadrukkelijker aan het roer zet. >>

Zo’n vlotte overgang is niet vanzelfsprekend, weet Margreet ten Holder, HR-adviseur op het bestuursbureau van Stichting Carmelcollege en tot juli 2019 coördinator van Partnerschap 2. ‘Er haken in Nederland nog te veel jonge docenten af in een laat stadium tijdens de lerarenopleiding of kort na hun start in de praktijk. Samen opleiden heeft vanaf het begin onder meer tot doel gehad die “praktijkshock” te voorkomen.’

11


opleiden heeft onder ‘Samen » naam artikel meer tot doel een “praktijkshock” te voorkomen’

De Carmeldocenten op de foto's komen niet aan het woord in het artikel.

Frisse wind De grootste winst van samen opleiden is misschien wel de frisse wind die het door de school laat waaien. ‘Elke school heeft nieuwe input nodig om niet te verstarren’, zegt Jan Zonjee. ‘Dat kun je van het toeval laten afhangen, maar je kunt het ook organiseren.’ Dit maakt Samen opleiden interessant voor álle Carmelscholen, zegt Margreet ten Holder: ook scholen die minder vacatures hebben, bijvoorbeeld omdat ze in een krimpregio staan. ‘Marianum is daar een goed voorbeeld van. Juist in een krimpsituatie heeft een school behoefte aan ontwikkeling en innovatieve oplossingen. Samen opleiden geeft een impuls aan het leren. Soms heel praktisch: waarom zou videocoaching, een techniek die we inzetten om studenten op hun eigen lesgeven te laten reflecteren, ook niet interessant zijn wanneer je al lang voor de klas staat? Het is samen opleiden én professionaliseren.’

Op het YouTube-kanaal van Stichting Carmelcollege komen studenten aan het woord over de visie van opleidingsschool Partnerschap 2. Meer informatie over AOS-ON vind je op aos-on.nl.

ellijst van Bekijk de afspe rtnerschap 2' ol Pa 'Opleidingsscho

Video's bekijken? Scan de QR-code of kijk op www.youtube.com/stgcarmel

12


Werken aan eigen leervragen Lotte Bongertman (21) doet de tweedegraads lerarenopleiding scheikunde aan Hogeschool Windesheim in Zwolle en wordt in de praktijk opgeleid binnen Partnerschap 2. In de eindfase van haar opleiding staat ze drie dagen per week voor de klas op Het Twickel College in Hengelo (onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo). ‘Wat mij bij Partnerschap 2 aanspreekt, is dat je zelf invulling geeft aan de opleiding. Aan het eind moet je aantonen dat je alle bekwaamheden bezit. Die ontwikkel je niet in verplichte opdrachten, maar door te werken aan je eigen leervragen en leerdoelen. Je kijkt: wat heb ík nodig om bekwaam te worden? Zelf was ik in leerjaar 1 en 2 vooral bezig met de basis van het docentschap. Nu ik dat onder de knie heb, richt ik me bijvoorbeeld op differentiëren in de les. Het is fijn dat je een coach hebt aan wie je alles kunt vragen en die je helpt met

Lotte Bongertman.

het aantonen van je bekwaamheden. Naarmate je verder komt, word je steeds meer losgelaten en ga je bijvoorbeeld ook naar vergaderingen. Daar ben je niet “de student”, maar gewoon docent. Ik heb echt het idee dat ik goed voorbereid de praktijk in ga.’

Aantal opgeleide studenten 200

AOS-ON Partnerschap 2

100

0

242

230

219

174

164

2016 - 2017

AOS-ON

2017 - 2018

174

2018 - 2019

2016 - 2017

2017 - 2018

2018 - 2019

72

73

90

Carmel College Salland

57

65

56

Twents Carmel College

90

92

96

219

230

242

2016 - 2017

2017 - 2018

2018 - 2019

Bonhoeffer College

Totaal

Partnerschap 2 Scholengroep Carmel Hengelo

63

63

75

Canisius

29

29

23

Pius X College

22

29

30

Etty Hillesum Lyceum Het Stormink

27

29

19

Marianum

23

24

27

164

174

174

Totaal

13


» Vertel! Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, mooie gedichten van collega’s, een kort verslagje van een gesprek met een conciërge. Een collega, die pas later voor het onderwijs koos. Verhalen waarmee het licht in jouw eigen onderwijsbestaan versterkt wordt.

Johann Wolfgang von Goethe, 1749-1832 »

Er zijn twee ‘ dingen die een

kind van zijn ouders moet krijgen: wortels en vleugels

Wortels en vleugels Op grond van mijn ervaringen thuis in mijn gezin, en die van mij in het onderwijs, vind ik bovenstaande uitspraak van Goethe goed passen bij opvoeding en leren. Twee onderdelen – wortels en vleugels – die met elkaar verbonden zijn, maar die je beiden ook weer moet kunnen “loslaten”. Een kind heeft een rugzak nodig waarin hij – naast de broodnodige geborgenheid die uit bovenstaand beeld spreekt – ook over “voedsel-voor-onderweg” beschikt die hij waar nodig kan gebruiken. Om in de metafoor te blijven: voedsel waardoor je sterkere wortels krijgt om beter op eigen benen te kunnen staan, hierdoor meer durft uit te vliegen en sterkere vleugels krijgt. Deze wortels en vleugels blijven ons het hele leven achtervolgen. Ook als we ouder(s) worden. Een van mijn zonen heeft twee jaar voor zijn studie in Bali gewoond en daar vanzelfsprekend “wortel” geschoten. Ik als ouder moest hier erg aan wennen. Mijn zoon zo ver weg, zo alleen: redt hij het daar wel in het Verre Oosten? Gevoelens van verlatenheid kwamen (misschien) bij hem, maar zeker bij mij

14

op. Meermaals gedacht: wie voelt zich meer verlaten, mijn zoon of ik? Ik merkte dat je als ouder – naast de wortels die ik hem heb meegegeven – ook zelf sterke vleugels moet hebben om los te (kunnen) laten. Je moet in dit verband ook kunnen geven. Dat dit niet altijd gemakkelijk is heb ik nadrukkelijk ervaren. Maar is het voor de klas ook niet regelmatig zo? Wil je als docent ook niet gauw je rugzak uitpakken en de pasklare antwoorden geven? Docent blij, leerling blij, maar wie ontwikkelt zich hier nu? Door zelf op onderzoek uit te gaan, door iets zélf te doen, maak je iets je meer eigen. Wordt het meer je eigen verhaal en kun je ermee verder. Ja, verder, zodat je niet met je wortels alleen maar vastzit, maar uit kunt vliegen naar betekenisvolle oorden. Als ouder en zoon én als leerkracht en leerling. Peter van Lange docent levensbeschouwing op Bonhoeffer College


CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Olaf Koot »

Je leerlingen ‘zijn veranderd

van een guppy in een mooie goudvis

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Diploma-uitreiking Zo halverwege het schooljaar houdt het ons nauwelijks bezig, maar als je aan examenklassen lesgeeft is de periode van de diploma-uitreiking toch wel een heel bijzondere tijd. Alle kennis, energie en moeite die je in de leerlingen hebt geïnvesteerd, valt op zo’n moment samen. Ouders realiseren zich dat ook en bedanken je met een handdruk en een schouderklopje. Van je oud-leerlingen, met wie je een speciale band had, krijg je een doosje chocolade met een mooie, handgeschreven kaart erbij. In feite is dat zo’n beetje het enige moment dat je waardering krijgt voor je werk van je "klanten". De rest van het schooljaar bestaat louter uit gesleur en getrek aan de overige leerlingen om ze een beetje aan het werk te krijgen. Tijdens zo’n diploma-uitreiking heb ik het soms echt even te zwaar, dan raakt het me meer dan ik toe zou willen geven. Het is toch maar één van de zoveel klassen die in je de afgelopen jaren les hebt gegeven, zoals er zovelen waren en zoals er velen zullen volgen? Op die momenten werkt dat niet zo; zij zijn nu de geslaagden en de wereld ligt op dat moment aan hun voeten. Ik sla ze gade en zie dat ze echt een transitie hebben doorgemaakt: je leerlingen zijn veranderd van een guppy in een mooie goudvis. Vervuld van trots raak

ik dan, ietwat melancholisch. Ik koester dat moment. Misschien dat er bij de diploma-uitreiking van hun vervolgopleiding nog eens zo’n euforisch gevoel beleefd wordt, maar daarna is het vooruit met de geit. Er moeten centen worden verdiend. Ook voor ons begint daarna gewoon weer de waan van de dag; bikkelen, sleuren, veel geduld betrachten. We stropen de mouwen op en gaan er weer aan staan. De herinneringen, aan de dag dat de diploma’s werden uitgedeeld en de welgemeende handjes werden geschud, vervagen en we zitten zo weer in ons weekritme. Vergeten zijn de complimenten, de wijn is opgeslobberd, de chocolaatjes verorberd. Wederom zitten er leerlingen voor je neus van wie het nog maar de vraag is of ze met hun werkhouding het diploma wel gaan halen. We waarschuwen ze: “Met zo’n houding wordt het niets!”. Vanuit dat perspectief bezien is het wonderlijk dat er nooit eens een geslaagde leerling tijdens de diploma-uitreiking een dikke vinger geeft en z’n vers behaalde diploma in ons gezicht duwt. Tóch geslaagd! Olaf Koot docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum

Gedicht De zon gaf ons licht De maan liet ons zien Dat de hemel kan vallen Dat het water kan branden En dat de wereld verandert Voor wie dat wil zien

Het is goed om hier te zijn Om de mensen die dit jaar Ons ontvallen zijn te gedenken Om ze in het licht te zetten In het Licht dat met ons meereist Elke dag weer

Het is goed om hier te zijn om te beseffen Dat jij hier wás én dat Jij hier bént! Peter van Lange docent levensbeschouwing op Bonhoeffer College

15


je je mening ‘Als wilt geven, moet je hier zijn’

» Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad

EIGEN POSITIE IN DE CARMELGEMEENSCHAP Binnen Carmel neemt de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) een bijzondere positie in. Als afvaardiging van medewerkers, ouders en leerlingen moet de raad zich uitspreken over vrijwel alles wat binnen Carmel belangrijk is. Toch is hij redelijk onbekend. Tijd voor een kennismaking.

Vier leden zitten deze middag rond de tafel: voorzitter Martin Meulenbeld (docent Twents Carmel College, Oldenzaal), secretaris Helma van Puijenbroek (docent Carmelcollege Gouda), Karin Asijee (ouder Pius X College, Almelo) en Peter Boomers (docent Pius X College, Rijssen). Bij volledige bezetting telt de GMR 26 leden. Elke instelling vaardigt een docent en een ouder of leerling af, het bestuursbureau in Hengelo een medewerker, de ondersteuners hebben eveneens een zetel. Ton Siebers, tot voor kort de voorzitter, schuift ook geregeld aan. ‘Hij adviseert ons. Wij zijn een redelijk nieuwe GMR, we krijgen bovendien nieuwe leden. Het duurt even voordat je ingewerkt bent. Ton heeft veel ervaring en kent de geschiedenis, hij helpt ons op gang’, legt Meulenbeld uit. Want medezeggenschap heeft eigen regels. De GMR heeft instemmings- of adviesrecht voor bepaalde zaken. Het College van Bestuur (CvB) is verplicht voor belangrijke besluiten het advies van de raad te vragen. Carmel gaat echter verder, weet Van Puijenbroek: ‘Voor de begroting

16

heeft de GMR wettelijk adviesrecht, maar binnen Carmel hebben wij daarvoor instemmingsrecht. Dat is nog niet wettelijk verplicht, het komt er wel van. Carmel loopt dus voor.’ Dat brengt grote verantwoordelijkheid met zich mee, vindt de voorzitter: ‘Een goed bestuur kan niet zonder goede GMR. Wij sparren, denken mee en stellen kritische vragen.’ En dat valt in goede aarde: ‘Karin van Oort en Fridse Mobach geven altijd antwoord, ze nemen de tijd om uit te leggen waarom ze bepaalde besluiten noodzakelijk vinden. Het is geen wij-zij, we praten vanuit gedeelde verantwoordelijkheid.’

‘Een goed bestuur kan niet zonder goede GMR’ ‘We worden in veel dingen meegenomen’, vult Van Puijenbroek aan. ‘Ik denk aan Europese aanbestedingen,


Op de foto v.l.n.r.: Peter, Helma, Karin en Martin.

sollicitatieprocedures, klankbordgroepen, overlegvergaderingen. Wij vergaderen negen keer per jaar.’ En dan zijn er nog de commissies. Drie in totaal, voor taakbeleid, financiën en kennisalliantie. De GMR heeft daarvoor nu twee keer in samenwerking met het CvB een docentendag georganiseerd. ‘Wij lezen alle stukken, we willen onze kennis delen en reacties ophalen, die hebben we nodig om ons werk te kunnen doen.’ Meulenbeld: ‘Als GMR heb je een stem. We houden de vinger aan de pols en denken gevraagd en ongevraagd mee.’

Ontwikkeltijd Er komt dan ook veel aan de orde. Boomers noemt als voorbeeld de ontwikkeltijd, de uren die docenten volgens de cao worden vrijgesteld om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de werkdruk te doen afnemen. ‘Een sigaar uit eigen doos, maar goed. Carmel heeft hiervoor overkoepelend beleid gemaakt, elke school vult dat op eigen wijze in.’ Van Puijenbroek: ‘Het taakbeleid is op elke school ook anders. Uit onze onderlinge gesprekken weten we dat de verschillen soms groot zijn, ik denk dat het goed is dat wij als GMR aansturen op meer eenheid.’ Meulenbeld trekt het breder: ‘Het is onze taak om het CvB hierover te bevragen. Wat is je personeelsbeleid?’ Van Puijenbroek: ‘Denk aan de vele collega’s met een tijdelijke aanstelling. Na verloop van tijd moeten ze weg, een vast contract zit er niet in. Daarvoor in de plaats komen dan andere leerkrachten, met eveneens een tijdelijke aanstelling. Hoever gaan we daarin? We weten dat het nu al moeilijk is om sommige vacatures te vervullen en dat wordt er niet beter op. Ik begrijp dat we niet zomaar vaste contracten kunnen aanbieden, maar we zullen ook mensen moeten vasthouden. Hoe willen we dat doen?’ Meulenbeld: ‘Het Carmelconvenant als aanvulling op de cao voortgezet onderwijs komt ook in de GMR aan de orde. Wij kijken of we de goede dingen goed doen, daar stellen we ook dit soort vragen.’

Er zijn nog zoveel onderwerpen meer. Boomers noemt de investeringen in ICT. ‘Dat is conform Koers 2020 en andere plannen, maar wel kostbaar, terwijl de gevolgen van bevolkingskrimp ook veel aandacht vragen.’ Asijee neemt het woord over: ‘Iedereen die bij de school betrokken is, docenten, medewerkers, leerlingen en ouders, wil weten wat krimp betekent voor de eigen school.’ Er zijn nog meer aspecten, gaat Boomers verder: ‘De instandhouding van een school of locatie kost geld, maar sluiten of overdragen ook. En dat geld moet van de andere scholen komen, die vaak ook met krimp van doen hebben. Dat maakt het extra belangrijk dat er een vertegenwoordiging is die meekijkt, meedenkt en controleert. Want hier gaat het om het geheel.’ Wat overigens niet altijd gemakkelijk is: ‘We werken mee aan besluiten die collega’s pijn kunnen doen. Daarvan zijn we ons bewust.’

‘Leerlingen stellen heel kritische vragen’ Leerlingen Soms, is de ervaring van de docentleden, hebben de leerlingen in de GMR het gemakkelijker. ‘Die zijn slim. Ze stellen onbevangen heel kritische vragen en gaan daarin soms verder dan wij’, meent Van Puijenbroek. ‘Er was een leerling die het CvB echt aan het werk zette. Die jongen was nieuwsgierig en heel kritisch’, zegt Boomers. ‘Ik denk dat het bijzondere leerlingen zijn, door hun bereidheid om toe te treden en hun wens om op niveau mee te sturen. Dat kunnen niet alle leerlingen’, meent Asijee. Als hun termijn erop zit, krijgen de leerlingen een certificaat dat meegaat in het portfolio en van belang kan zijn voor de verdere schoolloopbaan. ‘Daarvoor doen ze het overigens niet. Ze vinden het boeiend om te kunnen meesturen.’ >>

17


Voor hen geldt hetzelfde als voor de overige GMR-leden: de bereidheid om veel tijd te investeren is gewenst. ‘GMR-leden krijgen daar 110 uur voor’, weet Meulenbeld. Boomers: ‘Voor onze eigen MR heb ik dan nog eens 109 uur. Vaak kost het meer tijd, maar als je het leuk vindt, ervaar je het niet als werkdruk.’ Van Puijenbroek, tevens secretaris van de MR van Carmelcollege Gouda: ‘Ik heb er twee dagen per week voor. Die tijd heb ik echt nodig. Het is voorbereiden, stukken doornemen, stukken erbij zoeken, informatie vergaren en er is de reistijd.’ Meulenbeld: ‘Ik zei het al: een goed bestuur heeft een goede GMR nodig. Dat begint met de facilitering.’

‘Hoe houden we mensen vast?’ Maar, benadrukken ze alle vier, geen zou deze ervaring willen missen. Peter: ‘Als je het grotere geheel overziet, krijg je een ander perspectief. Je ziet hoe afwegingen worden gemaakt en waarom.’ Asijee is het met hem eens: ‘Je snapt binnen welk kader je eigen directie besluiten neemt. Ik ben in Almelo ook secretaris van de ouderraad, ik merk dat ik sommige zaken nu beter kan uitleggen. In elk geval kan ik vertellen welke afweging is gemaakt en waarom. De respons neem ik weer mee hiernaartoe.’

Veiligheid Asijee wijst ook op de veiligheid: ‘Je kunt hier alles zeggen wat je ervaart.’ ‘Dat is de veiligheid, de GMR biedt een veilige omgeving’, merkt Meulenbeld op. Toch zijn tijdens vergaderingen vaak niet alle 26 leden aanwezig. Sterker nog, een van de twaalf instellingen heeft momenteel geen vertegenwoordiging in de GMR. ‘Dan mis je een kans’, vindt Van Puijenbroek. De animo is niet altijd groot, heeft Boomers gemerkt: ‘Ik heb mezelf aangemeld, verder had niemand echt belangstelling. Ik ben blij dat ik heb doorgezet. Maar ik zou hier zo graag jongere collega’s zien, we hebben het hier over hun toekomst. Hier kun je meepraten.’ Asijee valt hem bij: ‘Als je je mening wilt geven, moet je hier zijn. Hier komt alles voorbij.’ Meulenbeld knikt: ‘Onbekend maakt onbemind. We zullen meer van ons laten horen.’

» CvB

MEER BLOGS carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

#CarmelHattie Ik zit nog na te genieten van de Carmel Hattiedag die plaatsvond in november. Professor John Hattie komt jaarlijks naar Nederland voor het congres ‘Leren zichtbaar maken’. Dit jaar was het Carmel gelukt om een exclusief programma met Hattie te organiseren voor 300 Carmelmedewerkers. Een mooie mix van docenten, schoolleiders en leerlingen kwam vol verwachting samen. Hatties passie voor goed onderwijs spat ervanaf. Hij zegt mooie dingen: hij erkent de professionaliteit van de docent, maar benadrukt ook onderzoek over onze impact op het leren van leerlingen. Hij legt de vinger op de zere plek. Het mooie is dat hij niet de discussie aangaat over welke onderwijsrichting het beste is, zijn vraag is simpel: kan jij als docent zichtbaar maken dat al jouw leerlingen leerwinst bereiken door wat jij doet? Je zit in de zaal op het puntje van je stoel. Niet alleen omdat zijn Australische accent opperste concentratie vergt, maar ook omdat er momenten zijn waarop je denkt: ‘Oeps, ik heb gisteren ook gezegd: “Ik leg het je nog een keer (op dezelfde wijze) uit.”’ Weinig impactvol en niet erg stimulerend… Maar ook zoveel mooie voorbeelden hoe het wél kan en zijn onwrikbaar geloof in de groei van de kwaliteit in de dialoog tussen leraar en leerling. Hij reageert een beetje geïrriteerd op een vraag over het effect van klassengrootte: ‘Jij als docent bent véél belangrijker. Als jij het verschil maakt in een klas van 30 leerlingen, dan wil je toch geen van deze leerlingen beroven van jouw impact op hun leren?’ Wel een moeilijke boodschap als je weet dat je als docent topsport moet bedrijven om in een klas van 30 leerlingen iedereen passende aandacht te geven. Vanwege de prikkelende boodschap blijft deze dag nog rondzoemen in mijn hoofd. Maar gelukkig geeft Hattie je ook een handvat: begin morgen door de klas in te stappen en werkelijk in beeld te brengen wat de impact is van jouw handelen. Dat is stap 1!

18


Volg ons op Social Media

» What’s up?

@stgcarmel @CarmelVacatures

Inspiratiekatern ‘Ken je mij?’ Bij dit nummer vind je een inspiratiekatern met de centrale vraag: 'Ken je mij?'. In hoeverre neem je de moeite om de ander écht te ontmoeten van mens tot mens en voorbij zijn/haar gedrag te kijken? Aan de orde komen thema's als onvoorwaardelijke acceptatie en respect. Het boekje daagt uit om vanuit o.a. pedagogische dilemma's naar jezelf te kijken.

stgcarmel stgcarmel stichting carmelcollege

Carmel meets Hattie Als docent elke dag het verschil maken voor je leerlingen. Dat stond centraal tijdens het congres: 'Hoe maken we groei zichtbaar?'. Prof. John Hattie, gerenommeerd onderwijswetenschapper uit Nieuw-Zeeland, en zijn collega Shirley Clarke gingen tijdens het congres in op het verhaal achter de onderzoekscijfers: hebben wij voldoende zicht op de vooruitgang van onze leerlingen? Hoe maken we die groei zichtbaar voor onszelf en onze leerlingen, hoe vergroten wij als docenten onze impact op het leren en welke rol speelt feedback in dit geheel?

Zo'n 300 Carmelmedewerkers en -leerlingen waren aanwezig bij deze inspirerende dag. Tijdens het congres was een belangrijke rol weggelegd voor zowel leerlingen, onze collega's als onderwijsgoeroe prof. John Hattie. Na de keynote gingen groepen uiteen om met elkaar in gesprek te gaan over o.a. motivatie, betrokkenheid, feedback en het leerproces. Ze gingen actief aan de slag om informatie te vertalen naar de eigen onderwijspraktijk. Kortom: een mooie en leerzame dag! Benieuwd naar de highlights van deze dag en hoe onze leerlingen het hebben ervaren? Scan de QR-code en check de video!

Bekijk de video over 'Carmel meets Hattie'

Wil je deze video bekijken? Scan dan de QR-code of kijk op www.youtube.com/stgcarmel

Carmelbrede Docentendagen LiFo In november waren de Carmelbrede docentendagen LiFo (Licentie-Folio). Carmeldocenten uit het hele land kregen de gelegenheid om rechtstreeks in contact te komen met experts op het gebied van de door hun gebruikte lesmethodes van Malmberg, ThiemeMeulenhoff en Noordhoff. Deze LiFo-methodes maken het mogelijk om leerlingen lesstof aan te bieden op een onder- of bovenliggend niveau, of vanuit verschillende onderwijssoorten. Dit als ondersteuning voor het gedifferentieerd werken in de klas. Docenten kregen handvatten mee om de lesmethodes zodanig te gebruiken, passend binnen hun eigen praktijk.

19


» Scholen delen opbrengsten tijdens Oogstdag

DE ANDERE HELFT Een school is méér dan schoolvakken, cijfers en cognitie. Wat geven we leerlingen nog meer mee? Daarover ging het begin oktober in Deventer. Carmeldocenten en -leerlingen van scholen uit het hele land presenteerden hun voorbeelden aan elkaar.

‘Kennis is (maar) de helft’: deze woorden van de karmeliet Titus Brandsma zijn de laatste jaren op veel Carmelscholen een begrip geworden. Ze staan symbool voor onderwijs waarin aandacht is voor ontplooiing in brede zin. In de praktijk kan dat er heel verschillend uitzien, zo bleek op 1 oktober tijdens een “oogstdag” in de Gasfabriek in Deventer. Docenten en leerlingen van diverse Carmelscholen wisselden daar voorbeelden en ideeën uit. Wat zit er zoal in die “tweede helft” die de school aan leerlingen meegeeft? Vier voorbeelden.

dat door Toneelgroep De Nieuwe Koning is ontwikkeld in opdracht van Carmel. Met dit toneelstuk wil Carmel thema’s als digitaal pesten, sexting, groepsdruk, anders-zijn, migratie, alcohol en drugs bespreekbaar maken. Maar dat alleen is niet genoeg, zegt Smeenk: ‘Het is een mooi begin, zoals ook een ander vakoverstijgend project een goed startpunt kan zijn. Maar kritisch denken is een vaardigheid die leerlingen zich alleen door herhaalde toepassing eigen maken. Het helpt als alle docenten het op dezelfde manier aanleren.’

Kritisch leren denken

Met dat doel heeft Smeenk diverse hulpmiddelen gemaakt, zoals een serie stroomschema’s voor de drie stappen van kritisch denken: evalueren, analyseren en concluderen. Daarnaast is er een checklist waarmee leerlingen de betrouwbaarheid van een bron kunnen onderzoeken. ‘Ik hoop dat collega’s hier iets aan hebben’, zegt zij. ‘Maar wat ik nog belangrijker vind, is dat docenten hun leerlingen bewust maken van de houding die bij kritisch denken hoort: nieuwsgierig zijn, open-minded blijven. Pubers slaan vaak het evalueren en analyseren over en springen meteen naar de conclusie.’ >>

Het eerste voorbeeld is van groot belang in een wereld die bol staat van fake news: hoe vorm je een doordachte mening? Zeker pubers slingeren soms met groot gemak ongezouten uitspraken de wereld in. Daarom heeft Nelleke Smeenk, docent geschiedenis en wetenschapsoriëntatie op Twents Carmel College locatie De Thij, in het kader van haar master Leren en innoveren een lessenserie over kritisch denken ontwikkeld. ‘Het is een vaardigheid die alle leerlingen zich op school eigen zouden moeten maken’, vindt zij. Een aanknopingspunt zou bijvoorbeeld het toneelstuk “Kan ik toch nix aan doen?!” kunnen zijn,

20


Belangrijk is ‘ de houding die bij

kritisch denken hoort: nieuwsgierig zijn, open-minded blijven

’

21


» naam artikel

Op de foto v.l.n.r.: Robby, Fiene, Fleur, Helin, Maaike van Gemert en Danny.

Dat laatste is heel herkenbaar voor docent Maaike van Gemert, op de oogstdag aanwezig namens het Etty Hillesum Lyceum in Deventer. ‘Aan de andere kant zetten leerlingen hun conclusie ook zó weer overboord. Daarom moet je als docent vooral niet boos worden als leerlingen met boude uitspraken de klas binnenkomen. Je kunt er beter samen over praten. Dan nog komen leerlingen vaak niet tot een evenwichtige conclusie, daarvoor missen ze de kennis. Maar dat is niet zo erg; als ze er maar voor openstaan om hun mening later aan te passen.’

‘Je moet overal zelf naartoe bellen, daar krijg je meer zelfvertrouwen door’ Zeggenschap ontwikkelen Een ander voorbeeld van “de andere helft” is dat leerlingen op school zeggenschap over en verantwoordelijkheid voor hun eigen leren ontwikkelen. Dit is onder meer het geval bij twee onderwijsvormen die het Etty Hillesum Lyceum, locatie De Boerhave, tijdens de oogstdag presenteerde. Bij het Ecolyceum en Havo XL is het reguliere onderwijsprogramma tot vier lesdagen ingedikt en werken leerlingen de vijfde dag aan projecten rond duurzaamheid (Ecolyceum) en ondernemen (Havo XL). ‘Als je leerlingen vraagt wat ze willen, kom je er altijd op uit dat ze zelf willen beslissen en aan het werk willen met dingen die van betekenis zijn’, zegt projectontwikkelaar Maaike van Gemert. De leerlingen die met haar zijn meegekomen, bevestigen dit: ‘Op het Ecolyceum heb je meer ruimte om te zijn wie je bent. Je hebt de vrijheid om projecten te kiezen die je leuk vindt’, zegt Fiene. ‘Onze nieuwsgierigheid wordt getraind’, vult Fleur aan. Vergelijkbare reacties komen uit Havo XL, dat dit schooljaar in de brugklas is gestart. Zo zegt Helin: ‘Je werkt met je eigen ideeën en je leert goed samenwerken.’ Danny vertelt: ‘Je bedenkt een bedrijfje en gaat kijken of het

22

lukt. En lukt het niet, dan bedenk je iets anders.’ En Robby zegt: ‘Je moet overal zelf naartoe bellen, daar krijg je meer zelfvertrouwen door.’

Zelf regie nemen Nog een voorbeeld dat met zeggenschap en zelfvertrouwen verband houdt, is de onderwijsbenadering van docenten Erika Vos en Esther Soede van Bonhoeffer College in Enschede. Zij geven aan mavoleerlingen op de locatie Geessinkweg wiskunde: een vak dat veel leerlingen moeilijk vinden en waarvan sommigen denken “dat ze het toch nooit gaan leren”. Dat gevoel gaan de docenten te lijf met een aanpak die leerlingen laat zien dat wiskunde wel degelijk leuk en “te doen” is. ‘Door te leren aan de hand van leerdoelen maken we leerlingen nieuwsgierig’, vertellen ze. ‘Leerlingen hebben zelf de regie over de manier waarop ze leren. We doen projecten en praktische opdrachten en werken met formatieve toetsen. We hebben veel aandacht voor maatschappelijk relevante opdrachten en laten zien dat wiskunde overal is. In traditionele wiskundelessen wordt vaak op dezelfde directieve manier lesgegeven. Wij wisselen het af. Het gaat ons erom dat leerlingen kúnnen leren. Om een voorbeeld te geven: vind je negatieve getallen moeilijk, dan kun je die bij ons ook oefenen met een zelfgemaakt dobbelspel. Op een andere manier lukt het vaak wel.’

Grenzen verleggen Het vierde en laatste voorbeeld van de “tweede helft” illustreert hoe een school de deur kan openen naar nieuwe werelden. Nathalie Mensink, docent praktijkonderwijs bij Carmel College Salland in Raalte, laat haar leerlingen doelbewust kennismaken met kunst en cultuur. ‘Ik heb dat toegevoegd aan het programma van de leerlingen die zich bij ons voorbereiden op het mbo. Ik vind dat belangrijk, omdat onze leerlingen op dit gebied van huis uit vaak weinig meekrijgen. Een museum is niets voor mij, denken ze; dat is iets elitairs, voor mensen die heel slim zijn. Ik wil laten merken dat het ook voor hen is. Daarom bezoeken we met de hele klas het Rijksmuseum. Eerst maken de leerlingen een virtuele tour door het museum en zoeken ze kunstvoorwerpen die hen aanspreken. Eenmaal in het museum moeten ze die voorwerpen zien te vinden en er


een foto van maken waar zij zelf ook op staan. De sfeer, het gebouw, de plafonds, de mozaïeken: ze worden er stil van. En bij het mondelinge examen noemen ze het bijna allemaal als een van de leukste dingen van het jaar.’ Ze besluit: ‘Onze leerlingen leven soms in een kleine wereld. Een van

de jongens had nog nooit een roltrap gezien, een meisje was nog nooit op vakantie geweest. Toen we met de klas drie dagen naar Osnabrück gingen, was dat een geweldige ervaring. In een ander land zijn, een andere taal gesproken horen... het gaat mij om het vergroten van hun wereld.’

‘Een beetje revolutie mag best’ Tijdens de oogstdag reflecteerden veel docenten op hun rol bij kritisch leren denken: » ‘Bij kritisch denken hoort een open houding. Die moeten wij als docenten dus ook laten zien.’ » ‘Leerlingen zijn van nature heel nieuwsgierig, ze stellen voortdurend vragen. Maar op de middelbare school stellen wij de vragen en laten we de leerlingen vooral antwoorden geven.’ » ‘Als docenten zijn we gewend al snel met het antwoordmodel te zwaaien. Daarmee remmen we het kritisch denken bij leerlingen soms af. We stimuleren ze niet om met andere oplossingen te komen.’

» ‘Geven wij leerlingen eigenlijk wel tijd om rustig na te denken? Vaak willen we snelle antwoorden.’ » ‘Leerlingen kritisch leren denken vraagt een andere houding van ons als docenten. Het is best spannend, maar een beetje revolutie in de klas mag best.’ » ‘We doen een beroep op kritisch denken bij leerlingen als er iets is misgegaan op social media of als er een probleem is in de klas. Maar kan het ook in positieve situaties?’

Bekijk de video's! Deel 1: ochtend

Deel 2: middag

Waardengericht leren in diverse verschijningsvormen: daarover gaat deze aflevering van “Kennis is (maar) de helft”. Docenten en leerlingen van scholen uit dit artikel vertellen hun verhaal in twee korte video's. Scan de QR-code om ze te bekijken of check carmel.nl > “Kennis is (maar) de helft”.

Héél de leerling Karmeliet Anne-Marie Bos: ‘”Kennis is maar de helft” roept steeds de vraag op wat die andere helft is. De voorbeelden en creatieve ideeën die op de ‘oogstdag’ naar voren kwamen, laten prachtig zien hoe moeilijk het is om deze twee helften te onderscheiden. Ze werken wederzijds op elkaar in. Op creatieve wijze wordt bijvoorbeeld de nieuwsgierigheid van leerlingen gewekt en met die nieuwsgierigheid willen zij iets nieuws leren. Ook het zelfvertrouwen van leerlingen is een belangrijk aspect om te leren, terwijl brede kennis weer goed is voor het zelfvertrouwen. De gegeven voorbeelden sluiten goed aan

bij het pleidooi van Titus Brandsma die aandacht vroeg voor héél de leerling. Toch blijft die vraag: zien we héél de leerling?

Anne-Marie Bos » Wetenschappelijk medewerker en coördinator onderwijs, Titus Brandsma Instituut Geboren » Geboren in 1973, zuster karmeliet sinds 2000 Opleidingen » hbo sociaalpedagogische hulpverlening, doctoraalstudie en promotie in de theologie

Weet veel van » Titus Brandsma, de Karmelorde, vorming en onderwijs, kunst.

23


» Hoe ging het verder met...

KOERS 2025 Het huidige plan loopt af in 2020, maar een nieuwe koers is al in de maak. Nog dit schooljaar praten betrokkenen binnen en buiten Carmel erover mee tijdens Carmel Meetups. Leerlingen Leerlingen en oud-leerlingen zijn als eersten aan de beurt. Hoe ziet hun ideale schooldag eruit? Hoe leren zij het best? Wat hebben zij op school gemist? En wat mag Carmel juist nooit veranderen? ‘Scholen bereiden jongeren voor op een toekomst die deels onvoorspelbaar is’, zegt de CvBvoorzitter. ‘Wat moeten de vaste ingrediënten van het onderwijs zijn en hoe blijven we voor het overige voldoende flexibel? Dat willen we graag weten.’

Relaties In de tweede ronde komen volwassenen aan de beurt. Een vertegenwoordiging van medewerkers ontmoet in februari een doorsnede van het netwerk rondom Carmel. ‘Denk aan vertegenwoordigers van gemeenten, jeugdzorg en bedrijven’, zegt Karin van Oort. ‘Samen gaan zij in gesprek over hun beelden over Carmel. Dat doen we in kleine groepen rond wisselende thema’s, om zoveel mogelijk informatie te krijgen. Wat gaat goed bij Carmel? Wat moet beter? Welke informatie over de toekomst willen partners met ons delen? Waar zitten onze blinde vlekken?’

Identiteit De derde pijler is de identiteit van Carmel. ‘Onze koers is geen kwestie van: u vraagt, wij draaien. Carmel is een bijna honderd jaar oude onderwijsorganisatie met een sterke filosofie. Elke mens, heel de mens, alle mensen: die wortels zitten zo diep, die houden we stevig vast.’ Als het plan er eenmaal in eerste versie ligt, gaat het de organisatie in. De Raad van Toezicht en medezeggenschapsraden worden geconsulteerd en alle scholen halen in eigen huis reacties op. Vervolgens breekt de tijd aan van fijnslijpen en vaststellen. Met Koers 2025 als resultaat.

Draagvlak Maar leidt een uitvoerige dialoog niet tot een vaag plan? Zoveel mensen, zoveel meningen... Karin van Oort is er niet bang voor. ‘Je kunt natuurlijk niet met vierduizend mensen over een plan praten. Daarom praten we met vertegenwoordigers van alle groepen. Maar wat we zeker niet willen, is een plan waar slechts een paar mensen over hebben nagedacht. Dat leest misschien wel lekker, maar het werkt niet. Carmel is een publiek gefundeerde organisatie, wij willen een koers die draagvlak heeft.’

‘Wij willen geen plan waar slechts een paar mensen over hebben nagedacht’

24

Beeld: Creative Bastards.


NIEUWS & VLOGS

» Passie!

carmel.nl/nieuws/ nieuws-en-publicaties

Burçak Sikar, docent en artiest »

wil staan ‘Ik voor tolerantie en diversiteit’

‘Of je nu voor de klas staat of op een podium, je moet je publiek weten te pakken. Daar zit mijn passie, daar zit de overlap tussen wat ik doe op school en in de muziek. Ik houd van het werk op school, ik wil dat leerlingen na de les met een glimlach de deur uitgaan. Docent zijn is wel een drukke baan. Vier dagen per week is voor mij ideaal. Dan kan ik mijn werk op school goed doen en is er ook rust en ruimte voor mijn muziek.

In 2015 tekende ik in Turkije mijn eerste platencontract. Sindsdien heb ik clips opgenomen, singles uitgebracht, getourd. Vorig jaar heb ik voor het eerst in Nederland een single uitgebracht: ‘Divas on the dance floor’. Het was mijn publieke coming out. Ik heb lang met mijn identiteit geworsteld. Maar toen ik besloot: nu kom ik ervoor uit, gebeurde er van alles. Media pikten het op, ineens stonden

we op de Dam tijdens de afsluitende party van Pride! Het voelde als een bevestiging: het is goed om te laten zien wie je bent. Iedereen mag zichzelf zijn, niemand kan voor jou bepalen hoe je je voelt. Dit draag ik ook uit in mijn werk op school. Als ik zie dat een leerling buiten de boot valt, zal ik dat niet laten gaan. Ik ben Turks en gay; ik weet wat het is om te verbergen wie je bent. Daarom wil ik stáán voor tolerantie en diversiteit.’

Burçak Sikar » docent Engels aan Het Twickel College in Hengelo Privé » woont samen met zijn vriend en twee katten in Hengelo Werkt aan » een liedjesprogramma over coming out,

identiteit en cultuur waar hij het theater mee ingaat. Kijk en luister naar zijn muziek op YouTube (‘Burcak’).

25


» Opmerkelijk

UIT JE HOOFD, IN JE LIJF! Mindful het examen in Het Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier, biedt leerlingen sinds twee jaar de mogelijkheid om tijdens k-uren (keuze-uren) lessen yoga of mindfulness te volgen. Jongeren van nu groeien op in een hectische en prestatiegerichte maatschappij. Sport, school, sociale contacten, bijbaantjes: er wordt veel verwacht en er is veel afleiding. Onderzoeken liegen er niet om. Het aantal leerlingen met stress- en burn-outklachten ligt een stuk hoger dan zo’n 15 jaar geleden. Op Het Vlier is dat niet anders. De school neemt hierin haar verantwoordelijkheid en biedt leerlingen tijd om op te laden.

Razend populair ‘We zijn een bovenbouwlocatie en we bereiden leerlingen van havo en vwo voor op hun eindexamen. Voor de meesten een spannende periode. Juist omdat we zo bovenop de kwalificatie zitten, willen we leerlingen ook bijbrengen hoe ze hun gedachten kunnen sturen, bij zichzelf kunnen blijven, meer kunnen ontspannen en minder piekeren’, vertelt Cathelijne Pape, teamleider op Het Vlier. ‘De k-uren zijn bedoeld als bijspijkertijd, maar ook als verdiepingstijd. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk en leren zo keuzes te maken over wat zij nodig hebben. Ook het reflecteren op en het verantwoorden van deze keuzes vinden we belangrijk. We laten leerlingen steeds

26

meer in k-tijd kennismaken met andere aandachtsgebieden dan de reguliere schoolvakken. Denk aan sterrenkunde, beleggen, een cursus reanimeren, wetenschapsfilosofie, Spaans, Chinees, maar dus ook yoga en mindfulness.’ Laten deze laatste twee nou net razend populair zijn onder de leerlingen. De lessen zijn binnen no time volgeboekt tijdens het online intekenmoment op donderdag.

Cadeautje van de school Leerlingen hebben behoefte aan de bijkomende voordelen, zoals beter kunnen slapen en ontspannen, minder stress en angst, meer energie en creativiteit. Cathelijne: ‘Onze enthousiaste externe docent, Marloes van Munster, helpt ze


COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. Wil je iets aan ons kwijt of heb je nog vragen? Stuur dan een mailtje

hierbij. Wat Marloes, opvalt is dat leerlingen heel nieuwsgierig zijn. Er zijn er altijd wat die na de les verdiepende vragen stellen over onderwerpen zoals piekeren. De mix van leerlingen uit verschillende leerjaren en niveaus werkt ook prima. Ze vinden elkaar in de interesse in het onderwerp. Marloes brengt het als “een cadeautje van de school” om tussen alle inspanningen door ook te ontspannen. Ontvang het, en als je het niet wilt, kom dan vooral niet.’

Nadenken wordt minder Leerlingen Damla en Gina zitten in havo 5 en hebben beiden zowel lessen yoga als mindfulness gevolgd. Gina: ‘Ik had dit nog nooit gedaan, dus ik wilde het wel een keertje meemaken. De les begon meteen heel serieus en de docent vraagt ook om er niet lacherig over te doen. Bij yoga is het hele lokaal vol, bij mindfulness is de groep kleiner en zit iedereen op een matje in een kring. Mindfulness gaat vaak over piekeren of hoe je tot rust kan komen. En één uur mindfulness (het onderdeel ‘Yoga Nidra’) staat gelijk aan vier uur slaap! Ik vind yoga leuker, meer bezig zijn met het bewegen en gebruiken van je lichaam. Meditatie is meer bezig zijn met je geest.’ Damla vindt juist het mindful ontspanningsuur fijner. ‘Ook ik was nieuwsgierig naar deze nieuwe lessen. Het schijnt te helpen

tegen piekeren en daar heb ik soms wel last van. Ik ben bijvoorbeeld bang om slechte cijfers te halen en zit daarom veel in mijn hoofd. Van het ontspanningsuur word ik rustiger en het nadenken wordt vooral minder. Zo fijn om even niets te moeten. Samen met mijn zus volg ik nu ook verschillende yogalessen bij de sportschool.’

naar carmelmagazine@ carmel.nl

Redactie • Stichting Carmelcollege » Fijke Hoogendijk

‘Ik word rustiger en het nadenken wordt minder’

» Daphne Razi • Hans Morssinkhof Publicity » Hans Morssinkhof • Perspect Communicatiebureau » Suzanne Visser

Ontwerp en opmaak Digidee - creating

Enthousiast Dat alle leerjaren door elkaar zitten vinden de meiden helemaal niet erg. Damla: ‘Soms doen de vierdeklassers eerst wat lacherig, maar al snel vindt iedereen het normaal.’ Gina vult aan: ‘Alleen als je in slaap valt, dan weet iedereen dat jij “die snurkerd” bent. Je mag iemand niet wakker maken, maar de lerares gaat dan naast je staan en extra hard praten. Het is me zelf ook al eens overkomen…’ Dat de leerlingen enthousiast zijn, dát is wel duidelijk.

brand love

Fotografie Van Dijken fotografie en film

Drukwerk Gildeprint

Oplage 4.570

27


» Het laatste woord

De wereld in de hand Misschien zien we de leerling zo het liefst. Lachend, de wereld in de hand, klaar voor de toekomst. Onbevangen, zelfbewust, gereed om te ontdekken en dromen vorm te geven. En daarbij voldoende kritisch. Wat vandaag de hele wereld lijkt, kan morgen een zeepbel blijken. Die beter snel wordt doorgeprikt. Dit is het leven dat we onze leerlingen toewensen. Goed toegerust, vol zelfvertrouwen en humor, altijd nieuwsgierig. Daar zetten we ons voor in, iedere dag weer. Vanuit de diepgevoelde overtuiging dat elke leerling een plek onder de zon verdient. Om daar te kunnen groeien en bloeien. Zo dragen we verder wat onze oprichters voor ogen stond. Ook zij lieten zich inspireren door een kind. Al zijn we bijna honderd jaar verder en is er veel veranderd, we koesteren onverminderd het ideaal van die hoopvolle toekomst: voor elke mens, heel de mens en alle mensen. We wensen jou en allen die je dierbaar zijn prettige feestdagen en een wondermooi 2020.

Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 » Postbus 864 » 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 » info@carmel.nl » www.carmel.nl

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.