15 minute read

Vanzelfsprekend online

» Meer kwaliteit door aanbesteding connectiviteit

VANZELFSPREKEND ONLINE

Advertisement

Goede wifi, stabiele internetverbindingen: sinds we dit voorjaar massaal thuis moesten leren en werken, twijfelt niemand meer aan het belang hiervan. Stichting Carmelcollege heeft op dit gebied grote stappen gezet. Vier betrokkenen vertellen over de verbeterde connectiviteit, zoals dat in vaktaal heet, en wat wij daarvan merken (antwoord: hopelijk weinig, dan gaat het goed).

De deelnemers:

• Wim de Boer, projectleider ICT • Marco de Groot, accountmanager ICT • Patricia Hutten-Hoepel, adviseur Inkoop • Maikel Scholten, afdelingscoördinator ICT

‘Je loopt met je laptop een gebouw binnen en je bent meteen veilig aangemeld op de wifi’

Wat is connectiviteit in gewonemensentaal? Marco: ‘Connectiviteit is het geheel van computerverbindingen. Het computernetwerk in de scholen, de verbindingen tussen locaties van een school en de verbindingen naar ons centrale datacenter in Enschede. Op dat netwerk kun je verschillende dingen doen, zoals internetten en bellen met een vaste telefoon. Het voorziet in communicatie tussen de apparaten die je daarvoor nodig hebt. Connectiviteit gaat over kabels, switches, routers en verbindingen, en de dienst Connectiviteit voorziet in het beheer daarvan.

Carmel heeft het beheer van de connectiviteit aanbesteed. Wat houdt dat in? Maikel: ‘Wij willen dat alle apparatuur (hardware) optimaal functioneert, van het punt waar Carmel verbinding heeft met het internet tot aan het apparaat dat een leerling of medewerker in de school gebruikt. Voor het beheer daarvan hebben we nu één leverancier gekozen. Die zorgt dat het netwerk op een goede manier ingericht is, dat het betrouwbaar is en dat storingen op tijd worden gezien en snel worden opgelost.’ Patricia: ‘De aanbesteding staat niet op zich. Het is een stap op weg naar een centraal beheerde, toekomstbestendige ICT-omgeving. Dat vindt zijn basis in onze gezamenlijke Carmelvisie op ICT uit 2013.’ Marco: ‘Toen hebben we de keuze gemaakt om een digitale snelweg naar onze scholen te maken, en hebben we door het hele land glasvezel aangelegd. De scholen waren dus al gewend aan het idee dat we steeds meer dingen samen gaan doen. Maar connectiviteit is wel een grote stap in dit proces.’

Wat bereik je door de connectiviteit goed te regelen? Maikel: ‘Om te beginnen veiligheid. Bescherming tegen bedreigingen van buiten (partijen met kwade bedoelingen op het internet) en van binnen (een leerling die iets doet wat niet de bedoeling is). Iedereen zit op zijn eigen afgescheiden stukje netwerk, waardoor wij kunnen garanderen dat het veilig is.’ Marco: ‘Ook kunnen we beter in de gaten houden of alle apparatuur nog goed werkt of dat er iets vervangen moet worden. We kijken ook preventief. Je kunt je voorstellen dat we dagelijks tienduizenden mensen op ons netwerk hebben. Als wij zien dat we een limiet bereiken, bijvoorbeeld met de hoeveelheid data, kunnen we tijdig opschalen.’ >>

‘Iedereen zit op zijn eigen afgescheiden stukje netwerk, waardoor wij kunnen garanderen dat het veilig is’

Waarom was deze aanbesteding belangrijk voor Carmel? Patricia: ‘In technische zin was deze aanbesteding niet anders dan andere. In strategische zin was het wel belangrijk. Carmel is een van de grootste schoolbesturen, wat wij doen wordt nauwgezet door de markt gevolgd. En intern was dit het eerste grote project dat we echt vanuit verschillende disciplines hebben aangevlogen. De samenwerking tussen Inkoop en ICT was kenmerkend. Het was mooi om te zien hoe we elkaar aanvulden in expertise en kennis, en het was prettig dat Inkoop er al in een vroeg stadium bij betrokken werd.’ Marco: ‘Zo´n aanbesteding moet je volgens nauwgezette stappen uitvoeren. Wij zijn techneuten, daar hebben wij echt ondersteuning van Inkoop bij nodig. Er zit ook een financieel aspect aan, daar komt de afdeling Financiën bij kijken. En de afdeling Huisvesting heeft de bekabeling in portefeuille. Eigenlijk moet je met iedereen die wat over zo´n netwerk te zeggen heeft, om tafel om het in goede banen te leiden.’

Iedereen, dat zijn natuurlijk niet in de laatste plaats de scholen. Marco: ‘Ja, met de aanbesteding van de connectiviteit geven ze een extra stukje ICT uit handen. Dat is goed besproken, eerst met de schoolleiders en met de MR, later met alle hoofden bedrijfsvoering en de technische mensen op de school. Iedereen wist wat het plan was en hoe we het gingen doen. Over het algemeen is het goed ontvangen. Mensen zien dat het verstandiger en veiliger is om de krachten te bundelen.’

Wat verandert er op de scholen? Marco: ‘Tot nu toe konden we via onze digitale snelweg diensten leveren tot in de school, maar niet tot aan de werkplek. Voor het beheer en de inrichting van het netwerk had iedere school een eigen oplossing. In de ICT-visie hebben we gezegd: dat willen we veranderen. Dan kunnen we onze diensten opschalen en uitbreiden, zoals ons centrale datacenter. Daarboven zit een dienstenplatform met services voor alle scholen: aanmelden, printen... Geen dertien losse servers meer, maar centrale grote servers, met systemen die grotendeels dubbel zijn uitgevoerd. Dat is stabieler, veiliger en financieel aantrekkelijker. Als je een of twee switches koopt ben je voor een leverancier een andere gesprekspartner dan wanneer je zegt: ik wil er duizend.’ Wim: ‘Voor de ene school is het een wat kleinere sprong voorwaarts, voor de andere een hele grote. Maar overall maken we een enorme kwaliteitsslag, en dat voor evenveel geld als een gemiddelde VO-instelling uitgeeft aan connectiviteit.' Patricia: ‘En op basis van beschikbare benchmarkgegevens, waarin gekeken wordt naar de kosten per leerling, mogen we verwachten dat de jaarlijkse beheerkosten straks - als alles klaar is - onder het landelijke gemiddelde liggen.’

Zal het voor mensen anders aanvoelen nu de ICT’er niet meer twee deuren verderop zit? Patricia: ‘De beleving is anders. Het is makkelijk als je naar een collega ter plekke kunt gaan en meteen wordt geholpen.

‘Voor de ene school is het een wat kleinere sprong voorwaarts, voor de andere een hele grote’

Maar dat betekent niet dat je dan altijd een snellere of betere oplossing hebt.’ Marco: ‘Zo’n collega kan ook afwezig zijn, of in gesprek, en dan zit je zonder. Nu is er op afstand altijd ondersteuning beschikbaar en liggen veel materialen al klaar.’

Jullie zijn alles nog aan het uitrollen. Wat is de stand van zaken? Wim: ‘Sinds 1 juni hebben we het hele netwerk centraal onder beheer. Dat beheer is uitbesteed aan Switch, de partij waarvoor we in de aanbesteding hebben gekozen. Met die datum van 1 juni zaten we precies op schema en dat is een pluim voor iedereen die dit in coronatijd heeft mogelijk gemaakt. Hiermee is de weg vrij om de rest op te pakken. We hebben op alle scholen het netwerk in beheer genomen zoals het was. Dat gaan we de komende maanden standaardiseren. Apparatuur die verouderd is of niet voldoet aan onze standaardwensen en -eisen wordt vervangen. Tegelijkertijd rollen we een nieuwe inrichting van de software uit, zodat alle apparaten op dezelfde manier werken. Deze standaardisatie en herconfiguratie is rond de voorjaarvakantie 2021 klaar. En dan is het, acht jaar na de start, tijd om dit project af te sluiten.’

Stel, het netwerk van een school heeft die standaardisatie achter de rug. Wat merken leerlingen en medewerkers daarvan? Wim: ‘Waarschijnlijk heel weinig. Als ze een Carmellocatie binnenstappen, werkt de wifi nog steeds. Wel zullen ze eenmalig opnieuw moeten inloggen. We zorgen dat iedereen kan printen - dat gaat straks op alle scholen op dezelfde manier - en dat mensen bij de applicaties kunnen die ze nodig hebben. En natuurlijk komt iedereen na het inloggen in een beveiligde omgeving.’ Maikel: ‘Voor medewerkers is van belang dat in de ICT-visie staat dat iedere medewerker een device (bijvoorbeeld een laptop of desktopcomputer) krijgt (voor leerlingen is dat nog niet overal haalbaar). We gaan bij dat device een standaard

“werkplek” aanbieden . Daarmee kun je overal op dezelfde manier inloggen en werken. Scholen kunnen uit twee smaken kiezen. Er is een variant waarbij wij de werkplek volledig beheren en een variant waar wij op afstand via internet beheer doen en een gebruiker zelf veel kan regelen.’ Wim: ‘Medewerkers zullen ook merken dat we gasten straks op een standaardmanier toegang verlenen in ons complete Carmelnetwerk. Dat is handig als je elders binnen Carmel op bezoek gaat. Je loopt met je laptop een gebouw binnen en je hoeft nergens over na te denken: je bent meteen veilig aangemeld op de wifi. Het is ongelooflijk simpel.’

Hoe minder we van de connectiviteit merken, hoe beter? Wim: ‘Nou ja, we hopen straks wel te horen dat onder andere de wifi beter en sneller is. We hebben vorig jaar bij het Bonhoeffer College in Enschede een proef gedraaid en daar was een van de eerste opmerkingen dat het netwerk zoveel beter was geworden.’ Marco: ‘Ook voor docenten is dat fijn. Als je op zondagavond thuis aan het voorbereiden bent, hoef je geen angst meer te hebben of de ICT het morgen wel doet. En is er toch een verstoring, dan is Switch die al aan het oplossen voordat wij doorhebben dat er iets aan de hand is.’ Wim: ‘Het mooiste compliment dat je als ICT’er kan krijgen, is dat alles vanzelfsprekend werkt.’

‘Als je op zondagavond thuis je lessen aan het voorbereiden bent, hoef je geen angst te hebben of de ICT het morgen wel doet’

Spankracht en ontspanning

Spankracht en ontspanning, een van de dualiteiten die aan bod komt in het boekje ‘Volharden in de broosheid’ van Bert Roebben. Het gaat over spiritualiteit in tijden van Corona.

Deze dualiteit sprong er voor mij uit en vind ik heel belangrijk. We hoopten met z’n allen eindelijk weer te ontspannen toen de lockdown eindigde. Nu het schooljaar alweer even is begonnen, is het vooral duidelijk dat het onduidelijk blijft.

Wereldleiders maken zich zorgen om de generatie van kinderen die nu naar school gaat. Krijgen ze wel voldoende opleiding? Hebben ze in deze wereld wel alle kansen? Ik denk dat het heel belangrijk is dat we onze leerlingen juist nu moeten meegeven om met spankracht door deze tijd heen te komen. Nu vaststaande beelden over de toekomst en vanzelfsprekendheden naar de achtergrond zijn verdwenen, moeten we leerlingen de kansen laten pakken die er wél zijn. Ook moeten we ze meegeven flexibel om te gaan met alles wat er op ze afkomt.

Ik moet denken aan de mooie oproep van Jan Hoek (94), die een ingezonden brief naar de krant stuurde over zijn jeugd in de oorlog. Hij was 14 toen de oorlog begon en heeft jarenlang in crisis geleefd, moest na de oorlog in dienst en door naar Nederlands-Indië. Jan was tien jaar van zijn jeugd kwijt en ook hij kwam er met spankracht doorheen. Jan doet een beroep op de jeugd van nu: ‘Ik reken op jullie’. Dat we met elkaar de spankracht vinden om door te zetten. Ondanks onzekerheden en de introductieweken, vakanties en feestjes die niet doorgaan.

Daarnaast is het belangrijk dat je ontspanning vindt door je niet druk te maken om dat wat je niet kunt veranderen. Voortdurend onder hoogspanning leven is niet goed. Deze periode dwingt ons om alledaagse dingen op waarde te schatten, te focussen op wat er allemaal wél kan en blij te zijn met dingen die je wél hebt.

» Vertel!

Samengestelde verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Het kan moet anders

In de tijd dat Corona alleen nog maar een biermerk was, had ik je keihard uitgelachen, als je mij had verteld dat de afgelopen maanden er zo uit zouden zien. Maar toen kwam het moment dat Rutte in zijn toespraak vertelde dat de scholen toch echt dichtgingen. Dit zorgde voor lichte paniek bij mij, want hoe zou ik de komende tijd les volgen en hoe moest het nu met de PTA-week die eraan kwam? Als ik nu terugkijk vind ik het bewonderingswaardig hoe snel de online lessen zijn opgepakt. Ik vond de eerste weken erg prettig, omdat je minder lesuren had en ook tussen de lessen door tijd had om je huiswerk te maken. Alleen zoals gewoonlijk in het onderwijs werd de verandering weer teruggedraaid, waardoor we soms wel zeven lesuren via Teams hadden. Daardoor kregen we het juist extra druk, omdat we naast de lessen ook nog eens dood werden gegooid met deadlines. Maar ik heb gemerkt dat de urennorm helemaal niet noodzakelijk is. Een goede uitleg van tien minuten levert namelijk meer op dan een docent die zichzelf graag een uur lang hoort praten. Leerlingen zijn dan eerder klaar met school, waardoor we ook nog een sociaal leven naast school kunnen leiden. Maar toen de Alles wordt, niets is... Deze uitspraak wordt aan een aantal mensen toegeschreven. De Griekse wijsgeer Plato is een van hen. Dit citaat kom ik elke keer tegen als ik onder een spoorwegviaductje fiets in Hengelo. Net voor de doorgang flikkert een lichtbord op met deze tekst. ‘Wie zou dit bord met deze tekst er toch hebben neergezet?’, vraag ik mij telkens weer af. Deze “nietszeggende” uitspraak heeft voor mij veel betekenis. Kijkend naar ons onderwijs van het afgelopen schooljaar hoop ik dat het onderwijs van die laatste maanden niet zo blijft (is), maar dat we weer naar fysieke contactlessen gaan. De vooruitzichten zijn op dit moment goed. Maar deze uitspraak heeft veel meer wijsheid in zich dan alleen deze verandering in het onderwijs. Heel veel zaken in ons leven lijken onveranderlijk en schijnen vast te staan. scholen weer opengingen merkte ik wel dat ik mijn klasgenoten en de interactie met de leraren had gemist. Het was alleen wel heel onhandig dat ik tijdens bepaalde digitale lessen weg moest om naar school te gaan, waardoor ik soms noodzakelijke lesstof miste.

Voor iemand zoals ik, die totaal niet flexibel is, was het niet de meest makkelijke tijd. Ik kreeg namelijk bijna elke week een ander rooster. Dan was ik net gewend, kreeg ik weer wat anders. Ik ben blij dat het ernaar uitziet dat de regelmaat terugkomt, alleen hopelijk met een stuk minder uren. Misschien is het een goed idee om toe te gaan passen wat we in deze tijd hebben geleerd. En zoals Rutte al zei in zijn toespraak zouden leerlingen, leraren en directie hierover mee kunnen denken. Want in de coronatijd is gebleken dat het anders kan en het lijkt me zonde om weer terug te gaan naar de oude situatie.

Lieke van de Ven

Leerling Bonhoeffer College Toch blijkt in de praktijk dat veel tot stand is gekomen door beweging (wordt): in een beweging. Zelfs het christelijk geloof en andere levensbeschouwingen zijn begonnen met een beweging. Net zoals de Black Lives Matter-beweging.

Alles wordt, niets is. Dat geldt ook voor dit nieuwe schooljaar!

Peter van Lange Docent en schoolopleider Bonhoeffer College

Olaf Koot » ‘ Wat een ongekende flexibiliteit hebben we getoond, met z'n allen ’

CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

Coronamoe

Ah nee, niet wéér een column over corona… Ik ben inmiddels dat COVID-19 virus zo zat, wil er niets meer over horen. Helaas maakt het virus dat niets uit, we kunnen moeilijk beslissen dat het nu wel een keertje klaar is en we niet meer ziek worden. Voor onze persoonlijke situatie maar ook zeker voor het onderwijs is deze unieke tijd er een van noodzakelijke veranderingen die in no time ingevoerd zijn, zonder noemenswaardige problemen. Online lessen liepen binnen een week rimpelloos, leraren en leerlingen wisten na twee weken niet beter. Was er ooit een tijd dat er geen online lessen waren? Ik kan het me nu al bijna niet meer herinneren. Of al die veranderingen ook verbeteringen blijken, is een vraag waar we ons de komende tijd mee bezig kunnen houden.

Dus tja, dan toch maar een column over corona. Ik vraag me weleens af of onze leerlingen wel doorhebben hoe uniek deze situatie is. Wat betreft examenuitslag, -feestjes en -felicitaties, en hoe pijnlijk het is dat dit allemaal niet door kan gaan, daarvan ziet iedereen heus wel hoe ellendig dat is. We hadden ze zo graag meer gegund. Maar als je geen examenleerling bent, en “alleen maar” bijna drie maanden niet de binnenkant van het schoolgebouw hebt gezien, is het dan wel te bevatten hoe bijzonder dat eigenlijk is? De eerste twee weken was de stemming nog opperbest. De docenten gingen puzzelen hoe ze de toetsstof, zo goed en zo kwaad als het ging, over konden brengen. De leerlingen hadden “coronavakantie”. Lang leve de lol, YOLO, lekker vrij. Helaas bleek de werkelijkheid weerbarstiger en al gauw moest men toch weer, zij het online, lessen gaan volgen.

“Nou oké goed dan, maar dan wel in m’n pyjama en met een zak chips naast me in bed. Eén minuut voor aanvang van de les de computer aanzetten, mobiel naast me en gaan met die banaan. Zei de leraar daar mijn naam? Oeps sorry, even gemist. Wat was de vraag? Oh ja, we hebben wiskunde. Boeiuh. Ik zie wel, misschien ga ik zo nog even douchen tijdens biologie. Kan wel een half uurtje, merkt ze toch niet. Boek bij me? Moet dat? Die ligt nog op school in m’n kluisje. Oh wacht, ik heb 12 appjes gemist en ik zie net een heel vette TikTok-video van m’n favoriete influencer. Sjongejonge wat duurt die les lang zeg, denkt die kerel nou echt dat ik het volhoud om drie kwartier naar dat gezwam te luisteren? Wat heeft hij áán trouwens, zo’n overhemd, dat kán echt niet in 2020. Boomer.”

Roeien met de riemen die we hebben, dat is wat we vanaf 15 maart hebben gedaan. We maakten inhoudsvolle lessen, online toetsen, samenwerkingsopdrachten, en hadden inlevermomenten, contactmomenten, mentorgesprekken. Al met al een boel werk, met het gewenste resultaat: de leerling zo goed mogelijk klaarstomen voor volgend jaar. Wat een ongekende flexibiliteit hebben we getoond, met z’n allen. Het woord “coronadiploma” blijft een taboe, het doet geen recht aan de krachtsinspanning die de examenleerlingen hebben gedaan in de afgelopen jaren. Eenzelfde krachtsinspanning verrichtten leraren, schoolleiders en OOP. Uit al deze ellende kwam er in ieder geval één wijze les die de leerlingen hebben geleerd: je doet het echt voor jezelf, nu duidelijker dan ooit. Ik ben benieuwd of we van die les de vruchten gaan plukken dit schooljaar.

Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum