8 minute read

Leren van de lockdown

» Opeens moest iedereen uit de comfortzone

LEREN VAN DE LOCKDOWN

Advertisement

Als dit magazine verschijnt, zijn de scholen weer helemaal open. Uiteraard met alle mogelijke maatregelen om COVID-19 tegen te gaan. Daarbij heeft iedereen dankbaar gebruikgemaakt van de ervaringen van de afgelopen maanden. Ook leerlingen en ouders. Zoals een moeder zegt: ‘Iedereen moest uit de comfortzone. Dat heeft meer inzichten opgeleverd dan we voor mogelijk hielden.’

Niemand zal zondag 15 maart snel vergeten. ’s Middags kondigen twee ministers de sluiting aan van onderwijs en horeca, om de verspreiding van het coronavirus te beperken. ‘Yes!’, denkt Luc Overeem, op dat moment brugklasser van het Bonhoeffer College in Enschede. ‘Yes!’ denkt ook Tao Mimpen, dan brugklasser van het Antoniuscollege in Gouda (onderdeel van het Carmelcollege Gouda). In Hengelo reageert Jesse Gietema, inmiddels leerling uit vwo 5 van Lyceum De Grundel (onderdeel van Scholengroep Carmel Hengelo), nuchter. ‘Ik kan goed alleen werken. En het is wel prettig niet elke ochtend om kwart voor acht op de fiets te hoeven stappen.’

In Oss verloopt het anders. Daar, in Brabant waar het virus voor het eerst toeslaat, is De Singel uit voorzorg al een dag dicht geweest. ‘Maar helemaal dicht was ook voor ons nieuw’, zegt Justin Damen, gymleraar aan deze locatie van Het Hooghuis voor praktijkonderwijs. Dat vraagt om aanpassingen: ‘Onze leerlingen zijn soms moeilijk te bereiken. Niet iedereen heeft een laptop. Dat hebben we kunnen oplossen, zodat we uiteindelijk met alle leerlingen contact hadden. Een enkeling hebben we op school opgevangen als dat beter was.’

Luc, Tao en Jesse kunnen thuis werken, net als in de meeste gevallen hun ouders. ‘We hebben elkaar de afgelopen maanden meer gezien dan in de jaren daarvoor’, constateert Jeroen Gietema, Jesses vader. Yumi Mimpen zat met haar zoon Tao en haar dochter eerst gezamenlijk aan tafel: ‘Ieder achter de eigen laptop. Later, na de gewenning, hadden we een eigen werkplek.’, vertelt Yumi Mimpen. Bij Luc thuis kiest ieder al snel een eigen werkplek, want ook zijn zus en moeder Laura zijn lang aan huis gebonden (vader Dennis werkt bij de opvang van kinderen van ouders met vitale beroepen). ‘Iedereen vanaf de eigen plek, dat is het prettigst’, vindt Luc. Aanloopproblemen Er zijn onvermijdelijk aanloopproblemen. De ene school is sneller dan de andere. Jesses vader heeft zich daaraan gestoord maar vertrouwt op zijn zoon: ‘Jesse heeft vrij veel discipline en werkt graag zelfstandig. Die redt zich wel. Eventuele achterstanden loopt hij de vijfde en de zesde nog wel in.’

‘Lessen zijn saai als camera’s uitblijven’

Luc en Tao hebben steun aan hun mentor of tutor. Die denken vanaf het begin mee en dragen zo nodig oplossingen aan. En aan het afstandsonderwijs valt uiteindelijk wel te wennen. ‘Eigenlijk tot het moment waarop we gedeeltelijk weer naar school gingen. We waren in groepen verdeeld. De leraar gaf in de klas les aan de kleine groep voor hem, de rest moest het thuis volgen. Dat kan vervelend zijn, omdat de leraar zich richt tot de leerlingen die hij voor zich ziet. Thuis krijg je dan het gevoel dat je er niet bij hoort’, meent Luc.

De tolerantie is niettemin groot. Het is immers voor iedereen wennen en veel docenten maakten voorheen niet of nauwelijks gebruik van de digitale mogelijkheden. ‘Dat valt te snappen’, oordeelt Jesse mild. Er volgt meteen een ‘maar’: ‘Zeker in de eerste weken stemden de leraren onderling niet voldoende af. Ze gaven extra huiswerk, zonder er rekening mee te houden dat anderen dat ook deden. Later is dat bijgetrokken, toen ze met de gezamenlijke agenda gingen werken.’ En, voegt hij eraan toe, de lessen waren soms saai: ‘Niet elke leerling zet de camera aan, en de docent bedient de microfoon. Dan wordt het snel doods.’

‘Je bereikt veel door andere vaardigheden aan te spreken’

Ook de ouders tonen begrip of meer. ‘Onze school heeft snel gereageerd, ook naar ons als ouders’, zegt Dennis Overeem. ‘Ik vind een compliment op zijn plaats, deze situatie was voor iedereen nieuw, niemand was erop voorbereid.’ Yumi Mimpen doet er een schepje bovenop: ‘De school en de docenten hebben het hartstikke goed gedaan. Logistiek was alles ook goed geregeld. Voor mij is het Antoniuscollege een excellente school, om trots op te zijn.’ Saskia Hazebroek, Jesses moeder: ‘Wij zijn waarschijnlijk al veel langer gewend om online te werken en via Teams of Zoom te vergaderen dan de meeste docenten. Dat moeten we ons wel realiseren.’

Opbrengsten

De gesprekken voor dit artikel vinden half juni plaats. Kort daarna maakt het kabinet bekend de scholen na de zomervakantie weer helemaal te openen. Die “andere tijd” komt echter vaak ter sprake, onder meer in de vraag naar de opbrengsten en leermomenten van de lockdown.

Jesse wijst op de vele wijzigingen die zijn lesrooster in de maanden vóór de crisis heeft ondergaan. Met steeds meer tussenuren, waardoor de tijd op school niet altijd efficiënt kan worden benut. ‘Zo’n les, die na pas na enkele tussenuren wordt gegeven, kun je ook online verzorgen. Dan kan ik naar huis en de tussentijd beter besteden’, vindt hij. ‘In een betoog voor Engels heb ik voorgesteld om in gewone tijden standaard een of twee dagen per week online les te geven. Dat is zoveel relaxter! En je voorkomt dat het op school meteen weer zo druk wordt.’ Luc houdt een soortgelijk pleidooi, om een andere reden. Een gewone schooldag overlaadt hem met prikkels. Eenmaal thuis heeft hij tijd nodig om bij te komen. Online les geeft hem meer rust. ‘Het mag van mij om de week wisselen’, legt hij uit. ‘De ene week naar school, de andere week online. Daar zit veel meer uitdaging in. Je krijgt minder voorgekauwd, je moet veel meer zelf uitvinden. Ik heb het gevoel dat ik daar meer van leer.’ En dat niet alleen, constateert zijn moeder Laura Windig: ‘In deze periode zijn onze kinderen zelfstandiger geworden, ze regelen meer zelf.’ Vader Dennis: ‘De mentor zei al dat om en om voor Luc misschien wel beter is.’

Andere voorbereiding

Het is daarnaast een andere voorbereiding op latere perioden, observeert Saskia Hazebroek. ‘Dit lijkt op het universitaire onderwijs, waar studenten zelf initiatief moeten tonen. Misschien moeten de beide onderwijsvormen meer naar elkaar toegroeien. Dit zou kunnen helpen.’ Laura Windig, werkzaam op de Universiteit Twente, beaamt het: ‘Daar worden al langer veel colleges online gegeven, die ontwikkeling gaat razendsnel.’ Ook Yumi Mimpen denkt in deze richting. ‘Ik heb aan Tao gemerkt dat hij het leuk vond om op een andere manier met de stof om te gaan. Voor geschiedenis moest hij een dagboek schrijven van iemand die leefde in de periode van de Zwarte Dood, de pestepidemie halverwege de veertiende eeuw. Hij moest zelf informatie zoeken en integreren. Daar komen andere, eveneens belangrijke vaardigheden bij kijken. Het onderwijs kan hier iets mee doen. We hebben nu gezien dat je veel kunt bereiken door een beroep te doen op die andere vaardigheden.’ >>

Een ander geluid komt uit Oss. ‘Het praktijkonderwijs moet het hebben van het contact en de relatie’, legt Justin Damen uit. ‘Soms moet je je leerlingen bemoedigen, een schouderklop of een high five kan dan helpen. Ik heb zelf challenges op Instagram gezet, de leerlingen reageerden daarop. Ik kreeg berichtjes met de vraag: ‘Hé, meester, hoe gaat het?’ In een enquête onder de docenten van begin juni zie je dat terug. Iedereen heeft het contact gemist en is onder de indruk van de veerkracht van de leerlingen. Die hebben een compliment verdiend, voor onze doelgroep is afstandsonderwijs niet ideaal.’

Ongelijkheid

Yumi Mimpen draagt nog een invalshoek aan. Ze noemt de onderzoeken over toenemende kansenongelijkheid in het onderwijs. ‘Wij hebben hier in huis alle ruimte en voorzieningen. Ik kon Tao tot de orde roepen als hij er met zijn hoofd niet bij was. Er zijn genoeg gezinnen die dat allemaal niet hebben, die met veel personen in een kleine flat leven. Hoe moet je je daar concentreren? Ook dat is ongelijkheid.’

Dennis Overeem heeft het ook geconstateerd: ‘Luc heeft zijn vader en moeder bij elkaar. Hij deed altijd al veel zelf, en nu konden we hem helpen bij het oplossen van problemen.

Drive-in diploma-uitreiking

Ik maak me zorgen om de leerlingen die niet in zo’n situatie verkeren, of die buiten beeld zijn geraakt.’ Jeroen Gietema deelt die zorg: ‘Jesse redt zich wel. Als er iets is, kunnen Saskia en ik hem steunen. Maar ik kan me voorstellen dat het voor leerlingen in de onderbouw moeilijker moet zijn geweest.’

‘Je kunt leerlingen anders met de stof laten omgaan’

‘Verschillende leerlingen zaten dagelijks op het contact te wachten’, heeft Jusitin Damen ervaren. ‘We proberen ze altijd te stimuleren, we leggen uit dat iedereen talenten heeft. Maar dat gaat gemakkelijker als ze gewoon op school zijn.’ Daarvan ziet Yumi Mimpen weer iets terug in haar eigen zoon: ‘Tao moest opeens andere vaardigheden en talenten tonen, wat heel goed ging. Dat vind ik ook een leermoment: er zijn nog andere mogelijkheden om kinderen met de stof te laten omgaan en te inspireren. Daar ligt voor mij de waarde van de afgelopen periode: Iedereen moest uit de comfortzone en plotseling kon er veel meer.’

» What’s up?

@stgcarmel

@CarmelVacatures

stgcarmel

stgcarmel

stichting carmelcollege

Lancering digitaal magazine 'Ruimte in verbinding'

Een kennismaking met Carmel Dit najaar lanceren we een online magazine om (nieuwe) medewerkers kennis te laten maken met Stichting Carmelcollege. Wat is eigenlijk de historie van Carmel en is de band met de karmelieten nou (nog) zo belangrijk? En wat betekent dat eigenlijk: Heel de mens? Houd onze website en social kanalen in de gaten! De artikelen kun je alvast lezen op onze website carmel.nl onder 'Nieuws en publicaties' als je zoekt op 'Kennismakingskatern'.

Benoemingen rectoren

Carmelcollege Emmen Het College van Bestuur heeft Louwien Eising benoemd tot rector van Carmelcollege Emmen. Met een grote passie voor het onderwijs en kennis van de regio heeft Louwien ontzettend veel zin om aan de slag te gaan. Per 1 augustus 2020 volgt ze Hans Boers op.

Louwien Eising

Pius X College/Canisius Ook Pius X College/Canisius gaat verder met één nieuwe rector, waarmee de tweehoofdige centrale directiestructuur wordt losgelaten. Peter Koopman was lid centrale directie van beide scholen. Hij is een echte verbinder, denkt in kansen en gelooft in eigen kracht van mensen. De benoeming ging in per 1 augustus 2020 en hij volgt hiermee Ben Kokhuis op.