Uit: MARX, M., Frans Nackaerts: Schilder van Leuven en Hageland, 2017, p. 186
Plakkaat over de Sinksendag en Sint-Leonardusviering ontworpen door Nackaerts
6. SPOREN VAN VOLKSDEVOTIE EN FOLKLORE Nieuwe tijden, nieuwe zeden. Samen met de oorspronkelijke bewoners zijn veel van de verhalen en de oude tradities van Vlierbeek verdwenen. Wie kent er nog namen als Trees pastoor, Jan Trompet, Siske Teloor, Jef den Toot ? Gelukkig is Pie De Nijper nog een gekende naam! Ook de cafés of estaminets verdwijnen, maar we kunnen nog tot onze grote tevredenheid terecht ‘In Den Rozenkrans’ en ‘De Kastaar’. Toen Vlierbeek nog landelijk en hier en daar moerassig gebied was, zwierven er net als in de rest van Vlaanderen schrikwekkende fenomenen rond. Lodder, een gevaarlijke hond met ketting springt op jouw rug en laat je tot het krieken van de dag verdwaasd rondlopen. De paarse lichtjes boven de moerassen zijn de zieltjes van ongedoopte kinderen, die geen verlossing vinden. Ook zij laten je verdwalen. Of is het een excuus van het manvolk om hun nachtelijke escapades te verbergen? Buren en zelfs moeders worden verdacht van hekserij. Met sabbat vliegen de heksen, die ‘tillekes’ genoemd worden, naar hun jaarlijkse bijeenkomsten. Mannen worden ‘s nachts weerwolven (opgepast voor mannen met baarden!) of zijn tovenaars! Iemand met een groot boek is sowieso verdacht, is dit een tovenaar? En op de Kesselberg wonen er kabouters ‘Alvermannen’. Als de mensen ‘s avonds hun wasgoed buiten zetten, komen de kabouters de was doen, op voorwaarde dat er een koek bij ligt tenminste. Op een dag worden ze verjaagd. In alle holen en spleten wordt vuur gestookt en ze zijn helaas nooit meer teruggekomen.
34 VLIERBEEK