
11 minute read
Interview: Bart Steukers, Agoria
Bart Steukers
Advertisement
Energietransitie staat hoog op de agenda van nationale overheden en bedrijven. Om de klimaatdoelstellingen te behalen – een emissieloze samenleving in 2050 – moeten er flinke stappen gezet worden. Bart Steukers, CEO van technologiefederatie Agoria, meent dat het mogelijk is. Volgens hem liggen er zelfs veel opportuniteiten voor Belgische technologiebedrijven bij de overstap naar groene energie.
Door Jerom Rozendaal Beeld Sandra Mermans
Kun je het belang van groene energie schetsen onder jullie leden? “Bij de Belgische technologiebedrijven spelen op dit moment drie belangrijke onderwerpen. Dat zijn de schaarste op de arbeidsmarkt, de digitale transformatie en de groene transitie. Van de totale energiebehoefte in België wordt 10 procent ingevuld met groene energie. De rest bestaat uit kernenergie en fossiele energiebronnen zoals gas en olie. Als we kijken naar elektriciteit, dan bestaat 26 procent uit groene elektriciteit die opgewekt wordt uit zonne- en/of windenergie.”
Van 10 procent naar 100 procent in minder dan dertig jaar? Is dat realistisch? “Wij als Agoria denken absoluut dat dit gerealiseerd kan worden. Wij vertegenwoordigen de Belgische technologiebedrijven en constateren dat er de laatste jaren al behoorlijke stappen gemaakt zijn. Sinds 2014 is er een energiebesparing van 4,5 procent gerealiseerd door de industrie, terwijl ook de industriële productie bleef stijgen, en we schatten dat er tegen 2022 nog eens 3 procent besparing mogelijk is.”

Hoe kunnen we de stap zetten naar een emissieloze samenleving in 2050? “Enerzijds zien we nog ruimte in energiebesparing en het efficiënter omgaan met energie. De tweede stap zal zijn om fossiele energiebronnen te vervangen door duurzame energiebronnen. Hierdoor zal elektriciteit de komende jaren een steeds belangrijker aandeel gaan krijgen, omdat die opgewekt kan worden uit wind- en zonne-energie. Hierdoor voorspellen wij ook een proces van rigoureuze elektrificatie. Dat is al zichtbaar in de auto-industrie, maar zal zich ook in andere sectoren openbaren.”
Door de groeneenergietransitie zal het belang van elektriciteit toenemen, hierdoor zul je een rigoureus proces van elektrificatie zien, net zoals momenteel al gaande is in de autoindustrie.
Is energiebesparing niet altijd een thema geweest voor bedrijven? Waar zie je nog meer ruimte en hoeveel? “Vroeger werd er energie bespaard uit kostenoverwegingen, nu zijn daar de facetten van duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk ondernemen bij gekomen. Ik ben van mening dat met het gebruik van big data en digitalisering nog enorme sprongen te maken zijn. Duitsland denkt ongeveer 40 procent van zijn emissiereductie tegen 2030 te behalen door in te zetten op digitalisering, ik denk dat wij in België dan toch ook 30 procent moeten kunnen behalen.”
Kun je daar een voorbeeld van geven? “Door data te verzamelen, combineren en analyseren kun je vaststellen waar en op welk moment welke energiebehoefte bestaat en kun je hierop gaan sturen. Neem het voorbeeld van een huishouden waarbij je wilt komen tot een systeem waarbij de wasmachine automatisch aanspringt als de zonnepanelen energie opwekken. Ditzelfde geldt voor bedrijven en dit principe kun je zelfs extrapoleren naar de gedachte domineerde dat de wereld zou vergaan. Sinds enkele jaren wordt er positiever gedacht en worden juist ook de opportuniteiten gezien. Deze opportuniteiten voor Belgische technologiebedrijven zijn immens. Kijk maar naar de automotive. Wie had er tien jaar geleden gedacht dat er nog autoproductie zou plaatsvinden in ons land? Inmiddels produceren Volvo en Audi hun elektrische wagens in ons land, maar we hebben ook topspelers zoals Umicore in de ontwikkeling van de batterijen van morgen. Ook bussenbouwers Van Hool en VDL, pioniers in de ontwikkeling van waterstofbussen, exporteren over de hele wereld. Daar mogen we best fier op zijn.”
energiegemeenschappen. Dat zijn clusters van bijvoorbeeld bedrijven en huishoudens die de beschikbare hernieuwbare energie verdelen in functie van de beschikbaarheid en behoefte.”
Is België potentieel zelfvoorzienend op het gebied van groene energie? “Nee, wij verwachten niet dat België in zijn eigen groene-energiebehoefte kan voorzien. Op het gebied van waterstof en diepe geothermie kan bijkomende winst behaald worden in situaties waar elektrificatie moeilijker is, maar ook dat zal de vraag niet kunnen dekken. Er zal zeker nood zijn aan import vanuit het buitenland, zowel op het gebied van groene elektriciteit als van groene waterstof. Het is daarom noodzakelijk dat België blijft investeren in het uitbouwen van de interconnectiecapaciteit met onze buurlanden. We kunnen daarbij onder andere gebruikmaken van het nieuwe Europese Renewable Energy Financing Mechanism: investeringen die België doet in bijvoorbeeld Franse windparken, kunnen zo gedeeltelijk mee opgenomen worden in de Belgische nationale klimaatdoelstellingen.”
Investeren in groene-energieopwekking in het buitenland. Dat doet de Belgische economie toch geen goed? “Integendeel. Behalve een verduurzaming van de Europese energieproductie, kunnen Belgische technologie en knowhow geëxporteerd worden. Belgische technologiebedrijven zijn voorlopers op het gebied van duurzame energieopwekking. Zo hebben we tal van bedrijven die tot de wereldtop behoren op het gebied van windmolentechnologie. Ook zijn onze bedrijven vooruitstrevend op het gebied van waterstoftechnologie. De energietransitie die overal in Europa en ook mondiaal gaande is, biedt enorm veel mogelijkheden voor Belgische technologiebedrijven.”
Zo is een blok aan het been verworden tot een opportuniteit? “Absoluut. Toen Al Gore vanaf 2006 actief werd in het klimaatdenken en hij de opwarming van de aarde koppelde aan menselijk handelen, heerste er lange tijd scepsis. Er was aanvankelijk sprake van doemdenken waarbij
Wij denken 30 procent energie-efficiëntie te kunnen winnen door digitalisering.
Welke rol zie je overigens weggelegd voor de overheid? “Om de energietransitie te maken, zal er een groenetaxshift moeten gebeuren. Ik spreek niet over een belastingverhoging, maar over een verschuiving van accenten. Er moeten prikkels ingebouwd worden om de energietransitie aantrekkelijk te maken. Het bouwen van een klimaatneutraal huis kost meer dan de energiebesparing die het oplevert. Hierdoor zijn mensen niet geneigd aanpassingen te doen. Op dit moment is elektriciteit vijf keer zo duur als gas. In Nederland is dit slechts een factor twee. Als je wilt dat mensen van een gasketel overstappen naar een warmtepomp moet je wat doen aan deze verhoudingen. Ook de investeringen in groene energie en energieopwekking zijn enorm. Wat dat betreft zijn wij tevreden dat de Belgische en Europese relanceplannen van de overheid volop inzetten op een duurzame toekomst.”
Smart Fact.
Hoe ziet jouw persoonlijke groeneenergietransitie eruit? “Ik heb recent een elektrische auto aangeschaft. Dat bevalt me zeer goed en ik zou niet meer anders willen. Door een beperktere reikwijdte heb ik wat comfort moeten inleveren, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het rijplezier.” Drie grootste Belgische windmolens op land Staalproducent ArcelorMittal heeft de bouw van drie grote windmolens op zijn site in Gent aangekondigd. De grootste Belgische windmolens op land worden gebouwd zonder subsidie en produceren gezamenlijk 45.000 MWh aan elektriciteit. Dat komt overeen met het gezamenlijke jaarlijkse verbruik van 13.000 gezinnen. Eerder dit jaar nam ArcelorMittal al een nieuwe hoogoven in gebruik die veel energie-efficiënter werkt dan standaard hoogovens.


Nederlandse windenergie voor BASF De Duitse chemiereus BASF koopt een belang van net geen 50 procent in een nieuw windmolenpark voor de kust van Nederland. De turbines, die in 2023 operationeel moeten zijn, zullen de grote Antwerpse site van BASF van stroom voorzien. BASF streeft naar een reductie van 25 procent van de broeikasgasemissies tegen 2030 en een netto nulemissie tegen 2050. Een belangrijke hefboom om dit te bereiken is de vervanging van fossiele elektriciteit door fossielvrije elektriciteit.


INVESTEREN IN MENSEN EN MACHINES
Wil je Factory of de Future worden, dan moet je gelijkopgaand investeren in méns en machine. En wel in die volgorde. Als je alle gewicht in één van beide schalen legt, geraak je in onbalans en ga je aan het zwalpen.
Voorafgaand aan de investeringen, moet je natuurlijk weten waar je naartoe wil met je fabriek. Wat zijn de pijnpunten die je wil opgelost zien? Wat zijn de marktrends waarop je een antwoord wil bieden de komende jaren? Wat zijn je sterktes en hoe wil je deze nog versterken? Eens je deze kent, maak je een plan op. Dit is eenvoudig: gewoon de opgestelde lijst prioritiseren en er een timing op kleven. Jaar na jaar herevalueer je dit plan en stuur je bij waar nodig, zodat het een dynamisch gegeven is.
Bij de investeringen betrekken wij steeds de mensen. De tijd dat de ingenieur op zijn eentje een nieuwe lijn zet, is voorbij. Van bij het begin wordt het hele productieteam mee betrokken bij het project. Niet enkel de productieleiding, ook een meestergast, een operator en een technieker. Deze kunnen zelfs meegaan tot bij de leverancier voor de afname van de machine. Dit creëert niet enkel betrokkenheid, het zorgt er gewoonweg voor dat er met een veel ruimere bril naar het project gekeken wordt. Op deze manier komt niet enkel het technische aspect aan bod, maar ook veiligheid, kwaliteit, opleiding, bedieningsgemak en ergonomie.
Daarnaast is ook teamwerking belangrijker dan ooit. Elke mens heeft zijn sterktes en zwaktes. Door hen samen te laten werken in een team, kan iedereen ingezet worden in zijn sterktes, zodat er minder hinder is van de zwaktes. Men werkt samen volgens individuele voorkeuren. Alles is natuurlijk wel omkaderd. Dit is geen ‘vrijheid, blijheid’ verhaal, maar vraagt duidelijke afspraken en strikte regels. Om het samenwerken te versterken, kan iedereen ook deelnemen aan een persoonlijkheidsworkshop. Zo leren we elkaar en onszelf beter kennen en dit bevordert de onderlinge samenwerking.
Vandemoortele Izegem won the Factory of the Future award in 2020. Vandemoortele Izegem maakt deel uit van de groep Vandemoortele. Vandemoortele is een Belgisch familiebedrijf met hoofdzetel in Gent. “Goede smaak en genieten” zijn onze passie, al sinds 1899. Vandemoortele heeft twee business lines; een in bakkerijproducten en de andere in margarines, culinaire oliën en vetten. Beide business lines zijn Europees marktleider binnen hun segment. Vandemoortele Izegem is de belangrijkste fabriek binnen deze laatst genoemde Business line. Er werken 250 medewerkers.
vandemoortele.com
Ontdek meer op Fokus-online.be


TE CONNECTIVITY OOSTKAMP IS VOORBEELDFABRIEK VOOR WERELDWIJDE GROEP
Het aantal connectoren in een moderne wagen is de afgelopen decennia significant gestegen. Wereldspeler TE Connectivity, met pijler in Oostkamp, maakt deze kleine maar belangrijke onderdelen voor klanten overal ter wereld. Het bedrijf gaat elke dag de uitdagingen en opportuniteiten uit de automotive sector aan en verzoent daarbij op innovatieve wijze productdesign en productie. “Toekomstgericht denken, als onderdeel van een multinationale groep, is zorgen dat je unieke competenties hebt” vertelt Plant Director Luk Hiltrop.
“Electrische ramen, brandstofinjectiesystemen, sensoren, verwarming, ABS modules, camerasystemen, zetelverwarming, … voor al deze applicaties is in een modern uitgeruste wagen een connector nodig. Deze connectoren produceren we hier in onze fabriek. Omdat het aantal functies in onze wagens voortdurend stijgt, zitten we in een duidelijk groeiende markt. Naast de productie van deze onderdelen zijn we tevens ook verantwoordelijk voor de productontwikkeling, alsook voor het uitwerken van het volledige productieproces. Van onze ongeveer 80.000 werknemers wereldwijd zijn circa 10% ingenieurs, waarvan een 100-tal in Oostkamp”, vertelt Hiltrop. “Onze competente en creatieve medewerkers spannen zich elke dag in om in multidisciplinaire teams vorm te geven aan een duurzame en innovatieve toekomst in de regio”, aldus nog Hiltrop.
Tom Demedts, verantwoordelijk voor Continuous Improvement, legt uit: “Wij zijn voornamelijk een Tier2 leverancier voor de automobielindustrie, wat betekent dat we onze onderdelen produceren voor toeleveranciers van de autoproducenten. Wij maken bijvoorbeeld de kunststof componenten en contacten die een kabelboomfabrikant vervolgens inzet in zijn eindproduct. Een ander voorbeeld is een module die we leveren aan een grote leverancier, die er vervolgens de elektronica en de hydraulica op voorziet waardoor een afgewerkte ABS-module geleverd wordt aan de autoproducenten. Tot slot zijn we ook actief in de alsmaar groeiende sector van de electromobiliteit, waarbij wij sterk inzetten op sensoren voor elektrische motoren.“ TE Connectivity heeft het complete waarde-creërend proces in eigen handen, van design tot afgewerkt product. Demedts vervolgt: “We kunnen de kunststof delen zelf spuitgieten, kunnen de elektrische contacten stansen en het geheel ook assembleren tot een afgewerkt eindproduct. De productiemiddelen zoals matrijzen of automaten ontwikkelen en bouwen we zelf. Die integrale benadering is voor veel klanten een belangrijke meerwaarde.”
Groei
Hiltrop: “Vorig jaar hebben we sterke stijgingen in productiehoeveelheden ervaren. De groei van elektrische voertuigen speelt een grote rol hierin.” De Covid-19 pandemie had onder de streep weinig impact op de site in Oostkamp, integendeel. “Op het gebied van productie kennen we niet enkel een sterke groei ten opzichte van het jaar 2020, maar ook in vergelijking met 2019. Het geloof van onze Europese leiding uit zich ook in de investeringen. Er wordt sterk geïnvesteerd in uitbreiding van de productie en in infrastructuur (zoals in dakrenovatie en LED verlichting in onze productiehallen, en in een nieuw inkomgebouw). Recent werden de plannen goedgekeurd om extra ruimte te creëren via een nieuwe aanbouw, waardoor de productiecapaciteit verder kan groeien.”
Investeren in de toekomst
Ander goed nieuws is dat TE Connectivity Oostkamp ook investeert in innovatieve, nieuwe technologie. “Wij werden uitgekozen om de procesontwikkeling te doen van een volledig nieuw procedé voor oppervlaktebehandeling. Ook de productie zal hier gebeuren. Dit zal in de komende jaren worden uitgerold. We zijn heel trots dat we hier in de streek toptechnologie kunnen aanbieden en meer dan 700 mensen tewerkstellen. Momenteel hebben we een 50-tal vacatures, vooral voor technische profielen. Onder het motto “GIT – Goesting In Techniek” willen we talent aantrekken. Daarom investeren we zelf in een Learning & Development Academy. Onze eigen medewerkers brengen hun kennis over aan collega’s omtrent pneumatica, snij- en spuittechnieken en automatisering. Zo willen we de technische kennis van onze medewerkers op een hoger niveau tillen. We zetten verder in op doorgedreven samenwerking met middelbare scholen en hogescholen. De maakindustrie verder verankeren in Vlaanderen is onze ambitie. Met hoogstwaarschijnlijk minstens 1 connector van het grote TE Connectivity in élke wagen ter wereld, zijn we bovendien zo goed als onmisbaar in de voertuigen van vandaag én morgen.”


