
6 minute read
Investeringen in Industrie 4.0 brengen geld op
Investeringen in technologie en engineers om het productieproces te automatiseren worden vaak gezien als een kostenpost. Maar in de praktijk levert het juist geld op.
Een bedrijf dat naar de toekomst kijkt, dat is er eentje die bezig is met Industrie 4.0. Dat stelt John Spronck, voorzitter van Vlamef, de belangenvertegenwoordiging van metaalverwerkende bedrijven in Vlaanderen. Hij is tevens zaakvoerder van metaalverwerkingsbedrijf Esma in Maasmechelen en investeerde de laatste jaren volop in machine monitoring. “Nu zie ik meteen hoeveel stuks gemaakt zijn op een machine en wat de conditie van de machine is. Door realtime informatie te hebben, kan ik veel sneller schakelen en informatie doorgeven aan klanten en leveranciers.”
Advertisement
Industrie 4.0 gaat over Internet of Things, artificiële intelligentie en smart learning, maar het gaat ook over realtime monitoring van het productieproces, aldus Walter Auwers, Business Unit Manager Advanced Manufacturing van de technologische kennisinstelling Sirris. “Het is niet alleen een revolutie, ook een evolutie waarbij de digitale transformatie in kleine stappen gemaakt kan worden.”
Vooroordelen over de complexiteit weerhoudt volgens hem een derde van de Belgische maakbedrijven om zich bezig te houden met Industrie 4.0. Vaak zien bedrijven waar het goed loopt ook geen aanleiding. “Daarnaast denkt een derde van de Belgische maakbedrijven na over investeringen in digitalisering en automatisering, terwijl een ander derde reeds toepassingen heeft geïmplementeerd.”
Vooral grote bedrijven zijn voorlopers op het gebied van Industrie 4.0. “Zij kunnen de kosten beter dragen en focussen meer op strategische langetermijnplannen”, aldus Auwers. Afgezien van investeringen in machines en technologie, vergt het proces van digitalisering en automatisering ook forse investeringen in het personeelsbestand. het productieproces in haar margarinefabriek in Izegem doorvoerde. Noemenswaardige investeringen in het machinepark waren daarvoor niet nodig, vertelt sitemanager Nele Union. “Onze machines genereerden al veel informatie, maar daar werd niets mee gedaan. Er werd hoogstens naar gekeken als er iets kapotging.” In de huidige situatie heeft datacaptatie en -analyse tot doel om de slijtage en mogelijke breakdown van een machine te voorspellen. Op het gebied van personeelsmanagement en human resources werden er eveneens behoorlijke investeringen gedaan. Om de data-analyse toe te passen, werd er een data-analist aangenomen. Die verdiende zichzelf kort na zijn indiensttreding weer terug. Union: “Op basis van data-analyse van de machine merkte hij dat er wat aan de hand was, en het bleek dat de machine sneller aan het slijten was. Hierdoor hebben we eerder kunnen ingrijpen en de schade aan de machine kunnen beperken en productie-uitval kunnen voorkomen.”
Ook van het technische personeel en de engineers worden andere skills gevraagd. “In plaats van mechanische kennis zijn er steeds meer vaardigheden op het gebied van elektronica en IT nodig”, aldus Union. Ook de automatisering van het productieproces heeft haar vruchten afgeworpen bij de Vandemoortele Groep. “Voorheen verliep de overgang (de wisseling tussen twee productrecepten, nvdr) handmatig. Dat proces hebben we geautomatiseerd. Het gevolg hiervan is dat we veel minder productuitval hebben en dus kosten uitsparen. Om verder te ontwikkelen biedt Industrie 4.0 enorm veel kansen.”
Walter Auwers is ook overtuigd van het nut van investeringen in Industrie 4.0. Sterker nog: “Om aan te haken zullen veel bedrijven wel moeten digitaliseren en automatiseren.” Hierdoor kan ook de Belgische loonhandicap gecompenseerd worden, ons land behoort qua arbeidskosten immers tot de koplopers van Europa. Door automatisering kan er met minder werknemers meer geproduceerd worden.
Hij voorspelt dat de transformatie er wel toe kan leiden dat bepaalde kennis verdwijnt bij maakbedrijven. “Grote bedrijven zullen hun eigen engineers in dienst hebben om productieprocessen uit te tekenen. Voor kleinere bedrijven is dat vaak niet nodig en zal er veel gewerkt worden met externe, gespecialiseerde IT-bedrijven. Bedrijven moeten erover waken dat ze nog over voldoende knowhow beschikken om ook met deze gespecialiseerde IT-bedrijven samen te werken.”



Staal heeft altijd centraal gestaan in de menselijke vooruitgang. En staal zal ook in de toekomst belangrijk blijven omdat het sterk, duurzaam, flexibel en eindeloos herbruikbaar is - perfect dus voor een circulaire economie.
ArcelorMittal wil een voortrekkersrol opnemen in de ontwikkeling van technologieën die een wereldwijde overgang naar een koolstofarme economie moeten ondersteunen en mogelijk maken. Slimmer staal maken voor een betere wereld dus.
Daarom zoeken wij klimaatgeeks die ‘state of the art’-projecten ontwikkelen om onze doelstelling te realiseren.

Continental mag bij het grote publiek dan vooral bekend zijn van de autobanden, het productenpallet gaat véél breder. Het bedrijf is een van de grootste toeleveranciers van de autoindustrie en bouwt zowel zetelbekleding als airbags als alle mogelijke elektronische systemen. In Mechelen produceren een 400-tal mensen wielsensoren, elektronische remsystemen en aanverwante onderdelen.
“Het is geen geheim dat de automobielsector momenteel door een lastige periode gaat”, steekt Mireille van wal. “Niet alleen daalt het aantal verkochte wagens, veel mensen twijfelen of ze al een hybride of elektrische wagen moeten kopen of dat ze aan car sharing moeten gaan doen. Er is dus veel onzekerheid in de markt. Tel daarbij fenomenen als de Brexit, de zeer strenge emissienormen en de Chinese markt waar de heropleving na corona weer aan het stagneren is en je begrijpt: wij moeten ons als bedrijf aanpassen aan een nieuwe omgeving.” Momenteel gaat Continental door een herstructurering waarbij ook gedwongen ontslagen zijn gevallen. “Afscheid moeten nemen van goede mensen is een zeer spijtige zaak, maar we kunnen niet anders”, zegt Mireille. “We moeten competitief blijven, ook intern. Mechelen is maar een van de vele Continental-vestigingen en als we in de toekomst nieuwe producten en opdrachten willen binnenhalen, moeten we laten zien dat we een snelle, flexibele en wendbare plant zijn en blijven.”
De snelste weg om die doelen te bereiken gaan via automatisering en digitalisering. “De recentste technologieën inzetten, onze innovatieve kracht aanscherpen, continu blijven verbeteren, maar tegelijk ook een duurzaam beleid voeren, zijn de sleutelwoorden”, zegt Mireille. “En ondanks de lastige periode die we doorgaan, willen we ook blijvend een omgeving creëren waar het aangenaam (samen)werken is en waar onze mensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Mensen die al bij ons werken, maar allicht ook nieuwe profielen. Dit is dus zeker niet het begin van het einde, integendeel. Binnenkort willen we er opnieuw staan, klaar voor een mooie toekomst.”
Digitalisering en automatisatie zijn inderdaad erg belangrijk, maar het personeel blijft allicht de belangrijkste asset van Continental, zegt Mireille. “De bedrijfscultuur van Continental is no nonsense en resultaatgericht. Wij zijn een multinational, zeker, maar zijn fier op het kleinschalige en familiale gevoel dat in elke vestiging heerst. Iedereen kent iedereen hier. Heel veel mensen hebben meer dan twintig jaar anciënniteit. Ik ook bijna, ik ben bij geen enkele andere werkgever langer gebleven dan bij Continental (lacht).”
Op die manier zou het best kunnen dat Continental dan opnieuw een “Factory of the Future”-award van Agoria en Sirris wint. “Dat zou dan onze vierde keer zijn”, lacht Mireille. “Het zou een mooie manier zijn om dit tijdperk af te sluiten en ons op te maken voor een nieuwe era.”
CONTINENTAL AUTOMOTIVE MECHELEN : KLAAR VOOR HET VOLGENDE HOOFDSTUK
Het Duitse concern Continental AG (vooral bekend van zijn autobanden) bevindt zich op een kruispunt. Het maakt zich op voor een stevige digitaliseringsgolf, die het bedrijf zal klaarmaken voor de komende decennia. Personeelsdirecteur Mireille De Beleyr legt uit wat dat allemaal meebrengt.