
18 minute read
Expertpanel: Is Industrie 4.0 voor iedereen?
Is Industrie 4.0 voor iedereen?
Industrie 4.0 moet de fabrieken van morgen strategisch en economisch sterker maken. Toch slagen maar weinig bedrijven effectief in de transitie. Is Industrie 4.0 dan wel zo realistisch en noodzakelijk?
Advertisement
FABIENNE VERBEEK. Gedelegeerd bestuurder GNA JAN ROBRECHTS. Laboratoriumdirecteur Lavetan ALEXANDER WYCKSTANDT. Solina Group Communications & Marketing Manager
Is Industrie 4.0 een haalbare kaart voor ieder bedrijf?
“Wij zijn gespecialiseerd in bedrijfsautomatisatie, zowel hardware- als softwarematig. Uiteraard proberen we tegemoet te komen aan de noden van Industrie 4.0, maar de kost van de transitie is niet altijd even verdedigbaar voor ons. Ik geloof dat de mate waarin een bedrijf de evolutie kan maken, afhankelijk is van het type product of dienst die er wordt geproduceerd of geleverd. Ieder bedrijf moet zo voor zichzelf de afweging maken en kijken of Industrie 4.0 een haalbare en noodzakelijke kaart is. Er zijn trouwens veel bedrijven die reeds vergevorderde automatiseringen hebben doorgevoerd, maar niettemin op de rem gaan staan. Ze willen niet volledig afhankelijk worden van op IT-gebaseerde systemen.” “Het kostenplaatje van een grootschalige automatisatie is de meeste gevallen te lang. Ik denk dan vooral aan kmo’s en kleine ondernemingen. Beslissingen over grote investeringen op langere termijn maken is moeilijk. Zeker in economisch onzekere tijden, zoals vandaag met de coronacrisis, is die verbintenis geen evidentie. Bovendien lijkt het me voor bedrijven die frequent van productieproces veranderen, in de praktijk moeilijk realiseerbaar.” “Repetitief werk zal verdwijnen, maar de menselijke factor blijft voorlopig essentieel en onvervangbaar in productieprocessen. Het menselijk denkvermogen onderscheidt zich in zijn flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Zo gebruiken we bij GNA een tool om de Overall Equipment Effectiveness te monitoren. Aan de hand daarvan sturen we de productie bij. Momenteel is handmatig en menselijk ingrijpen nog steeds vereist. Pas wanneer de artificiële intelligentie danig zelflerend en geavanceerd wordt, zal de menselijke tussenkomst in het proces overbodig worden. In dit geval moeten naast de fysische, ook de chemische processen perfect gesimuleerd kunnen worden. Dat is jammer genoeg nog niet voor morgen.” “Ja, daar zijn we van overtuigd. Er zijn geen sectoren waar de vierde industriële revolutie a priori niet haalbaar is. Dat wil niet zeggen dat ieder bedrijf de stap zal kunnen zetten. Een goede visie vanuit de top is essentieel. In de sector van de voedingslaboratoria zien we dat Industrie 4.0 slechts mondjesmaat intreedt. Dit heeft wellicht te maken met de grote diversiteit aan stalen die verwerkt moeten worden, maar ook met de dominante wetenschappelijke visie. Het is aan het management om die visie op een duurzame manier te verweven met de principes van LEAN, digitalisatie en automatisatie.” “Het is belangrijk om te beseffen dat Industrie 4.0 een middel is, en geen doel. Bij Lavetan zijn we gestart vanuit een gedetailleerde procesflow en zijn we gaan kijken op welke plaatsen we de grootste hefbomen kunnen creëren. We zien telkens in de flow welke stappen we moeten aanpakken om efficiënt te blijven werken. Het gaat niet op om automatisering door te voeren als je geen constante aanvoer kunt opzetten. Een implementatie op lange termijn vraagt, naast een geïnspireerde strategie, dus ook veel zweet en doorzettingsvermogen. Het bedrijf moet daarbij voldoende procesmatig kunnen denken, omdat iedere afdeling zijn manier van werken moet aanpassen.” “Integendeel. Door de automatisering zijn repetitieve taken verminderd. Hierdoor hebben werknemers meer vrije tijd om zich te focussen op taken met een toegevoegde waarde. Bovendien hebben we dankzij de digitalisering meer inzicht verworven in onze processen. We geven onze werknemers directe feedback op dashboards die in het labo worden getoond. De medewerkers werken zelfsturend en dat zorgt voor veel voldoening. Uiteraard enkel op voorwaarde dat bedrijven, naast investeren in innoveren, ook blijven investeren in hun werknemers. Met bijkomende opleidingen moeten ze inzicht in hun veranderende job krijgen. De medewerkers blijven hoe dan ook het hart en ziel van het bedrijf.” “Ik denk dat ieder bedrijf dat een duurzame en rendabele toekomst voor ogen heeft, dit haalbaar moet maken. Zeker in deze crisisperiode stellen we vast dat digital-driven bedrijven sterker voor de dag komen. De commerciële aanpak van ons bedrijf wordt van oorsprong gekenmerkt door een zeer fysieke relatie met ons cliënteel. Deze aanpak heeft ons doorheen de jaren geholpen om te groeien. Om de behaalde vooruitgang duurzaam te maken, schakelt Solina de komende jaren een versnelling hoger en staat digitale transformatie hoog aangeschreven in ons strategisch plan. Big data zal ons verrijken
Waarom slagen veel bedrijven niet in de effectieve overgang?
vaak een struikelblok. De return on investment (ROI) is in en helpen klanten nog gerichter te bedienen.” “Om te beginnen vereist de overgang naar Industrie 4.0 doorgaans een flinke investering. Daarnaast betekent de digitale transformatie op veel vlakken een aardverschuiving. Het gaat over een shift in en aanpassing van de mindset, organisatie en structuur die vertrouwd en vanzelfsprekend zijn, maar op de middellange of lange termijn geen duurzame toekomst kunnen garanderen. Er heerst vaak schrik voor deze grote veranderingen. Daardoor schuiven velen de investeringen en omschakeling nog
Verliezen we door de focus op innovatie de menselijke factor niet uit het oog?
op de lange baan.” “Innovatieve software, tools en programma’s kunnen ongetwijfeld het leven van iedereen heel wat eenvoudiger maken. Natuurlijk leven en consumeren we met onze zintuigen. Het is dat menselijke aspect, het meest essentiële der dingen, dat nooit overgenomen zal worden door software. Op dat vlak is er tot op vandaag nog steeds een grens. Wel ben ik ervan overtuigd dat het digitale en het menselijke een perfecte synergie kunnen vormen. Een samenwerking die complementair en harmonieus is.”
Het groeipotentieel van 3D-printing voor de maakindustrie
Industrie 4.0 is een trein die ongestoord verder dendert. Steeds meer bedrijven investeren om de rit te maken. De digitalisering van de industrie is veelomvattend: Internet of Things, slimme fabrieken, big data en connected productieprocessen. In kader van dat laatste draagt additieve manufacturing, 3D-printen, een enorm potentieel in zich. Peter Perremans, CEO van Melotte, legt uit.
Industrie 4.0 gaat over het optimaliseren van het productieproces op basis van de mogelijkheden die digitalisering biedt. Daarin schuilt een groot potentieel voor additieve manufacturing. “Er zijn drie belangrijke voordelen die 3D-printen met zich meebrengt”, legt Perremans verder uit. “Om te beginnen heb je een veel grotere vormvrijheid, met een volledige focus op het realiseren van de functionaliteit. Daarnaast laat de techniek toe om verschillende onderdelen in één te integreren. Waar we vroeger acht componenten nodig hadden voor de realisatie van een bepaalde functie, integreren we dat vandaag in één onderdeel, met een nauwkeuriger ontwerp tot gevolg. Dat bespaart tijd en je reduceert het aantal mogelijke fouten dat er gemaakt kan worden.”
Het derde grote voordeel van 3D-printen gaat over de gewichtsbesparing. Een hydraulisch blok wordt via klassieke productietechnieken typisch uit een massief blok gemaakt waarin verschillende gaten worden aangebracht. Met 3D-printing wordt dat blok herleid tot buisjes die via een verstevigende structuur aan elkaar worden verbonden. Zo krijg je een veel lichter hydraulisch blok, en dat is voor de transportsector een immense meerwaarde. “We maken ook flowreactoren: dunne buisjes die een erg complexe baan volgen. Vroeger werden die één voor één aan elkaar gelast, met risico’s op lekken ten gevolge. Vandaag kan dat eenvoudig opgebouwd worden met een 3D-printer.”
Het is een veelbelovende productietechniek, maar zal 3D-printing de maakindustrie grondig hervormen? “Additieve manufacturing is een volwaardige productietechniek met een enorm potentieel”, bevestigt Perremans. Al zijn er ook obstakels. Metaalprinters zijn nog steeds duur, een 3D-printer voor kunststof is daarentegen veel goedkoper. “Daarbij komt dat we vaak met gevaarlijke stoffen werken. We moeten de nodige maatregelen nemen naar onze werknemers toe, maar missen daar toch veiligheids- en gezondheidsrichtlijnen.” Ook het gebrek aan een standaard certificatieproces bemoeilijkt het proces. Melotte geeft zelf sinds kort opleidingen aan geïnteresseerde klanten. “Bedrijven zien de businessopportuniteiten van 3D-metaalprinting, maar denken nog te vaak in termen van klassieke productieprocessen. Je kunt niet alles printen zoals het geproduceerd wordt door klassieke technieken, zoals draaien, frezen of vonken. Het vereist een ander soort ontwerp en een andere manier van denken. Bovendien duurt het proces langer. Voor eenvoudig blok met enkele gaten, ben je sneller klaar met de klassieke fabricagetechnieken dan
Meer over...
Melotte is van bij de opstart in 1965 een gereedschapsmakerij. De onderneming is gevestigd in Zonhoven en produceert gereedschappen en tools voor derden. Doorgaans zijn dit nauwkeurige onderdelen in kleine series, meestal met complexe vormen uit moeilijk bewerkbare materialen. Als toolleverancier is het bedrijf een pionier in het 3D-printen van metalen onderdelen. Samen met de klant denken ze een goed werkend proces uit. met een printer die daar gemakkelijk vier dagen over doet.” De 3D-printtechnologie biedt een grote meerwaarde mits het dus wordt ingezet voor de juiste producten en toepassingen. Bovendien is de techniek complementair met de klassieke productietechnieken. “We laten zien wat wel en niet kan. Een onderdeel kan bijvoorbeeld best worden gefreesd, terwijl het andere kwalitatief beter is wanneer het wordt geprint.”
“Vooral de automobielindustrie en luchtvaartsector zien toekomstmuziek in 3D-printtechnologie”, sluit Perremans af. De vormvrijheid en gewichtsbesparing zijn daarbij doorslaggevend, die het mogelijk maken dat de techniek op een steeds grotere schaal wordt toegepast. “Zo dalen de prijzen en kan 3D-metaalprinting zijn potentieel in de maakindustrie waarmaken.”
Factory of the Future: PROVAN

Hoe kan je als toeleveringsbedrijf een competitief voordeel creëren voor je eindklanten? De snel evoluerende markt vraagt een steeds grotere variatie in steeds kleinere productiebatches. Snelheid en fl exibiliteit worden daarom een cruciaal competitief voordeel. ‘Quick Response Manufacturing’ en ‘Early Supplier Involvement’ spelen daar handig op in.
Meer uitleg door Peter Tans, CEO van Provan
Maximale effi ciëntie en fl exibiliteit Tans: “Provan was in 2012 een van de pioniers die de productiemethodologie ‘Quick Response Manufacturing’ (QRM) implementeerde in hun bedrijfsvoering. QRM is een methodologie waarmee productiedoorlooptijden drastisch kunnen worden geminimaliseerd. Dit gebeurt door de zogenaamde ‘white space’, de tijd waarin niets gebeurt, zoveel mogelijk uit te schakelen en aldus de doorlooptijd in te korten. Deze methodologie beperkt zich echter niet tot de productie. Je kan het toepassen op je hele bedrijfsvoering, van een vlotte verwerking van offertes tot een zo snel mogelijke verzending van goederen.”
“QRM biedt een grote meerwaarde voor omgevingen met een grote variatie aan relatief kleine productiebatches in een snel veranderende markt. Het voordeel is dat we als toeleverancier focussen op tijd in de plaats van op kosten en zo een gunstige invloed hebben op de TCO. Dat geeft klanten een strategisch voordeel op hun concurrenten. Het maakt hen fl exibeler, waardoor ze sneller kunnen inspelen op veranderende vragen en noden”, aldus Tans. Zo heeft PROVAN zich dan ook omgevormd van metaalbewerker tot ‘total solution provider’.
provan.be
Volledige verticale integratie en ontzorging “Als toeleverancier bestaat onze kernactiviteit uit het bewerken van metaal. Maar dat is slechts ons olympisch minimum. Tussen het design van producten en de commercialisatie daarvan – die beide best gebeuren door onze klanten – proberen we ons als toeleverancier verticaal zo diep mogelijk te integreren. Zo produceren we bijvoorbeeld niet enkel alle metalen onderdelen van een kinesitherapiebank, maar staan we in voor de volledige coördinatie (one-stop shop) en opvolging van alle voor- en nabehandelingen, alsook alle andere onderdelen zoals de kussens, de motoren en de verlichting. Door zo ver mogelijk verticaal te integreren, vergroten we de voordelen van onze QRM-methodologie en garanderen we dat de TCO (Total Cost of Ownership) van onze klanten gunstig beïnvloed wordt op lange termijn.”
Tans: “Early Supplier Involvement (ESI) betekent in dit kader dat we zo vroeg mogelijk na de designfase moeten instappen om met onze productie-knowhow een maximaal voordeel te kunnen bieden. Bovendien hebben we een aparte prototype-afdeling die al meteen een extra toegevoegde waarde kan bieden van zodra de klant een design klaar heeft. Als one-stop-shop provider bieden we een totale ontzorging en halen we alle voordelen van QRM uit de kast, wat gebeurt in combinatie met onze doorgedreven digitalisering. Net daarom zijn we al twee maal verkozen tot ‘Factory of the Future’ en blijven we op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen binnen ons PROVAN I4.0-verhaal.”
Peter Tans, CEO van Provan
Een klimaatneutrale chemiesector? Kwestie van de juiste ‘reactie’

Uit het nieuwste duurzaamheidsrapport van essenscia blijkt onder meer dat 95 procent van alle producten en goederen in Europa gerelateerd is aan chemie of chemische processen. Met andere woorden: duurzame inspanningen in de chemiesector kunnen een grote impact hebben. Die inspanningen worden vandaag al ruimschoots geleverd, maar zoals het tv-programma al wist: Alles kan beter.
Het zesde duurzaamheidsrapport van essenscia werd op 22 oktober 2019 gelanceerd en focuste vooral op vier concrete, maatschappelijk relevante thema’s: de klimaatuitdaging, duurzame kunststoffen, circulaire economie en het aantrekken en opleiden van talent. Voor ons land zijn die thema’s cruciaal: niet alleen stelt de sector van chemie en life sciences hier meer dan 90.000 mensen direct en 150.000 indirect te werk, er is ook geen enkel ander land ter wereld waarin de sector meer omzet per inwoner draait, namelijk 65,8 miljard euro in 2017. Anno 2019 bewijst het feit dat de Oostenrijkse chemiereus Borealis besloot om een nieuwe propyleenfabriek in de Antwerpse haven te bouwen, tegen een investering van 1 miljard euro, dat onze regio nog steeds aantrekkelijk is voor de industrie. Maar hoe houden we dat zo?
Professor Kevin Van Geem is directeur van het Centrum voor Duurzame Chemie. “Zowat alle spelers binnen de sector beseffen vandaag dat de uitdagingen niet meer individueel kunnen aangepakt worden, wel door een combinatie van expertises. Het concurrentiële speelt niet langer een hinderende rol: zo kwamen onlangs nog zes bedrijven overeen om een oplossing te zoeken voor de reductie van CO2-uitstoot bij de productie van ethyleen, de bouwsteen voor polyethyleen, en om daarbij ook de ontwikkelingskosten te delen. De perceptie dat chemiebedrijven hun knowhow niet willen samen ontwikkelen, is wat mij betreft dus verkeerd. Gewoon omdat de bedrijven beseffen dat samenwerken vandaag een noodzaak is, omdat de kosten en risico’s in R&D hoog zijn. Heel wat landen zijn trouwens jaloers op onze voortrekkersrol in deze duurzame ontwikkeling, onder meer via het Moonshotproject van Vlaanderen.”
Heel veel landen zijn jaloers op onze manier waarop we uitdagingen binnen chemie aanpakken.
— KEVIN VAN GEEM, CENTRUM VOOR DUURZAME CHEMIES

Duurzaamheid moet trouwens, zeker wat de kapitaalintensieve chemiesector betreft, ook op meer dan één manier worden geïnterpreteerd. “Er is de ecologische duurzaamheid, waar het impact op milieu en het klimaat betreft”, aldus Pieter Nachtergaele, doctorandus die aan UGent het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in de chemische industrie bestudeert. “Maar daarnaast moet ook ingezet worden op sociale en economische duurzaamheid.” Die inspanning is nodig, want de (petro) chemische en staalsector is verantwoordelijk voor een groot stuk van de emissies in Vlaanderen. Tel daarbij op dat de sector ook goed is voor ongeveer 10 procent van het BNP, en je begint een beeld te krijgen van de impact. “Als je niets doet, loop je het risico dat die bedrijven uit ons land zullen vertrekken, of zullen moeten sluiten omdat ze niet meer voldoen aan de duurzaamheidsvereisten”, aldus professor Van Geem. Reden genoeg dus om in te zetten op duurzame maatregelen. Zeker gezien het duurzaamheidsrapport vermeldt dat ‘plastics essentiële materialen zijn om de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN te behalen en waardevolle resources vormen om de circulaire economie te versnellen’. Het komt er volgens het rapport op neer duidelijk te maken dat plastics – bijvoorbeeld in de vorm van de ‘plasticsoep’ in de oceanen – niet alleen deel zijn van het probleem, maar ook van de oplossing. “Dan moet de beeldvorming natuurlijk ook wat veranderen”, aldus Pieter Nachtergaele. “Veel innovatieve technologieën die bijdragen aan het verduurzamen van de samenleving zijn mogelijk dankzij de chemische industrie. Denk bijvoorbeeld aan isolatiematerialen of batterijen in elektrische wagens. Maar die plasticsoep of een brand op een chemiebedrijf valt natuurlijk meer op en oogt mediageniek. Dus qua communicatie kan daar nog een en ander verbeteren, zeker omdat de sector vandaag al heel wat forse inspanningen levert. Het is essentieel om ook te communiceren over de positieve impact die chemische producten hebben op de mens en het milieu.”
Tot slot: mogen we dromen van een volledig klimaatneutrale sector? Is dat een utopie, of haalbaar? Volgens professor Kevin Van Geem dat laatste: “Een klimaatneutrale chemische sector is effectief mogelijk. Vandaag nog niet, omdat we nog niet over voldoende economisch haalbare alternatieven voor het genereren van warmte via verbranding beschikken. Maar eenmaal we die wel hebben – vooral in de vorm van elektrificatie en het gebruik van groene elektriciteit – zal het mogelijk zijn.”
AI: de speeltijd is gedaan.



Artifi ciële intelligentie (AI) is al enkele jaren een hype. Maar de toepassing ervan blijft vaak in een testfase steken. Projecten geraken niet verder dan het “lab”. COVID-19 brengt ons naar een nieuwe realiteit waarin AI bedrijfswijd duurzame waarde moet genereren.
AI en advanced analytics leveren enkel waarde als ze worden ingebouw in de dagelijkse processen en beschikbaar zijn voor iedereen om betere beslissingen te nemen. Zoals bij Volvo Trucks, dat er in slaagde met SAS de hersteltijd van trucks met 25% te verminderen. Als artifi ciële intelligentie ooit een speeltuin was, dan biedt het organisaties vandaag een unieke kans om aan een duurzame toekomst te bouwen.
Vierstappenplan
Organisaties vertrekken te vaak vanuit de technologie, terwijl het belangrijker is om eerst te bepalen voor welke business cases ze kan ingezet worden en wat dit kan opleveren. Om manufacturing bedrijven hierin bij te staan, stelde SAS een 4-stappenplan op: In de eerste fase maken we ingenieurs, operators of plant managers bewust van wat AI en advanced analytics wel en niet kan en zoeken we samen uit welke business cases er zijn, wat die kunnen opleveren en of ze haalbaar zijn.
Een tweede stap is de pilootfase (Find fast/Fail fast). Bedrijven geraken soms niet verder dan een proof of concept. Dit proces mag eigenlijk niet te lang duren. Is het potentieel aanwezig, dan moet het analytics model zo snel mogelijk in productie. Is er geen potentieel, dan leren we hieruit waarom het bedrijf er niet klaar voor is. Misschien ligt het aan de kwaliteit van de data of zijn de juiste processen nog niet aanwezig. De derde stap is het inbouwen van analytics in de operationele processen, het industrialiseren of automatiseren. Pas dan kunnen sneller betere beslissingen worden genomen die echt duurzaam waarde opleveren.
De laatste stap is zeker cruciaal: aan de hand van de belangrijkste bevindingen bekijken hoe een project best kan worden gereproduceerd voor andere fi lialen en business units. Wil u weten hoe Solvay advanced analytics en AI schaalbaar en herhaalbaar maakt bekijk dan het on-demand webinar uit de SAS Virtual Friday Insight sessies op www.sas.com/virtualfriday.
De tijd van spelen met AI in een lab is echt wel voorbij. Wie in de wereld na COVID-19 het verschil wil maken, moet de technologie gebruiken om bedrijfsbreed waarde te creëren; de kwaliteit verbeteren, kosten verlagen, uitstoot verminderen, duurzamer produceren....
Adriaan Van Horenbeek Manufacturing Lead Customer Advisory Benelux
Eenvoudiger werken dankzij waardevolle gegevens van een geconnecteerde verzamelaar
Als je werkzaam bent in Operations/Maintenance, Inkoop of Milieu, Gezondheid & Veiligheid, dan heb je hoogstwaarschijnlijk weinig tijd om na te denken over het stofopvangsysteem van jouw faciliteit.
Maar wat als jouw stofafzuiger, in plaats van rustig in een hoekje te zitten en zijn ding doet, je werk ook effectief gemakkelijker zou maken?
Wel, nu is dat mogelijk. De iCue™-fi ltratiedienst van Donaldson is aangesloten op jouw stofafscheider, houdt de werking ervan voortdurend in de gaten en biedt real-time prestatiegegevens die je werk kunnen vergemakkelijken.
Het komt niet vaak voor dat één enkel stuk technologie een uiteenlopende groep stakeholders in de productiesector ten goede komt. Maar dat is precies wat de iCue-service doet. Professionals op het gebied van Operations en Maintenance, Inkoop en Milieu, krijgen meteen informatie die helpt bij het voorkomen van een ongeplande downtime, en daarnaast de effi ciëntie van de verzamelaar optimaliseert en compliance data bijhoudt.
Nauwkeurige informatie over systeemprestaties binnen handbereik
Tot voor kort betekende het monitoren van een stofverzamelsysteem het handmatig lezen van instrumentenpanelen en vervolgens het registreren en interpreteren van die gegevens: tijdrovende taken die soms niet eens de nodige info geven voor het nemen van de juiste beslissingen.
Nu kan de iCue-fi ltratiedienst de monitoring uitvoeren en nauwkeurige, real-time informatie binnen handbereik weergeven om de effi ciëntie van de stofverzamelaar te helpen optimaliseren, ongeplande stilstand te verminderen en compliancedocumentatie te vereenvoudigen.
Handmatig geregistreerde gegevens geven slechts een momentopname weer. De geconnecteerde monitoring is continu, zodat je trends en afwijkingen meteen opmerkt. Dat levert voordelen voor alle belanghebbenden – Operations/Maintenance, Inkoop, en Milieu, Gezondheid & Veiligheid.

5 waardevolle stofverzamelingsmetingen die iCue controleert:
1. Differentiële druk - Werken jouw fi lters goed?
De iCue-service waarschuwt op tijd over mogelijke fi lterproblemen, zodat je weet wanneer fi lters aan vervanging toe zijn.
2. Deeltjesconcentratie – Overschrijd je emissie- of blootstellingslimieten?
iCue stuurt een waarschuwing wanneer de blootstellingslimieten dreigen te worden overschreden, en levert nauwkeurige compliance data.
3. Persluchtdruk - Werkt je fi lterreinigingsmechanisme?
iCue waarschuwt wanneer de luchtdruk afneemt, zodat de levensduur van het fi lter kan worden verlengd.
4. Relatieve luchtstroom – Vloeit er genoeg - of te veel - lucht?
iCue geeft inzicht in systeemproblemen, zodat je ongeplande stilstand kunt verminderen en onderhoud kunt optimaliseren.
5. Stoftrechter verstopping – Riskeer je een stofback-up?
iCue brengt je op de hoogte wanneer het materiaal begint te stollen, zodat crews het kunnen aanpakken voordat het te laat is.
Scan de QR-code om de iCue-fi ltratiedienst van Donaldson in actie te zien
Voor meer informatie over Donaldson’s iCue connected fi lteringsservice, neem contact op met een Connected Solutions-specialist via 0800 70 613 of via