12 minute read

Profielinterview: Marc Peeters, BAM

‘De digitalisering zal de bouwsector op zijn kop zetten’

Ziekenhuizen, treinstations, schoolcampussen en spoorwegbruggen… Als het op bouwen aankomt, is het bouwbedrijf BAM voor geen kleintje vervaard. Hoe ziet het bedrijf de industriële toekomst van ons land? En wat zijn de grote uitdagingen voor de sector? Directeur Marc Peeters legt uit.

Advertisement

BAM Belgium is een dochter van de Nederlandse, beursgenoteerde Koninklijke BAM Groep, een bouwbedrijf dat over de hele wereld enorme infrastructuurwerken voor zijn rekening neemt. In België hebben ze ongeveer 1.700 mensen op de loonlijst staan. Hun grote baas is Marc Peeters.

De Belg heeft een baksteen in de maag. Geldt dat ook voor de grote werken, zoals jullie die aanpakken? “Ja, België is een interessante markt voor een bouwonderneming als de onze. Het is een vrij constante markt, omdat er meestal een gezonde balans is tussen private en publieke investeringen. Meestal houden die twee mekaar goed in evenwicht, en dat heb je wel nodig. Je hebt een jaar of vijf veel private activiteit en als dat begint af te nemen, trekken de publieke investeringen weer voor een paar jaar aan. Dat zijn goede omstandigheden om een bedrijf uit te bouwen en niet elke markt heeft die troef. Als er bijvoorbeeld een crisis is in de Angelsaksische landen, hakt die er ineens stevig in. In België worden de gevolgen meer uitgespreid over de tijd, wat ze gemakkelijker verteerbaar maakt.”

Het is vandaag ook veel meer dan alleen maar bouwen. “Klopt, wij proberen almaar vaker adjacent business te vinden. Je hebt natuurlijk het bouwproces, maar daarvoor is er ook al een designproces geweest. Er loopt tegelijk een financieringsproces en als het gebouw af is, dan komt er een onderhoudsproces. We proberen die hele waardenstroom aan onze klanten aan te bieden. Tegenwoordig schuiven

De bouw heeft nog heel hoge faalkosten, die inherent zijn aan het bouwproces.

we zelfs al op naar het operationele. In de gevangenis van Beveren die wij gebouwd hebben, doen we bijvoorbeeld aan catering en schoonmaak. Dat heeft al niet veel meer met het pure bouwen op zich te maken.”

We hebben in Europa onze industriële sector de laatste decennia almaar meer naar lageloonlanden geduwd. Voor een bouwbedrijf is dat natuurlijk anders: jullie kunnen moeilijk een gebouw in China maken en het naar hier verschepen. “Dat zou lastig zijn, ja (lacht). In dat opzicht zijn wij nog wel een echte maakindustrie. Nu goed, dat wil niet zeggen dat er helemaal geen vernieuwingen voor onze deur staan. In wezen is de productiviteit van de bouw eigenlijk al decennia dezelfde. We bouwen, min of meer, nog altijd op dezelfde manier als onze ouders. We hebben betere machines, maar het bouw-proces is identiek. En daar is nog enorm veel ruimte voor efficiëntiewinst. Ik denk dat de digitalisering daar een enorm verschil kan maken en de sector op zijn kop zal zetten.” Hoe zie je dat concreet? “Digitaal voorbouwen is bijvoorbeeld zo’n tendens. Het hele gebouw wordt eerst digitaal in de computer opgetrokken, nog voor we één steen leggen. Een beetje zoals je in de garage een auto samenstelt. We moeten zo ook de faalkosten naar beneden halen. De bouw heeft nog heel hoge faalkosten, die inherent zijn aan het bouwproces. Een architect maakt een plan, die gooit dat over de haag bij een studiebureau, en dat gaat dan naar het bouwbedrijf dat moet opleveren. Een veel te flou proces waarin de kans op fouten groot is. Meer nog, ik denk zelfs dat we meer fouten maken dan vroeger, toen ieder zijn rol nog beter gedefinieerd was. De raakvlakken tussen ontwerper, studiebureau en uitvoerder zijn in de loop der tijd vervaagd en zo ontstaan er hiaten. Waardoor ook fouten opduiken. De digitale mogelijkheden gaan dat proces dooreenschudden. Een bouwheer zal in de toekomst één ‘opdrachtnemer’ aanstellen die het proces van A tot Z zal coördineren. Hij zal ook dat digitale model beheren.”

Dan is het de vraag: wie wordt ‘opdrachtnemer’? “Precies. Wordt dat de architect, het studiebureau of de aannemer? Aangezien die partij ook het risico op zich moet nemen, zal het waarschijnlijk de meest kapitaalkrachtige zijn. Of, en dat is een vierde mogelijkheid, het wordt een compleet nieuwe speler. Een digitale partij, à la Google of Amazon, die de werken daarna uitbesteedt. Dat is geen utopie, in de VS bestaat dat al.”

Zijn er over tien jaar nog bouwvakkers? Of wordt alles door robots gebouwd? “Ik denk dat de mens zijn plek zal behouden. De robotisering zal toenemen, maar vooral voor routinematige klussen, bijvoorbeeld het metsen van een gevel. Als we een kaaimuur of een tunnel bouwen, zijn er gewoonweg nog menselijke brains nodig. 3D-printing zal ook meer en meer gebruikt worden. Een kleinere brug zal bijvoorbeeld niet

meer gebouwd, maar geprint worden. Het zal toenemen, maar zoals ik al zei: de bouwsector is meestal niet de voortrekker in dat soort vernieuwing.”

We komen net uit een coronapandemie. Welke impact heeft die gehad? “Het is duidelijk dat de crisis ons veel geld heeft gekost, omdat er heel veel projecten zijn stilgevallen. Maar toch zie ik niet alles negatief. Het heeft ons ook de kans gegeven om eens even op de pauzeknop te drukken en na te denken over ons beroep. De ommezwaai naar telewerk is bijvoorbeeld een deugd gebleken. Het IT-platform daarvoor is grondig uitgetest en staat nu op punt. In de toekomst gaan we dit blijven gebruiken om onnodige verplaatsingen te vermijden. Ten tweede heeft de crisis ervoor gezorgd dat we ons ook een beetje… kwetsbaarder durfden opstellen. Het heeft ook de work-lifebalance wat meer naar het privéleven laten overhellen en dat is niet slecht. We hebben jarenlang gezocht hoe we die balans konden optimaliseren, ik denk dat de crisis ons daarbij de weg heeft getoond. De derde les is duurzaamheid, denk ik. Daar waren we ons al meer op aan het richten, maar corona heeft dat nog scherper gesteld. Het is duidelijk dat niet alles zomaar kan op onze planeet. Wat CO2-uitstoot bijvoorbeeld betreft, komen de limieten toch echt wel in zicht. Zaken als circulair bouwen, waarbij we restproducten van oude gebouwen hergebruiken in nieuwe projecten, zullen almaar belangrijker worden.”

SMART FACT.

Wat zou je geworden zijn als je nu geen directeur was van een bouwbedrijf?

“Ik zou misschien meer een ‘mens’-beroep gedaan hebben. Mensen begeleiden in hun carrière, iets in de hr misschien. Atypisch voor een ingenieur, ik weet het (lacht). Maar geen spijt, hoor.”

Circulair bouwen, waarbij we restproducten van oude gebouwen hergebruiken in nieuwe projecten, zal almaar belangrijker worden.

Vlaanderen trekt 2,2 miljard uit voor infrastructuurwerken De Vlaamse regering steekt dit jaar 2,2 miljard euro in mobiliteit en openbare werken. Het gaat om 924 projecten, waaronder werken aan de ring rond Brussel en Antwerpen, de Oosterweelwerken, de ontsluiting van de Ford-site in Genk, de aanleg van spitsstroken op de E314 en de verhoging van bruggen over het Albertkanaal. Er gaat ook veel geld naar de bouw en renovatie van sluizen, waaronder de nieuwe Sluis Terneuzen en de Nieuwe Royerssluis.

Coronacrisis hakt in op de bouw Na de horeca, de evenementensector en de handel was de bouw de sector die het hardst door de coronacrisis is getroffen. Dat blijkt uit een studie van de Economic Risk Management Group van de Nationale Bank waarover Bouwkroniek bericht. De verkoop van nieuwbouw is met de helft gedaald en vanaf september zullen veel bouwbedrijven tegen een leeg orderboek aankijken. De bouw vraagt een btw-verlaging voor de sector voor nieuwbouw, van 21 naar 6 procent.

DUURZAAMHEIDSDOELSTELLINGEN De 17 SDG’s op een rijtje

De implementatie van de SDG’s in je bedrijfsstrategie dient zijn doel indien ze op zijn minst afkomstig zijn uit elk van de vijf groepen, namelijk people, planet, profit (prosperity), peace en partnership. Dat houdt in dat er een gezonde, werkbare verstrengeling moet bestaan van deze duurzaamheidsdoelen om te kunnen spreken van een impactvol maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar wat houden deze P’s afzonderlijk juist in?

People

De people-tak focust zich op sociale verbetering, en dat geldt niet alleen voor de werknemer. Ook met consumenten, leveranciers en de gehele samenleving dient rekening te worden gehouden. Dan gaat het dus om gezondheid en veiligheid – zeker in tijden van COVID-19 – maar ook loon, werkbaar werk, levenslang leren… zouden aan bod moeten komen.

Planet

Klimaatverandering is al lang geen lachertje meer, en dat weten ook tal van organisaties en bedrijven. Inzake ‘planet’ gaat de aandacht naar de impact van je bedrijfsvoering op het milieu. Wat zijn met ande re woorden de effecten van het productieproces en materiaalgebruik met gevolgen voor ons water, bodem, lucht en biodiversiteit? Grote thema’s die veel aandacht vragen zijn natuurlijk CO2-vermindering, duurzame afvalverwerking, maar ook bijvoorbeeld (deel)mobiliteit. Profit/Prosperity

Voldoende omzet draaien vormt vanzelfsprekend mede de basis van een gezonde onderneming of organisatie. Maar behalve inkomsten, draait het bij ‘profit’ ook om het blijvend innoveren en de kwaliteit van je product of dienst. Ook reputatie is een belangrijk aspect – steeds meer actoren vragen om duurzame producten, en aan die vraag moet beantwoord kunnen worden. Duurzaam ondernemen zorgt ten slotte ook voor een kostenverlaging. Denk maar aan energieverbruik, logistiek en transport, het aantrekken en behouden van personeel…

Peace en Partnerships

Het zijn vooral people, planet en profit die als dé drie P’s naar voren worden geschoven. Maar ook peace en partnerships komen steeds vaker aan bod. Heel wat sectoren zien het belang van een goede samenwerking in. Maar partnerschap gaat verder dan dat: samenwerken dient globaal te gebeuren, tussen ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden en groeilanden. Over peace valt in dat opzicht dan ook veel te zeggen. Een duurzame agenda met gelijke kansen voor iedereen is moeilijk haalbaar als oorlog en conflict overal ter wereld blijft bestaan. Bovendien slagen de SDG’s en een positieve impact ervan op onze planeet enkel als iedereen zich inzet en zijn of haar levensstijl op alle vlakken voldoende aanpast.

‘Alpha Recycle Mat’ de eerste gerecycleerde verf in België

AkzoNobel brengt onder het professionele verfmerk Sikkens de eerste gerecycleerde verf op de Belgische markt. De verfproducent zet met de witte ‘Alpha Recycle Mat’- verf een belangrijke nieuwe stap richting een duurzamere sector.

2003919 AN_Sikkens-Advertorial Alpha Recycle Mat.indd 1

SLIMME METER SLIMME METER

Jaarlijks gebruiken mensen in Europa miljoenen liters verf van allerlei merken. En hoe goed ze ook uitrekenen hoeveel verf ze nodig hebben, ze zitten vrijwel altijd met restjes. Om die verspilling tegen te gaan ontwikkelde AkzoNobel ‘Alpha Recycle Mat’ een witte, matte emulsie die voor meer dan één derde bestaat uit witte verfresten uit recyclageparken. Dit duurzame alternatief, dat in België onder het Sikkens-merk op de markt gebracht werd, is een absolute primeur voor ons land en een belangrijke stap richting een lagere ecologische voetafdruk van schilderwerk. De markt is hier klaar voor omdat overheden steeds meer belang hechten aan het ecologische aspect bij aanbestedingen en omdat ook projectontwikkelaars, architecten en bouwheren hier steeds meer aandacht aan besteden.

Volgende halte: productie in België

AkzoNobel is voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om duurzame innovatie te stimuleren, de hoeveelheid afval te verminderen en een kringloopeconomie voor verf te creëren. Tegelijk blijft voor Sikkens kwaliteit een absolute topprioriteit. Het productieproces van de nieuwe gerecycleerde verf gaat daarom gepaard met de strengste kwaliteitscontroles, zodat elke pot voldoet aan de eisen waarvoor Sikkens bekend staat. De productie van verf gebeurt vandaag nog in het Verenigd Koninkrijk. Zodra de witte verfresten zijn teruggewonnen, worden ze gesorteerd, gefi lterd en verfi jnd. Vervolgens produceert Sikkens er zijn Alpha Recycle Mat mee, dat nu al voor 35% uit gerecycleerde verf bestaat. Akzo Nobel streeft er via doorgedreven recyclage naar om dat aandeel van gerecycleerde verf nog te vergroten én om de gerecycleerde verf op termijn ook in België te produceren. Het is de ambitie om op korte termijn ook in België witte verfresten te kunnen recycleren en herproduceren.

Ecologische doelstellingen

De lancering van Alpha Recycle Mat sluit aan bij de bredere ecologische doelstellingen en het innovatieve karakter van AkzoNobel. De internationale groep staat al jaren aan de top van de Dow Jones Sustainability Index voor chemiebedrijven en wil tegen 2050 klimaatneutraal zijn – in de chemische sector een zeer ambitieuze doelstelling. Ook voor het merk Sikkens gaan duurzaamheid en kwaliteit al jaren hand in hand, wat onder andere blijkt uit de ontwikkeling en productie van solventarme en watergedragen verf en het hergebruiken van spoelwater. Samen met een aantal recyclageparken in België stimuleert AkzoNobel via het Repaintproject ook al het hergebruiken van gekleurde verfresten door kringloopwinkels en goede doelen.

Meer info? Vraag gerust meer uitleg aan ons Project Account Team.

Guy Ardijns (West- en Oost Vlaanderen) guy.ardijns@akzonobel.com – 0475/43.88.06 Vincent Slabbaert (Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant) vincent.slabbaert@akzonobel.com – 0475/45.51.60 Eric Schmidt (Wallonië) Eric.schmidt@akzonobel.com – 0490/57.15.19 AkzoNobel Paints Belgium nv/sa Sikkens Bouwverven – Peintures Bâtiment Postbus 80 – B-1800 Vilvoorde Tel.: +32 (0)2 254 22 11 E-mail: sikkens.be@akzonobel.com – www.sikkens.be

SLIMME METER SLIMME METER FOR THE BEST

15/07/20 10:19

LOKALE PRODUCTIE WINDTURBINES

LOKALE PRODUCTIE ZONNEPANELEN LOKALE PRODUCTIE ZONNEPANELEN

LOKAAL NETWERK MET FICTIEVE METER

Logigrid: naar een duurzaam Logistiek Park Waasland

Duurzaamheid zit ingebakken in het DNA van Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO). Niet alleen zijn er de participaties in Ecluse – het prijswinnend stoomnetwerk in de haven van Antwerpen dat in 2019 gelanceerd werd – en Wind aan de Stroom. Ook voor het recent volledig ingevulde Logistiek Park Waasland te Verrebroek trekt MLSO de duurzame kaart. De gemeenschappelijke wadi voor de afvoer en infiltratie van hemelwater en het duurzaam groenbeheer zijn hiervan twee concrete voorbeelden. Op het vlak van duurzame energie zag MLSO eveneens een voortrekkersrol weggelegd voor het Logistiek Park Waasland. In VIL en Flux50, twee speerpuntclusters van de Vlaamse Overheid, werden de ideale partners gevonden. VLAIO steunt het project financieel. Het project ‘Logigrid’, waarbij ‘logi’ staat voor ‘logistiek’ en ‘grid’ voor ‘elektriciteitsnetwerk’, past perfect in deze strategie.

Logigrid onderzoekt welke meerwaarde samenwerking tussen logistieke bedrijven kan hebben op het vlak van energie. Hoe kan energie die opgewekt wordt door zonnepanelen of windturbines bij logistieke bedrijven opgeslagen en gedeeld worden met andere bedrijven voor hun elektriciteitsvoorzieningen of de aandrijving van machines en transportmiddelen door middel van batterijen of waterstof?

Doordat het energieverbruik op het niveau van het bedrijventerrein beheerd en beheerst wordt, en niet op het niveau van individuele bedrijven zoals vandaag het geval is, zijn er ook heel wat maatschappelijke voordelen verbonden aan Logigrid:

De aard van de verschillende bedrijven op een bedrijventerrein zorgt ervoor dat het piekverbruik verdeeld wordt. Daardoor kan de productie van zonne- of windenergie beter benut worden en ligt de belasting van het elektriciteitsnet dus lager. Dat zorgt er dan weer voor dat er minder investeringen in verzwaring van het elektriciteitsnet nodig zijn. En dat is belangrijk wanneer er steeds meer heftrucks en vrachtwagens elektrisch gaan rijden: bijkomende netverzwaring moet in de toekomst beperkt worden.

Logigrid is niet alleen een leertraject voor de logistieke sector, maar ook voor de netbeheerder, de VREG en het beleid. Het is immers belangrijk dat de overheid een dergelijke samenwerking tussen bedrijven mogelijk maakt.

Dat alle bedrijven in het Logistiek Park Waasland deelnemen aan dit pilootproject is mooi meegenomen. Het toont aan dat terreinbeheerders wel degelijk een rol kunnen spelen in de verduurzaming van bedrijventerreinen. Al werkte de aanwezigheid van een bedrijventerreinmanagement dit zeker mee in de hand. Geïnteresseerde bedrijven kunnen trouwens nog steeds aansluiten bij Logigrid via VIL.

This article is from: