
8 minute read
Boontje komt om zijn loontje
Duurzame voeding: we hebben er helaas vaker figuurlijk dan letterlijk de mond van vol. Vooral omdat de oorsprong of kweekwijze van producten voor de consument niet altijd even duidelijk is. Dé veilige keuze is dan ook lokaal of zelfgeteelde voeding. Maar hoe begin je daaraan? En heeft dat niet te veel voeten en handen in de aarde?
Voedsel dat besmet is met PFOS. Dioxine in kippen en eieren. Vetmesters die de boel belazeren met groeihormonen. Als consument hebben we het de laatste decennia niet onder de markt gehad wat betreft duurzame en veilige voeding. Dat is wellicht een van de redenen waarom we snakken naar lokale en traceerbare producten. Zo ging het aantal zelfplukboerderijen in Vlaanderen van één naar meer dan tachtig in vijftien jaar tijd en tellen volkstuintjes steeds langere wachtlijsten. Nog een frappant voorbeeld: supermarktketen Delhaize lanceerde een abonnementsdienst waarmee bedrijven hun werknemers korting kunnen geven op gezonde voedingsproducten. Om maar te zeggen dat het leeft bij de mensen.
Advertisement
“Er is inderdaad een trend bij consumenten naar meer lokaal en meer duurzaam”, aldus Heleen De Smet, beleidsexpert landbouw en voeding en woordvoerder van Bond Beter Leefmilieu. “Mensen willen in de eerste plaats weten hoe hun voedsel wordt gemaakt, vanuit de natuurlijke reflex om dichter bij hun voeding te staan, omdat het zo’n cruciaal product is. Helaas is in de supermarkten de herkomst van producten niet altijd even duidelijk, dus daar kunnen retail en overheden zeker nog stappen vooruitzetten.” In elk geval vormt het label ‘biolandbouw’ een betrouwbare garantie: kwaliteit van hier, volgens agroecologische principes.
Mensen willen vandaag dus niet alleen weten of iets voedzaam is (bijvoorbeeld via de NutriScore), maar ook of het bespoten is, wie het gekweekt heeft, hoe het getransporteerd wordt, wat de ecologische voetafdruk is … Boontjes die uit Kenia komen gevlogen, daarvan weet je dat er enorm veel CO2-uitstoot mee gepaard gaat. Misschien moet je dan als consument wel beslissen dat die niet de beste keuze zijn. Duurzame alternatieven zijn volgens een studie van WWF ook niet per se duurder, als je je maar bewust bent van wat je in je winkelwagen legt. Hoe meer we met z’n allen die producten kopen, hoe goedkoper ze zullen worden volgens het principe van de markt. sowieso al een duurzame keuze, omdat vlees en zuivel de grootste impact hebben, zowel qua biodiversiteit en waterkwaliteit als ontbossing. Wie vlees echt niet kan missen, volgt nu gelukkig al vaak het principe ‘minder, maar beter’.” principe van ‘jong geleerd is oud gedaan’. “Duurzaam consumeren begint al in de schoolbanken”, aldus algemeen directeur Iris Cornette. “Zo krijgen leerlingen van het eerste en tweede jaar elk een paar vierkante meter grond om kruiden en groenten op te kweken, die vervolgens worden verwerkt in gerechten. Op die manier willen we van onze studenten bewuste consumenten maken, via verschillende boodschappen: het plezier van eigen kweek en het feit dat je goede grondstoffen écht niet ver moet zoeken. Het is bijvoorbeeld toch te gek voor woorden dat we vis uit Japan importeren terwijl onze eigen Noordzee barst van de lekkere vis.”
Ook het belang van zero food waste wordt sterk benadrukt op de school. “Wist je dat er in grootkeukens gemiddeld 12 procent van het geproduceerde voedsel verloren gaat?”, illustreert Iris Cornette. “Omgerekend is dat 10.000 kilo per jaar of een verliespost van 14.000 euro. Om nog maar te zwijgen van de CO2-uitstoot die dit teweegbrengt. Om verspilling tegen te gaan, kan elke leerling bij ons een herbruikbare drinkfles aankopen en die bijvullen op diverse watertappunten op de campus. Geen waterverspilling én geen plastic afval. Zo koppelen wij duurzaamheid aan een gezond voedingsbeleid en ecologie.”
Het laatste woord is voor Heleen De Smet. “Het succes van die zelfplukboerderijen en volkstuintjes toont dus aan dat mensen terug dichter bij hun voedsel willen komen. Maar laten we ook eerlijk zijn: het is gewoon gigantisch plezant om met je handen in de aarde te wroeten, en heerlijk om planten seizoensgebonden te zien groeien. (lacht) En je krijgt er meer respect voor het landbouwberoep voor.”

Onze leerlingen zijn enerzijds de bakkers, slagers en koks van morgen, maar anderzijds ook de duurzame consumenten.
— Iris Cornette, Hotelschool Ter Groene Poorte
Ardo feeds the Future

Het West-Vlaamse familiebedrijf Ardo is een belangrijke wereldspeler in vriesverse groenten, kruiden en fruit voor retail, foodservice en food-industrie. Deze internationale groep – met een omzet van 1,1 miljard euro - teelt, verwerkt en verkoopt haar producten wereldwijd op een duurzame manier.
Dubbele positive impact
Er is een groeiend bewustzijn over hoe onze voeding klimaat en milieu impacteert; daarnaast komen er meer inzichten over het positieve effect van plantaardige voeding op onze gezondheid. Beide trends zetten een wereldwijde beweging in naar een meer plantaardig voedingspatroon, beter voor onze eigen gezondheid en die van de planeet. Ardo zet in op deze dubbele positieve impact. “We vriezen onze groenten, fruit en kruiden direct na de oogst in, zo behouden ze een maximale smaak en voedingswaarde en dragen wij bij aan een gezonde plantaardige voedseltransitie. En dit met een minimale negatieve impact op de natuur.” – Bernard Haspeslagh, COO.
Minimal Impact, Maximum Output, Sustainable Agriculture
10 jaar geleden reeds lanceerde Ardo het programma ‘Mimosa’, om de bedrijfsvoering af te stemmen op de behoeften van ons milieu en weerbaarder te worden tegen de klimaatverandering. Dit omvat o.a. de toepassing van duurzame agro-technieken bij onze landbouwers. Met innovatieve technologieën zoals robotgestuurde onkruidbestrijding, drones en preciziezaaien heeft Ardo het gebruik van kunstmest en pesticiden teruggedrongen. Momenteel is 76% van de door hen geproduceerde producten residuvrij, waarmee Ardo koploper in Europa in deze sector is. Ardo is al sinds 1990 pionier op vlak van biologische productie en verdubbelde sinds 2015 haar areaal aan biologische producten.
Kringloop van water & energie
Ardo is ambitieus om haar water- en energievoetafdruk te verkleinen. We filteren en hergebruiken grotendeels het water in een van onze grootste productiesites te Ardooie bijvoorbeeld. De rest gaat naar een spaarbekken van 150.000 m³ waarmee lokale boeren hun velden kunnen irrigeren. Op dit spaarbekken drijven bovendien 4.860 zonnepanelen, die groene energie produceren. Het gloednieuwe hoofdkantoor in Ardooie voldoet aan de BEN-bouwprincipes en gebruikt alleen energie uit groene bronnen: biomethanisering van planten en zonnepanelen. Voor de klimatisering hergebruiken we restkoude en -warmte uit de naburige Ardo-fabriek. Tegen 2030 willen we ook de vriesmagazijnen energieneutraal maken.
Duurzame relaties
60 Jaar geleden legden Edouard en Richard Haspeslagh de grondslag van het familiebedrijf. Momenteel is reeds de derde generatie actief in de groep die intussen 4.000 medewerkers in 21 vestigingen en 9 landen telt. “Om dat te realiseren, heb je sterke teams nodig”– zegt Gabrielle Kalkwijk - CEO. We vinden het belangrijk om een aangename, uitdagende en veilige werkomgeving te creëren voor onze medewerkers en de hele keten. Ook qua kwaliteit en veiligheid wil Ardo een voortrekkersrol spelen, want elk ongeval is er één te veel.
Ardo is steeds op zoek naar talent om verder te bouwen aan de toekomst. Spreekt ons verhaal je aan? Kijk dan op Ardo.com.
PURE BY TOPS CUISINE TREKT RESOLUUT DE KAART VAN DUURZAAMHEID

Met het label PURE by Top’s Cuisine wil Tops Foods de komende jaren mee varen op een duurzaamheidsgedachte gekoppeld aan ecologie en innovatie. Het bedrijf levert kant-en-klare maaltijden aan de klassieke retail, de luchtvaartsector en binnen het health care traject voor mensen die met slikproblemen kampen. “Onze maatschappelijke gedachte vertaalt zich in alles wat we doen”, vertelt CEO Michel Tops. “Als bedrijf willen we absoluut meehelpen aan het reduceren van foodwaste en de afvalberg, vooral plastic, te verkleinen.”
Tops begon enkele jaren geleden te denken aan een alternatief voor de verpakkingen. “De markt van kant-en-klare maaltijden werd echt gedomineerd door plastic. Als we zo verder doen, krijgen we tegen 2030 een verdubbeling van het plastic in onze oceanen. Een zorgwekkende situatie dus waardoor ik zelf op zoek ging naar een alternatief. Als je het anders wil doen, moet je eerst naar jezelf en naar je bedrijf kijken.” De oplossing vond Tops in een verpakking die uit houtvezel bestaat. “Eigenlijk gebruiken we houtresten. Takjes en twijgjes waar je eigenlijk niets meer mee kan maken, maar toch hebben we ons geëngageerd om per gebruikte boom twee nieuwe aan te planten. Niet uit marketing, maar echt uit overtuiging.” “De verpakking heeft nog een dunne folie aan de binnenzijde die je makkelijk kan verwijderen zodat je het kan voorsorteren waar het hoort. Met onze verpakking reduceren we tot 85 procent plastic in onze productie ofwel 20 ton per miljoen verkochte maaltijden. Kijk, je hoort vaak praten over recycleren, en daar is niets mis mee, maar dat verhaal is eindig. Je moet beginnen met de basis en dat is reduceren. Als bedrijf moet je je verantwoordelijkheid nemen. Moest elke organisatie dat doen, dan geloof ik dat we echt snel een verschil kunnen maken.” Naast plasticreductie zet PURE by Top’s Cuisine in op het verminderen van voedselverspilling. “We gebruiken een wereldwijd gepatenteerd proces voor pasteurisatie en sterilisatie, ontwikkeld door oprichter Rudy Tops. Het betreft een droog pasteurisatieproces waarbij het product niet met water in contact komt maar wel ultrakort wordt verhit wat resulteert in een langere houdbaarheid.” Dit maakt ons uniek op de markt.
“Onze producten in duurzame verpakking hebben zo een minimale houdbaarheid van 18 dagen, geleverd doorheen Europa”, vertelt Tops. “Een langere houdbaarheid vertaalt zich ook in een betere logistiek en een efficiënter transport waardoor het eigenlijk een win-win verhaal wordt van productie tot in de winkelrekken.” Innovatie dus in verpakking en houdbaarheid, maar ook in het assortiment is de duurzaamheidgedachte niet veraf. “We eten minder vlees, dus ook daar zetten we in op alternatieven. Een vegan lasagne van ons aan boord van een vliegtuig is al lang geen uitzondering meer.” “Bovendien zijn wij steeds op zoek naar gedreven technische en productiemedewerkers die onze visie en passie voor duurzaamheid en technologie delen”, besluit Tops.
