VA K B L A D V O O R G RO N D -, W E G - & W AT E R B O U W E N V E R K E E R S T E C H N I E K
CIVIELE TECHNIEK JAARGANG 78 NUMMER 1/2 2024
Water
Tijdelijke oplossing, duurzaam resultaat. Niemand kan de toekomst voorspellen. Wat we wèl kunnen, is vooruitdenken. Daar zijn wij dan weer goed in. We moeten wel, want wij houden ons bezig met water.
Vanderkamp biedt maatoplossingen voor tijdelijke pompinstallaties. Met onze slimme, innovatieve technieken hebben wij altijd een oplossing in huis voor vraagstukken op het gebied van oppervlaktewater, rioolwater, koel- en proceswater, bluswater of zelfs drinkwater. Met meer dan 30 jaar ervaring, pakken wij elke uitdageing aan.
Contact info@vdkamp.eu +31 (0)38 4222009 Meer informatie:
www.vdkamp.eu
Water
CIVIELE TECHNIEK
11 De sluisdeuren van Nieuwe Sluis Terneuzen Een sluis zo groot als die in het Panamakanaal, maar dan dichterbij. In het sluizencomplex in Terneuzen, dat toegang biedt tot de havens in Gent en Terneuzen, wordt momenteel een nieuwe sluis gebouwd: Nieuwe Sluis Terneuzen. Deze sluis wordt na de Zeesluis IJmuiden de grootste sluis van Nederland. In 2023 zijn de gigantische sluisdeuren en basculebruggen geïnstalleerd. Iv-Infra maakte het ontwerp van de vier sluisdeuren, de twee basculebruggen en de bewegingswerken van de deuren en de bruggen.
14 Kazematteneilanden op Afsluitdijk ingepast in dijkversterking Wie nu over de Afsluitdijk rijdt, ziet ze niet direct. Maar in Kornwerderzand en in Den Oever liggen kazematteneilanden, die herinneren aan de militaire functie die de Afsluitdijk na voltooiing in 1932 had. De versterking hiervan verdiende speciale aandacht bij de algehele versterking en vernieuwing van de Afsluitdijk.
18 Verkenning ARK-route voor voldoende zoet water bij droogte Het water in het IJsselmeer en Markermeer is van belang voor ruim 30 procent van de watervoorziening in Nederland. Hoe zorgen we ook in lange, droge zomers voor voldoende beschikbaarheid van zoet water? HydroLogic, Infram en Movares Water verkennen samen met Rijkswaterstaat of extra watertoevoer via het Amsterdam-Rijnkanaal, de zogenoemde ARK-route, mogelijkheden biedt.
21 Dubbele Dijk; Groningse zeedijk krijgt getijdenduiker
24 Waterbouwprijs: Nieuwe economische evaluatie methode voor adaptieve strategieën ter vermindering van overstromingsrisico’s Maria Montijn, TU Delft, won met haar afstudeerproject ‘The economic evaluation of adaptive pathways for flood risk reduction strategies’ de Waterbouwprijs. Zeespiegelstijging is één van de grootste, aan klimaatverandering gerelateerde, bedreigingen voor kustgebieden. Maria heeft de zogenaamde ‘adaptive pathways’ benadering gebruikt om op basis van, onder andere, economische indicatoren te onderzoeken wat de invloed van onzekerheid en tijd is op het aanpassingsvermogen.
28 EU-project SpongeScapes: Verbetering sponswerking van landschappen ‘De sponswerking verbeteren’ is een steeds vaker gehoorde term in discussies over het klimaat-robuuster maken van ons land. Maar wat is sponswerking precies? Hoe werkt dat in verschillende gebieden? En hoe verbeter je deze sponswerking dan? Dit zijn de kernvragen van het nieuwe EU-project SpongeScapes dat afgelopen oktober is gestart en de komende vier jaar onderzoek doet naar dit begrip.
32 Waterzuivering in Kopenhagen; Innovatieve hevelinstallatie Om de waterzuivering van BIOFOS in Denemarken gedeeltelijk droog te leggen voor bouwwerkzaamheden, is een innovatieve hevelinstallatie gebouwd van vier DN1000 leidingen met een totale capaciteit van 10.000 m3/uur. Het ontwerp moest niet alleen functioneel zijn, maar ook duurzaam en kosteneffectief.
Aan de Groningse Waddenkust gebeurt iets bijzonders. In opdracht van provincie Groningen en Waterschap Noorderzijlvest bouwden Heuvelman Ibis en Friso Civiel de afgelopen maanden een enorme bouwkuip in de zeedijk, waardoor ook tijdens het stormseizoen veilig gebouwd kan worden aan de getijdenduiker. Deze doorlaat is onderdeel van de Dubbele Dijk, die aangelegd werd bij de dijkversterking Delfzijl - Eemshaven.
34 Test Deltagoot; De kracht van kweldergras
COLOFON
Studenten aan de TU, HBO-techniek en MBO komen in aanmerking voor 65% korting. Te bestellen bij de uitgeverij.
Civiele Techniek Verschijning: zeven maal per jaar Onafhankelijk vaktijdschrift voor civieltechnische ingenieurs werkzaam in de grond-, weg- en waterbouw en verkeerstechniek. De redactie staat open voor bijdragen van vakgenoten. U kunt daartoe contact opnemen met de redactie. Hoofdredactie Gerard van Nifterik
SJP Uitgevers Kalkhaven 53, 4201 BA Gorinchem tel. (0183) 66 08 08 e-mail: info@civieletechniek.net www.civieletechniek.net Abonnementen Abonnementsprijs Nederland (2024) € 100,90 (excl. BTW). België: € 115,70 Overige landen Europa: € 149,70
Dijken en duinen houden dichtbevolkte kustgebieden wereldwijd veilig. In Nederland voorkomt deze infrastructuur dat 60 procent van Nederland onder water komt te staan. Door zeespiegelstijging zullen de dijken in de komende decennia verder verhoogd en verbreed moeten worden. Maar door de begroeide gebieden, die voor een dijk liggen, slim te benutten, zouden de consequenties voor de dijkbekledingen en dijkhoogte en -breedte beperkt kunnen worden.
Prijzen worden jaarlijks aangepast op basis van inflatiecorrectie. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij voor 1 november schriftelijk wordt opgezegd.
1 | 2024 | Nummer 1/2
Advertenties drs. Petra Schoonebeek SJP Uitgevers telefoon (0183) 66 08 08 e-mail: p.schoonebeek@civieletechniek.net Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van herdruk, fotokopie, of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
CIVIELE
BERICHTEN
TECHNIEK
Terugblik hoogwaterpiek kerstvakantie 2023 - 2024
Het hoge water hield Nederland in zijn greep in de kerstvakantie van 2023 - 2024. De Maeslantkering sloot een etmaal vanwege hoge waterstanden op zee als gevolg van storm Pia. Voor de tweede keer in de geschiedenis gingen de vijf grote Nederlandse waterkeringen tegelijkertijd dicht. Grote hoeveelheden neerslag, aangevuld met smeltwater, zorgden vervolgens voor een hoogwaterpiek in de grote rivieren als de Rijn. De Waal, Nederrijn-Lek en IJssel en de Maas stonden hoog, evenals kleinere rivieren als de Vecht, de Regge en de Dinkel. En de peilen in het IJsselmeer en Markermeer bereikten recordhoogtes. Op 9 januari gaf Deltares op haar website een overzicht van de recente ontwikkelingen hoogwaterpiek kerstvakantie 2023 - 2024 enkeek meteen vooruit: wat vraagt dit voor toekomstig onderzoek? Als delta voert Nederland niet alleen eigen water af, maar ook dat uit omliggende landen zoals Zwitserland, Duitsland, België en Frankrijk. De rivieren kregen grote hoeveelheden regenwater te verwerken. In de maanden vooraf regende het veel, waardoor de grond op veel plekken volledig verzadigd raakte. De regen die tijdens de kerstvakantie viel, kwam daardoor grotendeels relatief snel ten afvoer. Water in de Waddenzee is door meerdere stormen vanuit het (noord)westen opgestuwd. Daardoor kon er maar in beperkte mate worden gespuid vanuit het IJsselmeer naar de Waddenzee. In combinatie met de grote aanvoer van de IJssel, Vecht en andere regionale wateren, leidde dat tot recordhoogtes van het IJsselmeerpeil. Vervolgens zorgde storm Henk op 2 januari
nog voor extra hoge waterstanden op diverse locaties langs het IJsselmeer. Vanwege het hoge peil op het IJsselmeer kon het water van het Markermeer langdurig niet gespuid worden op het IJsselmeer en werd ook op het Markermeer een recordhoog peil bereikt. Zo bereikte het hoge water in de grote rivieren een niveau dat maar eens per vijf jaar wordt gezien. Voor de meren en de Vecht was het extremer en zijn recordhoogtes bereikt sinds het begin van de metingen. Naast wateroverlast in kelders en op straten op diverse plekken in Nederland, spoelde op 3 januari door de harde stroming in de Maas de overlaat bij Bosscherveld deels weg. De afvoer van de zijrivieren naar de IJssel en de afvoer van de IJssel naar het IJsselmeer werden bemoeilijkt door de hoge waterstanden; daarom zijn op diverse locatie pompen ingezet. Verder is langs de rivieren het grondwater omhoog gedrukt door de hoge rivierstand. Ongeveer een derde van het water dat moest worden weggepompt was kwelwater. Deltares verwacht dat hoge waterstanden in onze grote rivieren in de toekomst vaker zullen voorkomen. Klimaatverandering zorgt ’s winters voor meer regen in de stroomgebieden, blijkt uit de klimaatscenario’s die de KNMI afgelopen oktober presenteerde. En hoe hoger de temperatuur, hoe meer neerslag in de Alpen valt als regen in plaats van sneeuw. Voor een flink deel stroomt die regen rechtstreeks naar Nederland, terwijl de sneeuw zou blijven liggen en langzaam als smeltwater zou wegstromen. Als deze klimaatscenario’s worden vertaald naar het afvoerregime van de Rijn en Maas, zoals Deltares berekende, is te zien dat voor beide
2 | 2024 | Nummer 1/2
rivieren de gemiddelde winter- en voorjaarsafvoeren toenemen. Over het algemeen is het waterbeheer volgens Deltares geslaagd voor deze stresstest, constateert Deltares. Desondanks moet in de toekomst waarschijnlijk meer geld worden geïnvesteerd om het risico op overstromingen te beperken vanwege klimaatverandering en zeespiegelstijging. Een van deze lessen van de hoogwaterpiek is volgens Deltares dat autoriteiten ook kleine, regionale rivieren zoals de Vecht, de Regge en de Dinkel in de gaten moeten houden. De veiligheid daar is voor nu goed op orde, maar de komende vijf jaar werkt Deltares samen met kennisinstituten van bovenstrooms gelegen landen hoe ze beter kunnen samenwerken in de kleine wateren. In dit samenwerkingsprogramma JCARATRACE kijkt Deltares met België, Luxemburg en Duitsland naar overstromings- en droogtebeheer en onderzoek. Door de gemeenschappelijke kennisbasis over extreme overstromingen en droogtes voor regionale wateren te verstevigen en beschikbaar te stellen, kunnen regionale overheden zich beter voorbereiden op de gevolgen van extreem weer. Daarnaast is de recordhoogte van de meerpeilen een aanleiding om de kans hierop eens nader te onderzoeken. Is die in de afgelopen jaren toegenomen, of was dit echt een toevallige uitschieter? En hoe verandert de kans als de nieuwe pompen en sluizen bij de Afsluitdijk zijn gerealiseerd? Bron: Deltares www.deltares.nl/nieuws/terugkijken-op-hoogwaterpiek-kerstvakantie-2023-2024
CIVIELE
PFAS in zeeschuim langs Nederlandse kust
Bouwen aan een duurzame toekomst van Nederland Friso Civiel is onderdeel van Friso Bouwgroep
TECHNIEK
Zeeschuim langs de Nederlandse kust bevat PFAS. Dit blijkt uit metingen die de provincies Zeeland, Noord- en ZuidHolland hebben laten uitvoeren. Het RIVM heeft deze metingen in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beoordeeld. De metingen in Nederland volgen op onderzoek in Vlaanderen naar PFAS in zeeschuim. De gemeten PFASconcentraties zijn vergelijkbaar met de Vlaamse metingen, met uitzondering van de monsters genomen bij Knokke (Vlaanderen). Daar zijn de metingen aanzienlijk hoger. In Vlaanderen waren de PFAS concentraties in de zeewatermonsters veel lager dan in de zeeschuimmonsters. Datzelfde geldt voor de Nederlandse zeewatermonsters. Omdat er geen norm is voor PFAS in zwemwater zijn de zeewatermonsters vergeleken met de metingen genomen in recreatieplas Berkendonk in Helmond. Voor Berkendonk heeft het RIVM eerder geconcludeerd dat er veilig gezwommen kan worden. Het RIVM gaat er daarom vanuit dat als de berekende hoeveelheid PFAS vergelijkbaar is met of lager dan die in Berkendonk, zwemmen veilig is. Dit is het geval voor alle PFAS-waardes gemeten in het zeewater. Dit betekent dat zwemmen in zee voldoende veilig is. Op dit moment is het nog niet mogelijk iets te zeggen over gemiddelde blootstelling aan PFAS via zeeschuim en zeewater. Dit vraagstuk wordt meegenomen in het brede PFASonderzoeksprogramma van het RIVM dat tussen 2023 en 2025 plaatsvindt. In dit programma worden de verschillende PFAS-bronnen waaraan mensen blootstaan met elkaar vergelijken om zo te zien waar het beste maatregelen kunnen worden genomen.
www.frisociviel.nl
beton- water- en industriebouw
Volledig circulaire waterbufferingsvoorzieningen
• Snelle realisatie • Mantoegankelijk • Circulair • Buffering & infiltratie
www.trewatin.nl
CIVIELE
BERICHTEN
TECHNIEK
(Foto: Dura Vermeer)
Steyl krijgt grootste zelfsluitende waterkering
In Steyl (Limburg) bouwt Waterschap Limburg een bijzondere oplossing voor hoogwaterbescherming. Hier komt een zelfsluitende waterkering. Dat is een kering die bij hoogwater zonder menselijk handelen uit zichzelf omhoog komt. Half december gaven de betrokken partijen het officiële startsein voor de bouw. Nog niet eerder werd in Nederland een dergelijk kunstwerk gemaakt. Bij een normale Maaswaterstand
is de kering straks in ruste en weggewerkt in een plein. Het zicht op de Maas en op Steyl blijft dan intact. Bij hoogwater gaat het dek drijven en komt het deel van het plein dat waterkerend is, uit zichzelf omhoog. Zo’n 140 meter zelfsluitende waterkering met een hoogte van drie meter beschermt Steyl - en het gebied daarachter dan tegen hoogwater. Het komende jaar wordt in Steyl nog hard
gewerkt. Eerst aan de zelfsluitende waterkering en vanaf medio volgend jaar aan de inrichting van het plein. Dijkzone Alliantie voert de werkzaamheden uit. Deze aannemerscombinatie, bestaande uit de bedrijven Ploegam, Dura Vermeer en Hollandia Infra, bouwt hier aan haar Vlotterkering. Eind van dit jaar zijn de werkzaamheden afgerond en is Steyl hoogwaterveilig voor de toekomst.
Rijkswaterstaat gunt groot variabel onderhoud A15 Rijkswaterstaat heeft het Groot Variabel Onderhoud A15 gegund aan Boskalis Nederland. Het gaat om de A15 tussen knooppunt Ridderkerk-zuid en knooppunt Deil, in beide richtingen. Voor dit project is de zogeheten ‘koploperaanpak’ toegepast. Hierbij worden bedrijven uitgedaagd om het onderhoud aan de wegen zo duurzaam mogelijk uit te voeren.
De voorbereidende werkzaamheden voor het Groot Variabel Onderhoud starten in de zomer van 2024. Vanaf de zomer van 2024 wordt het asfalt vervangen, de bermen verlaagd en worden op diverse locaties geleiderail vervangen of hersteld. Daarnaast worden voegovergangen vervangen en reparatiewerkzaamheden aan viaducten en bruggen uitgevoerd. De werkzaamheden
4 | 2024 | Nummer 1/2
moeten volgens planning begin november 2024 zijn afgerond. Naar verwachting zullen de werkzaamheden in de zomer van 2024 leiden tot hinder voor het verkeer, onder meer met weekafsluitingen.
Maak kennis met de ondergrondse infrastructuur! Altijd al benieuwd geweest naar wat er onder het maaiveld gebeurt? Kom dan eens kijken naar wat we allemaal aan mogelijkheden hebben. Wij zoeken voor onze vestigingen door heel Nederland:
• Inspecteurs Leidinginspectie; • Maintenance engineers; • Assetmanagers; • Medewerkers Rioolrenovatie / speciale technieken; • Medewerkers Riooltechniek / ontstoppen; • Technisch Tekenaar ondergrondse infrastructuur.
Meer info? Kijk op www.valkdegroot.nl
Maak kennis met de ondergrondse infrastructuur! Altijd al benieuwd geweest naar wat er onder het maaiveld gebeurt? Kom dan eens kijken naar wat we allemaal aan mogelijkheden hebben. Wij zoeken voor onze vestigingen door heel Nederland:
• Inspecteurs Leidinginspectie; • Maintenance engineers; • Assetmanagers; • Medewerkers Rioolrenovatie / speciale technieken; • Medewerkers Riooltechniek / ontstoppen; • Technisch Tekenaar ondergrondse infrastructuur.
Meer info? Kijk op www.valkdegroot.nl
5 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
BERICHTEN
TECHNIEK
Groot Variabel Onderhoud Beneluxtunnel, A13 en knooppunt Ridderkerk gegund Rijkswaterstaat heeft het Groot Variabel Onderhoud aan de Beneluxtunnel (vier buizen), de snelweg A13 en het knooppunt Ridderkerk aan bouwbedrijf Heijmans gegund. Daarnaast zal Heijmans ook de snelweg A15 vanaf Rotterdam aansluiting IJsselmonde tot en met knooppunt Ridderkerk-Zuid in beide richtingen aanpakken. Voor dit project is de zogeheten koploperaanpak toegepast. Hierbij worden bedrijven uitgedaagd om het onderhoud aan de wegen zo duurzaam mogelijk uit te voeren. De voorbereidende werkzaamheden voor het Groot Variabel Onderhoud starten begin 2024. Vanaf het voorjaar wordt het asfalt vervangen, worden de bermen verlaagd en worden op diverse locaties vangrails vervangen of hersteld. Daarnaast worden voegovergangen vervangen en reparatiewerkzaamheden aan viaducten en bruggen uitgevoerd. De werkzaamheden moeten volgens planning eind 2024 zijn afgerond.
Tweede Beneluxtunnel (Foto: Rijkswaterstaat)
Maatregelen Vollenhoventunnel (A28): tunneldeel mogelijk door hoge grondwaterstand opgeduwd Een deel van de Vollenhoventunnel in de A28, ter hoogte van de Utrechtseweg in Zeist, is begin januari enkele millimeters omhooggekomen. Deze extreem hoge waterstand werd veroorzaakt door de hevige regenval van de laatste maanden. Ook zijn mogelijk ankers in de paalfundering stuk. Daarom heeft Rijkswatersdtaat maatregelen genomen om de situatie te stabiliseren. Om te voorkomen dat de tunneldelen in de A28 verder omhoog komen en om deze te stabiliseren, plaatste Rijkswaterstaat in de nacht van 12 op 13 januari 2024 op de
vluchtstrook in beide richtingen een barrier. Vervolgens zijn hier als tegenwicht grote betonblokken achter geplaatst. Door het gewicht hiervan worden de tunneldelen gestabiliseerd. Door deze maatregel zal ter hoogte van de Vollenhoventunnel in de A28 de vluchtstrook voor een deel ontbreken. Ter hoogte van de barrier zal de snelheid verlaagd worden van 100 naar 90 km/h. Als de betonblokken zijn geplaatst volgt direct onderzoek of meer aanvullende maatregelen nodig zijn.
6 | 2024 | Nummer 1/2
In december 2023 is een monitoringssysteem aangebracht in en op de tunnelbak. Met het monitoringsysteem kan de tunnelconstructie 24 uur per dag in de gaten worden gehouden, zodat bij afwijkingen ten opzichte van de normale situatie direct ingegrepen kan worden. Hierdoor kan een probleemsituatie zoals bij de Prinses Margriettunnel is ontstaan worden voorkomen. (Bron: Rijkswaterstaat)
Heuvelman Ibis kent een rijke historie aan waterbouwprojecten waaronder het project Dubbele dijk en zijn actief op het gebied van: -
Baggerwerken Kust- en oeverwerken Waterbouwkundige werken Staalbouw
Wilt u kennismaken met Heuvelman Ibis? Neem gerust een kijkje op onze website om een goede indruk te krijgen van onze organisatie en projecten (scan QR). Ons hoofdkantoor is gelegen in Delfzijl. Daarnaast hebben wij een kantoor in Leer (Duitsland). Dit maakt ons uniek Wij werken in eigen beheer. Dit is kenmerkend voor de werkwijze van Heuvelman Ibis. Wij realiseren dit door te werken aan nieuwe producten, methodieken en technologieën. Wij zijn een eigentijds bedrijf, waarin aanbestedingen steeds vaker plaatsvinden op basis van UAV-GC, Bouwteam en Design & Construct. Wij staan voor een transparante samenwerking. Met de deskundigheid van onze medewerkers en een flexibele instelling realiseren wij mooie waterbouwkundige projecten. Weet u hoe de naam Heuvelman Ibis is ontstaan? Arie Heuvelman, de oprichter van ons bedrijf, begon met één kraanschip; de “Ibis”. Een baggeraar en een kraanvogel (ibis) verschillen namelijk niet zoveel van elkaar.
‘Paalfundering Prinses Margriettunnel gebroken door corrosie’ Onderzoeksinstituten Deltares en TNO hebben in opdracht van Rijkwaterstaat onderzoek gedaan naar de oorzaak van het falen van de trekankers van de Prinses Margriettunnel in de snelweg A7 tussen Joure en Sneek. De conclusie van de twee onderzoeksinstituten is dat het omhoog komen van het tunneldeel is veroorzaakt doordat de paalfundering niet meer in staat was om de opwaartse waterdruk te weerstaan. De voorspanstaven die onderdeel uitmaken van de destijds aangebrachte paalfundering zijn zeer waarschijnlijk gebroken als gevolg van corrosie. Rijkswaterstaat heeft archiefonderzoek uitgevoerd om te achterhalen of er meer objecten zijn, al dan niet in beheer van Rijkswaterstaat, met een vergelijkbare funderingsconstructie en hetzelfde type staal zoals dat is gebruikt bij de Prinses Margriettunnel. Op basis van de nu beschikbare informatie is vastgesteld dat bij vier objecten van Rijkswaterstaat gebruik is gemaakt van hetzelfde type voorspanstaven in de trekpalen. Bij deze objecten is mogelijk een risico op het bezwijken van de fundering. Het gaat dan om Eerste Heinenoordtunnel in de A15 bij Rotterdam, de Tunnelbak in het Kleinpolderplein in de A20 bij Rotterdam, de Taxandriatunnel in de A2 bij Den Bosch en de Vollenhoventunnel in de A28 bij Zeist. Naast deze vier objecten is bij de Hemspoortunnel in Amsterdam en de Kiltunnel in Dordrecht dezelfde staalsoort in de trekankers gebruikt. ProRail, als beheerder van de Hemspoortunnel, en het Wegschap Dordtse Kil, als beheerder van de Kiltunnel, zijn door Rijkswaterstaat hier inmiddels over geïnformeerd. Uit het archiefonderzoek blijkt ook dat sinds de jaren negentig van
Margriettunnel met ballast (Foto: Van Hattum & Blankevoort, Civiele Techniek nummer 7 2023)
de vorige eeuw deze staalsoort als voorspanstaven in funderingsconstructies niet meer wordt gebruikt. Vooralsnog zijn er volgens Rijkswaterstaat geen technieken beschikbaar waarmee op een relatief eenvoudige wijze vastgesteld kan worden of en in hoeverre ankerpalen zijn bezweken in een fundering. Om het risico op bezwijken van de fundering bij de zes objecten te bepalen neemt Rijkswaterstaat meerdere maatregelen, onder meer door een monitoringssysteem geïnstalleerd voor het vroegtijdig herkennen van eventueel falen. Daarnaast worden bestaande satellietmetingen, om mogelijke beweging (deformatie) in het verleden in beeld te
brengen, verder uitgewerkt en tenslotte wordt een risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse bestaat uit een analyse van het ontwerp en veiligheids-/capaciteitsanalyse van de huidige fundering. Op basis van deze informatie uit de monitoring en de risicoanalyse zal Rijkswaterstaat, in samenspraak met ProRail en het Wegschap Dordtse kil, een handelingsperspectief per object opstellen. Dit bestaat onder andere uit een monitoringsstrategie voor de toekomst, een onderzoek naar preventieve maatregelen en een onderzoek naar correctieve maatregelen (funderingsherstel). Bron: Rijkswaterstaat
19, 20 & 21 MAART 2024 EVENEMENTENHAL GORINCHEM 8 | 2024 | Nummer 1/2
Werken op de grens van land en water
Geel bloed, het stroomt door onze aderen Wij zijn waterbouwers. Al ruim 60 jaar lang. Meewerken aan betere vaarwegen en veiligheid op de grens van land en water, dat is wat ons familiebedrijf drijft. Al drie generaties stroomt er geel bloed door onze aderen. Het zorgt ervoor dat vakmanschap, verbondenheid met elkaar en onze opdrachtgevers en passie voor het beschermen van Nederland in ons DNA verankerd is. Spreekt dit jou aan? Dan verwelkomen we je graag in onze hechte familie.
Scan
Informeer naar de mogelijkheden. Beens Groep levert maatwerk op basis van jouw ambities! Bel Gerard Cornelis Zeeman op 06 112 251 28 of stuur een bericht naar: gc.zeeman@beensgroep.nl www.beensgroep.nl/werken-bij
Gratis WKB-test helpt bouwers bij Wet Kwaliteitsborging De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is sinds 1 januari 2024 van kracht. Alle bouwers, van grote aannemers tot zzp’ers, krijgen er mee te maken. Maar hoe precies, dat varieert per situatie. De nieuwe gratis Wkb-test (WaneerWkb.nl), ontwikkeld door Heidekracht, geeft hierin inzicht. Door zes vragen te beantwoorden, zien bouwbedrijven direct welke onderdelen van de Wkb gelden in hun situatie. Of de Wkb al direct van toepassing is, en zo ja welke onderdelen, hangt af van meerdere dingen: of het om nieuwbouw of een verbouwing gaat, of een vergunning nodig is, en zo ja, wanneer die is aangevraagd, in welke zogenoemde gevolgklasse het bouwwerk valt, wat voor soort opdrachtgever het is en wanneer het contract is gesloten. WanneerWkb.nl is gemaakt door Heidekracht (www.heidekracht.nl), ontwikkelaar en beheerder van maatwerk-applicaties voor de bouw. Heidekracht is ook ontwikkelaar en aanbieder van Bouwbewijs, een app die kwaliteitsborging in de bouw makkelijk maakt.
9 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
BERICHTEN
TECHNIEK
Permanente kustobservatie detecteert minimale veranderingen
(Foto: TU Delft)
Het is een team van onderzoekers van de TU Delft gelukt om op enkele centimeters nauwkeurig de topografie van het strand langdurig in kaart te brengen. De unieke dataset geeft voor elke uur, drie jaar lang, inzicht in veranderingen van de kust. Deze gegevens zijn belangrijk voor het onderhoud van de duinen en om het achterland goed te blijven beschermen. De meetmethode wordt nu ook ingezet om veranderingen van andere kustlijnen en zelfs van gletsjers te monitoren. De data zijn open source en gepubliceerd in Nature en ook de nieuwe methodologie is onlangs gepubliceerd. Tot nu toe bevatten langdurige metingen van de kust onvoldoende details, omdat de satellieten die hiervoor gebruikt worden geen hoge resolutie hebben. En gedetailleerde meetcampagnes op het strand waren slechts momentopnames. Een nauwe samenwerking van onderzoekers van Geoscience & Remote Sensing en Hydraulic Engineering bood een oplossing. Met een permanente laserscanner bij het strand van eerst Kijkduin en later Noordwijk zijn minimale veranderingen over lange tijd gekwantificeerd. Mieke Kuschnerus stond aan de wieg van de nieuwe wiskundige methodologie om de
kleinste details uit de hele lange tijdsreeksen te ontwaren. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om enorme stukken zand die worden afgeslagen tijdens een storm, maar juist om de kleine veranderingen die plaatsvinden over lange tijd. Haar onderzoek is eind december gepubliceerd in ISPRS Open Journal of Photogrammetry and Remote Sensing. De methodologie bewijst inmiddels ook internationaal zijn waarde voor de monitoring van gletsjers, landverschuivingen en de groei van boomtoppen. Het is niet alleen mogelijk om veranderingen te identificeren, maar ook welke processen hieraan ten grondslag liggen. Een belangrijk inzicht van het onderzoek is dat de kust niet alleen door fysische processen verandert, maar ook door toedoen van mensen. Als we toekomstige stranden beter willen ontwerpen, moeten we volgens Roderik Lindenbergh niet alleen de effecten van een storm begrijpen, maar ook de impact van permanente bebouwing zoals strandpaviljoens, en de veranderingen die mensen aanbrengen om het strand voor te bereiden op hordes dagjesmensen. Lindenbergh is samen met Sierd de Vries projectleider van het bijna afgeronde project ‘CoastScan’. Voor het vervolgproject ‘AdaptCoast’ ontving Lindenbergh onlangs financiering vanuit het
NWO Open Technologieprogramma. Met AdaptCoast wagen de onderzoekers zich ook aan voorspellingen van de kustverandering. Met modellen maken zij simulaties van de kust. Deze houden rekening met directe veranderingen die de fysische factoren zoals wind en golven teweeg brengen op kleine schaal. Ook zullen de modellen rekening houden met de socio-economische aspecten, die zo belangrijk bleken in het eerdere onderzoek. De simulaties van de toekomstige kust bieden volgens de betrokken partijen goede handvatten om plannen te maken voor de kustbescherming, en hoe dat hand in hand kan gaan met recreatie en natuur. Het is dan ook geen toeval dat Rijkswaterstaat en verschillende waterschappen partners zijn in het onderzoek. Met de kennis van de kustveranderingen en de processen die daaraan ten grondslag liggen, is het mogelijk om stranden beter te beheren en om toekomstige standen beter en veiliger te ontwerpen.De eerste promovendus van het project, Daan Hulskemper, is inmiddels van start gegaan. www.tudelft.nl/2024/citg/unieke-permanentekustobservatie-detecteert-minimale-veranderingen
Kijk voor het laatste nieuws en de beste vacatures op www.civieletechniek.net 10 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Kantelen van de nieuwe sluisdeur in 2023
De sluisdeuren van Nieuwe Sluis Terneuzen Een sluis zo groot als die in het Panamakanaal, maar dan dichterbij. In het sluizencomplex in Terneuzen, dat toegang biedt tot de havens in Gent en Terneuzen, wordt momenteel een nieuwe sluis gebouwd: Nieuwe Sluis Terneuzen. Deze sluis wordt na de Zeesluis IJmuiden de grootste sluis van Nederland. In 2023 zijn de gigantische sluisdeuren en basculebruggen geïnstalleerd. Iv-Infra (hierna: Iv) maakte het ontwerp van de vier sluisdeuren, de twee basculebruggen en de bewegingswerken van de deuren en de bruggen. Het Kanaal Gent-Terneuzen werd tussen 1823 en 1825 aangelegd. Dit kanaal zorgde voor een doorgang tussen de Westerschelde en de haven van Gent. Bij Terneuzen werden toen twee schutsluizen aangelegd. Een van acht meter breed en een tweede van twaalf meter breed. In de loop van de jaren zijn de sluizen een aantal keer verbeterd en vergroot. De havengebieden Gent en Terneuzen zijn van groot economisch belang en het sluizencomplex in Terneuzen vormt de toegang tot deze havens. De Nieuwe Sluis gaat zorgen voor een betere toegang en vlottere doorstroming vanaf de Westerschelde naar het Kanaal van Gent naar Terneuzen en verder. Met de komst van de Nieuwe Sluis, die de oude Middensluis vervangt, kunnen grotere zeeschepen van formaat Neo Pana-
11 | 2024 | Nummer 1/2
max worden geschut. Ook neemt de capaciteit van de sluizen toe, waardoor de wachttijd voor binnenvaartschepen afneemt. De realisatie van de Nieuwe Sluis verbetert de bereikbaarheid van de kanaalzone in zijn geheel. Een belangrijk onderdeel van de Nieuwe Sluis zijn de vier sluisdeuren. Deze kunnen via rolgeleidingen worden geopend en gesloten. Twee van de sluisdeuren treden in functie als een van de andere deuren in onderhoud zijn of (door aanvaring) beschadigd zijn.
Een uitgebreid portfolio Eerder ontwierp Iv al de sluisdeuren van het Panamakanaal en de Zeesluis IJmuiden. Vanwege de afmetingen zijn de sluisdeuren van Nieuwe Sluis Terneuzen,
CIVIELE TECHNIEK
net als de sluisdeuren van voorgenoemde projecten, in basis uitgevoerd als roldeuren. Ze zijn echter allemaal uniek. Waar in Panama het ontwerp sterk is beïnvloed door de vereiste weerbaarheid ten aanzien van aardbevingen, kenmerkt IJmuiden zich door een gebied met ruimtebeperking en daarmee de noodzaak voor ingenieuze oplossingen om de langste deuren ter wereld te bouwen.
Golfslag: bijzonder ontwerpaspect In Terneuzen is vooral de golfslag op de sluisdeuren vanaf de Westerschelde een bijzonder aspect. De sluisdeuren zijn zodanig sterk ontworpen, dat golfslag door voorbijvarende zeeschepen door de deuren kan worden opgevangen, zonder dat er schade of vermoeiing optreedt. Een rollende middenstandsgeleiding zorgt ervoor dat de deur, onder de hoge belastingen, open en dicht kan. Niet alleen de sluisdeuren van Nieuwe Sluis Terneuzen zijn uniek. Ook voor de basculebruggen geldt dat. Als het gaat om overspanning behoren de twee bruggen tot de grootste van Nederland, vergelijkbaar met de Erasmusbrug en de Van Brienenoordbrug in Rotterdam. Zoals de deuren bij golfslag en extreme omstandig-
heden hun werk moeten kunnen blijven doen, geldt dit zeker ook voor de bruggen. Wat dat betreft is klimaatadaptatie (het bieden van toekomstbestendige oplossingen voor het veranderende klimaat) in beide ontwerpen terug te zien. De bruggen hebben een uitzonderlijk mechanisme en een dito werking. Want bij een zogenaamde ‘perfect storm’ blijven de bruggen niet dicht, maar worden ze juist opengezet. Bij stormvloed kan een vloedgolf ontstaan die de brug in één keer zwaar beschadigt of wegslaat. Golfbelastingen zijn veel hoger dan windbelastingen; de brug is daarop niet te ontwerpen. Om dat te voorkomen, wordt de brug bij weersvoorspellingen die kunnen wijzen op een stormvloed juist opengezet en vergrendeld. De bruggen kunnen deze hoge windbelastingen aan.
Werken met BIM In de ontwerpfase van de bruggen en sluisdeuren, was digitalisering een belangrijke factor. Alle ontwerpen komen terecht in een Building Integrated Model (BIM): een informatiemodel waarin alles ruimtelijk wordt weergegeven. Dit vergemakkelijkt het onderhoud en beheer wanneer de Nieuwe Sluis operationeel is. Alle onderdelen worden hierin opgenomen en vervolgens kan d daar meer informatie aan worden opgehangen. Daarnaast is het BIM-model ook een handige manier om aan te tonen dat alle interfaces kloppen. Al in de voorbereidingsfase van het project is het BIM-model gebruikt om de fasering van de werkzaamheden te kunnen presenteren aan de opdrachtgever, zodat zij gedurende het project een steeds completer beeld kreeg van de volledige sluis. Op het gebied van onderhoud blijft Iv de komende tijd nog betrokken voor advies. Vanwege de enorme afmetingen moest hier al vroeg in het ontwerp rekening mee worden gehouden. Bij kleinere bruggen zijn onderdelen altijd vrij gemakkelijk te vervangen, maar het vervangen van bijvoorbeeld een scharnierpen van een hydraulische cilinder is bij een brug van dit formaat een hele toer, ook vanwege het gewicht. De ontwerpers van deze constructies moeten gedetailleerd aantonen dat er bijvoorbeeld voldoende ruimte beschikbaar is om onderdelen te kunnen bereiken en vervangen, en daarvoor soms ook de juiste, in de handel niet verkrijgbare, gereedschappen ontwikkelen.
Het beste van twee werelden
Installeren van de nieuwe sluisdeur
12 | 2024 | Nummer 1/2
De Nieuwe Sluis Terneuzen is een grensoverschrijdende samenwerking tussen diverse Nederlandse en Vlaamse instellingen en bedrijven. De opdrachtgever, de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie bestaat uit Rijkswaterstaat en de Vlaamse evenknie. Dit vanwege de economische belangen. Aannemerscombinatie Sassevaart bestaat uit grote Belgische en Nederlandse bouwers als BAM, DEME, Stadsbader en Van Laere. Buurlanden België en Nederland hebben aardig wat overeenkomsten, maar de verschillen in de manier van werken maken zo’n internationaal project interessant. In dit project zijn de invloeden van beide landen goed terug te zien. Zowel in het contract, de technische
CIVIELE TECHNIEK
Installeren nieuwe sluisdeur
eisen aan de deuren als wel in de uitwerking van het ontwerp. In Nederland wordt bijvoorbeeld doorgaans functioneel gespecificeerd en redelijk veel aan de markt overgelaten. De Belgische overheid schrijft liever voor als in een traditioneel bestek. Zo bouwen ze al jaren sluisdeuren, gebaseerd op eerdere ontwerpen, met steeds kleine verbeteringen op basis van ervaringen. Als combinatie is, om maximaal te voldoen aan de wensen uit de inschrijvingsleidraad, vooral ingezet op een uitvoeringsmethode met zo min mogelijk hinder voor de binnenvaart en een zo goed mogelijke onderhoudbaarheid van het complex. Dit waren belangrijke EMVI-criteria. Tijdens de bouw moet de scheepvaart en het verkeer met minimale hinder gewoon kunnen blijven doorgaan en natuurlijk moet de hoogwaterveiligheid in alle fases geborgd zijn. Tijdens de bouw is er een tijdelijk doorvaartkanaal aangelegd: het Kapitein Rooiboskanaal. Daardoor kan de huidige Middensluis langer blijven functioneren, terwijl de Nieuwe Sluis
wordt gebouwd. Om aan de strenge eisen met betrekking tot onderhoud te voldoen, wordt gewerkt met duurzame materialen en is er rekening mee gehouden dat onderhoud kan plaatsvinden met minimale hinder voor scheepvaart en wegverkeer. Nederland en Vlaanderen hebben veel ervaring met het bouwen van grote, waterbouwkundige projecten, zoals de Afsluitdijk, Zeesluis IJmuiden en de Kieldrechtsluis in Antwerpen. Het is mooi om te zien dat de kennis en kunde van beide landen in dit project samenkomen. Al met al is de Nieuwe Sluis Terneuzen een bijzonder project gebleken, waarbij de onderlinge communicatie en nauwe samenwerking in het integrale ontwerpteam van aannemerscombinatie Sassevaart cruciaal is geweest. Michel Koop, Sectorhoofd Stalen & Beweegbare Kunstwerken/Registerontwerper bij Iv
Kijk voor het laatste nieuws en de beste vacatures op www.civieletechniek.net 13 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Kazematteneilanden op Afsluitdijk ingepast in dijkversterking Kazematteneiland bij Kornwerderzand. Het boventalud wordt gereedgemaakt voor bekleding met Quattroblocks. De damwand is hier nog zichtbaar
Wie nu over de Afsluitdijk rijdt, ziet ze niet direct. Maar in Kornwerderzand en in Den Oever liggen kazematteneilanden, die herinneren aan de militaire functie die de Afsluitdijk na voltooiing in 1932 had. De versterking hiervan verdiende speciale aandacht bij de algehele versterking en vernieuwing van de Afsluitdijk. De Afsluitdijk is meer dan een primaire waterkering. Waterbouwkundige en militaire eisen komen samen in het originele ontwerp van Cornelis Lely. Met de dijk kwam er een rechtstreekse verbinding tussen de provincies Noord-Holland en Friesland. Om die te kunnen beschermen, zijn bij Den Oever en bij Kornwerderzand eilanden aangelegd met onder meer kazematten en loopgraven. Een kazemat is een relatief kleine betonnen of stenen bunker, bedoeld om dekking te bieden tegen vijandelijk vuur, en is voorzien van schietgaten voor zware wapens als mitrailleurs of luchtafweergeschut. Deze rijksmonumenten, met grote historische waarde, moesten zo goed mogelijk in stand worden gehouden. Dat hebben Rijkswaterstaat en bouwconsortium Levvel (Van Oord, BAM, Rebel en Invesis) gedaan samen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
14 | 2024 | Nummer 1/2
Knooppunten van geschiedenis De kazematteneilanden liggen ten westen en ten oosten van de spuisluizen in Den Oever en Kornwerderzand. De eilanden waren bij inrichting al bijzonder. De functies, die voorheen in één groot militair complex werden ondergebracht, zijn hier over meerdere locaties verspreid. Daarom zijn er ook verschillende kazematten, zoals een kanonkazemat en een mitrailleurkazemat. Ook bij de dijkversterking zijn de eilanden uniek. Het zijn knooppunten waar veel geschiedenis zit. Techniek, esthetiek, ecologie en cultureel erfgoed komen hier samen. Er moest uiteindelijk één totaalontwerp komen dat ruimte biedt aan al die facetten en voldoet aan de waterbouwkundige eisen. De kazematteneilanden zijn namelijk onderdeel van de primaire waterkering.
CIVIELE TECHNIEK
Kazematteneiland bij Kornwerderzand. De grondlichamen zijn teruggebracht en begroeid. Links op de voorgrond markeert de lichte deksloof de plek van de damwand, met onderaan de donkere basaltonblokken
Cultuurhistorische waarde behouden Wat betreft cultuurhistorie was de intentie om zo goed mogelijk recht te doen aan de geschiedenis. De cultuurhistorische waarde van de Afsluitdijk wordt met name gedomineerd door de veranderingen die hebben plaatsgevonden in de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. De eilanden bij Den Oever zijn in de
Koude Oorlog veel minder aangepast dan de eilanden bij Kornwerderzand. Daarom is bij de versterkings- en herinrichtingswerkzaamheden van de eilanden bij Den Oever de situatie in de Tweede Wereldoorlog als uitgangspunt genomen. De eilanden bij Kornwerderzand zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog het meest veranderd. Door bij de inrichting van
Kazematteneiland bij Den Oever. De kazematten zijn hier onderdeel van het boventalud
15 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE TECHNIEK
Kazematteneiland bij Kornwerderzand. De ingang van een Nederlandse kazemat en een betonnen waterput worden blootgelegd bij de archeologische afgravingen
deze eilanden al deze aanpassingen weer zichtbaar te maken is de geschiedkundige gelaagdheid behouden. Hiervoor moest het terrein in zijn geheel onderzocht worden. Eerst zijn de brontekeningen uit de jaren 30 gedigitaliseerd tot een volwaardig 3D-model. Ook zijn ontwerptekeningen uit latere periode, bijvoorbeeld de Koude Oorlog, geraadpleegd. In die periode werden vier Shermantanks ingegraven en zijn de eilanden beplant met ligusters om ze te camoufleren. Daarna is op alle kazematteneilanden het struikgewas weggehaald en zijn de hoogtekaarten gemaakt. Die kaarten zijn vergeleken met de oude tekeningen, om de aanpassingen die in de loop van de tijd zijn gedaan te bestuderen. Hierna zijn de kazematteneilanden afgegraven. Daarbij zijn verdedigingswerken gevonden die in de loop der tijd bedolven waren geraakt. Denk aan een artillerie-opstelling, een tankopstelling, schuttersputjes, trappen, bestratingen en Duitse latrines (openbaar toilet). Al die bronnen vormen de basis van het integrale ontwerp van de cultuurhistorische grondlichamen, de landschappelijke inpassing van de kazematten en de waterbouwkundige versterkingsmaatregelen.
Afwijkend ontwerp Om aan alle facetten van de eilanden ruimte te bieden, was hier een ander ontwerp nodig dan op de doorgaande dijkvakken van de Afsluitdijk. Daar is over een lange strekking een klassiek zeedijkprofiel opgebouwd uit Levvel-blocs, asfaltberm en Quattroblocks. In het oorspronkelijke plan van Levvel, het tenderontwerp, werden de eilanden in hun geheel rondom versterkt. Dat zou betekenen dat het bestaande basalt aan de randen vervangen zou worden door nieuwe betonblokken. Rijkswaterstaat en andere stakeholders hechten vanuit esthetiek en cultuurhis-
16 | 2024 | Nummer 1/2
torie juist veel belang aan behoud van het basalt. Dit donkere, vulkanische stollingsgesteente vormde bij de aanleg in 1932 namelijk de belangrijkste bekleding van de Afsluitdijk. Op de lange doorgaande dijkvakken is de basaltbekleding niet meer zichtbaar, omdat de nieuwe bekleding over de originele bekleding heen is aangebracht. Vanuit waterveiligheidsoogpunt is dat onontkoombaar, vanuit cultuurhistorisch oogpunt is dat niet wenselijk. Daarom wees Rijkswaterstaat een aantal locaties aan waar het basalt moest worden opgenomen in het ontwerp, waaronder ook de voorhaven van Den Oever.
Inpassing in het landschap Dat ging nog niet zo eenvoudig, want er zijn geen ontwerpleidraden voor dit soort locaties. De eisen voor een primaire waterkering liggen natuurlijk vast in de Waterwet, daar is niet aan te tornen. In de landschapsinpassing is meer mogelijk. Daar is dus ook de variatie in gezocht. Levvel en Rijkswaterstaat hebben samen ervoor gezorgd dat de kazematteneilanden in stand konden blijven en tegelijkertijd de waterveiligheid was geborgd. Waterveiligheid stond voorop, met oog voor esthetiek, ecologie en behoud van het cultureel erfgoed. Een van de eisen van Rijkswaterstaat was dat het patroon van de kazematten zichtbaar zou blijven. Dit is een samenhangend systeem met grote cultuurhistorische waarde. Ook moesten objecten die zich in de doorgaande lijn van de Afsluitdijk bevinden, ingepast worden in het dijkprofiel. Voor het eiland direct ten oosten van de bestaande spuisluizen in Den Oever betekende dit dat een kazemat onderdeel zou worden van de waterkering en als kazemat herkenbaar moest blijven. De kazemat is hier dus letterlijk in het boventalud, tussen de Quattroblocks, verwerkt.
CIVIELE TECHNIEK
Kazematteneiland bij Kornwerderzand. Een Duitse bunker met de originele bakstenen borstwering die het onderliggende grondlichaam moest beschermen tegen uitspoeling. Daarin zijn ook de betonnen poeren aangetroffen met stalen ‘varkensstaarten’. Hier zat in de Tweede Wereldoorlog de prikkeldraadversperring aan vast
Oplossing: waterkerende laag Uiteindelijk zijn twee oplossingen bedacht om de kazematteneilanden onderdeel te maken van de primaire waterkering, met behoud van alle verdedigingswerken. De twee kleinere eilanden zijn afgegraven en hebben over de gehele oppervlakte een waterkerende huid van opensteenasfalt gekregen. Daarna is de originele leeflaag weer teruggebracht. De waterkerende laag is dus niet zichtbaar. Tegen de dijk aan is een boventalud van Quattroblocks aangebracht, om de strakke lijn daarvan ook bij de kazematteneilanden te behouden.
Oplossing: damwand Voor de grotere eilanden was zo’n waterkerende laag geen optie. Daar is een damwand geplaatst. Die neemt de waterkerende functie van het ondertalud over. Dat is op doorgaande dijkvakken bekleed met Levvel-blocs. Achter de damwand is een laag asfalt aangebracht, die aansluit op een boventalud met Quattroblocks. De asfaltlaag en damwand zijn verborgen onder cultuurhistorische grondlichamen en begroeiing. Ook hier is dus bijna niets van te zien. Er moesten soms lastige keuzes worden gemaakt. Wat zijn de consequenties van de plek van de damwand? Welk deel van de kazematteneilanden zal wegslaan bij een maatgevende storm die eens in de 10.000 jaar voorkomt? Dat is een storm die invloed heeft op de vereiste sterkte van de constructie, waarbij de damwand nog stabiel moet zijn. Uitgangspunt van deze oplossing is dus dat de primaire kering door de damwand, berm en boventalud wordt gevormd. Het kazematteneiland ligt daarmee ‘buitendijks’ en kon daardoor in stand blijven. Levvel en Rijkswaterstaat hebben intensief samengewerkt, ook met stakeholders, om tot een ontwerp te komen dat aan alle eisen voldeed en waar iedereen achter stond.
17 | 2024 | Nummer 1/2
Om dit ontwerp tot uitvoer te kunnen brengen, zijn de kazematteneilanden geheel afgegraven. Na plaatsing van de damwand, de asfaltlaag en het boventalud is de grond weer teruggeplaatst. Daarbij is rekening gehouden met eerder aangetroffen hoogteverschillen, loopgraven en dergelijke. De kazematteneilanden sluiten aan op de spuisluizen, de schutsluizen en het nieuwe gemaal dat in aanbouw is. Voor deze verbindingen was eerder basalt gebruikt, maar dit kon niet behouden blijven. Basalt voldoet namelijk niet aan de eisen voor waterveiligheid. Hier zijn basaltonblokken toegepast: betonnen blokken die zo’n kleur hebben dat ze op basalt lijken. Ze passen bij de uitstraling van de kazematten en vormen nu één geheel met de bestaande basaltlaag. Tegelijkertijd voldoet de aansluiting wel aan de waterveiligheidseisen.
Toegankelijkheid In de toekomst zijn twee kazematteneilanden ook toegankelijk voor bezoekers. De grotere eilanden hebben schelpenpaden gekregen, waardoor de eilanden en verdedigingswerken beter zichtbaar en toegankelijk zijn voor het publiek. Bezoekers krijgen in Den Oever een goed beeld van de situatie in de jaren 30, en bij Kornwerderzand zien ze de situatie in de Koude Oorlog. Wie voor de start van de versterking en vernieuwing van de Afsluitdijk op een van de kazematteneilanden stond en nu opnieuw, ziet nauwelijks verschil. Het resultaat van de inspanning die de afgelopen jaren geleverd is om dit culturele erfgoed veilig te behouden. Rolf Bruins, Rijkswaterstaat, Corstiaan van Dam, Bouwconsortium Levvel, Lisa van Rens, Ravestein & Zwart
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Verkenning ARK-route voor voldoende zoet water bij droogte
Een schakel in de ARK-route is de Beatrixsluis tussen de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal
Het water in het IJsselmeer en Markermeer is van belang voor ruim 30 procent van de watervoorziening in Nederland. De belangrijkste ‘toeleverancier’ van zoet water is de IJssel. In de zomer van 2018 was de waterstand in de IJssel extreem laag, door een lange droge periode. Vanwege de klimaatverandering zal Nederland vaker te maken krijgen met lange, droge zomers. Hoe zorgen we dan voor voldoende beschikbaarheid van zoet water? HydroLogic, Infram en Movares Water verkennen samen met Rijkswaterstaat of extra watertoevoer via het AmsterdamRijnkanaal, de zogenoemde ARK-route, mogelijkheden biedt. Door de klimaatverandering zijn er meer maatregelen nodig om in te kunnen spelen op extremere situaties. Bij een tekort aan zoet water krijgt het zoute water de kans Nederland in te stromen. Dit leidt tot nadelige effecten op verschillende van waterafhankelijke functies, zoals de drinkwaterwinning en de landbouw. Om beter weerbaar te zijn tegen droogte, hebben Rijks waterstaat en de waterschappen de ‘Strategie klimaatbestendige zoetwatervoorziening hoofdwatersysteem (KZH)’ ontwikkeld, als onderdeel van het nationaal Deltaprogramma. Met die strategie is het toenemende risico op watertekorten, als gevolg van verzilting in het benedenrivierengebied en uitputting van de IJssel meerbuffer, grotendeels op te lossen zonder grote ingrepen in het hoofdwatersysteem zoals nieuwe
18 | 2024 | Nummer 1/2
stuwen. Het verhogen van de doorvoercapaciteit via de ARK-route is een van de mogelijke maatregelen om Nederland tot in elk geval 2050 te blijven voorzien van voldoende zoetwater.
Eerste verkenning De ARK-route begint in Tiel en eindigt in het IJmeer, dat grenst aan het Markermeer. Vervolgens kan via de Houtribsluizen water naar het IJsselmeer worden gebracht. Deze studie richt zich op het deel tussen Tiel en regio Amsterdam, inclusief een extra gemaal tussen het ARK en het IJmeer. In de ARK-verkenning is de mogelijkheid onderzocht om het Markermeer - dat samen met het IJsselmeer de grootste zoetwatervoorraad vormt - via het Amsterdam-Rijnkanaal te voeden van-
CIVIELE TECHNIEK
uit de Waal. Vragen die beantwoord moeten worden zijn: hoeveel m3/s aan extra watertoevoer is mogelijk, welke consequenties heeft dit voor de scheepvaart, welke aanpassingen zijn nodig aan de civieltechnische constructies op die route, wat is het effect op de waterkwaliteit en wat zijn ecologische gevolgen wanneer er ‘gebiedsvreemd’ water het IJsselmeer instroomt? Dit project is een eerste verkenning om die vragen te beantwoorden. Hierbij worden twee schaalniveaus onderscheiden: het systeemniveau van de ARK-route als geheel en de individuele schakels in deze keten. Schakels zijn de Waal, de Prins Bernhardsluizen, het ARK-Betuwepand, de Prinses Irenesluizen, een extra gemaal en het Markermeer.
Hydraulisch model Met een hydraulisch model wordt berekend wat de consequenties zijn van de verschillende hoeveelheden extra doorvoerwater. Het kan zijn dat 50 m3/s mogelijk is zonder grote civieltechnische ingrepen en er voor de maximale watertoevoer van 100 m3/s wel aanpassingen moeten worden gedaan. Ook wordt onderzocht wat de stroomsnelheden zijn en wat dit betekent voor de scheepvaart. Complex is dat de ARK-route een route is die onder heel veel verschillende omstandigheden moet worden ingezet. Denk aan de weersomstandigheden, temperatuur en de hoeveelheid water die wordt aangevoerd vanuit aangrenzende gebieden. Het is de uitdaging al die variabelen weten te vatten in zo representatief en realistisch mogelijke varianten en die te beproeven. Op basis van de berekeningen liggen er nu twee varianten: één voor een normale droge
19 | 2024 | Nummer 1/2
situatie in het voorjaar of de zomermaanden en één voor extreme droogte zoals in 2018 en 2020, waarin de vraag aan het systeem veel hoger is.
Ecologische gevolgen Ook een belangrijk aandachtspunt zijn de ecologische gevolgen van de ARK-route. Het Markermeer is een belangrijk Natura 2000-gebied. Bij aanvoer van extra water is het dus van belang dat een nieuwe bron - gebiedsvreemd water - de natuurwaarden niet schaadt. Om hier uitspraken over te kunnen doen heeft HydroLogic een stoffenbalans opgesteld. Bekend is dat het aangevoerde water vanuit het ARK (en de Waal) een hogere concentratie fosfaat en stikstof heeft dan de gemeten concentraties in het Markermeer. Dit geldt ook voor het aangevoerde IJsselwater. Onderzocht wordt wat de ecologische gevolgen zijn wanneer de norm wordt overschreden, als er in een droge periode actief water in het Markermeer wordt gebracht.
Het water uit het IJsselmeer en Markermeer wordt onder andere gebruikt voor de landbouw, voor het peilbeheer en de doorspoeling van de regionale watersystemen en als proceswater. Daarnaast wordt uit het IJsselmeer drinkwater gewonnen voor ruim een miljoen mensen.
CIVIELE TECHNIEK
Met een gemaal kun je anticiperen op de waterstand: tijdig voldoende watertoevoer regelen zodat water ook elders in het land ingezet kan worden
Onderzoek potentiële locaties gemaal Een van de uitdagingen waar Movares Water zich voor inzet is het gemaal dat moet komen tussen het ARK en het Markermeer. Er zijn een aantal potentiële locaties onderzocht en deze zijn beoordeeld op onder meer de inpasbaarheid in de omgeving, aankoop van grond, de benodigde aanvoerkanalen, eventuele effecten op scheepvaart en het verplaatsen van functies, zoals jachthavens/recreatiehavens, woonboten, bestaande sluiscomplexen en de waterkoelfuncties van de wateren rondom de energiecentrale van Vattenfall. Op basis van een eerdere studie is het risico beoordeeld op het aantrekken van verzilt water. Uit de analyse blijkt de Diemerzeedijk de meest kansrijke locatie is. Hier lijkt een gemaal het best inpasbaar en hoeft slechts een beperkt aantal bestaande functies te worden verplaatst. Bovendien is hier een grote maalkom.aanwezig, een waterbuffer voor het gemaal. Ook belangrijk is het feit dat deze locatie relatief ver van het Noordzeekanaal af ligt. Locaties dichter bij het Noordzeekanaal hebben een grotere kans op het aantrekken van verzilt water. Het Noordzeekanaalwater is namelijk brak en het water in het ARK is zoet.
Meekoppelkansen Daarbij wordt gezocht naar ‘meekoppelkansen’. Door extra aanvoer van water richting het Markermeer, en
20 | 2024 | Nummer 1/2
een beter gevuld waterdepot, zou bij droge periodes vanuit het Markermeer water kunnen worden ‘teruggevoerd’. Het gemaal dat dus in de basis wordt gebruikt als waterdepot voor een droog-weerscenario (laag water) kan dus ook gebruikt worden tijdens natte perioden voor de afvoer van water. Daarbij geeft een extra gemaal redundantie in het systeem. Mocht er om wat voor reden dan ook geen afvoer mogelijk zijn vanuit IJmuiden, dan geeft het extra gemaal een tweede mogelijkheid. Op dit moment wordt de haalbaarheid onderzocht van het extra gemaal op ruimtebeslag, constructie/fundering, pomptype en benodigd pompvermogen.
Multidisciplinair team In deze verkenning hangen diverse factoren met elkaar samen: scheepvaart, natuur, waterstanden in aangrenzende gebieden. Het multidisciplinaire team met experts van de betrokken bedrijven zetten zich in om de complexe puzzel te leggen die belangrijk is voor de zoetwatervoorziening van Nederland, nu en in de toekomst. Op 1 februari 2024 moet duidelijk zijn of het haalbaar is de ARK-route te realiseren, zodat de Deltacommissaris daar uiteindelijk een uitspraak over kan doen. Stijn Odink, adviseur waterbouw, Movares Water
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Dubbele Dijk
Groningse zeedijk krijgt getijdenduiker
Luchtfoto van de Dubbele Dijk: innovatieve dijkversterking aan de Groningse Waddenkust (foto: ED2050/Eemsdelta Drones)
Aan de Groningse Waddenkust gebeurt iets bijzonders. In opdracht van provincie Groningen en Waterschap Noorderzijlvest bouwden Heuvelman Ibis en Friso Civiel de afgelopen maanden een enorme bouwkuip in de zeedijk, waardoor ook tijdens het stormseizoen veilig gebouwd kan worden aan de getijdenduiker. Deze doorlaat is onderdeel van de Dubbele Dijk, die aangelegd werd bij de dijkversterking Delfzijl - Eemshaven. De getijdenduiker verbindt de zee met het land. Zo ontstaat een binnendijks getijdengebied met ruimte voor slibinvang, natuur, zilte teelt en aquacultuur. In 2018 - 2019 is de zeedijk tussen Delfzijl en de Eemshaven verhoogd en versterkt als bescherming tegen de stijgende zeespiegel. Bij Bierum is gekozen voor een vernieuwend dijkconcept: de Dubbele Dijk. De zeedijk is niet verhoogd, maar versterkt met extra grond en landinwaarts is een tweede, lagere dijk gelegd. Deze landdijk is opgebouwd uit grond van de tussengelegen akker. Bij eventuele overstromingen wordt het overslagwater opgevangen in het gebied tussen de twee dijken. De Dubbele Dijk is een proef. Het waterschap en de provincie onderzoeken of deze dijk een goed alternatief is voor de traditionele manier van dijkversterking en of het gebied tussen de twee dijken economische waarde kan behouden.
Klaar voor stormseizoen Sinds augustus is hard gewerkt om de zwaar uitgevoerde bouwkuip met een lengte van bijna 100 meter
21 | 2024 | Nummer 1/2
voor de start van het stormseizoen dicht te maken. Ruim 150 stalen damwanden met een lengte tot 26 meter en 214 kilo per vierkante meter zijn in de zeebodem getrild. De bouwkuip voldoet aan zware veiligheidseisen van het waterschap en kan een hoogte van NAP +6,80 meter aan. Na plaatsing van het stempelraam is de bouwkuip uitgegraven tot +2 meter diepte en zijn de funderingspalen geplaatst. Op 8 november werd de symbolische eerste paal in de grond geslagen door onder meer Deltacommissaris Peter Glas. Hij noemde de Dubbele Dijk ‘een bijzonder en innovatief project. Een voorbeeld van bouwen met de natuur.’ Momenteel graaft Friso Bouw de put verder uit tot -1,60 meter en dan kan de bouw van de duiker beginnen. Deze bestaat uit een betonnen koker van 92 meter lang, 2 meter hoog en 3,5 meter breed, die ter plekke wordt gestort. Er komen schuiven in die het waterschap op afstand kan bedienen. Komt het water
CIVIELE TECHNIEK
Visualisatie getijdenduiker Dubbele Dijk met Eems (bron: Friso Civiel)
boven een kritieke waarde, dan gaat de schuif naar beneden. Na voltooiing van de duiker haalt de aanneemcombinatie de damwanden weg en sluit daarna de opening in de dijk.
Deepwell-bemaling Het bouwen van een duiker in een zeedijk zorgt voor volop uitdagingen. Tijdens de ontwerpfase berekende ingenieursbureau Tauw dat de negen meter kleigrond in de bodem bij bepaalde waterstanden door de druk zou kunnen gaan scheuren en openbarsten. Als dat gebeurt, heb je een groot probleem. Het bouwteam waarin aannemers en opdrachtgevers samenwerken, zocht naar een oplossing om de grondwaterstand te verlagen bij de grote bouwkuip. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van ‘deepwell-bemaling’; bronpompen bemalen de diepere zandlaag die onder invloed staat van het getij en voeren dit water af naar zee.
Innovatieve schuiven De getijdenduiker verbindt de Eems straks met het land. Twee schuiven in de betonnen tunnelbak zorgen dat zeewater gecontroleerd het gebied tussen de twee dijken in- en uitstroomt. De schuiven worden bediend vanuit een bedieningsruimte in de dijk, waarvoor Spie de technische installatie levert. Het waterschap kan de schuiven ook op afstand bedienen, bijvoorbeeld bij extreem hoog water. Het idee is om de schuiven van de getijdenduiker te maken uit gerecycled, vezelversterkte kunststof. In samenwerking met Infracore onderzoekt de provincie of het materiaal, dat snippers van afgedankte polyester boten en windmolenwieken bevat, sterk genoeg is voor de waterdruk. Bij de in- en uitgang van de duiker wordt steenbestorting aangebracht die uitholling van de zeebodem door het snelstromende water moet voorkomen.
22 | 2024 | Nummer 1/2
Bouwteam Het werken in een bouwteam waarin opdrachtgevers en opdrachtnemers samen optrekken is redelijk nieuw in de bouwwereld. Binnen een bouwteam vergaderen alle partijen samen en is er veel ruimte voor het delen van kennis. Deze vorm van samenwerken maakt het ook mogelijk om de plannen gedurende het traject nog bij te sturen. Ook komen in de ontwerpfase mogelijke problemen eerder op tafel. Zoals in dit geval het risico van opbarsting van de bodem van de bouwkuip, waarna de leden van het bouwteam samen nadachten over de beste manier om het risico te beheersen. Met het oog op het naastgelegen Natura 2000-gebied, gaat de aanneemcombinatie zorgvuldig te werk. Ter bescherming van zeldzame en bedreigde korstmossen verplaatste Heuvelman Ibis voorzichtig tientallen oude Noorse stenen en legde deze even verderop op de dijk. Hier blijven ze onder dezelfde omstandigheden bewaard. Zodra de Dubbele Dijk met de getijdenduiker klaar is, worden ze stuk voor stuk teruggeplaatst.
Natuurherstel De pilot Dubbele Dijk is onderdeel van het programma Eems-Dollard 2050 dat zich richt op natuurherstel van de Eems-Dollard. Met de Dubbele Dijk willen waterschap en provincie het slibprobleem van de Eems-Dollard helpen oplossen. Slibdeeltjes uit het extreem troebele Eemswater bezinken straks in het zuidelijk deel van de Dubbele Dijk. Onderzocht wordt of de Eems door deze slibinvang minder troebel wordt. De slibinvang zorgt voor een natuurlijke overgang tussen land en water. Hierdoor krijgen vogels meer plek om te broeden, te rusten en voedsel te zoeken. Ook groeien er straks bijzondere zoutminnende planten zoals zeekraal en zeeaster. Slib helpt ook om het kustgebied te beschermen
CIVIELE TECHNIEK
tuin voor zilte teelt en aquacultuur. In 2021 startten ondernemers en kennisinstellingen de eerste initiatieven. Zo vond onderzoek plaats naar het opkweken van garnalen. Ook zijn proefvelden aangelegd voor onderzoek naar bodemverbetering en het telen van zouttolerante pootaardappelen, peulvruchten en granen. Meerdere onderwijsinstellingen en bedrijven doen mee aan de proeven. De opgedane kennis is interessant voor klimaatbestendige landbouw wereldwijd. Ook wordt onderzoek gedaan naar het kweken van zeewier voor de productie van veevoer, bioplastic en cosmetische producten. Voor de toekomst is er serieuze belangstelling voor het grootschaliger kweken van zeewier. Het zoute water dat hiervoor nodig is stroomt via een tweede, nog te bouwen duiker van het zuidelijk naar het noordelijk deel van de Dubbele Dijk.
Kleionderzoek De bouwkuip van de getijdenduiker is bestand tegen de zwaarste stormen (foto: ED2050/Geert Job Sevink)
tegen de gevolgen van klimaatverandering. Door de getijdenwerking blijft er steeds een laagje slib achter. Hierdoor wordt de bodem elk jaar een stukje hoger. Zo groeit het laaggelegen gebied achter de dijk mee met de zeespiegelstijging. Ook kan de klei worden gebruikt voor andere toepassingen, zoals dijkversterking.
Experimenteren met zilte landbouw Wereldwijd vormen verzilte landbouwgronden in kustgebieden een groot probleem. Om deze gronden ook in de toekomst te kunnen blijven gebruiken, zijn gewassen nodig die tegen zout kunnen. De provincie richt daarom het noordelijk tussengebied in als proef-
De aanleg van de dijkdoorgang biedt een mooie kans om de sterkte van de dijkkern te onderzoeken. Waterschappen gebruiken voor de aanleg van dijken graag klei die minder snel slijt. Tot nu toe gebruikt het waterschap de Deltagoot om de sterkte van klei te bepalen. Een succesvolle maar dure methode. Ook de indeling in kleisoorten voldoet niet goed. Waterschap Noorderzijlvest onderzoekt daarom samen met Deltares en Fugro of het beter en goedkoper kan. Daarvoor voeren ze een serie proeven uit met klei uit de dijkkern en vergelijken de resultaten met eerder geteste klei. Met kennis over de slijtvastheid van het binnenste van de dijk kunnen de waterschappen meer lokale klei gaan gebruiken bij het versterken van dijken. Dat spaart transportkosten en zorgt voor minder CO2-uitstoot. Marian van Ark, provincie Groningen
Waterschap Noorderzijlvest doet onderzoek naar de sterkte van de dijkkern (foto: ED2050/Geert Job Sevink)
23 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Waterbouwprijs
Nieuwe economische evaluatiemethode voor adaptieve strategieën ter vermindering van overstromingsrisico’s
Maria Montijn, TU Delft, won met haar afstudeerproject ‘The economic evaluation of adaptive pathways for flood risk reduction strategies’ de Waterbouwprijs. Zeespiegelstijging is één van de grootste, aan klimaatverandering gerelateerde, bedreigingen voor kustgebieden. Op basis van de laatste inzichten in het verloop van zeespiegelstijging, is het de verwachting dat deze het risico op overstromingen significant doet toenemen. Echter, de onzekerheid rondom de verwachte zeespiegelstijging maakt het lastig om het juiste veiligheidsniveau te kiezen en de daarbij behorende kustverdedigingsmaatregelen te nemen. De zogenaamde ‘adaptive pathways’ benadering kan worden gebruikt om de besluitvorming te laten aansluiten bij de dan geobserveerde en verwachte zeespiegelstijging. Maria heeft deze methode gebruikt om op basis van, onder andere, economische indicatoren te onderzoeken wat de invloed van onzekerheid en tijd is op het aanpassingsvermogen. Het is de verwachting dat de gebruikte methode een grote rol gaat spelen bij het ontwikkelen van een klimaatadaptief kustbeleid in Nederland en internationaal.
De toenemende impact van klimaatverandering maakt het noodzakelijk om niet uitsluitend te vertrouwen op mitigatiemaatregelen. Naast het verminderen van de CO2-uitstoot is het essentieel om te investeren in adaptatiemaatregelen. Vooral voor ontwikkelingslanden vormen de verwachte financiële behoeften een grote uitdaging. Het ‘financieringsgat’ is in de
24 | 2024 | Nummer 1/2
afgelopen tien jaar bijna verviervoudigd. De prognoses geven aan dat er in 2030 jaarlijks $ 160 - 340 miljard en in 2050 $ 315- 565 miljard nodig zal zijn (UNEP, 2020). Deze cijfers benadrukken het belang van een zo efficiënt mogelijke inzet van financiële middelen, wat echter een complexe opgave is vanwege de vele onzekerheden.
CIVIELE TECHNIEK
Huidige evaluatiemethoden Een veelbelovende aanpak om met onzekerheden om te gaan, is de Dynamic Adaptive Pathway Planningmethode (DAPP, Haasnoot 2013). Met deze methode worden strategieën ontwikkeld, waarbij keuzes in de loop van de tijd kunnen worden aangepast aan veranderende omstandigheden. Dit staat in contrast met statische strategieën, waarbij voor een veel langere termijn een definitieve keuze wordt gemaakt en geen andere opties openblijven. De DAPP-methode wordt vaak visueel weergegeven als een metrokaart. Waarbij de verschillende strategieën gezien kunnen worden als metrolijnen en keuzemomenten als overstapstati-
Maria Montijn
25 | 2024 | Nummer 1/2
ons. Een voorbeeld-schematisatie van de adaptatiepaden is weergegeven in figuur 1. Verschillende methoden worden toegepast om adaptieve strategieën economisch te evalueren, zoals een Kosten-Baten-Analyse (KBA) of Real Option Analysis (ROA). Elke methode heeft haar sterke en zwakke punten. De cruciale kracht van het kunnen heroverwegen en herbeoordelen van een strategiekeuze op toekomstige momenten kwam echter niet goed tot uiting in bestaande evaluatiemethoden. Zoals eerder vermeld, is een correcte economische beoordeling van adaptieve paden van essentieel belang, wat leidde tot het hoofddoel van het onderzoek.
CIVIELE TECHNIEK
2020 voor 2085 (beide tijdstippen van 65 jaar). Voor andere variabelen, waaronder inflatie, discontovoet en bouwkosten, is het aannemelijk dat deze variabelen onderhevig blijven aan dezelfde onzekerheid ongeacht de verstreken tijd.
Onzekerheden en prestatie-indicatoren
Figuur 1: Schematisatie van adaptieve paden
Figuur 2 Schematisering van de zeespiegelstijging onzekerheid over tijd
De waarde van tijd Om de meerwaarde van adaptieve benaderingen correct te beoordelen, is het essentieel om de waarde van ingebouwde flexibiliteit in overweging te nemen. Hiermee wordt bedoeld de waarde van de mogelijkheid om toekomstige keuzes aan te passen op basis van extra verkregen kennis. Naarmate de tijd verstrijkt, komen er meer data beschikbaar die invloed kunnen hebben op onzekerheden. Dat kan vervolgens ook de keuze van maatregelen beïnvloeden. De toegevoegde waarde van deze kennis varieert per stochast. Sommige factoren zullen altijd onderhevig zijn aan een vaste onzekerheidsmarge, en extra gegevens zullen relatief weinig verschil maken. In dit onderzoek zijn alle relevante variabelen geanalyseerd, zowel hydraulische als sociaal-economische factoren. Uiteindelijk werd geconcludeerd dat alleen de onzekerheid met betrekking tot zeespiegelstijging zou kunnen profiteren van extra tijd. Na een literatuurstudie bleek dat een afname in de tijd onwaarschijnlijk is, maar dat een constante relatieve onzekerheid over tijd wel aannemelijk is. Dit wordt gevisualiseerd in figuur 2, waarbij de relatieve onzekerheid voor twee even grote tijdstappen gelijk is. Dit betekent dat de onzekerheid voor 2150 in 2085 even groot zal zijn als die in
26 | 2024 | Nummer 1/2
De motivatie achter het opstellen van adaptieve strategieën is de aanwezigheid van onzekerheden. Het is daarom essentieel om deze onzekerheden ook te betrekken bij de evaluatie. Dit kan worden bereikt door het toepassen van een simulatietechniek, zoals een Monte Carlo-analyse. Het gebruik van stochasten benadrukt de noodzaak om meerdere prestatieindicatoren te kwantificeren. Door rekening te houden met diverse prestatie-indicatoren ontstaat een dieper begrip van de strategie, wat de vergelijking tussen verschillende strategieën ondersteunt. Bij het gebruik van een simulatietechniek zal de vaak gebruikte indicator, de Netto Contante Waarde (NCW), worden uitgedrukt met een kansdichtheidsfunctie. Het baseren van de strategiekeuze op louter de hoogste gemiddelde NCW kan andere belangrijke eigenschappen verhullen. Zo kan een strategie met een hoge gemiddelde NCW samengaan met een grote kans op een negatieve uitkomst. Een andere eigenschap die eerlijk beoordeeld moet worden betreft de tijdsduur. Strategieën met een verschillende tijdhorizon, bijvoorbeeld 50 of 100 jaar, moeten eerlijk kunnen worden vergeleken. Om deze twee aspecten te integreren in de evaluatie, worden de Kans op Verlies (Probability of Loss) en de Jaarlijkse Equivalente Kosten (Equivalent Annual Cost) aanbevolen. In figuur 3 wordt een voorbeeld gegeven van de kansdichtheidfunctie van twee verschillende strategieën. Strategie A heeft de hoogste NCW, maar tevens een grotere kans op een negatieve uitkomst. Dit nieuwe inzicht kan worden meegenomen in het besluitvormingsproces.
Resultaten Op basis van de drie vastgestelde criteria voor een adequate evaluatiemethode is een nieuw kader ontwikkeld, waarbij een Monte Carlo-analyse wordt ingezet om alle relevante onzekerheden te adresseren. Dit kader is toegepast in een conceptuele casestudy
Figuur 3: Weergave van een kansdichtheidfunctie van twee verschillende strategieën
CIVIELE TECHNIEK
Safety level over time: levee
hoog zeespiegelstijging-scenario, kan dit leiden tot een situatie waarin snel beslissingen moeten worden genomen en er minimale informatie beschikbaar is over de werkelijke zeespiegel. In deze context is het moeilijk om weinig risicovolle beslissingen te nemen, wat een van de basisprincipes van de DAPP-methode is. Daarom, wanneer opties met een kortere beoogde tijdsduur en kortere uitvoeringstijd worden overwogen, wordt de strategie flexibeler, omdat er meer keuzemomenten zijn voor dezelfde tijdhorizon. Zo wordt de waarde van adaptieve strategieën beter benut. In Figuur 4 worden de resultaten van twee strategieën weergegeven, waarbij de veiligheidsniveaus in de tijd zijn geplot. Figuur 4a vertegenwoordigt de strategie waarbij direct een dijk is gebouwd, terwijl figuur 4b de strategie weergeeft waarbij eerst floodproofing werd toegepast, voordat een dijk werd gebouwd om zo meer kennis te vergaren.
Figuur 4a Veiligheidsniveau over tijd van een statische strategie met een dijk (vijftien simulaties weergeven)
Safety level over time: Dry flood-proofing + levee
Conclusie De resultaten toonden aan dat het kader effectief is in het vastleggen van de impact van onzekerheden op de resultaten. Bovendien wordt de vergaarde kennis in de loop van de tijd geïntegreerd door de afname van onzekerheden bij toekomstige keuzemomenten. De analyse toonde aan dat adaptieve strategieën ondergewaardeerd zouden zijn zonder deze benadering. Verder resulteerden de probabilistische aanpak en de integratie van meerdere criteria in diepgaande inzichten in de prestaties van de strategieën. Hierdoor was een meer weloverwogen afweging tussen diverse opties mogelijk.
Vervolgonderzoek
Figuur 4b: Veiligheidsniveau over tijd van een flexibelere strategie met floodproofing en een dijk
met zeven strategieën die variëren in flexibiliteit. De verschillen in flexibiliteit zijn tot stand gebracht door te variëren in drie kenmerken: de beoogde levensduur van een maatregel, het verwachte zeespiegelstijgingscenario en de uitvoeringstijd van de maatregel. Als voorbeeld, wanneer een adaptatiemaatregel met een levensduur van +100 jaar wordt overwogen voor een
Sommige aspecten van adaptieve planning, zoals het voorkomen van toekomstige belemmeringen (lock-ins), zijn nog niet kwantitatief geanalyseerd in dit onderzoek. Bovendien is de waarde van tijd alleen in kaart gebracht voor zeespiegelstijging. Het zou onder andere waardevol kunnen zijn om de invloed van tijd op de onzekerheid van de verwachte economische groei van een gebied te onderzoeken. De geprojecteerde economische groei van gebieden die vatbaar zijn voor overstromingen is namelijk een cruciale factor voor het toenemende overstromingsrisico. Eenmaal verfijnd en verder getest heeft het kader het potentieel om gebruikt te worden als waardevol evaluatie-instrument, waardoor een verbeterde vergelijking van statische en robuuste strategieën met meer flexibele adaptieve strategieën mogelijk wordt en besluitvorming in overstromingsrisicobeheer wordt gefaciliteerd. Maria Montijn
19, 20 & 21 MAART 2024 EVENEMENTENHAL GORINCHEM 27 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE
Water
TECHNIEK
EU-project SpongeScapes
Verbetering sponswerking van landschappen ‘De sponswerking verbeteren’ is een steeds vaker gehoorde term in discussies over het klimaatrobuuster maken van ons land. Maar wat is sponswerking precies? Hoe werkt dat in verschillende gebieden? En hoe verbeter je deze sponswerking dan? Dit zijn de kernvragen van het nieuwe EU-project SpongeScapes dat afgelopen oktober is gestart en de komende vier jaar onderzoek doet naar dit begrip. Sponswerking is het vermogen van het landschap om water op te vangen, vast te houden en vertraagd af te voeren tijdens perioden van neerslagoverschot, waarbij dit water ook kan dienen als buffer voor droge periodes. Door ingrepen in het landschap kan de natuurlijke sponswerking verminderd zijn: overvloedige drainage, vergravingen van waterlopen en intensief landgebruik waren veelal gericht op het ontwateren en versneld afwateren van gebieden. Met de steeds extremere droogtes en regenval door klimaatverande-
28 | 2024 | Nummer 1/2
ring zien we dat het herstellen van deze sponswerking nut kan hebben om beter voorbereid zijn op dit soort gebeurtenissen. In het EU-Horizonproject SpongeScapes wordt onderzoek gedaan naar de vraag hoe we dit sponswerkende vermogen kunnen herstellen, met als uitgangspunt: ‘groen waar het kan, grijs waar het moet’, oftewel: welke natuurlijke oplossingen zijn er, en is er een noodzaak om ook een combinatie te zoeken met tech-
CIVIELE TECHNIEK
Figuur 1 Analyse-raamwerk van SpongeScapes
nische maatregelen? In het project wordt gewerkt aan het updaten van de kennis en 140 voorbeelden die geregistreerd staan in de Europese database www.nwrm. eu. De voorbeelden hierin zijn allemaal geïmplementeerde projecten, waar natuurlijke waterretentiemaat-
regelen zijn uitgevoerd in verschillende landschapstypen, zowel in landbouw-, bos- en natuurgebieden en de stad. Hierdoor leren we hoe die maatregelen de afgelopen tien jaar hebben gewerkt en hoe het onderhoud en beheer is geregeld. Daarnaast zijn er veertien case studies die meer in detail worden bekeken. SpongeScapes gebruikt een integrale benadering in de evaluatie van sponswerking en mogelijke sponsmaatregelen om deze te verbeteren (figuur 1). De evaluatie beschouwt zowel het technisch als het ecologisch functioneren in droge en natte periodes, via analyse van verschillende type neerslaggebeurtenissen nu en in de toekomst. ‘Hoe goed werkt een maatregel nou echt? Wat werkt waar? Wat gebeurt er bij opeenvolging van meerdere extreme regenbuien of meerdere droge jaren achter elkaar? Wat is de rol van grondwater, bodem en oppervlaktewatersystemen?’ Daarnaast wordt in beeld gebracht wat aanvullende voor- en nadelen (‘co-benefits en trade-offs) zijn. ‘Kunnen er meerdere doelen tegelijk gehaald worden, bijvoorbeeld voor zowel waterkwantiteit, waterkwaliteit als biodiversiteit en welke maatregelen kunnen daar aan bijdragen?’ En we identificeren met welke randvoorwaarden voor succes er nog meer rekening moet
29 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE TECHNIEK
Figuur 2 Informatie-pad binnen SpongeScapes
worden gehouden: ‘hoe helpen institutionele inbedding, betrokkenheid en bereidheid van stakeholders, ruimtebeschikbaarheid en landgebruik en ook een juridisch kader om het verbeteren van sponswerking echt te kunnen realiseren? ‘. Via monitoring van individuele maatregelen, opgeschaalde model-analyses en dialoog met stakeholders wordt gekeken hoe het verbeteren van de sponswerking daadwerkelijk kan worden opgeschaald van individuele maatregelen naar geaccepteerde pakketten van maatregelen op landschapsschaal in ‘sponsstrategieën’ (figuur 2). Eind oktober vond de startbijeenkomst van het project plaats bij Deltares in Delft. Als onderdeel van deze bijeenkomst is ook een veldbezoek geweest naar de case-study Chaamse Beken onder leiding van collega’s van waterschap Brabantse Delta. Hier is gesproken over het huidige functioneren van het gebied, de
vragen die er liggen, en welke mogelijke maatregelen er zijn om de sponswerking in verschillende delen van het gebied te vergroten, zowel lokaal in de bebouwde kom als daarbuiten in het landelijk gebied. Deltares coördineert dit project, dat in totaal tien Europese kennispartners heeft, en gaat voor elke case met lokale stakeholders de diepte in. In Nederland zijn Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Aa en Maas, Waterschap Rijn en IJssel en Wageningen Universiteit ook aangehaakt. Wilt u ook een casus aandragen voor de www.nwrm.eu database, neem dan contact op met Ellis Penning, coördinator van het project (ellis. penning@deltares.nl). Voor meer informatie over het project, zie ook www.spongescapes.eu Ellis Penning, Dimmie Hendriks, Albrecht Weerts, Sonja Wanke en Christopher Wittmann, Deltares
Iedereen verdient goede zorg Amref Flying Doctors traint zorgverleners in Afrika. Ga naar amref.nl/zorgverleners of scan de QR-code. 30 | 2024 | Nummer 1/2
Advertorial
Aqua Nederland 2024 Innovatie, samenwerking en kennisdeling Van 19 tot en met 21 maart 2024 staat Evenementenhal Gorinchem opnieuw in het teken van Aqua Nederland, de toonaangevende vakbeurs voor de watersector. Dit jaar belooft een bruisend evenement te worden, waar professionals uit de waterindustrie samenkomen om de laatste innovaties te ontdekken, kennis te delen en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan. Tijdens Aqua Nederland ligt de focus op de volgende waterpijlers: afvalwater, drinkwater, proceswater en stedelijk water & rioolbeheer. Innovatieve Next Level experience Aqua Nederland 2024 legt een nog grotere nadruk op kwalitatieve kennisdeling en innovatie. De bovenverdieping, Next Level, fungeert als een dynamisch platform voor kennisleveranciers, ingenieurs- en adviesbureaus, opleiders en specifieke leveranciers gericht op klimaat en stedelijk water. Hier komt een vernieuwd Start-up en Innovatie Paviljoen, de Stichting IKN Straat, kennistheaters en congreszalen. Terwijl de benedenverdieping traditioneel dienst blijft doen als marktplaats voor nieuwe producten en diensten binnen de watersector.
Thematische doelgroepgerichte theaters Next Level herbergt doelgroepgerichte theaters die inhoudelijke diepgang bieden aan verschillende waterketens. Het Stedelijk Watertheater behandelt actuele onderwerpen zoals rioolbeheer, asset management, predictive maintenance, de klimaatadaptieve straat en riothermie. Hier staat de urgentie van samenwerking tussen gemeenten, waterschappen, bedrijven en burgers centraal.
Daarnaast verwelkomt het Watertheater op verschillende dagen specifieke doelgroepen, waaronder Proceswater Dinsdag, Waterschap Woensdag en Drinkwater Donderdag. Water Alliance levert een prominente bijdrage in het kennisprogramma, evenals Koninklijk Nederlands Waternetwerk (KNW), KWR, en de Water Zuiveringen Alliantie, bestaande uit TAUW, Croonwolter&dros, Sweco, Mobilis en RWB.
Podium voor Innovaties en Start-ups In samenwerking met Water Alliance krijgen innovaties en start-ups een prominente plek op het Start-up en Innovatie Paviljoen op Next Level. Hier presenteren diverse bedrijven hun baanbrekende oplossingen voor de waterindustrie. ‘Zonder innovatie staat men stil en stilstand is achteruitgang.’, aldus André Mepschen, Business Developer bij Water Alliance, over het belang van innovatie.
Over Aqua Nederland Aqua Nederland vindt plaats in de Evenementenhal Gorinchem op 19, 20 en 21 maart 2024. De beurs trekt vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, de GWW-sector, waterschappen, drinkwaterbedrijven en industrie. Met 320 exposanten die oplossingen presenteren voor hemelwaterafvoer en -opvang, riolering, rioolwaterzuiveringsinstallaties, waterbehandeling, watermanagement en watertechnologie.
www.aquanederland.nl
31 | 2023 | Nummer 7
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Waterzuivering in Kopenhagen
Innovatieve hevelinstallatie
Leidingwerk op hoogte ondersteund (Fotografie: Nils Lund)
Om de waterzuivering van BIOFOS in Denemarken gedeeltelijk droog te leggen voor bouwwerkzaamheden uitgevoerd door Envidan, is een innovatieve hevelinstallatie gebouwd van vier DN1000 leidingen met een totale capaciteit van 10.000 m3/uur. Het ontwerp moest niet alleen functioneel zijn, maar ook duurzaam en kosteneffectief. Hierdoor kon de opdrachtgever de bouwwerkzaamheden uitvoeren in een aanzienlijk verminderde bouwtijd. De hevelinstallatie was door Vanderkamp Pompen ontworpen met geavanceerde technologieën voor een nauwkeurige en efficiënte drooglegging. Er is geïnvesteerd in DN1000 regelkleppen om de waterstroom te regelen tussen de diverse waterbassins. De toegepaste hevelinstallatie verbeterde niet alleen de efficiëntie, maar ook de duurzaamheid van het project. Want als een hevel loopt, is er minimale energie benodigd, de zwaartekracht doet de rest. Het gebruik van alleen vacuümpompen in de hevelinstallatie maakt het project duurzamer. Vacuümpompen verminderen elektriciteitsverbruik ten opzichte van een pompinstallatie, waarmee het project niet alleen functioneel is maar ook een positieve ecologische impact heeft. Elektrische afsluiters bieden een nauwkeurige controle over de waterstroom. Gezamenlijk is vooraf de locatie bezocht om het ont-
32 | 2024 | Nummer 1/2
werp van de hevelinstallatie te finetunen. Het ontwerp vormde de blauwdruk, in combinatie met de aangeleverde pointcloud en 3D-modellen van de klant. Het opbouwen van een dergelijke installatie vereist niet alleen technische knowhow, maar ook een goed gecoördineerde inzet van het team, met aandacht voor veiligheid en efficiëntie. Om de waterzuivering in Denemarken gedeeltelijk droog te leggen voor de bouwwerkzaamheden, is een hevelinstallatie gebouwd die bestaat uit vier DN1000 leidingen met een totale capaciteit van 10.000 m3/uur, geheel op hoogte. Daarin zat de technisch de uitdaging. Het gehele leidingwerk moest namelijk ook op hoogte worden ondersteund bovenop het platform op specifieke steunplekken. De steunpoten zijn, waar mogelijk, breder gemaakt om de kracht te verdelen. Er is heel precies gekeken waarop
CIVIELE TECHNIEK
Boven en onder: Hevel in werking (Tekening: Marco Wesseling: Fotografie: Nils Lund)
gesteund kon worden; enkel op muren of wanden en niet op losse vloerplaten. Door goed de bouwvolgorde op voorhand te bepalen, de steunen op de juiste plek te zetten, kon de installatie veilig worden gebouwd. Omdat het leidingwerk in prefab delen op de plek gehesen moest worden, waren er grote kranen nodig. De zwaarste kraan was een 650-tonner. Een hevel dient aan de instroom- en uitstroomzijde ondergedompeld te zijn in het medium om te kunnen werken. Het vacuüm wordt gecreëerd door middel van drie vacuümcontainers. Doordat de vacuüminstallatie de lucht wegneemt uit de installatie gaat het water stijgen, vergelijkbaar met het zuigen aan een rietje. Zodra de lucht is weggenomen, loopt het water van het hogere naar het lagere niveau. Factoren die de
33 | 2024 | Nummer 1/2
capaciteit van een hevel bepalen zijn het hoogteverschil (Δ-H) en de weerstandsfactoren. Hoe groter het hoogteverschil, hoe groter de capaciteit van de hevel is. Ook een grote buisdiameter vergroot de capaciteit. Componenten die de weerstandsfactor bepalen zijn het aantal bochten of T-stukken (hoe meer des te meer weerstand) en het gebruik van een zuigkelk aan de instroomzijde voor optimale instroom (verlaagt de weerstand). Dit project in Kopenhagen is niet alleen groot en energiezuinig, maar is ook een project waar creativiteit en innovatie samenkomen. Laura Oosterbroek, Marco Wesseling, Berry Boxum, Rick van der Kamp, Vanderkamp Pompen
CIVIELE
Water
TECHNIEK
Test Deltagoot
De kracht van kweldergras Dijken en duinen houden dichtbevolkte kustgebieden wereldwijd veilig. In Nederland voorkomt deze infrastructuur dat 60 procent van Nederland onder water komt te staan. Door zeespiegelstijging zullen de dijken in de komende decennia verder verhoogd en verbreed moeten worden. Maar door de begroeide gebieden, die voor een dijk liggen, slim te benutten, zouden de consequenties voor de dijkbekledingen en dijkhoogte en -breedte beperkt kunnen worden. Deze begroeide gebieden heten kwelders in Noord-Nederland en schorren in Zuid-Nederland. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat kwelders en schorren kunnen bijdragen aan hoogwaterbescherming. Dit volgt het ‘Bouwen met de Natuur (Building with Nature)’- concept, waarin maatschappelijke vraagstukken (mede) worden opgelost door gebruik te maken van de natuurlijke eigenschappen van ecosystemen, zoals kwelders.
Kwelders zijn met zout-tolerante planten begroeide buitendijkse gebieden onder invloed van het getij (figuur 1). De planten houden met vloed zand en slibdeeltjes vast, waardoor de kwelders relatief hoog zijn, en ook nog eens met zeespiegelstijging meegroeien. Ze kunnen landinwaarts gelegen dijken beschermen tegen hoogwater nu en in de toekomst, doordat de begroeide hoge bodem golven dempt, en de ondergrond door de wortels van de kwelderplanten tegen erosie wordt beschermd. De grote vraag is, welke golven kunnen de kwelders voor de dijk nog dempen, hoeveel schade geven de golven aan de vegetatie en de ondergrond en met welke kracht komen de golven bij de dijk?
Bij een deel van de 2000 kilometer aan dijken die moeten worden versterkt in Nederland (HWBP), bevindt zich een kwelder. Bijvoorbeeld de intergetijdengebieden aan de Waddenzeezijde van de Waddeneilanden, de kwelderwerken aan de Friese en Groningse Waddenkust en de schorren in de Zuidwestelijke delta. De kwelders kunnen mogelijk tezamen met bestaande dijken een hybride hoogwaterbeschermingsinfrastructuur vormen. Ondanks de potentie is huidig wetenschappelijk bewijs te beperkt om dit concept al breed toe te passen in dijkversterkingsprojecten. Bestaand laboratoriumonderzoek en veldmetingen zijn beperkt tot relatief lage waterstanden en relatief kleine golfcondities, waarmee er geen bewijs is voor
Figuur 1 Kwelder met verschillende vegetatiesoorten bij Westhoek (links) en een hoge kwelder met een klif aan de zeezijde bij Wierum (rechts)
34 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE TECHNIEK
Figuur 2 Schematische weergave van het fysieke model in de Deltagoot
de werking onder meer extreme condities. Proeven op ware grootte met een kwelderbodem met vegetatie uit het veld, onder invloed van extreme waterstanden en golfcondities, ontbreken. Hier komt verandering in door proeven die in de Deltagoot van Deltares in Delft zijn gepland. In deze golfgoot kunnen de grootste kunstmatige golven ter wereld worden opgewekt en dat is nodig om goed aan te sluiten op de waterkeringenpraktijk van Nederland. De Deltagoot is bij uitstek geschikt om de bijdrage van de kwelder te onderzoeken onder extreme waterstanden en golfcondities. Het experiment in de Deltagoot is opgezet om het volgende te meten:
• • • • •
Golfhoogtereductie door de vegetatie op de kwelder, afhankelijk van de waterstand, golfcondities en mate van schade aan de vegetatie; Invloed van de vegetatie op de golfperiode; Schade aan verschillende soorten vegetatie als functie van waterstand, golfcondities en opeenvolging van events; Invloed van de vegetatie op de hydraulische belasting van de dijk, namelijk de golfoploop en de golfkrachten op het dijktalud; Erosie bij de teen van de dijk, de klif aan de zeezijde van de begroeide kwelder (overgang tussen begroeid en onbegroeid gebied) en het kwelderoppervlak.
Figuur 3 De kwelder Peazemerlannen aan de Friese Waddenzeekust, waar op twee locaties (rood) de kwelderblokken gestoken zijn
35 | 2024 | Nummer 1/2
Dit alles wordt uitgevoerd op ware grootte (schaal 1:1), wat het wereldwijd een uniek experiment maakt.
Het experiment In de Deltagoot (291 m lang, 5 m breed en 9.5 m diep) wordt het fysieke model gebouwd door gebruik te maken van kwelderblokken met daarachter een dijk (figuur 2). Met 66 kwelderblokken worden twee 71 meter lange kwelderprofielen geconstrueerd met een breedte van 2.0 m tot 2.2 m. De kwelderblokken tegen de teen van de dijk en aan de zeezijde van het profiel hebben een diepte van 0.7 m, aangezien daar de grootste golfbelasting wordt verwacht. De kwelderbodem daartussen heeft een diepte van 0.4 m. De beide profielen hebben een andere bodemsamenstelling (meer zandig en meer slibrijk), om eventuele verschillen in erosiebestendigheid te kunnen beproeven. De kwelderrand aan de ‘zeezijde’ bevat een hoogteverschil van 0.6 m met de onbegroeide vooroever om een natuurlijke klif uit het veld na te bootsen. Een 40 m lange onbegroeide vooroever met een gradiënt van 1:45 is gebouwd zeewaarts van de klif, met meest zeewaarts een 12.5 m lange vooroever met een gradiënt van 1:9 om een geleidelijke overgang te creëren en materiaal te besparen. De kwelderblokken zijn in het veld geoogst in natuurgebied Peazemerlannen aan de Friese Waddenzeekust (figuur 3). Bij Peazermerlannen zijn twee locaties geselecteerd met verschillende ondergrond (tabel 1; zeewaarts en landwaarts), maar met vergelijkbare bovengrondse vegetatie. Verdere belangrijke selectiecriteria waren: een onverstoorde kwelder, zodat de vegetatie en bodem zo natuurlijk mogelijk is; een hoge kwelder, aangezien dit qua bodemhoogte het meeste bij zal dragen aan golfdemping; aanwezigheid van de vegetatiesoort zeekweek (Elymus athericus), gezien dit veel voorkomt op hoge kwelders. Naast het dominante zeekweek komt een mix van vegetatiesoorten voor, waaronder Melde (Atriplex spp.) en Zulte/ Zeeaster (Aster tripolium). Een aannemer heeft de blokken gestoken en geoogst buiten het broedseizoen en stormseizoen (figuur 4). De blokken zijn gestoken door een stalen mal van 2 x 2 m2 en 2.2 x 2.2 m2 de grond in te drukken, waarna de mal rondom losgegraven is en er een stalen bodemplaat onder is geschoven, zodat de bodem en vegetatie minimaal is verstoord. Vervolgens is het blok op een vrachtwagen gehesen. Zo zijn 68 kwelderblokken in 20 vrachtwagenritten
CIVIELE TECHNIEK
Zeewaarts
Landwaarts
Grind
2 mm – 63 mm
-
-
Zand
63 µm – 2 mm
37,0 %
1,0 %
Silt
2 µm – 63 µm
43,4 %
53,4 %
Klei
< 2 µm
19,7 %
45,3 %
Tabel 1 Sediment karakteristieken op de zeewaartse (meer zandig) en landwaartse locatie (meer slibrijk)
van Peazemerlannen naar Delft vervoerd. Vervolgens zijn de blokken met vegetatie bij Deltares in Delft opgeslagen waar status, saturatie en zoutgehalte continue gemonitord zijn en de blokken zijn voorzien van water en drainage. Ten slotte zijn de blokken in de Deltagoot geplaatst (figuur 5). Het uitgebreide proevenprogramma van vier weken staat gepland in februari/maart 2024. Zo kan de vegetatie in winterconditie worden getest, de
periode waarin ook daadwerkelijk stormen voorkomen. Significante golfhoogtes tussen 0.8 en 2.0 m hoog zullen worden getest bij waterdieptes van respectievelijk 4.4 tot 6.9 m, en in verschillende golfperiodes. Hierbij kunnen de maximale golven over de kwelder 2 m hoog zijn. De proeven zullen worden uitgevoerd voor een variërende conditie van de vegetatie: goed, met veel biomassa; gemiddeld, met een deel van de biomassa afgebroken door eerdere proeven; en volledig afgebroken, waarbij alle bovengrondse biomassa handmatig wordt verwijderd. Zo kan de expliciete bijdrage van vegetatie onder verschillende condities worden beoordeeld. Golven worden gemeten met behulp van golfhoogtemeters en laserscanners. Stroomsnelheden bij de klif, in en boven de vegetatie en bij de teen van de dijk worden opgenomen door ElectroMagnetic Flowmeters (EMF), Acoustic Doppler Current Profilers (ADCP) en Acoustic Doppler Velocimeters (ADV). Waterdruk in de blokken en golfimpact op de dijk worden gemeten door druksensoren, de vibratie van de blokken door middel van accelerometers. Daarnaast wordt de golfoploop en overslag gemeten tijdens de proe-
Figuur 4 Oogsten van de kwelderblokken: de mal in de grond drukken (linksboven; foto Madelief Doeleman), na het losgraven de bodemplaat eronder schuiven (rechtsboven), het kwelderblok met mal uit de kwelder tillen (linksonder), en het blok inpakken na het verwijderen van de mal (rechtsonder)
36 | 2024 | Nummer 1/2
CIVIELE TECHNIEK
Figuur 5 Kwelderblokken opgeslagen bij Deltares (links) en de eerste kwelderblokken aan de teen van de dijk in de Deltagoot (rechts)
ven. Bodem(erosie) wordt na iedere proef gemeten met een 3D-laserscanner. Het gedrag van vegetatie (doorbuigen en afbreken) zal worden gemonitord met onderwatercamera’s tijdens de proef. Na de proef zullen vegetatiekarakteristieken worden gemeten om de veranderlijke staat te kwantificeren. Ook zal na iedere proef de hoeveelheid losgeslagen biomassa worden bepaald, zodat schade aan de vegetatie kan worden bepaald als functie van afnemende golfdemping.
Beoogde resultaten De bijdrage van de kwelder en kweldervegetatie aan hoogwaterbescherming zal door middel van deze proef worden gekwantificeerd. Als uit het onderzoek blijkt dat het kweldergras in winterconditie een dempende werking heeft op de golven, kunnen dijkontwerpen worden aangepast naar een duurzamere variant waarin dijken minder hoog en breed gemaakt hoeven te worden en met een zachtere of lichtere bekleding kunnen worden uitgevoerd. Zaken als de sterkte van de vegetatie, de erosiesnelheid van de bovenlaag en klif aan de zeezijde, en de bodemruwheid, zijn parameters die in de diverse modellen meegenomen kunnen worden, waardoor de resultaten naar vele andere locaties kunnen worden vertaald. Daarnaast kunnen, met de beperkte condities gemeten in deze omvangrijke
opstelling, kleinschalige testen worden geverifieerd. De resultaten zullen worden uitgewerkt in een handreiking voor dijkontwerpers en worden gebruikt voor dijkontwerpen en dijkversterkingen langs kwelders.
Samenwerking Wetterskip Fryslân voert het onderzoek uit in samenwerking met kennisinstituut Deltares en de onderzoekspartners binnen het NWO Living Dikes project: Universiteit Twente, TU Delft en NIOZ. De kwelderblokken zijn gestoken bij Peazemerlannen, een kwelder van natuurorganisatie it Fryske Gea. Aannemers- en transportbedrijf De Olde heeft de kwelderblokken gestoken en getransporteerd. Het innovatieonderzoek wordt gefinancierd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Pim Willemsen1,2 (p.willemsen@utwente.nl), Mark Klein Breteler2, Alessandro Antonini3, Dimitrios Dermentzoglou3, Jos Muller1, Victoria Mason4, Tjeerd Bouma4, Akis Vouziouris3, Paul Buring5, Diederik Bijvoet6, Bas Hofland3, Bas Borsje1 Universiteit Twente, 2Deltares, 3Technische Universiteit Delft, NIOZ, 5Wetterskip Fryslân, 6Hoogwaterbeschermingsprogramma
1 4
WE KUNNEN NIET ZONDER NATUUR Word nu lid op natuurmonumenten.nl en ontvang 4 x per jaar het magazine Puur Natuur
37 | 2024 | Nummer 1/2
Bedrijven in Civiele Techniek
CIVIELE CIVIELE TECHNIEK TECHNIEK
Advies- en ingenieursbureaus
WSP Tramsingel 2 4814 AB Breda nl.info@wsp.com +31 (0) 88 910 20 00 www.wsp.com/nl
Iv Noordhoek 37 3351 LD Papendrecht Nederland www.iv.nl
Civiele werken
Beens Groep Nylonstraat 16 8281 JX Genemuiden www.beensgroep.nl Movares Nederland Daalseplein 100 Postbus 2855 3500 GW Utrecht www.movares.nl
IPV Delft ingenieursbureau voor productvormgeving Oude Delft 39 2611 BB Delft www.ipvdelft.nl
Interesse in vermelding in deze rubriek? Neem contact op met de uitgever: 0183 66 08 08 info@civieletechniek.net
38 | 2024 | Nummer 1/2
Gebr. De Koning Scheepvaartweg 1, 3356LL Papendrecht Postbus 88, 3350AB Papendrecht 078 644 2644 www.gebrdekoning.nl
Mobilis B.V. Marten Meesweg 25, 3068 AV Rotterdam Postbus 4346, 3006 AH Rotterdam 055 - 538 22 22 www.mobilis.nl
Bedrijven in Civiele Techniek
CIVIELE CIVIELE TECHNIEK TECHNIEK
Geotechniek
Funderingstechniek
Funderingstechnieken Verstraeten BV Brugsevaart 6 4501NE Oostburg info@fundex.nl www.fundex.nl
Fugro NL Land B.V. Veurse Achterweg 10 Postbus 63 2260 AB Leidschendam Tel 070 311 13 33 www.fugro.nl
Van ‘t Hek Groep BV Postbus 88 1462 ZH Middenbeemster Tel. 0299 313020 www.vanthek.nl
CRUX Engineering BV Pedro de Medinalaan 3c 1086 XK Amsterdam www.cruxbv.nl
Staal
Brugontwerp
IPV Delft ingenieursbureau voor productvormgeving Oude Delft 39 2611 BB Delft www.ipvdelft.nl
Interesse in vermelding in deze rubriek? Neem contact op met de uitgever: 0183 66 08 08 info@civieletechniek.net
39 | 2024 | Nummer 1/2
ArcelorMittal Mannesmannweg 5 4794 SL Heijningen Postbus 52, 4793 ZH Fijnaart Tel. 088 0083 700 www.arcelormittal.com/projects
Trappen en klimmateriaal
Easystairs BV 0342-701606 info@easystairs.nl www.easystairs.nl
AGENDA Water
CIVIELE TECHNIEK
Aqua Nederland 2024 19 - 21 maart 2014, Gorinchem
THEMA’S CIVIELE TECHNIEK 2024
Intertraffic Amsterdam 2024 16 - 19 april 2024, Amsterdam Nr 3 (21-3): Innovatie + Arbeidsmarktspecial Nationale Klimaat Expo 2024 17 - 18 april 2024, Houten
Nr 4 (16-5): Assetmanagement - Renovatie & Onderhoud
INTERMAT 2024 24 - 27 april 2024, Parijs
Nr 5/6 (11-7): Duurzaam Bouwen & Klimaatadaptatie (met katern Duurzame materialen)
TECHNIMAT 15 - 16 mei 2024, Gent
Nr 7 (19-9): Geotechniek & Ondergronds Bouwen Extra uitgave: Waterbouwdagspecial
Nationaal Congres Klimaatadaptatie 17 juni 2024, Nieuwegein
Nr 8 (21-11): Tunnels & Bruggen
Vakbeurs Openbare Ruimte 2024 25 - 26 september 2024, Utrecht
Nog geen abonnee? Neem nu een abonnement op Civiele Techniek (papier of digitaal) en ontvang twee nummers gratis! Mail naar info@civieletechniek.net
Materiaalkeuze wordt ook voor de GWW steeds belangrijker. In de eerste plaats stellen opdrachtgevers steeds scherpere eisen aan duurzaamheid en milieuprestaties (zoals carbon footprint en cradle to cradle). En daarnaast leggen grote, opdrachtgevende partijen meer en meer verantwoordelijkheid bij de markt. Precies daar liggen kansen. Door te kiezen voor slimme, duurzame innovatieve materialen is het voor marktpartijen steeds beter mogelijk zich te onderscheiden. Innovatieve Materialen kan daarbij helpen. Innovatieve Materialen gaat over materiaalinnovatie in het algemeen, maar is speciaal gericht op de civieltechnische sector, bouw, architectuur en design. Innovatieve Materialen besteedt veel aandacht aan ontwikkelingen op het gebied van duurzame, innovatieve materialen en/of de toepassing daarvan in bijzondere constructies. Maar ook circulariteit, milieufootprint en hergebruik zijn regelmatig terugkerende onderwerpen. Innovatieve Materialen verschijnt zowel in het Nederlands als in de Engelse taal.
Interesse in een gratis en vrijblijvend kennismakingsexemplaar? Stuur een mailtje naar: info@innovatievematerialen.nl
19, 20 & 21 MAART 2024 EVENEMENTENHAL
GORINCHEM DRINK WATER
PROCES WATER
AFVAL WATER
WWW.AQUANEDERLAND.NL
STEDELIJK WATER & RIOOLBEHEER
BESTEL GRATIS TICKET MET CODE MP1265
OEM NIVEAUSENSOREN O.A. VOOR IOT TOEPASSINGEN
VOOR GRONDWATER EN ANDERE VLOEISTOFNIVEAUEN TANKINHOUDSMETINGEN • Zeer nauwkeurige meetwaarden • Uitstekende stabiliteit op lange termijn • Vele jaren onderhoudsvrije werking KELLER 26X
KELLER 36XKy
• Ideale niveausensor voor grondwatermetingen in IoT netwerk
• Dedicated niveausensor voor afvalwater
• RS485 interface & eventueel 4…20 mA of 0…10 V
• Uniek Kynar non-stick membraan
• Analoge en digitale interfaces-kunnen worden gecombineerd
• RS485 interface & eventueel 4…20 mA, 0…10 V, 0...5V, 0...2,5V • Analoge en digitale interfaces-kunnen worden gecombineerd
• Schaalbare analoge uitgang (turn-down)
• Schaalbare analoge uitgang (turn-down)
• Voeding vanaf 3,2V
• Voeding vanaf 3,2V
keller-pressure.com